GS51NAWDPH/01

Siemens GS51NAWDPH/01 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Siemens GS51NAWDPH/01 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
GS..N..
Congelatore
[de] Gebrauchsanleitung
[en] Instruction manual
[fr] Notice d‘utilisation
[it] Istruzioni per l’uso
[nl] Gebruiksaanwijzing
Congélateur
Freezer
Vriesapparaat
Gefriergerät
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen ............................. 82
Aanwijzingen over de afvoer .............. 85
Omvang van de levering .................... 86
De juiste plaats ..................................... 86
Let op de omgevingstemperatuur
en de beluchting .................................. 87
Apparaat aansluiten ............................ 87
Kennismaking met het apparaat ....... 88
Inschakelen van het apparaat ........... 89
Instellen van de temperatuur ............. 89
Alarmfuncties ........................................ 90
Netto-inhoud .......................................... 90
De diepvriesruimte ............................... 91
Invriescapaciteit .................................... 91
Invriezen en opslaan ........................... 92
Verse levensmiddelen invriezen ....... 92
Supervriezen ......................................... 93
Ontdooien van diepvrieswaren ......... 94
Uitvoering .............................................. 94
Apparaat uitschakelen
en buiten werking stellen ................... 95
Ontdooien .............................................. 96
Schoonmaken van het apparaat ...... 96
Verlichting (LED) .................................. 97
Energie besparen ................................ 97
Bedrijfsgeluiden ................................... 97
Kleine storingen zelf verhelpen ......... 98
Zelftest apparaat ............................... 100
Servicedienst,
product-/fabricagenummer
en technische gegevens ................. 100
nl
82
nlInhoud
nlGebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing
en het installatievoorschrift
nauwkeurig door. U vindt daarin
belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud
van het apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als
de aanwijzingen
en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet
in acht worden genomen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing
en het montagevoorschrift voor
later gebruik of voor een
eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Brandgevaar
Door de leidingen van het
koelcircuit stroomt een kleine
hoeveelheid milieuvriendelijk,
maar brandbaar koelmiddel
(R600a). Dit is niet schadelijk
voor de ozonlaag en verhoogt
het broeikaseffect niet.
Vrijkomend koelmiddel kan
echter oogletsel veroorzaken of
vlam vatten.
Bij beschadiging
Open vuur of andere
ontstekingsbronnen uit
de buurt van het apparaat
houden;
Ruimte gedurende een paar
minuten goed luchten;
Apparaat uitschakelen
en de stekker uit het
stopcontact trekken;
Contact opnemen met
de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het
apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het
apparaat wordt opgesteld.
In een te kleine ruimte kan bij
een lek een ontvlambaar
mengsel van gas en lucht
ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het
vertrek minstens 1 m³ groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel
in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat.
Bij het opstellen van het
apparaat erop letten dat het
aansluitsnoer niet wordt
afgeklemd of beschadigd.
nl
83
Als de aansluitkabel van het
apparaat beschadigd raakt,
moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de
servicedienst of een andere
gekwalificeerde persoon.
Onvakkundige installatie en
reparaties kunnen groot gevaar
opleveren voor de gebruiker van
het apparaat.
Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door de
fabrikant, de klantenservice of
een andere gekwalificeerde
persoon.
Er mogen alleen originele
onderdelen van de fabrikant
gebruikt worden. Alleen bij deze
onderdelen garandeert de
fabrikant dat ze aan de
veiligheidseisen voldoen.
Gebruik geen meervoudige
stopcontacten, verlengsnoeren
of adapters.
Brandgevaar
Draagbare meervoudige
stopcontacten of draagbare
netvoedingen kunnen oververhit
raken en tot brand leiden.
Plaats geen draagbare
meervoudige stopcontacten of
draagbare netvoedingen achter
het apparaat.
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in
het apparaat gebruiken
(bijv. verwarmingsapparaten,
elektrische ijsbereiders etc.).
Explosiegevaar!
Ontdooi of reinig het apparaat
nooit met een stoomreiniger!
De hete stoom kan in de
elektrische onderdelen
terechtkomen en kortsluiting
veroorzaken. Gevaar voor
elektrische schokken!
Afgezien van de
aanbevelingen van de
fabrikant geen aanvullende
maatregelen nemen om het
ontdooien te versnellen.
Explosiegevaar!
Gebruik geen puntige of
scherpe voorwerpen om een
laag ijs of rijp te verwijderen.
U kunt hierdoor de
koelleidingen
beschadigen.Koelmiddel dat
naar buiten spuit kan vlam
vatten of tot oogletsel leiden.
Geen producten met
brandbare drijfgassen
(bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het
apparaat opslaan.
Explosiegevaar!
nl
84
Plint, uittrekbare manden of
laden, deuren etc. niet als
opstapje gebruiken of om op
te leunen.
Om te ontdooien of schoon te
maken: stekker uit het
stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen. Altijd
aan de stekker trekken, nooit
aan de aansluitkabel.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand
bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op
kunststof onderdelen en
deurafdichtingen. Deze
kunnen hierdoor poreus
worden.
De be- en
ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken
of dichtmaken.
Vermijd langdurig contact van
uw handen met de
diepvrieswaren, ijs of de
verdamperbuizen enz.
Kans op vrieswonden!
Diepvrieswaren nadat u deze
uit de diepvriesruimte hebt
gehaald, nooit onmiddellijk in
de mond nemen.
Kans op vrieswonden!
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare
personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/
personen met lichamelijke,
geestelijke of zintuigelijke
beperkingen, evenals
personen die onvoldoende
kennis hebben over de veilige
bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en
kwetsbare personen begrijpen
wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon
moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare
personen bij het apparaat of
hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar
het apparaat laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud
toezicht houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
Flessen en blikjes met
vloeistoffen – vooral
koolzuurhoudende dranken –
niet in de diepvriesruimte
opslaan.Dergelijke flessen en
blikjes kunnen barsten!
nl
85
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en
onderdelen ervan zijn geen
speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door
opvouwbare kartonnen dozen
en folie!
Het apparaat is geen
speelgoed voor kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van
kinderen bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het invriezen van
levensmiddelen,
voor het bereiden van ijs.
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden
en de huiselijke omgeving.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de
geldende veiligheidsbepalingen
voor elektrische apparatuur en
het is radio-ontstoord.
Dit apparaat is bestemd voor
gebruik tot op hoogten van
maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Aanwijzingen over
de afvoer
* Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier
of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe
u uw oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal van het nieuwe
apparaat kunt (laten) afvoeren voor een
milieuvriendelijke verwerking.
* Afvoeren van uw oude
apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen worden
teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
nl
86
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen
met de stekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen om het kinderen moeilijk
te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel
en in de isolatie gas. Die zorgvuldig
moeten worden afgevoerd. Met het oog
op een doelmatige en milieuvriendelijke
afvoer mogen de leidingen van het
koelcircuit tot het moment van transport
niet beschadigd worden.
Omvang van
de levering
Controleer na het uitpakken alle
onderdelen op eventuele
transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft of
bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en
geluiden
De juiste plaats
Elke droge, goed te ventileren ruimte
is geschikt. Het apparaat niet in de zon
of naast een fornuis,
verwarmingsradiator of een andere
warmte bron plaatsen. Is plaatsing naast
een warmtebron niet te vermijden, maak
dan gebruik van een isolerende plaat of
neem de volgende minimumafstanden
tot de warmtebron in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen
3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
De vloer op de plaats van opstelling mag
niet meegeven, vloer eventueel
verstevigen. Eventuele oneffenheden
in de vloer opheffen door er iets onder te
leggen.
Afstand tot de wand
Afb. #
Het apparaat heeft geen wandafstand
aan de zijkant nodig. De laden en
legplateaus kunnen desondanks volledig
worden uitgeschoven.
Deuraanslag wisselen
(indien nodig)
Indien nodig: Wij raden u aan
de deurophanging door de Servicedienst
te laten verwisselen. De kosten voor het
verwisselen van de deuraanslag kunt u
opvragen bij de Servicedienst in uw
regio.
nl
87
m Waarschuwing
Tijdens het verwisselen van
de deurophanging mag het apparaat niet
op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Eerst de stekker uit het stopcontact
trekken. Leg voldoende zacht materiaal
op de grond, om te voorkomen dat de
achterkant van het apparaat beschadigd
raakt. Het apparaat voorzichtig op zijn
rug leggen.
Aanwijzing
Wanneer het apparaat op de rug wordt
gelegd, mag de wandafstandhouder niet
gemonteerd zijn.
Let op
de omgevingstemperat
uur en de beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op
het typeplaatje, afb. +.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de binnentemperatuurgrenzen
van de aangegeven klimaatklasse.
Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere
binnentemperatuur, kunnen
beschadigingen aan het apparaat
worden uitgesloten tot een temperatuur
van +5 °C.
Beluchting
Afb. $
De lucht aan de achterzijde van
het apparaat wordt warm. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren. Waardoor
het energieverbruik toeneemt. De
be en ontluchtingsopeningen mogen dan
ook nooit worden afgedekt!
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van
het apparaat”).
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
88
m Waarschuwing
Gevaar voor een elektrische schok!
Gebruik, indien het aansluitsnoer niet
lang genoeg is, in geen geval
meervoudige stopcontacten of
verlengsnoeren. Neem in plaats daarvan
contact op met de klantenservice voor
alternatieve oplossingen.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Sluit het apparaat aan
op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met
aardleiding. Het stopcontact moet zijn
beveiligd met een zekering
van 10 A tot 16 A.
Controleer bij apparaten die in niet
Europese landen worden gebruikt of de
aansluitspanning en de stroomsoort
overeenkomen met de waarden van uw
elektriciteitsnet. U vindt deze gegevens
op het typeplaatje, afb. +.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden
aangesloten op elektronische
energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen
netvoedingsinverters en sinusinverters
worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche
installaties die rechtstreeks zijn
aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen
(bijv. op schepen of in berghutten) die
geen rechtstreekse aansluiting op het
openbare elektriciteitsnet hebben, moet
een sinusinverter worden gebruikt.
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
1–5 Bedieningselementen
6 Verlichting (LED)
7 NoFrost-systeem
8* Klep van het vriesvak
9 Glasplaat
10* IJsbereider/ijsblokjesreservoir
11 Diepvrieslade (klein)
12 Diepvrieslade (groot)
13 Schroefvoetjes
14 Deurontluchting
nl
89
Bedieningselementen
Afb. "
Inschakelen van
het apparaat
Afb. "
Het apparaat met de insteltoets 1
inschakelen.
Er is een alarmsignaal te horen. De
temperatuurindicatie 4 knippert en de
alarmtoets 5 brandt.
Druk de alarmtoets 5 in. Het
alarmsignaal wordt uitgeschakeld.
Zodra de vriesruimte de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, gaat
temperatuurindicatie 4 branden.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd
geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volledig automatische
NoFrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is niet nodig.
De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van
de deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van
de diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot
de onderdruk is verdwenen.
Instellen van
de temperatuur
Afb. "
Diepvriesruimte
De temperatuur is instelbaar
van -16 °C tot -26 °C.
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de diepvriesruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
1 Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2 Toets „super”
Om het supervriessysteem in en
uit te schakelen.
Brandt alleen als het
supervriessysteem
is ingeschakeld.
3 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
gewenste temperatuur ingesteld.
4 Temperatuurindicatie
Geeft de ingestelde temperatuur
van de diepvriesruimte aan.
5 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
nl
90
Alarmfuncties
Afb. "
Deuralarm
Er wordt een alarmsignaal ingeschakeld
als de deur van het apparaat langere tijd
openstaat. Door de deur te sluiten wordt
het alarmsignaal uitgeschakeld.
Ontdooialarm
Na indrukken van de toets alarm 5, geeft
de temperatuurindicatie gedurende vijf
seconden de warmste temperatuur aan
die in de diepvriesruimte heeft geheerst.
Hierna wordt deze waarde gewist.
Indicatie 4 geeft zonder te knipperen
de ingestelde temperatuur
in de diepvriesruimte aan.
Vanaf dit moment wordt de warmste
temperatuur opnieuw bepaald en
in het geheugen opgeslagen.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt
ingeschakeld als het
in de diepvriesruimte te warm
is waardoor de diepvrieswaren kunnen
ontdooien.
De temperatuurindicatie 4 knippert en
de alarmtoets 5 brandt.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren
kan het alarm automatisch inschakelen:
bij het in gebruik nemen van het
apparaat,
bij het inladen van grote
hoeveelheden verse levensmiddelen,
als de deur van de diepvriesruimte te
lang geopend werd.
Stroomuitval-alarm
Afb. "
Het stroomuitval-alarm wordt
ingeschakeld als het door het uitvallen
van de stroom in het apparaat te warm
wordt en de levensmiddelen gevaar
lopen.
De alarmtoets 5 brandt en „PI” verschijnt
op de temperatuurindicatie 4.
Attentie!
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten
volle benutten.
Alarm uitschakelen
Afb. "
De alarm-toets 5 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. +
Vriesvermogen volledig
benutten
Om de maximale hoeveelheid
diepvrieswaren in te ruimen, kunnen alle
uitrustingsonderdelen worden verwijderd.
De levensmiddelen kunnen dan
rechtstreeks op de legplateaus en op
de bodem van de vriesruimte worden
gestapeld.
nl
91
Onderdelen eruit halen
Diepvriesladen tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen. Afb. %
Bij apparaten met een ijsbereider kan
deze worden verwijderd. Afb. &
Klep van het vriesvak
Afb. '
1. Klep van het vriesvak half openen.
2. Houder aan een zijde van het
apparaat losmaken.
3. Klep van het vriesvak naar voren
trekken en van de houder nemen.
4. Houder aan de andere zijde van het
apparaat losmaken.
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
voor het opslaan van
diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
om levensmiddelen in te vriezen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van
het diepvriesruimte goed gesloten is! Bij
een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte
vormt zich veel ijs. Bovendien:
energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
Invriescapaciteit
Gegevens over de invriescapaciteit vindt
u op het typeplaatje. Afb. +
Voorwaarden voor
invriesvermogen
Supervriezen inschakelen 24 uur
voordat er verse levensmiddelen
worden aangebracht (zie hoofdstuk
Supervriezen).
Stapel de levensmiddelen
rechtstreeks op de legplateaus en de
bodem van de diepvriesruimte.
Aanwijzing
De ventilatiesleuf aan de achterwand
niet met diepvrieswaren afdekken.
Grote hoeveelheden levensmiddelen
bij voorkeur invriezen in het bovenste
vak. Daar worden ze heel snel en
daardoor voorzichtig ingevroren.
Wanneer het bovenste vak niet groot
genoeg is, de resterende hoeveelheid
levensmiddelen in het vak eronder
inruimen.
nl
92
Invriezen en opslaan
Inkopen van
diepvriesproducten
De verpakking mag niet beschadigd
zijn.
Neem de houdbaarheidsdatum in
acht.
De temperatuur in de verkoop-koelkist
moet -18 °C of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een
koeltas transporteren en snel in de
diepvriesruimte leggen.
Attentie bij het inruimen
Grote hoeveelheden levensmiddelen
bij voorkeur invriezen in het bovenste
vak. Daar worden ze heel snel en
daardoor voorzichtig ingevroren.
De ventilatiesleuf aan de achterwand
niet met diepvrieswaren afdekken.
De levensmiddelen naast elkaar
in de vakken resp, diepvriesladen
leggen.
Aanwijzing
De vers in te vriezen levensmiddelen
mogen niet met de al ingevroren
levensmiddelen in aanraking komen.
Eventueel de door en door bevroren
levensmiddelen in de diepvriesladen
omstapelen.
Om de luchtcirculatie in het apparaat
te waarborgen, de diepvrieslade tot
de aanslag inschuiven.
Kleinere hoeveelheden
levensmiddelen invriezen
In het hoofdstuk Automatisch
supervriezen leest u hoe u kleinere
hoeveelheden levensmiddelen op de
snelste manier in kunt vriezen.
Verse levensmiddelen
invriezen
Gebruik uitsluitend verse
levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en
de kleur zo goed mogelijk te behouden,
dient groente geblancheerd te worden
voordat het wordt ingevroren. Bij
aubergines, paprika’s, courgettes en
asperges is blancheren niet
noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren
vindt u in de boekhandel.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen
niet met de nog in te vriezen
levensmiddelen in aanraking komen.
Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees,
wild, gevogelte, groente, fruit, kruiden,
gepelde eieren, melkproducten zoals
kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare
vis, aardappelgerechten, ovenschotels
en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en
perziken, hardgekookte eieren,
yoghurt, dikke zure melk, zure room,
crème fraîche en mayonaise.
nl
93
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken
zodat ze niet uitdrogen of hun smaak
verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking
leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting
voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en
invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen- en
aluminiumfolie, diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel
verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
Inpakpapier, perkamentpapier, cellofaan,
afvalzakken en gebruikte
boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en wrapfolie van polyethyleen
(PE) kunt u sealen met een folie-sealer.
Houdbaarheid van
de diepvrieswaren
De houdbaarheid is afhankelijk van
het soort levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
Vis, worst, klaargemaakte gerechten,
brood en banket:
tot 6 maanden.
Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
Groente, fruit:
tot 12 maanden.
Supervriezen
Levensmiddelen dienen zo snel mogelijk
tot in de kern te bevriezen, om vitaminen,
voedingswaarde, uiterlijk en smaak te
behouden.
Het apparaat werkt na inschakeling van
het supervriezen continu. De
temperaturen van de
diepvriescompartimenten liggen duidelijk
lager dan tijdens de normale werking.
Supervriezen inschakelen
Afhankelijk van de in te vriezen
hoeveelheid levensmiddelen kunt u het
supervriezen op verschillende manieren
gebruiken.
Aanwijzing
Als het supervriezen is ingeschakeld,
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen en
de toets Super licht op, afb. "/2.
Automatisch supervriezen
Kleinere hoeveelheden levensmiddelen
bevriezen het snelst als u ze als volgt
invriest:
in de tweede diepvrieslade van
onderen
van rechtsbuiten
met groot oppervlak
Het automatisch supervriezen schakelt
bij het invriezen van warme
levensmiddelen automatisch in.
Handmatig supervriezen
Vries grote hoeveelheden
levensmiddelen bij voorkeur in in het
bovenste vak. Daar worden ze heel snel
en daardoor voorzichtig ingevroren.
Schakel enkele uren voordat u verse
levensmiddelen invriest het supervriezen
in, om een ongewenste
temperatuurstijging te voorkomen.
nl
94
Als u het invriesvermogen conform het
typeplaatje wilt gebruiken, dient u 24 uur
vóór het invriezen van de verse waar het
supervriezen in te schakelen.
Toets Super 2 indrukken.
Is supervriezen ingeschakeld, dan licht
de toets op.
Supervriezen uitschakelen
Afb. "
Toets Super 2 indrukken.
Het supervriezen is nu uitgeschakeld.
Na afloop van het supervriezen schakelt
het apparaat automatisch over op de
normale werking.
Bij het automatisch supervriezen:
zodra de in te vriezen kleinere
hoeveelheid levensmiddelen bevroren
is.
Bij het handmatig supervriezen: na
ca. 2 ½ dag.
Ontdooien van
diepvrieswaren
Afhankelijk van soort en bereidingswijze
van de levensmiddelen kunt u kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
bij omgevingstemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron
m Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor
bekort.
Uitvoering
(niet bij alle modellen)
Diepvrieslade (groot)
Afb. !/12
Voor het bewaren van grote
diepvrieswaren, bijv. kalkoenen, eenden
en ganzen.
IJsbereider
Afb. (
Gebruik voor het maken van ijsblokjes
uitsluitend drinkwater.
1. Waterreservoir verwijderen en tot de
markering vullen met drinkwater.
Aanwijzing
Een te hoog drinkwaterpeil kan een
nadelige invloed hebben op de
werking van de ijsbereider. De
ijsblokjes kunnen niet afzonderlijk
worden losgemaakt uit het ijsbakje.
Wanneer het drinkwaterpeil te hoog is,
stroomt het water in het voorraadbakje
en vriezen de ijsblokjes aan elkaar.
2. Drinkwater toevoegen via de
vulopening.
nl
95
3. Waterreservoir weer aanbrengen.
4. Zodra de ijsblokjes bevroren zijn,
de hendel omlaag duwen en loslaten.
De ijsblokjes laten los en vallen
in het voorraadbakje.
5. Voorraadbakje uittrekken en ijsblokjes
verwijderen.
Diepvrieskalender
Om kwaliteitsvermindering van de
diepvriesproducten te voorkomen, dient
u de opslagduur niet te overschrijden.
De bewaartijd is afhankelijk van het soort
levensmiddelen. De cijfers bij
de symbolen geven in maanden
de toelaatbare bewaartijd voor
de diepvrieswaren aan. Neem bij
gewone diepvriesproducten
de productie- of houdbaarheidsdatum
in acht.
Koude-accu
De koude-accu kan voor het tijdelijk
koelhouden van levensmiddelen (bijv. in
een koeltas) eruit genomen worden.
De koude-accu vertraagt bij het uitvallen
van de stroom of bij een storing
het verwarmen van de opgeslagen
diepvrieswaren.
Om ruimte te besparen kan de accu
in het vak in de deur bewaard worden.
IJsbakje
Afb. )
1. IJsbakje voor ¾ met drinkwater vullen
en in de diepvriesruimte zetten.
2. Het vastgevroren ijsbakje alleen met
een bot voorwerp losmaken (steel van
een lepel).
3. Om de ijsblokjes los te maken:
het ijsbakje iets verbuigen of kort
onder stromend water houden.
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Apparaat uitschakelen
Afb. "
Toets Aan/Uit 1 indrukken.
De temperatuurindicatie 4 gaat uit en de
koelmachine wordt uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Uitschakelen van het apparaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Schoonmaken van het apparaat.
4. Deur van het apparat open laten.
nl
96
Ontdooien
Diepvriesruimte
Door het volledig automatische
NoFrost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Schoonmaken van
het apparaat
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schurende of krassende
sponsjes gebruiken.
Op de metalen oppervlakken kan
corrosie ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
mogen niet in de afwasmachine
gereinigd worden.
Ze kunnen vervormen!
Aanwijzing
Ca. 4 uur voor het reinigen
de supervriesfunctie inschakelen, zodat
de levensmiddelen een zeer lage
temperatuur bereiken en daardoor
langere tijd op omgevingstemperatuur
bewaard kunnen worden.
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat
uitschakelen.
2. De stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering uitschakelen.
3. Diepvrieswaren verwijderen en
bewaren op een koele plaats. Koude-
accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een
zachte doek en lauw water met een
scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet
in de verlichting terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
8. Diepvrieswaren opnieuw in het
diepvriesvak leggen.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd (zie hoofdstuk Uitvoering).
IJsbereider reinigen
Reinig de ijsbereider regelmatig. Zo
voorkomt u dat oude ijsblokjes krimpen,
slecht smaken of aan elkaar plakken.
1. IJsbereider verwijderen. Afb. &
2. Voorraadbakje verwijderen en
leegmaken.
3. Afdekking van de ijsbereider
verwijderen.
4. Alle onderdelen van de ijsbereider
reinigen met warm water.
5. Onderdelen goed laten opdrogen.
6. IJsbereider samenbouwen en
aanbrengen.
nl
97
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed
te ventileren ruimte plaatsen! Het
apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte
leggen om ze te ontdooien en de kou
van de diepvrieswaren gebruiken om
andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
Let erop dat de deur van
het diepvriesruimte goed gesloten is.
Om een verhoogd stroomverbruik te
vermijden, moet de achterkant van het
apparaat af en toe worden gereinigd.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om
de geplande energieopname van het
apparaat te bereiken (zie
montagehandleiding). Een kleinere
afstand tot de muur heeft geen
nadelige invloed op de werking van
het apparaat. Het energieverbruik kan
dan iets hoger worden.
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Aanwijzing
Als het supervriezen is ingeschakeld,
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Knakkende geluiden
Het automatische ontdooisysteem treedt
in werking.
nl
98
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van
een waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is
uitgeschakeld; de stekker zit
niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer
of er stroom is. Controleer de zekeringen.
Het apparaat koelt niet,
de temperatuurindicatie en
de verlichting branden.
Het presentatielicht
is ingeschakeld.
Apparaat-zelftest starten (zie het hoofdstuk
„Zelftest apparaat”).
Na afloop van het programma schakelt het
apparaat weer over op het normale gebruik.
nl
99
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
Waarschuwingssignaal
weerklinkt, indicatie alarm
brandt.
In het vriesvak is het te
warm! Gevaar voor de
diepvriesproducten!
Om het waarschuwingssignaal uit te schakelen
op de alarmtoets drukken. Afb. "/5
Apparaat is geopend. Apparaat sluiten.
De be- en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Be- en ontluchting garanderen.
Er zijn teveel levensmiddelen
tegelijk in het diepvriesvak
gelegd.
Vriesvermogen niet overschrijden.
Na het verhelpen van de storing verdwijnt de
indicatie alarm na een tijdje.
De deur van
de diepvriesruimte stond
te lang open; de temperatuur
wordt niet meer bereikt.
Er zit zo veel ijs op
de verdamper dat het
NoFrost-systeem niet meer
volautomatisch ontdooit.
Om de verdamper te ontdooien: de laden met
diepvrieswaren eruit halen en goed geïsoleerd
op een koele plaats bewaren.
Apparaat uitschakelen en van de wand
wegschuiven. Deur van het apparat
open laten.
Na ca. 20 minuten begint het dooiwater in
de dooiwateropvanschaal aan de achterwand
van het apparaat te lopen. Afb. *
Om te voorkomen dat
de dooiwateropvangschaal overloopt:
het dooiwater met een spons opnemen.
Als er geen dooiwater meer in
de opvangschaal loopt, is de verdamper
ontdooid. Binnenkant van de diepvriesruimte
schoonmaken. Het apparaat weer in werking
stellen.
Automatisch supervriezen
schakelt niet in.
Het apparaat beslist zelfstandig of het
automatische supervriezen nodig is en
schakelt deze functie automatisch in of uit.
nl
100
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een
automatisch zelftestprogramma dat
de oorzaken van storingen aangeeft die
alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen en binnen de
eerste 10 seconden de super-toets,
afb. "/2, gedurende 3-5 seconden
ingedrukt houden, tot er een
geluidssignaal klinkt.
Het zelftestprogramma start.
Terwijl de zelftest wordt uitgevoerd,
klinkt er een lang geluidssignaal.
Wanneer de zelftest is afgelopen en er
tweemaal een geluidssignaal klinkt, is uw
apparaat in orde.
Als de super-toets 10 seconden knippert
en er 5 geluidssignalen klinken, is er
sprake van een fout. Neem contact op
met de klantenservice.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
Servicedienst, product-
/fabricagenummer en
technische gegevens
Servicedienst
Als u vragen hebt, een storing aan het
apparaat niet zelf kunt verhelpen of als
het apparaat moet worden gerepareerd,
neem dan contact op met onze
servicedienst.
Veel problemen kunt u via de informatie
voor het verhelpen van storingen in deze
gebruiksaanwijzing of op onze website
zelf verhelpen. Als dit niet het geval is,
neem dan contact op met onze
servicedienst.
We vinden altijd een passende oplossing
en proberen onnodig bezoek van de
servicetechnicus te vermijden.
We zorgen ervoor dat het apparaat zowel
binnen de garantieperiode als na het
verstrijken van de fabrieksgarantie met
originele reserveonderdelen door
geschoolde servicetechnici wordt
gerepareerd.
Om veiligheidsredenen mag alleen
geschoold vakpersoneel reparaties aan
het apparaat uitvoeren. De garantieclaim
vervalt indien reparaties of ingrepen
worden uitgevoerd door personen die
daartoe niet door ons zijn gemachtigd,
dan wel indien onze apparaten worden
voorzien van vervangende onderdelen,
aanvullende onderdelen of accessoires
die geen originele onderdelen zijn en
daardoor een defect wordt veroorzaakt.
nl
101
Originele vervangende onderdelen die
relevant zijn voor de werking in
overeenstemming met de desbetreffende
Ecodesign-verordening kunt u voor de
duur van ten minste 10 jaar vanaf het
moment van in de handel brengen van
het apparaat binnen de Europese
Economische Ruimte bij onze
servicedienst verkrijgen.
Aanwijzing
Het inschakelen van de servicedienst is
in het kader van de plaatselijk geldende
fabrieksgarantievoorwaarden gratis.De
minimumduur van de garantie
(fabrieksgarantie voor particuliere
gebruikers) in de Europese
Economische Ruimte bedraagt 2 jaar
(behalve in Denemarken en Zweden
waar de duur 1 jaar bedraagt) in
overeenstemming met de geldende
plaatselijke garantievoorwaarden. De
garantievoorwaarden doen geen afbreuk
aan eventuele andere rechten of claims
die u op grond van het plaatselijke recht
heeft.
Gedetailleerde informatie over de
garantieperiode en garantievoorwaarden
in uw land kunt u opvragen bij onze
servicedienst, uw dealer of op onze
website.
Als u contact opneemt met de
servicedienst, hebt u het
productienummer (E-Nr.) en het
fabricagenummer (FD) van het apparaat
nodig.
De contactgegevens van de
servicedienst vindt u in de meegeleverde
servicedienstlijst of op onze website.
Productnummer (E-Nr.) en
productienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het
productienummer (FD) vindt u op het
typeplaatje van het apparaat. Afb. +
Om uw apparaatgegevens en de
servicedienst-telefoonnummers snel
terug te kunnen vinden, kunt u de
gegevens noteren.
Technische gegevens
Koelmiddel, netto inhoud van het
apparaat en andere technische
gegevens vindt u op het typeplaatje.
Afb. +
Overige informatie over uw model vindt u
op het internet onder https://www.bsh-
group.com/energylabel (geldt alleen
voor landen in de Europese
economische ruimte). Dit webadres is
bevat een link naar de officiële EU-
productdatabase EPREL, waarvan de
URL ten tijde van het drukken nog niet
was gepubliceerd. Volg dan de
aanwijzingen bij het zoeken naar het
model op. De modelidentificatie bestaat
uit het teken voor de slash van het E-
nummer (E-Nr.) op de typeplaat.
Alternatief vindt u de modelidentificatie
ook in de eerste regel van het EU-
energielabel.
Verzoek om reparatie en advies
bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
NL 088 424 4020
B 070 222 142
/