Husqvarna crt51 Handleiding

Categorie
Mini frezen
Type
Handleiding
CRT51
Instruction manual
Please read these in struc tions care-
ful ly and make sure you un der stand
them before using this ma chine.
Anleitungshandbuch
Bitte lesen Sie diese Anleitungen sorg-
fältig durch und vergewissern Sie sich,
daß Sie diese verstehen, bevor Sie die
Maschine in Betrieb nehmen.
Manuel d’instructions
Merci de lire trés attentivement le
manuel d'instructions. Assurez-vous
d'avoir tout compris avant d'utiliser ce
tracteur.
Manual de las instrucciones
Por favor lea cuidadosamente y com-
prenda estas intrucciones an tes
de usar esta maquina.
Manuale di istruzioni
Prima di utilizzare la macchina leggete
queste istruzioni con attenzione ed ac-
certatevi di averle comprese bene.
Instructieboekje
Lees deze instructies aandachtig en
zorg dat u ze begrijpt voordat u deze
ma chine gebruikt.
2
We reserve the right to make changes without prior notice.
Ånderungen ohne vorherige Mitteilung sind vorbehalten.
Nous nous réservons le droit d'apporter des modifi cations sans avis préalable.
Nos reservamos el derecho a introducir modifi caciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di modifi che o cambiamenti senza preavviso.
Wij houden ons het recht voor om veranderingen aan te brengen zonder voorafgaande
mededeling.
1
2
3
4
5
6
7
3
7
20
42
52
64
67
Safety rules. Reglas de seguridad.
Sicherheitsvorschriften. Norme antinfortunistiche.
Règles de sécurité. Veiligheidsregels.
Assembly. Montaje.
Zusammenbau. Montaggio.
Montage. Montering.
Start and operation. Starten en rijden.
Start und betrieb. Aviamento e guida.
Mise en marche et conduite. Arranque y cinducción.
Maintenance. Onderhoud.
Wartung . Manutenzione.
Entretien. Mantenimiento.
Repair and adjustment. Herstellen en afstellen.
Reparatur und einstellung. Riparazioni e messa a punto.
Réparations et réglages. Reparación y ajuste.
Troubleshooting. Búsqueda de averías.
Störungssuche. Ricerca guasti.
Recherche des pannes. Het localiseren van fouten.
Technical data. Technische gegerens.
Techinische daten. Localización de averías.
Données techniqes. Espicifi caciones tecnicas.
4
1. VEILIGHEIDSREGELS
INSTRUCTIES
Lees aandachtig de instructies. Maak uzelf vertrouwd met het
bedieningspaneel en het juiste gebruik van de installatie.
Laat nooit geen kinderen of mensen die niet vertrouwd zijn met
deze instructies de machine gebruiken. Het is mogelijk dat plaat-
selijke voorschriften de leeftijd van de bestuurder beperken.
Nooit in werking zetten als er mensen, in het bijzonder kin-
deren, of huisdieren dichtbij zijn.
Denk eraan dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongevallen of risico’s waarbij andere mensen of hun
eigendom betrokken zijn.
VOORBEREIDING
Draag altijd stevig schoeisel en een lange broek wanneer u
het toestel in werking zet. Het toestel niet in werking zetten
als u blootsvoets bent of als u open sandalen draagt.
Onderzoek grondig de omgeving waar u het toestel gaat
gebruiken en verwijder alle voorwerpen die de ma chine kan
wegslingeren.
WAARSCHUWING: Benzine is zeer brandbaar:
- bewaar de brandstof in containers die speciaal
ontworpen zijn voor dit doel.
- vul de voorraad brandstof alleen in open lucht bij en rook
niet terwijl u dit doet.
- giet de brandstof in de machine voor u de motor start.
Verwijder nooit de dopsluiting van deben-zinetank of giet
nooit geen ben zine in de ma chine als de motor draait of
als de motor heet is.
- de motor niet starten indien er benzine gemorst is.
Verwijder de machine van de plek waar de benzine
gemorst is en vermijd elke vorm van ontsteking
tot de benzinedampen verdwenen zijn.
- schroef de dopsluiting van de benzinetank en de
container veilig vast.
Vervang alle defecte geluiddempers.
Onderzoek altijd de hulpmiddelen om u ervan te vergewissen
dat ze niet versleten of beschadigd zijn voor u ze gebruikt.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen en bouten in
het toestel om het evenwicht te behouden.
WERKING
De motor niet in werking zetten in een besloten ruimte waar
gevaarlijke koolmonoxide-dampen zich kunnen ophopen.
Wijzig de rugulateurinstellingen van de motor niet of overb-
elast de motor niet.
Alleen in werking zetten gedurende de dag of bij goed kun-
stmatig licht.
Maak zeker dat u een vaste voet hebt op hellingen.
Wandel, loop nooit.
Bij roterende machines met wielen werkt u dwars over de
hellingen, nooit van boven naar beneden.
Wees heel voorzichtig als u van richting verandert op hellingen.
Niet gebruiken op heel steile hellingen.
Wees heel voorzichtig wanneer u de ma chine omdraait of
naar u toe trekt.
De motor niet laten draaien binnenshuis; uitlaatgassen zijn
gevaarlijk.
Start de motor voorzichtig volgens de instructies en met de
voeten op veilige afstand van de hulpmiddelen.
De handen of voeten niet dichtbij of onder de roterende delen
plaatsen.
De machine nooit optillen of dragen terwijl de motor draait.
Stop de motor:
- telkens u zich van de machine verwijdert en voor de
benzinevoorraad bijvult.
Verminder de smoorregeling indien u de motor afzet en draai
de benzinetoevoer dicht indien de motor voorzien is van een
afsluitklep bij het beëindigen van het werk.
ONDERHOUD EN OPBERGING
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven vastgedraaid
zijn zodat het toestel op een veilige manier kan werken.
Berg het toestel nooit op met benzine in de tank in een
gebouw waar de dampen kunnen worden blootgesteld aan
een open vlam of een vonk.
Laat de motor afkoelen voordat u ze in een gesloten ruimte
opbergt.
Verwijder vegetatief materiaal en overtollig vet van de motor,
geluiddemper, batterijhouder en opbergruimte voor ben zine
om het brandrisico te verminderen.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen voor
veiligheid.
Indien de benzinetank moet worden gedraineerd, moet dit
in de open lucht gebeuren.
1. RÈGLES DE SÉCURITÉ
FORMATION
Lisez soigneusement ces instructions. Familiarisez-vous avec
les commandes pour apprendre a utiliser correctement voter
équipement.
N'autorisez jamais que des enfants utilisent votre ma chine.
Ne permettez pas que des adultes l'utilisent s'ils n'ont pas
reçu les instructions nécessaires. Des lois locales peuvent
avoir des re stric tions de l'âge de l'opérateur.
Ne pas utilisez pendant que des personnes, spécialement
des enfants, ou des animaux domestiques soit dans l'aire.
Attention, l'opérateur ou l'utilisateur est responsable pour
aucun ac ci dents ou autre problèmes occasionnés a autres
personnes ou leurs propriétés.
PRÉPARATION
Pendant la coupe, portez toujours des chaussures solides
et des pantalons. N'utilisez pas l'equiment avec les pieds
nus ou en portant des sandales ouvertes.
Vérifi ez toujours à fond la zone de travail et dégagez-la de
tout objets étrangers. Ces objets peuvent être projettes par
la lame et pourraient causer de blessures sévères.
ATTENTION: Le combustible est très infl ammable:
- Entreposez le combustible dans des récipient spécial
pour ce but.
- Remplissez pas le réservoir sous abri et ne fumez
pas.
- Ajoutez du combustible avant de démarrer le moteur. Ne pas
enlevez le bouchon du remplissage d'essence et ajoutez le com-
bustible pendant que le moteur soit en marche ou chaud.
- si le combustible est renversé, ne démarrez pas le moteur,
déplacer la machine de la zone pour prevenir une source
d'allumage jusc'a ce que les vapeurs soit dissipés.
- remplace tout tapons du reservoir d'essence et récipient
à fond.
Remplacez silencieux vieux.
Vérifi ez, toujours avant de l'opération pour être sur que les
pièces soient par gaspillées ou endommagées.
FONCTIONNEMENT
Ne faites pas marcher le moteur dans un endroit clos où les gaz
dangereux de monoxyde de carbone peuvent s'accumulés.
Ne changez pas les réglages du régulateur du moteur ou
permettez que le moteur marche å survitesses.
Travaillez uniquement avec la lumière de jour ou sous une
bonne lumière artifi cielle.
Faites attention de votre position sur les pentes .
Marchez, ne courrez pas.
Pour les machines rotativées, travaillez à travers sur les
pentes, jamais de haut en bas.
Faites très attention quand vous changez votre position sur
les pentes.
Ne travaillez pas sur les pentes trop escarpées.
Faites très attention quand vous allez en arrière où quand
vous tirez la machine vers vous.
Ne faites pas marcher le moteur dans un endroit clos. Les
gaz d'échappement sont dangereux.
Faitez marcher le moteur en suivant les instructions et gardez
les pieds bien loin des éléments.
Ne mettez pas les mains ou les pieds près ou sous les par-
ties rotatives.
Ne soulevez pas ou portez pas la machine pendant que le
moteur soit en marche.
Arrêtez le moteur
- quand vous vous éloignez de la machine et avant de
ajoutez du combustible.
Réduisez le papillon des gaz pendant que vous arrêtez le
moteur, si le moteur est fournit d'une soupape avec arrêt
automatique, tournez la soupape du combustible dans la
po si tion de fermée à la fi n du travail.
ENTRETIEN ET ENTROSPOSAGE
Vérifi ez tous les écrous et les vis pour être sur que l'équipement
soit en bon fonctionnement.
N'entreposez jamais l'équipement, ayant d'essence dans le
réservoir dans l'intérieur d'un endroit clos ou les vapeurs peu-
vent trouver une fl amme nue ou une source d'allumage.
Permettez que le moteur se refroidisse avant d'entreposer
l'équipement dans un endroit clos.
Pour réduire l'opportunité d'incendie, gardez le moteur, le
silencieux, le compartiment de la batterie et l'entreposage du
combustible libre d'aucun matériel végétale ou de graisse.
Remplacez les pièces détériorées ou vielles pour être sur
de la sécurité de l'équipement .
Si le réservoir d'essence doit être vidé, ceci doit être fait en
plein airs.
13
Handvat monteren
a. Monteer de eerste hendelvergrendeling (met de tanden
naar buiten wijzend) in de sleuf in de schakelkast (fi g. 1).
Breng vet aan op de galdde kant van de hendelvergren-
deling. Dit helpt om de vergrendeling op zijn plaats te
houden tot de hendel in de juiste positie zit.
b. Neem de hendeleenheid, en breng de basis in de "up"-
positie zoals getoond op fi guur 2. Zorg ervoor dat de
hendelvergrendeling in de sleuf in de schakelkast blijft
zitten. Zorg ervoor dat u geen kabels uitrekt of kinkt.
c. Draai de hendeleenheid naar beneden. Monteer eerst
de achterste slotschroef (fi g. 3 - inzet) met de schroefkop
aan de linkerkant van de cultivator. Monteer de voorste
zwenkbout. Laat de hendeleenheid zakken. Schroef de
schroeven vast zodat de hendel bij het bewegen enige
weerstand biedt.
d. Monteer de tweede hendelvergrendeling (met de tanden
naar binnen wijzend) in de sleuf in de basis van de hendel
(fi g. 3 - inzet).
e. Monteer de sluitring op het getapte uiteinde van de hen-
delvergrendeling.
f. Steek de hendelvergrendelingarm door de basis van de
hendel en de schakelkast (fi g. 3 - inzet).
g. Zorg ervoor dat de hendeleenheid in de laagste positie
staat en schroef de hendelvergrendelingarm goed vast
door met de klok mee te draaien.
Figuur 1
Figuur 2
2
1. Schakelkastsleuf
2. Hendelvergrendeling
3. Hendel (hoge positie)
4. Schakelhendel
5. Hendel (lage positie)
6. Hendelvergrendelingarm
1
2
3
4
5
6
14
3
2
1
4
Figuur 3
guur 4
Inzet
1. Schakelstang
2. Splitpen
3. Schakelhendelindicator
4. Hendeleenheid
5. Slotschroef en borgmoer
6. Hendelbasis
7. Sleuf
8. Schakelkast
9. Hendelvergrendeling
10. Sluitring
11. Hendelvergrendeling hefboom
12. Zwenkbout
Schakelstang monteren
a. Steek het einde van de schakelstang in het gat van de
schakelhendelindicator.
b. Steek de haarspeldklem door het gat van de schakelstang
om hem vast te zetten.
Koppelingskabel verbinden
Verbind de koppelingskabel aan de beugel van de bedien-
ingsstang (zie fi guur 4).
Bandendruk
Verminder de bandendruk tot 1.4 bar (de banden waren te hard
opgepompt voor het trans port). Alle banden moeen dezelfde
bandendruk hebben, anders dan staat de cul ti va tor scheef.
10
9
8
7
6
11
12
5
2
19
1. Handle Bar
2. Throttle control
3. Shift lever
4. Drive control bar
5. Tine shield
6. Engine
7. Wheel
8. Model plate
1. Handgriff
2. Gashebel
3. Schalthebel
4. Antriebshebel
5. Zinkenschutz
6. Motor
7. Räder
8. Typenschild
1. Guidon
2. Accélérateur
3. Levier de changement de
vitesse
4. Barre de commande
5. Protection des dents
6. Moteur
7. Roue
8. Palque d'identifi cation
1. Hendel
2. Gashendel
3. Schakelhendel
4. Stuurhendel
5. Tandbeschermplaat
6. Motor
7. Wiel
8. Modelplaatje
1. Guía
2. Mando de aceleración
3. Palanca de cambio
4. Barra de control de propulsión
5. Cubierta protectora de dientes
6. Motor
7. Rueda
8. Chapa de modelo
1. Manubrio
2. Comando del gas
3. Leva del cambio
4. Leva de avanzamento
5. Disco salvapiante
6. Motore
7. Route
8. Traghetta di indentifi cazione
1
2
3
5
8
4
6
7
2
21
3
Figure 6
Figuur 6
1. Niveau d'huile
2. Bouchon de remplissage d'huile
3. Bouchon du réservoir d'essence
1. Oliepeil
2. Olievuldop
3. Dop benzinetank
Figure 5
Figuur 5
2
1
REMARQUE!
Avant de conduire votre fraiseuse pour la première fois, étudiez
le présent chapitre et les "1. Cosignes de sécurité".
ri ez le niveau d'huile du moteur
a. Enlevez le bouchon de remplissage d'huile avec la jauge
d'huile (fi g. 5).
b. L'huile du moteur doit presque déborder (fi g. 5). La ca-
pacité d'huile du moteur est d'environ 0.6 litres.
REMARQUE!
Veillez bien à ne pas laisser entrer de saletés dans le mo-
teur lorsque vous vérifi ez ou complétez le niveau d'huile
ou d'essence. Uitlisez une huile pure de grade 30W-30 ou
10W-30 et conservez-la dans des récipients convenables,
propres et fermés. (N'utilisez pas de liquides de démarrage
sous pression qui peuvent endommager l'intérieur du moteur
à cause du manque de lubrifi cation.)
Remplissage du réservoir d'essence
Pour remplir le réservoir d'essence (fi g. 6) utilisez de l'essence
neuve, propre et ordinaire sans plomb pour automobiles. La
capacité du réservoir est d'environ 3 litres.
N.B.!
Lees de volgende instructies goed door evenals de "1.
Veiligheidsvoorschriften", voor u de cultivator voor het eerst
gebruikt.
Controleer het motoroliepeil
a. Verwijder de vuldop voor de motorolie (fi g. 5)
b. De motorolie moet bijna overlopen (fi g. 5). De hoeveelheid
bedraagt ongeveer 0,6 liter.
N.B.!
Wees erg voorzichtig zodat er geen vuil in de motor komt wan-
neer u het oliepeil controleert, of wanneer u olie of brandstof
bijvult. Gebruik zuivere 30 of 10W-30 olie en bewaar hem in
goedgekeurde, schone fl essen. (Gebruik geen onder druk
gebrachte startvloeistof, dit kan tot een slechtere smering
leiden waardoor de motor ernstige beschadigingen kan
oplopen.).
Brandstoftank vullen
Vul de brandstoftank (fi g. 6) met verse, zuivere loodvrije mo-
torbenzine. De hoeveelheid bedraagt ongeveer 3 liter.
3
26
1. Starthendel
2. Chokehendel
3. Bougiedraad en kap
4. Schakelhendel indicator
5. Stuurhendel in "ontkoppelde" positie
6. Stuurhendel in "ingeschakelde" positie
7. Gashendel
8. Handgreep
Figuur 7
3
De motor starten
a. Verbind de bougiekabel en kap (fi g. 7).
b. Zet de versnellingshendel in de "N" -positie (neutraal)
(fi g. 8).
c. Zet de gashendel (fi g. 9) in "FAST" -positie (snel).
d. Zet de chokehendel in "CHOKE" -positie (fi g. 7).
e. Grijp de starthendel (fi g. 7) met één hand vast en grijp
de stuurhendel met de andere hand. Trek langzaam aan
het touw tot de motor het begin van de compressiecyclus
bereikt (het touw trekt iets harder).
f. Trek met één armbeweging vlug en gelijkmatig aan het
touw. Hou de starthendel goed vast en laat het touw
langzaam terug oprollen. Laat de starthendel niet ter-
ugspringen tegen de starter.
g. Herhaal (e.) en (f.) tot de motor start. Zet de chokehendel
op de motor, tussen "CHOKE" en "RUN" (fi g. 7) zodra de
motor start, en zet de hendel daarna in "RUN" -positie
wanneer de motor warmloopt.
h. Zet de gashendel (fi g. 9) gegurende een paar minuten
tussen "FAST" (snel) en "STOP" (stop) om op te war-
men.
WAARSCHUWING!
Hou de stuurhendel in de "ontkoppeld" -positie wanneer u
de motor start (fi g. 9).
N.B!
Een nieuwe motor kan 3 tot 5 minuten nodig hebben voor hij
het juiste stationair toerental bereikt.
Tanden starten
a. Zet de gashendel op de gewenste snelheid.
b. De tanden beginnen te bewegen wanneer de stuurhendel
in de "ingeschakelde" -positie staat (fi g. 9).
WAARSCHUWING!
Laat altijd de stuuhendel los voor u de schakelhendel in een
andere positie zet.
Figuur 8
Figuur 9
4
8
7
6
5
1
2
3
35
Inzet A
8
9
Figuur 11
Inzet B
17
16
Inzet C
15
10
11
12
13
14
10. Transportstellung
11. Flaches Oberfl ächenfräsen
12. Oberfl ächenfräsen
13. Tieffräsen
14. Tiefes Tieffräsen
15. Höhenverstellstange
16. Entriegelung
17. Verriegelung
1. Äußere Seitenabdeckung
2. Mutter "A"
3. Mutter "B"
4. Antriebshebel
5. Handgriff
6. Gashebel
7. Schalthebelanzeiger
8. Höhenverstellstange
9. Höhenverstellstangenstift
Achteruit rijden
a. Laat de stuurhendel los (fi g. 10).
b. Zet de gashendel (fi g. 10) op "SLOW" (langzaam).
c. Zet de schakelhendelindicator (fi g. 11 - inzet A) in de "R"
positie (reverse).
d. Sta nooit direct achter de cultivator.
e. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fi g. 10) om de cul-
tivator in beweging te zetten. De tanden roteren niet.
WAARSCHUWING!
Rij niet achteruit tegen een boom, hek enz...
De motor en de tanden uitschakelen
a. De cultivator en de tanden stoppen wannneer u de stu-
urhendel (fi g. 10) loslaat.
b. Zet de schakelhendelindicator (fi g. 11 - inzet A) in de "N"
positie (neutraal).
c. Zet de gashendel (fi g. 10) in de "STOP" positie (stop)
om de motor uit te schakelen.
Bochten nemen
a. Laat de stuurhendel (fi g. 10) los.
b. Zet de gasheendel (fi g. 10) in de "SLOW" positie (lang-
zaam).
c. Zet de schakelhendelindicator (fi g. 11 - inzet A) in de "F"
positie (voorwaarts). De tanden roteren niet.
d. Breng de hendel omhoog om de tanden uit de grond te
halen (fi g. 10).
e. Draai de hendel in de tegenovergestelde richting dan die
waarin u wilt draaien, en zorg ervoor dat u handen en
voeten uit de buurt van de tanden houdt.
Laat de hendel weer dalen wanneer u de bocht hebt genomen.
Zet de schakelhendelindicator in de "T" positie (bewerken) en
zet de gashendel op de gewenste snelheid Hou de stuurhendel
tegen de hendel om het bewerken te starten.
Buitenste schermen
De buitenste schermen (fi g. 10) hebben vooraan een sleuf
zodat ze omhoog en omlaag kunnen voor respectievelijk diep
en ondiep bewerken, dit om te voorkomen dat de kleine plantjes
bedolven worden onder aarde. Schroef moer "A" en moer "B"
in de sleuf los. Zet het scherm in de gewenste positie (beide
zijden). Schroef de moeren weer vast.
Transport
a. Zet de dieptestaak in de laagste positie en zet de diept-
estaakpen in het hoogste gat.
b. Zet de schakelhendelindicator (fi g. 11 inzet A) in de "F"
positie (voorwaarts). Voor transport.
c. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fi g. 10) um de cul-
tivator in beweging te brengen. De tanden roteren niet.
d. Zet de gashendel (fi g. 10) in de gewenste snelheid.
7
3
Figuur 10
1
2
6
4
5
3
36
3
Bewerken
a. Ontgrendel de dieptestaakpen (fi g. 11 inzet c). Trek de
dieptestaak omhoog voor een hogere bewerkingsdiepte.
Zet de dieptestaakpen in het gat in de dieptestaak om de
positie te vergrendelen (fi g. 11 - inzet C).
b. Zet de schakelhendelindicator (fi g. 11 - inzet A) in de "T"
positie (bewerken).
c. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fi g. 10) om te begin-
nen bewerken. De tanden en de wielen draaien niet.
d. Zet de gashendel (fi g. 10) op "FAST" (snel) voor diep
bewerken. Zet de gashendel op de gewenste snelheid
om te bewerken.
WAARSCHUWING!
Laat altijd de stuurhendel los voor u de schakelhendel in een
andere positie zet.
Bewerkingstips
Bewerken is graven in de aarde, ze omwoelen en fi jnhakken
voor men plant. Losse, nietcompacte aarde bevordert de
wortelgroei. De beste diepte is 10-15 cm.
De conditie van de aarde is een belangrijke factor. De tanden
kunnen niet zo makkelijk in een droge, harde grond dringen,
wat tot kaatsen en moelijk besturen van uw cul ti va tor kan
leiden. Harde grond moet eerst bevochtigd worden voor
men hem kan bewerken. Anderzijds vormt doornatte grond
"balletjes" en kluiten, en moet men wachten tot de grond iets
minder nat is voor men hem bewerkt.
Laat ongeveer 20 cm onbewerkte grond tussen de eerste en
de tweede strook Daarna bewerkt u het stuk tussen de eerste
en de tweede strook (fi g. 12).
Leun niet op de hendel. Hierdoor is er minder druk op de
wielen en bijgevolg minder trekkracht. Om door een moeilijk
stuk harde grond of gras te raken, moet u bovenwaartse druk
op de hendel uitoefenen of de diep-testaak verlagen.
Figuur 12
Bewerken
321
5
4
67
41
Cultivating
Cultivating is destroying the weeds between rows to prevent
them from robbing nourishment and moisture from the plants.
Best digging depth is 1" to 3". Lower outer side shields to
protect small plants from being buried.
Cultivate up and down the rows at a speed which will alow
tines to uproot weeds and leave the ground in rough con di tion,
promoting no ruther growth of weeds and grass (fi g. 13).
Unkrautbekämpfung
Bei der Unkrautbekämpfung wird das Unkraut zwischen den
Pfl anzenreihen entfernt, um zu verhindern, daß den Pfl anzen
die Nahrung und Feuchtigkeit weggenommen wird. Der Boden
wird am besten in einer Bodentiefe von 3-8 cm bearbeitet.
Die äußberen Seitenverkleidungen sind deshalb zu senken,
um zu verhindern, daß junge Pfl anzen vom Erdboden be-
graben werden.
Die Pfalnzenreihen sind in beiden Richtungen mit einer
angemessenen Geschwindigkeit zu bearbeiten, so daß die
Zinken das Unkraut entwurzeln können und den Erdboden in
einen Zustand hinterlassen, der das Wachsen von Unkraut
und Gras erschwert. (Abb. 13).
Cultivateur
Le travail en cultivateur consiste à détruire les mauvaises
herbes entre les rangs pour les empêcher de priver les plantes
d'éléments de nutrition et d'humidité. La meilleure profondeur
pour le travail en cultivateur est de 3 à 8 cm. Les protections
latérales empêchent les petites plants d'être enterrées.
Pour l'opération en cultivateur, suivez les rangs à une vitesse
qui permet auz dents de déraciner les mauvaises herbes et
laisse le sol remué, dans un état qui ne favorise pas la pousse
des mauvaises herbes (fi g. 13).
Wieden
Wieden is het vernietigen van het onkruid tussen de rijen
zodat het geen voeding en vocht opneemt dat voor de planten
bestemd is. De beste graafdiepte is 3-8 cm. Verlaag de
buitenste zijschermen om te voorkomen dat kleine planten
bedolven worden door aarde.
Ga de rijen af aan een snelheid die de tanden de kans geven
het onkruid met de wortel eruit te trekken en de aarde in
een conditie achterlaten die het groeien van gras en onkruid
bemoeilijkt (fi g. 13).
Desbroce
El desbroce es la destrucción de hierbas entre las fi las para
que no roben nutrición y humedad a las plantas. La mejor
profundidad para cavar es de 3 a 8 cm. Baje las cubiertas
de protección laterales externas para no enterrar las plantas
pequeñas.
Desbroce a lo largo de las fi las a una velocidad que permita
a los dientes arrancar las hierbas y dejar el terreno basto,
para impedir el crecimiento de las hierbas (fi g. 13).
Sarchiatura
Scopo della sarchiatura è l'eliminazione di piante infestanti
per imperdire che assorbano nutrimento e umidità destinati
alle coltivazioni. La majlior profondità di lavorazione è 3-8
cm. Abbassare i dischi salvapianta per proteggere le nuove
pianticelle.
Operare su e giù lungo i solchi ad una velocità che consenta
alle lame di eliminare le erbe infestanti e di lasciare il terreno
ben mosso, impedendo la crescita e lo sviluppo di erba e
nuove infestanti (fi g. 13).
Figure 13
Cultivating Wieden
Undrautbekämpfung Sarchiatura
Travail en cultivateur Desbroce
3
42
4. Maintenance 4. Wartung
4. Entretien 4. Onderhound
4. Manutenzione 4. Mantenimiento
WAARSCHUWING!
Schakel altijd eerst de bougieleiding uit voor u onderhoud
uitvoert (behalve carburator afstellen). Dit om te voorkomen
dat de motor per ongeluk start.
Onderhoud van de motor
Zie handleiding.
Transmissie
Smeer de smeerfi tting van de tandwielkast aan de rechterkant
eens per seizoen met 1 ons wiellagervet.
Lak
Zorg ervoor dat er geen benzine, olie enz. Op de lak en de
wielen komt. Bescherm gelakte delen met autowas.
ADVERTENCIA!
Desconectar el cable y la cubierta de la bujia antes de realizar
cualquir operación de mantenimiento (excepto el ajuste del
carburador) para imperdir el arranque ac ci den tal del motor.
Mantenimiento del motor
Vea manual.
Transmisión
Una vez por temporada, lubrique el ajuste de lubricante del
lado derecho del la caja de velocidades con 1 onza de grasa
para soporte de rueda.
Acabado
Mantenga la superfi cie de la cultivadora y las ruedas libres
de gasolina, aceite, etc. Proteja las superfi cies pintadas con
cera para automóviles.
PERICOLO!
Prima di effettuare qualsiasi intervento togliere il cappellotto
dalla candela (escluso gli interventi sul carburatore) per evitare
messe in moto accidentali.
Manutenzione del motre
Vedere Manuale di istruzioni.
Trasmissione
Una volta per stagione, lubrifi care il raccordo per lubrifi ca-
zione sul lato destro della scatola ingranaggi con 1 oncia di
lubrifi cante per cuscinetti di ruote.
Carrozzeria
Tenere la carrozzeria e le ruote del motocoltivatore libere da
carburante, olio ecc. Proteggere le parti verniciate con cera
da automobili.
WARNING!
Disconnect spark plug wire and cover before performing any
maintenance (except carburetor adjustment) to prevent ac-
ci den tal starting of engine.
Engine maitenance
See Manual.
Transmission
Once a season, lubricate the right hand gear case grease
tting with 1 oz. of wheel bearing grease.
Finish
Keep tiller fi nish and wheels free of gasoline, oil, etc. Protect
painted surfaces with automotive type wax.
WARNUNG!
Vor jeder Wartungsarbeit (ausgenommen Vergaserein-stel-
lung) sind Zündkerzenkabel und Kerzenstecker zu entfernen,
um ein plötzliches Starten des Motors zu vermeiden.
Wartung des Motors
Siehe Handbuch.
Kraftübertragung
Vor Saisonbeginn den Schmiernippel des Getriebekastens
auf der rechten Seite mit 30 ml Radlagerfett schmieren.
Finish
Lack und Räder der Bodenfräse von Benzin und Öl sau-
berhalten. Lackierte Oberfl ächen mit Kraftwagenwachs
schützen.
ATTENTION!
Débranchez le câble de la bougie et son couvercle avant
d'effectuer toute opération d'entretien (à l'exception de la
mise au point du carburateur) pour prévenir tout démarrage
accidentel du moteur.
Entretien du moteur
Voir le manuel.
Transmissoin
Une fois par saison, lubrifi ez le raccord de graisse du côté
droit de la boîte de vitesse avec 1 once de graisse de palier
de roue.
Surfaces lisses
Enlevez les taches d'essence ou d'huile des surfaces polies
et des roues de la fraiseuse. Protégez les surfaces lisses
avec une cire pour automobiles.
44
4
1. Bouchon de vidange d'huile
2. Bouchon de remplissage d'hile
3. Jauge d'huile
1. Olie-aftappug
2. Olie-vuldop
3. Oliepeil
Figure 14
Figuur 14
Rangement
Rangez votre fraiseuse au sec. Pour éviter les dépôts de
gomme dans le circuit d'essence il faut le vidanger si la ma-
chine ne doit pas être utilisée pendant 30 jours ou plus.
a. Videz le réservoir d'essence, faites marcher le moteur
jusqu'à ce que l'essence du carburateur soit consom-
mée.
b. Pendant que le moteur est encore chaud, videz l'huile du
moteur. Remplissiz-le avec de l'huile neuve (fi g. 14).
c. Retirez la bougie, versez environ 1.5 cl d'huile propre dans
le cylindre. Tirez doucement la poignée du démarreur
plusieurs fois pour répartir l'huile. Replacez la bougie.
d. Nettoyez toute la fraiseuse, en particulier les ailettes du
cylindre, le carter du ventilateur et le fi ltre à air. Serrez
tous les boulons et écrous.
Une essence stockée pendant plusieurs mois perd de sa
volatilité (sa capacité à se consumer effi cacement); c'est
pourquoi il faut toujours utiliser l'essence de la saison.
ATTENTION!
N'entreposez pas l'essence, ne la répandez pas, ne l'utilisez
pas à prosimité d'une fl amme ou de fours, de fourneaux ou de
chauffe-eau qui utilisent une fl amme témoin, ou de dispositifs
qui produisent des étincelles.
Opslaan
Zorg ervoor dat uw cultivator in een droge ruimte staat. Om
harsvorming inhet brandstofsysteem te voorkomen, moet
het afgetapt worden als u de machine een maand of langer
ongebruikt laat.
a. Tap de brandstoftank af. Laat de motor draaien tot alle
benzine in de carburator opgebruikt is.
b. Tap de olie uit de motor wanneer de motor nog warm is.
Vul met verse olie (fi g. 14).
c. Verwijder de bougie, en giet 14 ml zuivere motorolie in de
cilinder. Trek een paar keer voorzichtig aan de starthendel
om de olie te verdelen. Monteer de bougie.
d. Maak de hele cultivator schoon, vooral de koelribben, het
ventilatorhuis en het luchtscherm Draai alle bouten en
moeren vast.
Benzine die een langere tijd vewaard wordt, verliest zijn
vluchtigheid (de eigenschap om doelmatig te verbranden).
Gebruik daarom altijd alle benzine op het eind van het sei-
zoen.
WAARSCHUWING!
Bewaar, mors of gebruik geen benzine in de buurt van een
vlam, of open haard, of geiser e.d.
3
2
1
49
4
Figuur 15
Smeerschema
Olie de draaipunten
1. Wielen
2. Steun spanrol
3. Gashendel
Controleer het motoroliepeil
Ververs de motorolie
Olie de draaipunten
Vonkdover knaldemper
Controleer het luchtscherm
Luchtfi lter
Reinig de koelribben van de moror
Vervand de bougies
Onderhoudsschema
Nade eerst Telkens voor Om de 5 uur Om de 25 uur Om de 50 uur
2 uur gebruik
1
2
3
55
5
1. Hendel ("lage" positie)
2. Hendel ("hoge" positie)
3. Hendelvergrendeling
4. Riemgeleider
5. Motorriemschijf
6. Riemschijf spanrol
7. Trekveer
8. Riemschijf transmissie
9. Stuurhendel kabel
10. Kabelklemschroef
Figuur 16
Figuur 17
Positie hendel
Maak de hendelvergrendelingarm los (fi g. 16). De hendel kan
in verschillende posities tussen "hoge" en "lage" gezet worden
(fi g. 16). Vergrendel de hendelvergrendelingarm.
N.B.!
Zet de hendel in een positie die aangepast is aan u en aan de
bewerkingsomstandigheden. De hoogte verandert wanneer
de machine in de grond graaft.
WAARSCHUWING!
Schakel de motor af en verwijder de bougiekabel en het
deksel van de bougie (fi g. 7) voor u de tanden met de hand
schoonmaakt. Wees voorzichtig: de tanden zijn scherp.
BELANGRIJK!
Zet blokken onder de transmissie zodat de cultivator niet
kantelt.
Afstellen hoofdaandrijfriem
De riem heeft de juiste spanning als de trekveer ongeveer
1,5 cm uitgerekt is als de stuurhendel ingekoppeld is (fi g. 9).
Deze spanning kan als volgt afjesteld worden:
a. Maak de kabelklemschroef los die de stuurhendelkabel
op zijn plaats houdt (fi g. 17).
b. Schuif de kabel naar voren om de spanning te verminderen
en naar achteren om de spanning te verhogen, doe dit
tot de trekveer ongeveer 1,5 cm uitgerfekt is.
c. Vergrendel de kabelklemschroef.
4
9
10
8
7
6
5
1
2
3
61
1. Riembeveiliging
2. Schroef
3. Schroef
4. Splitpen en opsluitstift
5. Zeshoekige moer (achter de band gemotnteerd)
6. Nieuwe tand
7. Versleten tand
8. Scherpe snede
9. Splitpen
10. Opsluitstift
Figuur 18
Figuur 19
67
Figuur 20
5
Vervangen ahoofdaandrijfriem
a. Verwijder de splitpen en de opsluitstift (fi g. 18) van de link-
erwielnaaf. Trek het wiel ongeveer 4 cm naar buiten.
b. Verwijder de riembeveiliging door twee (2) Schroef, één
(1) zeshoekige moer en drie (3) sluitringen te domonteren
zodat de riembeveiliging recht naar buiten kan glijden,
van de motor weg (fi g. 18).
c. Maak de riemgeleider (fi g. 17)
d. Verwijder de uode riem door hem or vanaf de riemschijf
uit te trekken (fi g. 17).
e. Let een nieuwe riem in de groef van de riemschijf (grote
riemschijf) en in de groef van de motorriemschijf (fi g.
17). De riem noet in de positie van de riemen in de
riemgeleidrs.
f. Schroef riemgeleider (fi g. 17)
Tand vervangen
Als de tand versleten is moet uw cultivator harder werken en
graaft hij niet zo diep. Bovendien kunnen versleten tanden
hiet goed hakken en het organisch materiaal niet goed ver-
snipperen, en het niet diep genoeg begraven. Een tand die
zo versleten is (fi g. 19) moet vervangen worden.
Om er zeker van te zijn dat uw machine steeds perfect werkt
moet u regelmatig controleren of de tanden scherp zijn, of ze
niet teveel versleten zijn en of ze niet verbogen zijn. Dit geldt
vooral de tanden die het dichtst bij de transmissie zitten (fi g.
20). Als de afstand tussen de tanden meer dan 9 cm bedraagt,
moeten ze vervangen worden of rechtgetrokken worden:
Nieuwe tanden moeten gemonteerd worden zoals getoond
wordt in fi guur 21. Geslepen tanden roteren achterwaarts,
van boven naar beneden (fi g. 21).
BELANGRIJK!
Kom nooit aan de motortoerentalregelaar. Hij is af fabriek
geregeld voor het juiste toerental van de motor.
Figuur 21
Tand
Tand
max.
9 cm
In tegengestelde
richting draaiende
tand
10
8
9
4
3
2
1
5
65
Ne veut pas démarrer ou est diffi cile à démarrer
Pas d'essence dans le réservoir
Remplissez le réservoir d'essence
L'accélérateur n'est pas dans la bonne position
Placez l'accélérateur en position rapide "FAST"
Le starter du moteur n'est pas utilisé correctement,
le moteur est noyé
Placez le starter à la position de marche "RUN" ou placez
l'accélérateur en position rapide "FAST" et tirez le démar-
reur plusieurs fois pour éliminer le gaz.
Réservoir d'essence obstrué
Démontez-le et nettoyez-le
Filtre à air sale
Enlevez-le et nettoyez-le ou remplacez-le
La bougie est encrassée ou la distance est incor-
recte
Nettoyez, réglez la distance ou remplacez
Câble mal serré
Verifi ez le câble et la bougie
II y a de l'eau dans l'essence ou l'essence est trop
vieille
Vidangez le réservoir d'essence et le carburateur, utilisez
de l'essence neuve et remplacez la bougie
Le carburateur est mal réglé
Faites les réglages nécessaires
Le moteur a des ratés ou manque de puissance
Le moteur est surchargé
Réglez le réglage en hauteur et les roues pour fraiser
moins profond
Réservoir d'essence obstrué
Démontez-le et nettoyez-le
Purifi cateur d'air partiellement obstrué
Enlevez-le et nettoyez-le ou remplacez-le
Le carburateur est mal réglé
Faites les réglages nécessaires
Filtre à air sale
Nettoyez le fi ltre à air
Bougie encrassée, distance incorrecte ou de type
impropre
Remplacez la bougie et réglez la distance
Compression défectueuse
Faites une révision compléte du moteur
Huile dans l'essence
Videz l'essence et remplissez le réservoir et le
carburateur.
Le moteur chauffe
Filtre à air sale
Nettoyez le fi ltre à air
Le niveau d'huile est bas ou l'huile est sale
Remplissez ou changez l'huile
Le moteur est sale
Nettoyez les ailettes du cylindre, le fi ltre à air, et la zone
du pot d'échappement.
Le pot d'échappement est partiellement obstrué
Démontez et nettoyez le pot d'échappement
Le carburateur est mal réglé
Faites les réglages nécessaires
La terre s'agglutine sur les dents
Le sol est trop humide
Attendez des conditions de sol plus favorables
START NIET OF START MOEILIJK
Geen benzine in de brandstoftank
Vul de tank met benzine
Gashendel niet goed afgesteld
Zet de gashendel in de "FAST" -positie (snel)
Slecht choken, motor verzopen
Zet de gashendel in de "RUN" - positie of zet de gashendel
in de "FAST" - positie (snel) en treck een paar keer aan
de starter om de gassen te verwijderen.
Verstopte brandstoftank
Demonteer en reinig
Luchtfi lter vuil
Demonteer en reinig of vervang
Vuile bougie of verkeerde afstand
Reinig, regel de afstand of vervang
Slecht contact
Controleer de kabels en bougie
Water in de benzine of oude benzine
Tap de brandstoftank en de carburator af, vul met verse
benzine en vervang de bougie
Carburator slecht afgesteld
Stel af
De motor hapert of heeft te weinig vermogen
De motor is overbelast
Stel de dieptestaak en de wielen in voor minder diep
graven
Verstopte benzine tank
Demonteer en reinig
Luchtfi lter gedeeltelijk verstopt
Demonteer en reinig of vervang
Carburator slecht afgesteld
Stel af
Vuil luchtscherm
Reinig het luchtscherm
Bougie vuil, verkeerde afstand of verkeerd type
Vervang de bougie en regel de afstand
Slechte compressie
Grote revisie van de motor
Olie in de benzine
Tap de brandstoftank en de carburator af en vul
opnieuw
Motor oververhit
Luchtscherm vuil
Reinig het luchtscherm
Oliepeil te laag of olie vuil
Vul olie bij of ververs de olie
Motor vuil
Reinig de koelribben, het luchtscherm en de knaldem-
per
Knaldemper gedeeltelijk verstopt
Demonteer en reinig
Carburator slecht afgesteld
Stel af
De aarde vormt balletjes of kluiten
De aarde is te nat
Wacht tot ze droger is
6. Recherche des pannes 6. Schema voor het zoeken van fouten
67
DONNÉES TECHNIQES
Type: CRT51
Motoculteur
Propulsion: Par friction des couteaux dans la terre.
Embrayage et débrayage sur le
mancheron 1 vitesse bers l'avant
Poids: 50 kg
Roues de transport:
(Roues d'appul) Diaméter 40 cm. Montées devant la
régulateru de profondeur.
Largeur de travail: Max. 43 cm.
Profondeur de travail: 15 cm maximum, profondeur mesurée
dan le sol labouré.
Couteaux: 4 couteaux, diamétre de 30 cm.
Vitesse de rotation: 190 r.p.m.
Mancheron: Réglable
Moteur: 4 temps, 1cylindre: 3,7/5 KW/HP, @ 3600
t/mn. Réglé sur 3200 t/mn.
Niveau de la
pulssance du bruit: 97 dB(A)
Niveau sonore á
hauteur d'oreille de
l'utillsateur: 86 dB(A)
Vibration: 2.5 M/S
2
Fabricant: Electrolux Home Products
Orangeburg USA
Examen du bruit avec raccord au DIN EN ISO 3744/95-11 sur terrain
à 85% de vitesse max. du moteur avec l'opérateur en place.
TECHNISCHE GEGERENS
Type: CRT51
Grondfreesmachine met
motoraandrijving.
Voortbeweging: De voortbeweging vindt plaats door de fric-
tie van de rotorbladen t.o.v. de grond.
Aan- en uitschakeling op de duqboom,
1 snelheid vooruilt. Dedemansgreep
Gewicht: 50 kg
Transportwiel
(Steunwiel): Diameter 40 cm. Geplaatst voor de
dieptregelaar.
Werkbreedte: Max. 43 cm
Werkdiepte: Max. 15 cm, gemeten vanaf grond-
niveau.
Rotorbladen: 4 St. Diameter 30 cm.
Toerental
rotorbladen: 190 toeren/minuut.
Duwboom: Instelbaar.
Motor: 4-takt, 1 cylinder, 3,7/5 KW bij 3600
toeren/minuut. Ingesteld op 3200 toeren/
minuut.
Geluidssterk teniveau: 97 dB(A)
Geluidssterkte bij oor
van gebruiker: 86 dB(A)
Vibratie: 2.5 M/S
2
Producent: Electrolux Home Products
Orangeburg USA
Ruistest in overeenkomst met DIN EN ISO 3744/95-11 op harde
grond aan 85% van de maximum snelheid van de motor met
bestuurder ter plaatse.
TECHNICAL DATA
Type: CRT51
Rear-mount ed Cultivator
Rear drive: Drag action (friction) of the rotor blades in the
soil. Clutch con trols on the han dle bar. Single
forward speed. Au to mat ic safety cut out (dead
man's con trol).
Weight: 50 kg
Transport wheels
(support ing wheels): Di am e ter 40 cm (16") Mounted in the front
of arrester bar.
Working width: Max. 43 cm
Working depth: Max. 15 cm, measured in cul ti vat ed soil.
Rotors: 4 Blades, diameter 30 cm.
Rotor Speed: 190 r.p.m.
Handlebar: Adjustable
Engine: 4 stroke, single cylinder, 3.7/5 KW/
HP, @ 3600 r.p.m. Set at 3200 r.p.m.
Sound power level: 97 dB(A)
Noise level at
op er a tor's ear: 86 dB(A)
Vibration: 2.5 M/S
2
Manufacturer: Electrolux Home Products
Orangeburg USA
Noise test according to DIN EN ISO 3744 / 95-11 on hard ground
at 85% of maximum engine speed with operator in place
TECHINISCHE DATEN
Typ: CRT51
Motorbetriebene Ackerfräse
Antrieb: Erfotgt duch Erdwier stand der arbeitenden
messer. Ein- und Ausschalten am Steuer-
hand- griff. Vorwärtsgang Sicherheitsvor-
richtung (Totpunktgriff).
Gewicht: 50 kg
Transport (und Stütz)
Räder: Durchmesser 40 cm. Sind vor der
Tiefeneinstellung angebracht.
Arbeitsbreite: Max. 43 cm
Arbeitstiefe: 15 cm, in aufgehacktem Erdreich
gemessen.
Messerkreuze: 4 Stück. Durchmesser 30 cm.
Umdrehungszahl
der Messer: 190 Umdrehungen/min.
Steuerhandgriff: Regulierbar.
Motor: Viertakter mit 1 Zylinder. Leistung, 3.7/5
KW/HP, bei 3600 Umdrehungen/min.
Eingestellt auf 3200 Umdrehungen/min.
Geluidssterk
Teniveau: 97 dB(A)
Geräuschpegel am
Ohr der Bedienungs
person: 86 dB(A)
Lärmpegel: 2.5 M/S
2
Produzent: Electrolux Home Products
Orangeburg USA
Lärmpegel-Prüfung in Übereinstimmung mit DIN EN ISO 3744/
95-11 auf hartem Boden bei 85% der maximalen Motordrehzahl
und anwesender Bedienungsperson.

Documenttranscriptie

CRT51 Instruction manual Manuel d’instructions Manuale di istruzioni Please read these instructions carefully and make sure you understand them before using this machine. Merci de lire trés attentivement le manuel d'instructions. Assurez-vous d'avoir tout compris avant d'utiliser ce tracteur. Prima di utilizzare la macchina leggete queste istruzioni con attenzione ed accertatevi di averle comprese bene. Anleitungshandbuch Bitte lesen Sie diese Anleitungen sorgfältig durch und vergewissern Sie sich, daß Sie diese verstehen, bevor Sie die Maschine in Betrieb nehmen. Instructieboekje Manual de las instrucciones Por favor lea cuidadosamente y comprenda estas intrucciones antes de usar esta maquina. Lees deze instructies aandachtig en zorg dat u ze begrijpt voordat u deze machine gebruikt. 1 Safety rules. Sicherheitsvorschriften. Règles de sécurité. Reglas de seguridad. Norme antinfortunistiche. Veiligheidsregels. 3 2 Assembly. Zusammenbau. Montage. Montaje. Montaggio. Montering. 7 3 Start and operation. Start und betrieb. Mise en marche et conduite. Starten en rijden. Aviamento e guida. Arranque y cinducción. 20 4 Maintenance. Wartung . Entretien. Onderhoud. Manutenzione. Mantenimiento. 42 5 Repair and adjustment. Reparatur und einstellung. Réparations et réglages. Herstellen en afstellen. Riparazioni e messa a punto. Reparación y ajuste. 52 6 Troubleshooting. Störungssuche. Recherche des pannes. Búsqueda de averías. Ricerca guasti. Het localiseren van fouten. 7 Technical data. Techinische daten. Données techniqes. Technische gegerens. Localización de averías. Espicificaciones tecnicas. 64 67 We reserve the right to make changes without prior notice. Ånderungen ohne vorherige Mitteilung sind vorbehalten. Nous nous réservons le droit d'apporter des modifications sans avis préalable. Nos reservamos el derecho a introducir modificaciones sin previo aviso. Ci riserviamo il diritto di modifiche o cambiamenti senza preavviso. Wij houden ons het recht voor om veranderingen aan te brengen zonder voorafgaande mededeling. 2 1. RÈGLES DE SÉCURITÉ FORMATION • • • • 1. VEILIGHEIDSREGELS INSTRUCTIES Lisez soigneusement ces instructions. Familiarisez-vous avec les commandes pour apprendre a utiliser correctement voter équipement. N'autorisez jamais que des enfants utilisent votre machine. Ne permettez pas que des adultes l'utilisent s'ils n'ont pas reçu les instructions nécessaires. Des lois locales peuvent avoir des restrictions de l'âge de l'opérateur. Ne pas utilisez pendant que des personnes, spécialement des enfants, ou des animaux domestiques soit dans l'aire. Attention, l'opérateur ou l'utilisateur est responsable pour aucun accidents ou autre problèmes occasionnés a autres personnes ou leurs propriétés. • • • • VOORBEREIDING • Draag altijd stevig schoeisel en een lange broek wanneer u het toestel in werking zet. Het toestel niet in werking zetten als u blootsvoets bent of als u open sandalen draagt. • Onderzoek grondig de omgeving waar u het toestel gaat gebruiken en verwijder alle voorwerpen die de machine kan wegslingeren. WAARSCHUWING: Benzine is zeer brandbaar: - bewaar de brandstof in containers die speciaal ontworpen zijn voor dit doel. - vul de voorraad brandstof alleen in open lucht bij en rook niet terwijl u dit doet. - giet de brandstof in de machine voor u de motor start. Verwijder nooit de dopsluiting van deben-zinetank of giet nooit geen benzine in de machine als de motor draait of als de motor heet is. - de motor niet starten indien er benzine gemorst is. Verwijder de machine van de plek waar de benzine gemorst is en vermijd elke vorm van ontsteking tot de benzinedampen verdwenen zijn. - schroef de dopsluiting van de benzinetank en de container veilig vast. • Vervang alle defecte geluiddempers. • Onderzoek altijd de hulpmiddelen om u ervan te vergewissen dat ze niet versleten of beschadigd zijn voor u ze gebruikt. Vervang versleten of beschadigde onderdelen en bouten in het toestel om het evenwicht te behouden. PRÉPARATION • • Pendant la coupe, portez toujours des chaussures solides et des pantalons. N'utilisez pas l'equiment avec les pieds nus ou en portant des sandales ouvertes. Vérifiez toujours à fond la zone de travail et dégagez-la de tout objets étrangers. Ces objets peuvent être projettes par la lame et pourraient causer de blessures sévères. ATTENTION: Le combustible est très inflammable: • • - Entreposez le combustible dans des récipient spécial pour ce but. - Remplissez pas le réservoir sous abri et ne fumez pas. - Ajoutez du combustible avant de démarrer le moteur. Ne pas enlevez le bouchon du remplissage d'essence et ajoutez le combustible pendant que le moteur soit en marche ou chaud. - si le combustible est renversé, ne démarrez pas le moteur, déplacer la machine de la zone pour prevenir une source d'allumage jusc'a ce que les vapeurs soit dissipés. - remplace tout tapons du reservoir d'essence et récipient à fond. Remplacez silencieux vieux. Vérifiez, toujours avant de l'opération pour être sur que les pièces soient par gaspillées ou endommagées. FONCTIONNEMENT • • • • • • • • • • • • • • • Ne faites pas marcher le moteur dans un endroit clos où les gaz dangereux de monoxyde de carbone peuvent s'accumulés. Ne changez pas les réglages du régulateur du moteur ou permettez que le moteur marche å survitesses. Travaillez uniquement avec la lumière de jour ou sous une bonne lumière artificielle. Faites attention de votre position sur les pentes . Marchez, ne courrez pas. Pour les machines rotativées, travaillez à travers sur les pentes, jamais de haut en bas. Faites très attention quand vous changez votre position sur les pentes. Ne travaillez pas sur les pentes trop escarpées. Faites très attention quand vous allez en arrière où quand vous tirez la machine vers vous. Ne faites pas marcher le moteur dans un endroit clos. Les gaz d'échappement sont dangereux. Faitez marcher le moteur en suivant les instructions et gardez les pieds bien loin des éléments. Ne mettez pas les mains ou les pieds près ou sous les parties rotatives. Ne soulevez pas ou portez pas la machine pendant que le moteur soit en marche. Arrêtez le moteur - quand vous vous éloignez de la machine et avant de ajoutez du combustible. Réduisez le papillon des gaz pendant que vous arrêtez le moteur, si le moteur est fournit d'une soupape avec arrêt automatique, tournez la soupape du combustible dans la position de fermée à la fin du travail. WERKING • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Vérifiez tous les écrous et les vis pour être sur que l'équipement soit en bon fonctionnement. N'entreposez jamais l'équipement, ayant d'essence dans le réservoir dans l'intérieur d'un endroit clos ou les vapeurs peuvent trouver une flamme nue ou une source d'allumage. Permettez que le moteur se refroidisse avant d'entreposer l'équipement dans un endroit clos. Pour réduire l'opportunité d'incendie, gardez le moteur, le silencieux, le compartiment de la batterie et l'entreposage du combustible libre d'aucun matériel végétale ou de graisse. Remplacez les pièces détériorées ou vielles pour être sur de la sécurité de l'équipement . Si le réservoir d'essence doit être vidé, ceci doit être fait en plein airs. De motor niet in werking zetten in een besloten ruimte waar gevaarlijke koolmonoxide-dampen zich kunnen ophopen. Wijzig de rugulateurinstellingen van de motor niet of overbelast de motor niet. Alleen in werking zetten gedurende de dag of bij goed kunstmatig licht. Maak zeker dat u een vaste voet hebt op hellingen. Wandel, loop nooit. Bij roterende machines met wielen werkt u dwars over de hellingen, nooit van boven naar beneden. Wees heel voorzichtig als u van richting verandert op hellingen. Niet gebruiken op heel steile hellingen. Wees heel voorzichtig wanneer u de machine omdraait of naar u toe trekt. De motor niet laten draaien binnenshuis; uitlaatgassen zijn gevaarlijk. Start de motor voorzichtig volgens de instructies en met de voeten op veilige afstand van de hulpmiddelen. De handen of voeten niet dichtbij of onder de roterende delen plaatsen. De machine nooit optillen of dragen terwijl de motor draait. Stop de motor: - telkens u zich van de machine verwijdert en voor de benzinevoorraad bijvult. Verminder de smoorregeling indien u de motor afzet en draai de benzinetoevoer dicht indien de motor voorzien is van een afsluitklep bij het beëindigen van het werk. ONDERHOUD EN OPBERGING ENTRETIEN ET ENTROSPOSAGE • Lees aandachtig de instructies. Maak uzelf vertrouwd met het bedieningspaneel en het juiste gebruik van de installatie. Laat nooit geen kinderen of mensen die niet vertrouwd zijn met deze instructies de machine gebruiken. Het is mogelijk dat plaatselijke voorschriften de leeftijd van de bestuurder beperken. Nooit in werking zetten als er mensen, in het bijzonder kinderen, of huisdieren dichtbij zijn. Denk eraan dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen of risico’s waarbij andere mensen of hun eigendom betrokken zijn. • • • • • • 4 Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven vastgedraaid zijn zodat het toestel op een veilige manier kan werken. Berg het toestel nooit op met benzine in de tank in een gebouw waar de dampen kunnen worden blootgesteld aan een open vlam of een vonk. Laat de motor afkoelen voordat u ze in een gesloten ruimte opbergt. Verwijder vegetatief materiaal en overtollig vet van de motor, geluiddemper, batterijhouder en opbergruimte voor benzine om het brandrisico te verminderen. Vervang versleten of beschadigde onderdelen voor veiligheid. Indien de benzinetank moet worden gedraineerd, moet dit in de open lucht gebeuren. 2 1. Schakelkastsleuf 2. Hendelvergrendeling 3. 4. 5. 6. Handvat monteren a. Monteer de eerste hendelvergrendeling (met de tanden naar buiten wijzend) in de sleuf in de schakelkast (fig. 1). Breng vet aan op de galdde kant van de hendelvergrendeling. Dit helpt om de vergrendeling op zijn plaats te houden tot de hendel in de juiste positie zit. b. Neem de hendeleenheid, en breng de basis in de "up"positie zoals getoond op figuur 2. Zorg ervoor dat de hendelvergrendeling in de sleuf in de schakelkast blijft zitten. Zorg ervoor dat u geen kabels uitrekt of kinkt. c. Draai de hendeleenheid naar beneden. Monteer eerst de achterste slotschroef (fig. 3 - inzet) met de schroefkop aan de linkerkant van de cultivator. Monteer de voorste zwenkbout. Laat de hendeleenheid zakken. Schroef de schroeven vast zodat de hendel bij het bewegen enige weerstand biedt. d. Monteer de tweede hendelvergrendeling (met de tanden naar binnen wijzend) in de sleuf in de basis van de hendel (fig. 3 - inzet). e. Monteer de sluitring op het getapte uiteinde van de hendelvergrendeling. f. Steek de hendelvergrendelingarm door de basis van de hendel en de schakelkast (fig. 3 - inzet). g. Zorg ervoor dat de hendeleenheid in de laagste positie staat en schroef de hendelvergrendelingarm goed vast door met de klok mee te draaien. Hendel (hoge positie) Schakelhendel Hendel (lage positie) Hendelvergrendelingarm Figuur 1 1 2 Figuur 2 3 4 6 5 13 2 1. 2. 3. 4. Schakelstang Splitpen Schakelhendelindicator Hendeleenheid 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Slotschroef en borgmoer Hendelbasis Sleuf Schakelkast Hendelvergrendeling Sluitring Hendelvergrendeling hefboom Zwenkbout Schakelstang monteren a. Steek het einde van de schakelstang in het gat van de schakelhendelindicator. b. Steek de haarspeldklem door het gat van de schakelstang om hem vast te zetten. Koppelingskabel verbinden Verbind de koppelingskabel aan de beugel van de bedieningsstang (zie figuur 4). Bandendruk Verminder de bandendruk tot 1.4 bar (de banden waren te hard opgepompt voor het transport). Alle banden moeen dezelfde bandendruk hebben, anders dan staat de cultivator scheef. Figuur 3 Inzet 2 3 1 8 11 7 10 9 12 6 4 5 figuur 4 14 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Handle Bar Throttle control Shift lever Drive control bar Tine shield Engine Wheel Model plate 1. Guidon 2. Accélérateur 3. Levier de changement de vitesse 4. Barre de commande 5. Protection des dents 6. Moteur 7. Roue 8. Palque d'identification 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Guía Mando de aceleración Palanca de cambio Barra de control de propulsión Cubierta protectora de dientes Motor Rueda Chapa de modelo 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Handgriff Gashebel Schalthebel Antriebshebel Zinkenschutz Motor Räder Typenschild 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Manubrio Comando del gas Leva del cambio Leva de avanzamento Disco salvapiante Motore Route Traghetta di indentificazione 1 Hendel Gashendel Schakelhendel Stuurhendel Tandbeschermplaat Motor Wiel Modelplaatje 2 3 6 4 8 5 7 19 3 REMARQUE! Avant de conduire votre fraiseuse pour la première fois, étudiez le présent chapitre et les "1. Cosignes de sécurité". 1. Niveau d'huile 2. Bouchon de remplissage d'huile 3. Bouchon du réservoir d'essence Vérifiez le niveau d'huile du moteur 1. Oliepeil 2. Olievuldop a. Enlevez le bouchon de remplissage d'huile avec la jauge d'huile (fig. 5). b. L'huile du moteur doit presque déborder (fig. 5). La capacité d'huile du moteur est d'environ 0.6 litres. 3. Dop benzinetank REMARQUE! Veillez bien à ne pas laisser entrer de saletés dans le moteur lorsque vous vérifiez ou complétez le niveau d'huile ou d'essence. Uitlisez une huile pure de grade 30W-30 ou 10W-30 et conservez-la dans des récipients convenables, propres et fermés. (N'utilisez pas de liquides de démarrage sous pression qui peuvent endommager l'intérieur du moteur à cause du manque de lubrification.) Figure 5 Figuur 5 Remplissage du réservoir d'essence Pour remplir le réservoir d'essence (fig. 6) utilisez de l'essence neuve, propre et ordinaire sans plomb pour automobiles. La capacité du réservoir est d'environ 3 litres. N.B.! Lees de volgende instructies goed door evenals de "1. Veiligheidsvoorschriften", voor u de cultivator voor het eerst gebruikt. Controleer het motoroliepeil a. Verwijder de vuldop voor de motorolie (fig. 5) b. De motorolie moet bijna overlopen (fig. 5). De hoeveelheid bedraagt ongeveer 0,6 liter. 2 1 N.B.! Wees erg voorzichtig zodat er geen vuil in de motor komt wanneer u het oliepeil controleert, of wanneer u olie of brandstof bijvult. Gebruik zuivere 30 of 10W-30 olie en bewaar hem in goedgekeurde, schone flessen. (Gebruik geen onder druk gebrachte startvloeistof, dit kan tot een slechtere smering leiden waardoor de motor ernstige beschadigingen kan oplopen.). Figure 6 Figuur 6 3 Brandstoftank vullen Vul de brandstoftank (fig. 6) met verse, zuivere loodvrije motorbenzine. De hoeveelheid bedraagt ongeveer 3 liter. 21 3 De motor starten a. Verbind de bougiekabel en kap (fig. 7). b. Zet de versnellingshendel in de "N" -positie (neutraal) (fig. 8). c. Zet de gashendel (fig. 9) in "FAST" -positie (snel). d. Zet de chokehendel in "CHOKE" -positie (fig. 7). e. Grijp de starthendel (fig. 7) met één hand vast en grijp de stuurhendel met de andere hand. Trek langzaam aan het touw tot de motor het begin van de compressiecyclus bereikt (het touw trekt iets harder). f. Trek met één armbeweging vlug en gelijkmatig aan het touw. Hou de starthendel goed vast en laat het touw langzaam terug oprollen. Laat de starthendel niet terugspringen tegen de starter. g. Herhaal (e.) en (f.) tot de motor start. Zet de chokehendel op de motor, tussen "CHOKE" en "RUN" (fig. 7) zodra de motor start, en zet de hendel daarna in "RUN" -positie wanneer de motor warmloopt. h. Zet de gashendel (fig. 9) gegurende een paar minuten tussen "FAST" (snel) en "STOP" (stop) om op te warmen. 1. Starthendel 2. Chokehendel 3. Bougiedraad en kap 4. Schakelhendel indicator 5. 6. 7. 8. Stuurhendel in "ontkoppelde" positie Stuurhendel in "ingeschakelde" positie Gashendel Handgreep Figuur 7 3 WAARSCHUWING! Hou de stuurhendel in de "ontkoppeld" -positie wanneer u de motor start (fig. 9). N.B! Een nieuwe motor kan 3 tot 5 minuten nodig hebben voor hij het juiste stationair toerental bereikt. 2 Tanden starten a. Zet de gashendel op de gewenste snelheid. b. De tanden beginnen te bewegen wanneer de stuurhendel in de "ingeschakelde" -positie staat (fig. 9). WAARSCHUWING! Laat altijd de stuuhendel los voor u de schakelhendel in een andere positie zet. 1 Figuur 8 Figuur 9 7 4 8 6 5 26 3 6 Achteruit rijden Figuur 10 a. Laat de stuurhendel los (fig. 10). b. Zet de gashendel (fig. 10) op "SLOW" (langzaam). c. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "R" positie (reverse). d. Sta nooit direct achter de cultivator. e. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) om de cultivator in beweging te zetten. De tanden roteren niet. 5 4 WAARSCHUWING! Rij niet achteruit tegen een boom, hek enz... 2 3 De motor en de tanden uitschakelen 1 a. De cultivator en de tanden stoppen wannneer u de stuurhendel (fig. 10) loslaat. b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "N" positie (neutraal). c. Zet de gashendel (fig. 10) in de "STOP" positie (stop) om de motor uit te schakelen. 7 Inzet A Bochten nemen a. Laat de stuurhendel (fig. 10) los. b. Zet de gasheendel (fig. 10) in de "SLOW" positie (langzaam). c. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "F" positie (voorwaarts). De tanden roteren niet. d. Breng de hendel omhoog om de tanden uit de grond te halen (fig. 10). e. Draai de hendel in de tegenovergestelde richting dan die waarin u wilt draaien, en zorg ervoor dat u handen en voeten uit de buurt van de tanden houdt. 8 9 Figuur 11 Laat de hendel weer dalen wanneer u de bocht hebt genomen. Zet de schakelhendelindicator in de "T" positie (bewerken) en zet de gashendel op de gewenste snelheid Hou de stuurhendel tegen de hendel om het bewerken te starten. Inzet B 16 Inzet C 10 11 Buitenste schermen 12 13 14 De buitenste schermen (fig. 10) hebben vooraan een sleuf zodat ze omhoog en omlaag kunnen voor respectievelijk diep en ondiep bewerken, dit om te voorkomen dat de kleine plantjes bedolven worden onder aarde. Schroef moer "A" en moer "B" in de sleuf los. Zet het scherm in de gewenste positie (beide zijden). Schroef de moeren weer vast. 17 Transport a. Zet de dieptestaak in de laagste positie en zet de dieptestaakpen in het hoogste gat. b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 inzet A) in de "F" positie (voorwaarts). Voor transport. c. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) um de cultivator in beweging te brengen. De tanden roteren niet. d. Zet de gashendel (fig. 10) in de gewenste snelheid. 15 1. 2. 3. 4. 5. 6. Äußere Seitenabdeckung Mutter "A" Mutter "B" Antriebshebel Handgriff Gashebel 7. Schalthebelanzeiger 8. Höhenverstellstange 9. Höhenverstellstangenstift 10. 11. 12. 13. 14. 15. Transportstellung Flaches Oberflächenfräsen Oberflächenfräsen Tieffräsen Tiefes Tieffräsen Höhenverstellstange 16. Entriegelung 17. Verriegelung 35 3 Bewerken a. Ontgrendel de dieptestaakpen (fig. 11 inzet c). Trek de dieptestaak omhoog voor een hogere bewerkingsdiepte. Zet de dieptestaakpen in het gat in de dieptestaak om de positie te vergrendelen (fig. 11 - inzet C). b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "T" positie (bewerken). c. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) om te beginnen bewerken. De tanden en de wielen draaien niet. d. Zet de gashendel (fig. 10) op "FAST" (snel) voor diep bewerken. Zet de gashendel op de gewenste snelheid om te bewerken. Figuur 12 Bewerken WAARSCHUWING! Laat altijd de stuurhendel los voor u de schakelhendel in een andere positie zet. 3 4 5 2 6 1 Bewerkingstips Bewerken is graven in de aarde, ze omwoelen en fijnhakken voor men plant. Losse, nietcompacte aarde bevordert de wortelgroei. De beste diepte is 10-15 cm. 7 De conditie van de aarde is een belangrijke factor. De tanden kunnen niet zo makkelijk in een droge, harde grond dringen, wat tot kaatsen en moelijk besturen van uw cultivator kan leiden. Harde grond moet eerst bevochtigd worden voor men hem kan bewerken. Anderzijds vormt doornatte grond "balletjes" en kluiten, en moet men wachten tot de grond iets minder nat is voor men hem bewerkt. Laat ongeveer 20 cm onbewerkte grond tussen de eerste en de tweede strook Daarna bewerkt u het stuk tussen de eerste en de tweede strook (fig. 12). Leun niet op de hendel. Hierdoor is er minder druk op de wielen en bijgevolg minder trekkracht. Om door een moeilijk stuk harde grond of gras te raken, moet u bovenwaartse druk op de hendel uitoefenen of de diep-testaak verlagen. 36 3 Cultivating Wieden Cultivating is destroying the weeds between rows to prevent them from robbing nourishment and moisture from the plants. Best digging depth is 1" to 3". Lower outer side shields to protect small plants from being buried. Wieden is het vernietigen van het onkruid tussen de rijen zodat het geen voeding en vocht opneemt dat voor de planten bestemd is. De beste graafdiepte is 3-8 cm. Verlaag de buitenste zijschermen om te voorkomen dat kleine planten bedolven worden door aarde. Cultivate up and down the rows at a speed which will alow tines to uproot weeds and leave the ground in rough condition, promoting no ruther growth of weeds and grass (fig. 13). Ga de rijen af aan een snelheid die de tanden de kans geven het onkruid met de wortel eruit te trekken en de aarde in een conditie achterlaten die het groeien van gras en onkruid bemoeilijkt (fig. 13). Unkrautbekämpfung Bei der Unkrautbekämpfung wird das Unkraut zwischen den Pflanzenreihen entfernt, um zu verhindern, daß den Pflanzen die Nahrung und Feuchtigkeit weggenommen wird. Der Boden wird am besten in einer Bodentiefe von 3-8 cm bearbeitet. Die äußberen Seitenverkleidungen sind deshalb zu senken, um zu verhindern, daß junge Pflanzen vom Erdboden begraben werden. Desbroce El desbroce es la destrucción de hierbas entre las filas para que no roben nutrición y humedad a las plantas. La mejor profundidad para cavar es de 3 a 8 cm. Baje las cubiertas de protección laterales externas para no enterrar las plantas pequeñas. Desbroce a lo largo de las filas a una velocidad que permita a los dientes arrancar las hierbas y dejar el terreno basto, para impedir el crecimiento de las hierbas (fig. 13). Die Pfalnzenreihen sind in beiden Richtungen mit einer angemessenen Geschwindigkeit zu bearbeiten, so daß die Zinken das Unkraut entwurzeln können und den Erdboden in einen Zustand hinterlassen, der das Wachsen von Unkraut und Gras erschwert. (Abb. 13). Sarchiatura Scopo della sarchiatura è l'eliminazione di piante infestanti per imperdire che assorbano nutrimento e umidità destinati alle coltivazioni. La majlior profondità di lavorazione è 3-8 cm. Abbassare i dischi salvapianta per proteggere le nuove pianticelle. Cultivateur Le travail en cultivateur consiste à détruire les mauvaises herbes entre les rangs pour les empêcher de priver les plantes d'éléments de nutrition et d'humidité. La meilleure profondeur pour le travail en cultivateur est de 3 à 8 cm. Les protections latérales empêchent les petites plants d'être enterrées. Operare su e giù lungo i solchi ad una velocità che consenta alle lame di eliminare le erbe infestanti e di lasciare il terreno ben mosso, impedendo la crescita e lo sviluppo di erba e nuove infestanti (fig. 13). Pour l'opération en cultivateur, suivez les rangs à une vitesse qui permet auz dents de déraciner les mauvaises herbes et laisse le sol remué, dans un état qui ne favorise pas la pousse des mauvaises herbes (fig. 13). Figure 13 Cultivating Undrautbekämpfung Travail en cultivateur Wieden Sarchiatura Desbroce 41 4. Maintenance 4. Wartung 4. Entretien 4. Onderhound 4. Manutenzione 4. Mantenimiento WARNING! Disconnect spark plug wire and cover before performing any maintenance (except carburetor adjustment) to prevent accidental starting of engine. WAARSCHUWING! Schakel altijd eerst de bougieleiding uit voor u onderhoud uitvoert (behalve carburator afstellen). Dit om te voorkomen dat de motor per ongeluk start. Engine maitenance Onderhoud van de motor See Manual. Zie handleiding. Transmission Transmissie Once a season, lubricate the right hand gear case grease fitting with 1 oz. of wheel bearing grease. Smeer de smeerfitting van de tandwielkast aan de rechterkant eens per seizoen met 1 ons wiellagervet. Finish Keep tiller finish and wheels free of gasoline, oil, etc. Protect painted surfaces with automotive type wax. Lak Zorg ervoor dat er geen benzine, olie enz. Op de lak en de wielen komt. Bescherm gelakte delen met autowas. WARNUNG! Vor jeder Wartungsarbeit (ausgenommen Vergaserein-stellung) sind Zündkerzenkabel und Kerzenstecker zu entfernen, um ein plötzliches Starten des Motors zu vermeiden. ADVERTENCIA! Desconectar el cable y la cubierta de la bujia antes de realizar cualquir operación de mantenimiento (excepto el ajuste del carburador) para imperdir el arranque accidental del motor. Wartung des Motors Siehe Handbuch. Mantenimiento del motor Vea manual. Kraftübertragung Vor Saisonbeginn den Schmiernippel des Getriebekastens auf der rechten Seite mit 30 ml Radlagerfett schmieren. Transmisión Una vez por temporada, lubrique el ajuste de lubricante del lado derecho del la caja de velocidades con 1 onza de grasa para soporte de rueda. Finish Lack und Räder der Bodenfräse von Benzin und Öl sauberhalten. Lackierte Oberflächen mit Kraftwagenwachs schützen. Acabado Mantenga la superficie de la cultivadora y las ruedas libres de gasolina, aceite, etc. Proteja las superficies pintadas con cera para automóviles. ATTENTION! Débranchez le câble de la bougie et son couvercle avant d'effectuer toute opération d'entretien (à l'exception de la mise au point du carburateur) pour prévenir tout démarrage accidentel du moteur. PERICOLO! Prima di effettuare qualsiasi intervento togliere il cappellotto dalla candela (escluso gli interventi sul carburatore) per evitare messe in moto accidentali. Entretien du moteur Voir le manuel. Manutenzione del motre Vedere Manuale di istruzioni. Transmissoin Une fois par saison, lubrifiez le raccord de graisse du côté droit de la boîte de vitesse avec 1 once de graisse de palier de roue. Trasmissione Una volta per stagione, lubrificare il raccordo per lubrificazione sul lato destro della scatola ingranaggi con 1 oncia di lubrificante per cuscinetti di ruote. Surfaces lisses Enlevez les taches d'essence ou d'huile des surfaces polies et des roues de la fraiseuse. Protégez les surfaces lisses avec une cire pour automobiles. Carrozzeria Tenere la carrozzeria e le ruote del motocoltivatore libere da carburante, olio ecc. Proteggere le parti verniciate con cera da automobili. 42 4 Rangement Rangez votre fraiseuse au sec. Pour éviter les dépôts de gomme dans le circuit d'essence il faut le vidanger si la machine ne doit pas être utilisée pendant 30 jours ou plus. a. Videz le réservoir d'essence, faites marcher le moteur jusqu'à ce que l'essence du carburateur soit consommée. b. Pendant que le moteur est encore chaud, videz l'huile du moteur. Remplissiz-le avec de l'huile neuve (fig. 14). c. Retirez la bougie, versez environ 1.5 cl d'huile propre dans le cylindre. Tirez doucement la poignée du démarreur plusieurs fois pour répartir l'huile. Replacez la bougie. d. Nettoyez toute la fraiseuse, en particulier les ailettes du cylindre, le carter du ventilateur et le filtre à air. Serrez tous les boulons et écrous. 1. Bouchon de vidange d'huile 2. Bouchon de remplissage d'hile 3. Jauge d'huile 1. Olie-aftappug 2. Olie-vuldop 3. Oliepeil Figure 14 Figuur 14 Une essence stockée pendant plusieurs mois perd de sa volatilité (sa capacité à se consumer efficacement); c'est pourquoi il faut toujours utiliser l'essence de la saison. ATTENTION! N'entreposez pas l'essence, ne la répandez pas, ne l'utilisez pas à prosimité d'une flamme ou de fours, de fourneaux ou de chauffe-eau qui utilisent une flamme témoin, ou de dispositifs qui produisent des étincelles. 1 Opslaan 3 Zorg ervoor dat uw cultivator in een droge ruimte staat. Om harsvorming inhet brandstofsysteem te voorkomen, moet het afgetapt worden als u de machine een maand of langer ongebruikt laat. 2 a. Tap de brandstoftank af. Laat de motor draaien tot alle benzine in de carburator opgebruikt is. b. Tap de olie uit de motor wanneer de motor nog warm is. Vul met verse olie (fig. 14). c. Verwijder de bougie, en giet 14 ml zuivere motorolie in de cilinder. Trek een paar keer voorzichtig aan de starthendel om de olie te verdelen. Monteer de bougie. d. Maak de hele cultivator schoon, vooral de koelribben, het ventilatorhuis en het luchtscherm Draai alle bouten en moeren vast. Benzine die een langere tijd vewaard wordt, verliest zijn vluchtigheid (de eigenschap om doelmatig te verbranden). Gebruik daarom altijd alle benzine op het eind van het seizoen. WAARSCHUWING! Bewaar, mors of gebruik geen benzine in de buurt van een vlam, of open haard, of geiser e.d. 44 4 Smeerschema Olie de draaipunten 1. Wielen 2. Steun spanrol 3. Gashendel 3 Figuur 15 2 1 Onderhoudsschema Nade eerst 2 uur • Controleer het motoroliepeil Ververs de motorolie Telkens voor gebruik Om de 5 uur Om de 25 uur • • • • Olie de draaipunten • Vonkdover knaldemper Controleer het luchtscherm Om de 50 uur • Luchtfilter • Reinig de koelribben van de moror • • Vervand de bougies 49 5 1. Hendel ("lage" positie) 2. Hendel ("hoge" positie) 3. Hendelvergrendeling 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Positie hendel Maak de hendelvergrendelingarm los (fig. 16). De hendel kan in verschillende posities tussen "hoge" en "lage" gezet worden (fig. 16). Vergrendel de hendelvergrendelingarm. Riemgeleider Motorriemschijf Riemschijf spanrol Trekveer Riemschijf transmissie Stuurhendel kabel Kabelklemschroef N.B.! Zet de hendel in een positie die aangepast is aan u en aan de bewerkingsomstandigheden. De hoogte verandert wanneer de machine in de grond graaft. WAARSCHUWING! Schakel de motor af en verwijder de bougiekabel en het deksel van de bougie (fig. 7) voor u de tanden met de hand schoonmaakt. Wees voorzichtig: de tanden zijn scherp. BELANGRIJK! Zet blokken onder de transmissie zodat de cultivator niet kantelt. Figuur 16 2 Afstellen hoofdaandrijfriem De riem heeft de juiste spanning als de trekveer ongeveer 1,5 cm uitgerekt is als de stuurhendel ingekoppeld is (fig. 9). Deze spanning kan als volgt afjesteld worden: a. Maak de kabelklemschroef los die de stuurhendelkabel op zijn plaats houdt (fig. 17). b. Schuif de kabel naar voren om de spanning te verminderen en naar achteren om de spanning te verhogen, doe dit tot de trekveer ongeveer 1,5 cm uitgerfekt is. c. Vergrendel de kabelklemschroef. 3 1 Figuur 17 10 4 5 6 55 7 8 9 5 1. 2. 3. 4. 5. Vervangen ahoofdaandrijfriem Riembeveiliging Schroef Schroef Splitpen en opsluitstift Zeshoekige moer (achter de band gemotnteerd) a. Verwijder de splitpen en de opsluitstift (fig. 18) van de linkerwielnaaf. Trek het wiel ongeveer 4 cm naar buiten. b. Verwijder de riembeveiliging door twee (2) Schroef, één (1) zeshoekige moer en drie (3) sluitringen te domonteren zodat de riembeveiliging recht naar buiten kan glijden, van de motor weg (fig. 18). c. Maak de riemgeleider (fig. 17) d. Verwijder de uode riem door hem or vanaf de riemschijf uit te trekken (fig. 17). e. Let een nieuwe riem in de groef van de riemschijf (grote riemschijf) en in de groef van de motorriemschijf (fig. 17). De riem noet in de positie van de riemen in de riemgeleidrs. f. Schroef riemgeleider (fig. 17) 6. Nieuwe tand 7. Versleten tand 8. Scherpe snede 9. Splitpen 10. Opsluitstift Tand vervangen Figuur 18 1 Als de tand versleten is moet uw cultivator harder werken en graaft hij niet zo diep. Bovendien kunnen versleten tanden hiet goed hakken en het organisch materiaal niet goed versnipperen, en het niet diep genoeg begraven. Een tand die zo versleten is (fig. 19) moet vervangen worden. Om er zeker van te zijn dat uw machine steeds perfect werkt moet u regelmatig controleren of de tanden scherp zijn, of ze niet teveel versleten zijn en of ze niet verbogen zijn. Dit geldt vooral de tanden die het dichtst bij de transmissie zitten (fig. 20). Als de afstand tussen de tanden meer dan 9 cm bedraagt, moeten ze vervangen worden of rechtgetrokken worden: Nieuwe tanden moeten gemonteerd worden zoals getoond wordt in figuur 21. Geslepen tanden roteren achterwaarts, van boven naar beneden (fig. 21). 2 5 3 BELANGRIJK! Kom nooit aan de motortoerentalregelaar. Hij is af fabriek geregeld voor het juiste toerental van de motor. 4 Figuur 19 6 7 Figuur 21 8 Figuur 20 Tand Tand max. 9 cm 10 61 9 In tegengestelde richting draaiende tand 6. Recherche des pannes 6. Schema voor het zoeken van fouten START NIET OF START MOEILIJK Ne veut pas démarrer ou est difficile à démarrer • • • • • • • • • Pas d'essence dans le réservoir Remplissez le réservoir d'essence L'accélérateur n'est pas dans la bonne position Placez l'accélérateur en position rapide "FAST" Le starter du moteur n'est pas utilisé correctement, le moteur est noyé Placez le starter à la position de marche "RUN" ou placez l'accélérateur en position rapide "FAST" et tirez le démarreur plusieurs fois pour éliminer le gaz. Réservoir d'essence obstrué Démontez-le et nettoyez-le Filtre à air sale Enlevez-le et nettoyez-le ou remplacez-le La bougie est encrassée ou la distance est incorrecte Nettoyez, réglez la distance ou remplacez Câble mal serré Verifiez le câble et la bougie II y a de l'eau dans l'essence ou l'essence est trop vieille Vidangez le réservoir d'essence et le carburateur, utilisez de l'essence neuve et remplacez la bougie Le carburateur est mal réglé Faites les réglages nécessaires • • • • • • • • • De motor hapert of heeft te weinig vermogen • Le moteur a des ratés ou manque de puissance • • • • • • • • Le moteur est surchargé Réglez le réglage en hauteur et les roues pour fraiser moins profond Réservoir d'essence obstrué Démontez-le et nettoyez-le Purificateur d'air partiellement obstrué Enlevez-le et nettoyez-le ou remplacez-le Le carburateur est mal réglé Faites les réglages nécessaires Filtre à air sale Nettoyez le filtre à air Bougie encrassée, distance incorrecte ou de type impropre Remplacez la bougie et réglez la distance Compression défectueuse Faites une révision compléte du moteur Huile dans l'essence Videz l'essence et remplissez le réservoir et le carburateur. • • • • • • • • • • • • Filtre à air sale Nettoyez le filtre à air Le niveau d'huile est bas ou l'huile est sale Remplissez ou changez l'huile Le moteur est sale Nettoyez les ailettes du cylindre, le filtre à air, et la zone du pot d'échappement. Le pot d'échappement est partiellement obstrué Démontez et nettoyez le pot d'échappement Le carburateur est mal réglé Faites les réglages nécessaires • • • Le sol est trop humide Attendez des conditions de sol plus favorables Luchtscherm vuil Reinig het luchtscherm Oliepeil te laag of olie vuil Vul olie bij of ververs de olie Motor vuil Reinig de koelribben, het luchtscherm en de knaldemper Knaldemper gedeeltelijk verstopt Demonteer en reinig Carburator slecht afgesteld Stel af De aarde vormt balletjes of kluiten • La terre s'agglutine sur les dents • De motor is overbelast Stel de dieptestaak en de wielen in voor minder diep graven Verstopte benzine tank Demonteer en reinig Luchtfilter gedeeltelijk verstopt Demonteer en reinig of vervang Carburator slecht afgesteld Stel af Vuil luchtscherm Reinig het luchtscherm Bougie vuil, verkeerde afstand of verkeerd type Vervang de bougie en regel de afstand Slechte compressie Grote revisie van de motor Olie in de benzine Tap de brandstoftank en de carburator af en vul opnieuw Motor oververhit • Le moteur chauffe • Geen benzine in de brandstoftank Vul de tank met benzine Gashendel niet goed afgesteld Zet de gashendel in de "FAST" -positie (snel) Slecht choken, motor verzopen Zet de gashendel in de "RUN" - positie of zet de gashendel in de "FAST" - positie (snel) en treck een paar keer aan de starter om de gassen te verwijderen. Verstopte brandstoftank Demonteer en reinig Luchtfilter vuil Demonteer en reinig of vervang Vuile bougie of verkeerde afstand Reinig, regel de afstand of vervang Slecht contact Controleer de kabels en bougie Water in de benzine of oude benzine Tap de brandstoftank en de carburator af, vul met verse benzine en vervang de bougie Carburator slecht afgesteld Stel af 65 De aarde is te nat Wacht tot ze droger is TECHNICAL DATA Type: Rear drive: TECHINISCHE DATEN Typ: CRT51 Motorbetriebene Ackerfräse Antrieb: Erfotgt duch Erdwier stand der arbeitenden messer. Ein- und Ausschalten am Steuerhand- griff. Vorwärtsgang Sicherheitsvorrichtung (Totpunktgriff). Gewicht: 50 kg Transport (und Stütz) Räder: Durchmesser 40 cm. Sind vor der Tiefeneinstellung angebracht. Arbeitsbreite: Max. 43 cm Arbeitstiefe: 15 cm, in aufgehacktem Erdreich gemessen. Messerkreuze: 4 Stück. Durchmesser 30 cm. Umdrehungszahl der Messer: 190 Umdrehungen/min. Steuerhandgriff: Regulierbar. Motor: Viertakter mit 1 Zylinder. Leistung, 3.7/5 KW/HP, bei 3600 Umdrehungen/min. Eingestellt auf 3200 Umdrehungen/min. Geluidssterk Teniveau: 97 dB(A) Geräuschpegel am Ohr der Bedienungs person: 86 dB(A) Lärmpegel: 2.5 M/S2 Produzent: Electrolux Home Products Orangeburg USA Lärmpegel-Prüfung in Übereinstimmung mit DIN EN ISO 3744/ 95-11 auf hartem Boden bei 85% der maximalen Motordrehzahl und anwesender Bedienungsperson. CRT51 Rear-mounted Cultivator Drag action (friction) of the rotor blades in the soil. Clutch controls on the handlebar. Single forward speed. Automatic safety cutout (dead man's control). 50 kg Weight: Transport wheels (supporting wheels): Diameter 40 cm (16") Mounted in the front of arrester bar. Working width: Max. 43 cm Working depth: Max. 15 cm, measured in cultivated soil. Rotors: 4 Blades, diameter 30 cm. Rotor Speed: 190 r.p.m. Handlebar: Adjustable Engine: 4 stroke, single cylinder, 3.7/5 KW/ HP, @ 3600 r.p.m. Set at 3200 r.p.m. Sound power level: 97 dB(A) Noise level at operator's ear: 86 dB(A) Vibration: 2.5 M/S2 Manufacturer: Electrolux Home Products Orangeburg USA Noise test according to DIN EN ISO 3744 / 95-11 on hard ground at 85% of maximum engine speed with operator in place TECHNISCHE GEGERENS DONNÉES TECHNIQES Type: Propulsion: Poids: Roues de transport: (Roues d'appul) Type: CRT51 Motoculteur Par friction des couteaux dans la terre. Embrayage et débrayage sur le mancheron 1 vitesse bers l'avant 50 kg Voortbeweging: Gewicht: Transportwiel (Steunwiel): Diaméter 40 cm. Montées devant la régulateru de profondeur. Largeur de travail: Max. 43 cm. Profondeur de travail: 15 cm maximum, profondeur mesurée dan le sol labouré. Couteaux: 4 couteaux, diamétre de 30 cm. Vitesse de rotation: 190 r.p.m. Mancheron: Réglable Moteur: 4 temps, 1cylindre: 3,7/5 KW/HP, @ 3600 t/mn. Réglé sur 3200 t/mn. Niveau de la pulssance du bruit: 97 dB(A) Niveau sonore á hauteur d'oreille de l'utillsateur: 86 dB(A) Vibration: 2.5 M/S2 Fabricant: Electrolux Home Products Orangeburg USA Examen du bruit avec raccord au DIN EN ISO 3744/95-11 sur terrain à 85% de vitesse max. du moteur avec l'opérateur en place. Werkbreedte: Werkdiepte: Rotorbladen: Toerental rotorbladen: Duwboom: Motor: 67 CRT51 Grondfreesmachine met motoraandrijving. De voortbeweging vindt plaats door de frictie van de rotorbladen t.o.v. de grond. Aan- en uitschakeling op de duqboom, 1 snelheid vooruilt. Dedemansgreep 50 kg Diameter 40 cm. Geplaatst voor de dieptregelaar. Max. 43 cm Max. 15 cm, gemeten vanaf grondniveau. 4 St. Diameter 30 cm. 190 toeren/minuut. Instelbaar. 4-takt, 1 cylinder, 3,7/5 KW bij 3600 toeren/minuut. Ingesteld op 3200 toeren/ minuut. Geluidssterk teniveau: 97 dB(A) Geluidssterkte bij oor van gebruiker: 86 dB(A) Vibratie: 2.5 M/S2 Producent: Electrolux Home Products Orangeburg USA Ruistest in overeenkomst met DIN EN ISO 3744/95-11 op harde grond aan 85% van de maximum snelheid van de motor met bestuurder ter plaatse.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Husqvarna crt51 Handleiding

Categorie
Mini frezen
Type
Handleiding