Free-standing refrigerator

Bosch Free-standing refrigerator, KSW36PI30/01, KSW36PI30/06, KSW36PI30/09, KSW36PW30/01 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Bosch Free-standing refrigerator Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
de Gebrauchsanleitung
en Instruction for Use
fr Mode d’emploi
it Istruzioni per I´uso
nl Gebruiksaanwijzing
KSW..
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen ............................. 74
Aanwijzingen over de afvoer .............. 76
Omvang van de levering .................... 76
Let op de omgevingstemperatuur
en de beluchting .................................. 77
Apparaat aansluiten ............................ 77
Kennismaking met het apparaat ....... 79
Inschakelen van het apparaat ........... 80
Instellen van de temperatuur ............. 80
Alarm function ...................................... 80
Netto-inhoud .......................................... 81
De koelruimte ....................................... 81
Superkoelen .......................................... 82
Waterdispenser .................................... 83
Uitvoering .............................................. 84
Sticker „OK” .......................................... 84
Apparaat uitschakelen
en buiten werking stellen ................... 85
Schoonmaken van het apparaat ...... 85
Verlichting (LED) .................................. 86
Energie besparen ................................ 86
Bedrijfsgeluiden ................................... 87
Kleine storingen zelf verhelpen ......... 87
Zelftest apparaat .................................. 89
Aqua-Stop garantie .............................. 89
Servicedienst ........................................ 90
nl
74
nlInhoud
nlGebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het
installatievoorschrift nauwkeurig door.
U vindt daarin belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud van het
apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als de aanwijzingen
en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet in acht
worden genomen. Bewaar
de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik
of voor een eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvriendelijke
maar brandbare koelmiddel R600a. Let
erop dat de leidingen van het koelcircuit
bij het transport of de installatie niet
beschadigd worden. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of tot
oogletsel leiden.
Bij beschadiging
Open vuur of andere
ontstekingsbronnen uit de buurt van
het apparaat houden;
Ruimte gedurende een paar minuten
goed luchten;
Apparaat uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken;
Contact opnemen met
de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat
bevat, des te groter moet de ruimte zijn
waarin het apparaat wordt opgesteld.
In een te kleine ruimte kan bij een lek
een ontvlambaar mengsel van gas
en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m³ groot zijn. De hoeveelheid
koelmiddel in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Als de aansluitkabel van het apparaat
beschadigd raakt, moet deze worden
vervangen door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon. Onvakkundige
installatie en reparaties kunnen groot
gevaar opleveren voor de bezitter.
Reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Er mogen alleen originele onderdelen
van de fabrikant gebruikt worden. Alleen
bij deze onderdelen garandeert de
fabrikant dat ze aan de veiligheidseisen
voldoen.
Een verlengsnoer voor de aansluitkabel
mag uitsluitend via de klantenservice
worden aangeschaft.
nl
75
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten, elektrische
ijsmaker etc.). Gevaar voor explosie!
Het apparaat nooit met een
stoomreiniger ontdooien of
schoonmaken! De hete stoom kan in
de elektrische onderdelen
terechtkomen en kortsluiting
veroorzaken. Kans op een elektrische
schok!
Gebruik geen puntige of scherpe
voorwerpen om een laag ijs of rijp
te verwijderen. Hierdoor kunt u
de koelleidingen beschadigen.
Koelmiddel dat naar buiten spuit kan
vlam vatten of tot oogletsel leiden.
Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan. Gevaar voor explosie!
Plint, uittrekbare manden of laden,
deuren etc. niet als opstapje
gebruiken of om op te leunen.
Om te ontdooien of schoon te maken:
stekker uit het stopcontact trekken
resp. de zekering uitschakelen of
losdraaien. Altijd aan de stekker
trekken, nooit aan de aansluitkabel.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op
kunststof onderdelen en
deurdichtingen. Ze kunnen poreus
worden.
De be- en ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
Personen (inclusief kinderen) met
fysieke, sensorische of psychische
beperkingen of gebrekkige kennis
mogen dit apparaat uitsluitend
gebruiken indien ze onder toezicht
staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid
of door deze persoon zijn ingelicht
over de wijze waarop het apparaat
dient te worden gebruikt.
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en onderdelen
ervan zijn geen speelgoed voor
kinderen.
Verstikkingsgevaar door opvouwbare
kartonnen dozen en folie!
Het apparaat is geen speelgoed voor
kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van kinderen
bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt om
levensmiddelen te koelen.
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden en de
huiselijke omgeving.
Het apparaat is ontstoord volgens EU
richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan
de veiligheidsbepalingen voor
elektrische apparaten (EN 60335-2-24).
nl
76
Aanwijzingen over
de afvoer
* Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier
of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe
u uw oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal van het nieuwe
apparaat kunt (laten) afvoeren voor een
milieuvriendelijke verwerking.
* Afvoeren van uw oude
apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen worden
teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen
met de stekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen om het kinderen moeilijk
te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in
de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten
worden afgevoerd. Met het oog op een
doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit
tot het moment van transport niet
beschadigd worden.
Omvang van
de levering
Controleer na het uitpakken alle
onderdelen op eventuele
transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft of
bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en
geluiden
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
nl
77
Let op de omgevings-
temperatuur en de
beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op
het typeplaatje, afb. 3.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de binnentemperatuurgrenzen
van de aangegeven klimaatklasse.
Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere
binnentemperatuur, kunnen
beschadigingen aan het apparaat
worden uitgesloten tot een temperatuur
van +5 °C.
Beluchting
Afb. #
De lucht aan de achterwand en aan
de zijwanden van het apparaat wordt
verwamd. De verwarmde lucht moet
ongehinderd afgevoerd kunnen worden.
Anders moet de koelmachine meer
presteren waardoor het energieverbruik
toeneemt.
De be en ontluchtingsopeningen mogen
dan ook nooit worden afgedekt!
Apparaat aansluiten
Het apparaat door een vakman volgens
bijgesloten montagehandleiding laten
plaatsen en aansluiten.
De transportbeveiligingen van
de legplateaus en de voorraadvakken
pas na plaatsing van het apparaat
verwijderen.
Het apparaat eerst op de waterleiding
aansluiten, daarna pas op
het elektriciteitsnet.
Naast de wettelijk voorgeschreven
nationale voorschriften moeten ook
de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke elektriciteits- en
waterleidingbedrijf in acht worden
genomen.
Na het plaatsen van het apparaat moet u
minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van
het apparaat”).
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
78
Wateraansluiting
De wateraansluiting mag alleen door een
vakkundig monteur volgens
de plaatselijke voorschriften van
het waterleidingbedrijf worden
uitgevoerd.
De waterkraan moet zich in de buurt van
het apparaat bevinden en moet ook na
plaatsing van het apparaat goed
toegankelijk zijn.
De bijgevoegde slangenset heeft een
lengte van 2 meter.
m Attentie
Voor de aansluiting op het drinkwaternet
uitsluitend de bijgevoegde of een bij de
klantenservice gekochte slangenset
gebruiken.
In geen geval aanwezige of reeds
gebruikte slangensets gebruiken.
Het apparaat alleen aansluiten op een
drinkwaterleiding:
Min. druk: 0,2 MPa (2 bar)
Max. druk: 0,8 MPa (8 bar)
Druk hoger dan 0,8 MPa (8 bar):
drukbegrenzer installeren tussen de
drinkwateraansluiting en
de slangenset
m Attentie
Watertoevoerslang niet knikken,
afknellen, wijzigen of doorsnijden! Afb. .
Aanwijzing
De maximale uitwendige diameter van
de waterleiding (zonder
verbindingsstukken) bedraagt 25 mm.
m Attentie
Controleer na de eerste afname de
dichtheid van de aansluitingen! Afb. 2
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Het apparaat
aansluiten op een volgens
de voorschriften geïnstalleerd 220–
240 V/50 Hz wisselstroomstopcontact
met aardleiding. Het stopcontact moet
zijn beveiligd met een zekering van 10 A
tot 16 A.
Bij apparaten die in niet Europese landen
worden gebruikt op het typeplaatje
controleren of de aansluitspanning
en de stroomsoort overeenkomen met
de waarden van uw elektriciteitsnet.
U vindt deze gegevens
op het typeplaatje. Afb. 3
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden
aangesloten op elektronische
energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen
netvoedingsinverters en sinusinverters
worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche
installaties die rechtstreeks zijn
aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen
(bijv. op schepen of in berghutten) die
geen rechtstreekse aansluiting op het
openbare elektriciteitsnet hebben, moet
een sinusinverter worden gebruikt.
nl
79
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
Afb. "
1-5 Bedieningselementen
6 Verlichting (LED)
7 Glasplaat
8 Dooiwaterafvoergootje
9 Groentelade
10 Schroefvoetjes
11 Boter en kaasvak
12 Eierrekje*
13 Voorraadvak in de deur „EasyLift”
14 Vak voor grote flessen
15 Waterdispenser
1 Toets Aan/Uit
Om het apparaat in en uit
te schakelen.
2 Toets „super”
Dient voor het inschakelen van de
functie superkoelen (zie het
hoofdstuk Superkoelen).
3 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
4 Temperature display
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
5 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
nl
80
Inschakelen van
het apparaat
Afb. "
Het apparaat met de insteltoets 1
inschakelen.
De temperatuurindicatie 4, geeft
de ingestelde temperatuur aan.
Het apparaat begint te koelen, de
verlichting is ingeschakeld wanneer de
deur open is.
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd geen
levensmiddelen in het apparaat leggen.
Aanwijzingen bij het gebruik
Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een laagje
rijp op de achterwand van
de koelruimte. U hoeft
de dooiwaterdruppels niet af te wissen
of de rijp af te schrapen.
De achterwand wordt automatisch
ontdooid. Het smeltwater wordt in de
smeltwatergoot opgevangen en naar
de koelmachine geleid, waar het wordt
verdampt.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan zich
condenswater vormen
in de koelruimte, vooral op glazen
legplateaus. Als dit het geval is, dient
u de levensmiddelen verpakt te
bewaren en een lagere
koelruimtetemperatuur te kiezen.
Instellen van
de temperatuur
Koelruimte
Afb. "
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen.
De ingestelde temperatuur wordt
aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
Alarm function
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld als
de deur van het apparaat langer dan
twee minuten openstaat. Door de deur
te sluiten wordt het alarmsignaal weer
uitgeschakeld.
Alarm uitschakelen
Afb. "
De alarm-toets 5 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
nl
81
AquaStop-alarm
Het geïntegreerde AquaStop-systeem
wordt ingeschakeld wanneer er water
weglekt uit het leidingsysteem. De
watertoevoer wordt automatisch
onderbroken. De toetsen „lock” en „on/
off” knipperen. De koelfunctie van het
apparaat wordt niet beïnvloed.
Sluit de watertoevoer af en neem contact
op met de klantenservice.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. 3
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats voor
het bewaren van vlees, worst, vis,
melkproducten, eieren, toebereide
etenswaren en brood/banket.
In acht nemen bij het bewaren
Bewaar verse, onbeschadigde
levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit
en de versheid langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en
afgevulde producten de door de
fabrikant vermelde houdbaarheids- of
gebruiksdatum in acht nemen.
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen, om aroma, kleur en
versheid te bewaren. Dit voorkomt
geuroverdracht en verkleuring van de
kunststof onderdelen in de koelruimte.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen en pas daarna
in het apparaat zetten.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Let op de koudezones
in de koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillen de koudezones:
De koelste zone bevindt zich tussen
de aan de zijkant afgebeelde pijl en
de glasplaat eronder. Afb. $
Aanwijzing
Bewaar in de koudste zone gevoelige
levensmiddelen (bijv. vis, worst,
vlees).
De warmste zone bevindt zich
bovenaan in de deur en
in de onderste groentelade.
Aanwijzing
Bewaar bovenaan in de deur bijv.
harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn
aroma verder ontwikkelen en de boter
blijft goed smeerbaar.
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
Afb. *
De groentelade is de optimale plaats
voor het bewaren van vers fruit en verse
groente. Met een vochtigheidsregelaar
en een speciale afdichting kan de
luchtvochtigheid in de groentelade
worden aangepast. Hierdoor kunnen
vers fruit en verse groente tot tweemaal
zo lang worden bewaard als bij een
conventionele bewaarmethode.
nl
82
De luchtvochtigheid in de groentelade
kunt u instellen afhankelijk van het soort
en de hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen:
overwegend fruit en bij hoge belading
– lagere luchtvochtigheid
overwegend groente en bij gemengde
belading of geringe belading – hogere
luchtvochtigheid
Aanwijzingen
Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
Afhankelijk van de soort en de
hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen kan zich
condenswater vormen in de
groentelade. Condenswater
verwijderen met een droge doek en
de luchtvochtigheid in de groentelade
aanpassen met behulp van de
vochtigheidsregelaar.
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt
de koelruimte ca. 15 uur zo koud
mogelijk gekoeld. Hierna wordt
automatisch omgeschakeld naar de vóór
het superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is
ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
In- en uitschakelen
Afb. "
Toets „super” 2 indrukken.
De toets brandt als
het superkoelsysteem is ingeschakeld.
nl
83
Waterdispenser
Via de waterdispenser kan men koud
water aftappen uit het apparaat.
Attentie bij ingebruikneming
De waterdispenser werkt alleen wanneer
het apparaat is aangesloten op het
waterleidingnet.
Na het aansluiten bevinden zich
in de leidingen nog luchtbelletjes.
Het drinkwater net zolang aftappen en
weggooien tot het water zonder
luchtbelletjes getapt kan worden.
De eerste 10 glazen (ca. 1,5 liter)
weggooien.
Door temperatuurverschillen kunnen er
waterdruppels uit de dispenser komen
na het opstellen en de ingebruikneming.
Na de ingebruikneming kan het enkele
minuten duren tot er water wordt
afgegeven.
Let op de kwaliteit van
het drinkwater
Alle voor de drinkwaterdispenser
gebruikte materialen zijn neutraal van
geur en smaak.
Als het water een bijsmaak heeft, dan
kan dat de volgende oorzaken hebben:
het mineraal- en chloorgehalte van
het drinkwater;
het materiaal van de waterleiding
in huis en van de toevoerleiding;
de versheid van het drinkwater.
Wanneer er langere tijd geen water
is afgenomen, kan het water „muf”
smaken. In dit geval ca. 10 glazen
(ca. 1,5 liter) met water vullen en
weggooien.
Wij raden u aan regelmatig wat vers
water uit de waterdispenser te tappen en
het apparaat niet uit te schakelen.
Hierdoor blijft de kwaliteit van het water
behouden.
Water tappen
Afb. %
Toets net zo lang indrukken tot het glas
met de gewenste hoeveelheid gevuld is.
De afgifteduur is beperkt tot 30
seconden. Daarna moet eventueel de
dispensertoets opnieuw worden
ingedrukt.
Aanwijzing
Het water van de waterdispenser is op
de juiste temperatuur om te drinken
gekoeld. Wilt u kouder water, dan moet u
vóór het tappen ijsblokjes in het glas
doen.
Aanwijzing
Bij afname van grote hoeveelheden
water kan het afgenomen water warmer
worden.
Waterdispenser in-/
uitschakelen
Afb. %
Toets Waterdispenser aan/uit 1
indrukken. De toets brandt wanneer
de waterdispenser is ingeschakeld.
nl
84
Toetsblokkering in- en
uitschakelen
Afb. %
Met de toetsblokkering kan het apparaat
worden beveiligd tegen ongewenste
bediening.
Toets Toetsblokkering 2 3 seconden
ingedrukt houden. De toets brandt
wanneer de toetsblokkering is
ingeschakeld.
Uitvoering
U kunt de legplateaus en de deurvakken
naar wens verplaatsen:
Daartoe het legplateau uittrekken,
vooraan optillen en verwijderen.
Afb. &
Vakken in de deur iets optillen en eruit
halen. Afb. '
Speciale uitvoering
(niet bij alle modellen)
Variabel legplateau
Afb. (
Het legplateau kan desgewenst omlaag
worden geklapt. Het legplateau naar
voren trekken, laten zakken en naar
achteren drukken.
Deze is geschikt voor het bewaren van
levensmiddelen en flessen.
Flessenrek
Afb. )
In de flessenrek kunnen flessen veilig
worden bewaard.
Verstelbaar deur-legplateau „EasyLift”
Afb. +
Het legplateau kan in de hoogte versteld
worden zonder dat het eruit gehaald
hoeft te worden.
De knoppen op de zijkant van het
legplateau gelijktijdig indrukken om het
legplateau naar beneden te verplaatsen.
Het kan naar boven worden verplaatst
zonder de knoppen in te drukken.
Flessenhouder
Afb. ,
De flessenhouder voorkomt dat
de flessen kantelen bij het openen en
sluiten van de deur.
Sticker „OK”
(niet bij alle modellen)
Met de „OK”-temperatuurcontrole
kunnen temperaturen onder +4 °C
worden geregistreerd. Stel
de temperatuur trapsgewijs kouder in als
de sticker niet „OK” aangeeft.
Aanwijzing
Bij ingebruikneming van het apparaat
kan het tot 12 uur duren voor
de temperatuur is bereikt.
Correcte instelling
nl
85
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Uitschakelen van het apparaat
Afb. "
Toets Aan/Uit 1 indrukken.
De temperatuurindicatie gaat uit
en de koelmachine wordt uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van het
apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Watertoevoer naar het apparaat
onderbreken.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
4. Apparaat schoonmaken.
5. Deur van het apparat open laten.
6. Watertoevoer afsluiten.
Schoonmaken van
het apparaat
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schuursponsjes gebruiken. Op
de metalen oppervlakken kan corrosie
ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
mogen niet in de afwasmachine
gereinigd worden. Ze kunnen
vervormen!
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat
uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien
resp. uitschakelen!
3. Levensmiddelen verwijderen en op
een koele plaats bewaren.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met
een zachte doek en lauw water
met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet
in de verlichting terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
7. Het sop mag niet via het afvoergaatje
in het verdampingsgedeelte
terechtkomen.
8. Afvoergoot in de afgifte-eenheid
reinigen; daartoe de afdekking
verwijderen en de goot met een doek
reinigen en drogen.
9. Na het schoonmaken apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
10.Levensmiddelen weer aanbrengen.
nl
86
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd.
Glasplateaus eruit halen
Afb. &
Daartoe het plateau uittrekken, vooraan
optillen en verwijderen.
Legplateaus uit de deur nemen
Afb. '
Legplateaus optillen en verwijderen.
Bovenste groentelade eruit nemen
Afb. -
Groentelade tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen.
Glasplateau boven de groentelade
verwijderen
Afb. /
Het glasplateau kunt u verwijderen en uit
elkaar nemen om het te reinigen.
Aanwijzing
De groentelade uittrekken voordat u het
glasplateau verwijderd.
Onderste groentelade eruit nemen
Afb. 0
Groentelade tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen.
De groentelade aanbrengen door deze
op de rail te plaatsen en vast te laten
klikken.
Dooiwatergoot
Afb. 1
De dooiwatergoot en het afvoergat
regelmatig reinigen met wattenstaafjes
o.i.d., zodat het dooiwater goed kan
weglopen.
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed
te ventileren ruimte plaatsen! Het
apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
Om een verhoogd stroomverbruik te
vermijden, dient de achterkant van het
apparaat af en toe gereinigd te
worden.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om
de geplande energieopname van het
apparaat te bereiken (zie
montagehandleiding). Een kleinere
afstand tot de muur heeft geen
nadelige invloed op de werking van
het apparaat. Het energieverbruik kan
dan iets hoger worden.
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
nl
87
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van
een waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is
uitgeschakeld; de stekker zit
niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer
of er stroom is. Controleer de zekeringen.
nl
88
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De verlichting functioneert
niet.
De LED verlichting is kapot. Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)”.
De deur stond te lang open.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten
uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van de deur brandt
de verlichting weer.
De bodem van de koelruimte
is nat.
De dooiwatergoot of het
afvoergat is verstopt.
Het dooiwatergootje en het afvoergaatje
schoonmaken (zie „Schoonmaken van het
apparaat”). Afb. 1
In de koelruimte is het te
koud.
De temperatuur is te koud
ingesteld.
Temperatuur warmer instellen.
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Het apparaat koelt niet, de
temperatuur-indicatie en
de verlichting branden.
Het presentatielicht
is ingeschakeld.
Alarmtoets, afb "/5, gedurende
10 seconden ingedrukt houden tot een
bevestigingssignaal te horen is.
Na een tijdje controleren of het apparaat koelt.
De waterdispenser
functioneert niet.
Kraan dicht. Kraan opendraaien.
Zeef van de wateraansluiting
is vuil.
Zeef schoonmaken.
De watervoorziening is
onderbroken. De waterdruk
is te laag.
Installateur informeren.
Toevoerslang is geknikt of
afgekneld. Afb. .
Ervoor zorgen dat de toevoerslang correct is
aangelegd.
De waterdispenser
functioneert niet.
De toetsen „lock” en „on/off”
knipperen.
Er is water weggelekt uit het
leidingensysteem.
Het geïntegreerde AquaStop-
systeem heeft de
watertoevoer onderbroken.
Sluit de watertoevoer af en neem contact op
met de klantenservice (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
De waterdispenser
functioneert niet.
De toets „lock” blijft ook na 3
seconden nog branden.
Deur van het apparaat is niet
dicht.
Deur van het apparaat goed sluiten.
nl
89
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een
automatisch zelftestprogramma dat
de oorzaken van storingen aangeeft die
alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
m Attentie
Om te voorkomen dat de zelftest
wordt afgebroken, dient men de deur
van het apparaat gesloten te houden
terwijl het zelftestprogramma loopt.
Omdat er tijdens de test mogelijk
water of ijs afgegeven wordt, dient
men tijdens de zelftest een glas in de
afgifte-eenheid te houden.
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen. Als er een
alarmsignaal klinkt, wordt dit na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
3. Binnen de eerste 10 seconden na
inschakeling van het apparaat
gedurende 3 tot 5 seconden de
super-toets, afb. "/2, ingedrukt
houden, tot er een geluidssignaal
klinkt. Daarna direct de deur sluiten.
Het zelftestprogramma start. Terwijl de
zelftest loopt, klinkt er eenmalig een
lang geluidssignaal en gaan de
bedieningselementen van de afgifte-
eenheid knipperen.
Wanneer de zelftest is beëindigd en een
geluidssignaal
tweemaal klinkt, is uw apparaat in
orde.
vijfmaal klinkt en de super-toets
10 seconden knippert, is er een fout
opgetreden. Op de
temperatuurindicatie 4 wordt een
foutcode weergegeven. Neem contact
op met de klantenservice.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
Aqua-Stop garantie
Als aanvulling op de garantie-
aanspraken tegenover de verkoper in de
koopovereenkomst en als aanvulling op
onze garantie op het apparaat wordt u
schadeloos gesteld als aan
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-
systeem waterschade wordt
veroorzaakt, vergoeden wij de schade
aan particuliere gebruikers.
2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt
voor de levensduur van het apparaat.
nl
90
3. Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met Aqua-
Stop vakkundig en overeenkomstig
ons installatievoorschrift is opgesteld
en aangesloten. Hiertoe behoort ook
de vakkundig gemonteerde verlenging
van de Aqua-Stop (origineel
toebehoren). Onze garantie heft geen
betrekking op defecte
toevoerleidingen of armaturen tot aan
de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van het apparaat
hoeft u er in principe niet bij te blijven
resp. na het gebruik om
veiligheidsredenen de kraan dicht te
draaien. Alleen bij langere
afwezigheid, bijv. als u een paar
weken op vakantie gaat, moet de
kraan worden dichtgedraaid.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van
de Servicedienst in uw omgeving kunt u
vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met
service-adressen. Geef a.u.b. aan
de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.)
en het FD-nummer (FD) van
het apparaat op.
U vindt deze gegevens op
het typeplaatje. Afb. 3
Door vermelding van het fabrikaat- en
productnummer kunt u onnodige
voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u
zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies
bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
NL 088 424 4010
B 070 222 141
1/95