HP Slim Desktop PC S01-pF1000i Handleiding

Type
Handleiding
Gebruikershandleiding
SAMENVATTING
Deze handleiding biedt informatie over onderdelen, netwerkverbindingen, energiebeheer, beveiliging, back-ups maken
en nog veel meer.
© Copyright 2020 HP Development Company,
L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreende houder en wordt door HP Inc.
onder licentie gebruikt. Intel, Celeron, Pentium
en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel
Corporation of zijn dochterondernemingen in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk of
een handelsmerk van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen. Het
microSD-logo en microSD zijn handelsmerken
van SD-3C LLC. USB Type-C
®
en USB-C
®
zijn
gedeponeerde handelsmerken van USB
Implementers Forum. DisplayPort™ en het
DisplayPort™-logo zijn handelsmerken in
eigendom van de Video Electronics Standards
Association (VESA) in de Verenigde Staten en
andere landen. Miracast
®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
De informatie in dit document kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De van toepassing zijnde garanties voor
producten en diensten van HP zijn vastgelegd
in de uitdrukkelijke garantiebepalingen die bij
dergelijke producten en diensten worden
meegeleverd. Niets in dit document mag als
een aanvullende garantie worden opgevat. HP
is niet aansprakelijk voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in dit document.
Eerste editie: augustus 2020
Artikelnummer van document: M04045-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de voorzieningen
beschreven die voor de meeste producten
beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle
voorzieningen op uw computer beschikbaar.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities
of versies van Windows. Systemen vereisen
mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk
aangeschafte hardware, stuurprogramma's,
software en/of een BIOS-update om volledig
gebruik te kunnen maken van de functionaliteit
van Windows. Windows 10 wordt automatisch
bijgewerkt. Deze optie is altijd ingeschakeld.
Mogelijk zijn er kosten van toepassing voor de
internetprovider en na verloop van tijd kunnen
extra vereisten van toepassing zijn voor
updates. Ga naar http://www.microsoft.com
voor meer informatie.
Voor toegang tot de meest recente
gebruikershandleidingen gaat u naar
http://www.hp.com/support en volgt u de
instructies om uw product te zoeken. Selecteer
vervolgens Gebruikershandleidingen.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of
anderszins gebruiken van een softwareproduct
dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd,
bevestigt u dat u gehouden bent aan de
voorwaarden van de HP EULA (End User License
Agreement). Indien u niet akkoord gaat met
deze licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend
aanspraak maken op de mogelijkheid het
gehele, ongebruikte product (hardware en
software) binnen 14 dagen te retourneren voor
een volledige restitutie op basis van het
restitutiebeleid van de desbetreende
verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer
informatie of om te vragen om een volledige
restitutie van de prijs van de computer.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
Houd u aan de volgende richtlijnen om de kans op brandwonden of oververhitting van de computer te
verminderen.
WAARSCHUWING! U kunt het risico op brandwonden of oververhitting van de computer beperken door de
computer niet op uw schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik
de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd
door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van
zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens
het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen,
een kleed of kleding). De mobiele computer en netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor
oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedenieerd door toepasselijke
veiligheidsnormen.
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Belangrijke informatie over processorconguraties.
BELANGRIJK: Bepaalde producten zijn gecongureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xx-processor of
een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze
modellen de conguratie-instelling van de processor in mscong.exe niet van 4 of 2 processors naar 1
processor. Als u dat wel doet, start de computer niet opnieuw op. U moet de fabrieksinstellingen herstellen
om de oorspronkelijke instellingen te kunnen herstellen.
v
vi Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave
1 Aan de slag ................................................................................................................................................... 1
Aanbevolen procedures ......................................................................................................................................... 1
Aanvullende informatie van HP ............................................................................................................................. 1
2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................. 3
Hardware zoeken ................................................................................................................................................... 3
Software zoeken .................................................................................................................................................... 3
Rechterkant ............................................................................................................................................................ 3
Linkerkant .............................................................................................................................................................. 4
Beeldscherm .......................................................................................................................................................... 6
Modus voor weinig blauw licht (alleen bepaalde producten) ............................................................. 6
Toetsenbordzone ................................................................................................................................................... 7
Instellingen en onderdelen van het touchpad .................................................................................... 7
Touchpadinstellingen ........................................................................................................ 7
Touchpadinstellingen aanpassen ................................................................... 7
Het touchpad inschakelen .............................................................................. 7
Touchpadonderdelen ........................................................................................................ 8
Lampjes ............................................................................................................................................... 8
Knop, ventilatieopening en vingerafdruklezer ................................................................................... 9
Speciale toetsen ................................................................................................................................ 10
Actietoetsen ...................................................................................................................................... 11
Onderkant ............................................................................................................................................................ 13
Labels ................................................................................................................................................................... 14
3 Verbinding maken met een netwerk .............................................................................................................. 16
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................................. 16
De voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken ............................................................ 16
Toets voor de vliegtuigmodus ........................................................................................ 16
Voorzieningen van het besturingssysteem .................................................................... 16
Verbinding maken met een draadloos netwerk (WLAN) ................................................................... 17
HP Mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten) ........................................................ 17
Gps gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................................................................... 18
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten) ....... 18
Bluetooth-apparaten aansluiten .................................................................................... 18
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen bepaalde producten) ........................................... 19
vii
4 Entertainmentvoorzieningen ....................................................................................................................... 20
De camera gebruiken ........................................................................................................................................... 20
Audio gebruiken ................................................................................................................................................... 20
Luidsprekers aansluiten .................................................................................................................... 20
Een hoofdtelefoon aansluiten ........................................................................................................... 20
Een headset aansluiten ..................................................................................................................... 21
Geluidsinstellingen gebruiken .......................................................................................................... 21
Geluidsinstellingen ......................................................................................................... 21
Audio-instellingen ........................................................................................................... 21
Video gebruiken ................................................................................................................................................... 21
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) .............................. 22
Een HD-televisie of HD-monitor aansluiten via HDMI .................................................... 22
HDMI-audio congureren ............................................................................................... 23
HDMI-audio inschakelen ............................................................................... 23
Audio weer afspelen via de computerluidsprekers ...................................... 23
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde
producten) ......................................................................................................................................... 23
Gegevensoverdracht gebruiken .......................................................................................................................... 23
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten) ............................... 24
5 Navigeren op het scherm .............................................................................................................................. 25
Bewegingen op het touchpad en het aanraakscherm gebruiken ....................................................................... 25
Tikken ................................................................................................................................................ 25
Zoomen door met twee vingers te knijpen ....................................................................................... 25
Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ......................................................... 26
Tikken met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................. 26
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 26
Tikken met vier vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 27
Vegen met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 27
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad) ..................................................................................... 27
Schuiven met één vinger (aanraakscherm) ...................................................................................... 28
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken ............................................................................ 28
Een schermtoetsenbord gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................................................... 28
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 29
De slaapstand en hibernationstand gebruiken ................................................................................................... 29
De slaapstand activeren en beëindigen ............................................................................................ 29
De hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) ................................... 30
De computer afsluiten (uitschakelen) ................................................................................................................. 30
Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken ................................................................................ 31
Accuvoeding gebruiken ........................................................................................................................................ 31
viii
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................. 32
De acculading weergeven ................................................................................................................. 32
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde producten) .................. 32
Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 32
Een lage acculading herkennen ........................................................................................................ 32
Problemen met een laag accuniveau verhelpen ............................................................................... 33
Een lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar
is ...................................................................................................................................... 33
Een lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is ........... 33
Een lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet
kan beëindigen ................................................................................................................ 33
In de fabriek verzegelde accu ............................................................................................................ 33
Externe voeding gebruiken .................................................................................................................................. 34
7 De computer onderhouden ........................................................................................................................... 35
De prestaties verbeteren ..................................................................................................................................... 35
Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 35
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 35
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 35
De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 36
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren .............................................................................. 36
Programma's en stuurprogramma's bijwerken met behulp van Windows 10 ................................. 36
Programma's bijwerken met behulp van Windows 10 S ................................................................... 36
Stuurprogramma's bijwerken met behulp van Windows 10 S .......................................................... 36
De computer reinigen .......................................................................................................................................... 37
HP Easy Clean inschakelen (alleen bepaalde producten) ................................................................. 37
Vuil en stof van de computer verwijderen ........................................................................................ 37
Uw computer reinigen met een ontsmettingsmiddel ...................................................................... 38
Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten) ................................................................... 39
Reizen met of verzenden van de computer ......................................................................................................... 39
8 Uw computer en gegevens beveiligen ............................................................................................................ 41
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 41
Windows-wachtwoorden instellen ................................................................................................... 41
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS) ................................................................................ 42
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................................................................... 43
Internetbeveiligingssoftware gebruiken ............................................................................................................. 43
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................ 43
Firewallsoftware gebruiken .............................................................................................................. 44
Software-updates installeren ............................................................................................................................. 44
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................................... 44
ix
Uw draadloze netwerk beveiligen ....................................................................................................................... 44
Een back-up van uw software-applicaties en gegevens maken ......................................................................... 45
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................... 45
9 Setup Utility (BIOS) gebruiken ...................................................................................................................... 46
Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................................. 46
Setup Utility (BIOS) bijwerken ............................................................................................................................. 46
De BIOS-versie controleren ............................................................................................................... 46
Een BIOS-update voorbereiden ......................................................................................................... 47
Een BIOS-update downloaden ........................................................................................ 47
Een BIOS-update installeren ........................................................................................... 47
10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken ........................................................................................................ 49
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen bepaalde producten) ............................................. 49
Een fout-ID-code van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken ...................................... 49
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen .............................................................................. 49
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Help en ondersteuning ..... 49
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Support Assistant ............ 50
HP PC Hardware Diagnostics Windows downloaden ........................................................................ 50
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ............. 50
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden uit de Microsoft Store ............... 50
HP Hardware Diagnostics (Windows) downloaden op productnaam of -nummer
(alleen bepaalde producten) ........................................................................................... 50
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) installeren ........................................................................ 51
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken ................................................................................................... 51
Een fout-ID-code van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken ............................................. 51
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) starten ..................................................................................... 51
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden naar een USB-ashdrive ..................................... 52
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden .................... 52
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden op productnaam of
productnummer (alleen bepaalde producten) ............................................................... 52
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken (alleen bepaalde producten) ........... 53
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ................................................................ 53
De nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ....... 53
Remote HP PC Hardware Diagnostics UEFI downloaden op productnaam of
productnummer .............................................................................................................. 53
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen ...................................... 53
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten ................................................................................. 55
Terugzetmedia en back-ups van gegevens maken ............................................................................................. 55
Windows-hulpprogramma's gebruiken ............................................................................................ 55
x
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken
(alleen bepaalde producten) ............................................................................................................. 56
Herstellen en terugzetten ................................................................................................................................... 56
Herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen met behulp van Windows-hulpprogramma's .......... 56
Herstellen met behulp van HP terugzetmedia ................................................................................. 56
De opstartvolgorde van de computer wijzigen ................................................................................. 56
HP Sure Recover gebruiken (alleen bepaalde producten) ................................................................ 57
12 Specicaties .............................................................................................................................................. 58
Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 58
Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 59
13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 60
14 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 61
HP en toegankelijkheid ........................................................................................................................................ 61
De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt ............................................................... 61
De toezegging van HP ....................................................................................................................... 61
International Association of Accessibility Professionals (IAAP) ....................................................... 62
De beste ondersteunende technologie vinden ................................................................................. 62
Uw behoeften evalueren ................................................................................................. 62
Toegankelijkheid voor HP producten .............................................................................. 62
Normen en wetgeving ......................................................................................................................................... 63
Normen .............................................................................................................................................. 63
Mandaat 376 – EN 301 549 ............................................................................................ 63
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) ................................................................ 63
Wet- en regelgeving .......................................................................................................................... 64
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid ......................................................................... 64
Organisaties ...................................................................................................................................... 64
Onderwijsinstellingen ....................................................................................................................... 65
Andere bronnen voor mensen met beperkingen .............................................................................. 65
Koppelingen van HP .......................................................................................................................... 65
Contact opnemen met de ondersteuning ........................................................................................................... 65
Index ............................................................................................................................................................. 66
xi
xii
1 Aan de slag
Deze computer is een krachtig hulpmiddel waarmee u uw werkprestaties en entertainmentervaring kunt
verbeteren.
Dit hoofdstuk bevat informatie over wat u na de conguratie van uw computer moet doen en waar u meer HP-
bronnen kunt vinden. U leest hier ook wat u allemaal met uw computer kunt doen.
Aanbevolen procedures
Nadat u de computer hebt gecongureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te
voeren om optimaal te proteren van uw slimme investering:
Maak een back-up van uw vaste schijf door terugzetmedia te maken. Zie Back-ups maken, herstellen en
bestanden terugzetten op pagina 55.
Als u dat nog niet hebt gedaan, verbindt u het apparaat met een bekabeld of draadloos netwerk. Zie
Verbinding maken met een netwerk op pagina 16 voor meer informatie.
Leer de hardware en software van de computer kennen. Raadpleeg Vertrouwd raken met de computer
op pagina 3 en Entertainmentvoorzieningen op pagina 20 voor meer informatie.
Koop antivirussoftware of voer een update uit. Zie Antivirussoftware gebruiken op pagina 43.
Open de app HP Support Assistant: voor snelle online ondersteuning opent u de app HP Support
Assistant (alleen bepaalde producten). HP Support Assistant optimaliseert de prestaties van de
computer en lost problemen op met behulp van de meest recente software-updates,
diagnosehulpmiddelen en ondersteuningsinformatie. Typ support in het zoekvak op de taakbalk en
selecteer HP Support Assistant. Selecteer vervolgens Ondersteuning.
Aanvullende informatie van HP
Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Tabel
1-1 Aanvullende informatie
Informatie Inhoudsopgave
Installatie-instructies Overzicht van computerinstallatie en -functies
HP Ondersteuning
Ga voor HP Ondersteuning naar http://www.hp.com/
support en volg de instructies om uw product te vinden.
– of –
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer
vervolgens HP Support Assistant. Selecteer vervolgens
Support.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken in het zoekvak
van de taakbalk. Selecteer vervolgens Support.
Online chatten met een technicus van HP
Telefoonnummers voor ondersteuning
Video van vervangende onderdelen (alleen voor bepaalde
producten)
Onderhouds- en servicehandleidingen
Locaties HP Servicecentrum
Handleiding voor veiligheid en comfort Aanwijzingen voor een optimale werkplek
1
Tabel 1-1 Aanvullende informatie (vervolg)
Informatie Inhoudsopgave
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/ergo.
BELANGRIJK: Voor toegang tot de nieuwste versie
van de gebruikershandleiding moet u verbonden zijn
met internet.
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort
en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit
document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's (indien nodig)
Garantie*
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit
document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
BELANGRIJK: Voor toegang tot de nieuwste versie
van de gebruikershandleiding moet u verbonden zijn
met internet.
Specieke garantiegegevens voor deze computer
*U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In
sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de
garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Voor
producten gekocht in Azië en het Pacisch gebied kunt u HP aanschrijven op het volgende adres: POD, PO Box 161, Kitchener Road Post
Oice, Singapore 912006. Vermeld de productnaam en uw naam, telefoonnummer en postadres.
2 Hoofdstuk 1 Aan de slag
2 Vertrouwd raken met de computer
Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over
de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken.
Hardware zoeken
Als u wilt weten welke hardware in uw computer is geïnstalleerd, typt u apparaatbeheer in het zoekvak
van de taakbalk en selecteert u de app
Apparaatbeheer.
Voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-BIOS
drukt u op fn+esc (alleen bepaalde producten).
Software zoeken
Als u wilt weten welke software op uw computer is geïnstalleerd, klikt u met de rechtermuisknop op de knop
Start en selecteert u vervolgens Apps en onderdelen.
Rechterkant
In deze sectie worden de onderdelen aan de rechterkant van de computer beschreven.
OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het best overeenkomt met uw computer.
Tabel 2-1 Onderdelen aan de rechterkant en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) USB SuperSpeed-poort Hierop sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht en laadt (bij bepaalde producten)
kleine apparaten op wanneer de computer is ingeschakeld.
(2) Lampje van netvoedingsadapter/accu Wit: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu is
volledig opgeladen.
Wit knipperend: de netvoedingsadapter is niet aangesloten
en de accu heeft een lage acculading bereikt.
Oranje: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu
wordt opgeladen.
Uit: de accu wordt niet opgeladen.
3
Tabel 2-1 Onderdelen aan de rechterkant en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
(3) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
(4) microSD™-geheugenkaartlezer Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen
waarop u gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren
naar de computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart
aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze
vervolgens uit de geheugenkaartlezer.
(5)
USB Type-C
®
SuperSpeed-poort met HP opladen
in slaapstand
Hierop sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht en laadt kleine apparaten op, zelfs
wanneer de computer is uitgeschakeld.
– en –
Hierop sluit u een weergaveapparaat met een USB Type-C-
connector aan voor DisplayPort™-uitvoer.
OPMERKING: Mogelijk zijn er adapters en/of kabels vereist
(afzonderlijk aan te schaen).
(6) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video-
of audioapparaat, zoals een high-denition televisie, andere
compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een
high-speed HDMI-apparaat (High-Denition Multimedia
Interface).
(7) Bevestigingspunt voor beveiligingskabel Hier kunt u een optionele beveiligingskabel bevestigen aan de
computer.
OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste
plaats een ontmoedigingseect uitgaan. Deze voorziening kan
echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt
of wordt gestolen.
Linkerkant
In deze sectie worden de onderdelen aan de linkerkant van de computer beschreven.
OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het best overeenkomt met uw computer.
4 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-2 Onderdelen aan de linkerkant en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video-
of audioapparaat, zoals een high-denition televisie, andere
compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een
high-speed HDMI-apparaat (High-Denition Multimedia
Interface).
(2) USB SuperSpeed-poort Hierop sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht en laadt (bij bepaalde producten)
kleine apparaten op wanneer de computer is ingeschakeld of in
de slaapstand staat.
(3) USB Type-C SuperSpeed-poort met HP opladen
in slaapstand
Hierop sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht en laadt kleine apparaten op, zelfs
wanneer de computer is uitgeschakeld.
– en –
Hierop sluit u een weergaveapparaat met een USB Type-C-
connector aan voor DisplayPort-uitvoer.
OPMERKING: Mogelijk zijn er adapters en/of kabels vereist
(afzonderlijk aan te schaen).
(4) microSD-geheugenkaartlezer (alleen bepaalde
producten)
Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen
waarop u gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren
naar de computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart
aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze
vervolgens uit de geheugenkaartlezer.
Geheugenkaartlezer (alleen bepaalde
producten)
Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen
waarop u gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren
naar de computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart
aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
Linkerkant 5
Tabel 2-2 Onderdelen aan de linkerkant en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze
vervolgens uit de geheugenkaartlezer.
(5) Comboaansluiting voor audio-uit
(hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een
audiokabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u
hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze
aansluiting ondersteunt geen zelfstandige microfoons.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico op gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk
en selecteer vervolgens HP documentatie.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
Beeldscherm
Het beeldscherm van de computer kan essentiële onderdelen bevatten, zoals luidsprekers, antennes,
camera's en microfoons.
Modus voor weinig blauw licht (alleen bepaalde producten)
Het beeldscherm van de computer wordt vanuit de fabriek in de modus voor weinig blauw licht geleverd voor
een beter comfort en goede bescherming van de ogen. In deze modus wordt ook automatisch de hoeveelheid
blauw licht aangepast wanneer u de computer 's nachts gebruikt of wanneer u leest.
WAARSCHUWING! Raadpleeg de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico op ernstig letsel te
beperken. In deze handleiding worden de juiste inrichting van de werkplek en goede gewoonten met
betrekking tot houding, gezondheid en manier van werken voor computergebruikers beschreven. Bovendien
bevat de Handleiding voor veiligheid en comfort belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot
elektriciteit en de mechanische werking van de apparatuur. De Handleiding voor veiligheid en comfort is
beschikbaar op internet op http://www.hp.com/ergo.
OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het best overeenkomt met uw computer.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-3 Onderdelen van het beeldscherm en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) WLAN-antennes* Met deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN).
(2) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op.
(3) Camera Hiermee kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande beelden
vastleggen. Zie De camera gebruiken op pagina 20 voor het gebruik
van de camera. Met sommige camera's kunt u zich op bepaalde
producten ook bij Windows aanmelden met gezichtsherkenning in
plaats van een wachtwoord. Zie Windows Hello gebruiken (alleen
bepaalde producten) op pagina 43 voor meer informatie.
OPMERKING: De functies van de camera zijn afhankelijk van de
hardware van de camera en de software die op uw product is
geïnstalleerd.
(4) Cameralampje Aan: de camera is in gebruik.
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht moet u de directe omgeving
van de antennes vrijhouden.
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
Toetsenbordzone
Het toetsenbord kan per taal verschillen.
Instellingen en onderdelen van het touchpad
Hier vindt u informatie over de instellingen en onderdelen van het touchpad.
Touchpadinstellingen
In deze sectie wordt beschreven hoe u de instellingen van het touchpad aanpast.
Touchpadinstellingen aanpassen
Ga als volgt te werk om de touchpadinstellingen en touchpadbewegingen aan te passen.
1. Typ instellingen touchpad in het zoekvak van de taakbalk en druk vervolgens op enter.
2. Kies een instelling.
Het touchpad inschakelen
Ga als volgt te werk om het touchpad in te schakelen.
1. Typ instellingen touchpad in het zoekvak van de taakbalk en druk vervolgens op enter.
2. Klik met een externe muis op de touchpad-knop.
Als u geen externe muis gebruikt, drukt u herhaaldelijk op de Tab-toets tot de aanwijzer op de
touchpad-knop staat. Druk vervolgens op de spatiebalk om de knop te selecteren.
Toetsenbordzone 7
Touchpadonderdelen
In deze sectie worden de onderdelen van het touchpad beschreven.
Tabel 2-4 Onderdelen van het touchpad en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de
muisaanwijzer te verplaatsen of items op het scherm te
activeren.
OPMERKING: Zie Bewegingen op het touchpad en het
aanraakscherm gebruiken op pagina 25 voor meer informatie.
(2) Linkerbesturingszone Gebied met structuur voor het maken van extra bewegingen.
(3) Rechterbesturingszone Gebied met structuur voor het maken van extra bewegingen.
Lampjes
In deze sectie worden de lampjes van de computer beschreven.
OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het best overeenkomt met uw computer.
Tabel 2-5 Lampjes en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu
alles in hoofdletters.
8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-5 Lampjes en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
(2) Lampje voor geluid uit Aan: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
(3) Aan-uitlampje Aan: de computer is ingeschakeld.
Knipperend (alleen bepaalde producten): de computer
staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het
beeldscherm en andere onnodige onderdelen zijn
uitgeschakeld.
Uit: afhankelijk van uw computermodel is de computer
uitgeschakeld of staat deze in de hibernationstand of
slaapstand. De hibernationstand is een energiebesparende
stand waarin zo weinig mogelijk energie wordt verbruikt.
Knop, ventilatieopening en vingerafdruklezer
In deze sectie worden de aan-uitknop, ventilatieopening en vingerafdruklezer beschreven.
OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het best overeenkomt met uw computer.
Vingerafdruklezers worden gebruikt voor aanmelding met een vingerafdruk en kunnen zich op het touchpad
bevinden, op een zijpaneel van de computer of op de afdekking onder het toetsenbord.
BELANGRIJK: Om te controleren of uw computer aanmelding via een vingerafdruklezer ondersteunt, typt u
Aanmeldingsopties in het zoekvak van de taakbalk en volgt u de instructies op het scherm. Als
Vingerafdruklezer niet wordt weergegeven als optie, bevat uw computer geen vingerafdruklezer.
Tabel 2-6 Knop, ventilatieopening en vingerafdruklezer en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te
voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator
automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
(2) Aan-uitknop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u kort op de aan-
uitknop om de computer in te schakelen.
Toetsenbordzone 9
Tabel 2-6 Knop, ventilatieopening en vingerafdruklezer en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-
uitknop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen (alleen
bepaalde producten).
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort
op de aan-uitknop om de hibernationstand te beëindigen.
BELANGRIJK: Als u de aan-uitknop ingedrukt houdt, gaan niet-
opgeslagen gegevens verloren.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures
geen resultaat hebben, houdt u de aan-uitknop ten minste 10
seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg Energiebeheer voor meer informatie over de
energiebeerinstellingen:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
Energiemeter en selecteer vervolgens
Energiebeheer.
(3) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde producten) Hiermee kunt u zich bij Windows aanmelden met uw
vingerafdruk in plaats van een wachtwoord.
Leg uw vinger op de vingerafdruklezer. Zie Windows Hello
gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 43 voor
meer informatie.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u problemen
ondervindt met het aanmelden met uw vingerafdruk, moet
u er tijdens het vastleggen van uw vingerafdruk voor
zorgen dat alle zijden van uw vinger door de
vingerafdruklezer worden geregistreerd.
Speciale toetsen
In deze sectie worden de speciale toetsen beschreven.
OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het best overeenkomt met uw computer.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-7 Speciale toetsen en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een andere toets om
bepaalde systeemfuncties uit te voeren.
(3) Windows-toets Hiermee opent u het startmenu.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt,
wordt het startmenu afgesloten.
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit zoals
gedenieerd door de pictogramsymbolen op de functietoetsen
f1 tot en met f12. Zie Actietoetsen op pagina 11.
(5) Aan-uitknop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u kort op de aan-
uitknop om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-
uitknop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen (alleen
bepaalde producten).
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort
op de aan-uitknop om de hibernationstand te beëindigen.
BELANGRIJK: Als u de aan-uitknop ingedrukt houdt, gaan niet-
opgeslagen gegevens verloren.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures
geen resultaat hebben, houdt u de aan-uitknop ten minste 10
seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg Energiebeheer voor meer informatie over de
energiebeerinstellingen:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
Energiemeter en selecteer vervolgens
Energiebeheer.
(6) num lock-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke
functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
(7) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een afzonderlijk toetsenblok rechts van het alfabettoetsenbord.
Wanneer u op num lock hebt gedrukt, kan het toetsenblok
worden gebruikt als extern numeriek toetsenblok.
OPMERKING: Als de toetsenblokfunctie actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt deze
functie opnieuw actief wanneer de computer weer wordt
ingeschakeld.
Actietoetsen
In deze sectie worden de actietoetsen beschreven.
Met de actietoetsen voert u veelgebruikte systeemfuncties uit zoals gedenieerd door de pictogramsymbolen
op de functietoetsen f1 tot en met f12. De actietoetsen kunnen per computer verschillen.
Toetsenbordzone 11
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.
OPMERKING: Op sommige producten moet u de fn-toets indrukken in combinatie met de gewenste
actietoets.
Tabel 2-8 Actietoetsen en de bijbehorende beschrijvingen
Pictogram Beschrijving
Hiermee kunt u voorkomen dat er van opzij wordt meegekeken. Indien nodig verlaagt of verhoogt u de
helderheid in een goed verlichte of donkere omgeving. Druk opnieuw op de toets om het privacyscherm uit te
schakelen.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Hiermee opent u de webpagina "Hulp krijgen in Windows 10".
Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als u bijvoorbeeld op
deze toets drukt terwijl er een monitor is aangesloten op de computer, wordt er geschakeld tussen weergave
op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm
en de monitor.
Hiermee wordt de achtergrondverlichting van het toetsenbord in- of uitgeschakeld. Op bepaalde producten
kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het toetsenbord aanpassen. Druk herhaaldelijk op de
toets om de helderheid aan te passen van hoog (wanneer u de computer voor het eerst opstart) naar laag
naar uit. Nadat u de instellingen voor de achtergrondverlichting van het toetsenbord hebt aangepast, wordt,
elke keer dat u de computer inschakelt, de achtergrondverlichting teruggezet naar de vorige instelling. De
achtergrondverlichting van het toetsenbord wordt na 30 seconden van inactiviteit uitgeschakeld. Druk op een
willekeurige toets of tik op het touchpad om de achtergrondverlichting van het toetsenbord weer in te
schakelen (alleen bepaalde producten). Als u accustroom wilt besparen, schakelt u deze voorziening uit.
Hiermee speelt u het vorige nummer van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of blu-rayschijf af.
Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of blu-rayschijf afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten.
Hiermee speelt u het volgende nummer van een audio-cd of het volgende gedeelte van een dvd of blu-
rayschijf af.
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-8 Actietoetsen en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Pictogram Beschrijving
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd.
Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
Hiermee dempt u het geluid van de microfoon.
Hiermee schakelt u het touchpad in of uit.
Hiermee schakelt u de vliegtuigmodus en de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
OPMERKING: De toets voor de vliegtuigmodus wordt ook wel de knop voor draadloze communicatie
genoemd.
OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat er een draadloze verbinding tot stand
kan worden gebracht.
Onderkant
In deze sectie worden de onderdelen aan de onderkant beschreven.
Tabel
2-9 Onderdelen aan de onderkant en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Luidsprekers (2) Luidsprekers produceren geluid.
(2) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
Onderkant 13
Tabel 2-9 Onderdelen aan de onderkant en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: De ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne
ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de
computer gebruikt.
Labels
De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u
problemen met het systeem wilt oplossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. De labels
kunnen van papier zijn of gedrukt zijn op het product.
BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de labels die in dit gedeelte worden beschreven: de
onderkant van de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep, op de achterkant van het scherm of
op de onderkant van de standaard van een tablet.
Servicelabel: dit label bevat belangrijke informatie voor het identiceren van uw computer. Wanneer u
contact opneemt met de ondersteuning, moet u mogelijk het serie-, product- en modelnummer
opgeven. Zoek deze informatie op voordat u contact opneemt met de ondersteuning.
Het servicelabel lijkt op een van de onderstaande voorbeelden. Raadpleeg de afbeelding die het meest
overeenkomt met het servicelabel van uw computer.
Tabel
2-10 Onderdelen van het servicelabel
Onderdeel
(1) HP productnaam
(2) Modelnummer
(3) Garantieperiode
(4) Product-ID
(5) Serienummer
14 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-11 Onderdelen van het servicelabel
Onderdeel
(1) HP productnaam
(2) Product-ID
(3) Serienummer
(4) Garantieperiode
Label(s) met kennisgevingen: deze labels bevatten kennisgevingen betreende het gebruik van de
computer.
Label(s) met certicering voor draadloze communicatie: deze labels bevatten informatie over optionele
apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken voor de landen of regio's waarin deze
apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
Labels 15
3 Verbinding maken met een netwerk
U kunt de computer overal mee naar toe nemen. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of
draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaen tot miljoenen websites. In dit
hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt.
OPMERKING: In de meeste landen ondersteunen Wi-Fi-verbindingen de snelheid 802.11ax, ook wel Wi-Fi 6
genoemd. Deze functie wordt niet ondersteund in landen waar de Wi-Fi-instellingen moeten worden
geoptimaliseerd volgens lokale voorschriften (802.11ac).
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Uw computer bevat mogelijk een of meer apparaten voor draadloze communicatie.
WLAN-apparaat: via dit apparaat maakt u verbinding met draadloze lokale netwerken (ook wel Wi-Fi-
netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimtes, bij u thuis of in openbare ruimtes, zoals
vliegvelden, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. Het WLAN-apparaat in uw computer
communiceert met een draadloze router of een draadloos toegangspunt (beiden afzonderlijk aan te
schaen).
HP module voor mobiel breedband: hiermee wordt een draadloze verbinding geboden via een WWAN
(wireless wide-area network), een veel groter gebied. Aanbieders van mobiele netwerkdiensten zetten
basisstations op (vergelijkbaar met zendmasten voor mobiele telefonie) die dekking bieden in hele
regio's, provincies of zelfs landen.
Bluetooth®-apparaat: hiermee kunt u een persoonlijk netwerk (Personal Area Network, PAN) opzetten
om verbinding te maken met andere voor Bluetooth geschikte apparaten, zoals computers, telefoons,
printers, headsets, luidsprekers en camera's. In een PAN communiceert elk apparaat rechtstreeks met
andere apparaten en moeten de apparaten zich relatief dicht bij elkaar bevinden, normaal gesproken
binnen een straal van 10 meter (ongeveer 33 feet) van elkaar.
De voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken
U kunt de apparaten voor draadloze communicatie in uw computer beheren met een of meer functies.
Toets voor de vliegtuigmodus (ook wel knop voor draadloze communicatie of toets voor draadloze
communicatie genoemd)
Voorzieningen van het besturingssysteem
Toets voor de vliegtuigmodus
De computer bevat mogelijk een toets voor de vliegtuigmodus, een of meer apparaten voor draadloze
communicatie en een of twee lampjes voor draadloze communicatie. Alle apparaten voor draadloze
communicatie in de computer worden in de fabriek ingeschakeld.
Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze
communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep.
Voorzieningen van het besturingssysteem
Via het Netwerkcentrum kunt u een verbinding tot stand brengen of netwerk congureren, verbinding maken
met een netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
16 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
U gebruikt de voorzieningen van het besturingssysteem als volgt:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer vervolgens
Netwerk- en internetinstellingen openen.
– of –
Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer vervolgens Netwerk- en
internetinstellingen.
Verbinding maken met een draadloos netwerk (WLAN)
Voordat u via deze procedure verbinding kunt maken met een WLAN, moet u eerst een internetverbinding
congureren.
OPMERKING: Als u een internetverbinding wilt congureren bij u thuis, moet u een account aanvragen bij
een internetprovider (ISP). Neem contact op met een lokale internetprovider om een internetservice en een
modem aan te schaen. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een
netwerkkabel om uw draadloze router aan te sluiten op het modem en het testen van de internetservice.
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en maak verbinding met een van de beschikbare
netwerken.
Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te
voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, bevindt u zich mogelijk buiten het bereik van
een draadloze router of toegangspunt.
OPMERKING: Ga als volgt te werk als het WLAN waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt
weergegeven:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer
vervolgens Netwerk- en internetinstellingen openen.
– of –
Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en selecteer vervolgens Netwerk- en
internetinstellingen.
Selecteer Netwerkcentrum onder het gedeelte Netwerkinstellingen wijzigen.
Selecteer Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.
Er wordt een lijst met opties weergegeven om handmatig te zoeken naar een netwerk en hier verbinding
mee te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding tot stand te brengen.
3. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat u verbinding hebt gemaakt, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus
helemaal rechts op de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: Het eectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de
WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste
obstakels zoals wanden en vloeren.
HP Mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten)
Uw computer met HP Mobiel breedband heeft ingebouwde ondersteuning voor mobiele breedbanddiensten.
In combinatie met een mobiel netwerk biedt uw nieuwe computer u volledige vrijheid: u kunt verbinding
Verbinding maken met een draadloos netwerk 17
maken met internet en e-mail en u kunt uw bedrijfsnetwerk bereiken zonder dat u daarvoor een Wi-Fi-
hotspot nodig hebt.
Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP module voor mobiel breedband nodig om deze
dienst te activeren. Het nummer staat mogelijk op een label aan de onderkant van de computer, in de
accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm.
– of –
1. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk.
2. Selecteer Netwerk- en internetinstellingen.
3. Selecteer in het gedeelte Netwerk en internet de optie Mobiel en selecteer vervolgens Geavanceerde
opties.
Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een SIM-kaart (subscriber
identity module). Een SIM-kaart bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identicatienummer (PIN),
en over het netwerk. Sommige tablets hebben een vooraf geïnstalleerde SIM-kaart. Als de SIM-kaart niet
vooraf is geïnstalleerd, wordt deze geleverd bij de documenten voor HP Mobiel breedband of wordt deze
afzonderlijk geleverd door de aanbieder van de mobiele netwerkdiensten.
Informatie over HP Mobiel breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder van mobiele
netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP Mobiel breedband dat bij de
computer is geleverd.
Gps gebruiken (alleen bepaalde producten)
De computer kan zijn voorzien van een gps-apparaat (Global Positioning System). Gps-satellieten geven
locatie-, snelheids- en richtinggegevens door aan systemen die met gps zijn uitgerust.
Zorg dat locatie is ingeschakeld in de Locatie-instelling als u gps wilt inschakelen.
Typ locatie in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Privacyinstellingen voor locatie en selecteer
vervolgens een instelling.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen klein bereik, ter vervanging van fysieke
kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten.
Computers (desktopcomputer, notebookcomputer)
Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)
Weergaveapparaten (printer, camera)
Audioapparaten (headset, luidsprekers)
Muis
Extern toetsenbord
Bluetooth-apparaten aansluiten
Voordat u een Bluetooth-apparaat kunt gebruiken, moet u een Bluetooth-verbinding tot stand brengen.
1. Typ bluetooth in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Bluetooth-instellingen en
instellingen van overige apparaten.
2. Schakel Bluetooth in als dat nog niet is gebeurd.
18 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
3. Selecteer Bluetooth- of ander apparaat toevoegen en selecteer Bluetooth in het dialoogvenster Een
apparaat toevoegen.
4. Selecteer uw apparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: Als het apparaat vericatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg op het
apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat
overeenkomt met de koppelingscode. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij het apparaat
is meegeleverd.
OPMERKING: Als uw apparaat niet wordt weergegeven in de lijst, controleert u of Bluetooth is ingeschakeld
op het apparaat. Sommige apparaten hebben mogelijk aanvullende vereisten. Raadpleeg de documentatie
die bij het apparaat is meegeleverd.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen
bepaalde producten)
Gebruik een LAN-verbinding als u de computer direct wilt aansluiten op een router in uw huis (in plaats van
draadloos werken) of als u verbinding wilt maken met een bestaand netwerk op uw werk.
Als de computer geen RJ-45-poort heeft, hebt u een netwerkkabel nodig en een netwerkconnector of
optioneel dockingstation of uitbreidingsproduct om verbinding te maken met een LAN.
Ga als volgt te werk om de netwerkkabel aan te sluiten:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een
router.
OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de
ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het
uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen bepaalde producten) 19
4 Entertainmentvoorzieningen
Gebruik uw HP computer als entertainmenthub om via de camera uw sociale contacten te onderhouden,
muziek te luisteren en lms te downloaden en te kijken. Of sluit externe apparaten aan, zoals een monitor,
projector, tv, luidsprekers of een hoofdtelefoon, en maak de computer een nog krachtiger
entertainmentcentrum.
De camera gebruiken
Uw computer heeft één of meerdere camera's waarmee u verbinding kunt maken met anderen tijdens het
gamen of tijdens uw werk. Camera's kunnen naar voren of achteren zijn gericht of kunnen omhoog komen.
Om te bepalen welke camera of camera's uw product heeft, raadpleegt u Vertrouwd raken met de computer
op pagina 3.
Met de meeste camera's kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande beelden vastleggen. Andere
camera's bieden ook mogelijkheden voor HD (high-denition), games of gezichtsherkenningssoftware, zoals
Windows Hello. Zie Uw computer en gegevens beveiligen op pagina 41 voor meer informatie over het
gebruik van Windows Hello.
Op bepaalde producten kunt u de privacy van uw camera verhogen door de camera uit te schakelen. De
camera is standaard ingeschakeld. Druk op de privacytoets om de camera uit te schakelen. Het privacylampje
voor de camera gaat aan. Druk nogmaals op de toets om de camera weer in te schakelen.
Als u de camera wilt gebruiken, typt u camera in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u vervolgens
Camera in de lijst met applicaties.
Audio gebruiken
U kunt muziek downloaden en luisteren, audio-inhoud (inclusief radio) van internet streamen, audio opnemen
of audio en video mixen om multimedia te creëren. U kunt ook muziek-cd's afspelen op de computer (op
bepaalde producten) of een externe optischeschijfeenheid aansluiten om cd's af te spelen. Om uw
luisterervaring te verbeteren, sluit u externe audioapparaten aan, zoals luidsprekers of een hoofdtelefoon.
Luidsprekers aansluiten
U kunt bekabelde luidsprekers op de computer aansluiten via een USB-poort of via de comboaansluiting voor
audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de computer of een dockingstation.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om draadloze luidsprekers aan te sluiten op de
computer. Zie HDMI-audio congureren op pagina 23 voor informatie over het aansluiten van high-
denition luidsprekers op de computer. Zet het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit.
Een hoofdtelefoon aansluiten
U kunt een hoofdtelefoon met een kabel aansluiten op de comboaansluiting voor audio-uit (hoofdtelefoon)/
audio-in (microfoon) van de computer.
20 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico op gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
voor meer informatie over veiligheid.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze hoofdtelefoon aan te sluiten op de
computer.
Een headset aansluiten
Een hoofdtelefoon die is gecombineerd met een microfoon wordt een headset genoemd. U kunt een headset
met kabel aansluiten op de comboaansluiting voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de
computer.
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico op gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
voor meer informatie over veiligheid.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze headset aan te sluiten op de
computer.
Geluidsinstellingen gebruiken
Gebruik de geluidsinstellingen om het systeemvolume aan te passen, systeemgeluiden te wijzigen of
audioapparaten te beheren.
Geluidsinstellingen
Voer deze stappen uit om de geluidsinstellingen te bekijken of te wijzigen.
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Conguratiescherm,
Hardware en geluiden en selecteer vervolgens Geluid.
Audio-instellingen
Uw computer beschikt mogelijk over een geavanceerd geluidssysteem van Bang & Olufsen, B&O of een
andere leverancier. De computer kan hierdoor zijn voorzien van geavanceerde audiovoorzieningen die kunnen
worden geregeld via een conguratiescherm voor audio dat speciek is voor uw geluidssysteem.
Gebruik het conguratiescherm voor audio om audio-instellingen te bekijken en te beheren.
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer Conguratiescherm,
Hardware en geluiden en vervolgens het conguratiescherm voor uw audiosysteem.
Video gebruiken
Uw computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt
bekijken en video's en lms kunt downloaden om op uw computer te bekijken wanneer u geen verbinding hebt
met een netwerk.
Om uw kijkgenot te vergroten, kunt u een van de videopoorten op de computer gebruiken om een externe
monitor, projector of tv aan te sluiten.
Video gebruiken 21
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van
de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Ga voor informatie over het gebruik van USB Type-C naar http://www.hp.com/support en volg de instructies
om uw product te zoeken.
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten)
Gebruik een HDMI-kabel (High-Denition Multimedia Interface) om high-denition apparatuur aan te sluiten
voor een optimale audio- en videoweergave.
Een HD-televisie of HD-monitor aansluiten via HDMI
Als u het beeld van het computerscherm op een HD-televisie of HD-monitor wilt weergeven, volgt u de
instructies om het HD-apparaat aan te sluiten:
OPMERKING: Als u een HDMI-apparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u
afzonderlijk moet aanschaen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer.
OPMERKING: De vorm van de HDMI-poort kan per product verschillen.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HD-televisie of HD-monitor.
3. Druk op f2 om tussen de vier weergavestanden te schakelen:
Alleen pc-scherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de
computer.
Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het
externe apparaat.
Uitbreiden: hiermee wordt het beeld uitgespreid weergegeven op zowel de computer als het
externe apparaat.
Alleen tweede scherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat.
Telkens wanneer u op f2 drukt, verandert de weergavestand.
22 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen
OPMERKING: Als u de optie Uitbreiden kiest, kunt u voor het beste resultaat de schermresolutie van
het externe apparaat als volgt verhogen. Selecteer de knop Start, Instellingen en daarna Systeem.
Selecteer onder Beeldscherm de juiste resolutie en selecteer vervolgens Wijzigingen behouden.
HDMI-audio congureren
HDMI is de enige video-interface die HD-video en HD-audio ondersteunt.
HDMI-audio inschakelen
Ga als volgt te werk om HDMI-audio in te schakelen nadat u een tv met HDMI op de computer hebt
aangesloten.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van
de taakbalk en selecteer vervolgens Afspeelapparaten.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat.
3. Selecteer Als standaard instellen en selecteer vervolgens OK.
Audio weer afspelen via de computerluidsprekers
Voer deze stappen uit om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer te beluisteren.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van
de taakbalk en selecteer vervolgens Afspeelapparaten.
2. Selecteer Luidsprekers op het tabblad Afspelen.
3. Selecteer Als standaard instellen en selecteer vervolgens OK.
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen
bepaalde producten)
Ga als volgt te werk om met Miracast® compatibele draadloze beeldschermen te zoeken en hiermee
verbinding te maken zonder uw huidige apps te verlaten.
1. Typ projecteren in het zoekvak van de taakbalk en klik op Projecteren op een tweede scherm.
2. Selecteer Verbinding maken met een draadloos beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
Gegevensoverdracht gebruiken
Uw computer is een krachtig entertainmentapparaat waarop u foto's, video's en lms kunt bekijken die via uw
USB-apparaat zijn overgezet.
Om uw kijkgenot te vergroten, kunt u een van de USB Type-C-poorten van de computer gebruiken om een
USB-apparaat aan te sluiten, zoals een mobiele telefoon, camera, activiteitstracker of smartwatch, en uw
bestanden over te zetten naar de computer.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van
de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Ga voor informatie over het gebruik van USB Type-C naar http://www.hp.com/support en volg de instructies
om uw product te zoeken.
Gegevensoverdracht gebruiken 23
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten)
Als u een USB Type-C-apparaat op uw computer wilt aansluiten, hebt u een USB Type-C-kabel nodig die u
afzonderlijk moet aanschaen.
1. Sluit het ene uiteinde van de USB Type-C-kabel aan op de USB Type-C-poort van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het externe apparaat.
24 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen
5 Navigeren op het scherm
Afhankelijk van uw computermodel kunt u een of meerdere methoden gebruiken om op het computerscherm
navigeren.
Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken.
Aanraakbewegingen op het touchpad gebruiken.
Een muis of een toetsenbord gebruiken (afzonderlijk aan te schaen).
Een schermtoetsenbord gebruiken.
Een trackpoint gebruiken.
Bewegingen op het touchpad en het aanraakscherm gebruiken
Met behulp van het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het computerscherm navigeren en
de muisaanwijzer besturen. Ook kunt u de linker- en rechterknop van het touchpad gebruiken zoals u de
corresponderende knoppen van een externe muis zou gebruiken. Om op een aanraakscherm te navigeren
(alleen bepaalde producten), raakt u het scherm aan en gebruikt u de bewegingen die in dit hoofdstuk worden
beschreven.
Als u bewegingen wilt aanpassen en video's wilt zien van de werking ervan, typt u configuratiescherm
in het zoekvak van de taakbalk, selecteert u Conguratiescherm en selecteert u vervolgens Hardware en
geluiden. Selecteer onder Apparaten en printers de optie Muis.
Sommige producten bevatten een precisie-touchpad dat verbeterde functionaliteit voor bewegingen biedt.
Als u wilt weten of u een precisie-touchpad hebt en als u meer wilt weten hierover, selecteert u Start,
Instellingen, Apparaten en vervolgens Touchpad.
OPMERKING: Tenzij anders vermeld, kunnen de bewegingen worden gebruikt op zowel een touchpad als
een aanraakscherm.
Tikken
Wijs een item op het scherm aan en tik met uw vinger op de touchpadzone of het aanraakscherm om het item
te selecteren. Dubbeltik op een item om het te openen.
Zoomen door met twee vingers te knijpen
Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen.
25
Zoom uit door twee vingers uit elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze
vervolgens naar elkaar toe te bewegen.
Zoom in door twee vingers bij elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze
vervolgens van elkaar af te bewegen.
Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts
om omhoog, omlaag of opzij te gaan op een pagina of in een afbeelding.
Tikken met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Tik met twee vingers op de touchpadzone om het optiemenu voor het geselecteerde object te openen.
OPMERKING: Als u met twee vingers tikt, wordt dezelfde actie uitgevoerd als wanneer u met de
rechtermuisknop van een muis klikt.
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Met de tikbeweging met drie vingers wordt standaard het zoekvak van de taakbalk geopend. Tik met drie
vingers op de touchpadzone om de beweging uit te voeren.
26 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Tikken onder Bewegingen met drie
vingers.
Tikken met vier vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Als u met vier vingers tikt, wordt standaard het Actiecentrum geopend. Tik met vier vingers op de
touchpadzone om de beweging uit te voeren.
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Tikken onder Bewegingen met vier
vingers.
Vegen met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Als u met drie vingers veegt, wordt standaard tussen geopende apps en het bureaublad geschakeld.
Veeg met drie vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Veeg met drie vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven.
Veeg met drie vingers naar links of rechts om te schakelen tussen geopende vensters.
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Vegen onder Bewegingen met drie
vingers.
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad)
Als u met vier vingers veegt, wordt standaard tussen geopende bureaubladen geschakeld.
Veeg met vier vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Veeg met vier vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven.
Veeg met vier vingers naar links of rechts om tussen bureaubladen te schakelen.
Bewegingen op het touchpad en het aanraakscherm gebruiken 27
Om de functie van deze beweging te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen, Apparaten en Touchpad.
Selecteer een bewegingsinstelling in het vak Vegen onder Bewegingen met vier vingers.
Schuiven met één vinger (aanraakscherm)
Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen.
Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin
u wilt bewegen.
Als u een object wilt verplaatsen, drukt u met uw vinger op een object en sleept u vervolgens om het
object te verplaatsen.
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken
Met een optioneel toetsenbord of een optionele muis kunt u typen, items selecteren, scrollen en dezelfde
functies uitvoeren als bij het gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en hotkeys op het
toetsenbord kunt u specieke functies uitvoeren.
Een schermtoetsenbord gebruiken (alleen bepaalde producten)
Op bepaalde producten is een schermtoetsenbord beschikbaar.
1. Om een schermtoetsenbord weer te geven, tikt u op het toetsenbordpictogram in het systeemvak aan
de rechterkant van de taakbalk.
2. Begin te typen.
OPMERKING: Boven aan het schermtoetsenbord kunnen suggesties voor woorden verschijnen. Tik op
een woord om het te selecteren.
OPMERKING: Actietoetsen en hotkeys worden niet weergegeven of werken niet op het
schermtoetsenbord.
28 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
6 Energiebeheer
Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer
alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron is om de accu op te laden, moet u de
acculading goed in de gaten houden.
Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk beschreven voorzieningen voor energiebeheer beschikbaar op uw
computer.
De slaapstand en hibernationstand gebruiken
Windows kent twee energiebesparende standen: de slaapstand en de hibernationstand.
BELANGRIJK: Er zijn verschillende beveiligingsrisico's bekend van een computer die in de slaapstand staat.
Om te voorkomen dat een onbevoegde gebruiker toegang krijgt tot de gegevens op uw computer, zelfs
gecodeerde gegevens, raadt HP aan om in plaats van de slaapstand de hibernationstand te activeren wanneer
u niet fysiek bij de computer bent. Dit is vooral van belang als u met de computer reist.
BELANGRIJK: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een
externe mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van
audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
Slaapstand: de slaapstand wordt automatisch geactiveerd na een periode van inactiviteit. Uw werk
wordt opgeslagen, zodat u uw werk zeer snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig
activeren. Zie De slaapstand activeren en beëindigen op pagina 29 voor meer informatie.
Hibernationstand: de hibernationstand wordt automatisch geactiveerd als de accu een kritiek niveau
bereikt of als de computer gedurende een langere periode in de slaapstand heeft gestaan. In de
hibernationstand wordt uw werk opgeslagen in een hibernationbestand en wordt de computer
uitgeschakeld. U kunt de hibernationstand ook handmatig activeren. Zie De hibernationstand activeren
en beëindigen (alleen bepaalde producten) op pagina 30 voor meer informatie.
De slaapstand activeren en beëindigen
U kunt de slaapstand op verschillende manieren activeren.
Selecteer de knop Start, selecteer het pictogram Aan/uit en selecteer vervolgens Slaapstand.
Sluit het scherm (alleen bepaalde producten).
Druk op de hotkey voor de slaapstand (alleen bepaalde producten); bijvoorbeeld fn+f1 of fn+f12.
Druk kort op de aan-uitknop (alleen bepaalde producten).
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren beëindigen:
Druk kort op de aan-uitknop.
Als de computer gesloten is, tilt u de klep van het beeldscherm op (alleen bepaalde producten).
Druk op een toets op het toetsenbord (alleen bepaalde producten).
Tik op het touchpad (alleen bepaalde producten).
Nadat de slaapstand van de computer is beëindigd, wordt uw werk weer weergegeven op het scherm.
29
OPMERKING: Als u hebt aangegeven dat er een wachtwoord moet worden opgegeven om de slaapstand te
beëindigen, verschijnt uw werk weer op het scherm nadat u uw Windows-wachtwoord hebt ingevoerd.
De hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten)
Via Energiebeheer kunt u handmatig de hibernationstand activeren en energiebeheerinstellingen en time-
outs wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer vervolgens
Energiebeheer.
2. Selecteer in het deelvenster links Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen (aanduiding verschilt
mogelijk per product).
3. Afhankelijk van uw product kunt u op een van de volgende manieren de hibernationstand inschakelen
voor accuvoeding of een externe voedingsbron:
Aan-uitknop: selecteer onder Instellingen voor aan/uit-knop, slaapstandknop en deksel
(aanduiding kan verschillen per product) de optie Actie als ik op de aan/uit-knop druk en
vervolgens Sluimerstand.
Slaapstandknop (alleen bepaalde producten): selecteer onder Instellingen voor aan/uit-knop,
slaapstandknop en deksel (aanduiding kan verschillen per product) de optie Actie als ik op de
slaapstandknop druk: en vervolgens Sluimerstand.
Deksel (alleen bepaalde producten): selecteer onder Instellingen voor aan/uit-knop,
slaapstandknop en deksel (aanduiding kan verschillen per product) de optie Actie als ik het
deksel sluit en vervolgens Sluimerstand.
Aan-uitmenu: selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en schakel
onder Instellingen voor afsluiten het selectievakje Sluimerstand in.
Het aan-uitmenu kan worden geopend door de knop Start te selecteren.
4. Selecteer Wijzigingen opslaan.
Om de hibernationstand te activeren, gebruikt u de methode die u in stap 3 hebt gebruikt.
Om de hibernationstand te beëindigen, drukt u kort op de aan-uitknop.
OPMERKING: Als u hebt aangegeven dat er een wachtwoord moet worden opgegeven om de
hibernationstand te beëindigen, verschijnt uw werk weer op het scherm nadat u uw Windows-wachtwoord
hebt ingevoerd.
De computer afsluiten (uitschakelen)
Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en
worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
BELANGRIJK: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen.
Zorg ervoor dat u uw werk opslaat voordat u de computer afsluit.
Schakel de computer uit als deze lange tijd niet wordt gebruikt en koppel deze los van de externe
voedingsbron.
De aanbevolen procedure hiervoor is de opdracht Afsluiten in Windows.
30 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
OPMERKING: Als de computer in de slaap- of hibernationstand staat, moet u eerst de slaap- of
hibernationstand beëindigen door kort op de aan-uitknop te drukken.
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.
2. Selecteer de knop Start, selecteer het pictogram Aan/uit en selecteer vervolgens Afsluiten.
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken,
probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde:
Druk op ctrl+alt+delete, selecteer het pictogram Aan/uit en selecteer vervolgens Afsluiten.
Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal 10 seconden ingedrukt.
Als de computer een door de gebruiker vervangbare accu heeft (alleen bepaalde producten), koppelt u
de computer los van de externe voedingsbron en verwijdert u de accu.
Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe voeding werkt.
Wanneer u de muisaanwijzer op het pictogram plaatst als de accu bijna leeg is, wordt een melding
weergegeven.
Het pictogram Energiemeter bevindt zich op de taakbalk van Windows. Via dit pictogram krijgt u snel
toegang tot de energiebeheerinstellingen en kunt u de resterende acculading bekijken.
Plaats de muisaanwijzer op het pictogram Energiemeter om het percentage resterende
acculading weer te geven.
Om Energiebeheer te gebruiken, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter
en selecteert u vervolgens Energiebeheer.
Accuvoeding gebruiken
Wanneer de computer een opgeladen accu bevat en de computer niet is aangesloten op een externe
voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is uitgeschakeld en niet is
aangesloten op een externe voedingsbron, loopt de accu in de computer langzaam leeg. De computer geeft
een bericht weer wanneer de accu bijna leeg is.
WAARSCHUWING! Gebruik uitsluitend de volgende producten om veiligheidsrisico's te beperken: de bij de
computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als
accessoire is aangeschaft bij HP.
De accuwerktijd van de accu van een computer kan verschillen afhankelijk van de instellingen voor
energiebeheer, de geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de
computer is aangesloten en andere factoren.
OPMERKING: Op bepaalde computermodellen kunt u tussen grasche controllers schakelen, zodat u de
accu langer kunt gebruiken.
Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken 31
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met de functie HP Fast Charge kunt u de accu van uw computer snel opladen. De oplaadtijd kan ±10%
afwijken. Als de resterende acculading tussen 0 en 50% ligt, wordt de accu in minder dan 30 tot 45 minuten
opgeladen tot 50% van de volledige capaciteit, afhankelijk van het computermodel.
Om HP Fast Charge te gebruiken, schakelt u de computer uit en sluit u vervolgens de netvoedingsadapter aan
op de computer en op een externe voedingsbron.
De acculading weergeven
Wanneer u de computer gebruikt terwijl deze alleen op accuvoeding werkt, moet u regelmatig de acculading
controleren.
Plaats de muisaanwijzer op het pictogram Energiemeter om het percentage resterende acculading
weer te geven.
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde
producten)
U kunt op verschillende manieren toegang krijgen tot informatie over de accu.
1. Typ support in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen en selecteer vervolgens in het gedeelte Diagnose de
optie HP Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen,
neemt u contact op met de ondersteuning.
HP Support Assistant biedt de volgende hulpprogramma's en informatie over de accu:
HP Accucontrole
Informatie over soorten accu's, specicaties, levensduur en capaciteit
Accuvoeding besparen
Gebruik de volgende tips om accuvoeding te besparen en de levensduur van de accu te maximaliseren.
Verlaag de helderheid van het scherm.
Schakel draadloze apparaten uit wanneer u deze niet gebruikt.
Koppel ongebruikte externe apparatuur los die niet is aangesloten op een externe voedingsbron, zoals
een externe vaste schijf die op een USB-poort is aangesloten.
Zet alle optionele externe mediakaarten die u niet gebruikt, stop, schakel ze uit of verwijder ze.
Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken.
Een lage acculading herkennen
Als de accu van de computer bijna leeg is of een kritiek laag ladingsniveau bereikt, wordt dit aangegeven
middels het acculampje en een melding van het pictogram Energiemeter.
Het acculampje (alleen bepaalde producten) geeft een laag of kritiek laag niveau van de acculading aan.
32 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
– of –
Het pictogram Energiemeter geeft een lage of kritiek lage acculading aan.
OPMERKING: Raadpleeg Het pictogram Energiemeter en Energiebeheer gebruiken op pagina 31 voor
meer informatie over het pictogram Energiemeter.
Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende:
Als de hibernationstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de
computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld. Hierbij gaat
niet-opgeslagen werk verloren.
Als de hibernationstand is ingeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, wordt de
hibernationstand geactiveerd.
Problemen met een laag accuniveau verhelpen
U kunt problemen met een laag accuniveau snel oplossen.
Een lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is
Sluit een van de volgende apparaten aan op de computer en een externe voedingsbron:
Netvoedingsadapter
Optioneel dockingapparaat of dockingproduct
Optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft
Een lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is
Sla uw werk op en sluit de computer af.
Een lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet kan beëindigen
Als de accu bijna leeg is en u de computer niet uit de hibernationstand kunt halen, sluit u de
netvoedingsadapter aan.
1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en op een externe voedingsbron.
2. Beëindig de hibernationstand door op de aan-uitknop te drukken.
In de fabriek verzegelde accu
Als u de status van de accu wilt bekijken of als de accu niet meer goed wordt opgeladen, voert u HP
Accucontrole uit vanuit de app HP Support Assistant (alleen bepaalde producten).
1. Typ support in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen en selecteer vervolgens in het gedeelte Diagnose de
optie HP Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen,
neemt u contact op met de ondersteuning.
Accuvoeding gebruiken 33
Een of meerdere accu's in dit product kunnen niet gemakkelijk door de gebruiker zelf worden vervangen. Als
de accu wordt verwijderd of vervangen, kan dit gevolgen hebben voor de dekking van uw garantie. Als een
accu defect is, neemt u contact op met de ondersteuning.
Externe voeding gebruiken
Raadpleeg de poster Installatie-instructies die in de doos van de computer is meegeleverd voor informatie
over het aansluiten van de computer op een externe voeding.
De computer gebruikt geen accuvoeding wanneer de computer is aangesloten op een externe voeding via een
goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel dockingapparaat of dockingproduct.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter,
een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter.
WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
Sluit in de volgende gevallen de computer aan op een externe voedingsbron:
Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert
Wanneer u systeemsoftware installeert of bijwerkt
Wanneer u het systeem-BIOS bijwerkt
Wanneer u informatie schrijft naar een schijf (alleen bepaalde producten)
Wanneer u schijfdefragmentatie uitvoert op een computer met een interne vaste schijf
Wanneer u een back-up of hersteltaak uitvoert
Wanneer u de computer op een externe voedingsbron aansluit, gebeurt het volgende:
De accu wordt opgeladen.
Het uiterlijk van het pictogram Energiemeter verandert.
Wanneer u de externe voeding loskoppelt, gebeurt het volgende:
De computer schakelt over naar accuvoeding.
Het uiterlijk van het pictogram Energiemeter verandert.
34 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
7 De computer onderhouden
Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. In
dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming
gebruikt. In dit hoofdstuk worden ook instructies gegeven voor het bijwerken van programma's en
stuurprogramma's en het reinigen van de computer en worden tips gegeven voor het reizen met (of
verzenden van) de computer.
De prestaties verbeteren
Door de computer regelmatig te onderhouden met hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en
Schijfopruiming kunt u de prestaties van de computer aanzienlijk verbeteren.
Schijfdefragmentatie gebruiken
U wordt door HP aangeraden uw harde schijf ten minste één keer per maand te defragmenteren met
Schijfdefragmentatie.
OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's.
Ga als volgt te werk om een schijfdefragmentatie uit te voeren:
1. Sluit de computer aan op de netvoeding.
2. Typ defragmenteren in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Stations
defragmenteren en optimaliseren
.
3. Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg voor meer informatie de Help bij de Schijfdefragmentatie-software.
Schijfopruiming gebruiken
Gebruik Schijfopruiming om op de harde schijf naar overbodige bestanden te zoeken die u veilig kunt
verwijderen. Maak schijfruimte vrij zodat de computer eiciënter werkt.
Ga als volgt te werk om een schijfopruiming uit te voeren:
1. Typ schijf in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Schijfopruiming.
2. Volg de instructies op het scherm.
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP 3D DriveGuard beschermt een harde schijf door deze in bepaalde situaties te parkeren en
gegevensverzoeken tegen te houden.
U laat de computer vallen.
U verplaatst de computer met het beeldscherm gesloten en terwijl de computer op accuvoeding werkt.
De normale werking van de harde schijf wordt kort hierna door HP 3D DriveGuard hersteld.
De prestaties verbeteren 35
OPMERKING: Alleen interne harde schijven worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Een harde schijf die
is geplaatst in een optioneel dockingapparaat of die is aangesloten op een USB-poort, wordt niet beschermd
door HP 3D DriveGuard.
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard
niet nodig voor deze schijfeenheden.
De status van HP 3D DriveGuard herkennen
Het lampje voor de harde schijf op de computer verandert van kleur. Hiermee wordt aangegeven dat een
schijf in de ruimte van de primaire harde schijf of een schijf in de ruimte van de secundaire harde schijf (alleen
bepaalde producten) of beide geparkeerd is.
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
HP raadt u aan regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken. Met updates worden
problemen opgelost en worden nieuwe functies en opties op de computer geïnstalleerd. Het is bijvoorbeeld
mogelijk dat oude grasche onderdelen niet meer correct werken met de nieuwste spelsoftware. Zonder het
nieuwste stuurprogramma haalt u niet het beste uit uw apparatuur.
Werk programma's en stuurprogramma's bij door een van de volgende methoden te kiezen:
Programma's en stuurprogramma's bijwerken met behulp van Windows 10 op pagina 36
Programma's bijwerken met behulp van Windows 10 S op pagina 36
Stuurprogramma's bijwerken met behulp van Windows 10 S op pagina 36
Programma's en stuurprogramma's bijwerken met behulp van Windows 10
Volg deze procedure om programma's en stuurprogramma's bij te werken.
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn notebook, selecteer het tabblad Updates en selecteer vervolgens Controleren op
updates en berichten.
3. Volg de instructies op het scherm.
Programma's bijwerken met behulp van Windows 10 S
Volg deze procedure om programma's bij te werken.
1. Selecteer Start en vervolgens Microsoft Store.
2. Selecteer de proelafbeelding van uw account naast het zoekvak en selecteer Downloads en updates.
3. Selecteer op de pagina Downloads en updates de programma's die u wilt bijwerken en volg de
instructies op het scherm.
Stuurprogramma's bijwerken met behulp van Windows 10 S
Volg deze procedure om stuurprogramma's bij te werken.
36 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
1. Typ windows update-instellingen in het zoekvak van de taakbalk en selecteer Windows
Update-instellingen.
2. Selecteer Controleren op updates.
OPMERKING: Als Windows geen nieuw stuurprogramma vindt, gaat u naar de website van de fabrikant
van het apparaat en volgt u de instructies.
De computer reinigen
Reinig uw computer regelmatig om vuil en stof te verwijderen en de computer in goede staat te houden. Houd
u aan de volgende richtlijnen voor het reinigen van de externe oppervlakken van uw computer.
HP Easy Clean inschakelen (alleen bepaalde producten)
Met HP Easy Clean wordt beschadiging door onbedoeld morsen van schoonmaakmiddel voorkomen wanneer
u de oppervlakken van de computer reinigt. Deze software schakelt apparaten, zoals het toetsenbord, het
aanraakscherm en het touchpad, gedurende een vooraf ingestelde tijd uit zodat u alle oppervlakken van de
computer kunt reinigen.
1. U kunt HP Easy Clean op een van de volgende manieren starten:
Selecteer het menu Start en selecteer vervolgens HP Easy Clean.
– of –
Selecteer het pictogram HP Easy Clean op de taakbalk.
– of –
Klik op Start en selecteer vervolgens de tegel HP Easy Clean.
2. Nu het apparaat gedurende een korte tijd is uitgeschakeld, raadpleegt u Vuil en stof van de computer
verwijderen op pagina 37 en voert u de aanbevolen stappen uit om de hoogwaardige externe
oppervlakken van de computer te reinigen. Nadat u het stof en vuil hebt verwijderd, kunt u de
oppervlakken ook met een ontsmettingsmiddel reinigen. Raadpleeg Uw computer reinigen met een
ontsmettingsmiddel op pagina 38 voor richtlijnen om de verspreiding van schadelijke bacteriën en
virussen te voorkomen.
Vuil en stof van de computer verwijderen
Volg deze stappen om vuil en stof van de computer te verwijderen.
Zie Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten) op pagina 39 voor computers met neerhout.
1. Draag wegwerphandschoenen van latex (of nitril als u gevoelig bent voor latex) bij het reinigen van de
oppervlakken.
2. Schakel het apparaat uit, haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel andere
aangesloten externe apparaten los. Haal de batterijen uit het draadloze toetsenbord of de draadloze
muis.
VOORZICHTIG: Om elektrische schokken of schade aan onderdelen te voorkomen, mag u een product
nooit reinigen wanneer het is ingeschakeld of is aangesloten op het stroomnet.
3. Bevochtig een microvezeldoekje met water. Het doekje moet vochtig zijn, maar niet nat.
BELANGRIJK: Voorkom beschadiging van het oppervlak en gebruik geen schurende doekjes,
handdoeken of papieren doekjes.
De computer reinigen 37
4. Veeg de buitenkant van het product voorzichtig schoon met het bevochtigde doekje.
BELANGRIJK: Houd vloeistoen uit de buurt van het product. Zorg dat er geen vocht in de openingen
loopt. Als er vloeistof in uw HP product loopt, kan dit schade aan het product veroorzaken. Spuit geen
vloeistoen rechtstreeks op het product. Gebruik geen spuitbussen, oplosmiddelen, schuurmiddelen of
reinigingsmiddelen die waterstofperoxide of bleek bevatten. Deze kunnen de afwerking van de
computer beschadigen.
5. Begin met het beeldscherm (indien van toepassing). Veeg voorzichtig in één richting en veeg van de
bovenkant van het beeldscherm naar de onderkant. Eindig met alle exibele kabels, zoals het netsnoer,
de toetsenbordkabel en USB-kabels.
6. Laat alle oppervlakken goed drogen voordat u het apparaat inschakelt na het schoonmaken.
7. Gooi de handschoenen na elke schoonmaakbeurt weg. Was uw handen direct nadat u de handschoenen
hebt uitgedaan.
Zie Uw computer reinigen met een ontsmettingsmiddel op pagina 38 voor aanbevolen stappen voor het
reinigen van de externe oppervlakken van uw computer om verspreiding van schadelijke bacteriën en
virussen te voorkomen.
Uw computer reinigen met een ontsmettingsmiddel
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geeft aan dat verspreiding van virale respiratoire virussen en
schadelijke bacteriën het best kan worden voorkomen door oppervlakken na het reinigen ook te
desinfecteren.
Na het reinigen van de externe oppervlakken van uw computer aan de hand van de stappen in Vuil en stof van
de computer verwijderen op pagina 37, Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten) op pagina 39
of beide, kunt u er ook voor kiezen de oppervlakken te reinigen met een ontsmettingsmiddel. Een
ontsmettingsmiddel dat aan de richtlijnen van HP voor het reinigen van computers voldoet, is een
alcoholoplossing die uit 70% isopropylalcohol en 30% water bestaat. Deze oplossing wordt ook wel
ontsmettingsalcohol genoemd en wordt in de meeste winkels verkocht.
Ga als volgt te werk om de externe oppervlakken van uw computer te desinfecteren:
1. Draag wegwerphandschoenen van latex (of nitril als u gevoelig bent voor latex) bij het reinigen van de
oppervlakken.
2. Schakel het apparaat uit, haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel andere
aangesloten externe apparaten los. Haal de batterijen uit het draadloze toetsenbord of de draadloze
muis.
VOORZICHTIG: Om elektrische schokken of schade aan onderdelen te voorkomen, mag u een product
nooit reinigen wanneer het is ingeschakeld of is aangesloten op het stroomnet.
3. Bevochtig een microvezeldoekje met een oplossing met 70% isopropylalcohol en 30% water. Het doekje
moet vochtig zijn, maar niet nat.
VOORZICHTIG: Gebruik geen van de volgende chemicaliën of oplossingen die deze bevatten,
waaronder sproeibare oppervlaktereinigers: bleekmiddel, peroxiden (inclusief waterstofperoxide),
aceton, ammoniak, ethylalcohol, methyleenchloride of petroleumgebaseerde materialen, zoals benzine,
verfverdunner, benzeen of tolueen.
BELANGRIJK: Voorkom beschadiging van het oppervlak en gebruik geen schurende doekjes,
handdoeken of papieren doekjes.
4. Veeg de buitenkant van het product voorzichtig schoon met het bevochtigde doekje.
38 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
BELANGRIJK: Houd vloeistoen uit de buurt van het product. Zorg dat er geen vocht in de openingen
loopt. Als er vloeistof in uw HP product loopt, kan dit schade aan het product veroorzaken. Spuit geen
vloeistoen rechtstreeks op het product. Gebruik geen spuitbussen, oplosmiddelen, schuurmiddelen of
reinigingsmiddelen die waterstofperoxide of bleek bevatten. Deze kunnen de afwerking van de
computer beschadigen.
5. Begin met het beeldscherm (indien van toepassing). Veeg voorzichtig in één richting en veeg van de
bovenkant van het beeldscherm naar de onderkant. Eindig met alle exibele kabels, zoals het netsnoer,
de toetsenbordkabel en USB-kabels.
6. Laat alle oppervlakken goed drogen voordat u het apparaat inschakelt na het schoonmaken.
7. Gooi de handschoenen na elke schoonmaakbeurt weg. Was uw handen direct nadat u de handschoenen
hebt uitgedaan.
Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten)
Uw product bevat mogelijk neerhout van hoge kwaliteit. Zoals met alle natuurlijke houtproducten is een
goede verzorging en behandeling van belang om gedurende de levensduur van het product de beste
resultaten te garanderen. Vanwege de aard van natuurlijk hout zijn er mogelijk unieke verschillen in het
nerfpatroon of subtiele kleurverschillen zichtbaar. Dit is een normaal verschijnsel.
Maak het hout schoon met een droge, antistatische microvezeldoek of zemen lap.
Gebruik geen reinigingsproducten die stoen zoals ammoniak, methyleenchloride, aceton, terpentijn of
andere petroleumgebaseerde oplosmiddelen bevatten.
Stel het hout niet langdurig bloot aan zonlicht of vocht.
Als het hout nat wordt, droogt u het af met een absorberende pluisvrije doek.
Zorg dat het hout niet in aanraking komt met een kleurstof of een andere stof die verkleuring kan
veroorzaken.
Vermijd contact met scherpe voorwerpen of ruwe oppervlakken die krassen op het hout kunnen
veroorzaken.
Zie Vuil en stof van de computer verwijderen op pagina 37 voor de aanbevolen stappen voor het reinigen van
de externe oppervlakken van uw computer. Nadat u het vuil en stof hebt verwijderd, kunt u de oppervlakken
ook met een ontsmettingsmiddel reinigen. Zie Uw computer reinigen met een ontsmettingsmiddel
op pagina 38 voor richtlijnen om verspreiding van schadelijke bacteriën en virussen te voorkomen.
Reizen met of verzenden van de computer
Als u de computer moet meenemen op reis of als u de computer moet verzenden, neemt u de volgende tips in
acht om de apparatuur te beschermen.
Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport:
Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid.
Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten.
Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.
Schakel de computer uit.
Maak een back-up van uw gegevens. Bewaar de back-up niet bij de computer.
Wanneer u met het vliegtuig reist, neemt u de computer mee als handbagage en checkt u de computer
niet in met de rest van de bagage.
Reizen met of verzenden van de computer 39
BELANGRIJK: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van
beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in
plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan
schijfeenheden.
Als u de computer tijdens een vlucht wilt gebruiken, luister dan naar mededelingen tijdens de vlucht
waarin wordt aangegeven wanneer u de computer mag gebruiken. Elke maatschappij heeft eigen regels
voor het gebruik van computers tijdens vluchten.
Verzend een computer of schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal. Vermeld op de
verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
Het gebruik van draadloze apparaten is mogelijk in sommige omgevingen niet toegestaan. Dit kan het
geval zijn aan boord van een vliegtuig, in ziekenhuizen, in de buurt van explosieven en op gevaarlijke
locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van een bepaald apparaat,
kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u de computer inschakelt.
Neem de volgende suggesties in acht als u de computer in het buitenland wilt gebruiken:
Informeer naar de douanebepalingen voor computers in de landen of regio’s die u gaat bezoeken.
Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken.
De netspanning, frequentie en stekkers kunnen verschillen per land/regio.
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn
bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
40 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
8 Uw computer en gegevens beveiligen
Een goede beveiliging van uw computer is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid
van uw gegevens te waarborgen. Standaardbeveiligingsoplossingen die worden geboden door het
besturingssysteem Windows, applicaties van HP, Setup Utility (BIOS) en andere software van derden kunnen
uw persoonlijke instellingen en gegevens beschermen tegen uiteenlopende risico's, zoals virussen, wormen
en andere soorten schadelijke code.
OPMERKING: Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk genoemde beveiligingsvoorzieningen beschikbaar op
uw computer.
Wachtwoorden gebruiken
Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen en om online
transacties te beschermen. U kunt verschillende types wachtwoorden instellen. Toen u bijvoorbeeld uw
computer voor de eerste keer instelde, werd u gevraagd om een gebruikerswachtwoord aan te maken om uw
computer te beveiligen. U kunt extra wachtwoorden instellen in Windows of in HP Setup Utility (BIOS), dat
vooraf is geïnstalleerd op uw computer.
Het is misschien handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken voor een voorziening van Setup Utility (BIOS)
en een beveiligingsvoorziening van Windows.
Gebruik de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
Om te voorkomen dat u geen toegang meer kunt krijgen tot bepaalde voorzieningen van de computer,
moet u elk wachtwoord noteren en op een veilige locatie uit de buurt van de computer bewaren. Sla
wachtwoorden niet op in een bestand op de computer.
Volg tijdens het maken van wachtwoorden de door het programma ingestelde vereisten.
Wijzig uw wachtwoorden ten minste een keer per kwartaal.
Een ideaal wachtwoord is lang en bevat letters, leestekens, symbolen en cijfers.
Voordat u uw computer verzendt voor reparatie, moet u back-ups maken van uw bestanden, alle
vertrouwelijke bestanden verwijderen en vervolgens alle wachtwoordinstellingen verwijderen.
OPMERKING: Ga als volgt te werk voor extra informatie over Windows-wachtwoorden, zoals wachtwoorden
voor de schermbeveiliging:
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Windows-wachtwoorden instellen
Windows-wachtwoorden helpen uw computer te beschermen tegen ongeoorloofde toegang.
41
Tabel 8-1 Soorten Windows-wachtwoorden en hun functies
Wachtwoord Functie
Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.
Beheerderswachtwoord Beveiligt toegang op beheerdersniveau van computergegevens.
OPMERKING: Met dit wachtwoord kan geen toegang worden verkregen tot de inhoud van Setup
Utility (BIOS).
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS)
BIOS-wachtwoorden bieden extra beveiligingslagen voor uw computer.
Tabel 8-2 Soorten BIOS-wachtwoorden en hun functies
Wachtwoord Functie
Beheerderswachtwoord Dit wachtwoord moet elke keer worden ingevoerd wanneer u Setup Utility (BIOS) opent.
Als u uw beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u Setup Utility (BIOS) niet openen.
Opstartwachtwoord Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw
opstart.
Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de computer niet meer inschakelen of opnieuw
opstarten.
Ga als volgt te werk om een beheerders- of opstartwachtwoord in Setup Utility (BIOS) in te stellen, te wijzigen
of te verwijderen:
BELANGRIJK: Wees zeer voorzichtig met het aanbrengen van wijzigingen in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
1. Ga als volgt te werk om Setup Utility (BIOS) te openen:
Computers of tablets met een toetsenbord:
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10.
Tablets zonder toetsenbord:
1. Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid harder en houd
deze knop ingedrukt.
– of –
Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd
deze knop ingedrukt.
– of –
Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze
knop ingedrukt.
2. Tik op f10.
2. Selecteer Security (Beveiliging) en volg de instructies op het scherm.
Om uw wijzigingen op te slaan, selecteert u Exit (Afsluiten), Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en
afsluiten) en daarna Yes (Ja).
42 Hoofdstuk 8 Uw computer en gegevens beveiligen
OPMERKING: Als u pijltoetsen gebruikt om uw keuze te markeren, moet u op enter drukken.
Uw wijzigingen worden van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten)
Op producten die zijn voorzien van een vingerafdruklezer of een infraroodcamera kunt u met Windows Hello
uw vingerafdruk en uw gezichts-ID registreren en een pincode instellen. Hierna kunt u uw vingerafdruklezer,
gezichtsherkenning of uw pincode gebruiken om u aan te melden bij Windows.
Ga als volgt te werk om Windows Hello in te stellen:
1. Selecteer Start, Instellingen, Accounts en vervolgens Aanmeldingsopties.
2. Als u een wachtwoord wilt toevoegen, selecteert u Wachtwoord en vervolgens Toevoegen.
3. Selecteer onder Windows Hello-vingerafdruk of Windows Hello-gezicht de optie Instellen.
4. Selecteer Aan de slag en volg de instructies op het scherm om uw vingerafdruk of gezichts-ID te
registreren en een pincode in te stellen.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u problemen ondervindt met het aanmelden met uw vingerafdruk,
zorgt u er tijdens het vastleggen van uw vingerafdruk voor dat alle zijden van uw vinger door de
vingerafdruklezer worden geregistreerd.
OPMERKING: Er gelden geen lengterestricties voor de pincode. De standaardinstelling is alleen cijfers.
Als u alfabetische of speciale tekens wilt opnemen, schakelt u het selectievakje inclusief letters en
symbolen in.
Internetbeveiligingssoftware gebruiken
Wanneer u uw computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt uw computer
mogelijk blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om uw computer te
beschermen, kan er een evaluatieversie van internetbeveiligingssoftware met antivirus- en
rewallvoorzieningen vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd. Het is noodzakelijk om beveiligingssoftware
regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen en andere
beveiligingsrisico's. HP raadt u aan om de evaluatieversie van de beveiligingssoftware te upgraden of
software van uw keuze aan te schaen om uw computer volledig te beveiligen.
Antivirussoftware gebruiken
Virussen kunnen (hulp)programma's of het besturingssysteem buiten werking stellen of de werking ervan
verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd. In de meeste
gevallen kan ook eventuele schade die virussen aanrichten, worden hersteld.
U wordt aangeraden antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas
ontdekte virussen.
Er is mogelijk een antivirusprogramma vooraf geïnstalleerd op de computer. HP raadt u aan om het
antivirusprogramma van uw keuze te gebruiken om uw computer volledig te beveiligen.
Voor meer informatie over computervirussen typt u support in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u
vervolgens de app
HP Support Assistant .
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten) 43
Firewallsoftware gebruiken
Firewalls zijn bedoeld om ongeautoriseerde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een rewall
kan een softwareprogramma zijn dat u op uw computer, netwerk of beide installeert of het kan een oplossing
zijn die uit zowel hardware als software bestaat.
Er zijn twee soorten rewalls waaruit u kunt kiezen:
Hostgebaseerde rewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd;
Netwerkgebaseerde rewalls die tussen het ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden
geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
Wanneer een rewall is geïnstalleerd op een systeem, worden alle gegevens die vanaf en naar het systeem
worden verzonden, gecontroleerd en vergeleken met een reeks door de gebruiker gedenieerde
beveiligingscriteria. Gegevens die niet aan deze criteria voldoen, worden geblokkeerd.
Software-updates installeren
Werk HP software, Windows en externe software regelmatig bij om beveiligingsproblemen op te lossen en de
prestaties van de software te verbeteren.
BELANGRIJK: Microsoft stuurt meldingen over Windows-updates. Deze updates kunnen ook
beveiligingsupdates bevatten. Installeer alle updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt om
de computer te beschermen tegen beveiligingslekken en computervirussen.
U kunt deze updates automatisch installeren.
Ga als volgt te werk om de instellingen te bekijken of te wijzigen:
1. Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Bijwerken en beveiliging.
2. Selecteer Windows Update en volg de instructies op het scherm.
3. Als u een tijdstip wilt plannen voor het installeren van updates, selecteert u Geavanceerde opties en
volgt u de instructies op het scherm.
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP DaaS is een IT-cloudoplossing waarmee bedrijven hun activa op eectieve wijze kunnen beheren en
beveiligen.
Met HP DaaS bent u beveiligd tegen schadelijke software en andere aanvallen, wordt de status van het
apparaat gecontroleerd en bent u minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen met het apparaat en
beveiligingsproblemen. U kunt de software snel downloaden en installeren. Dit is veel voordeliger dan
wanneer u intern op zoek gaat naar een oplossing. Raadpleeg https://www.hptouchpointmanager.com/ voor
meer informatie.
Uw draadloze netwerk beveiligen
Schakel bij het instellen van een WLAN of het gebruiken van een bestaand WLAN altijd
beveiligingsvoorzieningen in om uw netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. WLAN's in
openbare gelegenheden (hotspots), zoals cafés en luchthavens, bieden mogelijk geen extra beveiliging.
44 Hoofdstuk 8 Uw computer en gegevens beveiligen
Een back-up van uw software-applicaties en gegevens maken
Maak regelmatig een back-up van uw software-applicaties en gegevens om deze te beveiligen tegen
permanent verlies of schade door een virusaanval of een software- of hardwarestoring.
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Er is een beveiligingskabel (afzonderlijk aan te schaen) ontworpen waarvan op de eerste plaats een
ontmoedigingseect moet uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd
wordt gebruikt of wordt gestolen. Om een beveiligingskabel aan te sluiten op uw computer, volgt u de
instructies van de fabrikant van het apparaat.
Een back-up van uw software-applicaties en gegevens maken 45
9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
Setup Utility ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle
invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals de schijfeenheden, het scherm, het toetsenbord, de muis
en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de typen geïnstalleerde apparaten, de
opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
OPMERKING: Als u Setup Utility wilt openen op een convertible computer, moet u de computer in de
notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is op uw notebook.
Setup Utility (BIOS) starten
U kunt Setup Utility (BIOS) op verschillende manieren openen.
BELANGRIJK: Wees zeer voorzichtig met het aanbrengen van wijzigingen in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk snel op f10.
– of –
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10 wanneer het
startmenu wordt weergegeven.
Setup Utility (BIOS) bijwerken
Bijgewerkte versies van Setup Utility (BIOS) zijn beschikbaar via de website van HP. De meeste BIOS-updates
op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's worden genoemd. Sommige
downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de
installatie en het oplossen van problemen.
De BIOS-versie controleren
Om te bepalen of u Setup Utility (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer
is geïnstalleerd.
Gebruik een van de volgende opties om de BIOS-versiegegevens weer te geven (ook wel de ROM-datum en het
systeem-BIOS genoemd).
HP Support Assistant
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support
Assistant
.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn notebook en selecteer vervolgens Specicaties.
Setup Utility (BIOS)
46 Hoofdstuk 9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
1. Open Setup Utility (BIOS) (zie Setup Utility (BIOS) starten op pagina 46).
2. Selecteer Main (Hoofdmenu) en noteer de BIOS-versie.
3. Selecteer Exit (Afsluiten), selecteer een van de opties en volg de instructies op het scherm.
Druk in Windows op Ctrl+Alt+s.
Zie Een BIOS-update voorbereiden op pagina 47 om te controleren of er een nieuwere BIOS-versie
beschikbaar is.
Een BIOS-update voorbereiden
Zorg ervoor dat u alle vereisten volgt voordat u een BIOS-update downloadt en installeert.
BELANGRIJK: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, moet u een
BIOS-update alleen downloaden en installeren als de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op
een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer
op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een
optionele voedingsbron. Volg de onderstaande instructies tijdens het downloaden en installeren:
Schakel de stroomvoorziening van de computer niet uit door de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact te halen.
Sluit de computer niet af en activeer de slaapstand niet.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt.
OPMERKING: Als de computer op een netwerk is aangesloten, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om updates van het systeem-
BIOS.
Een BIOS-update downloaden
Nadat u de vereisten hebt gecontroleerd, kunt u controleren op BIOS-updates en deze downloaden.
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Updates en selecteer vervolgens Controleren op updates en berichten.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit:
a. Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is
geïnstalleerd en vergelijk ze. Als de update recenter is dan uw BIOS-versie, noteert u de datum,
naam of een ander typerend kenmerk van de update. Aan de hand van deze gegevens kunt u de
update terugvinden nadat deze naar de harde schijf is gedownload.
b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de harde schijf.
Noteer het pad naar de locatie op de harde schijf waarnaar de BIOS-update wordt gedownload. U
hebt dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.
Een BIOS-update installeren
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Voer de instructies die op het scherm
verschijnen, pas uit nadat de download is voltooid. Als u geen instructies ziet, gaat u als volgt te werk:
Setup Utility (BIOS) bijwerken 47
1. Typ verkenner in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens Verkenner.
2. Selecteer de aanduiding voor de vaste schijf. De aanduiding voor de vaste schijf is doorgaans Lokale
schijf (C:).
3. Volg het pad dat u eerder hebt genoteerd en open de map waarin de update is opgeslagen.
4. Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe).
De installatie van het BIOS begint.
5. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: Nadat op het scherm wordt aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het
gedownloade bestand van de vaste schijf verwijderen.
48 Hoofdstuk 9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
HP PC Hardware Diagnostics is een hulpprogramma voor Windows waarmee u diagnosetests kunt uitvoeren
om te bepalen of de computerhardware goed werkt. De drie versies zijn HP PC Hardware Diagnostics
(Windows), HP PC Hardware Diagnostics (UEFI, Unied Extensible Firmware Interface) en (alleen voor
bepaalde producten) een rmwarefunctie genaamd Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI).
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen
bepaalde producten)
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is een hulpprogramma van Windows waarmee u diagnosetests kunt
uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt uitgevoerd in het
Windows-besturingssysteem en stelt een diagnose van eventuele hardwareproblemen.
Als HP PC Hardware Diagnostics (Windows) niet op uw computer is geïnstalleerd, moet u dit hulpprogramma
eerst downloaden en installeren. Zie HP PC Hardware Diagnostics Windows downloaden op pagina 50 als u
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) wilt downloaden.
Een fout-ID-code van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken
Als HP PC Hardware Diagnostics (Windows) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-ID-code gegenereerd.
Afhankelijk van de instructies op het scherm kiest u een van de volgende opties:
Als er een koppeling voor de fout-ID wordt weergegeven, selecteert u deze koppeling en volgt u de
instructies op het scherm.
Als er instructies worden weergegeven om de ondersteuning te bellen, volgt u deze instructies.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen
Nadat u HP PC Hardware Diagnostics (Windows) hebt geïnstalleerd, kunt u dit hulpprogramma openen vanuit
HP Help en ondersteuning of HP Support Assistant.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Help en ondersteuning
Nadat HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk om dit hulpprogramma
te openen vanuit HP Help en ondersteuning.
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te openen vanuit HP Help en ondersteuning:
1. Klik op de knop Start en selecteer HP Help en ondersteuning.
2. Selecteer HP PC Hardware Diagnostics (Windows).
3. Wanneer het hulpprogramma wordt geopend, selecteert u het soort diagnosetest dat u wilt uitvoeren en
volgt u de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, selecteert u Annuleren.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen bepaalde producten) 49
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Support Assistant
Nadat HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk om deze vanuit HP
Support Assistant te openen.
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te openen vanuit HP Support Assistant:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Problemen oplossen en oplossingen.
3. Selecteer Diagnose en vervolgens HP PC Hardware Diagnostics (Windows).
4. Wanneer het hulpprogramma wordt geopend, selecteert u het soort diagnosetest dat u wilt uitvoeren en
volgt u de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, selecteert u Annuleren.
HP PC Hardware Diagnostics Windows downloaden
De instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics Windows zijn alleen beschikbaar in het
Engels. U moet een Windows-computer gebruiken om dit hulpprogramma te downloaden omdat er
alleen .exe-bestanden worden verstrekt.
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden
Voer de volgende stappen uit om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te downloaden.
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer HP Diagnostics Windows downloaden en selecteer vervolgens een locatie op uw computer of
een USB-ashdrive.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden uit de Microsoft Store
U kunt HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden uit de Microsoft Store:
1. Selecteer de Microsoft-app op uw bureaublad of typ Microsoft Store in het zoekvak van de
taakbalk.
2. Typ HP PC Hardware Diagnostics (Windows) in het zoekvak van de Microsoft Store.
3. Volg de instructies op het scherm.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
HP Hardware Diagnostics (Windows) downloaden op productnaam of -nummer (alleen bepaalde
producten)
U kunt HP PC Hardware Diagnostics Windows downloaden aan de hand van de productnaam of het
productnummer.
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software naar een USB-ashdrive downloaden aan
de hand van de productnaam of het productnummer.
50 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers, selecteer uw type product en voer vervolgens de productnaam of het
productnummer in het zoekvak in dat wordt weergegeven.
3. Selecteer Downloaden in het gedeelte Diagnose en volg de instructies op het scherm om de specieke
Windows-versie te selecteren en naar uw computer of USB-ashdrive te downloaden.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) installeren
Om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te installeren, gaat u naar de map op uw computer of de USB-
ashdrive waarnaar u het .exe-bestand hebt gedownload. Dubbelklik vervolgens op het .exe-bestand en volg
de instructies op het scherm.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken
Met HP PC Hardware Diagnostics (UEFI, Unied Extensible Firmware Interface) kunt u diagnosetests uitvoeren
om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem
uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het
besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
OPMERKING: Voor Windows 10 S-computers moet u een Windows-computer en een USB-ashdrive
gebruiken voor het downloaden en maken van de HP UEFI-ondersteuningsomgeving omdat er alleen .exe-
bestanden worden verstrekt. Zie HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden naar een USB-ashdrive
op pagina 52 voor meer informatie.
Als uw pc niet in Windows wordt opgestart, kunt u HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken om een
diagnose te stellen van hardwareproblemen.
Een fout-ID-code van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken
Als HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-ID-code gegenereerd.
Ga als volgt te werk om hulp te krijgen bij het oplossen van het probleem:
Selecteer Contact opnemen met HP, accepteer de privacyverklaring en scan vervolgens met een mobiel
apparaat de fout-ID-code die op het volgende scherm wordt weergegeven. De pagina HP
Klantenondersteuning - Service Center wordt weergegeven en de fout-ID en het productnummer worden
automatisch ingevuld. Volg de instructies op het scherm.
– of –
Neem contact op met de ondersteuning en geef de fout-ID-code door.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt starten op een convertible computer, moet u de computer in de
notebookmodus zetten en moet u het aangesloten toetsenbord gebruiken.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, drukt u op esc.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) starten
Volg deze procedure om HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te starten.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken 51
1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk snel op esc.
2. Druk op f2.
Het BIOS zoekt op drie plaatsen en in de onderstaande volgorde naar diagnosehulpprogramma's:
a. Gekoppelde USB-ashdrive
OPMERKING: Zie De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
op pagina 52 om het hulpprogramma HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-
ashdrive te downloaden.
b. Harde schijf
c. BIOS
3. Wanneer het diagnosehulpprogramma wordt geopend, selecteert u een taal, selecteert u het soort
diagnosetest dat u wilt uitvoeren en volgt u de instructies op het scherm.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden naar een USB-ashdrive
Het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashdrive kan in bepaalde situaties
handig zijn.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) is niet inbegrepen in de vooraf geïnstalleerde image.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) is niet inbegrepen in de partitie HP Tool.
De harde schijf is beschadigd.
OPMERKING: Instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen
beschikbaar in het Engels. Ook moet u een Windows-computer gebruiken voor het downloaden en maken van
de HP UEFI-ondersteuningsomgeving omdat er alleen .exe-bestanden worden verstrekt.
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
Volg deze procedure om de nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashdrive
te downloaden.
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer HP Diagnostics UEFI downloaden en selecteer vervolgens Uitvoeren.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden op productnaam of productnummer (alleen
bepaalde producten)
U kunt HP Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashdrive downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer (alleen bepaalde producten).
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software naar een USB-ashdrive downloaden aan
de hand van de productnaam of het productnummer.
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Voer de productnaam of het productnummer in, selecteer uw computer en selecteer uw
besturingssysteem.
3. Volg de instructies in het gedeelte Diagnose om de gewenste versie van UEFI Diagnostics te selecteren
en te downloaden.
52 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
gebruiken (alleen bepaalde producten)
Remote HP PC Hardware Diagnostics is een rmware (BIOS)-functie waarmee u HP PC Hardware Diagnostics
(UEFI) naar uw computer kunt downloaden. Dit hulpprogramma voert vervolgens diagnoses op uw computer
uit en kan de resultaten naar een vooraf gecongureerde server uploaden.
Voor meer informatie over Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gaat u naar http://www.hp.com/go/
techcenter/pcdiags en selecteert u Meer informatie.
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
HP Remote PC Hardware Diagnostics (UEFI) is ook beschikbaar als SoftPaq die naar een server kan worden
gedownload.
De nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
U kunt de nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashdrive
downloaden.
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer Remote Diagnostics downloaden en selecteer vervolgens Uitvoeren.
Remote HP PC Hardware Diagnostics UEFI downloaden op productnaam of productnummer
U kunt Remote HP PC Hardware Diagnostics UEFI downloaden aan de hand van de productnaam of het
productnummer.
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer.
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers, selecteer uw type product, voer de productnaam of het productnummer
in het zoekvak in dat wordt weergegeven, selecteer uw computer en selecteer vervolgens uw
besturingssysteem.
3. Volg de instructies in het gedeelte Diagnose om de gewenste versie van Remote UEFI te selecteren en te
downloaden.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen
Door de instelling Remote HP PC Hardware Diagnostics in Computer Setup (BIOS) te gebruiken, kunt u de
volgende aanpassingen doorvoeren:
Stel een schema in voor het uitvoeren van diagnoses op de achtergrond. U kunt diagnoses ook direct in
de interactieve modus starten door Execute Remote HP PC Hardware Diagnostics (Remote HP PC
Hardware Diagnostics uitvoeren) te selecteren.
Stel de locatie in voor het downloaden van de diagnosehulpmiddelen. Deze functie biedt toegang tot de
hulpprogramma's van de website van HP of vanaf een server die voor gebruik vooraf is gecongureerd.
De computer heeft de traditioneel lokale opslag (zoals een harde schijf of USB-ashdrive) niet nodig om
externe diagnoses uit te voeren.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken (alleen bepaalde producten) 53
Stel een locatie in voor het opslaan van de testresultaten. U kunt ook de gebruikersnaam en het
wachtwoord instellen die bij uploads worden gebruikt.
Geef statusinformatie weer over eerder uitgevoerde diagnoses.
Voer de volgende stappen uit om de instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aan te
passen:
1. Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op
f10 om Computer Setup te openen.
2. Selecteer Advanced (Geavanceerd) en selecteer vervolgens Settings (Instellingen).
3. Breng de gewenste wijzigingen aan.
4. Selecteer Main (Hoofdmenu) en vervolgens Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten)
om de instellingen op te slaan.
Uw wijzigingen worden van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
54 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden
terugzetten
Dit hoofdstuk biedt informatie over processen die voor de meeste producten standaardprocedures zijn:
Back-up maken van uw persoonlijke gegevens: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een
back-up van uw persoonlijke gegevens te maken (zie Windows-hulpprogramma's gebruiken
op pagina 55).
Herstelpunt maken: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een herstelpunt te maken (zie
Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55).
Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten): u kunt het downloadhulpprogramma HP Cloud
Recovery (alleen bepaalde producten) gebruiken om terugzetmedia te maken (zie Het
downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 56).
Herstellen en terugzetten: Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf een back-up,
het vernieuwen van de computer en het terugzetten van de computer naar de oorspronkelijke staat (zie
Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55).
BELANGRIJK: Als u herstelprocedures uitvoert op een tablet, moet de accu van de tablet ten minste 70%
zijn opgeladen voordat u het herstelproces start.
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord de tablet aan op de keyboard-base
voordat u begint met het uitvoeren van een herstelproces.
Terugzetmedia en back-ups van gegevens maken
De volgende methoden voor het maken van terugzetmedia en back-ups zijn alleen op bepaalde producten
beschikbaar. Kies de juiste methode voor uw computermodel.
Windows-hulpprogramma's gebruiken
U kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken voor het maken van back-ups van persoonlijke gegevens en het
maken van systeemherstelpunten en terugzetmedia.
BELANGRIJK: Windows is de enige optie voor het maken van een back-up van uw persoonlijke gegevens.
Plan regelmatige back-ups in om te voorkomen dat er gegevens verloren gaan.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
Zie de app Hulp vragen voor meer informatie en stappen.
OPMERKING: Om de app Hulp vragen te openen, moet u verbonden zijn met internet.
1. Selecteer de knop Start en vervolgens de app Hulp vragen.
2. Voer de taak in die u wilt uitvoeren.
55
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te
maken (alleen bepaalde producten)
U kunt het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om HP terugzetmedia op een USB-
ashdrive te zetten waarmee kan worden opgestart.
Voor details:
Ga naar http://www.hp.com/support, zoek naar HP Cloud Recovery en selecteer vervolgens het
resultaat dat overeenkomt met het type computer dat u hebt.
OPMERKING: Als u zelf geen terugzetmedia kunt maken, neem dan contact op met de ondersteuning om
een herstelschijf te verkrijgen. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de
instructies op het scherm.
Herstellen en terugzetten
Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en
deskundigheid.
OPMERKING: Sommige methoden zijn niet op alle producten beschikbaar.
Herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen met behulp van Windows-
hulpprogramma's
Windows biedt verschillende opties voor het herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen van de computer.
Zie Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 55 voor meer informatie.
Herstellen met behulp van HP terugzetmedia
U kunt HP terugzetmedia gebruiken voor het herstellen van het originele besturingssysteem en de
softwareprogramma's die in de fabriek zijn geïnstalleerd. Op bepaalde producten kunt u met behulp van het
downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery terugzetmedia maken op een opstartbare USB-ashdrive.
Zie Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 56 voor meer informatie.
OPMERKING: Als u zelf geen terugzetmedia kunt maken, neem dan contact op met de ondersteuning om
een herstelschijf te verkrijgen. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de
instructies op het scherm.
Ga als volgt te werk om uw systeem te herstellen:
Plaats de HP terugzetmedia en start de computer opnieuw op.
De opstartvolgorde van de computer wijzigen
Als de computer niet automatisch opnieuw opstart wanneer u de HP terugzetmedia gebruikt, kunt u de
opstartvolgorde van de computer wijzigen. Dit is de volgorde van de apparaten in het BIOS waar de computer
de opstartinformatie opzoekt. U kunt de selectie wijzigen in een optischeschijfeenheid of een USB-ashdrive,
afhankelijk van de locatie van uw HP terugzetmedia.
Ga als volgt te werk om de opstartvolgorde te wijzigen:
BELANGRIJK: Sluit een tablet met een afneembaar toetsenbord aan op de keyboard-base voordat u deze
stappen uitvoert.
56 Hoofdstuk 11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten
1. Plaats de HP terugzetmedia.
2. Open het systeemmenu Opstarten.
Voor computers of tablets met een aangesloten toetsenbord: schakel de computer of tablet in of
start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de opstartopties weer te geven.
Voor tablets zonder toetsenbord: schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop
Geluid harder ingedrukt en selecteer vervolgens f9.
– of –
Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid zachter ingedrukt en
selecteer vervolgens f9.
3. Selecteer de optischeschijfeenheid of de USB-ashdrive waarmee u wilt opstarten en volg de instructies
op het scherm.
HP Sure Recover gebruiken (alleen bepaalde producten)
Bepaalde computermodellen zijn gecongureerd met HP Sure Recover, een hersteloplossing voor het pc-
besturingssyteem die is geïntegreerd in de hardware en rmware. HP Sure Recover kan de HP
besturingssysteemimage volledig herstellen zonder dat er herstelsoftware is geïnstalleerd.
Met HP Sure Recover kan een beheerder of gebruiker het systeem herstellen en het volgende installeren:
Nieuwste versie van het besturingssysteem
Platformspecieke apparaatstuurprogramma's
Softwareapplicaties, in het geval van een aangepaste image
Ga voor de meest recente documentatie over HP Sure Recover naar http://www.hp.com/support. Selecteer
Zoek uw product en volg de instructies op het scherm.
Herstellen en terugzetten 57
12 Specicaties
Als u uw computer wilt meenemen op reis of wilt opslaan, raadpleegt u de specicaties voor het
ingangsvermogen en andere nuttige informatie.
Ingangsvermogen
De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen
met de computer.
De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor
gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn. Hoewel de computer
kan worden gevoed via een aparte gelijkstroomvoedingsbron, wordt u ten zeerste aangeraden de computer
alleen aan te sluiten via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die door HP is geleverd en
goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
De computer is geschikt voor gelijkstroom binnen de volgende specicaties. Netspanning in bedrijf en
werkstroom verschillen per platform. U vindt de bedrijfsspanning en werkstroom van de computer op het
label met kennisgevingen.
Tabel
12-1 Specicaties gelijkstroom
Ingangsvermogen Capaciteit
Netspanning in bedrijf en
werkstroom
5 V dc @ 2 A / 12 V dc @ 3 A /15 V dc @ 3 A – 45 W USB-C
5 V dc @ 3 A / 9 V dc @ 3 A / 12 V dc @ 3,75 A /15 V dc @ 3 A – 45 W USB-C
5 V dc @ 3 A / 9 V dc @ 3 A / 10 V dc @ 3,75 A / 12 V dc @ 3,75 A / 15 V dc @ 3 A / 20 V dc @ 2,25 A
– 45 W USB-C
5 V dc @ 3 A / 9 V dc @ 3 A / 12 V dc @ 5 A / 15 V dc @ 4,33 A / 20 V dc @ 3,25 A – 65 W USB-C
5 V dc @ 3 A / 9 V dc @ 3 A / 10 V dc @ 5 A / 12 V dc @ 5 A / 15 V dc @ 4,33 A / 20 V dc @ 3,25 A –
65 W USB-C
5 V dc @ 3 A / 9 V dc @ 3 A / 10 V dc @ 5 A / 12 V dc @ 5 A / 15 V dc @ 5 A / 20 V dc @ 4,5 A – 90 W
USB-C
19,5 V dc @ 2,31 A – 45 W
19,5 V dc @ 3,33 A – 65 W
19,5 V dc @ 4,62 A – 90 W
19,5 V dc @ 6,15 A – 120 W
19,5 V dc @ 6,9 A – 135 W
19,5 V dc @ 7,70 A – 150 W
19,5 V dc @ 10,3 A – 200 W
19,5 V dc @ 11,8 A – 230 W
58 Hoofdstuk 12 Specicaties
Tabel 12-1 Specicaties gelijkstroom (vervolg)
Ingangsvermogen Capaciteit
19,5 V dc @ 16,92 A – 330 W
Gelijkstroomstekker van externe
HP voeding (alleen bepaalde
producten)
OPMERKING: Dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fase-
fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
Omgevingsvereisten
Raadpleeg de omgevingsspecicaties voor nuttige informatie wanneer u met uw computer reist of uw
computer opslaat.
Tabel 12-2 Specicaties omgevingsvereisten
Factor Metrisch VS
Temperatuur
In bedrijf 5 °C tot 35 °C 41°F tot 95°F
Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90%
Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95%
Maximale hoogte (zonder drukcabine)
In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft
Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.000 ft
Omgevingsvereisten 59
13 Elektrostatische ontlading
Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in
aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen
deurklink aanraakt.
Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf de
vingers of andere elektrostatische geleiders.
BELANGRIJK: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een
schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken:
Als in de instructies voor het verwijderen of installeren van onderdelen wordt aangegeven dat u de
computer moet loskoppelen, controleer dan eerst of de computer goed is geaard.
Houd onderdelen in de antistatische verpakking totdat u klaar bent om ze te installeren.
Raak geen pinnen, aansluitingen en circuits aan. Zorg dat u elektronische onderdelen zo weinig mogelijk
hoeft aan te raken.
Gebruik niet-magnetische gereedschappen.
Raak, voordat u de onderdelen aanraakt, een ongeverfd metalen oppervlak aan, zodat u niet statisch
geladen bent.
Als u een onderdeel verwijdert, plaatst u dit in een antistatische verpakking.
60 Hoofdstuk 13 Elektrostatische ontlading
14 Toegankelijkheid
HP heeft als doel producten, services en informatie te ontwerpen, te produceren en op de markt te brengen
die iedereen overal kan gebruiken, hetzij op zelfstandige basis of met behulp van apparaten of applicaties van
derden met ondersteunende technologie.
HP en toegankelijkheid
Diversiteit, integratie en werk/leven zit in het DNA van HP en wordt weerspiegeld in alles wat HP maakt. HP
streeft naar een inclusieve omgeving gericht op het verbinden mensen met de kracht van technologie over de
hele wereld.
De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt
Technologie opent voor u nieuwe deuren. Met ondersteunende technologieën worden barrières verwijderd en
kunt u thuis, op het werk en in de gemeenschap onafhankelijk creëren. Ondersteunende technologieën
helpen de functionele mogelijkheden van elektronische en informatietechnologie te vergroten, te
onderhouden en te verbeteren.
Zie De beste ondersteunende technologie vinden op pagina 62 voor meer informatie.
De toezegging van HP
HP zet zich ervoor in om producten en diensten aan te bieden die toegankelijk zijn voor mensen met een
handicap. Deze verbintenis ondersteunt de diversiteitsdoelstellingen van HP en zorgt ervoor dat de voordelen
van technologie voor iedereen beschikbaar zijn.
De doelstelling van HP op het gebied van toegankelijkheid is het ontwerpen, produceren en op de markt
brengen van producten en diensten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met
een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve
apparaten.
Om dat doel te bereiken, zijn met dit toegankelijkheidsbeleid zeven hoofddoelen vastgesteld om de acties van
HP te sturen. Van alle HP managers en werknemers wordt verwacht dat ze deze doelstellingen en de
implementatie ervan ondersteunen in overeenstemming met hun rollen en verantwoordelijkheden:
Verhogen van het bewustzijn van problemen met de toegankelijkheid binnen HP en medewerkers de
training bieden die ze nodig hebben om toegankelijke producten en diensten te ontwerpen, te
produceren, op de markt te brengen en te leveren.
Ontwikkelen van richtlijnen inzake toegankelijkheid voor producten en diensten en
productontwikkelingsgroepen verantwoordelijk houden voor het implementeren van deze richtlijnen
waar dit concurrerend, technisch en economisch haalbaar is.
Mensen met een handicap betrekken bij het ontwikkelen van richtlijnen inzake toegankelijkheid en bij
het ontwerpen en testen van producten en diensten.
Documenteren van toegankelijkheidsfuncties en informatie over HP producten en diensten in een
toegankelijke vorm openbaar beschikbaar stellen.
Relaties tot stand brengen met toonaangevende ondersteunende technologie en leveranciers van
oplossingen.
HP en toegankelijkheid 61
Ondersteunen van intern en extern onderzoek en ontwikkeling waarmee de ondersteunende
technologie die voor HP producten en diensten relevant is, verbeterd zal worden.
Ondersteunen van en bijdragen aan normen en richtlijnen voor toegankelijkheid in de sector.
International Association of Accessibility Professionals (IAAP)
IAAP is een vereniging zonder winstoogmerk die zich richt op bevordering van het vak van toegankelijkheid
via netwerken, onderwijs en certicering. Het doel is professionals op het gebied van toegankelijkheid te
helpen bij het ontwikkelen en stimuleren van hun carrière en organisaties beter in staat te stellen
toegankelijkheid te integreren in hun producten en infrastructuur.
HP is een van de oprichters en heeft zich aangesloten bij andere organisaties om de toegankelijkheid te
verbeteren. Deze toezegging ondersteunt de doelstelling van HP om producten en diensten te ontwerpen, te
produceren en op de markt te brengen die eectief door mensen met een handicap kunnen worden gebruikt.
IAAP maakt het vak sterk door personen, studenten en organisaties wereldwijd met elkaar te verbinden om
van elkaar te leren. Als u meer wilt weten, ga dan naar de online community op
http://www.accessibilityassociation.org, meld u aan voor nieuwsbrieven en lees meer over
lidmaatschapsopties.
De beste ondersteunende technologie vinden
Iedereen, inclusief mensen met een handicap of leeftijdsgebonden beperkingen, moet in staat zijn om te
communiceren, zich uit te drukken en verbinding te maken met de wereld met behulp van technologie. HP
streeft naar meer bewustzijn op het gebied van toegankelijkheid bij HP en bij onze klanten en partners. Of het
nu gaat om grote lettertypen die gemakkelijk leesbaar zijn, spraakherkenning waarmee u uw handen rust
kunt geven of een andere ondersteunende technologie voor uw specieke situatie, vele verschillende
ondersteunende technologieën maken HP producten eenvoudiger om te gebruiken. Hoe kiest u?
Uw behoeften evalueren
Technologie opent voor u nieuwe deuren. Met ondersteunende technologieën worden barrières verwijderd en
kunt u thuis, op het werk en in de gemeenschap onafhankelijk creëren. Ondersteunende technologieën
helpen de functionele mogelijkheden van elektronische en informatietechnologie te vergroten, te
onderhouden en te verbeteren.
U kunt uit vele producten met ondersteunende technologieën kiezen. Met ondersteunende technologieën
moet u verschillende producten kunnen evalueren, uw vragen kunnen beantwoorden en uw selectie van de
beste oplossing voor uw situatie kunnen vergemakkelijken. U zult merken dat professionals die
gekwaliceerd zijn om ondersteunende technologieën te evalueren uit vele gebieden afkomstig zijn, inclusief
diegenen die een licentie hebben of gecerticeerd zijn in fysiotherapie, ergotherapie, spraak-/taalpathologie
en andere expertisegebieden. Anderen, die niet gecerticeerd zijn of geen licentie hebben, kunnen ook
evaluatie-informatie bieden. U wilt mogelijk vragen stellen over de ervaring van de persoon, de expertise en
kosten om te bepalen of deze professionals geschikt zijn voor uw behoeften.
Toegankelijkheid voor HP producten
De volgende koppelingen bieden informatie over toegankelijkheidsfuncties en ondersteunende technologie,
indien van toepassing, in verschillende HP producten. Deze bronnen helpen u bij het selecteren van de
specieke functies met ondersteunende technologie en producten die passen bij uw situatie.
HP Elite x3–Toegankelijkheidsopties (Windows 10 Mobile)
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 7
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 8
62 Hoofdstuk 14 Toegankelijkheid
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 10
HP Slate 7-tablets–Toegankelijkheidsfuncties inschakelen op uw HP tablet (Android 4.1/Jelly Bean)
HP SlateBook pc's–Toegankelijkheidsfuncties inschakelen (Android 4.3,4.2/Jelly Bean)
HP Chromebook pc's – Toegankelijkheidsfuncties inschakelen op uw HP Chromebook of Chromebox
(Chrome OS)
HP Shopping–randapparatuur voor HP producten
Zie Contact opnemen met de ondersteuning op pagina 65 als u extra ondersteuning nodig hebt met de
toegankelijkheidsfuncties van uw HP product.
Extra koppelingen naar externe partners en leveranciers die extra hulp kunnen bieden:
Microsoft-toegankelijkheidsinformatie (Windows 7, Windows 8, Windows 10, Microsoft Oice)
Informatie over toegankelijkheid van Google-producten (Android, Chrome, Google-apps)
Ondersteunende technologieën gesorteerd op type beperking
Assistive Technology Industry Association (ATIA)
Normen en wetgeving
Landen wereldwijd implementeren voorschriften om de toegang tot producten en services voor mensen met
een handicap te verbeteren. Deze voorschriften zijn van oudsher van toepassing op producten en services op
het gebied van telecommunicatie, pc's en printers met bepaalde voorzieningen voor communicatie en
videoweergave, de bijbehorende gebruikersdocumentatie en hun klantenondersteuning.
Normen
De US Access Board heeft Sectie 508 van de FAR-normen (Federal Acquisition Regulation) opgesteld als
richtlijn voor toegang tot informatie- en communicatietechnologie (ICT) voor mensen met een lichamelijke,
zintuiglijke of cognitieve handicap.
De normen bevatten technische criteria die speciek zijn voor verschillende soorten technologieën, evenals
op prestaties gebaseerde vereisten die gericht zijn op de functionele mogelijkheden van producten die
hieronder vallen. Specieke criteria zijn van toepassing op softwaretoepassingen en besturingssystemen,
webgebaseerde informatie en toepassingen, computers, telecommunicatieproducten, video en multimedia en
op zichzelf staande gesloten producten.
Mandaat 376 – EN 301 549
De Europese Unie heeft de norm EN 301 549 opgesteld binnen Mandaat 376 als een online toolkit voor
openbare aanbestedingen van ICT-producten. De norm speciceert de vereisten betreende toegankelijkheid
die van toepassing zijn op ICT-producten en -diensten, met een beschrijving van de testprocedures en
evaluatiemethodologie voor elke vereiste.
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG)
Met de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) van het Web Accessibility Initiative (WAI) van W3C kunnen
webontwerpers en -ontwikkelaars sites maken die beter voldoen aan de behoeften van mensen met een
handicap of leeftijdsgebonden beperkingen.
WCAG bevordert de toegankelijkheid van alle webinhoud (tekst, afbeeldingen, audio en video) en
webtoepassingen. WCAG kan nauwkeurig worden getest, is gemakkelijk te begrijpen en te gebruiken en biedt
webontwikkelaars exibiliteit voor innovatie. WCAG 2.0 is ook goedgekeurd als ISO/IEC 40500:2012.
Normen en wetgeving 63
WCAG richt zich speciek op belemmeringen voor internettoegang die mensen met een visuele, auditieve,
fysieke, cognitieve of neurologische handicap ervaren en door oudere internetgebruikers met
toegankelijkheidsbehoeften. WCAG 2.0 biedt kenmerken voor toegankelijke inhoud:
Waarneembaar (bijvoorbeeld door tekstalternatieven voor afbeeldingen, bijschriften voor audio,
aanpassingsvermogen van de presentatie en kleurcontrast)
Werkbaar (door toetsenbordtoegang, kleurcontrast, timing van invoer, vermijden van aanvallen en
navigeerbaarheid)
Begrijpelijk (door leesbaarheid, voorspelbaarheid en hulp bij invoer)
Robuust (bijvoorbeeld door compatibiliteit met ondersteunende technologieën)
Wet- en regelgeving
Toegankelijkheid van IT en informatie is een gebied dat qua wetgeving steeds belangrijker is geworden. De
volgende koppelingen bieden informatie over belangrijke wetgeving, regelgeving en normen.
Verenigde Staten
Canada
Europa
Australië
Wereldwijd
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid
De volgende organisaties, instellingen en resources zijn nuttige informatiebronnen voor mensen met een
handicap of leeftijdsgebonden beperking.
OPMERKING: Deze lijst is niet volledig. Deze organisaties worden alleen ter informatie aangeboden. HP
aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor informatie of contacten die u op internet tegenkomt. Vermelding
op deze pagina impliceert geen goedkeuring door HP.
Organisaties
Dit zijn enkele van de vele organisaties die informatie verschaen over functionele beperkingen en
leeftijdsgebonden beperkingen.
American Association of People with Disabilities (AAPD)
The Association of Assistive Technology Act Programs (ATAP)
Hearing Loss Association of America (HLAA)
Information Technology Technical Assistance and Training Center (ITTATC)
Lighthouse International
National Association of the Deaf
National Federation of the Blind
Rehabilitation Engineering & Assistive Technology Society of North America (RESNA)
Telecommunications for the Deaf and Hard of Hearing, Inc. (TDI)
W3C Web Accessibility Initiative (WAI)
64 Hoofdstuk 14 Toegankelijkheid
Onderwijsinstellingen
Veel onderwijsinstellingen, met inbegrip van deze voorbeelden, geven informatie over computergebruik door
mensen met een handicap of leeftijdsgebonden beperking.
California State University, Northridge, Center on Disabilities (CSUN)
University of Wisconsin - Madison, Trace Center
Computeraccommodatieprogramma University of Minnesota
Andere bronnen voor mensen met beperkingen
Veel resources, met inbegrip van deze voorbeelden, geven informatie over computergebruik door mensen
met een handicap of leeftijdsgebonden beperking.
Technisch assistentieprogramma ADA (Americans with Disabilities Act)
ILO Global Business and Disability network
EnableMart
European Disability Forum
Job Accommodation Network
Microsoft Enable
Koppelingen van HP
Deze specieke koppelingen van HP bieden informatie voor mensen met een handicap of leeftijdsgebonden
beperking.
Ons contactformulier
HP Handleiding voor veiligheid en comfort
HP Sales publieke sector
Contact opnemen met de ondersteuning
HP biedt technische ondersteuning en hulp bij het gebruik van toegankelijkheidsopties voor klanten met een
handicap.
OPMERKING: De ondersteuning is alleen beschikbaar in het Engels.
Klanten die doof of hardhorend zijn en vragen hebben over technische ondersteuning of
toegankelijkheid van HP producten:
Gebruik TRS/VRS/WebCapTel om (877) 656-7058 te bellen van maandag tot en met vrijdag, van
06.00 uur tot 21.00 uur Mountain Time.
Klanten met andere beperkingen of leeftijdsgebonden beperkingen die vragen hebben over technische
ondersteuning of toegankelijkheid van HP producten kunnen een van de volgende opties kiezen:
Bel (888) 259-5707 van maandag tot en met vrijdag, van 06.00 uur tot 21.00 uur Mountain Time.
Gebruik het contactformulier voor mensen met een handicap of leeftijdsgebonden beperking.
Contact opnemen met de ondersteuning 65
Index
A
aanbevolen procedures 1
aan-uitknop, herkennen 9
aan-uitlampje, herkennen 4, 8
accu
in de fabriek verzegeld 33
informatie zoeken 32
lage acculading 32
ontladen 32
problemen met een laag
accuniveau verhelpen
33
stroom besparen 32
accu-informatie zoeken 32
acculading 32
accuvoeding 31
actietoetsen
afspelen 11
afspelen onderbreken 11
gebruiken 11
geluidsvolume 11
helderheid van het
beeldscherm 11
help 11
herkennen 11
microfoon, geluid uit 11
privacyscherm 11
schakelen tussen
beeldschermen 11
toetsenbordlampje 11
touchpad 11
vliegtuigmodus 11
volgend nummer 11
volume dempen 11
actietoetsen, helderheid van
beeldscherm 11
actietoetsen voor geluidsvolume
11
actietoets privacyscherm 11
actietoets privacyscherm,
herkennen 11
actietoets voor
achtergrondverlichting
toetsenbord 11
actietoets voor afspelen 11
actietoets voor afspelen
onderbreken 11
actietoets voor geluid uit 11
actietoets voor Hulp krijgen in
Windows 10 11
actietoets voor microfoon uit 11
actietoets voor schakelen tussen
beeldschermen 11
actietoets voor volgend nummer 11
activeren, slaap- en
hibernationstand
29
afsluiten 30
antivirussoftware, gebruiken 43
audio 20
geluidsinstellingen 21
HDMI-audio 23
headsets 21
hoofdtelefoon 20
luidsprekers 20
volume aanpassen 11
B
back-up, maken 55
back-ups 55
back-up van software en gegevens
maken 45
bedrijfs-WLAN, verbinding maken
17
beeldscherm
navigeren 25
bekabeld netwerk (LAN) 19
besturingssysteem, voorzieningen
16
besturingszone 7, 8
beveiligingskabel, bevestigingspunt
herkennen 3
beveiligingskabel bevestigen 45
bewegingen 25
bewegingen op het aanraakscherm
schuifbeweging met één vinger
28
schuiven 28
tikken 25
Zoomen door met twee vingers te
knijpen 25
bewegingen op het touchpad en
aanraakscherm
tikken 25
Zoomen door met twee vingers te
knijpen 25
BIOS
een update downloaden 47
starten, Setup Utility 46
update downloaden 47
update uitvoeren 46
versie bepalen 46
Bluetooth, label 14
Bluetooth-apparaat 16, 18
bronnen, toegankelijkheid 64
C
camera
gebruiken 20
herkennen 6
cameralampje, herkennen 6
caps lock-lampje 8
combostekker voor audio-uit
(hoofdtelefoon)/audio-in
(microfoon), herkennen 3
connectoren
voeding 3
D
de computer onderhouden 37
de computer reinigen 37
neerhout onderhouden 39
HP Easy Clean 37
ontsmetten 38
stof en vuil verwijderen 37
de computer uitschakelen 30
draadloos netwerk (WLAN)
bedrijfs-WLAN, verbinding
maken 17
functioneel bereik 17
openbare WLAN, verbinding
maken 17
verbinding maken 17
draadloos netwerk beveiligen 44
draadloze communicatie, antennes
herkennen 6
66 Index
draadloze communicatie,
voorzieningen
besturingssysteem 16
knop 16
E
Elektrostatische ontlading 60
energiebeheer 29
energiebeheerinstellingen
gebruiken 31
esc-toets, herkennen 10
evaluatie
toegankelijkheidsbehoeften 62
externe voeding gebruiken 34
F
rewallsoftware 44
fn-toets herkennen 10
G
gegevens overbrengen 23
gegevensoverdracht 23
geïnstalleerde software
zoeken 3
geïntegreerd numeriek toetsenblok,
herkennen 10
geluid. Zie audio
geluidsinstellingen gebruiken 21
Gps 18
H
hardware, zoeken 3
HDMI-poort
aansluiten 22
herkennen 3, 4
headset aansluiten 21
herstellen 55, 56
media 56
schijven 56
USB-ashdrive 56
het toetsenbord en de optionele muis
gebruiken 28
het touchpad gebruiken 25
Hibernationstand
activeren 30
beëindigen 30
geactiveerd bij kritiek lage
acculading 32
high-denition apparatuur
aansluiten 22, 23
hoofdtelefoon aansluiten 20
HP 3D DriveGuard 35
HP bronnen 1
HP Device as a Service (HP DaaS) 44
HP Fast Charge 32
HP Mobiel breedband
activeren 17
IMEI-nummer 17
MEID-nummer 17
HP ondersteunend beleid 61
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
downloaden 52
gebruiken 51
starten 51
HP PC Hardware Diagnostics
(Windows)
downloaden 50
gebruiken 49
installeren 51
openen 49, 50
HP PC Hardware Diagnostics Windows
downloaden 50
HP Sure Recover 57
HP terugzetmedia
herstellen 56
HP Touchpoint Manager 44
I
IMEI-nummer 17
in-/uitgangen
audio-uitgang (hoofdtelefoon) 3
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/
audio-ingang (microfoon) 3
in de fabriek verzegelde accu 33
Ingangsvermogen 58
installeren
optionele beveiligingskabel 45
Instellingen voor Remote HP PC
Hardware Diagnostics (UEFI)
aanpassen 53
gebruiken 53
International Association of
Accessibility Professionals 62
interne microfoons herkennen 6
internetbeveiligingssoftware,
gebruiken 43
K
kennisgevingen
label met kennisgevingen 14
labels met keurmerk voor
draadloze communicatie 14
klantenondersteuning,
toegankelijkheid 65
knoppen
aan-uitknop 9
linkerknop van het touchpad 7
rechterknop van het touchpad 7
knop voor draadloze communicatie
16
kritiek lage acculading 32
L
label met keurmerk voor draadloze
communicatie 14
labels
Bluetooth 14
kennisgevingen 14
keurmerk voor draadloze
communicatie 14
serienummer 14
service 14
WLAN 14
lage acculading 32
lampjes
camera 6
caps lock 8
geluid uit 8
Netvoedingsadapter en accu 3
touchpad 7
voeding 4, 8
lampje van netvoedingsadapter/accu,
herkennen 3
lampje voor draadloze
communicatie 16
lampje voor geluid uit herkennen 8
linkerbesturingszone, herkennen 8
linkerbesturingszone herkennen 7
luidsprekers
aansluiten 20
luidsprekers, herkennen 13
M
MEID-nummer 17
Miracast 23
mobiel breedband
activeren 17
Index 67
IMEI-nummer 17
MEID-nummer 17
N
navigeren op het scherm 25
Netvoedingsconnector
herkennen 3
normen en wetgeving,
toegankelijkheid 63
O
omgevingsvereisten 59
onderdelen
beeldscherm 6
linkerkant 4
onderkant 13
rechterkant 3
toetsenbordzone 7
touchpad 7
onderdelen aan de linkerkant 4
onderdelen aan de onderkant 13
Onderdelen aan de rechterkant 3
onderdelen van het beeldscherm 6
onderhoud
programma's en
stuurprogramma's bijwerken
36
Schijfdefragmentatie 35
Schijfopruiming 35
ondersteunende technologie
doel 61
vinden 62
openbare WLAN, verbinding maken
17
opstartvolgorde, wijzigen 56
P
pictogram Energiemeter gebruiken
31
poorten
HDMI 3, 4, 22
USB 3, 4
USB Type-C 3, 4, 24
USB Type-C DisplayPort 3, 4
USB Type-C SuperSpeed 3, 4
USB Type-C SuperSpeed met HP
opladen in slaapstand 3, 4
precisie-touchpad
gebruiken 25
precisie-touchpadbewegingen
schuiven met twee vingers 26
tikken met drie vingers 26
tikken met twee vingers 26
tikken met vier vingers 27
vegen met drie vingers 27
vegen met vier vingers 27
privacytoets camera, gebruiken 20
productnaam en productnummer, van
computer 14
programma's bijwerken
Windows 10 S 36
programma's en stuurprogramma's
bijwerken 36
Windows 10 36
R
rechterbesturingszone, herkennen
8
rechterbesturingszone herkennen 7
reizen met de computer 14, 39
S
schermtoetsenbord 28
schuiven met één vinger op
aanraakscherm 28
schuiven met twee vingers,
touchpadbeweging 26
serienummer, van computer 14
servicelabels zoeken 14
Setup Utility (BIOS) wachtwoorden
42
Slaap- en hibernationstand,
activeren 29
Slaapstand
activeren 29
beëindigen 29
sleuven
beveiligingskabel 3
MicroSD-geheugenkaartlezer 4
software
Schijfdefragmentatie 35
Schijfopruiming 35
zoeken 3
Software Schijfdefragmentatie 35
Software Schijfopruiming 35
software-updates, installeren 44
speciale toetsen, gebruiken 10
Specicaties 58
stuurprogramma's bijwerken
Windows 10 S 36
systeemherstelpunt, maken 55
systeem reageert niet 30
T
terugzetmedia 55
maken met het
downloadhulpprogramma HP
Cloud Recovery 56
maken met Windows-
hulpprogramma's 55
terugzetten 55
tikken, beweging op het touchpad en
aanraakscherm 25
tikken met drie vingers,
touchpadbeweging 26
tikken met twee vingers,
touchpadbeweging 26
tikken met vier vingers,
touchpadbeweging 27
toegankelijkheid 61
Toegankelijkheidsnormen Artikel
508 63
toetsen
actie 10
esc 10
fn 10
num lock 10
touchpad 11
vliegtuigmodus 11
Windows 10
toetsenblok, geïntegreerd
numeriek 10
toetsenbord en optionele muis
gebruiken 28
toets voor vliegtuigmodus 11, 16
touchpad
gebruiken 25
instellingen 7
touchpadbewegingen
schuiven met twee vingers 26
tikken met drie vingers 26
tikken met twee vingers 26
tikken met vier vingers 27
vegen met drie vingers 27
vegen met vier vingers 27
touchpadinstellingen, aanpassen 7
touchpadknoppen
herkennen 7
touchpadlampje, herkennen 7
touchpadonderdelen 7
touchpadtoets 11
68 Index
touchpadzone, herkennen 7, 8
U
USB-poort herkennen 3, 4
USB SuperSpeed-poort, herkennen
3, 4
USB Type-C poort, herkennen 3, 4
USB Type-C-poort, herkennen 24
USB Type-C SuperSpeed-poort met
HP opladen in slaapstand,
herkennen
3, 4
V
vegen met drie vingers,
touchpadbeweging 27
vegen met vier vingers, beweging op
het touchpad 27
ventilatieopeningen, herkennen 9,
13
verbinding maken met een draadloos
netwerk 16
verbinding maken met een draadloos
netwerk (WLAN) 17
verbinding maken met een LAN 19
verbinding maken met een netwerk
16
verzenden van de computer 39
video
draadloze beeldschermen 23
HDMI-poort 22
USB Type-C 24
video, gebruiken 21
vingerafdrukken, registreren 43
vingerafdruklezer 9
vliegtuigmodus 16
voeding
accu 31
externe 34
volume
aanpassen 11
geluid uit 11
W
wachtwoorden
Setup Utility (BIOS) 42
Windows 41
wachtwoorden gebruiken 41
weergavestanden 22
Windows
back-up 55
systeemherstelpunt 55
terugzetmedia 55
Windows Hello 20
gebruiken 43
Windows-hulpprogramma's,
gebruiken 55
Windows-toets, herkennen 10
Windows-wachtwoorden 41
WLAN-antennes, herkennen 6
WLAN-apparaat 14
WLAN-label 14
WWAN-apparaat 17
Z
zoomen door met twee vingers te
knijpen, beweging op het touchpad
en aanraakscherm 25
Index 69
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81

HP Slim Desktop PC S01-pF1000i Handleiding

Type
Handleiding