HOTPOINT/ARISTON LTB 4B019 EU Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding
NL
28
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Productkaart, 29
Voorzorgsmaatregelen en advies, 30
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Installatie, Service 31-32
Plaatsing en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Technische gegevens
Service
Beschrijving van het apparaat, 33
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 34-35
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Besteklade
Starten en gebruik, 36
Het starten van de afwasautomaat
Het vaatwasmiddel toevoegen
Programma’s, 37
Programmatabel
Ecodesign Regulation
Glansmiddel en onthardingszout, 38
Het glansmiddel toevoegen
Het onthardingszout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 39
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van het watertoevoerfilter
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Storingen en oplossingen, 40
Nederlands, 28
NL
LTB 4B019
AFWASAUTOMAAT
NL
29
Productkaart
Productkaart
Merk
HOTPOINT ARISTON
Model
LTB 4B019
Beladingscapaciteit in standaard couverts (1)
13
Energie-efciëntieklasse op een schaal van A+++ (laag gebruik) tot D (hoog gebruik)
A+
Jaarlijks energieverbruik in kWh (2)
295.0
Energieverbruik van de standaard wascyclus in kWh
1.04
Energieverbruik in de off-modus in W
0.5
Energieverbruik in de aan-modus in W
5.0
Jaarlijks waterverbruik in liters (3)
3080.0
Droogeffectiviteit op een schaal van G (minimale effectiviteit) tot A (maximale effectiviteit).
A
Tijdsduur van het standaardprogramma in minuten
190’
Tijdsduur van de aan-modus in minuten
10
Geluidsniveau in dB(A) re 1 pW
49
Inbouwmodel
Ja
N.B.
1) De informatie op het energielabel en de productkaart is gebaseerd op de standaardwascyclus. Dit programma is geschikt
om normaal vervuild vaatwerk te wassen en is het meest efciënte programma wat betreft water- en energieverbruik. De
standaardwascyclus correspondeert met de Eco-cyclus.
2) Gebaseerd op 280 standaard wascycli met gebruik van koud water en het energieverbruik in de aan- en uit-modus. Het werkelijke
energieverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt.
3) Gebaseerd op 280 standaard wascycli. Het werkelijke waterverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt
gebruikt.
NL
30
Voorzorgsmaatregelen en advies
Hetapparaat is ontworpen en gebouwd
overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen.
Deze aanwijzingen zijn geschreven om
veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig worden
doorgenomen.
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
toekomstige raadpleging. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit
boekje bij het apparaat te bewaren.
Lees de aanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
Dit apparaat is ontworpen voor huishoudelijk gebruik
of gelijksoortige toepassingen, bijvoorbeeld:
- delen van winkels, kantoren en andere werkomgevingen
die als keuken worden gebruikt, voor het personeel;
- boerderijen;
- gebruik door klanten in hotels, motels en andersoortige
verblijfsmogelijkheden;
- bed and breakfasts.
Algemene veiligheid
• Dezeafwasmachinemagnietgebruiktwordendoor
personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
zintuiglijke of mentale capaciteiten, of gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan
van of instructies met betrekking tot het gebruik
ontvangen door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
Volwassenendienen toezichtte houdenom te
voorkomen dat kinderen met het apparaat spelen.
• Ditapparaatisontwikkeldvoorniet-professioneel
gebruik binnenshuis.
• Ditapparaatmoetwordengebruiktvoorhetwassen
van huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen
volgens de aanwijzingen die terug zijn te vinden in
dit boekje.
• Deafwasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het
is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en
onweer.
• Raakdeafwasautomaatnietblootsvoetsaan.
• Haaldestekkernietuithetstopcontactdooreraan
te trekken, maar door hem beet te pakken.
• Voordatudeafwasautomaatreinigtofonderhoud
uitvoert moet u de waterkraan afsluiten en de stekker
uit het stopcontact halen.
• Inhetgevalvaneenstoringmaguingeenenkel
geval aan de interne mechanismen sleutelen om
een reparatie trachten uit te voeren.
• Leunniettegendeopendeuraanengaernietop
zitten. Het apparaat zou om kunnen vallen.
• Dedeurdientnietinopenstaandestandgelatente
worden omdat men erover zou kunnen struikelen.
• Houdwas-englansmiddelenbuitenhetbereikvan
kinderen.
• Hetverpakkingsmateriaalisgeenspeelgoedvoor
kinderen.
Afvalverwijdering
Houd u aan de locale normen, zodat het
verpakkingsmateriaal kan worden hergebruikt.
De Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA), voorziet dat elektrische apparaten niet met
het gewone huisvuil mogen worden meegegeven.
Afgedankte apparaten moeten gescheiden worden
ingezameld om het recyclen en herwinnen van de
gebruikte materialen te optimaliseren en potentiële
schade voor de gezondheid en het milieu te
voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met
een kruis staat op alle producten om de consument
eraan te herinneren dit product gescheiden in te
zamelen.
Voor meer informatie betreffende het verwijderen
van elektronische apparatuur kan de consument
zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst
of de verkoper.
Energiebesparing en respect voor het milieu
Water en energie besparen
• Startdeafwasautomaatalleenalshijvolgeladenis.
Als umoet wachten totdatde afwasautomaat
gevuld is, kunt u vervelende luchtjes vermijden
door het programma
Inweken tegebruiken(zie
Programma's)
.
• Selecteereenprogrammawatgeschiktisvoorhet
type vaat en het soort vuil, door de Programmatabel
te raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u
het programma Eco, dat een laag energie- en
waterverbruik garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve
lading*
(zie Starten en gebruik).
• Alsuelektriciteitsbedrijfopbepaaldetijdenofdagen
goedkopere tarieven heeft, kunt u de afwasautomaat
opdeze tijden gebruiken. De optie Uitgestelde
start*
(zie Starten en gebruik)
kan u erbij helpen het
wassen op deze wijze te organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor
en met enzymen.
• Weradenusterkaanafwasmiddelenzonderfosfaten
of chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn
voor het behoud van het milieu.
Enzymenzorgen vooreen effectieve werking
optemperaturen van ongeveer 50°C. Daarom
kunt u met afwasmiddelen met enzymen op lage
temperaturen resultaten bereiken die u anders pas
op65°Czouhebben.
• Doseerhet afwasmiddelgoed, opbasis vande
aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid,
de hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo
verspillingen te voorkomen. Ook al zijn sommige
afwasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch
bevatten zij elementen die het evenwicht van de
natuur verstoren.
NL
31
Installatie - Service
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden;
als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen.
Plaatsing en waterpas zetten
1.Haalhetapparaatuitdeverpakkingencontroleerdathet
geen schade heeft opgelopen tijdens het transport. Als het
apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten maar de
dealer inschakelen.
2.Devaatwassermoetmetdezijkantofdeachterkanttegen
de aangrenzende kastjes of de wand worden geïnstalleerd. Dit
apparaat kan ook onder het aanrecht worden ingebouwd
*
(zie
Installatieblad)
.
3. Plaats de vaatwasser op een rechte en stevige vloer.
Compenseereventuele onregelmatigheden door de voorste
stelvoetjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat horizontaal
staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en voorkomt
trillingen, geluiden en verplaatsingen.
4
*. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen moet
udraaienaandezeshoekigerodebeslagringaandeonder-/
voorzijde in het midden van de vaatwasser. Gebruik hiervoor
een zeshoekige sleutel met een opening van 8 mm. Draai
rechtsom om de hoogte te vermeerderen, linksom om de hoogte
te verminderen.
(zie bijgeleverd instructieblad voor inbouw)
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en
hydraulische systeem mag alleen door erkende technici worden
uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de
elektrische voedingskabel worden geplaatst.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding
met nieuwe buizen.
Gebruik geen oude buizen.
De buizen voor de toe- en afvoer van het water, en de elektrische
voedingskabel kunnen voor een betere installatie zowel naar
rechts of naar links worden gericht.
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
• schroefdetoevoerbuisopeenkraanmetschroefdraadvan
3/4gas. Voor u hem vastschroeft moet u hetwater laten
lopen tot het compleet helder is. Zo voorkomt u dat eventuele
onzuiverheden het apparaat doen verstoppen.
• Aansluitingop de warmwaterkraan:als er een centrale
verwarming is met radiatoren kan de vaatwasser worden
gevoed met warm water mits dit water niet warmer is dan
60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de
koudwateraansluiting
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient u
zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur
(zie Service)
.
De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die
staan vermeld in de tabel met Technische gegevens
(zie hiernaast)
.
Zorg ervoor dat de buis niet is geknikt of samengedrukt.
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Verbind de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een
afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4 cm.
Deafvoerbuismoetzichopeenhoogtevantussende40en
de80cmvandevloerofvanhetdraagvlakvandevaatwasser
af bevinden (A).
Voor u de afvoerbuis aansluit op de sifon van de wasbak moet
u de plastic dop verwijderen (B).
Lekkagebeveiliging
Om lekkages te voorkomen is de vaatwasser:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt in
geval van storingen of lekkages van binnenuit.
Enkele modellen zijn voorzien van een aanvullend
beveiligingsmechanisme New Acqua Stop
*, dat de lekkage
ook voorkomt in het geval de toevoerbuis kapotgaat.
GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden: hij
bevat onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich
ervan verzekeren dat:
• het stopcontact geaardisen voldoet aan de geldende
normen;
• hetstopcontactinstaatishetmaximalevermogenvanhet
apparaat te dragen. Dit vermogen staat op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur
(zie hoofdstuk Beschrijving van de vaatwasser);
• despanningswaardenzichbevindentussendewaardendie
staan aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van
de deur;
• destekkervanhetapparaatenhetstopcontactovereenkomen.
Als dit niet het geval is moet u een bevoegde monteur
inschakelen om de stekker te laten vervangen
(zie Service)
;
gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te
bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
Inhetgevaldevoedingskabelbeschadigdis,dientdeze
vervangen te worden door de fabrikant of door uw Technische
Servicedienst, zodat elk risico vermeden wordt.
(Zie Service)
NL
32
Anticondensstrip*
Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur
en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak,
zodat u het beschermt tegen eventuele condens.
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Na de installatie moet u de beschermelementen op de rekken
verwijderen zoals ook de elastieken op het bovenrek (waar
aanwezig).
Direct voor de eerste wascyclus, moet u het zoutreservoir
volledigmet water vullen en ongeveer 1 kgonthardingszout
toevoegen (zie hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout):
het is normaal dat er tijdens deze handeling water overloopt.
Selecteer de hardheid van het water (zie hoofdstuk Glansmiddel
en onthardingszout).
- Na het vullen van het onthardingszout gaat het controlelampje
ZOUTTOEVOEGEN*uit.
Als u geen onthardingszout toevoegt kan de waterontharder
en het verwarmingselement worden beschadigd.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit 13 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
Netspanning Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermogen
Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende
EU richtlijnen:
- 2006/95/EC
(Laagspanning) - 2004/108/
EC (Elektromagnetische
Compatibiliteit)
- 2009/125/EC (Comm. Reg.
1016/2010) (Ecodesign)
-97/17/EC (Etikettering)
- 2012/19/EC (AEEA)
Het apparaat beschikt over een aantal geluidssignalen/tonen
(aan de hand van het model vaatwasser
) die waarschuwen dat
de betreffende functie van start is gegaan: inschakeling,
einde cyclus, etc.
De symbolen/controlelampjes/leds op het bedieningspaneel/
display kunnen van kleur veranderen, knipperen of vast
aanstaan.
(aan de hand van het model vaatwasser)
.
Het display toont nuttige informatie betreffende het type
ingestelde cyclus, de was- of droogfase, de resterende tijd,
de temperatuur, enz... enz…
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Dientutecontrolerenofudestoringzelfkunt
oplossen
(zie Storingen en Oplossingen).
• Starthetprogrammaopnieuwomtecontrolerenof
het probleem is opgelost.
• Alsditniethetgevalisdientudeerkende
Technische Servicedienst in te schakelen.
Wendt u nooit tot niet erkende technici.
U dient door te geven:
• hettypestoring;
• hetmodelvanhetapparaat(Mod.);
• hetserienummer(S/N).
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het
apparaat
(zie Beschrijving van het apparaat).
NL
33
Aanzichttekening
Beschrijving van het
apparaat
***Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarmen
3. Opklaprekjes
4. Regeling hoogte bovenrek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarmen
7. Filter
8. Zoutreservoir
9. Wasmiddelbakje, reservoir glansspoelmiddel
enActiveOxigenmechanisme*
10. Typeplaatje
11. Bedieningspaneel***
Bedieningspaneel
Toets Selecteren Programma
Toets en
controlelampje
ON-OFF/Reset*
Controlelampje Programma
NL
34
Het laden van de rekken
Advies
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen. Het is niet noodzakelijk
de vaat met water af te spoelen voor u hem in de vaatwasser
laadt.
Plaats de vaat dusdanig zodat hij stevig vaststaat en niet om
kan vallen. Pannen, bakken en glazen moeten met de opening
naar onder worden geplaatst en holle of bolle elementen moeten
schuin worden geplaatst zodat het water alle oppervlakken kan
bereiken en daarna vrijuit kan wegspoelen.
Zorg er voor dat deksels, handvatten, koekenpannen en schalen
het draaien van de sproeiarmen niet beletten. Plaats kleine
voorwerpen in de bestekkorf.
Plastic voorwerpen en pannen met antiaanbaklaag houden
waterdruppels langer vast. Hun droogtegraad zal lager zijn dan
die van voorwerpen van aardewerk of staal.
Lichte voorwerpen (zoals plastic bakken) moeten bij voorkeur op
het bovenrek worden geplaatst, en zodanig dat zij niet kunnen
bewegen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Onderrek
Inhetonderrekkuntupannen,deksels,borden,slakommen,
bestek, etc. plaatsen. Grote borden en deksels moeten bij
voorkeur aan de zijkant van het rek worden geplaatst.
Het is aan te raden zeer vuile vaat in het onderrek te plaatsen,
aangezien in dit deel van de vaatwasser de kracht van de
waterstroom groter is waardoor de wasprestaties verbeteren.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen
*,
deze kunnen in verticale positie worden gezet voor het plaatsen
van borden, of in horizontale positie (neer), om pannen en
slakommen beter te plaatsen.
Bestekkorf
De bestekkorf is voorzien van roosters aan de bovenkant
waarmee u het bestek beter kunt neerzetten. De korf mag alleen
aan de voorzijde van het onderrek worden geplaatst.
Messenenanderepuntigevoorwerpenmoetenmetde
punten naar beneden in de bestekkorf worden geplaatst of op
de opklaprekjes in het bovenrek gelegd in horizontale positie.
Bovenrek
Laad lichte en breekbare vaat zoals glazen, kopjes, bordjes,
lage slakommen, in het bovenrek.
Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare
delen
*, die in verticale stand kunnen worden gebruikt om
bordjes te rangschikken, of die kunnen worden neergelegd om
bakjes of houders op te plaatsen
*Alleen op bepaalde modellen beschikbaar en variërend in
aantal en positie.
NL
35
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger
of lager zetten.
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als
het REK LEEG IS.
Verplaats het rek NOOIT aan een enkele kant.
Als het rek beschikt over een Lift-Up
*
(zie afbeelding)
, tilt u het
rek op door het aan de zijkanten vast te houden. Til hem dan
naar boven op. Om naar de lagere stand terug te keren, drukt
u op de handels (A) aan de zijkanten van het rek en helpt u het
rek weer naar beneden te gaan.
Niet geschikte vaat
• Houtenbestekofvaat.
• Breekbare,versierde glazen, metdehand vervaardigd
vaatwerk en antiek vaatwerk. Deze decoraties zijn niet
vaatwasserbestendig.
• Dedeleninsynthetischmateriaalzijnniethittebestendig.
• Vaatwerkvankoperoftin.
• Vaatwerkdatvuilismetas,was,smeerolieofinkt.
De decoraties op glas en aluminium en zilveren delen kunnen
tijdens het wassen verkleuren of witter worden. Ook enkele
soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na vele
wasbeurten mat worden.
Schade aan glas en vaatwerk
Oorzaken:
• Typeglasenproceduresvoorhetmakenvanglas.
• Chemischesamenstellingvanhetwasmiddel.
• Watertemperatuurvanhetspoelprogramma.
Advies:
Gebruik alleen glazen enporselein waarvan door de
producent wordt gegarandeerd dat het vaatwasserbestendig
is.
• Gebruikalleen wasmiddel dat geschikt is voor breekbaar
vaatwerk.
• Verwijder glazen enbestek z.s.m. na het einde vanhet
programma uit de vaatwasser.
Het bovenrek kan naar believen in hoogte worden aangepast:
naar boven toe als men in het onderrek volumineuze vaat wil
plaatsen, naar beneden toe om goed te kunnen profiteren van
alle plek in de opklaprekjes of de uitklapbare delen, zodat er
naar boven toe meer plaats is.
Opklaprekjes met verschillende standen
De opklaprekjes aan de zijkant kunnen op drie verschillende
hoogten worden gezet om de plaatsing van de vaat in het rek
te optimaliseren.
Wijnglazen kunnen op een stabiele wijze op de opklaprekjes
worden geplaatst door de voet van het glas in de speciale
gaten te steken.
Besteklade*
Enkele modellen vaatwasser beschikken over een verschuifbare
bestekladediekanwordengebruiktomextrabestekofkleine
kopjes te bewaren. Voor optimale wasprestaties moet u
vermijden te grote vaat onder de besteklade te plaatsen.
De besteklade kan indien gewenst worden verwijderd.
(zie
afbeelding)
Voor u de besteklade op zijn plaats zet, moet u controleren
of de steunen goed aan het bovenrek zijn vastgehaakt.
(zie
afbeelding)
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
36
Starten en gebruik
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte
dosering van het vaatwasmiddel. Teveel vaatwasmiddel
betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging.
Bovendien is dit niet goed voor het milieu.
Aan de hand van de hoeveelheid vuil kan de dosering
worden aangepast m.b.v. een vaatwasmiddel in poeder- of
in vloeibare vorm.
Normaal gebruikt men voor een gemiddeld vuile was ca. 35
g. (poeder), of 35 ml (vloeibaar). Als u wastabletten gebruikt,
is één voldoende.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Voor een juist wasresultaat dient u de instructies te volgen
die op de verpakking van het vaatwasmiddel staan.
In het geval van verdere vragen raden wij u aan contact op
te nemen met de klantenservice van de wasmiddelfabrikant.
Om het wasmiddelbakje te openen, drukt u op het
openingsmechanisme "A"
Doe het vaatwasmiddel alleen in het droge bakje "B". Het
vaatwasmiddel dat nodig is voor de voorwas moet direct in
de vaatwasmachine worden geplaatst.
1.Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel
om de juiste hoeveelheid te gebruiken.
Inhetkuipje B staat een niveau vermeld waar de maximum
hoeveelheid vloeibaar- of poedervaatwasmiddel voor elke cyclus
kan worden gegoten.
2. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het
bakje en sluit het deksel met een klik.
3. Sluit het deksel van het wasmiddelbakje door het naar boven
toe te drukken, totdat het afsluitmechanisme op zijn plaats is.
Het wasmiddelbakje gaat automatisch op het juiste moment
open, aan de hand van het type programma.
Als u gecombineerde vaatwasmiddelen gebruikt, raden we u aan
de functie TABS te gebruiken, waarmee u het afwasprogramma
juist afstemt. Zo zult u altijd het beste was- en droogresultaat
bereiken.
Gebruik alleen een specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT vaatwasmiddel voor met de hand wassen.
Een overmatig gebruik van vaatwasmiddel kan
schuimresiduen achterlaten aan het einde van de wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij modellen
waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u met het gebruik
van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloeibaar
glansspoelmiddel en onthardingszout.
Start de vaatwasser
1.Opendewaterkraan.
2.OpendedeurendrukopdeON-OFFtoets.
3. Doseer het vaatwasmiddel.
(zie hiernaast).
4. Laad de rekken
(zie De rekken laden)
.
5. Selecteer het programma aan de hand van het soort vaat
en het type vuil
(zie de programmatabel)
door op de toets P
te drukken.
6. Selecteer de wasopties
*.
(zie Speciale programma's en
Opties)
.
7. Start het programma door de deur te sluiten.
8. Het einde van de cyclus wordt aangegeven door enkele
geluidssignalen en het knipperen van het controlelampje van het
geselecteerde programma. Open de deur, schakel het apparaat
uit met de ON-OFF toets, doe de waterkraan dicht en haal de
stekker uit het stopcontact.
9.Wachtenkeleminutenvoordatudevaateruithaalt,omte
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend
met het onderrek.
- Om het energieverbruik te verminderen gaat de
automaat, wanneer hij voor langere tijd NIET gebruikt
wordt, automatisch uit.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S*:enkele modellen
vaatwasser beschikken over een speciale sensor die kan
waarnemen hoe vuil de vaat is en die het meest efficiënte en
zuinige wasprogramma kiezen.
De duur van de Automatische programma’s hangt als gevolg af
van wat de sensor waarneemt.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Een reeds gestart programma wijzigen
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor
u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd
tedrukkenopdeON/OFFtoetsgaathetapparaatuit.Doehet
apparaatweeraanmetdeON/OFFtoetsenselecteerhetnieuwe
programma en de eventuele opties. Start de vaatwasser door
de deur te sluiten.
Overige vaat toevoegen
Zonder de vaatwasser uit te zetten opent u de deur. Pas op de
vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de vaatwasser. Sluit
de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert zal het worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken.
NL
37
Programma’s
Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Degegevensvandeprogramma’szijngemeteninlaboratoriumomstandighedenvolgensdeEuropesevormEN50242.
Aan de hand van de verschillende gebruiksmogelijkheden kunnen de duur en de programmagegevens verschillen.
N.B.:
Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten draaien.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt
u contact opnemen met:
Aanwijzingen voor het kiezen van het
programma en de dosering van het afwasmiddel
Programma
Programma's
met
droogfunctie
Opties
De duur
van het
programma
is slechts ter
indicatie
Ecologisch wasprogramma met laag
energieverbruik, geschikt voor vaat en pannen.
27 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab
Eco
*
Ja Nee 3:10’
Zeer vuile vaat en pannen (niet te gebruiken voor
teer vaatwerk).
30 gr/ml – 1 Tab
Intensief
Ja Nee 2:30’
Normaal vuile vaat en pannen. Standaard dagelijks
programma.
27 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab
Normaal
Ja Nee 2:00’
Voorwas in afwachting van de lading van de
volgende maaltijd.
Geen afwasmiddel
Weken
Nee Nee 0:10’
ECODESIGN REGULATION
DeECO-wascyclusishetstandaardprogrammawaaropdegegevensophetenergielabelbetrekkinghebben:dezecyclusisgeschikt
voor het reinigen van normaal vuile afwas en is het meest efficiënte programma voor wat betreft energie- en waterverbruik voor dit
soort afwas. Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten draaien.
Verbruikinstandby:Verbruikinleft-onstand:5W–verbruikinoffmode:0,5W
Tabel met verbruik voor de hoofdcycli
Standaardomstandigheden* Gebruikersomstandigheden**
Energieverbruik
(KWh/cyclus)
Waterverbruik (l/cyclus) Duur (min/cyclus)
Energieverbruik
(KWh/cyclus)
Waterverbruik (l/cyclus) Duur (min/cyclus)
INTENSIEF
1,50 15 150 1,30 14 135
NORMAAL
1,20 15 120 1,05 14 110
*DegegevensvanhetprogrammazijnlaboratoriummeetwaardendievolgensdeEuropesevormEN50242verzameldzijn.
** De gegevens zijn verzameld door het uitvoeren van metingen onder gebruiksomstandigheden met een door gebruikers gela-
den afwasmachine.
** Hoeveelheid afwasmiddel van voorwas
NL
38
Glansmiddel en zout
Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
vaatwasmachines bestemd zijn.
Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en ook geen
wasmiddelen voor handwas.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctioneel product gebruikt, is het niet nodig
een glansmiddel toe te voegen. Wij raden u echter wel aan
onthardingszout toe te voegen, als het water hard of zeer
hard is.
(Volg de aanwijzingen op de verpakking).
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt, is het normaal
dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* blijven branden.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het
water van het oppervlak af te laten glijden. Op deze manier
voorkomt u strepen of vlekken. Het glansmiddelreservoir moet
worden gevuld:
als op het bedieningspaneel het controlelampje
GLANSMIDDELTOEVOEGENaangaat* is er nog voldoende
glansmiddelovervoor1-2wasbeurten;
1.Opendehouder“D” door het lipje op het deksel in te drukken
en omhoog te halen;
2.Doe het glansmiddel voorzichtig inhet bakje tot aan het
streepje. Zorg ervoor dat u niet morst. Als u wel morst, moet u
het product gelijk met een droge doek verwijderen.
3. Sluit het deksel met een klik.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
De dosis glansmiddel regelen
Als u niet tevreden bent over de droogresultaten, kunt u de dosis
glansmiddel regelen.
Schakelhet apparaatin endaarna weeruit metde ON/OFF
toets. Druk 3 keer op de P toets. Doe de vaatwasser aan met
deON/OFFtoets.Hetcontrolelampjevanhetingesteldeniveau
knippert
(ingesteld op fabriekswaarden).
Regel de toevoer van het glansmiddel m.b.v. de toets P. Tijdens
deze handeling zal het controlelampje van het glansmiddel
knipperen.
Druk op de ON/OFF toets om de ingestelde regeling op te
slaan.
HetglansmiddelniveaukanwordeningesteldopNUL(ECO).In
dat geval zal er geen glansmiddel worden toegevoegd en zal
hetcontrolelampjeGLANSMIDDELTOEVOEGENnietaangaan
als het product op is.
Ukuntmaximaal4niveausinstellen,aandehandvanhetmodel
vaatwasser.
• alsuopdevaatstrepenaantreft,moetueenlagerestand
instellen(1-2).
• alsu waterdruppels ofkalkaanslag aantreft, moet u een
hogere stand instellen (3-4).
Instellen waterhardheid
Elke afwasautomaat is voorzien van een waterontharder die, met
behulp van speciaal onthardingszout, kalkvrij water levert voor
het wassen van de vaat.
Indezevaatwasserkandewaterontharderaandehandvan
de waterhardheid worden geregeld voor het beperken van
de vervuiling en het optimaliseren van de wasprestaties. Dit
gegeven kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen.
Schakelhet apparaatin endaarna weeruit metde ON/OFF
toets. Houd de P toets enkele seconden ingedrukt tot u een
geluidssignaalhoort.Doe de vaatwasser aan met de ON/
OFF toets. Het controlelampje van het ingestelde niveau gaat
knipperen
(de waterontharder staat op een gemiddeld niveau).
Tijdens deze handeling knippert het controlelampje van het
onthardingszout.
Regel het niveau van de waterhardheid met de P toets,
(1-2-
3-4
* zie tabel waterhardheid)
totaaneenmax.van4* niveaus.
Druk op de ON/OFF toets om de ingestelde regeling op te
slaan.
Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u toch het zoutreservoir
vullen.
(°dH=waterhardheidinDuitsegraden-°fH=waterhardheid
inFransegraden-mmol/l=millimol/liter)
Het onthardingszout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken, moet u altijd controleren
of het zoutreservoir voldoende gevuld is.
Het onthardingszout verwijdert het kalk uit het water en zorgt
ervoor dat er geen kalkaanslag op de vaat achterblijft.
Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
vaatwasmachine
(zie Beschrijving)
en moet worden gevuld:
• alsdegroenedrijver* niet zichtbaar is als u naar de zoutdop
kijkt;
alsop het bedieningspaneelhet controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN* aangaat;
1.Haal het onderrek naar voren en draai dedopvan het
zoutreservoir tegen de klok in.
2.Alleenvoordeeersteafwasbeurt:vul
het reservoir tot aan de rand met water.
3. Plaats de trechter
*
(zie afbeelding)
en
vul het reservoir tot aan de rand met zout
(ca.1kg);hetisnormaaldaterwatwater
overloopt.
4. Verwijder de trechter*, reinig de
eventuele zoutresten op de opening. Spoel de dop onder het
water af voor u hem weer terugschroeft door hem ondersteboven
onder de waterstraal te plaatsen en het water uit de 4 gleuven
aan de onderzijde van de dop te laten stromen. (dop met groene
drijver
*)
We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te
voeren als u zout bijvult.
Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat er tijdens het wassen
geen afwasmiddel in het reservoir kan komen (de waterontharder
zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer noodzakelijk, voegt u het zout toe vóór een
wascyclus, zodat de overgelopen zoutoplossing uit het
zoutreservoir wordt verwijderd.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
M
A
X
Tabel Waterhardheid
Gemiddelde duur**
zoutreservoir
niveau
°dH °fH mmol/l
maanden
1 0 - 11 0 - 20 1,1 - 2 5 maanden
2 12 - 17 21 - 30 2,1 - 3 3 maanden
3 17 - 34 31 - 60 3,1 - 6 2 maanden
4
*
34 - 50 61 - 90 6,1 - 9 2/3 weken
Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen zout te gebruiken.
* als u 4 instelt, kan de duur iets langer zijn. ** met 1 wascyclus
per dag
NL
39
Onderhoud en
verzorging
Water en elektrische stroom afsluiten
• Sluit
na
elke
afwasbeurt
de
waterkraan
af
om
lekkage
te
voorkomen.
• Haal
de
stekker
uit
het
stopcontact
tijdens
reiniging
en
onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
• De
buitenkant
en
het
bedieningspaneel
kunnen
worden
gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik
geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
• De
vlekken
aan
de
binnenkant
van
de
afwasautomaat
kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat
azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
• Laat
de
deur
altijd
op
een
kierom
het
ophopen
van
vocht
te voorkomen.
• Reinig
geregeld
de
afdichtingen
rondom
de
deur
en
de
wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u
het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn
van vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen
blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen:
u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen
met een niet-metalen borsteltje.
De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden
gehaald.
Om de bovenste sproeiarm uit
elkaar te halen dient u de plastic
dop linksom los te schroeven.
De bovenste sproeiarm moet
worden gemonteerd met de
gaten naar boven gericht.
De onderste sproeiarm haalt
u uit elkaar door druk uit te
oefenen op de lipjes aan de
zijkant en door hem daarna
naar boven te trekken.
Reinigen van het watertoevoerfilter*
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat
dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water lopen
totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit niet doet
loopt u het risico dat het punt waar het water binnenkomt
verstopt raakt en uw afwasautomaat beschadigt.
Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan.
- Doe de waterkraan dicht.
- Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder
het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water.
- Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast.
Reinigen van de filters
De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten
uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon
in het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat
moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los
filter worden gebruikt.
•Controleernaenkele wasbeurtende filtergroep. Reinig
hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water met
behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande
aanwijzingen:
1.
draaihetcilindrischefilterClinksomentrekhemnaar
buiten
(afb.1).
2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te
oefenen op de lipjes aan de zijkant
(Afb.2);
3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek
(afb. 3).
4.Controleerhetafvoerputjeenverwijdereventuele
etensresten. VERWIJDER NOOIT de bescherming van de
waspomp
(zwart element) (afb. 4).
Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op
zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede
werking van de afwasautomaat.
Als u langere tijd geen gebruik maakt van
de afwasautomaat
• Schakeldestroomuitensluitdewaterkraanaf.
• Laatdedeuropeenkierstaan.
•Laatalsuterugkeertdeafwasautomaateenkeerleeg
draaien.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
40
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Storingen en
oplossingen
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de
Servicedienst wendt.
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De vaatwasser start niet of volgt de
opdrachten niet op
Schakel het apparaat uit met de ON/OFF toets, schakel het na een minuut weer in en stel
het programma opnieuw in.
* De stekker zit niet goed in het stopcontact.
• De deur van de vaatwasser is niet goed dicht.
De deur gaat niet dicht * Het slot zit niet goed vast. Druk stevig tegen de deur totdat u een klik hoort.
De vaatwasser pompt het water niet af.
* Het programma is nog niet geëindigd.
* De waterafvoerbuis is geknikt (zie Installatie).
• De afvoer van de wasbak is verstopt.
• Het lter is verstopt met etensresten.
De vaatwasser maakt lawaai.
• De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.
Teveel schuim: u heeft teveel afwasmiddel gebruikt of het afwasmiddel is niet geschikt voor
afwasautomaten. (zie Starten en gebruik).
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte aanslag
achter.
Er zit niet genoeg zout in het reservoir of de afregeling is niet toereikend voor de
waterhardheid (zie Glansmiddel en onthardingszout).
• Het deksel van het zoutreservoir is niet goed dicht.
• Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Er blijven op vaat en glazen strepen of
blauwe kringen achter.
• Er wordt teveel glansmiddel gebruikt
De vaat is niet droog genoeg.
• U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie Glansmiddel en onthardingszout).
• De regeling van het glansmiddel is niet juist.
• Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag of is van plastic.
De vaat is niet schoon.
• De rekken zijn te vol geladen (zie De rekken laden).
• De vaat is niet goed verdeeld.
• De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
• Het wasprogramma is niet energiek genoeg (zie Programma’s).
Teveel schuim: u heeft teveel afwasmiddel gebruikt of het afwasmiddel is niet geschikt voor
afwasautomaten. (zie Starten en gebruik).
• Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
• Het lter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
• Er is geen zout meer (zie Glansmiddel en onthardingszout).
De vaatwasser vult zich niet met water -
Alarm kraan dicht.
(u hoort enkele geluidssignalen en de
controlelampjes van alle programma's
gaan knipperen.
Het ON/OFF controlelampje knippert
snel en de controlelampjes van de de
programma's 2 en 3 gaan aan.
• Er zit geen water in de centrale waterleiding.
• De watertoevoerbuis is geknikt (zie Installatie).
• Open de kraan en het apparaat start na enkele minuten vanzelf.
• Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na de pieptoon.
Schakel de machine uit met de ON/OFF toets, open de kraan en schakel hem na enkele
seconden opnieuw in door middel van dezelfde toets. Herprogrammeer het apparaat en
start het opnieuw.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing AFWASAUTOMAAT NL NL Nederlands, 28 Inhoud Productkaart, 29 Voorzorgsmaatregelen en advies, 30 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en respect voor het milieu Installatie, Service 31-32 Plaatsing en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus Technische gegevens Service Beschrijving van het apparaat, 33 LTB 4B019 Aanzichttekening Bedieningspaneel Het laden van de rekken, 34-35 Onderrek Bestekkorf Bovenrek Besteklade Starten en gebruik, 36 Het starten van de afwasautomaat Het vaatwasmiddel toevoegen Programma’s, 37 Programmatabel Ecodesign Regulation Glansmiddel en onthardingszout, 38 Het glansmiddel toevoegen Het onthardingszout toevoegen Onderhoud en verzorging, 39 Water en elektrische stroom afsluiten Reinigen van de afwasautomaat Vermijden van vervelende luchtjes Reinigen van de sproeiarmen Reinigen van het watertoevoerfilter Reinigen van de filters Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat Storingen en oplossingen, 40 28 Productkaart Productkaart NL Merk HOTPOINT ARISTON Model LTB 4B019 Beladingscapaciteit in standaard couverts (1) 13 Energie-efficiëntieklasse op een schaal van A+++ (laag gebruik) tot D (hoog gebruik) A+ Jaarlijks energieverbruik in kWh (2) 295.0 Energieverbruik van de standaard wascyclus in kWh 1.04 Energieverbruik in de off-modus in W 0.5 Energieverbruik in de aan-modus in W 5.0 Jaarlijks waterverbruik in liters (3) 3080.0 Droogeffectiviteit op een schaal van G (minimale effectiviteit) tot A (maximale effectiviteit). A Tijdsduur van het standaardprogramma in minuten 190’ Tijdsduur van de aan-modus in minuten 10 Geluidsniveau in dB(A) re 1 pW 49 Inbouwmodel Ja N.B. 1) De informatie op het energielabel en de productkaart is gebaseerd op de standaardwascyclus. Dit programma is geschikt om normaal vervuild vaatwerk te wassen en is het meest efficiënte programma wat betreft water- en energieverbruik. De standaardwascyclus correspondeert met de Eco-cyclus. 2) Gebaseerd op 280 standaard wascycli met gebruik van koud water en het energieverbruik in de aan- en uit-modus. Het werkelijke energieverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt. 3) Gebaseerd op 280 standaard wascycli. Het werkelijke waterverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt. 29 Voorzorgsmaatregelen en advies NL Hetapparaat is ontworpen en gebouwd overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn geschreven om veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig worden doorgenomen. Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren. Lees de aanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. Dit apparaat is ontworpen voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen, bijvoorbeeld: - delen van winkels, kantoren en andere werkomgevingen die als keuken worden gebruikt, voor het personeel; - boerderijen; - gebruik door klanten in hotels, motels en andersoortige verblijfsmogelijkheden; - bed and breakfasts. Algemene veiligheid • Deze afwasmachine mag niet gebruikt worden door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan van of instructies met betrekking tot het gebruik ontvangen door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Volwassenen dienen toezicht te houden om te voorkomen dat kinderen met het apparaat spelen. • Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Dit apparaat moet worden gebruikt voor het wassen van huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen volgens de aanwijzingen die terug zijn te vinden in dit boekje. • De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en onweer. • Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan. • Haal de stekker niet uit het stopcontact door eraan te trekken, maar door hem beet te pakken. • Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud uitvoert moet u de waterkraan afsluiten en de stekker uit het stopcontact halen. • In het geval van een storing mag u in geen enkel geval aan de interne mechanismen sleutelen om een reparatie trachten uit te voeren. • Leun niet tegen de open deur aan en ga er niet op zitten. Het apparaat zou om kunnen vallen. • De deur dient niet in openstaande stand gelaten te worden omdat men erover zou kunnen struikelen. • Houd was- en glansmiddelen buiten het bereik van kinderen. • Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. 30 Afvalverwijdering • Houd u aan de locale normen, zodat het verpakkingsmateriaal kan worden hergebruikt. • De Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat elektrische apparaten niet met het gewone huisvuil mogen worden meegegeven. Afgedankte apparaten moeten gescheiden worden ingezameld om het recyclen en herwinnen van de gebruikte materialen te optimaliseren en potentiële schade voor de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dit product gescheiden in te zamelen. Voor meer informatie betreffende het verwijderen van elektronische apparatuur kan de consument zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. Energiebesparing en respect voor het milieu Water en energie besparen • Start de afwasautomaat alleen als hij volgeladen is. • Als u moet wachten totdat de afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende luchtjes vermijden door het programma Inweken te gebruiken (zie Programma's). • Selecteer een programma wat geschikt is voor het type vaat en het soort vuil, door de Programmatabel te raadplegen: - voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het programma Eco, dat een laag energie- en waterverbruik garandeert. - als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve lading* (zie Starten en gebruik). • Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of dagen goedkopere tarieven heeft, kunt u de afwasautomaat op deze tijden gebruiken. De optie Uitgestelde start*(zie Starten en gebruik) kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te organiseren. Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor en met enzymen. • We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn voor het behoud van het milieu. • Enzymen zorgen voor een effectieve werking op temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kunt u met afwasmiddelen met enzymen op lage temperaturen resultaten bereiken die u anders pas op 65°C zou hebben. • Doseer het afwasmiddel goed, op basis van de aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te voorkomen. Ook al zijn sommige afwasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch bevatten zij elementen die het evenwicht van de natuur verstoren. Installatie - Service Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen. Plaatsing en waterpas zetten 1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat het geen schade heeft opgelopen tijdens het transport. Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten maar de dealer inschakelen. Aansluiting van de buis op de waterafvoer Verbind de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4 cm. De afvoerbuis moet zich op een hoogte van tussen de 40 en de 80 cm van de vloer of van het draagvlak van de vaatwasser af bevinden (A). 2. De vaatwasser moet met de zijkant of de achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het aanrecht worden ingebouwd* (zie Installatieblad). 3. Plaats de vaatwasser op een rechte en stevige vloer. Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste stelvoetjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat horizontaal staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen. 4*. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen moet u draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan de onder-/ voorzijde in het midden van de vaatwasser. Gebruik hiervoor een zeshoekige sleutel met een opening van 8 mm. Draai rechtsom om de hoogte te vermeerderen, linksom om de hoogte te verminderen. (zie bijgeleverd instructieblad voor inbouw) Hydraulische en elektrische aansluitingen Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en hydraulische systeem mag alleen door erkende technici worden uitgevoerd. De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de elektrische voedingskabel worden geplaatst. Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding met nieuwe buizen. Gebruik geen oude buizen. De buizen voor de toe- en afvoer van het water, en de elektrische voedingskabel kunnen voor een betere installatie zowel naar rechts of naar links worden gericht. Aansluiting van de buis voor de watertoevoer • schroef de toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van 3/4 gas. Voor u hem vastschroeft moet u het water laten lopen tot het compleet helder is. Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het apparaat doen verstoppen. • Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een centrale verwarming is met radiatoren kan de vaatwasser worden gevoed met warm water mits dit water niet warmer is dan 60°C. Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de koudwateraansluiting Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur (zie Service). De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die staan vermeld in de tabel met Technische gegevens (zie hiernaast). Zorg ervoor dat de buis niet is geknikt of samengedrukt. Voor u de afvoerbuis aansluit op de sifon van de wasbak moet u de plastic dop verwijderen (B). Lekkagebeveiliging Om lekkages te voorkomen is de vaatwasser: - voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt in geval van storingen of lekkages van binnenuit. Enkele modellen zijn voorzien van een aanvullend beveiligingsmechanisme New Acqua Stop*, dat de lekkage ook voorkomt in het geval de toevoerbuis kapotgaat. GEVAARLIJKE SPANNING! De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden: hij bevat onderdelen die onder spanning staan. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen. Dit vermogen staat op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (zie hoofdstuk Beschrijving van de vaatwasser); • de spanningswaarden zich bevinden tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur; • de stekker van het apparaat en het stopcontact overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn. De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt. In het geval de voedingskabel beschadigd is, dient deze vervangen te worden door de fabrikant of door uw Technische Servicedienst, zodat elk risico vermeden wordt. (Zie Service) * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 31 NL NL Anticondensstrip* Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak, zodat u het beschermt tegen eventuele condens. Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus Na de installatie moet u de beschermelementen op de rekken verwijderen zoals ook de elastieken op het bovenrek (waar aanwezig). Direct voor de eerste wascyclus, moet u het zoutreservoir volledig met water vullen en ongeveer 1 kg onthardingszout toevoegen (zie hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout): het is normaal dat er tijdens deze handeling water overloopt. Selecteer de hardheid van het water (zie hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout). - Na het vullen van het onthardingszout gaat het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* uit. Service Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Dient u te controleren of u de storing zelf kunt oplossen (zie Storingen en Oplossingen). • Start het programma opnieuw om te controleren of het probleem is opgelost. • Als dit niet het geval is dient u de erkende Technische Servicedienst in te schakelen. Wendt u nooit tot niet erkende technici. U dient door te geven: • het type storing; • het model van het apparaat (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat (zie Beschrijving van het apparaat). Als u geen onthardingszout toevoegt kan de waterontharder en het verwarmingselement worden beschadigd. Technische gegevens Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 82 diepte cm 57 Capaciteit 13 bordensets Waterdruk toevoer 0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar) 7,25 – 145 psi Netspanning Totaal opnemingsvermogen Zekering 32 Zie typeplaatje Zie typeplaatje Zie typeplaatje Deze afwasautomaat voldoet aan de volgende EU richtlijnen: - 2006/95/EC (Laagspanning) - 2004/108/ EC (Elektromagnetische Compatibiliteit) - 2009/125/EC (Comm. Reg. 1016/2010) (Ecodesign) -97/17/EC (Etikettering) - 2012/19/EC (AEEA) Het apparaat beschikt over een aantal geluidssignalen/tonen (aan de hand van het model vaatwasser) die waarschuwen dat de betreffende functie van start is gegaan: inschakeling, einde cyclus, etc. De symbolen/controlelampjes/leds op het bedieningspaneel/ display kunnen van kleur veranderen, knipperen of vast aanstaan. (aan de hand van het model vaatwasser). Het display toont nuttige informatie betreffende het type ingestelde cyclus, de was- of droogfase, de resterende tijd, de temperatuur, enz... enz… Beschrijving van het apparaat Aanzichttekening NL 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Bovenrek Bovenste sproeiarmen Opklaprekjes Regeling hoogte bovenrek Onderrek Onderste sproeiarmen Filter Zoutreservoir Wasmiddelbakje, reservoir glansspoelmiddel en Active Oxigen mechanisme* Typeplaatje Bedieningspaneel*** Bedieningspaneel Toets Selecteren Programma Toets en controlelampje ON-OFF/Reset* Controlelampje Programma ***Alleen op modellen voor volledige inbouw. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat. 33 Het laden van de rekken NL Advies Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten verwijderen en glazen en bekers legen. Het is niet noodzakelijk de vaat met water af te spoelen voor u hem in de vaatwasser laadt. Plaats de vaat dusdanig zodat hij stevig vaststaat en niet om kan vallen. Pannen, bakken en glazen moeten met de opening naar onder worden geplaatst en holle of bolle elementen moeten schuin worden geplaatst zodat het water alle oppervlakken kan bereiken en daarna vrijuit kan wegspoelen. Zorg er voor dat deksels, handvatten, koekenpannen en schalen het draaien van de sproeiarmen niet beletten. Plaats kleine voorwerpen in de bestekkorf. Plastic voorwerpen en pannen met antiaanbaklaag houden waterdruppels langer vast. Hun droogtegraad zal lager zijn dan die van voorwerpen van aardewerk of staal. Lichte voorwerpen (zoals plastic bakken) moeten bij voorkeur op het bovenrek worden geplaatst, en zodanig dat zij niet kunnen bewegen. Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*, deze kunnen in verticale positie worden gezet voor het plaatsen van borden, of in horizontale positie (neer), om pannen en slakommen beter te plaatsen. Bestekkorf De bestekkorf is voorzien van roosters aan de bovenkant waarmee u het bestek beter kunt neerzetten. De korf mag alleen aan de voorzijde van het onderrek worden geplaatst. Onderrek In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen, bestek, etc. plaatsen. Grote borden en deksels moeten bij voorkeur aan de zijkant van het rek worden geplaatst. Messen en andere puntige voorwerpen moeten met de punten naar beneden in de bestekkorf worden geplaatst of op de opklaprekjes in het bovenrek gelegd in horizontale positie. Bovenrek Laad lichte en breekbare vaat zoals glazen, kopjes, bordjes, lage slakommen, in het bovenrek. Het is aan te raden zeer vuile vaat in het onderrek te plaatsen, aangezien in dit deel van de vaatwasser de kracht van de waterstroom groter is waardoor de wasprestaties verbeteren. *Alleen op bepaalde modellen beschikbaar en variërend in aantal en positie. 34 Enkele modellen vaatwasser beschikken over uitklapbare delen*, die in verticale stand kunnen worden gebruikt om bordjes te rangschikken, of die kunnen worden neergelegd om bakjes of houders op te plaatsen Opklaprekjes met verschillende standen De opklaprekjes aan de zijkant kunnen op drie verschillende hoogten worden gezet om de plaatsing van de vaat in het rek te optimaliseren. Wijnglazen kunnen op een stabiele wijze op de opklaprekjes worden geplaatst door de voet van het glas in de speciale gaten te steken. Het bovenrek kan naar believen in hoogte worden aangepast: naar boven toe als men in het onderrek volumineuze vaat wil plaatsen, naar beneden toe om goed te kunnen profiteren van alle plek in de opklaprekjes of de uitklapbare delen, zodat er naar boven toe meer plaats is. Het regelen van de hoogte van het bovenrek Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger of lager zetten. We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als het REK LEEG IS. Verplaats het rek NOOIT aan een enkele kant. Besteklade* Enkele modellen vaatwasser beschikken over een verschuifbare besteklade die kan worden gebruikt om extra bestek of kleine kopjes te bewaren. Voor optimale wasprestaties moet u vermijden te grote vaat onder de besteklade te plaatsen. De besteklade kan indien gewenst worden verwijderd. (zie afbeelding) Als het rek beschikt over een Lift-Up* (zie afbeelding), tilt u het rek op door het aan de zijkanten vast te houden. Til hem dan naar boven op. Om naar de lagere stand terug te keren, drukt u op de handels (A) aan de zijkanten van het rek en helpt u het rek weer naar beneden te gaan. Niet geschikte vaat • Houten bestek of vaat. • Breekbare, versierde glazen, met de hand vervaardigd vaatwerk en antiek vaatwerk. Deze decoraties zijn niet vaatwasserbestendig. • De delen in synthetisch materiaal zijn niet hittebestendig. • Vaatwerk van koper of tin. • Vaatwerk dat vuil is met as, was, smeerolie of inkt. De decoraties op glas en aluminium en zilveren delen kunnen tijdens het wassen verkleuren of witter worden. Ook enkele soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na vele wasbeurten mat worden. Schade aan glas en vaatwerk Oorzaken: • Type glas en procedures voor het maken van glas. • Chemische samenstelling van het wasmiddel. • Watertemperatuur van het spoelprogramma. Advies: Voor u de besteklade op zijn plaats zet, moet u controleren of de steunen goed aan het bovenrek zijn vastgehaakt. (zie afbeelding) • Gebruik alleen glazen en porselein waarvan door de producent wordt gegarandeerd dat het vaatwasserbestendig is. • Gebruik alleen wasmiddel dat geschikt is voor breekbaar vaatwerk. • Verwijder glazen en bestek z.s.m. na het einde van het programma uit de vaatwasser. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 35 NL Starten en gebruik NL Start de vaatwasser 1. Open de waterkraan. 2. Open de deur en druk op de ON-OFF toets. 3. Doseer het vaatwasmiddel. (zie hiernaast). 4. Laad de rekken (zie De rekken laden). 5. Selecteer het programma aan de hand van het soort vaat en het type vuil (zie de programmatabel) door op de toets P te drukken. 6. Selecteer de wasopties*. (zie Speciale programma's en Opties). 7. Start het programma door de deur te sluiten. 8. Het einde van de cyclus wordt aangegeven door enkele geluidssignalen en het knipperen van het controlelampje van het geselecteerde programma. Open de deur, schakel het apparaat uit met de ON-OFF toets, doe de waterkraan dicht en haal de stekker uit het stopcontact. 9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt, om te voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend met het onderrek. - Om het energieverbruik te verminderen gaat de automaat, wanneer hij voor langere tijd NIET gebruikt wordt, automatisch uit. Het vaatwasmiddel toevoegen Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte dosering van het vaatwasmiddel. Teveel vaatwasmiddel betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed voor het milieu. Aan de hand van de hoeveelheid vuil kan de dosering worden aangepast m.b.v. een vaatwasmiddel in poeder- of in vloeibare vorm. Normaal gebruikt men voor een gemiddeld vuile was ca. 35 g. (poeder), of 35 ml (vloeibaar). Als u wastabletten gebruikt, is één voldoende. Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken. Voor een juist wasresultaat dient u de instructies te volgen die op de verpakking van het vaatwasmiddel staan. In het geval van verdere vragen raden wij u aan contact op te nemen met de klantenservice van de wasmiddelfabrikant. Om het wasmiddelbakje te openen, drukt u op het openingsmechanisme "A" AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S * :enkele modellen vaatwasser beschikken over een speciale sensor die kan waarnemen hoe vuil de vaat is en die het meest efficiënte en zuinige wasprogramma kiezen. De duur van de Automatische programma’s hangt als gevolg af van wat de sensor waarneemt. Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken. Doe het vaatwasmiddel alleen in het droge bakje "B". Het vaatwasmiddel dat nodig is voor de voorwas moet direct in de vaatwasmachine worden geplaatst. Een reeds gestart programma wijzigen 1.Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel om de juiste hoeveelheid te gebruiken. In het kuipje B staat een niveau vermeld waar de maximum hoeveelheid vloeibaar- of poedervaatwasmiddel voor elke cyclus kan worden gegoten. Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd te drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit. Doe het apparaat weer aan met de ON/OFF toets en selecteer het nieuwe programma en de eventuele opties. Start de vaatwasser door de deur te sluiten. Overige vaat toevoegen Zonder de vaatwasser uit te zetten opent u de deur. Pas op de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de vaatwasser. Sluit de deur: de wascyclus wordt hervat. Onvoorziene onderbrekingen Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma onderbroken. Als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom terugkeert zal het worden hervat op het punt waar het werd onderbroken. 2. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het bakje en sluit het deksel met een klik. 3. Sluit het deksel van het wasmiddelbakje door het naar boven toe te drukken, totdat het afsluitmechanisme op zijn plaats is. Het wasmiddelbakje gaat automatisch op het juiste moment open, aan de hand van het type programma. Als u gecombineerde vaatwasmiddelen gebruikt, raden we u aan de functie TABS te gebruiken, waarmee u het afwasprogramma juist afstemt. Zo zult u altijd het beste was- en droogresultaat bereiken. Gebruik alleen een specifiek vaatwasmiddel. GEBRUIK NOOIT vaatwasmiddel voor met de hand wassen. Een overmatig gebruik van vaatwasmiddel kan schuimresiduen achterlaten aan het einde van de wascyclus. We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij modellen waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN bestaat. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 36 De beste was- en droogprestaties bereikt u met het gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en onthardingszout. Programma’s De gegevens van de programma’s zijn gemeten in laboratoriumomstandigheden volgens de Europese vorm EN 50242. Aan de hand van de verschillende gebruiksmogelijkheden kunnen de duur en de programmagegevens verschillen. Het aantal en het soort programma’s en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat. Aanwijzingen voor het kiezen van het programma en de dosering van het afwasmiddel Ecologisch wasprogramma met laag energieverbruik, geschikt voor vaat en pannen. 27 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab Zeer vuile vaat en pannen (niet te gebruiken voor teer vaatwerk). 30 gr/ml – 1 Tab Normaal vuile vaat en pannen. Standaard dagelijks programma. 27 gr/ml + 6 gr/ml** – 1 Tab Voorwas in afwachting van de lading van de volgende maaltijd. Geen afwasmiddel Programma Programma's met droogfunctie Opties De duur van het programma is slechts ter indicatie Eco* Ja Nee 3:10’ Ja Nee 2:30’ Ja Nee 2:00’ Nee Nee 0:10’ Intensief Normaal Weken ** Hoeveelheid afwasmiddel van voorwas N.B.: Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten draaien. Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: [email protected] ECODESIGN REGULATION De ECO-wascyclus is het standaardprogramma waarop de gegevens op het energielabel betrekking hebben: deze cyclus is geschikt voor het reinigen van normaal vuile afwas en is het meest efficiënte programma voor wat betreft energie- en waterverbruik voor dit soort afwas. Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten draaien. Verbruik in standby: Verbruik in left-on stand: 5 W – verbruik in off mode: 0,5 W Tabel met verbruik voor de hoofdcycli Standaardomstandigheden* Gebruikersomstandigheden** Energieverbruik (KWh/cyclus) Waterverbruik (l/cyclus) Duur (min/cyclus) Energieverbruik (KWh/cyclus) Waterverbruik (l/cyclus) Duur (min/cyclus) INTENSIEF 1,50 15 150 1,30 14 135 NORMAAL 1,20 15 120 1,05 14 110 * De gegevens van het programma zijn laboratorium meetwaarden die volgens de Europese vorm EN 50242 verzameld zijn. ** De gegevens zijn verzameld door het uitvoeren van metingen onder gebruiksomstandigheden met een door gebruikers geladen afwasmachine. 37 NL Glansmiddel en zout NL Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor vaatwasmachines bestemd zijn. Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en ook geen wasmiddelen voor handwas. Volg de aanwijzingen op de verpakking. Als u een multifunctioneel product gebruikt, is het niet nodig een glansmiddel toe te voegen. Wij raden u echter wel aan onthardingszout toe te voegen, als het water hard of zeer hard is. (Volg de aanwijzingen op de verpakking). Als u geen zout of glansmiddel toevoegt, is het normaal dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* blijven branden. Het glansmiddel toevoegen Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het water van het oppervlak af te laten glijden. Op deze manier voorkomt u strepen of vlekken. Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld: • als op het bedieningspaneel het controlelampje GLANSMIDDEL TOEVOEGEN aangaat* is er nog voldoende glansmiddel over voor 1-2 wasbeurten; de waterhardheid worden geregeld voor het beperken van de vervuiling en het optimaliseren van de wasprestaties. Dit gegeven kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen. Schakel het apparaat in en daarna weer uit met de ON/OFF toets. Houd de P toets enkele seconden ingedrukt tot u een geluidssignaal hoort. Doe de vaatwasser aan met de ON/ OFF toets. Het controlelampje van het ingestelde niveau gaat knipperen (de waterontharder staat op een gemiddeld niveau). Tijdens deze handeling knippert het controlelampje van het onthardingszout. Regel het niveau van de waterhardheid met de P toets, (1-23-4* zie tabel waterhardheid) tot aan een max. van 4* niveaus. Druk op de ON/OFF toets om de ingestelde regeling op te slaan. Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u toch het zoutreservoir vullen. Gemiddelde duur** zoutreservoir Tabel Waterhardheid °dH 0 - 11 °fH 0 - 20 mmol/l 1,1 - 2 maanden 5 maanden 2 12 - 17 21 - 30 2,1 - 3 3 maanden 3 17 - 34 31 - 60 3,1 - 6 2 maanden 4* 34 - 50 61 - 90 6,1 - 9 2/3 weken niveau 1 Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen zout te gebruiken. MA X 1. Open de houder “D” door het lipje op het deksel in te drukken en omhoog te halen; 2. Doe het glansmiddel voorzichtig in het bakje tot aan het streepje. Zorg ervoor dat u niet morst. Als u wel morst, moet u het product gelijk met een droge doek verwijderen. 3. Sluit het deksel met een klik. Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine. De dosis glansmiddel regelen Als u niet tevreden bent over de droogresultaten, kunt u de dosis glansmiddel regelen. Schakel het apparaat in en daarna weer uit met de ON/OFF toets. Druk 3 keer op de P toets. Doe de vaatwasser aan met de ON/OFF toets. Het controlelampje van het ingestelde niveau knippert (ingesteld op fabriekswaarden). Regel de toevoer van het glansmiddel m.b.v. de toets P. Tijdens deze handeling zal het controlelampje van het glansmiddel knipperen. Druk op de ON/OFF toets om de ingestelde regeling op te slaan. Het glansmiddelniveau kan worden ingesteld op NUL (ECO). In dat geval zal er geen glansmiddel worden toegevoegd en zal het controlelampje GLANSMIDDEL TOEVOEGEN niet aangaan als het product op is. U kunt maximaal 4 niveaus instellen, aan de hand van het model vaatwasser. • als u op de vaat strepen aantreft, moet u een lagere stand instellen (1-2). • als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft, moet u een hogere stand instellen (3-4). Instellen waterhardheid Elke afwasautomaat is voorzien van een waterontharder die, met behulp van speciaal onthardingszout, kalkvrij water levert voor het wassen van de vaat. In deze vaatwasser kan de waterontharder aan de hand van 38 * als u 4 instelt, kan de duur iets langer zijn. ** met 1 wascyclus per dag (°dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in Franse graden - mmol/l = millimol/liter) Het onthardingszout toevoegen Om goede wasresultaten te bereiken, moet u altijd controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het onthardingszout verwijdert het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag op de vaat achterblijft. Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de vaatwasmachine (zie Beschrijving) en moet worden gevuld: • als de groene drijver* niet zichtbaar is als u naar de zoutdop kijkt; • als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* aangaat; 1. Haal het onderrek naar voren en draai de dop van het zoutreservoir tegen de klok in. 2. Alleen voor de eerste afwasbeurt: vul het reservoir tot aan de rand met water. 3. Plaats de trechter* (zie afbeelding) en vul het reservoir tot aan de rand met zout (ca. 1 kg); het is normaal dat er wat water overloopt. 4. Verwijder de trechter*, reinig de eventuele zoutresten op de opening. Spoel de dop onder het water af voor u hem weer terugschroeft door hem ondersteboven onder de waterstraal te plaatsen en het water uit de 4 gleuven aan de onderzijde van de dop te laten stromen. (dop met groene drijver*) We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te voeren als u zout bijvult. Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat er tijdens het wassen geen afwasmiddel in het reservoir kan komen (de waterontharder zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd). Wanneer noodzakelijk, voegt u het zout toe vóór een wascyclus, zodat de overgelopen zoutoplossing uit het zoutreservoir wordt verwijderd. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Onderhoud en verzorging Water en elektrische stroom afsluiten • Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te voorkomen. • Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en onderhoud. Reinigen van de afwasautomaat • De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. • De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn. Vermijden van vervelende luchtjes • Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van vocht te voorkomen. • Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en de wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn van vervelende luchtjes. Reinigen van de sproeiarmen Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen: u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen met een niet-metalen borsteltje. De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden gehaald. Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan. - Doe de waterkraan dicht. - Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water. - Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast. Reinigen van de filters De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon in het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt. Reinig de filters regelmatig. De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los filter worden gebruikt. • Controleer na enkele wasbeurten de filtergroep. Reinig hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water met behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande aanwijzingen: 1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar buiten (afb. 1). 2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te oefenen op de lipjes aan de zijkant (Afb. 2); 3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek (afb. 3). 4. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele etensresten. VERWIJDER NOOIT de bescherming van de waspomp (zwart element) (afb. 4). Om de bovenste sproeiarm uit elkaar te halen dient u de plastic dop linksom los te schroeven. De bovenste sproeiarm moet worden gemonteerd met de gaten naar boven gericht. De onderste sproeiarm haalt u uit elkaar door druk uit te oefenen op de lipjes aan de zijkant en door hem daarna naar boven te trekken. Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede werking van de afwasautomaat. Reinigen van het watertoevoerfilter* Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water lopen totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit niet doet loopt u het risico dat het punt waar het water binnenkomt verstopt raakt en uw afwasautomaat beschadigt. Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat • Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af. • Laat de deur op een kier staan. • Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg draaien. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 39 NL Storingen en oplossingen NL Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Servicedienst wendt. Storingen: De vaatwasser start niet of volgt de opdrachten niet op De deur gaat niet dicht De vaatwasser pompt het water niet af. De vaatwasser maakt lawaai. Er blijven op vaat en glazen kalkafzettingen of een witte aanslag achter. Er blijven op vaat en glazen strepen of blauwe kringen achter. De vaat is niet droog genoeg. De vaat is niet schoon. De vaatwasser vult zich niet met water Alarm kraan dicht. (u hoort enkele geluidssignalen en de controlelampjes van alle programma's gaan knipperen. Het ON/OFF controlelampje knippert snel en de controlelampjes van de de programma's 2 en 3 gaan aan. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 40 Mogelijke oorzaken / Oplossingen: • Schakel het apparaat uit met de ON/OFF toets, schakel het na een minuut weer in en stel het programma opnieuw in. * De stekker zit niet goed in het stopcontact. • De deur van de vaatwasser is niet goed dicht. * Het slot zit niet goed vast. Druk stevig tegen de deur totdat u een klik hoort. * Het programma is nog niet geëindigd. * De waterafvoerbuis is geknikt (zie Installatie). • De afvoer van de wasbak is verstopt. • Het filter is verstopt met etensresten. • De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen. • Teveel schuim: u heeft teveel afwasmiddel gebruikt of het afwasmiddel is niet geschikt voor afwasautomaten. (zie Starten en gebruik). • Er zit niet genoeg zout in het reservoir of de afregeling is niet toereikend voor de waterhardheid (zie Glansmiddel en onthardingszout). • Het deksel van het zoutreservoir is niet goed dicht. • Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend. • Er wordt teveel glansmiddel gebruikt • U heeft een programma zonder drogen ingesteld. • Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie Glansmiddel en onthardingszout). • De regeling van het glansmiddel is niet juist. • Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag of is van plastic. • De rekken zijn te vol geladen (zie De rekken laden). • De vaat is niet goed verdeeld. • De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien. • Het wasprogramma is niet energiek genoeg (zie Programma’s). • Teveel schuim: u heeft teveel afwasmiddel gebruikt of het afwasmiddel is niet geschikt voor afwasautomaten. (zie Starten en gebruik). • Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten. • Het filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging). • Er is geen zout meer (zie Glansmiddel en onthardingszout). • Er zit geen water in de centrale waterleiding. • De watertoevoerbuis is geknikt (zie Installatie). • Open de kraan en het apparaat start na enkele minuten vanzelf. • Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na de pieptoon. • Schakel de machine uit met de ON/OFF toets, open de kraan en schakel hem na enkele seconden opnieuw in door middel van dezelfde toets. Herprogrammeer het apparaat en start het opnieuw.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

HOTPOINT/ARISTON LTB 4B019 EU Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding