DCD920

DeWalt DCD920 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de DeWalt DCD920 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 4
Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen) 18
English (original instructions) 33
Español (traducido de las instrucciones originales) 46
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 61
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 76
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 91
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 106
Português (traduzido das instruções originais) 120
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 135
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 148
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 162
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 176
Copyright DEWALT
NEDERLANDS
91
13 mm (1/2") DRAADLOZE BOOR/DRIL
DCD920, DCD930, DCD940
13 mm (1/2") DRAADLOZE KLOPBOOR/DRIL
DCD925, DCD935, DCD945
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en
innovatie maken D
EWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel
gereedschap.
Technische gegevens
DCD925 DCD920 DCD935 DCD930 DCD945 DCD940
Voltage V
DC
18 18 14,4 14,4 12 12
Types 12 11 12 11 12 11
Batterijtype NiMH/Li-Ion NiMH/Li-Ion NiMH/Li-Ion NiMH/Li-Ion NiMH NiMH
Uitgangsvermogen W 450 450 325 325 285 285
Snelheid zonder weerstand
1e versnelling min
-1
0–500 0–500 0–425 0–425 0–425 0–425
2e versnelling min
-1
0–1 250 0–1 250 0–1 200 0–1 200 0–1 200 0–1 200
3e versnelling min
-1
0–2 000 0–2 000 0–1 800 0–1 800 0–1 800 0–1 800
Impactratio
1e versnelling min
-1
0–8 500 0–7 225 0–7 225
2e versnelling min
-1
0–21 250 0–20 400 0–20 400
3e versnelling min
-1
0–34 000 0–30 600 0–30 600
Max. torsie Nm 55 55 50 50 44 44
Boorhouder capaciteit mm 1,5–13 1,5–13 1,5–13 1,5–13 1,5–13 1,5–13
Maximale boorcapaciteit
Hout mm 50 50 45 45 38 38
Metaal mm 13 13 13 13 13 13
Metselwerk mm 16 16 14 14 13 13
Gewicht (zonder accu) kg 1,82 1,7 1,79 1,68 1,79 1,68
L
PA
(geluidsdruk) dB(A) 88 77 88 77 88 77
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk) dB(A) 3 3 3 3 3 3
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A) 99 88 99 88 99 88
K
WA
(onzekerheid akoestisch verm.) dB(A) 3 3 3 3 3 3
Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in overeenstemming met EN 60745:
Vibratie-emissiewaarde a
h
Boren in metaal
a
h,D
= m/s
2
< 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5
Onzekerheid K = m/s
2
1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
Vibratie-emissiewaarde a
h
Boorinslag
a
h,ID
= m/s
2
10,5 10,5 10,5
Onzekerheid K = m/s
2
1,8 1,8 1,8
NEDERLANDS
92
Vibratie-emissiewaarde a
h
Schroef indraaien
a
h,D
=
m/s²
< 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5 < 2,5
Onzekerheid
K = m/s²
1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5
Het in dit informatieblad gegeven
trillingsuitstootniveau werd gemeten in
overeenstemming met een in EN 60745 gegeven
gestandaardiseerde test en kan worden gebruikt om
een stuk gereedschap met een ander te vergelijken.
Het kan worden gebruikt voor een voorlopige
beoordeling van blootstelling.
WAARSCHUWING: Het aangegeven
trillingsemissieniveau vertegenwoordigt
de belangrijkste toepassingen van
het gereedschap. Maar als het
gereedschap wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met verschillende
accessoires of als het niet goed
wordt onderhouden, dan kan de
trillingsemissie verschillend zijn. Dit
kan het blootstellingsniveau aanzienlijk
verhogen over de hele werkperiode.
Accuset DE9180 DE9503 DE9140 DE9502 DE9501
Accutype Li-Ion NiMH Li-Ion NiMH NiMH
Spanning V
DC
18 18 14,4 14,4 12
Capaciteit A
h
2,0 2,6 2,0 2,6 2,6
Gewicht kg 0,68 1,0 0,58 0,86 0,69
Lader DE9135 DE9116
Netspanning V
AC
230 230
Accutype NiCd/NiMH/Li-Ion NiCd/NiMH
Geschatte laadtijd min 40 60
(2,0 Ah accusets) (2,0 Ah accusets)
Gewicht kg 0,52 0,4
Zekeringen:
Europa 230 V-gereedschap 10 ampère, stroomnet
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De definities hieronder beschrijven de ernstgraad
voor elk signaalwoord. Gelieve de handleiding te
lezen en op deze symbolen te letten.
GEVAAR: Wijst op een dreigende
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, zal leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
WAARSCHUWING: Wijst op een
mogelijk gevaarlijke situatie die, indien
niet vermeden, zou kunnen leiden tot
de dood of ernstige letsels.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, kan leiden tot kleine of
matige letsels.
OPMERKING: Geeft een handeling
aan waarbij geen persoonlijk letsel
optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan
veroorzaken.
Wijst op risico van een elektrische
schok.
Wijst op brandgevaar.
Een schatting van het
blootstellingsniveau voor trilling moet
ook rekening houden met hoe vaak
het gereedschap uitgeschakeld is of
wanneer het gereedschap wel aan
staat maar niet daadwerkelijk gebruikt
wordt. Dit kan het blootstellingsniveau
aanzienlijk verlagen over de hele
werkperiode.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen
om de gebruiker te beschermen tegen
trillingseffecten zoals: onderhoud het
gereedschap en de accessoires, houd
de handen warm, organisatie van
werkpatronen.
NEDERLANDS
93
EG-conformiteitsverklaring
RICHTLIJN VOOR MACHINES
DCD925, DCD920, DCD935, DCD930, DCD945, DCD940
D
EWALT verklaart dat deze producten zoals
beschreven onder Technische gegevens in
overeenstemming zijn met:
2006/42/EG, EN 60745-1; EN 60745-2-1;
EN60745-2-2.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer
informatie contact op met DEWALT via het
volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de
samenstelling van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice-president Techniek en productontwikkeling
DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
30.07.2009
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene veiligheidswaarschuwingen
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en
instructies. Indien geen gevolg aan
deze aanwijzingen wordt gegeven, kan
dit leiden tot elektrische schok, brand of
ernstig letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN
De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle
onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw
elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer)
of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap.
1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED
a) Houd het werkgebied schoon en zorg
voor goede verlichting. Rommelige of
donkere plekken vragen om ongevallen.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap in
een explosief-gevoelige omgeving, zoals
in de buurt van brandbare vloeistoffen,
gassen of stof. Elektrisch gereedschap
creëert vonken waardoor stof of dampen
vlam kunnen vatten.
c) Houd kinderen en omstanders uit de
buurt tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot
verlies van controle over het gereedschap.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrische werktuigen
mogen alleen worden gebruikt in een
geschikt stopcontact. Pas de stekker
op geen enkele manier aan. Gebruik
geen adapterstekkers met een geaard
elektrisch werktuig. Ongemodificeerde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verminderen het risico van elektrische
schokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlakten zoals leidingen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico voor elektrische schokken als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrische werktuigen niet bloot aan
regen of water. Als er water in elektrische
werktuigen terechtkomt, neemt het risico van
een elektrische schok toe.
d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik
het snoer nooit om een elektrisch
werktuig te verplaatsen, te slepen of de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van hitte,
olie, scherpe kanten of bewegende delen.
Beschadigde of verwarde snoeren verhogen
het risico van een elektrische schok.
e) Als u een elektrisch werktuig buiten
bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik in de open lucht.
Het gebruik van een snoer dat geschikt is
voor gebruik in de open lucht, vermindert het
risico van een elektrische schok.
f) Indien het bedienen van een elektrisch
gereedschap in een vochtige plaats
niet kan worden vermeden, gebruik dan
een voeding beschermd door een RCD
(residustroomapparaat). Het gebruik van
een RCD verlaagt het risico van elektrische
schokken.
NEDERLANDS
94
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik
uw gezond verstand als u elektrische
werktuigen gebruikt. Gebruik geen
elektrische werktuigen als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van een
elektrisch werktuig kan leiden tot ernstig
letsel.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming. Het
gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een
helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk
start. Zorg ervoor dat de schakelaar in
de stand ‘uit’ is voordat u aansluit op de
stroombron en/of accu bij het opnemen
of verdragen van het gereedschap. Als
u elektrische werktuigen met uw vinger op
de schakelaar verplaatst, of een elektrisch
werktuig aansluit met de schakelaar al aan,
kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d) Verwijder alle afstelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
werktuig aanzet. Een moersleutel of
afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend
onderdeel van het elektrische werktuig, kan
tot letsels leiden.
e) Reik niet te ver. Sta stevig op de
grond en behoud voortdurend uw
evenwicht. Hierdoor hebt u in onverwachte
omstandigheden een betere controle over
het elektrische werktuig.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Losse kleding,
sieraden of lang haar kunnen vastraken in
bewegende onderdelen.
g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg
dan ervoor dat ze aangesloten zijn en
op de juiste manier worden gebruikt.
Stofverzameling kan aan stof gerelateerde
gevaren beperken.
4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE
WERKTUIGEN
a) Forceer het elektrische werktuig niet.
Gebruik het juiste elektrische werktuig
voor uw toepassing. Het gereedschap zal
zijn werk beter en veiliger doen tegen de
snelheid waarvoor het is bedoeld.
b) Gebruik het elektrische werktuig niet als
de schakelaar het niet in- en uitschakelt.
Elk werktuig dat niet met de schakelaar
kan worden bediend, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c) Koppel de stekker los van de stroombron
en/of accu van het elektrische
gereedschap voordat u aanpassingen
aanbrengt, accessoires verwisselt
of elektrisch gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
werktuig toevallig wordt geactiveerd.
d) Bewaar elektrische werktuigen die
niet worden gebruikt buiten het bereik
van kinderen en laat mensen die niet
vertrouwd zijn met het elektrische
werktuig of met deze instructies het
elektrische werktuig niet gebruiken.
Elektrische werktuigen zijn gevaarlijk in de
handen van onervaren gebruikers.
e) Onderhoud elektrische werktuigen.
Controleer op foutieve uitlijning of
vastlopen van beweegbare delen,
gebroken onderdelen of een andere
omstandigheid die de werking van het
elektrische werktuig kan beïnvloeden.
Als het elektrische werktuig beschadigd
is, laat dit dan repareren voordat u
het gebruikt. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrische werktuigen.
f) Houd zaagwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden zaagwerktuigen met
scherpe zaagkanten zullen minder snel
vastlopen en zijn makkelijker te gebruiken.
g) Gebruik het elektrische werktuig,
hulpstukken e.d. overeenkomstig deze
instructies en houd daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te
voeren werk. Het gebruik van het elektrische
werktuig voor handelingen die afwijken van
die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou
een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen
hebben.
5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP ACCU
a) Herlaad alleen met de lader die wordt
vermeld door de fabrikant. Een lader die
geschikt is voor een bepaalde soort accuset
kan leiden tot een brandrisico als deze lader
wordt gebruikt met een andere accuset.
b) Gebruik elektrische werktuigen alleen met
speciaal daarvoor bestemde accusets.
Gebruik van een andere accuset kan een
risico op verwondingen en brand tot gevolg
hebben.
NEDERLANDS
95
c) Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere.Het kortsluiten
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
d) Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
af met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a) Laat uw elektrische werktuig onderhouden
door een erkende onderhoudsmonteur die
alleen identieke vervangingsonderdelen
gebruikt. Hiermee wordt de veiligheid van
het elektrische werktuig gewaarborgd.
Aanvullende specifi eke
veiligheidsrichtlijnen voor boren/
drilboren/klopboren
Draag gehoorbescherming tijdens het
boren. Blootstelling aan geluid kan leiden tot
gehoorverlies.
Gebruik aanvullende handgrepen indien
meegeleverd bij het gereedschap. Als u de
controle over het apparaat verliest, kan dit tot
persoonlijk letsel leiden.
Houd gereedschap vast aan geïsoleerde
handgrepen als u een handeling uitvoert
waarbij het gereedschap in contact kan
komen met verborgen bedrading of het
eigen stroomsnoer. Snijdaccessoires die
in contact komen met bedrading die onder
stroom staat kunnen ijzeren onderdelen van
het gereedschap onder stroom zetten en de
operator een elektrische schok geven.
Gebruik klemmen of een andere praktische
oplossing om het werkstuk vast te zetten en
het op een stabiele plaats te ondersteunen.
Als u het werkstuk tegen uw lichaam houdt, is
dat onstabiel en kan het leiden tot het verlies
van de controle.
Draag gehoorbescherming als u gedurende
langere tijd met de boor werkt. Langdurige
blootstelling aan intense geluiden kan
gehoorverlies veroorzaken. Tijdelijk gehoorverlies
of ernstige schade aan het trommelvlies kan
optreden door hoge geluiden tijdens het
klopboren.
Draag een veiligheidsbril of een andere
oogbescherming. Klopboren en boren zorgen
ervoor dat splinters rondvliegen. Rondvliegende
deeltjes kunnen leiden tot permanente
beschadiging van uw ogen.
Klopboor onderdelen en het gereedschap
worden heet tijdens het gebruik. Draag
handschoenen als u ze aanraakt.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van
klopboormachines:
Letsel als gevolg van het aanraken van
ronddraaiende onderdelen of hete onderdelen
van het gereedschap.
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorbeschadiging.
Het risico om uw vingers te beknellen als u
accessoires verwisselt.
Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het
inademen van stof dat vrijkomt als u met hout
werkt.
Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende
deeltjes.
Risico op persoonlijk letsel als gevolg van
langdurig gebruik.
Markeringen op gereedschap
De volgende pictogrammen worden afgebeeld op
het gereedschap:
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
POSITIE DATUMCODE
De datumcode, die ook het jaar van fabricage
bevat, staat afgedrukt in de behuizing die het
verbindingsstuk tussen het gereedschap en de accu
vormt.
Voorbeeld:
2012 XX XX
Jaar van fabricage
NEDERLANDS
96
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies
voor de acculaders DE9135/DE9116.
Lees voor gebruik van de accu en lader eerst
alle instructies en waarschuwingen op de
lader, de accuset en op het product waarin de
accuset wordt gebruikt.
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. 230 volt
is aanwezig op de laadterminals. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Dit kan leiden tot elektrische schokken
of elektrocutie.
WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar.
Zorg dat er geen vloeistof in de
werklamp/lader binnendringt. Dit kan
leiden tot elektrische schokken.
VOORZICHTIG: Risico op
brandwonden. Laad, om het risico
op letsel te beperken, uitsluitend
oplaadbare batterijen van DEWALT op.
Andere typen accu’s kunnen barsten.
Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade.
VOORZICHTIG: Als de lader is
aangesloten op de voedingsbron,
kunnen de blootliggende contactpunten
in de lader onder bepaalde
omstandigheden kortsluiten onder
invloed van vreemd materiaal. Vreemde
geleidende materialen, waaronder,
maar niet beperkt tot, staalwol,
aluminiumfolie of een opeenhoping van
metaalhoudende deeltjes, moeten uit de
buurt van openingen in de lader worden
gehouden. Koppel de lader altijd los van
de voedingsbron als er geen accuset in
zit. Ontkoppel de lader voordat u deze
reinigt.
Probeer de accuset NIET op te laden
met andere laders dan de laders in deze
handleiding. De lader en de accuset zijn
specifiek op elkaar afgestemd.
Deze laders zijn niet bedoeld voor ander
gebruik dan het opladen van DEWALT
herlaadbare accu’s. Bij andere toepassingen
bestaat risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
Trek de stekker niet los aan het snoer
wanneer u de lader ontkoppelt. Zo beperkt u
het risico op beschadiging aan stekker en snoer.
Plaats het snoer zo dat niemand erop kan
stappen of erover kan struikelen, of het
snoer op een andere andere manier kan
beschadigen.
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt
noodzakelijk is. Gebruik van een verkeerd
verlengsnoer kan leiden tot risico op brand,
elektrische schokken of elektrocutie.
Plaats geen voorwerpen op de lader en
plaats de lader niet op een zacht oppervlak.
Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen
geblokkeerd raken, wat kan leiden tot
extreem hoge interne temperaturen. Houd de
lader verwijderd van warmtebronnen. De lader
wordt geventileerd via groeven aan de boven-
en onderkant van de behuizing.
Gebruik de lader niet als het snoer of de
stekker beschadigd is — vervang deze in dat
geval direct.
Gebruik de lader niet als er hard tegenaan
is gestoten, als hij is gevallen of op enigerlei
wijze is beschadigd. Ga ermee naar een
erkend reparatiepunt.
Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee
naar een erkend reparatiepunt wanneer
onderhoud of reparatie nodig is. Als de lader
verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden
tot risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u deze reinigt. Zo
beperkt u het risico op elektrische schokken.
U vermindert dit risico niet door de accuset te
verwijderen.
• NOOIT proberen twee laders samen te
verbinden.
De lader is ontworpen om te functioneren
met de standaard 230V huishoudelijke
stroomvoorziening. Probeer het toestel niet
te gebruiken met een andere spanning. Dit
geldt niet voor de lader van het apparaat.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Opladers
De DE9116 oplader werkt op 7,2–18V NiCd en
NiMH batterijen.
De DE9135 oplader werkt op 7,2–18V NiCd, NiMH
of Li-Ion batterijen.
Deze opladers hebben geen aanpassingen nodig en
zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening.
NEDERLANDS
97
Laadprocedure (fi g. 1)
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er is
230 volt aanwezig op laadstations. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Risico van elektrische schok of
elektrocutie.
1. Sluit de lader (l) aan op een geschikt
stopcontact voordat u de accuset erin plaatst.
2. Plaats de accuset in de lader. Het rode (oplaad-)
lampje zal doorlopend knipperen om aan te
geven dat het oplaadproces begonnen is.
3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden,
is het opladen voltooid. De accu is volledig
opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt
of in de lader blijven.
OPMERKING: Om maximale prestaties en
levensduur van de NiCd, NiMH en Li-Ion batterijen te
garanderen laadt u de accu tenminste 10 uur voor
het eerste gebruik op.
Oplaadproces
In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de
oplaadindicatoren kunt afleiden in welk stadium van
het opladen de accu zich bevindt.
Stadium van opladen
bezig met opladen – – – – – –
volledig opgeladen –––––––––––
hete/koude accuvertraging ––– – ––– –
accuset vervangen •••••••••••
probleem •• •• •• ••
Automatisch verversen
De automatische verversingsmodus maakt de
individuele cellen in de accu op de piekcapaciteit
gelijk of balanceert ze. Accu’s dienen wekelijks te
worden opgeladen of telkens als de accu niet meer
dezelfde hoeveelheid werk levert.
Om uw accu te verversen plaatst u de accu zoals
gebruikelijk in de acculader. Laat de accu tenminste
10 uur in de acculader.
Hete/koude accuvertraging
Als de oplader detecteert dat een accu te heet of
te koud is, begint deze automatisch met een hete/
koude accuvertraging, waarbij het opladen wordt
uitgesteld totdat de accu een geschikte temperatuur
heeft bereikt. De oplader schakelt vervolgens
automatisch naar de oplaadmodus voor de accu.
Deze functionaliteit verzekert u van maximale
levensduur van de accu.
UITSLUITEND LI-ION ACCU’S
Li-Ion accu’s zijn ontworpen met een elektronisch
beschermingssysteem dat de accu beschermt tegen
te lang opladen, oververhitting en bijna volledige
ontlading.
Het gereedschap schakelt automatisch uit als het
elektronische beschermingssysteem in werking
treedt. Als dit gebeurt, plaatst u de Li-Ion accu in de
lader totdat deze volledig is opgeladen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accusets
Wanneer u vervangingsaccusets besteld, zorg
er dan voor dat u het catalogusnummer en de
spanning vermeldt.
De accuset is niet volledig opgeladen wanneer
die uit de verpakking komt. Vooraleer u de
accuset en de lader gebruikt, dient u de volgende
veiligheidsinstructies te lezen. Volg daarna de
beschreven oplaadprocedure.
LEES ALLE INSTRUCTIES
Gebruik geen elektrisch werktuig in een
explosieve omgeving, zoals in de buurt van
brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Door
de batterij in de lader te plaatsen of eruit te
halen kunnen stof of dampen ontvlammen.
Laad de accusets enkel in DEWALT laders.
• GELIEVE NIET met water of andere vloeistoffen
te besprenkelen of hierin onder te dompelen.
Het werktuig en de accuset niet opbergen of
gebruiken in ruimtes waar de temperatuur
40˚ C (105° F) kan bereiken of overschrijden
(zoals buitenloodsen of metalen gebouwen
in de zomer).
GEVAAR: Probeer nooit de accu te
openen om welke reden dan ook. Plaats
de accu niet in de acculader wanneer
deze gebroken of beschadigd is Oefen
geen kracht op de accu uit, laat deze
niet vallen en beschadig ze niet. Gebruik
een accu of acculader niet wanneer
deze een zware klap heeft gekregen, is
laten vallen, er overheen is gereden of
op enigerlei wijze is beschadigd (d.w.z.
doorboord met een spijker, geslagen
met een hamer, erop getrapt is). Dit
kan leiden tot een elektrische schok of
elektrocutie. Beschadigde accu’s dienen
naar het servicecentrum te worden
gebracht voor recycling.
NEDERLANDS
98
VOORZICHTIG: Wanneer het
werktuig niet gebruikt wordt,
plaats het dan op zijn zijkant op
een stabiele ondergrond waar
niemand er kan over struikelen of
vallen. Sommige werktuigen met grote
accusets staan rechtop op de accuset,
waardoor deze makkelijk omver kan
vallen.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR NIKKEL
CADMIUM (NiCd) OF NIKKEL METAAL HYDRIDE (NiMH)
Verbrand de accuset niet, ook al is deze
ernstig beschadigd of totaal versleten. De
accuset kan ontploffen in vuur.
Er kan een klein vloeistoflek optreden uit
de accuset bij extreem gebruik of extreme
temperaturen. Dit wijst niet op een probleem.
Als de buitenste zegel echter gebroken is:
a. en de batterijvloeistof raakt uw huid, was
deze dan onmiddellijk met zeep en water
gedurende verschillende minuten.
b. en de batterijvloeistof komt in uw ogen
terecht, spoel deze dan met schoon water
gedurende minimaal 10 minuten uit en zoek
onmiddellijk medische hulp. (Medische
opmerking: de vloeistof is 25–35%
oplossing van kaliumhydroxide.)
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM-ION
(Li-Ion)
Verbrand de accuset niet, ook als deze
ernstig beschadigd is of volledig versleten.
De accuset kan ontploffen in vuur. Er ontstaan
giftige dampen en materialen wanneer lithium-
ion accusets verbrand worden.
Als de batterij-inhoud in contact komt met
de huid, was deze onmiddellijk met milde
zeep en water. Als de batterij-inhoud in de
ogen terecht komt, spoel water over het open
oog gedurende 15 minuten of totdat de irritatie
stopt. Indien medische hulp noodzakelijk is: de
elektrolyt is samengesteld uit een mengeling
van vloeibare organische carbonaten en
lithiumzouten.
De inhoud van geopende batterijcellen kan
irritatie bij ademhaling veroorzaken. Zorg
voor frisse lucht. Als de symptomen blijven
aanhouden, schakelt u het beste medische
hulp in.
WAARSCHUWING: Risico op
brandwonden. Batterijvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze blootgesteld
wordt aan vonken of vlammen.
Accudop (fi g. 3)
Een beschermende accudop wordt meegeleverd
om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu
te bedekken. Zonder de beschermdop zouden
losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen
kortsluiten, wat leidt tot een brandrisico en schade
aan de accu veroorzaakt.
1. Verwijder de beschermende accudop voordat
u de accuset in de lader of het apparaat plaatst
(fig. 3A).
2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de
aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of
het werktuig hebt verwijderd (fig. 3B).
WAARSCHUWING: Zorg dat de
beschermende accudop op zijn plaats
zit voordat u een losgekoppelde accu
oppakt of opbergt.
Accu
ACCUTYPE
De DCD925 en DCD920 werken op 18 volt accu’s.
De DCD935 en DCD930 werken op 14,4 volt
accu’s.
De DCD945 en DCD940 werken op 12 volt accu’s.
Aanbevelingen voor opslag
1. De beste plaats om het apparaat op te bergen
is koel en droog, uit direct zonlicht en niet
in overmatige hitte of koude. Voor optimale
accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op
bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik
zijn.
OPMERKING: Li-Ion accu’s dienen volledig te
zijn opgeladen als ze worden opgeborgen.
2. Langdurige opslag zal de accu of de
acculader niet beschadigen. Onder de juiste
omstandigheden kunnen ze tot maximaal 5 jaar
worden opgeslagen.
Labels op lader en accu
Naast de pictogrammen die in deze handleiding
worden gebruikt, tonen de labels op de lader en de
accu de volgende pictogrammen:
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
Accu opladen.
Accu opgeladen.
NEDERLANDS
99
Accu beschadigd.
Hete/koude accuvertraging.
Niet sonderen met geleidende
voorwerpen.
Beschadigde accusets niet opladen.
Uitsluitend gebruiken in combinatie met
accusets van DEWALT, andere kunnen
openbarsten en tot lichamelijk letsel en
schade lijden.
Niet blootstellen aan water.
Zorg dat beschadigde snoeren meteen
vervangen worden.
Alleen opladen tussen 4 °C en 40 °C.
Denk aan het milieu wanneer u de
accuset weggooit.
Verbrand de NiMH, NiCd+ en Li-Ion
accusets niet.
Laadt NiMH en NiCd accu’s op.
Laadt Li-Ion accusets op.
Zie Technische gegevens voor de
oplaadtijd.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 draadloze klopboormachine
(DCD945, DCD935, DCD925 modellen)
1 draadloze middengreep boordril
(DCD940, DCD930, DCD920 modellen)
1 Li-Ion accu (L1 modellen)
2 Li-Ion accu’s (L2 modellen)
2 NiMH accu’s (B2 modellen)
3 NiMH accu’s (B3 modellen)
1 gereedschapskit
1 oplader
1 zijgreep
1 gebruiksaanwijzing
1 uitvergrote tekening
OPMERKING: Accu’s en opladers zijn niet
inbegrepen bij N-modellen.
Controleer of het gereedschap, de onderdelen
of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens
het transport.
Neem de tijd om deze handleiding grondig door
te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur
gebruikt.
Beschrijving (fi g. 1, 2)
WAARSCHUWING: Pas het
gereedschap of een onderdeel ervan
nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk
letsel tot gevolg hebben.
a. Variabele snelheidsschakelaar
b. Knop vooruit/achteruit
c. LED-lampje
d. Boorklauw
e. Stelring om torsie aan te passen
f. Kraag modusbeheer
g. Versnellingschakelaar
h. Zijgreep
i. Hoofdgreep
j. Accu
k. Knoppen accuvrijgave
l. Oplader
GEBRUIKSDOEL
Deze boren/drillen/klopboren zijn ontworpen voor
toepassingen van professioneel boren, klopboren, en
schroeven draaien.
GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of
in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Deze boren/drillen/klopboren zijn professionele
gereedschapsmachines. LAAT GEEN kinderen in
contact met het gereedschap komen. Toezicht is
vereist als onervaren operators dit gereedschap
bedienen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor werd voor slechts één
spanning ontworpen. Controleer altijd of de spanning
van de accuset overeenstemt met de spanning op
de kenplaat. Zorg ook dat de spanning van uw lader
overeenkomt met die van uw netspanning.
NEDERLANDS
100
Uw DEWALT-lader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN 60335; er is
daarom geen aardingsdraad nodig.
Indien het voedingssnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door een speciaal vervaardigd
snoer dat verkrijgbaar is via de onderhoudsafdeling
van D
EWALT.
Een verlengsnoer gebruiken
U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit
absoluut noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroominvoer
van uw oplader (zie Technische gegevens). De
minimale geleidergrootte is 1 mm
2
; de maximale
lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd
volledig af te rollen.
MONTAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: vóór montage
en aanpassing moet u altijd de accu
verwijderen. Schakel het werktuig altijd
uit voordat u de accu aanbrengt of
verwijdert.
WAARSCHUWING: gebruik alleen de
accusets en laders van DEWALT.
De accu in het gereedschap plaatsen
of eruit verwijderen (fi g. 2)
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u de accu,
voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
OPMERKING: Zorg ervoor dat uw accu (j) volledig
is opgeladen.
DE ACCU IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP
PLAATSEN
1. Richt de onderkant van het gereedschap op de
inkeping in de handgreep van het gereedschap
(fig. 2).
2. Schuif de accu stevig in de handgreep totdat u
het slot hoort dicht klikken.
DE ACCU UIT HET GEREEDSCHAP VERWIJDEREN
1. Druk op de vrijgaveknoppen (k) en trek de accu
stevig uit de handgreep van het gereedschap.
2. Plaats de accu in de acculader zoals
beschreven in de paragraaf over de acculader in
deze gebruiksaanwijzing.
Schakelaar variabele snelheid (fi g. 1)
Om het gereedschap aan te schakelen knijpt u
de trekkerschakelaar (a) in. Om het gereedschap
uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los.
Uw gereedschap is voorzien van een rem. De
boorhouder stops zodra de trekkerschakelaar
volledig wordt losgelaten.
OPMERKING: Het continue gebruik op variabele
snelheden wordt niet aanbevolen. Dit kan de
schakelaar beschadigen en dient te worden
voorkomen.
Zijgreep (fi g. 1)
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op persoonlijk letsel te verminderen
bedient u het gereedschap ALTIJD als
de zijgreep correct is geïnstalleerd. Als
u dit nalaat kan het ertoe leiden dat de
zijgreep wegglijdt tijdens de bediening
van het gereedschap en u de controle
erover verliest. Houd het gereedschap
met beide handen vast om zoveel
controle te houden.
De zijgreep (h) klemt vast aan de voorzijde van de
versnellingsbehuizing en kan 360º worden gedraaid
voor zowel rechtshandig als linkshandig gebruik.
De zijgreep moet voldoende stevig zijn bevestigd
om weerstand te bieden aan het wegdraaien van
de boor als het accessoire vastzit of vastloopt. Zorg
ervoor dat u de zijgreep aan het uiteinde vastpakt
om het gereedschap tijdens vastlopen onder
controle te houden.
Als het model niet is uitgerust met een zijgreep
houdt u de boor met één hand aan de handgreep
vast en met de andere hand aan de accu.
OPMERKING: Zijgrepen worden bij alle modellen
geleverd.
Knop vooruit/achteruit (fi g. 1)
De knop vooruit/achteruit (b) bepaalt de richting
waarin het gereedschap draait en dient ook als
vergrendelingknop.
Om vooruit draaien te kiezen laat u de
trekkerschakelaar los en drukt u de vooruit/achteruit
knop aan de rechterkant van het gereedschap in.
Om achteruit draaien te kiezen laat u de
trekkerschakelaar los en drukt u de vooruit/achteruit
knop aan de linkerkant van het gereedschap in.
NEDERLANDS
101
De middenpositie van de controleknop vergrendelt
het gereedschap in de ‘uit’ stand. Zorg ervoor
dat u de trekker loslaat als u de stand van de
controleknop wijzigt.
OPMERKING: De eerste keer als het gereedschap
draait nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u
misschien een klik bij het opstarten. Dit is normaal
en betekent niet dat er een probleem is.
Werklicht (fi g. 1)
Er bevindt zich een werklicht (c) net boven
de trekkerschakelaar (a). Het werklicht wordt
geactiveerd als de trekkerschakelaar wordt
ingedrukt.
OPMERKING: Het werklicht is bedoeld voor het
bijlichten van het directe werkoppervlak en is niet
bedoeld om als zaklantaarn te worden gebruikt.
Kraag modusbeheer (fi g. 4–6)
Uw boor is voorzien van een aparte kraag
modusbeheer (f) om te schakelen tussen de modi
boren, schroeven draaien en klopboren.
BOREN (FIG. 4)
VOORZICHTIG: Als de moduskraag
zich in de modus boren/klopboren
bevindt, kunt u de versnelling niet
gebruik, onafhankelijk van de stand van
de stelring torsieaanpassing (e).
Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
boorpictogram op één lijn met de pijl staat.
OPMERKING: De stelring torsieaanpassing (e) kan
op ieder getal worden ingesteld.
SCHROEVEN DRAAIEN (FIG. 5)
Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
schroefpictogram op één lijn met de pijl staat.
OPMERKING: De stelring torsieaanpassing kan
te allen tijde op ieder getal worden ingesteld. De
stelring torsieaanpassing werkt echter alleen tijdens
de modus schroevendraaien en niet in de modi
boren en klopboren.
KLOPBOREN (FIG. 6)
VOORZICHTIG: Als de moduskraag
zich in de modus boren/klopboren
bevindt, kunt u de versnelling niet
gebruik, onafhankelijk van de stand van
de stelring torsieaanpassing (e).
Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
klopboorpictogram op één lijn met de pijl staat.
Stelring torsieaanpassing (fi g. 4–6)
Uw gereedschap is voorzien van een instelbaar
torsiemechanisme om schroeven te draaien voor
het inschroeven en verwijderen van een breed scala
vormen en afmetingen van schroeven. Rondom de
stelring torsieaanpassing (e) bevinden zich getallen.
Deze getallen worden gebruikt om de versnelling in
te stellen om een torsiebereik te leveren. Hoe hoger
het getal op de stelring, hoe hoger de torsie en hoe
groter de bevestiging die kan worden aangedreven.
Om een getal te kiezen draait u net zolang totdat het
gewenste getal op één lijn met de pijl staat.
Schakelen op drie snelheden
(fi g. 4–5)
De functionaliteit schakelen op drie snelheden
van uw gereedschap stelt u in staat te schakelen
tussen versnellingen om meer mogelijkheden te
hebben. Om snelheid 1 te kiezen (hoogste torsie-
instelling) zet u het gereedschap uit en laat u het
tot stilstand komen. Schuif de versnellingschuif (g)
geheel naar voren. Snelheid 2 (middelste torsie en
snelheidsinstelling) bevindt zich in de middelste
stand. Snelheid 3 (hoogste snelheidsinstellingen)
bevindt zich achteraan.
OPMERKING: Verander niet van versnelling als
het gereedschap aan staat. Zorg altijd dat de boor
volledig tot stilstand is gekomen voordat u van
versnelling wisselt. Als u problemen ondervindt
bij het wisselen van versnellingen, zorg dan dat
de versnellingsschakelaar zich in één van de drie
snelheidsinstellingen bevindt.
Sleutelloze enkelvoudige huls
boorhouder (fi g. 7–9)
WAARSCHUWING: Probeer niet om
boren (of andere accessoires) vast
te draaien door de voorkant van de
boorhouder vast te pakken en het
gereedschap te draaien. Dit kan schade
aan de boorhouder en persoonlijk letsel
veroorzaken. Zet de trekkerschakelaar
altijd uit en sluit het gereedschap van
de stroombron af voordat u accessoires
verwisselt.
WAARSCHUWING: Zorg er altijd
voor dat het boorstuk stevig vast zit
voordat u het gereedschap opstart. Een
los boorstuk kan uit het gereedschap
schieten en op die manier mogelijk
persoonlijk letsel veroorzaken.
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze
boorhouder met een roterende huls voor bediening
met één hand van de boorhouder. Om een boorstuik
of een ander accessoire te plaatsen, volgt u de
onderstaande stappen op.
NEDERLANDS
102
1. Vergrendel de trekker in de positie OFF. Zet
het gereedschap uit en sluit het af van de
stroombron.
2. Pak de kraag van de boorhouder (d) vast
met één hand en zet het gereedschap vast
met de andere hand zoals wordt getoond in
afbeelding7. Draai de kraag zo ver naar links
(van de voorzijde gezien) dat het accessoire van
uw keuze wordt ingezet.
3. Steek het accessoire ongeveer 19 mm (3/4") in
de boorhouder en draai het stevig vast door de
huls van de boorhouder met één hand met de
klok mee te draaien terwijl u het gereedschap
met de andere hand vasthoudt. Ga verder met
het draaien van de huls van de boorhouder
totdat u meerdere ratelklikjes hoort, om ervoor
te zorgen dat deze volledig vast zit.
Om het accessoire weer los te maken herhaalt u
stappen 1 en 2 hierboven.
Zorg ervoor dat u de boorhouder met één hand op
de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximale
stevigheid.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert.
Juiste positie van de handen (fi g. 10)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld in
figuur 10.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
aan de hoofdgreep (i), terwijl u met de andere hand
de zijhandgreep (h) vasthoudt.
Boren
1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de
versnellingswisselaar zodat de snelheid en torsie
aan de geplande actie voldoen. Stel de kraag
modusbeheer op het boorpictogram in.
2. Voor HOUT gebruikt u spiraalboren, steekboren,
grondboren of zaagboren. Voor METAAL
gebruikt u hoge snelheid spiraalboren of
zaagboren. Gebruik een smeermiddel als u
metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn
gietijzer en koper, die droog dienen te worden
geboord.
3. Oefen altijd druk uit in een rechte lijn met de
boor. Gebruik voldoende druk om de boor
verder te laten boren, maar druk niet zo hard
dat de motor vastloopt of de boor doorbuigt.
4. Houd het gereedschap stevig met beide
handen vast om het wegdraaien van de boor te
voorkomen.
5. ALS DE BOOR VASTLOOPT komt dit
meestal omdat hij overbelast wordt. LAAT DE
TREKKER ONMIDDELLIJK LOS, verwijder
de boor uit het werkstuk en stel de reden van
het vastlopen vast. KLIK DE TREKKER NIET
UIT EN AAN IN EEN POGING OM EEN
VASTGELOPEN BOOR OP TE STARTEN –
DIT KAN DE BOOR BESCHADIGEN.
6. Houd de motor draaiende als u de boor uit
een geboord gat trekt. Dit helpt vastzitten te
voorkomen.
Bediening schroevendraaien
(fi g. 4–6)
1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik
met behulp van de versnellingschakelaar
drie snelheden (g) aan de bovenkant van
het gereedschap om de gewenste snelheid
en torsie voor de gewenste toepassing te
verkrijgen. Stel de stelring torsieaanpassing
(e) eerst op een lagere stand in om ervoor te
zorgen dat de bevestiging naar uw specificaties
kan worden ingesteld.
OPMERKING: Gebruik de laagste torsie-
instelling die vereist is om de bevestiging bij
de gewenste diepte te plaatsen. Hoe lager het
getal, des te lager de torsie-uitgang.
2. Draai de kraag modusbeheer (f) zodat het
schroefpictogram op één lijn met de pijl staat.
3. Stel de stelring torsieaanpassing (e) opnieuw in
op de juiste getalsinstelling voor de gewenste
torsie. Voer een paar tests uit in afval of
onzichtbare gebieden om de juiste positie van
de stelring torsieaanpassing te bepalen.
NEDERLANDS
103
OPMERKING: De stelring torsieaanpassing kan
te allen tijde op ieder getal worden ingesteld. De
stelring torsieaanpassing werkt echter alleen tijdens
de modus schroevendraaien en niet in de modi
boren en klopboren.
Bediening klopboren
1. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met de
versnellingswisselaar zodat de snelheid en torsie
aan de geplande actie voldoen. Stel de kraag
modusbeheer op het klopboorpictogram in.
2. Oefen bij het boren precies voldoende kracht
op de klopboor uit om te voorkomen dat hij
excessief heen en weer trilt. Teveel druk zorgt
voor lagere boorsnelheden, oververhitting en
een lagere boorratio.
3. Boor recht, houd het boorstuk in een rechte
hoek ten opzichte van het werkstuk. Oefen
geen zijdelingse druk op het boorstuk uit tijdens
het boren, omdat dit ervoor zorgt dat de boor
vastloopt en een lagere boorsnelheid wordt
verkregen.
4. Als u diepe gaten boort en de klopboorsnelheid
afneemt, haalt u de boor gedeeltelijk uit het gat
terwijl het gereedschap nog aan staat om puin
uit het gat te verwijderen.
5. Gebruik voor metselwerk de boortjes met
carbide tip. Een gladde, gelijkmatige stroom van
stof is een aanduiding dat de juiste boorsnelheid
is gekozen.
ONDERHOUD
Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is
ontworpen om gedurende een lange periode te
werken met een minimum aan onderhoud. Een
blijvend goede werking is afhankelijk van goede
verzorging en regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING: om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen en
de accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud
worden verricht. Er zitten binnen in het apparaat
geen onderdelen die onderhoudswerkzaamheden
vereisen.
Smering
Uw elektrisch gereedschap behoeft geen extra
smering.
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en
stof met droge lucht uit de behuizing
als vuil zich zichtbaar opstapelt in en
rond de ventilatieopeningen. Draag
goedgekeurde oogbescherming
en goedgekeurd stofmasker bij het
uitvoeren van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere ruwe
chemicaliën voor het reinigen van
de niet-metalen onderdelen van het
werktuig. Deze chemicaliën kunnen
de materialen die in deze onderdelen
gebruikt worden, verzwakken. Gebruik
een doek enkel bevochtigd met water
en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in
het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in
vloeistof.
SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER
WAARSCHUWING: Schokgevaar.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Verwijder vuil en vet met
een doek of zachte, niet-metalen
borstel van de buitenkant van de
werklamp/lader. Gebruik geen water of
schoonmaakmiddel.
Optionele hulpstukken
WAARSCHUWING: Omdat
hulpstukken, behalve die van DEWALT,
niet zijn getest in combinatie met dit
product, kan het gebruik van dergelijke
hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico
van letsel te beperken, mogen bij dit
product uitsluitend accessoires worden
gebruikt die zijn aanbevolen door
DEWALT.
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de
geschikte hulpstukken en accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet
bij het normale huishoudafval worden
gegooid.
NEDERLANDS
104
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product
vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt
gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval.
Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte
producten en verpakkingen maakt
recycling en hergebruik van materialen
mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde
materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een
aparte inzameling voor elektrische producten, in
containerparken of bij de verkoper wanneer u een
nieuw product koopt.
D
EWALT beschikt over een gebouw voor de
verzameling en recyclage van DEWALT producten
die het einde van hun levensduur hebben bereikt.
Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw
product terugbrengen naar elke erkende reparateur
die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden
door contact op te nemen met uw plaatselijke
DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende
DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze
herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij
niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van
klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde
van zijn technische levensduur dient u dit werktuig
weg te gooien met respect voor het milieu:
Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze
vervolgens uit het werktuig.
Li-Ion, NiCd en NiMH cellen zijn recycleerbaar.
Breng ze naar uw dealer of een plaatselijk
recyclagecentrum. De ingezamelde accu’s
worden gerecycleerd of op de correcte manier
weggegooid.
NEDERLANDS
105
• Er geen reparaties zijn ondernomen
door niet-geautoriseerde personen;
• U een aankoopbewijs kunt
overleggen;
Het product compleet met alle originele
onderdelen wordt geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie,
neem dan contact op met uw leverancier of
zoek het officiële DEWALT-servicecentrum
bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of
neem contact op met het DEWALT-kantoor
op het adres dat wordt vermeld in deze
handleiding. Een lijst van officiële DEWALT-
servicecentra en volledige details over onze
after-sales-service zijn ook te vinden op
internet via: www.2helpU.com.
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit
van zijn producten en biedt
professionele gebruikers van het
product een uitstekende garantie. Deze
garantieverklaring is een aanvulling op uw
contractuele rechten als een professionele
gebruiker of uw wettelijke rechten als een
particuliere, niet-professionele gebruiker,
en is op geen enkele wijze van invloed
op deze rechten. De garantie is geldig
binnen het grondgebied van de Lidstaten
van de Europese Unie en de Europese
Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD
TERUG GARANTIE
Als u niet geheel tevreden bent over de
prestaties van uw D
EWALT-gereedschap,
kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht.
binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen
bij het verkooppunt en omruilen voor een
ander stuk gereedschap of tegen restitutie
van het aankoopbedrag. Het product mag
niet in onredelijke mate zijn versleten en u
dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS
ONDERHOUDSCONTRACT
Als onderhouds- of
servicewerkzaamheden nodig zijn
voor uw DEWALT-gereedschap, in de
12 maanden na uw aankoop, hebt u
recht op één jaar gratis service. Deze
zal kosteloos worden uitgevoerd in een
DEWALT-servicecentrum. U dient een
aankoopbewijs te overleggen. Inclusief
arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect
raakten en onder de garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw DEWALT-product defect raakt als
gevolg van het gebruik van verkeerde
materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van
aankoop, garandeert DEWALT alle defecte
onderdelen gratis te vervangen of – naar
onze beoordeling – het apparaat gratis te
vervangen, op voorwaarde dat:
• Het product niet verkeerd gebruikt is;
• Het product in redelijke mate is
versleten;
/