Smeg SI 5952 B de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Inhoudsopgave
99
NL
1 Waarschuwingen 100
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 100
1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant 101
1.3 Beoogd gebruik 101
1.4 Verwerking 101
1.5 Identificatieplaatje 102
1.6 Deze gebruiksaanwijzing 102
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 102
2 Beschrijving 103
2.1 Algemene beschrijving 103
2.2 Bedieningspaneel 104
2.3 Beschikbare accessoires 105
2.4 Voordelen van inductiekoken 105
3 Gebruik 106
3.1 Waarschuwingen 106
3.2 Correct gebruik van de kookplaat 107
3.3 Functioneringsbeginselen 108
3.4 Voorbereiding 109
3.5 Het gebruik van de kookplaat 110
3.6 Advies om energie te besparen 115
4 Reiniging en onderhoud 116
4.1 Waarschuwingen 116
4.2 Reiniging van de oppervlakken 116
4.3 Wekelijkse gewone reiniging 116
4.4 Voedselresten of -vlekken 116
4.5 Oplossingen voor problemen… 117
4.6 Foutcodes 117
5 Installatie 118
5.1 Elektrische aansluiting 118
5.2 Veiligheidswaarschuwingen 119
5.3 Insnijding van het werkblad 120
5.4 Inbouw 120
5.5 Bevestigingsklemmen 122
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
Waarschuwingen
100
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm
tijdens het gebruik.
• Raak geen warmte-elementen delen
aan tijdens gebruik van het
apparaat.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar die
niet onder toezicht staan verwijderd
van het apparaat.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Plaats geen metalen voorwerpen
zoals messen, vorken, lepels of
deksels op het apparaat tijdens
gebruik ervan.
• Schakel het apparaat uit na gebruik
ervan.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur met
een deksel of een brandwerende
deken.
• Werkzaamheden voor schoonmaak
en onderhoud van het apparaat
mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen die niet onder toezicht
staan.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten van
het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat
te repareren, zonder tussenkomst van
een gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de kabel
zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of plastic
gereedschappen.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmte-afvoer niet verstopt raken.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
• Laat geen voorwerpen achter op de
kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om de
ruimte te verwarmen.
Waarschuwingen
101
NL
Voor dit apparaat
• Vertrouw nooit alleen op de eventueel
aanwezige panherkenningsindicatie.
Verwijder eventueel aanwezige vloeistof
van de dekplaat voor u die opent.
• Laat de kookplaat afkoelen voor u de
dekplaat sluit.
• Als barsten of scheuren opgemerkt
worden, of als het oppervlak van de
glaskeramische plaat zou breken, moet
het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld
worden. Schakel de stroom uit en neem
contact op met de Technische Dienst.
• Personen met een pacemaker of een
gelijkaardig apparaat moeten zich
ervan vergewissen dat de werking van
deze apparaten niet wordt beïnvloed
door het inductieveld, waarvan het
frequentiebereik tussen 20 en 50 kHz
ligt.
• Overeenkomstig de bepalingen van de
elektromagnetische compatibiliteit
behoort de elektromagnetische
inductieplaat tot Groep 2 en Klasse B
(EN 55011).
1.2 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade aan personen en
voorwerpen tengevolge:
• een ander gebruik van het apparaat
dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
• gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een
huishoudelijke omgeving. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
• Gebruik van dit apparaat door kinderen
vanaf 8 jaar, personen met beperkte
fysieke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten of met een gebrek aan
ervaring of kennis is alleen toegestaan
onder toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk zijn
voor hun veiligheid.
• Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.4 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Waarschuwingen
102
• De gebruiker moet het apparaat dus
aan het einde van het gebruik toekennen
aan geschikte centra voor de
gescheiden inzameling van elektrisch en
elektronisch afval, of het overhandigen
aan de verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen geval
worden verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en dient
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig
vóór installatie.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
Beschrijving
103
NL
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
* de vermogens zijn een benadering en zijn afhankelijk van de gebruikte recipiënten of de geselecteerde
instellingen.
Zone
Externe diameter
(mm)
Interne diameter
(mm)
Max. geabsorbeerde
vermogen (W)*
Opgenomen vermogen in
powerfunctie (W)*
1 145 100 1400 2200
2 180 100 1850 3000
3 270 120 2600 3700
4 210 100 2300 3700
4
Beschrijving
104
2.2 Bedieningspaneel
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel.
Het gebruik van de kookplaat gebeurt door
middel van sensortoetsen Touch-Control.
Raak het symbool op het oppervlak van
glaskeramiek lichtjes aan.
Elke aanraking wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
De onderstaande tabel bevat de
bedieningen die op de kookplaat
aanwezig zijn en een korte beschrijving
ervan.
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten.
Bediening Beschrijving
Timer: activeert de functies
Kookwekker en
Geprogrammeerde
bereiding.
Activeert de speciale functies
van de kookplaat: Melting,
Keep Warm en Simmering.
Activeert de Powerfunctie.
Toename: vergroot het
vermogensniveau of verlengt
de bereidingsduur.
Afname: verlaagt het
vermogensniveau of verkort
de bereidingsduur.
Zone links vooraan.
Zone links achteraan.
Zone in het midden.
Zone rechts achteraan.
Zone rechts vooraan.
Toetsblokkering: blokkeert
de toetsen van de kookplaat.
Activeert de pauze van de
kookplaat.
On/Off: voor de in- of
uitschakeling van de
kookplaat.
Beschrijving
105
NL
2.3 Beschikbare accessoires
Schraper
Nuttig voor de reiniging van de kookplaat.
2.4 Voordelen van inductiekoken
• Energiebesparing, dankzij de
rechtstreekse overdracht van energie
naar de pan (u moet daarvoor bestemde
pannen in magnetiseerbaar materiaal
gebruiken) in vergelijking met het
traditioneel elektrisch koken.
• Grotere veiligheid dankzij de zending
van energie naar enkel het recipiënt dat
op de kookplaat geplaatst is.
• Hoog rendement bij de zending van
energie van de bereidingszone met
inductie naar de basis van de pan.
• Snelle verwarming.
• Kleinere kans op brandwonden, omdat
het kookoppervlak enkel wordt
verwarmd door de onderkant van de
pan; overgekookt voedsel plakt niet.
De accessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen bij
erkende servicecentra worden
verkregen. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
fabrikant.
De kookplaat is voorzien van een
inductiegenerator voor elke
bereidingszone. Elke generator
onder het glaskeramische
oppervlak heeft een
elektromagnetisch veld dat een
thermische stroom veroorzaakt op
de onderkant van de pan. De
warmte wordt niet overgedragen
in de bereidingszone, maar ze
wordt direct in het recipiënt
gecreëerd door de inductieve
stromen.
Gebruik
106
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Draag hittebestendige handschoenen
tijdens het gebruik.
• Raak het oppervlak van de kookplaat
niet aan, of reinig het niet, tijdens de
functionering of wanneer de
controlelampen van de restwarmte
oplichten.
• Plaats geen lege potten of pannen op
de bereidingszones wanneer ze zijn
ingeschakeld.
Houd kinderen van jonger dan 8 jaar uit
de buurt wanneer het apparaat in
werking is.
• Activeer de toetsblokkering indien u
kinderen of huisdieren heeft die de
kookplaat kunnen bereiken.
• De bereidingszones blijven ook na
gebruik gedurende een bepaalde
periode nog zeer warm, ook al zijn
deze uitgeschakeld. Raak de
oppervlakken van de kookplaat niet
aan.
Hoge temperatuur
Brand- en ontploffingsgevaar
• Ontvlambare materialen niet in de buurt
van het apparaat of direct onder de
kookplaat gebruiken of bewaren.
• Gebruik geen dozen, gesloten bakjes,
keukengerei en plastic potjes voor de
bereiding.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waar vetten
en olies kunnen vrijkomen.
• In geval van barsten of scheuren, en
indien het apparaat niet kan
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met de assistentie worden
opgenomen.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Gebruik de kookplaat niet als in de
oven het proces van de pyrolyse bezig
is.
• Plaats nooit pannen op de kookplaat
die geen perfect effen en regelmatige
bodem hebben.
• Vermijd dat harde en zware
voorwerpen op de kookplaat kunnen
vallen zodat deze niet kan beschadigd
worden.
• Gebruik de kookplaat niet als werk-
en/of snijvlak.
Gebruik
107
NL
3.2 Correct gebruik van de kookplaat
Recipiënten die geschikt zijn voor
inductiekoken
De pannen en potten die op de
inductieplaat worden gebruikt, moeten van
metaal zijn en over magnetische kenmerken
en een voldoende grote bodem
beschikken.
Geschikte recipiënten:
• Recipiënten in geëmailleerd staal met
dikke bodem.
• Recipiënten in gietijzer met
geëmailleerde bodem.
• Recipiënten in meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte recipiënten:
• Recipiënten in koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek
en terracotta.
Om na te gaan of een pot of pan geschikt
is, volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan of pot geschikt
voor een inductiekookplaat. Als u niet over
een magneet beschikt, kunt u in het recipiënt
een kleine hoeveelheid water gieten, het
op een bereidingszone plaatsen en de
plaat inschakelen. Als op het display in
plaats van het vermogen het symbool
verschijnt, is de pan niet geschikt.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
Gebruik
108
3.3 Functioneringsbeginselen
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een
automatisch systeem dat de werkingsduur
beperkt.
Als de instellingen van de bereidingszone
niet worden gewijzigd; de maximale
werkingsduur van elke zone hangt af van
het geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de
beperking van de werkingsduur wordt
geactiveerd, wordt de bereidingszone
uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt het symbool
weergegeven op het display.
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange
periode op het maximale vermogen wordt
gebruikt, kan de elektronica moeite hebben
om af te koelen als de
omgevingstemperatuur hoog is.
Het vermogen van de bereidingszone
wordt automatisch verlaagd om te
vermijden dat in de elektronica een te hoge
temperatuur ontstaat.
Restwarmte
Als na het gebruik de bereidingszone nog
altijd warm is, wordt op het display ter
hoogte van de bereidingszone het symbool
weergegeven.
Het symbool gaat uit als de temperatuur
van de bereidingszone is gedaald tot
onder 40°C.
Tabel voor de bereidingen
Het vermogen van de bereidingszone kan
op verschillende niveaus geregeld worden.
De onderstaande tabel bevat de
beschikbare vermogens en de aanduiding
van het te bereiden type voedsel.
Ingesteld
vermogensniveau
Maximum bereidingsduur
in uren
18 ½
26 ½
35
44
53 ½
62 ½
72
81 ½
91 ½
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
Let goed op voor kinderen omdat ze de
aanduiding van de restwarmte niet
goed kunnen zien. De bereidingszones
blijven na gebruik voor een bepaalde
periode zeer warm, ook al zijn ze
uitgeschakeld. Houd kinderen dus uit de
buurt, zodat ze hun handen niet
verbranden.
Het symbool blijft ook branden
als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
De waarden kunnen variëren
afhankelijk van de hoeveelheid
voedsel en de smaak van de
consument.
Gebruik
109
NL
3.4 Voorbereiding
Om de eventuele vochtigheid te
verwijderen die wordt opgehoopt tijdens
de bewerkingen in de fabriek, voor een
correcte functionering van de elektronische
circuits en van de bedieningen:
1. Verwijder de beschermfolie van de
externe oppervlakken van het apparaat
en van de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens).
3. Positioneer een volle pan water op elke
bereidingszone vooraan, en schakel het
maximum vermogen minstens 30 minuten
lang in.
4. Schakel na 30 minuten de
bereidingszones vooraan uit, en herhaal
de handeling op de bereidingszones
achteraan en op de eventuele centrale
bereidingszone.
5. Indien de bedieningen nadat deze
handelingen zijn uitgevoerd niet correct
zouden functioneren, kan het
noodzakelijk zijn om de handeling
langer uit te voeren tot de vochtigheid
helemaal is verdampt.
Vermogensnive
au
Geschikt voor
0
Positie OFF
1 - 2
Voedsel opwarmen, kleine
hoeveelheden water aan de
kook te houden, sauzen met
eidooiers of boter
loskloppen.
3 - 4
Vaste en vloeibare
voedingsmiddelen bereiden,
water aan de kook houden,
diepvriesproducten te
ontdooien, omeletten van 2-
3 eieren, fruit- en
groentengerechten
bereiden, verschillende
bereidingen.
5 - 7
Bereiden van vlees, vis,
groenten, gerechten met
meer of minder water,
bereiding van jam enz.
8 -9
Gebraden vlees of vis,
biefstukken, lever, stoven van
vlees en vis, eieren, enz.
Bakken van aardappelen in
olie enz., het snel aan de
kook brengen van water.
Water snel aan de kook
brengen.
Gerechten ontdooien.
Al bereide gerechten
warmhouden.
Water in een pan aan de
kook houden.
Gebruik
110
3.5 Het gebruik van de kookplaat
Om de kookplaat in te schakelen:
• Houd de toets On/Off minstens 1
seconde ingedrukt.
Om de kookplaat uit te schakelen:
• Houd de toets On/Off minstens 2
seconden ingedrukt.
De bereidingszone activeren
Nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld:
• Druk op de toetsen en van de
gewenste bereidingszone om het
bereidingsvermogen te selecteren (van 1
tot 9).
De bereidingszone deactiveren
• Druk op de toets tot het vermogen
weer op 0 (nul) is ingesteld.
Snelkeuze
Nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld:
• Druk een keer op de toets van de
gewenste bereidingszone. Stel het
vermogensniveau 9 in.
Versneller
De versneller activeren nadat de kookplaat
is geactiveerd:
1. Druk nu op de toets van de gewenste
bereidingszone tot het vermogensniveau
9 is bereikt.
2. Druk nogmaals op de toets . Op het
display knipperen het symbool en de
aanduiding van het vermogensniveau 9.
3. Druk op de toets van de
bereidingszone om het
bereidingsvermogen te selecteren (van 1
tot 8). Op het display knipperen het
symbool en de aanduiding van het
ingestelde vermogensniveau.
De versneller deactiveren:
• Druk op de toets van de gewenste
bereidingszone.
De kookplaat wordt automatisch
binnen enkele seconde
uitgeschakeld als geen enkele
bereidingszone is gekozen.
Als u alle zones tegelijkertijd wilt
deactiveren, houd dan de toets
On/Off minstens 2 seconden
ingedrukt.
Met behulp van deze functie kunt
u snel het maximale vermogen van
de bereidingszone instellen.
Met deze functie kunt het
maximale vermogen van de
bereidingszone gebruiken om de
vloeistof in de pan aan de kook te
brengen.
Als de vloeistof in de pan kookt,
schakelt de bereidingszone
automatisch over naar het
ingestelde vermogensniveau.
Gebruik
111
NL
Powerfunctie
De powerfunctie activeren nadat de
kookplaat is geactiveerd:
1. Druk op de toets . Op het display
knippert een led boven de toets .
2. Druk op de toets of van de
gewenste bereidingszone. Op de
geactiveerde bereidingszone wordt op
het display weergegeven. Na 10
minuten wordt het maximale
vermogensniveau automatisch tot niveau
9 verlaagd.
De powerfunctie deactiveren:
• Druk op de toets van de gewenste
bereidingszone. De bereidingszone
schakelt automatisch over naar het
vermogensniveau 9.
Functie Melting
De functie Melting activeren nadat de
kookplaat is geactiveerd:
1. Druk een keer op de toets . Op het
display knippert een led boven de toets
.
2. Druk op de toets of van de
gewenste bereidingszone. Op de
geactiveerde bereidingszone wordt op
het display weergegeven.
De functie Melting deactiveren:
• Druk op de toets of van de
gewenste bereidingszone.
Met deze functie kan het
maximale vermogen van de
bereidingszone maximaal 10
minuten gebruikt worden.
Met deze functie kunt u gerechten
ontdooien.
Gebruik
112
Keep warm-functie
De functie Keep warm activeren nadat de
kookplaat is geactiveerd:
1. Druk twee keer op de toets . Op het
display knippert een led naast de toets
.
2. Druk op de toets of van de
gewenste bereidingszone. Op de
geactiveerde bereidingszone wordt op
het display weergegeven.
De functie Keep warm deactiveren:
• Druk op de toets of van de
gewenste bereidingszone.
Simmering-functie
De functie Simmering activeren nadat de
kookplaat is geactiveerd:
1. Druk drie keer op de toets . Op het
display knipperen twee leds boven de
toets .
2. Druk op de toets of van de
gewenste bereidingszone. Op de
geactiveerde bereidingszone wordt op
het display weergegeven.
De functie Simmering deactiveren:
• Druk op de toets of van de
gewenste bereidingszone.
Met deze functie kunt u al bereide
gerechten warmhouden.
Met deze functie kunt u de
vloeistof in de pan aan de kook
houden.
Gebruik
113
NL
Functie Pauze
De functie Pauze activeren nadat minstens
één bereidingszone is geactiveerd:
• Houd de toets ingedrukt. Op het
display worden boven de toets een
led en het symbool op alle
bereidingszones weergegeven.
De functie Pauze deactiveren:
1. Druk op de toets .
2. Druk op de toets of van de
eerder geactiveerde bereidingszone. De
eerder geactiveerde bereidingszones
worden op het ingestelde niveau
geactiveerd.
Toetsblokkering
De toetsblokkering activeren nadat de
kookplaat is geactiveerd:
• Houd de toets 3 seconden
ingedrukt. Op het display wordt een led
weergegeven boven de toets
De toetsblokkering deactiveren:
• Houd de toets 3 seconden
ingedrukt. De led boven de toets
gaat uit.
Met deze functie kunt u de
functionering van alle
bereidingszones onderbreken.
De toetsen van de kookplaat
worden uitgeschakeld,
uitgezonderd de toets
toetsblokkering.
Alle bereidingszones worden
uitgeschakeld.
De kookplaat schakelt automatisch
uit als binnen 5 seconden op geen
enkele toets wordt gedrukt.
Met deze toets kunnen ter
bescherming van kinderen of om
ongewenste selecties te
voorkomen alle toetsen van het
display worden uitgeschakeld.
Door een tijdelijke stroomuitval
wordt de toetsenblokkering niet
gedeactiveerd.
Gebruik
114
Kookwekker
De kookwekker activeren nadat de
kookplaat is geactiveerd:
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen van de
timer . Op het display wordt de
tijdindicator weergegeven. Een
knipperende led onder de tijdindicator
geeft aan dat de functie is geactiveerd.
2. Druk op de toets of van de timer
om de kookwekker te programmeren
(houd de toets ingedrukt om sneller
vooruit te gaan). Een enkele seconde na
de laatste selectie gaat de led naast de
tijdindicator uit en wordt de
kookwekker gestart.
Aan het einde van de geprogrammeerde
tijd hoort de gebruiker een geluidssignaal.
Het geluidssignaal deactiveren:
• Druk op een willekeurige toets van de
kookplaat.
Bereiding met tijdinstelling
De functie “Bereiding met tijdinstelling”
activeren nadat minstens één
bereidingszone is geactiveerd:
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen van de
timer . Op het display wordt de
tijdindicator weergegeven. Een
led boven de tijdindicator geeft
achtereenvolgens de actieve
bereidingszones aan die u kunt kiezen.
2. Laat de toetsen van de timer los
als de led de gewenste bereidingszone
aangeeft.
3. Druk op de toets of van de timer
om de tijd in minuten van de gewenste
bereidingszone te programmeren (houd
de toets ingedrukt om sneller vooruit te
gaan). De led boven de tijdindicator
knippert. Een enkele seconde na de
laatste selectie gaat de led naast de
tijdindicator uit en wordt de
bereiding met tijdinstelling gestart.
Met deze functie kan een
kookwekker geprogrammeerd
worden, die na de ingestelde
tijdsduur (van 1 tot 99 minuten)
een geluidssignaal zal
produceren.
Het gebruik van de kookwekker
onderbreekt de werking van de
bereidingszones niet, maar
waarschuwt de gebruiker dat de
ingestelde tijdsduur verstreken is.
De kookwekker kan gebruikt
worden wanneer de
bereidingszones in- en
uitgeschakeld zijn.
Om de timer kookwekker te
deactiveren tijdens de werking,
moet de waarde op nul gesteld
worden met behulp van de toets
van de timer.
Met deze functie kan de
automatische uitschakeling van
elke bereidingszone na een
bepaalde tijdsduur (van 1 tot 99
minuten) geprogrammeerd
worden.
Gebruik
115
NL
Aan het einde van de geprogrammeerde
tijd hoort de gebruiker een geluidssignaal.
De bereidingszone wordt nu automatisch
uitgeschakeld.
Het geluidssignaal deactiveren:
• Druk op een willekeurige toets van de
kookplaat.
De functie bereiding met tijdinstelling
wijzigen of deactiveren:
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen van de
timer . Op het display wordt de
tijdindicator weergegeven. Een
led boven de tijdindicator geeft
achtereenvolgens de actieve
bereidingszones aan die u kunt kiezen.
2. Laat de toetsen van de timer los
als de led de gewenste bereidingszone
aangeeft.
3. Druk op de toetsen of van de
timer om een nieuwe tijd te
programmeren of om de tijd van de
gekozen bereidingszone op 0 (nul) in te
stellen. Een enkele seconde na de
laatste selectie gaat de led naast de
tijdindicator uit en wordt de
bereiding met tijdinstelling gestart. De
desbetreffende bereidingszone gaat uit
als 0 (nul) is geselecteerd.
3.6 Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan
moet overeenkomen met de diameter
van de bereidingszone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u
controleren of de aangeduide diameter
de bodem of de bovenkant van het
recipiënt betreft, omdat deze laatste
bijna altijd groter is dan de bodem.
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor
lange bereidingstijden noodzakelijk zijn,
kunt u tijd en energie besparen door
gebruik te maken van een snelkookpan
waardoor bovendien de vitamines
bewaard blijven die het voedsel bevat.
• Controleer of de snelkookpan
voldoende vloeistof bevat, omdat een
oververhitting, die veroorzaakt wordt
door gebrek aan vloeistof, de pan en de
bereidingszone zou kunnen
beschadigen.
Bedek indien mogelijk de pannen steeds
met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die klaargemaakt
moet worden. Wanneer u een grote pan
gebruikt die half leeg is, wordt energie
verspild.
De functie kan op meerdere
bereidingszones tegelijkertijd
worden ingesteld. De tijdindicator
en de knipperende led geven aan
welke bereidingszone bijna zal
worden uitgeschakeld
Als de bereidingszone en de oven
tegelijk worden gebruikt, kan in
bepaalde omstandigheden het
maximale nuttige vermogen van
uw elektrische installatie worden
overschreden.
Reiniging en onderhoud
116
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
4.2 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat de oven
afgekoeld is.
4.3 Wekelijkse gewone reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks
met behulp van een gewoon product voor
de reiniging van het glas. Respecteer steeds
de aanwijzingen van de producent. Het
silicone dat aanwezig is in deze producten
produceert een beschermend
waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle
vlekken blijven achter op dat laagje, en
kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een reine
doek. Let op dat geen resten van
reinigingsmiddel achterblijven op de
kookplaat, omdat ze een bijtende reactie
zouden kunnen hebben wanneer de plaat
verwarmd wordt, en dus de structuur
zouden kunnen wijzigen.
4.4 Voedselresten of -vlekken
Eventuele lichtgekleurde strepen,
veroorzaakt door pannen met een
aluminium bodem, kunnen worden
verwijderd met een in azijn vochtig
gemaakte doek.
Als er na het gebruik van de kookplaat
verbrande resten achterblijven, moeten
deze worden verwijderd met de
bijgeleverde schraper. Spoel met water en
droog goed met een schone doek. Als de
schraper constant wordt gebruikt, wordt het
gebruik van chemische producten voor de
dagelijkse reiniging van de plaat
aanzienlijk beperkt.
Zandkorrels die eventueel op de
kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen
van sla of aardappelen zouden de plaat
kunnen krassen wanneer de pannen
verschoven worden.
Verwijder deze zandkorrels dus
onmiddellijk van het oppervlak van de
kookplaat.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
Mors tijdens de bereiding geen suiker of
zoete mengsels op de kookplaat.
• Plaats geen materialen of stoffen die
zouden kunnen smelten (plastic of
aluminium).
• Houd de kookplaat altijd schoon, en
plaats geen enkel voorwerp op de
sensortoetsen.
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes). Gebruik eventueel
houten of plastic gereedschappen.
Reiniging en onderhoud
117
NL
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op
de werking en de stabiliteit van het glas.
Het betreft geen wijzigingen van het
materiaal van de kookplaat, maar
eenvoudige resten die niet verwijderd
werden en die dus verbrandden.
Er kan een glanzend oppervlak gevormd
worden door het schuiven van de bodems
van de pannen, vooral indien ze van
aluminium zijn, en indien niet geschikte
reinigingsmiddelen gebruikt worden. Het is
moeilijk om deze te verwijderen met behulp
van gewone reinigingsproducten. Het kan
zijn dat de reiniging meerdere keren moet
herhaald worden. Het gebruik van bijtende
reinigingsmiddelen, of de wrijving met de
bodem van de pannen, kan de decoratie
van de kookplaat mettertijd polijsten zodat
dus donkere vlekken gevormd kunnen
worden.
4.5 Oplossingen voor problemen…
Hieronder geven we een lijst van mogelijke
oplossingen voor eventuele problemen die
zich tijdens de functionering voordoen.
De kookplaat werkt niet:
• Controleer of de kookplaat op het
elektriciteitsnet is aangesloten
• Controleren of de hoofdschakelaar van
het elektriciteitsnet is ingeschakeld.
De resultaten van de bereiding zijn niet
bevredigend:
• Controleer of de temperatuur van de
bereiding niet te hoog of te laag is.
De kookplaat produceert rook:
• Controleer of het voedsel niet uit het
recipiënt komt, en gebruik eventueel een
groter recipiënt.
• Laat de kookplaat afkoelen, en reinig
deze, nadat de bereiding klaar is.
De hoofdschakelaar of de
magnetothermische schakelaar van het
elektriciteitsnet springen regelmatig:
• Neem contact op met het
servicecentrum of met een elektricien.
Scheuren of barsten in de kookplaat:
• moet het apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met het servicecentrum
worden opgenomen.
4.6 Foutcodes
In het geval van problemen wordt op het
display een foutcode die het probleem
identificeert weergegeven.
De volgende tabel bevat de mogelijke
foutcodes en de handelingen die de
gebruiker moet verrichten.
Wanneer het probleem niet wordt
opgelost, of voor andere types
van problemen, neem contact op
met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Code Handeling
Druk op een willekeurige
toets van de kookplaat.
Neem contact op met het
servicecentrum en meld de
foutcode.
Neem contact op met het
servicecentrum en meld de
foutcode.
Neem contact op met het
servicecentrum en meld de
foutcode.
Installatie
118
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
Het apparaat wordt als volgt aangesloten:
Het apparaat kan ook op de volgende
manieren functioneren als de
voedingskabel wordt vervangen:
*gebruik de meegeleverde geleiderbrug
Het schema hieronder toont het
onderaanzicht van het klemmenbord van
de stroomtoevoer, zonder dat kabels zijn
aangesloten. De aansluiting tussen de
klemmen 5 en 4 moet altijd aanwezig zijn.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• Gebruik een persoonlijk
beschermingsmiddel.
De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
• Schakel de stroomtoevoer uit
• Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
• Gebruik kabels die bestand zijn tegen
temperaturen van minstens 90 °C.
• Het aandraaimoment van de schroeven
van de stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
Type aansluiting Type kabel
zespolig
6 x 1,5 mm²
Type aansluiting Type kabel
220-240 V 1N~
driepolig*
3 x 4 mm²
380-415 V 3N~
vijfpolig
5 x 1,5 mm²
5 x 2,5 mm²
Installatie
119
NL
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor
de voeding, overeenkomstig de
installatienormen.
De schakelaar dient op een eenvoudig te
bereiken plaats en in de nabijheid van het
apparaat te zijn aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
Test
Voer na de installatie een korte test uit. Bij
een slechte werking van het apparaat,
terwijl u heeft geconstateerd dat u de
instructies correct heeft uitgevoerd, moet u
het apparaat loskoppelen van het
elektriciteitsnet en het dichtstbijzijnde
Technische Servicecentrum informeren.
5.2 Veiligheidswaarschuwingen
Fineerbewerkingen, kleefstoffen of kunststof
bekledingen van aangrenzende meubels
moeten warmtebestendig zijn (>90°C),
anders kunnen deze mettertijd vervormen.
De minimum afstand die gerespecteerd
moet worden tussen afzuigkappen en de
kookvlakken moet minstens overeenkomen
met diegene die aangeduid wordt in de
aanwijzingen voor de montage van de
afzuigkap.
Ook de minimum afstanden van de vrije
delen van het vlak op de achterzijde
moeten gerespecteerd worden, zoals
wordt aangeduid op de afbeelding van de
montage.
Doe de kabel achter het meubel
passeren. Let op dat deze niet
tegen de onderkant van de
kookplaat of een eventuele
daaronder ingebouwde oven
komt.
Let op wanneer bijkomende
elektrische apparaten aangesloten
worden. De kabels voor de
aansluiting mogen niet in contact
komen met de warme
bereidingszones.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
• Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien is
van de vereiste openingen.
• Het ventilatierooster, dat zich vooraan
het product bevindt, mag nooit worden
afgesloten.
Installatie
120
5.3 Insnijding van het werkblad
Maak een opening (zie de aangeduide
afmetingen) in het werkblad van het
meubel.
Afmetingen inbouw
5.4 Inbouw
Op inbouwruimte voor oven
De afstand tussen de kookplaat en de
keukenmeubels of de inbouwapparaten
moet zodanig zijn dat een voldoende
ventilatie en een voldoende luchtafvoer
gegarandeerd wordt.
Bij installatie boven een oven moet een
tussenruimte worden gelaten tussen de
onderkant van de kookplaat en de
bovenzijde van het onderaan geplaatste
apparaat.
met opening onderaan
met opening onderaan en achteraan
De volgende ingreep vergt metsel-
en/of timmerwerk, en moet dus
uitgevoerd worden door een
bevoegd technicus.
De installatie kan uitgevoerd
worden op structuren van
verschillende materialen, zoals
metselwerk, metaal, massief hout
en met kunststof gelamineerd hout,
mits het hittebestendig is (>90°C).
L (mm) X (mm) Y (mm)
900 878 490
A (mm) B (mm) C (mm) D (mm) E (mm)
min 50 min 460 min 750 20÷60 min 50
Wanneer de kookplaat boven een
oven wordt geïnstalleerd, moet
deze voorzien worden van een
ventilator voor de koeling.
Installatie
121
NL
Op neutrale ruimte of laden
Wanneer andere meubelen (zijwanden,
laden, enz.), afwasautomaten of koelkasten
aanwezig zijn onder de kookplaat, moet
een dubbele houten bodem worden
geïnstalleerd op een minimum afstand van
20 mm van de onderkant van de
kookplaat, zodat toevallig contact wordt
vermeden. De dubbele bodem mag alleen
met geschikt gereedschap worden
verwijderd.
met opening onderaan
met opening achteraan
Ventilatie
Hieronder worden twee juiste installaties
met voldoende ventilatie en een verkeerde
installatie getoond.
Als geen dubbele houten bodem
wordt geïnstalleerd, kan de
gebruiker ongewenst hete of
scherpe onderdelen raken.
Installatie
122
Pakking van de kookplaat
Voordat de montage wordt uitgevoerd,
moet de bijgeleverde pakking langs de
omtrek van de kookplaat worden
aangebracht om te voorkomen dat
vloeistoffen tussen de omlijsting van de
kookplaat en het werkblad kunnen komen.
5.5 Bevestigingsklemmen
Om de bevestiging en een optimale
centrering te garanderen, moeten de
bijgeleverde klemmen geplaatst worden:
1. Draai het apparaat ondersteboven
alvorens het in het meubel te installeren.
Leg het apparaat op krantenpapier of
een zachte ondergrond om te
voorkomen dat het glas schade of
krassen oploopt.
2. Plaats de klemmen horizontaal en met
een lichte druk in de daarvoor bestemde
gleuf.
3. Draai ze vervolgens naar boven zodat
ze definitief geklemd worden.
Bevestig de kookplaat niet met
behulp van silicone. Indien dit toch
wordt gedaan, kan de kookplaat
niet verwijderd worden zonder
deze te beschadigen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Smeg SI 5952 B de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding