Canon FS20 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding
CEL-SN3DA280
Digitale Video Camcorder
Gebruiksaanwijzing
2
Inleiding
Belangrijke gebruiksinstructies
WAARSCHUWING!
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. VERWIJDER DAAROM DE
AFDEKKING (OF ACHTERZIJDE) NIET. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH
GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER ZELF MAG OF KAN REPAREREN.
LAAT DIT DOEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
WAARSCHUWING!
VOORKOM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN. STEL DIT PRODUCT
DAAROM NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
VOORZICHTIG:
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK
DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VOORZICHTIG:
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET APPARAAT NIET GEBRUIKT.
De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct kunnen bereiken als zich
een ongeval voordoet.
Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen of met een doek afdekken, of in
een besloten, te krappe ruimte leggen. Doet u dat wel, dan kan de compacte netadapter te heet worden of de
plastic behuizing vervormd raken, waardoor u mogelijk bloot komt te staan aan elektrische schokken of brand kan
optreden.
Het CA-570 identificatieplaatje bevindt zich aan de onderzijde.
De camcorder kan beschadigd raken als een ander apparaat dan de compacte netadapter CA-570
wordt gebruikt.
Alleen Europese Unie (en EEA).
Deze symbolen geven aan dat, volgens de WEEE-richtlijn (2002/96/EG), de Batterijrichtlijn
(2006/66/EG) en/of de nationale wetten in uw land die deze richtlijnen uitvoeren, dit product
niet mag worden meegegeven met het gewone huishoudelijke afval als u het product
afdankt.
Dit product moet worden ingeleverd bij een hiertoe aangewezen inzamelingspunt, bijv. door
het in te leveren in de winkel als u een nieuw gelijksoortig product koopt of op een
recyclingslocatie waar elektrische en elektronische apparaten (EEE) en batterijen en accu’s kunnen worden
ingeleverd. Als u dit product op de verkeerde wijze afdankt, kan dit schadelijke gevolgen hebben voor het milieu en
de menselijke gezondheid omdat het product in potentie gevaarlijke stoffen kan bevatten die over het algemeen
geassocieerd worden met EEE. Door dit product op de juiste wijze af te danken, draagt u tevens bij aan een
effectief gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Neem voor meer informatie over de recycling van dit product contact op met de lokale overheid, de
gemeentereiniging, de instantie die verantwoordelijk is voor een plaatselijk recyclingsprogramma of een
inleverpunt voor huishoudelijk afval, of ga naar www.canon-europe.com/environment.
(EEA: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
3
Kennismaking met de camcorder
Wat is er zo speciaal aan het opnemen met
flashgeheugen?
Uw video's en foto's worden opgenomen met het ingebouwde geheugen (alleen /
/ ) of met een geheugenkaart (SD- of SDHC-kaart). Opnames maken met het
flashgeheugen houdt in dat er geen bewegende delen aanwezig zijn in de opname-eenheid
van de camcorder. Hierdoor is de camcorder kleiner, lichter en sneller.
Andere eigenschappen van deze camcorder
Of u nu gebruik maakt van de camcorder als beginneling of als ervaren gebruiker, deze
camcorder heeft talloze functies die heel eenvoudig te gebruiken zijn. Hierna ziet u slechts
een paar voorbeelden van de vele functies die kunnen bijdragen aan het plezier van het
maken van opnames.
Dubbele opname ( 23): In de stand voor dubbele opname ( -stand) maakt u heel
eenvoudig een opname door een knop in te drukken en de zoomregelaar te bedienen.
De camcorder zorgt voor de rest!
Opnameprogramma's voor speciale scènes (Special Scene) ( 41): Bij het maken van
opnames onder uiteenlopende omstandigheden (bijvoorbeeld aan het strand), selecteert
de camcorder automatisch de optimale instellingen voor de situatie.
Functie vooropname (Pre-recording) ( 46): Om ervoor te zorgen dat u de zeldzame
momenten niet mist, begint de camcorder 3 seconden voordat u een opname maakt met
opnemen.
Momentopname van een video (Video snapshot) ( 44): Hiermee kunt u een montage
maken van scènes en zelfs van muziek voorzien bij het afspelen.
4
Inhoudsopgave
Inleiding ________________________________
3 Kennismaking met de camcorder
8 Wat u moet weten over deze handleiding
10 Overzicht
10 Meegeleverde accessoires en CD-ROM’s
11 Overzicht van bedieningselementen
14 Schermgegevens
Voorbereidingen __________________________
17 Beginnen
17 De accu opladen
19 De draadloze afstandsbediening voorbereiden (alleen )
en accessoires
21 De stand en helderheid van het LCD-scherm bijstellen
23 Basisbediening van de camcorder
23 Bedieningsstanden
24 Joystick en joystickaanduiding
25 Gebruik van de menus
26 Eerste instellingen
26 De datum en tijd instellen
27 De taal wijzigen
27 De tijdzone wijzigen
28 Bij gebruik van een geheugenkaart
28 Geheugenkaarten die u met de camcorder kunt gebruiken
28 Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
29 / / Het geheugen voor de opnamen
selecteren
29 Het ingebouwd geheugen
(alleen / / ) of de geheugenkaart initialiseren
5
Inhoudsopgave
Video ____________________________________
31 Elementaire opnamefuncties
31 Video opnemen
32 De videokwaliteit selecteren (opnamemodus)
32 Zoomen: Optische, Geavanceerde en Digitale zoom
34 Snelstartfunctie (Quick Start)
35 Elementaire weergavefuncties
35 Video afspelen
37 Selecteren welke opnamen u wilt afspelen
37 Scènes aan de hand van de opnamedatum selecteren
38 Het begin voor het afspelen selecteren op de filmtijdlijn
39 Vooraf opnamen van het indexscherm selecteren
40 Scènes verwijderen
41 Geavanceerde functies
41 Opnameprogramma voor Speciale Scènes
42 De sluitersnelheid en andere functies bedienen tijdens het
opnemen
43 Mini-videolamp
44 Video Snapshot
46 Functie vooropname
46 Zelfontspanner
47 Automatische tegenlichtcorrectie en handmatige
belichtingsinstelling
48 Handmatige scherpstelling
48 Witbalans
49 Beeldeffecten
50 Digitale effecten
51 Schermgegevens en datacodering
51 Hoofdtelefoons gebruiken
52 Gebruik van een externe microfoon
53 De afspeellijst en bewerkingen van scènes
53 Splitsen van scènes
53 De afspeellijst bewerken: Scènes aan de afspeellijst
toevoegen, verwijderen en verplaatsen
55 / / Scènes kopiëren
6
Foto’s ___________________________________
57 Elementaire opnamefuncties
57 Foto’s maken
57 De grootte en kwaliteit van foto’s selecteren
59 Een foto wissen direct nadat deze is gemaakt
59 Elementaire weergavefuncties
59 Foto’s bekijken
61 Foto’s tijdens weergave vergroten
62 Foto’s verwijderen
63 Aanvullende functies
63 / / Opnamemodus: Continue-opnamen en
reeksopnamen
64 Histogramweergave
64 Foto’s beveiligen
65 / / Foto’s kopiëren
66 Andere functies voor het maken van foto´s
66 Foto’s afdrukken
66 Foto’s afdrukken
67 De afdrukinstellingen selecteren
69 Afdrukopdrachten
Externe aansluitingen ______________________
72 Aansluitpunten op de camcorder
72 Aansluitschema’s
73 Afspelen op een TV-scherm
74 De opnamen opslaan en een back-up maken
74 Op de computer een back-up maken van de opnamen
74 DVD-schijven en foto-DVD’s creëren
77 Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder
77 Foto’s kopiëren naar uw computer (Direct Transfer)
80 Kopieeropdrachten
7
Inhoudsopgave
Aanvullende informatie ______________________
81 Bijlage: Menu-opties - Overzicht
81 FUNC.-menu
83 Instellingsmenu’s
83 Instelling camera (zoomtype, beeldstabilisator, etc.)
85 Bewerkingen van het geheugen (Initialisatie, etc.)
85 Instelling display (LCD-helderheid, taal, etc.)
87 Instelling systeem (luidsprekervolume, pieptoon, etc.)
89 Datum/tijd instellen
90 Problemen?
90 Problemen oplossen
94 Overzicht van berichten
102 Wat u wel en niet moet doen
102 Hoe u de camcorder moet behandelen
105 De batterij verwijderen
106 Voeding/overig
107 Gebruik van de camcorder in het buitenland
107 Muziekbestanden
109 Algemene informatie
109 Systeemschema
110 Optionele accessoires
113 Specificaties
116 Index
Inleiding
8
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon LEGRIA FS22/FS21/FS20/FS200*.
Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder in gebruik neemt en
bewaar de handleiding op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat u deze later altijd
kunt raadplegen. Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan de tabel
Problemen oplossen ( 90).
* De verkrijgbaarheid verschilt per regio.
Conventies die in deze handleiding worden toegepast
BELANGRIJK: Onder BELANGRIJK in deze handleiding wordt een
beschrijving gegeven van de voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de
bediening van de camcorder.
OPMERKINGEN: Onder OPMERKINGEN in deze handleiding wordt een
beschrijving gegeven van de overige functies die de basisbediening van de
camcorder complementeren.
WAAR U OP MOET LETTEN: Beperkingen of vereisten voor de beschreven
functies.
: Paginanummer ter referentie.
: Informatie die alleen van toepassing is op het model dat staat afgebeeld in
het pictogram.
In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt:
Indien niet aangegeven als “geheugenkaart” of als “ingebouwd geheugen” slaat de
term “geheugen” op beide (alleen / / ).
“Scène” heeft betrekking op één filmeenheid vanaf het moment waarop u op de
-toets drukt om met opnemen te beginnen totdat u nog een keer op deze
toets drukt om een pauze in te lassen.
De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn gemaakt met een
fotocamera. Tenzij anders aangegeven, slaan afbeeldingen en pictogrammen op
de .
Wat u moet weten over deze handleiding
Om sommige handelingen uit te voeren, moet u ook andere
gebruikshandleidingen bekijken. Dit wordt aangegeven met de volgende
pictogrammen en de naam van het bijbehorende hoofdstuk of paragraaf.
Bekijk de “Digital Video Software” Gebruikshandleiding, te vinden als
een PDF-bestand op de meegeleverde DIGITAL VIDEO Solution Disk
CD-ROM.
Bekijk de gebruikshandleiding van de optionele DVD-brander DW-100.
Start/Stop
9
Opnameprogramma voor Speciale
Scènes
Het is heel gemakkelijk opnamen te
maken in een zeer helder skioord of alle
kleuren van een zonsondergang of
vuurwerk vast te leggen. U hoeft alleen
maar het opnameprogramma van de
Speciale Scènes te selecteren. Raadpleeg
de tabel op pagina 42 voor meer
informatie over de beschikbare opties.
[ PROGRAMMA AE]
[ PORTRET]
Druk op voor weergave van
Special Scene (SCN)
opnameprogramma's
Gewenste opnameprogramma
(23)
FUNC.
FUNC.
Vierkante haakjes [ ] worden gebruikt
voor menu-opties zoals die op het
scherm worden weergegeven. In
tabellen in deze handleiding is de
standaardwaarde vet afgedrukt.
Bijvoorbeeld [AAN], [UIT]
In deze handleiding wordt de pijl gebruikt om menuselecties in
te korten. Raadpleeg Gebruik van de menu´s ( 25) voor een
gedetailleerde beschrijving hiervan.
Namen van andere toetsen en
schakelaars dan die van de joystick
worden aangeduid binnen een
“toets”-kader.
Bijvoorbeeld .
FUNC.
Inleiding
10
Overzi cht
De volgende accessoires worden met de camcorder meegeleverd.
De volgende CD-ROM’s en software worden met de camcorder meegeleverd.
* De CD-ROM bevat de gebruikshandleiding voor de software (elektronische versie als PDF-
bestand).
Meegeleverde accessoires en CD-ROM’s
CA-570 Compacte
netadapter
BP-808 Accu
WL-D88 Draadloze
afstandsbediening
Lithium knoopcelbatterij
CR2025 voor de draadloze
afstandsbediening
STV-250N Stereovideokabel
Gele • Rode • Witte stekkers
IFC-400PCU USB-snoer WS-30-polsband
PIXELA Application Disc Ver.1 Disc 1 CD-ROM* en ‘PIXELA ImageMixer 3 SE Ver.4
Installation Guide’
- ImageMixer 3 SE Ver.4 Transfer Utility - Voor het opslaan en overzetten van films.
- Music Transfer Utility Ver.1 - Voor het overzetten van muziek voor een Video
Snapshot en het afspelen van een diashow op de camcorder.
PIXELA Application Disc Ver.1 Disc 2 CD-ROM*
- ImageMixer 3 SE Ver.4 Video Tools - Voor het beheren, bewerken en afspelen van
films.
DIGITAL VIDEO Solution Disk CD-ROM* - Bevat software voor het opslaan, beheren
en printen van foto's.
Gebruiksaanwijziging/Muziekgegevens disk CD-ROM - Bevat zowel de volledige
gebruikshandleiding van de camcorder (elektronische versie als een PDF-bestand) als
de muziekbestanden voor het afspelen van scènes van Video Snapshot. Deze CD-
ROM kunt u niet op een CD-speler afspelen. De muziekbestanden zijn speciaal voor
gebruik met de meegeleverde PIXELA-applicaties, Music Transfer Utility en
ImageMixer 3 SE Video Tools. Voor meer informatie, bekijk het ‘Music Transfer Utility-
softwareoverzicht’ en ‘ImageMixer 3 SE-softwareoverzicht’ op de PIXELA
Application Disc Ver.1 Disc 1 CD-ROM.
11
Overzicht van bedieningselementen
Aanzicht linkerzijde
Vooraanzicht
Aanzicht rechterzijde
RESET-toets ( 93)
VIDEO SNAP (Video Snapshot)-toets
( 44)/ (printen/delen)-toets
( 67, 77)
DISP. (Schermgegevens)-toets
( 51, 64)/BATT. INFO-toets ( 16)
USB-aansluitpunt ( 72)
AV OUT/ H Hoofdtelefoonaansluitpunt
( 72)
MIC-aansluitpunt (rood) ( 52)
Luidspreker ( 35)
Bevestigingspunt riem ( 20)
ACCESS (geheugentoegang)-indicator
( 31, 57)
Handgreepriem
DC IN-aansluitpunt ( 17)
Minivideolamp ( 43)
Stereomicrofoon
Inleiding
12
Achteraanzicht
Onderaanzicht
Bovenaanzicht
Sensor voor afstandsbediening
( 19)
LCD-scherm ( 21)
ON/OFF(CHG) (voeding/laad)-indicator
( 18)
Wiel voor cameramodus ( 23)
Start/Stop-toets ( 31)
(camera/afspelen)-toets ( 24)
PLAYLIST-toets ( 53)/
Inzoomen T (telefoto)-toets ( 32)
(stop)-toets ( 35)/
Uitzoomen W (groothoek)-toets ( 32)
/ (afspelen/pauze)-toets ( 35)/
START/STOP-toets ( 31)
FUNC.-toets ( 25, 81)
Joystick ( 24)
PHOTO-toets ( 57)
Zoomregelaar ( 32)
POWER-toets
Aansluitpunt statief ( 102)
Ontgrendelingslipje accu ( 18)
Geheugenkaartsleuf ( 28)
Accucompartiment ( 17)
Afdekking accucompartiment/
Afdekking geheugenkaartsleuf
Serienummer
Het serienummer bevindt zich aan de
buitenkant van de afdekking van het
accucompartiment.
13
Draadloze afstandbediening WL-D88
START/STOP-toets ( 31)
FUNC.-toets ( 25, 81)
MENU-toets ( 25, 83)
PLAYLIST-toets ( 53)
Navigatietoetsen ( / / / )
(beeld-voor-beeld achteruit)-toets
( 36)
(beeld versneld achteruit)-toets
( 36)
(afspelen)-toets ( 35)
(pauze)-toets ( 35)
(stop)-toets ( 35)
PHOTO-toets ( 57)
Zoomtoetsen ( 32)
SET-toets
(beeld-voor-beeld vooruit)-toets
( 36)
(versneld vooruit)-toets ( 36)
DISP. (schermgegevens)-toets ( 51, 64)
Inleiding
14
Films opnemen
Films afspelen
(Tijdens afspelen)
Schermgegevens
Bedieningsmodus ( 23)
Opnameprogramma ( 41, 42)
Witbalans ( 48)
Beeldeffecten ( 49)
Digitale effecten ( 50)
Opnamemodus ( 32)
Sensor voor afstandsbediening
uitgeschakeld ( 87)
Handmatige scherpstelling ( 48)
Beeldstabilisator ( 83)
Functie vooropname ( 46)
Geheugen in gebruik ( 16)
Aantal opgenomen scènes
(opnamepauze)/Tijdscodering (uren :
minuten : seconden, tijdens het opnemen)
Resterende opnameduur
Op de geheugenkaart
// Op het
ingebouwde geheugen
Resterende tijd batterijgebruik ( 16)
Hoofdtelefoonuitgang ( 51)
Windscherm uitgeschakeld ( 83)
Correctie achtergrondverlichting ( 47)
Joystickaanduiding ( 24)
Mini-videolamp ( 43)
Horizontaalmarkering ( 85)
Audioniveau-indicator ( 85)
Tijdcode/afspeelduur
(uren : minuten : seconden)
Scènenummer
Datacodering ( 85)
15
Foto’s maken
Foto’s weergeven
Zoom ( 32), Belichting
( 47)
Opnameprogramma ( 41, 42)
Witbalans ( 48)
Beeldeffect ( 49)
Digitaal effect ( 50)
Transportmodus ( 63)
Kwaliteit/afmeting foto ( 57)
Handmatige scherpstelling ( 48)
Resterende tijd batterijgebruik ( 16)
Aantal nog te maken foto's ( 16)
Op de geheugenkaart
// Op het
ingebouwde geheugen
Zelfontspanner ( 46)
AF-kader ( 84)
Joystickaanduiding ( 24)
Minivideolamp ( 43)
Scherpstellings- en
belichtingsvergrendeling ( 57)
Camcordertrillingswaarschuwing ( 84)
Sensor voor afstandsbediening
uitgeschakeld ( 87)
Fotonummer ( 16, 88)
Huidige foto / totaal aantal foto’s
Histogram ( 64)
Datum en tijd van opname
Teken voor beschermde foto ( 64)
Handmatige belichting ( 47)
Afmeting foto ( 57)
Bestandsgrootte
Diafragmagetal
Sluitersnelheid ( 42)
Inleiding
16
Geheugen in gebruik
Opnemen, Opnamepauze,
Afspelen, Afspeelpauze,
Versneld afspelen,
Versneld achteruit afspelen,
Vertraagd afspelen,
Vertraagd achteruit afspelen
Alleen :
Beeldje voor beeldje vooruit afspelen,
Beeldje voor beeldje achteruit afspelen
Resterende opnameduur
Als er geen ruimte meer beschikbaar is in het
geheugen, zal [ EINDE] (ingebouwd
geheugen, alleen / / ) of
[ EINDE] (geheugenkaart) worden getoond en
zal het opnemen stoppen.
, Resterende tijd batterijgebruik
Het pictogram laat een grove schatting zien van
de resterende lading van de accu als een deel
van een volledig opgeladen accu. Naast het
pictogram wordt de resterende opname-/
afspeeltijd in minuten getoond.
Als in rood wordt weergegeven dan moet u
de accu door een volledig opgeladen accu
vervangen.
• Wanneer u een lege accu plaatst, kan de
voeding worden uitgeschakeld zonder dat
wordt getoond.
• De accu moet de eerste keer volledig
opgeladen zijn en u moet de camcorder
gebruiken totdat de accu volledig leeg is.
Hiermee zorgt u ervoor dat de resterende
opnametijd nauwkeurig wordt weergegeven.
• Mogelijk wordt de resterende accucapaciteit
niet nauwkeurig aangegeven. Dit hangt af van
de omstandigheden waaronder de camcorder
en accu worden gebruikt.
• Als de camcorder uit staat, moet u op
drukken om de laadtoestand van
de accu weer te geven. Het Intelligent System
zal gedurende 5 seconden de laadtoestand (als
een verhouding) en de resterende opnametijd
weergeven. Wanneer de accu volledig leeg is,
wordt de informatie over de accu niet
weergegeven.
Aantal beschikbare foto's
in rood: Geen kaart aanwezig
in groen: 6 of meer foto's
in geel: 1 tot 5 foto's
in rood: Er kunnen geen foto’s meer
worden gemaakt
• Tijdens het bekijken van foto’s is het scherm
altijd groen.
• Het kan voorkomen dat het getal dat aangeeft
hoeveel foto’s nog kunnen worden gemaakt,
niet afneemt nadat een foto is gemaakt. Ook
kan het voorkomen dat het aantal foto’s dat nog
kan worden gemaakt, op het display na een
opname ineens met 2 afneemt, afhankelijk van
de opnameomstandigheden.
Fotonummer
Het fotonummer geeft de naam en locatie aan van
het bestand op de geheugenkaart. Bijvoorbeeld,
de naam van het bestand van foto 101-0107 is
“IMG_0107.JPG”, opgeslagen in de map
“DCIM\101CANON”.
BATT.INFO
17
Voorbereidingen
In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de elementaire
bedieningshandelingen, zoals het navigeren door menu’s, en de
instellingen die u de eerste keer moet verrichten. Zo raakt u snel
vertrouwd met uw camcorder.
De accu opladen
De camcorder kan van stroom worden
voorzien met een accu of rechtstreeks
met de compacte netadapter. Laad de
accu vóór gebruik op.
Raadpleeg de tabellen op pagina 110-
111 voor informatie over de geschatte
oplaad-, opname- en afspeeltijd met
een volledige accu.
1 Sluit het netsnoer aan op de
compacte netadapter.
2 Steek de stekker van het netsnoer
in een stopcontact.
3 Sluit de compacte netadapter aan
op het DC IN-aansluitpunt van de
camcorder.
4 Schuif de afdekking van het
accucompartiment naar de
achterkant van de camcorder en
open het compartiment.
5 Schuif de accu voorzichtig
helemaal naar binnen en druk er
voorzichtig op totdat de accu
vastklikt.
6 Sluit de afdekking en schuif die
voorzichtig in de richting van de
lens totdat u een klik hoort.
Beginnen
DC IN
Aansluitpunt
Voorbereidingen
18
7 Het laden begint zodra de
camcorder is uitgeschakeld.
De ON/OFF(CHG)-indicator gaat
rood knipperen. De indicator gaat
uit als de accu is opgeladen.
Wanneer de indicator snel
knippert, raadpleeg Problemen
oplossen ( 90).
1 Koppel de compacte netadapter
van de camcorder los.
2 Trek de stekker uit het
stopcontact en het netsnoer uit
de compacte netadapter.
1 Schuif de afdekking van het
accucompartiment naar de
achterkant van de camcorder en
open het compartiment.
2 Druk op het ontgrendelingslipje en
verwijder de accu.
3 Sluit de afdekking en schuif die
voorzichtig in de richting van de
lens totdat u een klik hoort.
BELANGRIJK
Zet de camcorder uit voordat u de
compacte netadapter aansluit of
verwijdert. Nadat u de camcorder heeft
uitgezet, worden belangrijke gegevens
in het geheugen opgeslagen. Zolang de
ON/OFF(CHG)-indicator aan is, mag u
niets doen.
Het verdient aanbeveling om de accu op
te laden bij een temperatuur tussen
10 °C en 30 °C. De accu wordt niet
opgeladen als de temperatuur lager is
dan 0 °C of hoger dan 40 °C.
Sluit op het aansluitpunt DC IN van de
camcorder of op de compacte
netadapter geen elektrische apparatuur
aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen
voor gebruik met deze camcorder.
ZODRA DE ACCU VOLLEDIG OPGELADEN IS
ON/OFF(CHG)-indicator
DE ACCU VERWIJDEREN
Ontgrendelingslipje accu
19
Sluit de bijgeleverde compacte netadapter
niet aan op spanningsomzetters bij reizen
naar andere continenten of op speciale
netvoedingen zoals die in vliegtuigen en
schepen, DC-AC-omzetters, etc. Anders
kan het apparaat uitvallen of te heet
worden.
OPMERKINGEN
Zet de camcorder uit voordat u de accu
oplaadt. De accu zal niet worden
opgeladen wanneer de camcorder aan
staat.
Als resterende accucapaciteit een
probleem vormt, kunt u de camcorder
van stroom voorzien met de compacte
netadapter, zodat de accustroom niet
wordt verbruikt.
Opgeladen accu’s ontladen zich op
natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor
dat u de accu op de dag van gebruik, of
de dag ervoor, oplaadt. U bent dan
verzekerd van een volle accu.
Wij raden u aan twee- tot driemaal
zoveel opgeladen accu’s bij de hand te
houden dan u nodig denkt te hebben.
De draadloze afstandsbediening
voorbereiden (alleen ) en
accessoires
Plaats eerst de meegeleverde lithium
knoopcelbatterij CR2025 in de
draadloze afstandsbediening.
1 Druk het lipje in de pijlrichting en
verwijder de batterijhouder.
2 Plaats de lithium knoopcelbatterij
met de + naar boven gericht.
3 Plaats de houder weer in de
afstandsbediening.
Bij het bedienen van de knoppen
moet u de afstandsbediening op de
sensor op de camcorder richten.
U kunt het LCD-paneel 180 graden
draaien om de afstandsbediening
vanaf de voorzijde van de camcorder
te kunnen gebruiken.
OPMERKINGEN
De afstandsbediening zal niet goed
functioneren wanneer de sensor voor de
afstandsbediening is blootgesteld aan
sterke verlichting of direct zonlicht.
Als de afstandsbediening niet
functioneert, dan zou het kunnen zijn
dat [DL. AFSTAND] op [ UIT ]
staat ingesteld ( 87). Vervang anders
de batterij.
Lipje
DE DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
GEBRUIKEN
Voorbereidingen
20
Accessoires
Maak de handgreepriem vast.
Stel de handgreepriem zo af dat u
met uw wijsvinger de zoomregelaar
en met uw duim de -toets
kunt bereiken.
U kunt de handgreepriem vervangen
door de meegeleverde polsband.
1 Trek de flap van het beklede
gedeelte van de handgreep
omhoog en maak het riempje los
van de klittenbandbekleding.
2 Trek aan het riempje om het eerst
uit de voorste bevestiging te
halen, schuif het riempje uit de
handgreep en haal het uit de
achterste bevestiging op de
camcorder.
Voer het bevestigingsuiteinde van de
polsba
nd door de achterste
bevestiging op de camcorder, voer
het bandje door de lus en sluit de flap.
Voor extra gemak en beveiliging kunt u
de polsband ook vastmaken aan de
bevestiging voor de band op de
handgreepriem
Voer de uiteinden van de schouderriem
door het riembevestigingspunt op de
handgreepriem en stel de lengte van de
riem bij.
DE HANDGREEPRIEM VERWIJDEREN
Start/Stop
EEN POLSBAND BEVESTIGEN
EEN SCHOUDERRIEM BEVESTIGEN
21
Ook kunt u de handgreepriem
verwijderen en de schouderriem aan de
achterste bevestiging op de camcorder
vastmaken.
1 Voer het uiteinde van het bandje
door de achterste bevestiging op
de camcorder.
2 Trek het bandje door de beklede
handgreep en voer het door de
voorste bevestiging op de
camcorder.
3 Stel de handgreepriem naar eigen
keuze in, maak het bandje aan de
klittenbandbekleding vast en sluit
de flap.
De stand en helderheid van het LCD-
scherm bijstellen
Het LCD-paneel draaien
Open het LCD-paneel in een hoek
van 90 graden.
U kunt het paneel 90 graden naar
beneden draaien.
U kunt het paneel 180 graden naar de
lens draaien. Het 180 graden van het
LCD-paneel kan heel handig zijn in de
volgende gevallen:
- Als u uzelf in beeld wilt nemen als u
opneemt met de zelfontspanner.
-
Om met de afstandsbediening
de camcorder vanaf de voorzijde te
bedienen.
OPMERKINGEN
Het LCD-scherm: Het scherm is gefabriceerd
met uiterst verfijnde technieken. Meer dan
99,99 % van de pixels functioneert correct.
Minder dan 0,01 % van de pixels kan af en
toe mislukken of wordt weergegeven als
zwarte, rode, blauwe of groene punten. Dit
heeft geen invloed op het opgenomen
beeld en betekent niet dat er problemen
zijn.
DE HANDGREEPRIEM OPNIEUW BEVESTIGEN
180°
90°
180°
De gefilmde persoon kan het LCD-scherm
Voorbereidingen
22
LCD-achtergrondverlichting
U kunt de helderheid van het scherm
instellen op gedimd, normaal of helder.
Om het scherm te dimmen, schakel
[LCD-DIMMER] in (s 85). Om te
schakelen tussen normaal en helder of
om [LCD-DIMMER] uit te schakelen,
voert u de volgende handelingen uit.
Met de camcorder ingeschakeld,
houdt u langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Herhaal de handeling als u wilt
schakelen tussen normaal en helder.
OPMERKINGEN
Deze instelling heeft geen invloed op de
helderheid van de opname.
Gebruik van de heldere instelling bekort
de effectieve gebruiksduur van de accu.
Staat de helderheid van het scherm
ingesteld op normaal, dan zal de
helderheid automatisch wijzigen naar
helder wanneer u de compacte
netadapter aansluit.
DISP.
23
Bedieningsstanden
De bedieningmodus van de camcorder
wordt bepaald door de stand van de
-knop en de stand van het
programmakeuzewiel. In deze
handleiding betekent dat u de
functie in de getoonde bedieningsmodus
kunt gebruiken en betekent dat de
functie niet beschikbaar is. Bekijk de
volgende tabel voor een overzicht van de
bedieningsmodi.
Opnemen: Dubbele opname (Dual Shot) en
flexibele camcorder-instellingen (Flexible
recording)
Voor het maken van films en video's
heeft de camcorder twee
standaardmodi: Dubbele opname
(Dual Shot) ( -modus) voor
beginners of wanneer u geen zin heeft
de camara-instellingen te wijzigen en
flexible recording waarmee u de
camcorder-instellingen naar eigen
voorkeur kunt aanpassen.
Zet het programmakeuzewiel op om
de -modus in te schakelen. U hoeft
zich geen zorgen meer te maken over
de instellingen en kunt video-opnamen
maken door alleen maar op
( 31) te drukken of op
( 57) te drukken voor foto's. U kunt
ook gebruik maken van de
zoomregelaar, Quick Start ( 34) en
Video Snapshot ( 44).
Basisbediening van de
camcorder
*Alleen //.
Bedienings-
stand
Weergegeven
pictogram
Functie
Films of foto's opnemen met het geheugen (Dual Shot) 23
(groen)
Films opnemen met het geheugen 31
(blauw)
Foto's opnemen met het geheugen 57
(groen)
Film uit het geheugen afspelen (druk op terwijl het
camerakeuzewiel in de stand of
staat)
35
(blauw)
Foto's uit het geheugen bekijken (druk op terwijl het
camerakeuzewiel in de stand staat)
59
Start/Stop
PHOTO
Voorbereidingen
24
Voor het aanpassen van de instellingen
van de camera, moet u het programma-
keuzewiel voor films zetten op en voor
foto's op . U hebt toegang tot de
menu's en kunt naar eigen voorkeur de
instellingen aanpassen. Ook in deze
modus krijgt u via de camcorder
ondersteuning voor de instellingen. U kunt
bijvoorbeeld de opnameprogramma's
voor speciale scènes gebruiken ( 41)
om in een keer een optimale instelling te
maken voor speciale omstandigheden
tijdens een opname.
Opnamen afspelen/weergeven
Druk op als u wilt schakelen
tussen de opnamestand aangegeven
door het programmakeuzewiel en de
afspeelmodus (bij de
//
zal het gekozen medium niet
veranderen). Wanneer het
programmakeuzewiel op of op
staat, zal door het indrukken van
de camcorder overschakelen naar de
afspeelmodus voor films. Wanneer het
programmakeuzewiel op , staat, zal
door het indrukken van de
camcorder overschakelen naar de
afspeelmodus foto's.
Ook als de camcorder uitstaat, zal door
het indrukken van de camcorder
in de gekozen afspeelmodus opstarten.
OPMERKINGEN
In de -modus heeft u geen toegang
tot de menu's of de joystickaanduiding,
maar u kunt deze instellingen eerst
aanpassen voordat u de camcorder in de
-modus zet.
- Opnamemodus voor films
- Afmeting/kwaliteit van foto's
- Breedbeeld
- Automatische lange sluitertijd
- Alle instellingen in het menu
[ SYSTEEM SETUP]
- Dimmer LCD-scherm
- Demonstratiemodus
- Beeldstabilisator
Joystick en joystickaanduiding
Gebruik de joystick om de menu‘s van
de camcorder te gebruiken.
De functies die verschijnen tijdens de
joystickaanduiding hangen af van de
bedieningsmodus. Standaard is de
joystickaanduiding minimaal. Druk op de
joystick ( ) voor weergave daarvan.
Tijdens de - of -modus
selecteert u met ( ) en functie en drukt
u op om de instelling te veranderen.
Bij bepaalde functies moet u verdere
aanpassingen doen (aangeduid met
kleine pijlen).
Tijdens de afspeelmodus selecteert u met
( ) een “rij” functies en drukt u op
om toegang te krijgen tot de middelste
functie of verplaatst u de joystick ( )
naar links of naar rechts om een functie
links of rechts van de rij te kiezen.
Druk op de joystick zelf ( ) om de
instellingen op te slaan of een actie te
bevestigen. Op menuschermen wordt dit
aangegeven met het pictogram
( ).
Druk de joystick omhoog, omlaag, naar
links of rechts ( , ) om een item
te selecteren of instellingen te wijzigen.
OFF
OFF
OFF
A
M
25
In elke modus zal na een aantal
seconden de joystickaanduiding weer
minimaal worden, maar u kunt nog
steeds gebruik maken van de gekozen
optie. U kunt ook op de joystick ( )
drukken om de joystickaanduiding te
verbergen.
Gebruik van de menu’s
Veel camcorderfuncties kunnen worden
ingesteld met de menu’s die u kunt
openen door op de toets FUNC.( )
te drukken. Stel de camcorder in op de
flexibele opnamestand als u de menu’s
wilt openen. In de stand keren de
meeste menu-instellingen, enkele
uitgezonderd, terug naar de
standaardwaarden.
Raadpleeg de bijlage Menu-opties -
Overzicht ( 81) voor informatie over
de beschikbare menu-opties en
instellingen.
Een FUNC.-menuoptie selecteren in de
opnamemodus
1 Druk op .
2 Selecteer in de linkerkolom met
( ) het pictogram van de functie
die u wilt wijzigen.
Niet-beschikbare menu-onderdelen
worden gedimd weergegeven.
3 Kies uit de beschikbare opties in
de balk aan de onderzijde met
de gewenste instelling.
De geselecteerde optie wordt
geaccentueerd in een oranje kleur.
Bij sommige instellingen moet u
verdere keuzes maken en/of op
drukken. Volg de extra
bedieningsaanduidingen die op het
scherm verschijnen (zoals het
pictogram , kleine pijlen, etc.).
4 Druk op om de instellingen
op te slaan en het menu te sluiten.
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
Een optie selecteren in de
instellingsmenu’s
1 Druk op .
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
Voorbereidingen
26
2 Selecteer met ( , ) het
pictogram en druk op om
de instellingsmenu’s te openen.
U kunt ook op de
afstandsbediening indrukken
(alleen ) of langer dan
1 seconde ingedrukt houden om het
scherm van de instellingsmenu's
direct te openen.
3 Selecteer in de linkerkolom met
( ) het gewenste menu en druk
op .
De titel van het geselecteerde menu
verschijnt aan de bovenzijde van het
scherm en daaronder ziet u de lijst
met opties.
4 Selecteer met ( ) de optie die u
wilt wijzigen en druk op .
De oranje keuzebalk geeft de
momenteel geselecteerde menu-
instelling aan. Items die niet
beschikbaar zijn, worden in zwart
weergegeven.
Druk ( ) op de joystick in om
terug te keren naar het
menukeuzescherm (stap 3).
5 Selecteer met ( ) de gewenste
instelling en druk op om de
instelling op te slaan.
6 Druk op .
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
De datum en tijd instellen
U moet de datum en tijd van de
camcorder instellen voordat u deze
kunt gebruiken. Het [DATE/TIME-
DATUM/TIJD] -scherm zal automatisch
verschijnen als de klok niet is ingesteld.
Als het scherm [DATE/TIME-
DATUM/TIJD] verschijnt, wordt het jaar
weergegeven in oranje en aangeduid
met omhoog/omlaag-pijlen.
1 Wijzig met ( ) het jaar en ga met
( ) naar de maand.
2 Wijzig de rest van de velden
(maand, dag, uur en minuten) op
dezelfde wijze.
3 Selecteer met ( ) de optie [OK] en
druk op om de klok te starten
en het instellingsscherm te sluiten.
BELANGRIJK
Als u de camcorder circa 3 maanden
niet gebruikt, raakt de ingebouwde
oplaadbare lithiumbatterij mogelijk
geheel leeg en verliest u daardoor de
datum- en tijdinstelling. Laad in dat
geval de ingebouwde lithiumaccu op
( 104) en stel opnieuw de tijdzone,
datum en tijd in.
MENU
FUNC.
FUNC.
FUNC.
Eerste instellingen
27
De datum wordt alleen in het eerste
instellingsscherm weergegeven in de
notatie jaar-maand-dag. In het volgende
scherm verschijnt de datum en de tijd in
de notatie dag-maand-jaar (bijvoorbeeld
[1.JAN.2009 12:00 AM]). U kunt de
volgorde van de weergave van de datum
wijzigen ( 89).
U kunt de datum/tijd ook later wijzigen
(op een ander moment dan tijdens de
eerste instellingen). Het [DATUM/TIJD]-
scherm openen:
[ MENU]
[ DAT/TIJD SETUP]
[DATUM/TIJD]
De taal wijzigen
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ SCHERM SETUP]*
[TAAL ]*
Taalvoorkeur
*
Als u de camcorder voor de eerste keer instelt of
nadat u deze hebt gereset, worden alle
schermgegevens weergegeven in de Engelse
taal (de standaardtaal). Selecteer [
DISPLAY
SETUP/SCHERM SETUP] [LANGUAGE /
TAAL] en kies uw taal.
OPMERKINGEN
Als u per ongeluk de taal hebt
veranderd, selecteer het menu-
onderdeel met de -markering en
wijzig de instelling.
De symbolen en die in
sommige menuschermen verschijnen,
hebben betrekking op de namen van
toetsen op de camcorder en veranderen
niet, ongeacht de taal die is
geselecteerd.
De tijdzone wijzigen
Kies de tijdzone die bij uw locatie past.
De standaardinstelling is Parijs.
[ MENU]
[ DAT/TIJD SETUP]
[T.ZONE/DST]
De eigen tijdzone*
[ MENU]
[ DAT/TIJD SETUP]
[T.ZONE/DST]
De tijd op uw bestemming*
* Als u de tijd wilt aanpassen aan de
zomertijd, selecteer dan de gebiedsnaam
die is gemarkeerd met een .
( 23)
[][MELAYU][]
[DEUTSCH][NEDERLANDS][ ]
[][POLSKI][]
[ENGLISH]
[PORTUGUÊS][ ]
[ESPAÑOL][ ] [ ]
[FRANÇAIS][TÜRKÇE][]
[ITALIANO][ ] [ ]
[MAGYAR][ ]
FUNC.
FUNC.
FUNC.
( 23)
DE EIGEN TIJDZONE INSTELLEN
ALS U OP REIS BENT
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
Voorbereidingen
28
Geheugenkaarten die u met de
camcorder kunt gebruiken
U kunt de in de handel verkrijgbare
SDHC (SD grote capaciteit) -
geheugenkaarten en SD-
geheugenkaarten gebruiken voor het
opnemen van films en maken van foto's.
Het kan echter zijn dat u, afhankelijk van
de geheugenkaart, op de geheugenkaart
geen films kunt opnemen. Raadpleeg de
volgende tabel.
Vanaf december 2008 is het testen van
de opnamefunctie voor films uitgevoerd
met SD/SDHC-geheugenkaarten van
Panasonic, SanDisk en Toshiba.
OPMERKINGEN
De SD snelheidsklasse (Speed Class): De
SD-snelheidsklasse geeft de minimale
gegarandeerde snelheid weer van SD/
SDHC-geheugenkaarten bij
gegevensoverdracht. Bekijk bij
aanschaf van een geheugenkaart het
logo voor de snelheidsklasse op de
verpakking.
Een geheugenkaart plaatsen en
verwijderen
U moet een geheugenkaart altijd eerst
initialiseren voordat u deze met de
camcorder kunt gebruiken ( 29).
1 Zet de camcorder uit.
Controleer of de ON/OFF(CHG)
(voeding/laden)-indicator uit staat.
2 Schuif de afdekking van de
geheugenkaartsleuf naar de
achterkant van de camcorder en
open de sleuf.
3 Steek de geheugenkaart in zijn
geheel, met het label naar de
achterkant van de camcorder
gericht, recht in de geheugenkaart-
sleuf totdat de kaart vastklikt.
Bij gebruik van een
geheugenkaart
Geschikte geheugenkaarten voor het opnemen van films
Het kan zijn, afhankelijk van de geheugenkaart, dat u op de geheugenkaart geen films kunt
opnemen.
Geheugenkaart Capaciteit SD-snelheidsklasse Films opnemen
SD-geheugenkaarten
Minder dan 64 MB
128 MB t/m 2 GB *
512 MB t/m 2 GB of hoger
SDHC-geheugenkaarten 4 GB t/m 32 GB of hoger
29
4 Sluit de afdekking en schuif die
voorzichtig in de richting van de
lens totdat u een klik hoort.
Forceer de afdekking niet om deze te
sluiten als u de geheugenkaart niet
op de juiste wijze hebt geplaatst.
BELANGRIJK
Geheugenkaarten hebben een voor- en
achterzijde die van elkaar verschillen. De
camcorder kan defect raken als u een
geheugenkaart verkeerd om in de
camcorder plaatst.
OPMERKINGEN
De geheugenkaart verwijderen: Druk
eenmaal de geheugenkaart in om deze
te ontgrendelen. De geheugenkaart
springt vervolgens naar buiten. Trek de
kaart daarna in zijn geheel naar buiten.
/ / Het geheugen
voor de opnamen selecteren
U kunt kiezen voor het ingebouwde
geheugen of voor een geheugenkaart
om films en foto's op te nemen.
Het ingebouwd geheugen is het
standaardmedium voor het opnemen
van beide.
[ MENU]
[ GEHEUGEN OPER.]
[MEDIA:FILMS] of [MEDIA:BEELD.]
Het geheugen dat u wilt gebruiken*
Druk op
* Voor elk medium kunt u de totale, de reeds
gebruikte en de globaal nog beschikbare
ruimte nagaan. De globaal nog beschikbare
ruimte hangt af van de opnamemodus (voor
films) of de afmeting/kwaliteit (voor foto's)
die u gebruikt.
Het ingebouwd geheugen
(alleen / / ) of de
geheugenkaart initialiseren
De eerste keer dat u de
geheugenkaarten met de camcorder
gebruikt, moet u ze eerst initialiseren.
Het initialiseren kunt u ook gebruiken
om alle gegevens uit het ingebouwd
geheugen (alleen / / )
definitief te wissen.
/ / Bij de aankoop
is het ingebouwd geheugen al
geïnitialiseerd en bevat muziekbestanden
voor Video Snapshot en het afspelen van
de diashow.
Opties
( 23)
FUNC.
FUNC.
( 23)
[INITIALISEREN]
Hiermee wist u de bestandstoewijzingstabel
maar de opgeslagen gegevens worden niet
fysiek gewist.
[COMPL.INIT.]
Wist alle gegevens volledig.
Voorbereidingen
30
//
[ MENU]
[ GEHEUGEN OPER.]
[INITIALISEREN]
De te initialiseren geheugenkaart
Initialisatiemethode
[JA]* [OK]
[ MENU]
[ GEHEUGEN OPER.]
[INITIALISEREN]
Initialisatiemethode
[JA]* [OK]
* Druk op als u de volledige initialisatie
wilt annuleren terwijl deze bezig is. Alle
opnamen worden gewist, maar u kunt
zonder problemen het opnamemedium
gebruiken.
BELANGRIJK
Initialisatie van het geheugen houdt in
dat alle gegevens permanent worden
gewist. Verloren geraakte opnamen kunt
u dan niet meer terughalen. Zorg er
daarom voor dat u van belangrijke
opnamen eerst een back-up maakt op
een extern apparaat ( 74).
Muziekbestanden voor Video Snapshot
zullen ook worden gewist. Gebruik de
meegeleverde software Music Transfer
Utility om de muziekbestanden op de
Gebruiksaanwijziging/
Muziekgegevens disk CD-ROM over te
zetten. Voor meer informatie raadpleeg
de gebruikshandleiding (PDF-bestand)
van de software.
Tijdens het initialisatieproces mag u de
netvoeding niet loskoppelen of de
camcorder uitzetten.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
31
Video
In dit hoofdstuk vindt u functies die te maken hebben met het maken
van films, inclusief het opnemen, het afspelen en bewerken van het
geheugen.
Video opnemen
1 Zet het camerakeuzewiel op of
.
2 Schakel de camcorder in.
/ / U kunt kiezen
welk geheugen wordt gebruikt voor
het opnemen van films ( 29).
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
De opname wordt gestart; druk
nog een keer op als u
een pauze wilt inlassen.
U kunt ook op op het
LCD-paneel drukken.
1 Zorg ervoor dat de ACCESS-
indicator uit staat.
2 Zet de camcorder uit.
3 Sluit het LCD-paneel.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. Als u zich daar niet aan
houdt, kunt u voorgoed gegevens
kwijtraken of het geheugen beschadigen.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de netvoeding niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Over de stroombesparingsstand: Bij gebruik
van de accu schakelt de camcorder
zichzelf automatisch uit als er vijf
minuten lang geen
bedieningshandelingen zijn verricht. Dit
wordt gedaan om stroom te besparen
( 87). Druk op om de
camcorder aan te zetten.
Als u opnamen maakt op heldere
plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik te
maken van het LCD-scherm. Omgekeerd
kan bij opnamen op donkere plaatsen het
LCD-paneel hinderlijk zijn voor anderen in
de omgeving. In dergelijke gevallen past u
de helderheid van het LCD-scherm aan
( 21, 86).
Elementaire opnamefuncties
( 23)
Start/Stop
Start/Stop
START/STOP
NADAT U KLAAR BENT MET OPNEMEN
Video
32
De videokwaliteit selecteren
(opnamemodus)
De camcorder heeft 3 opnamemodi.
Door de opnamemodus te wijzigen,
verandert ook de resterende
opnametijd van het geheugen.
Selecteer de XP-modus voor betere
kwaliteit van de film; selecteer de LP-
modus voor langere opnametijden. De
volgende tabel geeft bij benadering aan
hoe lang u kunt opnemen.
[ STANDAARD PLAY 6Mbps]
Gewenste opnamemodus
OPMERKINGEN
De camcorder maakt gebruik van een
variabele bit rate (VBR) om video te
coderen; de feitelijke opnameduur zal
daarom afhangen van de inhoud van de
scènes.
De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling, zelfs wanneer u de
camcorder in de stand zet.
Zoomen: Optische, Geavanceerde en
Digitale zoom
De camcorder is voorzien van drie
zoomtypes: Optische, Geavanceerde
en Digitale zoom In de -modus zijn
alle drie beschikbaar. In de -
modus is alleen de geavanceerde zoom
beschikbaar; in de -modus is
alleen de optische zoom beschikbaar.
( 23)
FUNC.
FUNC.
Opnametijden voor films bij benadering
Standaardwaarde
Bij een opname groter dan 4 GB, wordt deze verdeeld in scènes die kleiner zijn dan 4 GB.
/ / Op de camcorder is vooraf 170 MB aan muziekbestanden
geïnstalleerd.
Opnamemodus XP SP
LP
Geheugen
Geheugenkaart van 1 GB 10 min. 20 min. 35 min.
Geheugenkaart van 2 GB 25 min. 40 min. 1 uur 15 min.
Geheugenkaart van 4 GB 55 min. 1 uur 20 min. 2 uur 35 min.
Ingebouwd
geheugen/geheugenkaart
van 8 GB
1 uur 50 min. 2 uur 45 min. 5 uur 10 min.
Ingebouwd
geheugen/geheugenkaart
van 16 GB
3 uur 40 min. 5 uur 30 min. 10 uur 25 min.
Ingebouwd
geheugen/geheugenkaart
van 32 GB
7 uur 20 min. 11 uur 5 min. 20 uur 50 min.
33
Het zoomtype wijzigen
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ CAMERA SETUP]
[ZOOMTYPE] Gewenste optie
OPMERKINGEN
Het zoombereik van de geavanceerde
zoom verandert samen met de hoogte/
breedteverhouding van de scène
( 83)
.
Gebruik van de zoom
Verplaats de zoomregelaar naar W
om uit te zoomen (groothoek).
Verplaats de zoomregelaar naar T
om in te zoomen (telefoto).
Druk zachtjes voor een langzame zoom;
druk harder voor een snellere zoom. U
kunt [ZOOMSNELHEID] ( 83) ook
( 23)
[ OPTISCH] (37x)
Het zoombereik is beperkt tot de optische
vergrotingsverhouding van de lens.
[ ADVANCED]
(Geavanceerde zoom)
In aanvulling op het optische zoombereik wordt
door de camcorder het beeld digitaal verwerkt
om een groter zoombereik te verkrijgen zonder
dat de beeldkwaliteit verslechtert. Bij het
opnemen van films met een hoogte/
breedteverhouding van 16:9 verandert het
gezichtsveld (de beeldhoek). Raadpleeg de tabel
onder OPMERKINGEN. De
standaardinstelling is [ ADVANCED].
[ DIGITAAL] (2000x)
Als u deze optie selecteert, schakelt de
camcorder over op digitale zoom (lichtblauw
gebied op de zoomindicator) als u verder inzoomt
dan het optische zoombereik (wit gebied op de
zoomindicator). Met de digitale zoom wordt het
beeld digitaal verwerkt. De beeldkwaliteit zal
daarom verslechteren naarmate u meer inzoomt.
FUNC.
FUNC.
[BREEDBEELD] ingesteld op [ AAN] (16:9)
// 45x*,
41x**
* De beeldhoek is breder bij zowel
maximale telepositie als maximale
groothoek.
** De beeldhoek is breder bij maximale
groothoek.
[BREEDBEELD] ingesteld op [ UIT] (4:3)
// 46x,
niet beschikbaar bij de
( 23)
W
T
W
T
W Uitzoomen T Inzoomen
Video
34
instellen op een van de vaste snelheden
(3 is het snelst, 1 het langzaamst).
OPMERKINGEN
Houd tot het onderwerp een afstand van
ten minste 1 meter aan. Bij volledige
groothoek kunt u tot op niet minder dan
1 cm op een onderwerp scherpstellen.
Als [ZOOMSNELHEID] is ingesteld op
[ VARIABEL]:
- In de opnamepauzemodus is de
zoomsnelheid groter dan wanneer u
aan het opnemen bent.
- Wanneer u gebruik maakt van
de T- en de W-toets op de
afstandsbediening (alleen )
of het LCD-paneel, dan is de
zoomsnelheid altijd [ SNELHEID 3].
Snelstartfunctie (Quick Start)
Als u het LCD-paneel sluit terwijl de
camcorder ingeschakeld is, komt de
camcorder in de standby-modus. In de
standby-modus verbruikt de camcorder
slechts de helft van de stroom die
wordt gebruikt voor het maken van
opnamen, waardoor u bij gebruik van
een accu bespaart op stroom. Ook zal
bij het openen van het LCD-paneel of
bij het draaien aan het keuzewiel
de camcorder binnen ongeveer
1 seconde* gereed zijn voor het maken
van opnamen.
* De werkelijke tijd hangt af van de
opnameomstandigheden.
1 Sluit het LCD-paneel terwijl de
camcorder ingeschakeld is en in
een opnamestand staat.
U hoort een pieptoon en de ON/
OFF(CHG) (voeding/laden)-indicator
verandert in oranje om aan te geven
dat de camcorder in de standby-
modus staat.
2 Open het LCD-paneel als u het
opnemen wilt hervatten.
De ON/OFF(CHG)-indicator wordt
weer groen en de camcorder is
gereed voor het opnemen.
BELANGRIJK
Verwijder de netvoeding niet tijdens de
standby-modus (terwijl de ON/OFF(CHG)-
indicator oranje brandt).
OPMERKINGEN
Als u onder bepaalde omstandigheden
(o.a. tijdens het opnemen, bij weergave
van een menu, bij een lage acculading,
bij een geopende geheugenkaartsleuf)
het LCD-paneel sluit, kan het zijn dat de
camcorder niet in de standby-modus
gaat. Controleer of de ON/OFF(CHG)-
indicator in oranje verandert.
De camcorder wordt uitgeschakeld als u
deze 10 minuten lang in de standby-
modus laat staan, ongeacht de instelling
van [SPAARSTAND] ( 87). Druk op
om de camcorder aan te zetten.
U kunt selecteren hoe lang het moet
duren voordat de camcorder wordt
uitgeschakeld of u kunt de snelstartfunctie
geheel uitschakelen met de optie [QUICK
START] ( 88).
( 23)
35
Video afspelen
1 Zet het camerakeuzewiel op of
.
2 Druk op .
Ook als de camcorder uit staat, zal
door het indrukken van de
camcorder in de afspeelmodus
opstarten.
Na een paar seconden verschijnt
het indexscherm van de originele
films.
3 Zet met ( , ) het selectiekader
naar de scène die u wilt afspelen.
Druk op de joystick ( ) in om het
selectiekader uit te breiden en
doorzoek met ( ) alle
indexpagina's. Druk op de joystick
( ) in om terug te keren naar het
indexscherm.
4 Druk op of om met
afspelen te beginnen.
De camcorder begint met afspelen
vanaf de geselecteerde scène tot
het eind van de laatst opgenomen
scène.
Druk nog een keer op als u
een pauze wilt inlassen.
Druk op als u het afspelen
wilt stopzetten en terug wilt keren
naar het indexscherm.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Druk op de joystick ( ) in om de
bovenste rij te kiezen.
3 Stel met ( ) het volume bij.
Om het volume uit te zetten, houdt u
op de joystick ( ) in de richting van
ingedrukt totdat de volumebalk
weg is.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de
ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de netvoeding niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
Het kan zijn dat u de films op de
geheugenkaart die u met deze
camcorder hebt opgenomen, niet op
Elementaire weergavefuncties
( 23)
HET VOLUME AANPASSEN
/
/
Video
36
een ander apparaat kunt afspelen. In dat
geval moet u met deze camcorder de
films op de geheugenkaart afspelen.
Het kan zijn dat u geen films kunt
afspelen met deze camcorder die zijn
opgenomen met een ander apparaat.
OPMERKINGEN
Afhankelijk van de opnameomstandig-
heden is tussen scènes mogelijk een
korte pauze in de video- of
geluidsweergave merkbaar.
Speciale afspeelmodi
Om toegang te krijgen tot de speciale
afspeelmodi gebruikt u de draadloze
afstandsbediening (alleen ;
13) en de joystickaanduiding
(
24). Tijdens de speciale
afspeelmodi is er geen geluid mogelijk.
Versneld vooruit afspelen
Vanuit de normale afspeelsnelheid kunt
u overgaan op het sneller afspelen van
scènes. Iedere keer dat u de handeling
uitvoert, wordt de afspeelsnelheid
verhoogd 5x
15x
60x.
Geef de joystickaanduiding weer met .
Selecteer met ( ) de middelste rij .
Druk ( ) op de joystick in de richting
van of .
U kunt ook op of van de
afstandsbediening drukken.
In slow motion afspelen
Vanuit de pauzemodus tijdens het
afspelen, kunt u overgaan op het
vertraagd afspelen van scènes.
Vertraagd afspelen gebeurt op 1/8 van
de normale snelheid; Vertraagd
achteruit afspelen gebeurt op 1/12 van
de normale snelheid.
Geef de joystickaanduiding weer met .
Selecteer met ( ) de middelste rij .
Druk ( ) op de joystick in de richting
van of .
U kunt ook op of van de
afstandsbediening drukken.
Beeld vooruit/achteruit (alleen )
In de pauzemodus bij het afspelen,
drukt u op of op de
afstandsbediening om achteruit een
aantal beelden af te spelen (ongeveer
0,5 seconden) of om één beeld vooruit
af te spelen. Houd de toets ingedrukt
om het afspelen niet te onderbreken.
Scènes overslaan
Een scène overslaan:
Geef de joystickaanduiding weer met .
Selecteer met ( ) de onderste rij . Druk
( ) op de joystick in de richting van .
U kunt ook op van de
afstandsbediening drukken.
Teruggaan naar het begin van de scène
of naar de vorige scène:
Geef de joystickaanduiding weer met .
Selecteer met ( ) de onderste rij . Druk
( ) op de joystick in de richting van *.
U kunt ook op * van de
afstandsbediening drukken.
* Druk nog een keer om naar het begin van
de vorige scène te gaan.
Speciale afspeelstanden stopzetten
Bij elke speciale afspeelstand kunt u
door te drukken op op de
camcorder of op op de
afstandsbediening (alleen ),
terugkeren naar de oorspronkelijke
afspeelmodus.
OPMERKINGEN
Tijdens sommige speciale afspeelmodi
ziet u in het afspeelbeeld mogelijk
videoproblemen (blokken, strepen, etc.).
Op het scherm wordt bij benadering de
snelheid weergegeven.
/
37
Selecteren welke opnamen u wilt
afspelen
Op het indexscherm kunt u voor het
afspelen kiezen uit films of foto's. U
kunt ook gebruik maken van de tabs
bovenaan het scherm om het medium
voor het afspelen van de opnamen te
kiezen (alleen / / ).
1 In het indexscherm schuift u met
( ) het oranje keuzekader naar
de tabs bovenaan het scherm.
//
Films
Foto's
Opnamen op het ingebouwd
geheugen
Opnamen op de
geheugenkaart
2 Selecteer met ( ) het medium
(alleen //) het
opnametype (scènes of foto's).
3 Keer met ( ) weer terug naar het
indexscherm om de scène of foto
te selecteren.
Scènes aan de hand van de
opnamedatum selecteren
U kunt zoeken naar alle opnamen die u
op een bepaalde dag hebt gemaakt
(bijvoorbeeld: het zoeken naar alle films
van een speciale gebeurtenis).
WAAR U OP MOET LETTEN
Het zoeken op datum kan alleen vanuit het
indexscherm van de originele films
worden uitgevoerd.
Selecteren uit de opnamelijst
1 Open het indexscherm van de
originele films.
U kunt ook op van dit
indexscherm drukken om het
indexscherm voor scènes van
Video Snapshot (
44) te openen.
// U kunt
scènes selecteren uit het
ingebouwd geheugen of van de
geheugenkaart (
37).
2 Open de opnamelijst.
[ SCENE ZOEKEN]
[DATUM SELECT]
In de opnamelijst ziet u alle datums
dat er een opname is gemaakt. Op
de dagaanduiding verschijnt een
oranje keuzekader.
Op het miniatuurtje ziet u de eerste
opgenomen scène van die dag.
( 23)
( 23)
VIDEO SNAP
FUNC.
Video
38
Daaronder ziet u het aantal
opgenomen scènes en de totale
opnametijd van diezelfde dag.
3 Wijzig met ( ) de dag en ga met
( ) naar de maand of het jaar.
4 Wijzig de andere velden op
dezelfde manier voor het
selecteren van de datum en druk
op .
Het indexscherm zal verschijnen met
het selectiekader op de eerste
opgenomen scène van de
geselecteerde datum.
Selecteren vanaf een kalenderscherm
1 Open het indexscherm van de
originele films.
U kunt ook op van dit
indexscherm drukken om het
indexscherm voor scènes van
Video Snapshot (
44) te openen.
/ / U kunt
scènes selecteren uit het
ingebouwd geheugen of van de
geheugenkaart (
37).
2 Open het kalenderscherm.
[ SCENE ZOEKEN]
[KALENDER]
Het kalenderscherm verschijnt.
Datums met scènes (films die zijn
opgenomen op die datum) zijn wit
gekleurd. Datums zonder
opnamen zijn zwart.
3 Plaats met ( , ) de cursor op
de gewenste datum.
Wanneer de cursor op een wit
gekleurde datum staat, verschijnt
er naast de kalender een miniatuur
van een foto van de eerste
opgenomen scène van die datum.
Daaronder ziet u het aantal
opgenomen scènes en de totale
opnametijd van dezelfde dag.
Om sneller naar een andere maand
te gaan, selecteert u met ( ) het
veld voor het jaar of de maand en
met ( ) past u het veld aan.
4 Druk op om terug te keren
naar het indexscherm.
Het oranje selectiekader verschijnt
op de eerste opgenomen scène van
de geselecteerde datum.
OPMERKINGEN
U kunt zelf bepalen op welke dag van de
week de weergave van de kalender
begint ( 86).
U kunt op elk moment op
drukken om terug te keren naar het
indexscherm.
Het begin voor het afspelen selecteren
op de filmtijdlijn
U kunt de tijdlijn van een scène
weergeven en daarop het moment van
afspelen selecteren. Dit is erg handig
als u een lange scène vanaf een
bepaald punt wilt afspelen.
VIDEO SNAP
FUNC.
( 23)
FUNC.
39
1 Op het indexscherm kiest u welke
scène u wilt bekijken en drukt u op
.
Het tijdlijnscherm verschijnt. Op de
grote miniatuur ziet u het eerste
beeld van de scène. Daaronder
ziet u de maatverdeling van de
tijdlijn met op regelmatige
afstanden beelden van de scène.
Druk nog een keer op om
terug te keren naar het indexscherm.
2 Selecteer met ( ) op de tijdlijn
het begin voor het afspelen.
3 Druk op om met afspelen te
beginnen.
Plaats met ( ) het oranje
selectiekader op de grote miniatuur
en selecteer met ( ) een andere
scène.
Plaats met ( ) het oranje
selectiekader op de schuifbalk onder
de maataanduiding van de tijdlijn en
geef met ( ) de vorige/volgende
5 beelden in de scène weer.
Gewenste afstand
Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren
U kunt vooraf een aantal films of foto's
van het indexscherm selecteren om
later op deze allemaal in een keer
dezelfde handeling uit te voeren.
Modus : Verwijderen ( 40),
kopiëren (alleen / / ;
55) of de geselecteerde snes aan
de afspeellijst toevoegen ( 53).
Modus : Verwijderen (
62),
kopiëren (alleen / / ;
65) of de geselecteerde foto's
beveiligen (
64) of ze allemaal
markeren met een afdrukopdracht
(
69) of met een opdracht voor het
overzetten (
80).
1 Selecteer het indexscherm voor
films of foto's.
U kunt ook op van dit
indexscherm drukken om het
indexscherm voor scènes van
Video Snapshot (
44) te openen.
// U kunt
scènes selecteren uit het
ingebouwd geheugen of van de
geheugenkaart (
37).
EEN ANDERE SCENE SELECTEREN
DE VERSCHILLENDE PAGINA'S VAN DE TIJDLIJN
WEERGEGEVEN
DISP.
DISP.
De afstand tussen beelden
Paginaschuifbalk
Maatverdeling tijdlijn
Datum en tijd van opname
Lengte scène
Huidige scène/totaal aantal scènes
Gekozen beeld voor begin van het afspelen
DE AFSTAND TUSSEN BEELDEN WIJZIGEN
( 23)
FUNC. FUNC.
VIDEO SNAP
Video
40
2 Open het selectiescherm.
[ SELECTEER]
[INDIVIDUELE SCENES] of
[INDIVIDUELE FOTO’S]
Het selectiescherm verschijnt.
3 Ga in het indexscherm met ( ,
) van de ene scène of foto naar
de andere en druk op om een
scène/foto te selecteren.
Er verschijnt een vinkje bij de
geselecteerde scènes/foto's.
Herhaal deze stap voor alle
scènes/foto's die u wilt toevoegen
aan uw selectie (tot 100).
4 Druk twee keer op om het
menu te sluiten.
[ SELECTEER]
[VERWIJDER ALLE SELECTIE]
[JA] [OK]
OPMERKINGEN
De selectie van scènes/foto's wordt
ongedaan gemaakt als u de camcorder
uitschakelt of de bedieningsmodus
verandert.
U kunt geen scènes van de afspeellijst
toevoegen aan de selectie.
Scènes verwijderen
Originele scènes die u niet wilt
behouden, kunt u verwijderen. Door
scènes te verwijderen creëert u ook
ruimte in het geheugen Raadpleeg voor
het verwijderen van scènes uit de
afspeellijst Scènes verwijderen uit de
afspeellijst ( 54).
Opties
1 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verwijderen, of een
scène die is opgenomen op de
datum die u wilt verwijderen.
Deze stap hoeft u niet uit te voeren
als u alle scènes of de scènes die u
eerder heeft geselecteerd, wilt
verwijderen.
2 Verwijder de scène(s).
[ VERWIJDER]
Gewenste optie [JA]* [OK]
* Van ieder gekozen optie, behalve [ÉÉN
SCENE], kunt u door op te drukken de
DE HELE SELECTIE ONGEDAAN MAKEN
FUNC.
Het totaal aantal geselecteerde scènes
Geselecteerde scènes
FUNC.
FUNC.
FUNC.
( 23)
[ALLE SCENES]
Verwijdert alle scènes.
[ALLE SCENES (DEZE DAG)]
Verwijdert alle op de geselecteerde dag
opgenomen scènes.
[ÉÉN SCENE]
Verwijdert alleen de geselecteerde scène.
[GESELECTEERDE SCENES]
Verwijdert alle scènes die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren (
39).
FUNC.
FUNC.
41
voortgang van de activiteit onderbreken.
Sommige scènes zullen desondanks
worden verwijderd.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig als u originele
opnamen verwijdert. Zodra de opnamen
zijn verwijderd, bent u deze voorgoed
kwijt.
Maak een back-up van belangrijke
scènes voordat u ze wist ( 74).
Houdt u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen als de ACCESS-
indicator aan is of knippert (tijdens het
verwijderen van scènes).
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de netvoeding niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Wanneer u een scène van het
indexscherm voor originele films wist,
wordt die scène ook uit de afspeellijst
verwijderd.
Indien u alle films wilt verwijderen en alle
opnameruimte weer vrij maken, dan zou
u ook kunnen kiezen voor het
initialiseren van het geheugen ( 29).
Het kan zijn dat u scènes die zijn
opgenomen met een ander apparaat
niet kunt verwijderen.
Opnameprogramma voor Speciale
Scènes
Het is heel gemakkelijk opnamen te
maken in een zeer helder skioord of alle
kleuren van een zonsondergang of
vuurwerk vast te leggen. U hoeft alleen
maar het opnameprogramma van de
Speciale Scènes te selecteren. Raadpleeg
de tabel op pagina 42 voor meer
informatie over de beschikbare opties.
[ PROGRAMMA AE]
[ PORTRET]
Druk op voor weergave van
Special Scene (SCN)
opnameprogramma's
Gewenste opnameprogramma
OPMERKINGEN
[ NACHT]
- Bewegende onderwerpen kunnen een
nabeeld met sporen achterlaten.
- De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo
goed als bij de andere programma’s.
- Op het scherm kunnen witte punten
verschijnen.
- Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet zo goed als bij andere
opnameprogramma’s. In dat geval
moet u handmatig scherp stellen.
[ VUURWERK]
- Wij raden u aan gebruik te maken van
een statief om camcordertrillingen te
voorkomen. Maak in ieder geval
Geavanceerde functies
( 23)
FUNC.
FUNC.
Video
42
gebruik van een statief in de modus
, omdat de sluitertijd in die
modus langer wordt.
[ PORTRET]/[ SPORT]/
[ STRAND]/[ SNEEUW]
- Tijdens het afspelen wordt het beeld
mogelijk niet vloeiend weergegeven.
•[ PORTRET]
- Het wazige effect van de achtergrond
neemt toe hoe meer u inzoomt (T).
[ SNEEUW]/[ STRAND]
- Het onderwerp kan overbelicht raken
op bewolkte dagen of op
beschaduwde plaatsen. Controleer
het beeld op het scherm.
De sluitersnelheid en andere functies
bedienen tijdens het opnemen
Gebruik het (AE)-programma voor
automatische belichting om functies als
witbalans en beeldeffecten te
gebruiken, of om de sluitersnelheid
voorrang te geven.
Gebruik snellere sluitertijden om snel
bewegende objecten op te nemen.
Gebruik langzamere sluitertijden om
bewegingen waziger te maken,
waardoor het effect van beweging
wordt versterkt.
[ PORTRET]
De camcorder maakt
gebruik van een groot
diafragma. Details die
de aandacht afleiden,
worden tijdens de
scherpstelling van het onderwerp waziger.
[ STRAND]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken op een zonnig
strand. Hiermee
voorkomt u dat het
onderwerp onderbelicht wordt.
[ SPORT]
Gebruik deze modus
om sportscènes zoals
tennis of golf op te
nemen.
[ ZONSONDERG.]
Gebruik deze stand
om in rijke kleuren
zonsondergangen op
te nemen.
[ NACHT]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken op slecht
verlichte plaatsen.
[ SPOTLIGHT]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken van scènes
onder spotlights.
[ SNEEUW]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken op heldere
skipistes. Hiermee
voorkomt u dat het
onderwerp onderbelicht wordt.
[ VUURWERK]
Gebruik deze modus
om vuurwerk op te
nemen.
43
Opties
Standaardwaarde
[ PROGRAMMA AE]
Gewenste opnameprogramma*
*Als u [ SLUITERT.P-AE] selecteert,
druk dan niet op , maar ga in plaats
hiervan verder met de procedure hieronder.
1 Zet met ( ) de sluitersnelheid op
de gewenste waarde en druk dan
op .
2Druk op .
Richtlijnen voor sluitertijden
Merk op dat op het scherm alleen de
noemer wordt weergegeven – [ 250]
geeft een sluitertijd aan van 1/250
seconde, etc.
* Alleen in de modus .
**Alleen in de modus .
OPMERKINGEN
[ SLUITERT.P-AE]
- Als u de sluitertijd instelt, gaat het
weergegeven getal knipperen indien de
waarde niet geschikt is voor de
opnameomstandigheden. Selecteer in
dat geval een andere waarde.
- Als u op donkere plaatsen een lange
sluitertijd gebruikt, kunt u een helderder
beeld krijgen, maar kan de beeldkwaliteit
minder zijn en werkt de automatische
scherpstelling mogelijk niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u
opneemt met hoge sluitertijden.
Mini-videolamp
U kunt de mini-videolamp gebruiken
voor het opnemen van video of het
maken van foto's op donkere plekken.
( 23)
[ PROGRAMMA AE]
De camcorder stelt automatisch het diafragma
en de sluitertijd zo in dat voor het onderwerp een
optimale belichting wordt verkregen.
[ SLUITERT.P-AE]
Stel de sluitertijdwaarde in. De camcorder stelt
automatisch de juiste diafragmawaarde in.
DE SLUITERTIJD INSTELLEN
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
1/2*, 1/3*, 1/6, 1/12, 1/25
Voor het maken van opnamen op slecht verlichte
plaatsen.
1/50
Voor normale omstandigheden.
1/120
Voor het opnemen van sportscènes in een zaal.
1/250, 1/500, 1/1000**
Voor het maken van opnamen vanuit een auto of
trein, of voor het opnemen van snel bewegende
objecten, zoals achtbanen.
1/2000**
Voor het maken van opnamen van sportscènes
buiten op zonnige dagen.
Video
44
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( )
[VIDEOLAMP ] en druk op .
verschijnt op het scherm.
Druk nog een keer op om de
mini-videolamp uit te zetten.
Video Snapshot
Neem een aantal korte scènes op, voeg
daar muziek aan toe en geniet op een
andere manier van de films. Door de
muziek te veranderen, geeft u een heel
andere sfeer aan de scènes. U kunt ook
alleen die scènes die u wilt bekijken,
toevoegen aan de afspeellijst (
53) en
daarna de volgorde veranderen.
Gebruik de meegeleverde
software Music Transfer Utility om
vooraf de muziekbestanden op de
Gebruiksaanwijziging/
Muziekgegevens disk CD-ROM over
te zetten. Voor meer informatie
raadpleeg de gebruikshandleiding
(PDF-bestand) van de software.
Scènes opnemen
1 Druk op .
Het licht van de toets gaat
branden.
Op het scherm verschijnt een
blauwe rand.
2 Druk op .
De camcorder neemt ongeveer
4 seconden op en gaat dan
automatisch in de
opnamepauzemodus.
De blauwe rand wordt zwart en
geeft aan hoeveel tijd er ongeveer
is verlopen. Bij het einde van een
opname zal het scherm van de
camcorder even zwart worden. Dit
lijkt op het open en dichtgaan van
de sluiter van een camera.
Scènes gemaakt met Video
Snapshot worden in het
indexscherm aangegeven met
een -markering.
Muziek toevoegen aan scènes
( 23)
( 23)
( 23)
VIDEO SNAP
Start/Stop
45
1 In het indexscherm van de originele
films drukt u op .
Het licht van de toets gaat branden.
Er verschijnt een indexscherm met
alleen scènes gemaakt met Video
Snapshot.
2 De achtergrondmuziek instellen.
[ KIES MUZIEK] Kies
met ( ) een nummer*
* Druk op om het nummer te starten/
stoppen. Selecteer [UIT] om het originele
geluid van de scènes in te stellen.
/ / Zorg ervoor
dat de muziekbestanden in het
medium van de scènes (ingebouwd
geheugen of geheugenkaart)
aanwezig zijn. Voor meer informatie
raadpleeg de gebruikshandleiding
(PDF-bestand) van de meegeleverde
software Music Transfer Utility.
De scènes afspelen
Selecteer een scène waarmee u het
afspelen wilt beginnen en druk op .
Tijdens versneld afspelen is het geluid
uitgeschakeld.
1 In het selectiescherm voor muziek-
nummers selecteert u met ( ) een
nummer dat u wilt verwijderen.
2 Selecteer met ( ) en druk op
.
3 Selecteer met ( ) de optie [JA] en
druk op .
Druk twee keer op om terug
te keren naar het indexscherm.
BELANGRIJK
Muziekbestanden die met de
meegeleverde software Music Transfer
Utility
op de camcorder zijn overgezet,
mogen niet zonder toestemming van de
houder van de auteursrechten worden
gebruikt behalve voor zaken die zijn
toegestaan krachtens toepasselijke
wetten (bijvoorbeeld voor persoonlijk
gebruik). Zorg ervoor dat u de
toepasselijke wetten in acht neemt als u
gebruik maakt van muziekbestanden.
OPMERKINGEN
Als het geheugen wordt geïnitialiseerd,
dan worden ook de muziekbestanden in
het geheugen gewist. Gebruik de
meegeleverde software
Music Transfer
Utility
om vooraf de muziekbestanden
van de
Gebruiksaanwijziging/
Muziekgegevens disk
CD-ROM naar
de camcorder over te zetten.
// Op de
Gebruiksaanwijziging/
Muziekgegevens disk
CD-ROM vindt u
niet alleen nummers die vooraf in het
ingebouwd geheugen zijn geïnstalleerd.
De nummers in het geheugen kunt u
wijzigen en nieuwe combinaties
uitproberen.
Voor meer informatie raadpleeg de
gebruikshandleiding (PDF-bestand)
van de meegeleverde software
Music
Transfer Utility
.
Video Snapshot wordt uitgeschakeld
bij het overgaan naar de afspeelmodus
van de camcorder.
Voordat u overgaat tot het overzetten
van muziekbestanden, raden wij u aan
ervoor te zorgen dat er genoeg ruimte in
het geheugen is (ongeveer 5 keer de
grootte van de muziekbestanden). Bij te
weinig ruimte kunnen de video en audio
niet correct worden afgespeeld.
Als het USB-snoer wordt losgehaald
tijdens het overzetten van
muziekbestanden naar de camcorder,
zal het afspelen van die bestanden
wellicht onmogelijk zijn. In een dergelijk
geval moet u de bestanden in de
( 23)
EEN MUZIEKNUMMER VERWIJDEREN
VIDEO SNAP
FUNC.
FUNC.
/
FUNC.
Video
46
camcorder wissen ( 45) en opnieuw
beginnen met het overzetten.
Functie vooropname
Om ervoor te zorgen dat u de
belangrijke momenten niet mist, begint
de camcorder 3 seconden voordat u op
drukt met het maken van een
opname. Dit is vooral handig wanneer
het moment van het starten van de
opname moeilijk is in te schatten.
1 Druk op de joystick ( ) in voor
het weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [PRE-OPN. ]
en druk op .
verschijnt.
Druk nog een keer op om
vooropname uit te zetten.
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
De opname bevat ook de 3 seconden
voordat werd ingedrukt.
OPMERKINGEN
Als vooropname is ingeschakeld, worden
alle bewerkingsgeluiden uitgezet.
De camcorder zal niet de volledige
3 seconden opnemen als binnen de
3 seconden een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd.
- Vooropname inschakelen
- De standby-modus verlaten
- Een opname stopzetten
Vooropname zal worden uitgeschakeld
bij de volgende handelingen.
- Het FUNC.-menu of de
instellingenmenu´s openen
- Als de camcorder langer dan
5 minuten niet wordt gebruikt
- Het wijzigen van de programmakeuze
- Video Snapshot inschakelen
- De camcorder in standby zetten
Zelfontspanner
[ MENU]
[ CAMERA SETUP]
[ZELFTIMER] [AAN ]
verschijnt.
Modus :
In de pauzemodus tijdens het
opnemen, druk op .
De camcorder begint na 10 seconden
op te nemen*. Op het scherm ziet u dat
wordt afgeteld.
Modus :
Druk op ; eerst slechts
halverwege om de autofocus te
activeren en daarna volledig.
De camcorder begint na 10 seconden
met het maken van de foto*. Op het
scherm ziet u dat er wordt afgeteld.
* 2 seconden wanneer u de
afstandsbediening gebruikt.
( 23)
Start/Stop
Start/Stop
Start/Stop
( 23)
FUNC.
FUNC.
Start/Stop
PHOTO
47
OPMERKINGEN
Als het LCD-paneel naar de lens is
gekeerd, raden wij u aan door op ( )
van de joystick te drukken de
joystickaanduiding te verbergen en het
-pictogram groter te maken.
De zelfontspanner wordt uitgeschakeld
bij de volgende handelingen.
- Het indrukken van (tijdens
het opnemen van films) of
(tijdens het maken van foto's) nadat
het aftellen is begonnen
- Het uitzetten van de camcorder
- Het wijzigen van de programmakeuze
- De camcorder in standby zetten
Automatische tegenlichtcorrectie en
handmatige belichtingsinstelling
Soms kunnen onderwerpen met
achtergrondverlichting te donker
(onderbelicht) overkomen of kunnen
onderwerpen onder zeer sterke
lichtbronnen te helder of verblindend
(overbelicht) overkomen. Dit kunt u
corrigeren door handmatig de
belichting in te stellen of gebruik te
maken van de automatische
tegenlichtcorrectie.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een opnameprogramma,
[ VUURWERK] uitgezonderd.
Automatische tegenlichtcorrectie
U kunt de camcorder tegenlicht
automatisch laten corrigeren bij het
opnemen van een voorwerp met een
sterke lichtbron als achtergrond.
1
Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [BLC ] en
druk op .
verschijnt op het scherm.
Druk nog een keer op voor het
afsluiten van de modus voor
tegenlichtcorrectie.
Handmatige instelling van de belichting
1
Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [EXP ] en
druk op .
De belichting wordt vergrendeld.
Op het scherm verschijnen de
indicator voor instelling van
de belichting en de neutrale
waarde [±0].
Het instelbereik en de lengte van
de belichtingsinstellingsindicator
hangen af van de aanvankelijke
helderheid van het beeld.
3 Stel met ( ) de helderheid van
de foto in.
Bij het bedienen van de
zoomregelaar tijdens de
vergrendeling van de belichting,
verandert de helderheid van de foto.
( 23)
Start/Stop
PHOTO
Video
48
Wanneer de belichting is
vergrendeld, kunt u door op te
drukken, terugkeren naar
automatische belichting.
Handmatige scherpstelling
Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet goed bij de onderwerpen
hieronder. Stel in een dergelijk geval
handmatig scherp.
Reflecterende oppervlakken
Onderwerpen met weinig contrast of
zonder verticale lijnen
Snel bewegende onderwerpen
Opnamen via natte ramen
Nachtscènes
WAAR U OP MOET LETTEN
Stel de zoom in voordat u de procedure
start.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [FOCUS ]
en druk op .
Op het scherm verschijnt [MF].
3 Stel met ( ) zonodig het beeld
scherp.
De scherpstelling wordt vergrendeld.
Wanneer het scherpstellen is
vergrendeld dan kunt u door op
te drukken, terugkeren naar
automatische scherpstelling.
Oneindige scherpstelling
Gebruik deze functie als u wilt
scherpstellen op verafgelegen
onderwerpen zoals bergen of vuurwerk.
In plaats van stap 3 in de vorige
procedure:
Druk op de joystick ( ) in de richting
van en houd hem ingedrukt.
verschijnt.
Wanneer u in- of uitzoomt of op de
joystick ( ) ingedrukt houdt, dan
wijzigt in [MF] en keert de
camcorder terug naar handmatige
instelling.
Witbalans
De witbalansfunctie helpt u bij het
nauwkeurig reproduceren van kleuren
onder verschillende lichtomstandigheden,
zodat witte objecten in uw opnamen altijd
echt wit overkomen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een ander opnameprogramma
dan de opnameprogramma’s voor de
Speciale Scènes.
Opties
Standaardwaarde
( 23)
( 23)
[ AUTO]
De camcorder stelt de witbalans automatisch in
op natuurlijke kleuren.
[ DAG LICHT]
Voor het maken van buitenshuisopnamen op een
heldere dag.
49
[ AUTO]
Gewenste optie*
* Als u [ SET] selecteert, druk dan niet op
, maar ga in plaats hiervan verder
met de procedure hieronder.
1 Richt de camcorder op een wit
object, zoom in totdat het object
het gehele scherm vult en druk op
.
Als de instelling is voltooid, stopt
met knipperen en blijft dit symbool
branden. De camcorder onthoudt de
handmatig ingestelde witbalans ook
als u de camcorder uitzet.
2 Druk op om de instelling op
te slaan en het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
Als u de witbalans handmatig instelt:
- Stel de witbalans op een voldoende
verlichte plaats handmatig in
- Selecteer een ander zoomtype dan
[ DIGITAAL] ( 32).
- Stel de witbalans opnieuw in als de
lichtomstandigheden veranderen.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft
mogelijk knipperen. Het resultaat zal
echter nog steeds beter zijn dan met
de optie [ AUTO].
De normale witbalans levert betere
resultaten op in de volgende gevallen:
- Bij veranderende lichtomstandigheden
- Bij close-ups
- Bij onderwerpen met één kleur (lucht,
zee of bos)
- Onder kwiklampen en bepaalde typen
TL-verlichting
Beeldeffecten
U kunt de beeldeffecten gebruiken om
de kleurverzadiging en het contrast te
wijzigen, zodat u beelden kunt maken
met speciale kleureffecten.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een ander opnameprogramma
dan de opnameprogramma’s voor de
Speciale Scènes.
Opties
Standaardwaarde
[ LAMPLICHT]
Voor het maken van opnamen onder
wolfraamverlichting en TL-buizen van het
wolfraamtype (3 golflengten).
[ SET]
Gebruik deze handmatige modus om witte
onderwerpen onder een gekleurde verlichting wit
uit te laten komen.
DE WITBALANS HANDMATIG INSTELLEN
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
( 23)
[ BEELDEFFECT UIT]
Hiermee maakt u opnamen zonder
beeldverbeterende effecten.
[ VIVID]
Hiermee benadrukt u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ NEUTRAAL]
Hiermee verzacht u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ ZACHT HUIDEFFECT]
Hiermee verzacht u de details van de huid om het
onderwerp een complimenteuzer uiterlijk te
geven. Als u van dichtbij een opname maakt van
een persoon, dan moet u voor het beste effect
deze instelling gebruiken. Denk eraan dat van
vlakken met een kleur die lijkt op de huidskleur
de details afwezig kunnen zijn.
Video
50
[ BEELDEFFECT UIT]
Gewenste optie
Digitale effecten
Opties
Standaardwaarde
* Alleen deze digitale effecten zijn
beschikbaar in de modus .
Instelling
[ D.EFFECT UIT]
Gewenst(e) fader/effect*
**
* U kunt het digitale effect op het scherm
vooraf bekijken.
**Het pictogram van het geselecteerde
digitale effect wordt weergegeven.
Faders en effecten toepassen
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [D.EFFECT ]
en druk op .
Het pictogram van het
geselecteerde effect wordt groen.
Druk nog een keer op om het
digitaal effect uit te zetten (het
pictogram wordt weer wit).
Activeer de geselecteerde fader in de
opnamepauzemodus ( ), en druk
vervolgens op om de opname
te beginnen met een fade in.
Activeer de geselecteerde fader terwijl
u opneemt ( ), en druk vervolgens op
om uit te faden en een pauze
in te lassen.
-modus: Activeer het
geselecteerde effect terwijl u opneemt
of tijdens de opnamepauzemodus.
Modus : Activeer het geselecteerde
effect en druk vervolgens op
om de foto te maken.
( 23)
[ D.EFFECT UIT]
Selecteer deze instelling als u geen gebruik wilt
maken van de digitale effecten.
[ FADE-T] (fade activeren),
[ WEGVEGEN]
Selecteer een van de faders om met een fade
vanaf of naar een zwart scherm een scène te
beginnen of te beëindigen.
[ ZW/W]*
Maakt opnamen in zwart-wit.
[ SEPIA]*
Maakt opnamen in sepia-kleuren voor een
"antieke" uitstraling.
[ KUNST], [ MOZAÏEK]
Selecteer een van deze digitale effecten om uw
opnamen smaakvoller te maken.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
INFADEN
UITFADEN
EEN EFFECT ACTIVEREN
Start/Stop
Start/Stop
PHOTO
51
OPMERKINGEN
Als u een fader gebruikt, wordt deze niet
alleen toegepast op het beeld maar ook
op het geluid. Als u een effect gebruikt,
wordt het geluid normaal opgenomen.
De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling ook als u de digitale
effecten uitschakelt of het
opnameprogramma wijzigt.
Schermgegevens en datacodering
Elke opgenomen scène of foto krijgt
van de camcorder een datacodering die
bestaat uit de datum, tijd en informatie
over de camera-instellingen tijdens de
opname. Bij het bekijken van een foto
ziet u alle gegevens in een
informatiepictogram verschijnen.
Tijdens het afspelen van films kunt u
met de instelling [DATA CODE] bepalen
wat er wordt weergegeven ( 86). U
kunt ook de meeste schermgegevens
in- of uitschakelen.
Door herhaaldelijk op te
drukken, worden de gegevens als
volgt op het scherm weergegeven.
Modus , :
Alle gegevens ingeschakeld
De meeste gegevens zijn
uitgeschakeld*
Modus :
Alle gegevens ingeschakeld
Alleen de datacodering
Alle gegevens uitgeschakeld
Modus :
Alle gegevens ingeschakeld
Alleen reguliere gegevens (verwijdert
het histogram en
informatiepictogrammen)
Alle gegevens uitgeschakeld
* De volgende pictogrammen verschijnen
zelfs als alle andere schermgegevens zijn
uitgeschakeld: De pictogrammen en
(in de -modus), het -pictogram
en AF-beelden als de autofocus
vergrendeld is (in de -modus),
schermtekens (beide opnamestanden).
Hoofdtelefoons gebruiken
Gebruik een hoofdtelefoon tijdens het
afspelen of als u het niveau van het
geluid tijdens de opname wilt
controleren. De hoofdtelefoon wordt
aangesloten op het AV OUT/ H-
aansluitpunt dat zowel als uitgang voor
de hoofdtelefoon als voor de audio/
video wordt gebruikt. Voordat u de
hoofdtelefoon aansluit, moet u de
werkwijze hieronder volgen om het
aansluitpunt te wijzigen van een uitgang
voor AV naar een uitgang voor
(hoofdtelefoon).
* Als u in de -modus opneemt, moet u
vooraf de instellingen van het aansluitpunt en
het volume van de hoofdtelefoon wijzigen.
[ MENU]
[ SYSTEEM SETUP]
[AV/KOPTEL.] [KOPTEL.]
DISP.
*
( 23)
FUNC.
FUNC.
Video
52
verschijnt.
In de -modus past u het volume
van de hoofdtelefoon aan met de
instelling [VOL KOPTEL.] ( 87). In de
-modus doet u dat op dezelfde
manier als het aanpassen van het
volume van de luidspreker ( 35).
Tijdens het afspelen van een diashow
drukt u op ( ) op de joystick om het
volume aan te passen.
BELANGRIJK
Bij gebruik van een hoofdtelefoon moet
u het volume tot een aanvaardbaar
niveau terugbrengen.
Sluit de hoofdtelefoon niet op het AV
OUT/ H -aansluitpunt aan als het -
pictogram niet op het scherm verschijnt.
In een dergelijk geval hoort u alleen
maar ruis.
OPMERKINGEN
Gebruik alleen in de handel verkrijgbare
hoofdtelefoons met een
3,5 mm mini-
jack en een snoer korter dan 3 m.
Zelfs als het AV OUT/ H-aansluitpunt
tijdens het afspelen ingesteld staat op
[ KOPTEL.], dan zal de instelling
wijzigen in [ AV] wanneer u de
bedieningsmodus wijzigt in of .
Gebruik van een externe microfoon
U kunt een in de handel verkrijgbare
hoofdtelefoon aansluiten voor het
opnemen van films.
Bij het opnemen in een hele rustige
omgeving, kan het zijn dat de
ingebouwde microfoon het geluid van
het interne mechanisme van de
camcorder mee opneemt. In een
dergelijk geval raden wij u aan gebruik
te maken van een externe microfoon.
Een microfoon aansluiten
Sluit de externe microfoon aan op het
MIC-aansluitpunt. Gebruik in de handel
verkrijgbare condensmicrofoons met
hun eigen voeding en een kabel die niet
langer is dan 3 meter . U kunt gebruik
maken van vrijwel elke stereomicrofoon
met een stekker van Ø 3,5 mm, maar
het audio-opnameniveau kan onderling
verschillend zijn.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u met een externe
microfoon eerst het opnameniveau voor
audio controleert voordat u met opnemen
begint ( 85).
OPMERKINGEN
De optie [ANTI WIND] wordt automatisch
op [ UIT ] gezet als op de
camcorder een externe microfoon
aangesloten is.
HET VOLUME VAN DE HOOFDTELEFOON
AANPASSEN
( 23)
53
Splitsen van scènes
U kunt scènes splitsen (alleen originele
scènes) om de beste delen te bewaren
en later de rest weg te snijden.
1 Open het indexscherm van de
originele films.
// U kunt films
selecteren uit het ingebouwd
geheugen of van de geheugenkaart
(
37).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt splitsen.
3 Open het scherm voor het splitsen
van scènes.
[ SPLITSEN]
Er wordt gestart met het afspelen
van de geselecteerde scène.
4 Selecteer met ( ) het pictogram
en druk op waar u de
scène wilt splitsen.
U kunt de volgende pictogrammen
gebruiken om exact een punt uit
de scène op te zoeken.
/ : Versneld afspelen
achteruit/vooruit.
/ : Direct naar het begin/
einde van de huidige
scène gaan.
/ : Beeld achteruit/vooruit.
Druk op of om het
afspelen stop te zetten en het
splitsingsscherm te verlaten.
5 Selecteer met ( ) de optie [JA] en
druk op .
Op het scherm verschijnt een
voortgangsbalk.
U kunt op drukken als u de
bewerking wilt onderbreken terwijl
deze wordt uitgevoerd.
6Druk op als het
bevestigingsscherm verschijnt.
De video-opname vanaf het
splitsingspunt tot het eind van de
scène verschijnt als een nieuwe
scène in het indexscherm.
OPMERKINGEN
In deze stand wordt tijdens het afspelen
van de scènes alleen gepauzeerd op
punten waar de scène kan worden
gesplitst.
De volgende scènes kunnen niet
worden gesplitst:
- Scènes die behoren tot scèneselectie
(gemarkeerd met een -vinkje). Haal
vooraf de selectiemarkering weg.
- Scènes die te kort zijn (korter dan 5
seconden).
- Scènes gemaakt met Video Snapshot
- Scènes die niet zijn opgenomen met
deze camcorder.
De eerste en de laatste 2 seconden van
een scène kunnen niet worden gesplitst.
Tijdens het afspelen van een gesplitste
scène kan het zijn dat op het punt waar
de scène werd gesplitst
onregelmatigheden in het beeld/geluid
voorkomen.
De afspeellijst bewerken: Scènes aan
de afspeellijst toevoegen, verwijderen
en verplaatsen
Met een afspeellijst kunt u alleen uw
voorkeurscènes afspelen in een
volgorde die u zelf bepaalt en u kunt ze
ook van muziek voorzien (
44). U
De afspeellijst en bewerkingen
van scènes
( 23)
FUNC.
FUNC.
Video
54
kunt ook een afspeellijst aanmaken met
alleen scènes gemaakt met Video
Snapshot (
44). Verplaatsing of
verwijdering van scènes in de
afspeellijst heeft geen invloed op de
originele opnamen.
Scènes toevoegen aan de afspeellijst.
Opties
1 Open het indexscherm van de
originele films.
U kunt ook op van dit
indexscherm drukken om het
indexscherm voor scènes van
Video Snapshot (
44) te openen.
// U kunt films
selecteren uit het ingebouwd
geheugen of van de
geheugenkaart (
37).
2 Selecteer met ( , ) die scène
de u aan de afspeellijst wilt
toevoegen of een scène waarvan u
de datum aan de afspeellijst wilt
toevoegen.
Deze stap hoeft niet te worden
uitgevoerd voor scènes die vooraf
zijn geselecteerd.
3 Voeg de scène(s) toe aan de
afspeellijst.
[ AAN PLAYLIST
TOEV.] Gewenste optie [JA]
Aan het einde van de bewerking
wordt [AAN PLAYLIST TOEGEV.]
weergegeven.
// Scènes
worden toegevoegd aan de
afspeellijst op het medium
waarmee ze zijn opgenomen.
Om de afspeellijst te controleren,
drukt u op .
OPMERKINGEN
/ / U kunt de
afspeellijst van de geheugenkaart
aanvullen met scènes die oorspronkelijk
met het ingebouwd geheugen zijn
opgenomen ( 55).
Het kan zijn dat scènes die zijn
opgenomen met een ander apparaat niet
kunnen worden toegevoegd aan de
afspeellijst. Ook kan er onvoldoende
ruimte in het geheugen beschikbaar zijn.
U kunt op van de
afstandsbediening drukken om te
wisselen tussen het indexscherm voor
originele films en de afspeellijst van het
betreffende geheugen.
Scènes verwijderen uit de afspeellijst
Verwijdering van scènes uit de
afspeellijst heeft geen invloed op uw
originele opnamen.
Opties
( 23)
[ALLE SCENES (DEZE DAG)]
Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die
gemaakt zijn op dezelfde dag als de gekozen scène.
[ÉÉN SCENE]
Voegt aan de afspeellijst alleen die scène toe die
gemarkeerd is met het oranje selectiekader.
[GESELECTEERDE SCENES]
Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die
vooraf zijn geselecteerd (gemarkeerd met een
vinkje ). Raadpleeg Vooraf opnamen van het
indexscherm selecteren ( 39).
VIDEO SNAP
[ALLE SCENES]
Verwijdert alle scènes van de afspeellijst.
[ÉÉN SCENE]
Verwijdert van de afspeellijst alleen de scène die
gemarkeerd is met het oranje selectiekader.
FUNC.
PLAYLIST
PLAYLIST
55
1 Open het indexscherm van de
afspeellijst.
In het indexscherm van de originele
films drukt u op .
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle
scènes te verwijderen.
3 Verwijder de scène(s).
[ VERWIJDER]
Gewenste optie [JA] [OK]
Scènes verplaatsen in de afspeellijst
Verplaats de scènes in de afspeellijst
om deze af te spelen in de door u
gewenste volgorde.
1 Open het indexscherm van de
afspeellijst.
In het indexscherm van de originele
films drukt u op .
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verplaatsen.
3 Open het scherm om scènes te
verplaatsen.
[ VERPLAATS]
4 Verplaats met ( , ) de oranje
markering naar de gewenste
positie van de scène en druk op
.
De originele positie van de scène en
de huidige positie van de markering
worden weergegeven aan de
onderzijde van het scherm.
5 Selecteer met ( ) de optie [JA] en
druk op om de scène te
verplaatsen.
OPMERKINGEN
Mogelijk kunt u geen scènes uit de
afspeellijst verplaatsen omdat er niet
genoeg ruimte in het geheugen is.
/ / Scènes kopiëren
Originele films of de volledige
afspeellijst kunnen alleen vanaf het
ingebouwd geheugen naar de
overeenkomstige locatie op de
geheugenkaart worden gekopieerd.
Originele films kopiëren
Opties
1 Open van het ingebouwd
geheugen het indexscherm van de
originele films.
2 Selecteer met ( , ) de scène
de u aan de geheugenkaart wilt
toevoegen of een scène waarvan u
de datum wilt kopiëren.
Deze stap hoeft u niet uit te voeren
als u alle scènes of de scènes die u
eerder heeft geselecteerd, wilt
kopiëren.
PLAYLIST
FUNC.
FUNC.
PLAYLIST
FUNC.
( 23)
[ALLE SCENES]
Kopieert alle scènes naar de geheugenkaart.
[ALLE SCENES (DEZE DAG)]
Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
gemaakt zijn op dezelfde dag als de gekozen
scène.
[ÉÉN SCENE]
Kopieert naar de geheugenkaart alleen de scène
die gemarkeerd is met het oranje selectiekader.
[GESELECTEERDE SCENES]
Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
vooraf zijn geselecteerd (gemarkeerd met een
vinkje ). Raadpleeg Vooraf opnamen van het
indexscherm selecteren ( 39).
Video
56
3 Kopieer de scène(s).
[ KOPIËREN]
Gewenste optie [JA]*
[OK]
* Druk op als u de bewerking wilt
onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd.
De gehele afspeellijst kopiëren
1 Open van het ingebouwd
geheugen de afspeellijst van de
originele opnamen.
In het indexscherm van de originele
films in het ingebouwd geheugen,
drukt u op .
2 Kopieer de scène(s).
[ KOPIËREN]
[JA]* [OK]
* Druk op als u de bewerking wilt
onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de
ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de netvoeding niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
U kunt geen films kopiëren als er niet
genoeg ruimte is in het geheugen.
Als de afdekking van de
geheugenkaartsleuf open is of als de
LOCK-schakelaar van de
geheugenkaart op de stand beveiligen
staat, kunt u geen films naar de
geheugenkaart kopiëren.
FUNC.
FUNC.
PLAYLIST
FUNC.
FUNC.
57
Foto’s
Raadpleeg dit hoofdstuk voor meer informatie over het maken van
foto’s – van het vastleggen en weergeven van foto's tot het afdrukken
hiervan.
Foto’s maken
1 Zet het camerakeuzewiel op of
.
2 Schakel de camcorder in.
/ / U kunt kiezen
welk geheugen wordt gebruikt voor
het maken van foto's ( 29).
3 Druk half in.
Zodra automatisch scherp is
gesteld, verandert in een
groene kleur en verschijnen er een
of meer AF-kaders.
Als u op van de
draadloze afstandsbediening
drukt, wordt de foto gemaakt
nadat de automatische
scherpstelling geactiveerd en
vergrendeld is.
4 Druk volledig in.
De ACCESS-indicator zal tijdens het
vastleggen van de foto knipperen.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de
ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de netvoeding niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Als het onderwerp niet geschikt is voor
automatische scherpstelling, verandert
in een gele kleur. Stel dan handmatig
scherp (
48).
De grootte en kwaliteit van foto’s
selecteren
Foto's worden opgeslagen als JPG-
bestanden. Als vuistregel geldt:
selecteer een grotere fotogrootte voor
een hogere kwaliteit. / /
Selecteer de [LW 1152x648]
grootte voor foto's met een hoogte/
breedteverhouding van 16:9.
Elementaire opnamefuncties
( 23)
PHOTO
PHOTO
PHOTO
Foto’s
58
Opties
In de tabel hieronder ziet u de opties
voor de afmetingen van foto's en bij
benadering het aantal foto's dat kan
worden gemaakt met geheugenkaarten
van diverse capaciteit.
[ 1152x864]
(alleen / / ) of
[ 1024x768] (alleen )
Gewenste fotogrootte*
Gewenste fotokwaliteit*
* Druk op om te wisselen tussen de
selectie van grootte en kwaliteit. Het getal
in de rechterhoek geeft bij benadering aan
hoeveel foto’s kunnen worden gemaakt bij
de huidige instelling van de kwaliteit en
grootte.
OPMERKINGEN
De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling, zelfs wanneer u de
camcorder in de stand zet.
Gebruik bij het afdrukken van foto's de
richtlijnen hieronder voor het bepalen
van de afdrukgrootte.
( 23)
FUNC.
FUNC.
Fotogrootte Aanbevolen gebruik
LW 1152x648 Foto's afdrukken op breed
fotopapier of foto's bekijken
op een breedbeeldtelevisie.
L 1152x864 of
L 1024x768
Voor het afdrukken van foto's
op L-grootte (9 x 13 cm) of
ansichtkaartgrootte
(10 x 14,8 cm).
S 640x480 Voor het verzenden van
foto's als bijlagen bij
e-mailberichten of publicatie
op het web.
Het aantal foto's dat bij benadering op een geheugenkaart past
Standaardwaarde
1
: [SUPERFIJN], : [FIJN], : [NORMAAL]
2
Bij benadering het aantal foto’s dat feitelijk op de geheugenkaart kan worden opgenomen.
(Het maximale getal dat op het scherm kan worden weergegeven om het aantal resterende
foto’s aan te duiden is 9999)
Geheugenkaart 128 MB 512 MB 1 GB
Fotokwaliteit
1
Fotogrootte
LW 1152x648
(alleen
/
/
)
245 360 695 970 1.435 2.740 1.945 2.875 5.490
L 1152x864
(alleen /
/
)
185 280 545 735 1.115 2.155 1.470 2.235 4.315
L 1024x768
(alleen )
235 345 695 940 1.370 2.740 1.885 2.745 5.490
S 640x480 585 850 1.530 2.320 3.350 6.035 4.645 6.710 12.085
2
59
Een foto wissen direct nadat deze is
gemaakt
U kunt de laatst gemaakte foto wissen
terwijl u deze bekijkt binnen de
tijdsduur die u hebt ingesteld bij de
optie [BEKIJKEN] of onmiddellijk nadat
u de foto hebt gemaakt als de optie
[BEKIJKEN] op [ UIT] ingesteld is.
Terwijl u de foto bekijkt onmiddellijk
nadat u deze hebt gemaakt:
1 Druk op de joystick ( ) in voor
het weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Druk op .
3 Selecteer met ( ) de optie [JA]
en druk op .
Foto’s bekijken
Als het programmakeuzewiel op of
staat:
1 Druk op .
Ook als de camcorder uit staat, zal
door het indrukken van de
camcorder in de afspeelmodus
opstarten.
Na een paar seconden verschijnt
het indexscherm van de originele
films.
2 Verplaats met ( ) het oranje
keuzekader naar de tabs bovenin
het scherm.
3 Selecteer met ( ) de tab met de
foto’s die u wilt afspelen.
// U kunt
wisselen tussen de foto's die
opgenomen zijn met het ingebouwd
geheugen en die met de
geheugenkaart zijn opgenomen.
Raadpleeg Selecteren welke
opnamen u wilt afspelen ( 37).
( 23)
Elementaire weergavefuncties
( 23)
Foto’s
60
4 Keer met ( ) terug naar het
indexscherm.
5 Selecteer met ( , ) een foto.
Verplaats het oranje selectiekader
naar de foto die u wilt bekijken.
Druk op de joystick ( ) in om het
selectiekader uit te breiden en
doorzoek met ( ) de alle pagina's.
Druk op de joystick ( ) in om terug
te keren naar het indexscherm.
6 Druk op .
Het indexscherm wordt gesloten en
de geselecteerde foto verschijnt op
het scherm.
7 Druk ( ) op de joystick in om van
de ene naar de andere foto te gaan.
Houd ( ) op de joystick ingedrukt
om de foto’s snel te doorlopen.
Als het programmakeuzewiel op staat:
1 Druk op .
Ook als de camcorder uit staat, zal
door het indrukken van de
camcorder in de afspeelmodus
opstarten.
De foto die u als laatste gemaakt
hebt, zal verschijnen.
2 Druk ( ) op de joystick in om van
de ene naar de andere foto te
gaan.
Houd ( ) op de joystick ingedrukt
om de foto’s snel te doorlopen.
Van de ene foto naar een andere foto
springen en hierbij andere foto’s overslaan
Als u een groot aantal foto’s hebt
gemaakt, kunt u per keer van een
bepaalde foto naar een andere foto
springen en hierbij 10 of 100 foto’s
overslaan.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) en druk op
.
3 Selecteer met ( ) de optie
[ VOLGENDE 10] of
[ VOLGENDE 100].
4 Sla met ( ) het aantal
geselecteerde foto's over en druk
op .
Indexscherm
1 Verplaats de zoomregelaar naar W.
Het indexscherm van de foto’s
verschijnt.
// U kunt
wisselen tussen de foto's die
opgenomen zijn met het ingebouwd
geheugen en die met de
geheugenkaart zijn opgenomen.
Raadpleeg Selecteren welke
opnamen u wilt afspelen ( 37).
2 Selecteer met ( , ) een foto.
Verplaats het oranje selectiekader
naar de foto die u wilt bekijken.
Druk op de joystick ( ) in om het
selectiekader uit te breiden en
doorzoek met ( ) alle pagina's.
Druk op de joystick ( ) in om terug
te keren naar het indexscherm.
3 Druk op .
Het indexscherm wordt gesloten en
de geselecteerde foto verschijnt op
het scherm.
Diashow
U kunt alle foto's gebruiken om een
diashow af te spelen en u kunt de show
ook van muziek voorzien.
VOLGENDE 10
61
1 Selecteer de eerste foto van de
diashow.
2 Druk op om de foto’s na
elkaar weer te geven.
Druk op om de diashow te
stoppen.
1 In het indexscherm voor foto's
drukt u op .
2 Kies een nummer dat u samen met
de diashow wilt afspelen.
[ KIES MUZIEK]
Selecteer met ( ) een nummer*
* Druk op om het nummer te starten/
stoppen.
U kunt muziekbestanden
verwijderen om zo ruimte in het
geheugen vrij te maken ( 45).
Raadpleeg Het volume aanpassen
( 35) voor informatie over het
aanpassen van het
luidsprekervolume.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de netvoeding niet en zet
de camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
De volgende foto’s worden mogelijk niet
goed weergegeven:
- Foto’s die niet met deze camcorder
zijn gemaakt.
- Foto’s bewerkt op of geupload naar
een computer.
- Foto’s waarvan de bestandsnamen
zijn gewijzigd.
OPMERKINGEN
// Bij het afspelen
van een diashow moet u ervoor zorgen
dat de muziekbestanden zich op het
medium van de foto's bevinden
(ingebouwd geheugen of
geheugenkaart). Voor meer informatie,
raadpleeg de gebruikshandleiding (PDF-
bestand) van de meegeleverde software
Music Transfer Utility.
Bij het afspelen van een diashow vanaf
een geheugenkaart, raden wij u aan een
geheugenkaart te gebruiken met een
snelheidsklasse 2 of hoger. Bij gebruik
van geheugenkaarten zonder een
snelheidsaanduiding, kan het langer dan
normaal duren voordat de volgende foto
wordt getoond of kan er een kleine
onderbreking van het geluid zijn.
Foto’s tijdens weergave vergroten
Foto’s kunt u tijdens weergave vijfmaal
zo groot maken.
1 Verplaats de zoomregelaar naar T.
De foto wordt tweemaal zo groot
weergegeven en er verschijnt een
kader dat de positie van het
vergrote gebied aanduidt.
DE DIASHOW VAN MUZIEK VOORZIEN
/
FUNC.
FUNC.
FUNC. FUNC.
( 23)
Foto’s
62
Verplaats de zoomregelaar naar T
als u de foto verder wilt vergroten.
Als u de vergroting wilt verkleinen
tot minder dan tweemaal,
verplaats de zoomregelaar dan
naar W.
wordt weergegeven bij foto’s
die u niet kunt vergroten.
2 Verplaats met ( , ) het kader
naar het deel van het beeld dat u
wilt vergroten.
Als u de vergroting wilt annuleren,
verplaats de zoomregelaar dan naar
W totdat het kader verdwijnt.
Foto’s verwijderen
Foto’s die u niet wilt behouden, kunt u
verwijderen.
Eén enkele foto verwijderen
1 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt wissen.
2
Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de joystickaanduiding.
3 Selecteer met ( ) en druk op
.
4 Selecteer met ( ) [JA] en druk
op .
Foto’s van het indexscherm verwijderen
Opties
1 Open het indexscherm voor fotos.
Verplaats de zoomregelaar naar W.
/ U kunt
wisselen tussen de foto's die
opgenomen zijn met het
ingebouwd geheugen en die met
de geheugenkaart zijn
opgenomen. Raadpleeg
Selecteren welke opnamen u wilt
afspelen ( 37).
2 Selecteer met ( , ) de foto
die u wilt verwijderen.
Deze stap hoeft u niet uit te voeren
als u alle foto's of de foto's die u
eerder hebt geselecteerd, wilt
verwijderen.
3 Verwijder de foto('s).
[ VERWIJDER]
Gewenste optie [JA]*
[OK]
* Als u een andere optie heeft gekozen als
[ÉÉN BEELD], kunt u door op te
drukken de voortgang van de activiteit
onderbreken. Sommige foto's zullen
desondanks worden verwijderd.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het verwijderen van
foto’s. Verwijderde foto’s bent u voorgoed
kwijt.
OPMERKINGEN
Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen.
( 23)
[ALLE FOTO’S]
Verwijdert alle foto’s.
[ÉÉN BEELD]
Verwijdert alleen de foto die met het oranje
selectiekader is gemarkeerd.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Verwijdert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren ( 39).
FUNC.
FUNC.
63
// Opnamemodus:
Continue-opnamen en reeksopnamen
Maak een reeks foto’s van een
bewegend onderwerp of maak dezelfde
foto met 3 verschillende belichtingen
om later de foto te kiezen die u het best
bevalt.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een opnameprogramma,
[ VUURWERK] uitgezonderd.
Opties
Standaardwaarde
[ ENKEL]
Gewenste optie
1 Druk half in om de
automatische scherpstelling te
activeren.
2 Houd volledig ingedrukt.
Het opnemen van foto's gaat net
zolang door totdat u de toets loslaat.
Aanvullende functies
( 23)
Maximale aantal continue-opnamen
Deze cijfers zijn bij benadering en variëren naargelang de opnameomstandigheden en de
onderwerpen.
Het werkelijke aantal beelden per seconde zal minder zijn bij een sluitersnelheid van 1/25 of
lager.
Aantal foto's per seconde
Normale snelheid 2,5 foto's
Hoge snelheid 4,1 foto's
Maximale aantal continue-opnamen
LW 1152 x 648,
L 1152 x 864
10 foto’s
S 640 x 480 20 foto’s
[ ENKEL]
Neemt één foto op.
[ CONT.OPNAME] (Continue-opnamen
maken), [ HOGESNELH. C.OPNAME]
(Continue-opnamen maken met hoge snelheid)
Maakt een reeks foto’s zolang u
ingedrukt houdt. Voor het aantal opnamen,
raadpleeg de verticale balk op pagina 63.
[ AEB] (Auto Exposure Bracketing -
Reeksopnamen)
De camcorder maakt een foto met drie
verschillende belichtingen (donker, normaal, licht
in stappen van 1/2 EV), zodat u de opname kunt
kiezen die u het meest bevalt.
CONTINUE-OPNAMEN/
C
ONTINUE-OPNAMEN MET HOGE SNELHEID
PHOTO
FUNC.
FUNC.
PHOTO
PHOTO
Foto’s
64
Druk eerst half in om de
automatische scherpstelling te
activeren en daarna helemaal in om
de foto's op te nemen.
Drie foto's met een verschillende
belichting worden opgenomen.
Histogramweergave
Tijdens het bekijken van foto’s kunt u
het histogram weergeven, evenals de
pictogrammen van alle functies die ten
tijde van de opname werden gebruikt.
Gebruik het histogram als een
referentie om de juiste belichting van de
foto te controleren.
Het gebied rechts van het histogram
vertegenwoordigt de lichte gebieden en
de linkerzijde de schaduwen. Een foto
waarvan het histogram naar rechts
piekt, is relatief helder; terwijl een foto
waarvan het histogram naar links piekt,
relatief donker is.
OPMERKINGEN
Het histogram verschijnt ook tijdens het
bekijken van de foto gedurende de tijd die
is ingesteld met de optie [BEKIJKEN]. U
kunt ervoor kiezen het histogram uit te
zetten door te drukken op
( 51).
Foto’s beveiligen
U kunt foto’s beveiligen tegen ongewild
wissen.
Eén enkele foto beveiligen
1 Open het fotoselectiescherm.
[ BEVEILIG]
Op het scherm verschijnt
[ BEVEILIG].
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt beveiligen.
3 Druk op om de foto te
beveiligen.
Op de balk aan de onderzijde
verschijnt en de foto kan dan niet
meer worden verwijderd. Druk nog
een keer op als u de beveiliging
wilt verwijderen.
4 Herhaal stap 2 en 3 om nog meer
foto’s te beveiligen of druk
tweemaal op om het menu
te sluiten.
Foto's van het indexscherm beveiligen
Opties
REEKSOPNAMEN
( 23)
PHOTO
Schaduwen
Pixeltelling
Lichte
gebieden
DISP.
( 23)
[INDIVIDUELE FOTO’S]
Hetzelfde scherm dat beschreven staat in Eén
enkele foto beveiligen ( 64) wordt geopend.
Om de foto te beveiligen, begint u bij stap 3 van
die werkwijze.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Beveiligt alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren ( 39).
[VERWIJDER ALLE SELECTIE]
Verwijdert de beveiliging van alle foto’s.
FUNC.
FUNC.
65
[ BEVEILIG]
Gewenste optie [JA] [OK]
BELANGRIJK
Door het opnamemedium te initialiseren
( 29) worden alle opnamen gewist,
inclusief de beveiligde foto's.
/ / Foto’s kopiëren
U kunt foto’s alleen maar van het
ingebouwd geheugen naar de
geheugenkaart kopiëren.
Eén foto kopiëren
1 Open in weergave voor één foto
de foto die u wilt kopiëren ( 60).
2 Kopieer de foto naar de
geheugenkaart.
[ KOPIËREN]
Druk op [JA] Druk twee
keer op
Foto’s van het indexscherm kopiëren
Opties
1 Open het indexscherm voor foto's
die zijn opgenomen met het
ingebouwd geheugen.
Verplaats de zoomregelaar naar W
en selecteer dan de (ingebouwd
geheugen)-tab.
2 Als u slechts één foto wilt
kopiëren, selecteer met ( , )
de foto.
3 Kopieer de foto(’s).
[
KOPIËREN]
Gewenste optie [JA]*
[OK]**
* Als u [GESELECTEERDE FOTO’S] of [ALLE
FOTO’S] hebt gekozen, kunt u door op
te drukken de voortgang van de activiteit
onderbreken.
**Deze stap is niet nodig als u één enkele foto
kopieert.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de
ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Ontkoppel de netvoeding niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Wanneer er niet genoeg vrije ruimte op
de geheugenkaart is, kopieert de
camcorder zoveel mogelijk foto's
voordat de bewerking wordt stopgezet.
( 23)
[ALLE FOTO’S]
Kopieert alle foto’s.
[ÉÉN BEELD]
Kopieert alleen de foto die met het oranje
selectiekader is gemarkeerd.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Kopieert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren ( 39).
FUNC.
FUNC.
Foto’s
66
Als de afdekking van de
geheugenkaartsleuf open is of als de
LOCK-schakelaar van de geheugenkaart
op de stand beveiligen staat, kunt u geen
foto’s naar de geheugenkaart kopiëren.
Andere functies voor het maken van foto´s
Foto’s afdrukken
De camcorder kan worden aangesloten
op elke printer die compatibel is met
PictBridge. U kunt als afdrukopdracht
vooraf de foto’s markeren die u wilt
afdrukken en het gewenste aantal
exemplaren instellen ( 69).
Canon-printers: SELPHY printers uit de
CP-, DS- en de ES-series en
inktjetprinters met het PictBridge-logo.
De camcorder aansluiten op de printer
1 Schakel de printer in.
2 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB-
kabel.
Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 72).
Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [PC/PRINTER] en
druk op .
/ / Selecteer
vooraf het geheugen met de foto’s
die u wilt afdrukken ( 37).
Als het indexscherm voor foto’s
verschijnt, verplaats u de
zoomregelaar naar T om de foto
weer te geven.
U kunt ook de volgende functies
gebruiken...
De volgende functies en programma’s
van de camcorder kunt u gebruiken
voor het opnemen van video of voor
het maken van foto's. De manier
waarop u deze functies moet instellen
en gebruiken, is al in detail besproken.
Daarom geven wij alleen een verwijzing
naar de relevante pagina in het
“Video”-hoofdstuk.
Zoom ( 32)
Quick Start ( 34)
Opnameprogramma's ( 41, 42)
Mini-videolamp ( 43)
Zelfontspanner ( 46)
Automatische tegenlichtcorrectie en
handmatige belichtingsinstelling ( 47)
Handmatige scherpstelling ( 48)
Witbalans ( 48)
Beeldeffecten ( 49)
Digitale effecten ( 50)
Foto’s afdrukken
( 23)
67
verschijnt en verandert in .
De afdruk/deeltoets gaat
branden en de huidige
afdrukinstellingen worden circa
6 seconden weergegeven.
BELANGRIJK
Indien blijft knipperen (langer dan
1 minuut) of indien niet verschijnt,
dan is de camcorder niet op de juiste
wijze aangesloten op de printer. Haal in
dat geval de USB-kabel uit de
camcorder en zet de camcorder en
printer uit. Zet beide apparaten na korte
tijd weer aan, zet de camcorder in de
stand en herstel de verbinding.
Ook als u een printer hebt aangesloten
op de camcorder wordt deze tijdens de
volgende bedieningshandelingen niet
herkend.
- Alle foto’s wissen.
- Alle overzetopdrachten wissen.
- Alle afdrukopdrachten wissen.
OPMERKINGEN
wordt weergegeven bij foto’s die u
niet kunt afdrukken.
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Raadpleeg ook de printerhandleiding.
Als u de optionele DW-100 DVD-
brander niet wilt gebruiken, kunt u
[USB-INSTELL.] instellen op [ PC/
PRINTER]
( 87) waardoor niet elke
keer wanneer u de camcorder op een
printer aansluit het selectiescherm voor
het apparaattype wordt getoond.
De aansluiting op een PictBridge-
compatibele printer werkt niet als de
geheugenkaart 1.800 foto’s of meer
bevat.
Het verdient aanbeveling het aantal
foto’s op de geheugenkaart niet hoger
te laten worden dan 100. Dat garandeert
een optimale prestatie.
Haal de USB-kabel uit de camcorder
voordat u de bedieningsmodus wijzigt.
Afdrukken maken met de
(Afdrukken/Delen)-toets
U kunt zonder dat u de instellingen
wijzigt, een foto afdrukken door
in te drukken.
1 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt afdrukken.
2 Druk op .
Het afdrukken begint. De -
toets knippert en blijft branden als
het afdrukken klaar is.
Om verder te gaan met het
afdrukken, kiest u met ( ) een
andere foto.
De afdrukinstellingen selecteren
U kunt voor een afdruk het aantal
exemplaren en andere instellingen
selecteren. De instellingsopties variëren
afhankelijk van uw printermodel.
( 23)
Foto’s
68
Opties
OPMERKINGEN
Het hangt van het printermodel af wat de
instellingsopties zijn voor het afdrukken en
wat de [STANDAARD]-instellingen zijn.
Raadpleeg voor bijzonderheden de
printerhandleiding.
Afdrukken nadat u de afdrukinstellingen
hebt gewijzigd
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) en druk op
.
Het instelmenu verschijnt.
3 Selecteer in het instelmenu met
( , ) de functie die u wilt
wijzigen en druk op .
4 Selecteer met ( ) de gewenste
instellingsoptie en druk op .
5 Selecteer met ( , ) de optie
[PRINT] en druk op .
Het afdrukken begint. Het
instelmenu verdwijnt wanneer alle
foto’s zijn afgedrukt.
Om verder te gaan met het
afdrukken, kiest u met ( ) een
andere foto.
1 Druk tijdens het afdrukken op .
2 Selecteer met ( ) de optie [OK]
en druk op .
Haal de kabel uit de camcorder en printer
en schakel de camcorder uit.
[PAPIER]
[ PAPIER FORMAAT]: Het hangt van het
printermodel af welke papierformaten
beschikbaar zijn.
[ PAPIER TYPE]: Selecteer [PHOTO], [FAST
PHOTO], [NORMAAL] of [STANDAARD].
[ PAGINAINDELING]: Selecteer [STANDAARD],
[OMKADERD] of een van de volgende pagina-
indelingen.
[RANDLOOS]: De foto wordt vergroot en wordt
aan de randen mogelijk iets afgesneden om op
het papier te passen.
[2-PLUS], [4-PLUS], [8-PLUS], [9-PLUS], [16-PLUS]:
Raadpleeg de verticale balk op pagina 69.
[ ] (Datum afdrukken)
Selecteer [AAN], [UIT] of [STANDAARD].
[ ] (Afdrukeffect)
Alleen beschikbaar met printers die compatibel
zijn met de beeldoptimalisatiefunctie (Image
Optimize). Selecteer [AAN], [UIT] of
[STANDAARD].
Canon inktjet/SELPHY DS printers: U kunt ook
[VIVID], [NR] of [VIVID+NR] selecteren.
[ ] (Aantal exemplaren)
Selecteer 1-99 exemplaren.
HET AFDRUKKEN ANNULEREN
NADAT U KLAAR BENT MET AFDRUKKEN
Huidige papierinstellingen (papierformaat,
papiertype en pagina-indeling)
Datum afdrukken
Afdrukeffect
Aantal exemplaren
Papierinstellingen
69
Als er zich tijdens het afdrukken een fout
voordoet, verschijnt er een foutbericht
(bijvoorbeeld [GEEN PAPIER] ) op de
camcorder. Los het probleem op met
behulp van de foutenlijst
( 100) en de
handleiding van de printer.
Printers van Canon die compatibel zijn met
PictBridge:
Als het afdrukken niet
automatisch wordt hervat nadat u het
probleem hebt verholpen, selecteer dan
[DOORGAAN] en druk op om het
afdrukken te hervatten. Als die optie niet
beschikbaar is, selecteer dan [STOP] en
druk op en begin opnieuw met
afdrukken vanaf het begin.
Overige printers of wanneer de fout aanhoudt
bij gebruik van een Canon-printer: Als het
afdrukken niet automatisch wordt
hervat, verwijder dan de USB-kabel en
zet de camcorder uit. Zet na korte tijd
de camcorder weer aan en herstel de
USB-verbinding.
BELANGRIJK
Foto’s waarvan de naam is veranderd of
die zijn gemaakt, bewerkt, gewijzigd
met een ander apparaat worden niet
goed afgedrukt met een PictBridge-
compatibele printer.
Als het bericht [BEZIG.] niet verdwijnt,
verwijder dan de USB-kabel en herstel
na korte tijd de verbinding.
Afdrukopdrachten
U kunt als afdrukopdracht vooraf de
foto’s markeren die u wilt afdrukken en
het gewenste aantal exemplaren
instellen. Later kunt u de
afdrukopdrachten eenvoudig afdrukken
door de camcorder aan te sluiten op
een met PictBridge compatibele printer
( 66). U kunt afdrukopdrachten
instellen voor maximaal 998 foto’s.
AFDRUKFOUTEN
( 23)
Meerdere beelden afdrukken op hetzelfde vel [2-PLUS], [4-PLUS], etc.
Bij gebruik van Canon-printers kunt u dezelfde foto meerdere malen afdrukken op
hetzelfde vel. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het aanbevolen aantal
exemplaren, afhankelijk van de [ PAPIER FORMAAT]-instelling.
1
U kunt ook de speciale stickervellen gebruiken.
2
Met de [8-PLUS]-instelling kunt u ook de speciale stickervellen gebruiken (alleen SELPHY
CP-printers).
SELPHY CP: Als u het brede fotopapier gebruikt met de [STANDAARD]-instelling, kunt u
ook [2-PLUS] of [4-PLUS] gebruiken.
[ PAPIER FORMAAT] [5,4 x 8,6 cm] [9 x 13 cm] [10 x 14,8 cm] [A4]
Canon-printer
inktjetprinters
SELPHY DS
2, 4, 9 of 16
1
4
SELPHY CP/ES 2, 4 of 8
2
2 of 4 2 of 4
Foto’s
70
Foto’s selecteren om af te drukken
(afdrukopdracht)
Stel de afdrukopdrachten vast voordat
u de meegeleverde USB-kabel met de
camcorder verbindt.
Eén enkele foto markeren met een
afdrukopdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
[ PRINT OPDR.]
Op het scherm verschijnt .
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt markeren voor een
afdrukopdracht.
3 Druk op om de
afdrukopdracht in te stellen.
Het aantal exemplaren wordt
weergegeven in oranje.
4 Stel met ( ) het aantal gewenste
exemplaren in en druk op .
Stel het aantal exemplaren in op 0
als u de afdrukopdracht wilt
annuleren.
5 Herhaal stap 2 t/m 4 als u nog
meer foto's wilt markeren met een
afdrukopdracht of druk tweemaal
op om het menu te sluiten.
Vanuit het indexscherm afdrukopdrachten
instellen
Opties
[ PRINT OPDR.]
Gewenste opdracht [JA] [OK]
Foto’s afdrukken die zijn gemarkeerd met
een afdrukopdracht
1 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB-
kabel.
Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 72).
2 Open het instelmenu.
[ MENU]
[ PRINT]
Het instelmenu verschijnt.
Als er geen foto's gemarkeerd staan
voor een afdrukopdracht, verschijnt
[STEL PRINTOPDR. IN].
3 Selecteer met ( , ) de optie
[PRINT] en druk op .
FUNC.
FUNC.
[INDIVIDUELE FOTO’S]
Hetzelfde scherm dat beschreven staat in Eén
enkele foto markeren met een afdrukopdracht
( 70) wordt geopend. Om de afdrukopdracht
in te stellen, begint u bij stap 3 van die
werkwijze.
[GESELECT. FOTOS(1 KOP.)]
Stelt een afdrukopdracht in van 1 exemplaar van
elke foto die vooraf is geselecteerd (gemarkeerd
met een vinkje ). Raadpleeg Vooraf opnamen
van het indexscherm selecteren ( 39).
[VERWIJDER ALLES]
Verwijdert alle afdrukopdrachten.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
71
Het afdrukken begint. Het
instelmenu verdwijnt wanneer alle
foto’s zijn afgedrukt.
OPMERKINGEN
De aangesloten printer bepaalt of u voor
stap 3 al bepaalde afdrukinstellingen
kunt wijzigen ( 67).
•Raadpleeg pagina 68 als u het
afdrukken wilt annuleren.
Het afdrukken hervatten: Open het
instelmenu zoals beschreven in stap 2.
Selecteer in het menu van de
afdrukinstellingen de optie [HERVAT]*
en druk op . De resterende foto’s
worden afgedrukt.
Het afdrukken kan niet worden hervat
als de afdrukopdrachtinstellingen zijn
gewijzigd of als u een foto met
afdrukopdrachtinstellingen hebt
verwijderd.
* Wanneer de afdrukopdracht na de eerste
foto wordt onderbroken, verschijnt
hiervoor in de plaats [PRINT].
72
Externe aansluitingen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de camcorder aansluit op een extern
apparaat zoals een TV, videorecorder of computer.
Aansluitschema’s
Aansluitpunten op de camcorder
AV OUT/ H-aansluitpunt
Toegang: Open het LCD-paneel.
Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt
als de stereovideokabel STV-250N is aangesloten op de
camcorder.
USB Aansluitpunt
Toegang: Open het LCD-paneel.
Aansluiting
Type: Analoog Alleen uitgang
Aansluiten op een TV of een videorecorder met audio/video-ingangen. Als de TV de
beeldverhouding niet automatisch kan detecteren en aanpassen ( 87), wijzig dan
met [TV TYPE] de juiste verhouding (breedbeeld of 4:3).
VIDEO
AUDIO
R
L
STV-250N Stereovideokabel
(meegeleverd)
Geel
Wit
Rood
73
Sluit de camcorder aan op een TV om
samen met familie en vrienden van uw
opnamen te genieten.
Voordat u de verbinding aanbrengt,
stelt u vooraf [AV/KOPTEL.] in op
[ AV] ( 87).
1 Zet de camcorder en TV uit.
2 Sluit de camcorder aan op de TV.
Raadpleeg Aansluitschema´s ( 72)
en selecteer de meest geschikte
aansluiting voor uw TV.
3 Zet de aangesloten TV aan.
Selecteer op de TV als video-ingang
hetzelfde aansluitpunt als het
aansluitpunt waarop u de camcorder
hebt aangesloten. Raadpleeg de
gebruikshandleiding van de
aangesloten TV.
4 Stel de camcorder in op -
modus ( 35) of op -modus
( 59).
Begin met het afspelen van films of
foto’s.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Geluid uit de ingebouwde luidspreker
wordt onderdrukt als de
stereovideokabel STV-250N is
aangesloten op de camcorder.
Pas bij de TV het volume aan.
Wanneer u 16:9 films afspeelt op een
standaard-TV met een beeldverhouding
van 4:3, zal de TV automatisch
overschakelen naar breedbeeld als de
TV compatibel is met het WSS-systeem.
In andere gevallen moet u de hoogte/
breedteverhouding van uw TV
handmatig wijzigen.
Aansluiting
In alle opzichten, exact dezelfde aansluiting als de aansluiting hierboven.
Aansluiten op een standaard-TV- of videorecorder met SCART-ingang. Vereist een
SCART-adapter (in de winkel verkrijgbaar).
Aansluiting
Type: Aansluiting voor digitale gegevens
Verbind met een computer om met de optionele DW-100 DVD-brander een back-up te
maken van de opnamen op DVD-schijven of om met een printer foto's af te drukken.
STV-250N Stereovideokabel
(meegeleverd)
Geel
Wit
Rood
SCART-adapter
(in de winkel verkrijgbaar)
USB-kabel (meegeleverd)
Afspelen op een TV-scherm
( 23)
Externe aansluitingen
74
Op de computer een back-up maken
van de opnamen
Films die u met deze camcorder hebt
opgenomen, worden opgeslagen op de
geheugenkaart op het ingebouwd
geheugen (alleen / / ).
Door de beperkte ruimte op een
geheugenkaart raden wij u aan
regelmatig op de computer een back-
up van de films te maken.
PIXELA ImageMixer 3 SE
Met de meegeleverde software
ImageMixer 3 SE Transfer Utility kunt u
scènes op de camcorder naar de harde
schijf van de computer overzetten. Op de
computer kunt u netjes de video's in
albums rangschikken en commentaar
toevoegen voor snelle en makkelijke
zoekopdrachten. Met de meegeleverde
software ImageMixer 3 SE Video Tools,
kunt u ook scènes bewerken,
converteren en andere afmetingen geven
om ze naar uw website te uploaden of
om ze mee te nemen met een draagbare
videospeler. Meer informatie over de
beschikbare functies vindt u in
gebruikshandleiding (PDF-bestand) van
de software. Meer informatie over het
installeren van de software vindt u in
PIXELA ImageMixer 3 SE
Installatiehandleiding.
De opnamen opslaan zonder een
computer
Als u de voorkeur geeft de opnamen op
te slaan zonder een computer te
gebruiken, kunt u de optionele DW-100
DVD-brander gebruiken om DVD-
schijven van de films te maken of foto-
DVD’s van de foto's ( 74). U kunt de
camcorder ook aansluiten op een
externe opnameapparaat (DVD- of
HDD-recorder, videorecorder, etc.) om
kopieën van de films op te slaan
( 77).
BELANGRIJK
Wanneer de camcorder is aangesloten
op een computer: Vanuit de computer
kunt u beter geen mappen en
bestanden op de camcorder openen,
wijzigen of verwijderen omdat u het
risico loopt gegevens definitief kwijt te
raken.
Is de camcorder aangesloten op een
computer, dan moet u de afdekking van
de geheugenkaartsleuf niet openen en
de geheugenkaart niet verwijderen.
DVD-schijven en foto-DVD’s creëren
U kunt de camcorder op de optionele
DW-100 DVD-brander aansluiten om
DVD-schijven van de films te maken of
foto-DVD-schijven van de foto’s. Meer
informatie over de aansluiting en
werking vindt u in de
gebruikshandleiding van de DW-100.
Raadpleeg deze paragraaf, samen met
andere relevante paragrafen in de
gebruikshandleiding van de DW-100.
De opnamen opslaan en
een back-up maken
( 23)
75
Opties voor het maken van DVD-schijven
( -modus)
Opties voor het maken van foto-DVD’s
( -modus)
Voorbereidingen op de camcorder
1 Zet de camcorder in de -
modus om DVD-schijven van de
films te maken of in de -
modus om foto-DVD’s van de
foto's te maken.
Lever met de compacte
netvoeding stroom aan de
camcorder.
/ / Selecteer
vooraf het geheugen met de
scènes of foto’s die u wilt
toevoegen ( 37).
2 Selecteer de scènes of foto’s die u
aan de schijf wilt toevoegen.
[ MENU]
[ SYSTEEM SETUP]
[VOEG T.DISC] Gewenste optie
Aansluiten op een DVD-brander en een
schijf samenstellen
1 Schakel de DVD-brander in.
Raadpleeg DVD´s
samenstellen.
2 Sluit de camcorder op de DVD-
brander aan met de meegeleverde
USB-kabel.
Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 72)
en Aansluitingen.
Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [DVD-BRANDER] en
druk op .
Als de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt [GEEN DISC]
op het scherm.
3 Stop een nog niet gebruikte schijf
in de DVD-brander.
Gebruik de OPEN/CLOSE-toets op
de DVD-brander om de lade te
openen en sluiten.
Nadat de schijf herkend is,
verschijnt op een informatiescherm
het type DVD, de geschatte tijd
voor het samenstellen en het
aantal schijven dat daarvoor nodig
is (met de schijf in de lade als
uitgangspunt).
Als u een DVD-RW-schijf invoert
die al gegevens bevat, verschijnt
[DE SCHIJF IS BESCHREVEN] op
het scherm. Om de gegevens te
overschrijven (de inhoud van de
schijf wissen), druk op ,
selecteer [JA] en druk weer op .
[ALLE SCENES]
Alle scènes aan de schijf toevoegen.
[OVERB.SC.S]
Voegt alleen de scènes toe die niet eerder aan de
schijf werden toegevoegd.
[PLAYLIST]
Voegt alleen de scènes toe die in de afspeellijst
staan ( 53).
[ALLE FOTO’S]
Voegt alle foto’s aan de diashow aan de schijf
toe.
[ OVERD.OPDR.]
Voegt alleen de foto’s toe die zijn gemarkeerd
met een kopieeropdracht ( 80).
FUNC.
FUNC.
Externe aansluitingen
76
4 Druk op de starttoets van de DVD-
brander.
Op het scherm verschijnt een
voortgangsbalk.
Na het indrukken van de starttoets
(tijdens het beschrijven van de
schijf) kunt u de bewerking niet
meer annuleren.
Wanneer de schijf (of de laatste
schijf bij meerdere schijven) is
afgesloten, verschijnt [TAKEN
UITGEVOERD] op het scherm.
Haal de schijf eruit en sluit de lade.
Nadat een schijf is afgesloten, wordt de
schijf automatisch uitgeworpen en
verschijnt [VOER EEN LEGE SCHIJF IN
EN SLUIT DE LADE] op het scherm.
Voer de volgende schijf in en sluit de
lade.
Nadat de bewerking is afgesloten,
verschijnt [VOER EEN LEGE SCHIJF IN]
op het scherm. Voer een lege schijf in
en sluit de lade.
Schijven die zijn opgenomen met deze
camcorder en de DVD-brander kunt u
afspelen op DVD-spelers en computers
die aan de volgende eisen voldoen:
Compatibel met de opgenomen
s
chijven (DVD-R/DVD-R DL/DVD-RW-
schijven)
Compatibel met de DVD-
videospecificaties
De geïnstalleerde en actieve DVD-
afspeelsoftware (in geval van
computers)
Raadpleeg de gebruikshandleiding van
het
externe apparaat en zorg ervoor dat
het compatibel is.
BELANGRIJK
Is de camcorder aangesloten op een
DVD-brander, dan moet u de afdekking
van de geheugenkaartsleuf niet openen
en de geheugenkaart niet verwijderen.
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator op
de camcorder brandt of knippert. U kunt
uw gegevens anders voorgoed
kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder USB-kabel niet.
- Verwijder de netvoeding niet en zet de
camcorder of DVD-brander niet uit.
Bij het samenstellen van schijven met de
optionele DW-100 DVD-brander, kunt u
met de optie [PLAYLIST] geen scènes
die zijn opgenomen met een
geactiveerde vooropnamefunctie of
gesplitste scènes toevoegen. Om zulke
scènes toe te voegen, gebruik de optie
[ALLE SCENES] of [OVERB.SC.S].
Voor belangrijke informatie over het
omgaan met de schijven, raadpleeg
Waarschuwingen bij gebruik.
OPMERKINGEN
U hebt geen toegang tot het FUNC.-
menu en de instellingenmenu's terwijl
de camcorder is aangesloten op een
DVD-brander.
Haal de USB-kabel uit de camcorder
voordat u de bedieningsmodus wijzigt.
De benodigde tijd voor stap 2 hangt af
van het aantal scènes dat u op een
schijf wilt plaatsen. Wij raden u aan het
ALS U MEERDERE SCHIJVEN MOET GEBRUIKEN
EEN EXTRA KOPIE MAKEN VAN DEZELFDE SCHIJF
EEN DVD-SCHIJF AFSPELEN
77
aantal scènes te beperken tot minder
dan 2000. (De verbindingstijd zal dan
ongeveer 3,5 minuut bedragen).
Uw opnamen kopiëren naar een externe
videorecorder
De opnamen kunt u kopiëren door de
camcorder aan te sluiten op een
videorecorder of een digitaal
videoapparaat.
Aansluiten
Sluit de camcorder aan op de
videorecorder met gebruik van
aansluiting of . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 72). Voordat u de
verbinding aanbrengt, stelt u vooraf
[AV/KOPTEL.] in op [ AV] ( 87).
Opnemen
1 Extern apparaat: Plaats een lege
cassette of schijf en zet het
apparaat in de
opnamepauzestand.
2 Camcorder: Lokaliseer de scène
die u wilt kopiëren en las kort vóór
de scène een afspeelpauze in.
3 Camcorder: Speel de film verder af.
4 Extern apparaat: Begin op te
nemen wanneer de scène
verschijnt die u wilt kopiëren. Stop
met opnemen wanneer het
kopiëren voltooid is.
5 Camcorder: Stop met afspelen.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Standaard worden de schermgegevens
ingebed in het video-uitvoersignaal. U
kunt de schermgegevens wijzigen door
herhaaldelijk op ( 51) te
drukken.
Foto’s kopiëren naar uw computer
(Direct Transfer)
Met de software op de DIGITAL VIDEO
Solution Disk CD-ROM kunt u foto’s
naar een computer kopiëren door alleen
maar op te drukken.
Raadpleeg ook hoofdstukken van de
‘Digital Video Software’
Gebruikshandleiding (PDF-bestand) die
hierop betrekking hebben.
Voorbereidingen
Voordat u de camcorder de eerste keer
aansluit op de computer, moet u eerst
de software installeren. (Alleen voor
gebruikers van Windows: gebruik de
instelling voor automatisch activeren
van CameraWindow.) Daarna sluit u de
camcorder op de computer aan (stap 2
en 3) en gaat u verder met het
rechtstreeks overzetten van de foto's
( 79).
1 Installeer de meegeleverde Digital
Video Software.
Raadpleeg De Digital Video
Software installeren.
( 23)
( 23)
DISP.
Externe aansluitingen
78
2
Zet de camcorder in de modus .
/ / Selecteer
vooraf het geheugen met de foto's
die u wilt kopiëren ( 37).
3 Sluit de camcorder op de
computer aan met de USB-kabel.
Aansluiting . Raadpleeg
Aansluitschema´s ( 72).
Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [PC/PRINTER] en
druk op .
Het menu voor direct kopiëren
verschijnt op het scherm van de
camcorder en de -toets gaat
branden.
Als u voor de eerste keer de camcorder
op de computer aansluit, moet u ook de
instelling voor automatisch activeren
van CameraWindow selecteren.
Raadpleeg CameraWindow
starten.
Wanneer u de camcorder op de
computer aansluit, verschijnt
CameraWindow automatisch.
Raadpleeg Foto’s downloaden.
BELANGRIJK
Is de camcorder aangesloten op de
computer, dan mag u de afdekking van
de geheugenkaartsleuf niet openen en
de geheugenkaart niet verwijderen.
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder USB-kabel niet.
- Zet de camcorder of computer niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
Het kan zijn dat door het type software
en de specificaties/instellingen van de
computer, de bediening niet correct
functioneert.
Als u de fotobestanden op de computer
wilt gebruiken, moet u er eerst kopieën
van maken. Gebruik de gekopieerde
bestanden en bewaar de originele.
Ook als u de camcorder hebt
aangesloten op de computer wordt
deze tijdens de volgende
bedieningshandelingen niet herkend.
- Alle foto's wissen.
- Alle overzetopdrachten wissen.
- Alle afdrukopdrachten wissen.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding
van de computer.
Gebruikers van Windows Vista, Windows XP
en Mac OS X: De camcorder is voorzien
van de standaard Picture Transfer
Protocol (PTP) waarmee u de foto’s kunt
kopiëren (alleen JPEG) door alleen maar
de camcorder met een USB-kabel te
verbinden met een computer zonder dat
u eerst de meegeleverde software hoeft
te installeren.
Als u de optionele DW-100 DVD-
brander niet wilt gebruiken, kunt u
[USB-INSTELL.] instellen op [ PC/
PRINTER] ( 87) waardoor niet elke
keer als u de camcorder op een printer
aansluit het selectiescherm voor het
apparaattype wordt getoond.
DE EERSTE KEER AANSLUITEN OP EEN
COMPUTER MET
WINDOWS
AANSLUITEN OP EEN COMPUTER MET MAC OS
79
Door het aantal foto’s op de
geheugenkaart (Windows: 1.800 of meer
foto’s; Macintosh: 1.000 foto’s of meer),
kunt u wellicht geen foto's naar de
computer kopiëren. Probeer in dat geval
een kaartlezer te gebruiken.
Haal de USB-kabel uit de camcorder
voordat u de bedieningsmodus wijzigt.
Foto’s kopiëren
Opties automatisch kopiëren
Alle relevante foto's worden in een
batch naar de computer gekopieerd en
de miniatuurweergaven verschijnen op
het scherm van de computer.
Opties handmatig kopiëren
U kunt de foto(’s) die u wilt kopiëren
selecteren.
Selecteer met ( ) een kopieeroptie
en druk op .
De camcorder keert na het afronden
van het kopiëren terug naar het
kopieermenu.
Om het kopiëren te annuleren,
selecteer met ( ) [ANNULEREN]
en druk op , of druk op .
1 Selecteer met ( ) een
kopieeroptie en druk op .
2 Selecteer met ( ) de te kopiëren
foto en druk op .
[ SELECT. EN VERZEND]:
Herhaal deze stap als u andere
foto's wilt kopiëren.
De -toets zal tijdens het
kopiëren knipperen.
3 Druk op om terug te keren
naar het kopieermenu.
( 23)
[ ALLE FOTO’S]
Kopieert alle foto’s.
[ NIEUWE FOTO’S]
Kopieert alleen foto’s naar de computer die nog
niet naar de computer zijn gekopieerd.
[ AFDRUKRIJ]
Kopieert foto’s die zijn gemarkeerd om te
kopiëren ( 80).
[ SELECT. EN VERZEND]
Selecteert de foto(’s) die u wilt kopiëren.
[ WALLPAPER]
Selecteert een foto voor de
bureaubladachtergrond van de computer.
OPTIES AUTOMATISCH KOPIËREN
OPTIES HANDMATIG KOPIËREN
FUNC.
FUNC.
Externe aansluitingen
80
OPMERKINGEN
Met de camcorder aangesloten op een
computer en het fotoselectiescherm
zichtbaar, drukt u op om terug te
keren naar het kopieermenu.
Kopieeropdrachten
U kunt vooraf markeren welke foto’s u
als kopieeropdrachten wilt kopiëren naar
de computer. U kunt kopieeropdrachten
instellen voor maximaal 998 foto’s.
Foto’s selecteren om te kopiëren
(kopieeropdracht)
Stel de kopieeropdrachten in voordat u
de camcorder aansluit op de computer.
/ / Selecteer vooraf
het geheugen met de foto's die u wilt
kopiëren ( 37).
Eén enkele foto markeren met een
kopieeropdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
[ TRANSFER. OPDR.]
verschijnt op het scherm.
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt markeren voor een
kopieeropdracht.
3 Druk op om de
kopieeropdracht in te stellen.
Een vinkje verschijnt in het vakje
naast het pictogram voor de
kopieeropdracht . Druk nog een
keer op als u de kopieeropdracht
wilt annuleren.
4 Herhaal stap 2 t/m 3 als u nog
meer foto's wilt markeren met een
kopieeropdracht of druk tweemaal
op om het menu te sluiten.
Vanuit het indexscherm
kopieeropdrachten instellen
Opties
[ TRANSFER. OPDR.]
Gewenste optie [JA] [OK]
Sluit de camcorder op de computer aan
en selecteer [ AFDRUKRIJ] in het
kopieermenu ( 79).
( 23)
FUNC.
FUNC.
[INDIVIDUELE FOTO'S]
Open hetzelfde scherm dat beschreven staat in
Eén enkele foto markeren met een
kopieeropdracht (
80). Om de
kopieeropdracht in te stellen, begint u bij stap 3
van die werkwijze.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Markeert alle foto’s die vooraf zijn geselecteerd
(gemarkeerd met een vinkje ) met een
kopieeropdracht. Raadpleeg Vooraf opnamen van
het indexscherm selecteren (
39).
[VERWIJDER ALLES]
Verwijdert alle kopieeropdrachten.
FOTO'S MET EEN KOPIEEROPDRACHT KOPIËREN
FUNC.
FUNC.
FUNC.
81
Aanvullende informatie
Dit hoofdstuk behandelt oplossingen voor problemen,
schermberichten, tips voor het behandelen en onderhouden van de
camcorder, en andere informatie.
Menuonderdelen die niet beschikbaar zijn, hebben in het FUNC.-menu een grijze
kleur of een zwarte kleur in de instellingsmenu´s. Raadpleeg Gebruik van de menu's
( 25) voor meer informatie over de wijze waarop u een item selecteert. Raadpleeg
de pagina waarnaar wordt verwezen voor bijzonderheden over elke functie. Menu-
opties zonder een pagina waarnaar wordt verwezen, worden hieronder in de tabellen
nader verklaard.
FUNC .-men u
FUNC.-menu (Opnamemodi)
Bijlage: Menu-opties - Overzicht
Menu-onderdeel Instelopties
Opnameprogramma’s [ PROGRAMMA AE], [ SLUITERT.P-AE] 42
[ PORTRET], [ SPORT], [ NACHT], [ SNEEUW],
[ STRAND], [ ZONSONDERG.], [ SPOTLIGHT],
[ VUURWERK]
41
Witbalans [ AUTO], [ DAG LICHT], [ LAMPLICHT], [ SET] 48
Beeldeffecten [ BEELDEFFECT UIT], [ VIVID],
[ NEUTRAAL], [ ZACHT HUIDEFFECT]
49
Digitale effecten [ D.EFFECT UIT], [ FADE-T], [ WEGVEGEN],
[ ZW/W], [ SEPIA], [ KUNST], [ MOZAÏEK]
50
[ D.EFFECT UIT], [ ZW/W], [ SEPIA]
//
Beeldopnamestand
[ ENKEL], [ CONT.OPNAME],
[ HOGESNELH. C.OPNAME], [ AEB]
63
Opnamemodus [ H. KWALITEIT 9Mbps],
[ STANDAARD PLAY 6Mbps],
[ LONG PLAY 3Mbps]
32
Afmetingen/kwaliteit van
foto's
//
[LW 1152x648], [L 1152x864], [S 640x480]
[L 1024x768], [S 640x480]
57
[ SUPERFIJN], [ FIJN], [ NORMAAL]
Aanvullende informatie
82
FUNC.-menu (Afspeelmodi)
Menu-onderdeel Instelopties
[KIES MUZIEK] [UIT], lijst van muziekbestanden op de camcorder
1
44
[SELECTEER] [INDIVIDUELE SCENES], [VERWIJDER ALLE SELECTIE],
[ANNULEREN]
2
39
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO'S], [VERWIJDER ALLE SELECTIE],
[ANNULEREN]
39
//
[KOPIËREN]
[ALLE SCENES], [ALLE SCENES (DEZE DAG)], [ÉÉN SCENE],
[GESELECTEERDE SCENES], [ANNULEREN]
2
55
[NEE], [JA]
3
56
Bij weergave van één foto: [NEE], [JA] 65
Van het indexscherm:
[ALLE FOTO'S], [ÉÉN BEELD], [GESELECTEERDE FOTO'S],
[ANNULEREN]
65
[AAN PLAYLIST TOEV.]
2
[ALLE SCENES (DEZE DAG)], [ÉÉN SCENE],
[GESELECTEERDE SCENES], [ANNULEREN]
53
[SPLITSEN]
4
53
[VERPLAATS]
3
55
[BEVEILIG] Bij weergave van één foto: -
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO'S], [GESELECTEERDE FOTO'S],
[VERWIJDER ALLE SELECTIE], [ANNULEREN]
64
[PRINT OPDR.] Bij weergave van één foto: 0-99 exemplaren
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO'S], [GESELECT. FOTOS(1 KOP.)],
[VERWIJDER ALLES], [ANNULEREN]
69
[TRANSFER. OPDR.] Bij weergave van één foto: -
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO'S], [GESELECTEERDE FOTO'S],
[VERWIJDER ALLES], [ANNULEREN]
80
[VERWIJDER] [ALLE SCENES], [ALLE SCENES (DEZE DAG)], [ÉÉN SCENE],
[GESELECTEERDE SCENES], [ANNULEREN]
2
40
[ALLE SCENES], [ÉÉN SCENE], [ANNULEREN]
3
54
Bij weergave van één foto: [NEE], [JA]
Van het indexscherm:
[ALLE FOTO'S], [ÉÉN BEELD], [GESELECTEERDE FOTO'S],
[ANNULEREN]
62
83
1
Optie is niet beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen.
2
Optie beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen en het indexscherm van Video
Snapshot.
3
Optie beschikbaar in het indexscherm van de afspeellijst en het indexscherm van de afspeellijst
van Video Snapshot.
4
Optie is beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen.
Instellingsmenu’s
Instelling camera (zoomtype, beeldstabilisator, etc.)
CAMERA SETUP
1
[ ADVANCED] als [BREEDBEELD] op [ UIT] staat. De standaardinstelling is
[ ADVANCED].
2
Optie alleen beschikbaar als het opnameprogramma staat ingesteld op [ PROGRAMMA AE].
3
/ / Optie alleen beschikbaar als de beeldopnamestand staat ingesteld op
[ ENKEL].
[BEELD STAB]: De beeldstabilisator biedt compensatie voor camcordertrillingen, ook bij
de maximale telepositie.
De beeldstabilisator is ontworpen om compensatie te bieden voor normale
camcordertrillingen. De beeldstabilisator kan niet alle bewegingsonscherpte
weghalen als de camcorder of het onderwerp te veel beweegt.
De beeldstabilisator functioneert niet volledig bij onderwerpen met een laag
contrast, met een zich herhalend patroon of zonder verticale lijnen.
Het verdient aanbeveling bij gebruik van een statief de beeldstabilisator op [ UIT] te
zetten.
[SCENE ZOEKEN]
2
[KALENDER], [DATUM SELECT], [ANNULEREN] 37
Menu-onderdeel Instelopties
[ZELFTIMER] [ AAN ], [ UIT] 46
[ZOOMTYPE] [ OPTISCH], [ ADVANCED]
1
, [ DIGITAAL] 33
[ZOOMSNELHEID] [ VARIABEL], [ SNELHEID 3], [ SNELHEID 2],
[ SNELHEID 1]
32
[BEELD STAB] [ AAN ], [ UIT] ––
[BREEDBEELD] [ AAN], [ UIT] ––
[FOCUS PRI.] [ AAN:AiAF], [ AAN:CENTRUM], [ UIT]
[A.LZ.SLUITER]
2
[ AAN], [ UIT] 
[ANTI WIND] [ AUTO], [ UIT ] ––
[BEKIJKEN]
3
[ UIT], [ 2 sec], [ 4 sec],
[ 6 sec], [ 8 sec], [ 10 sec]
Menu-onderdeel Instelopties
Aanvullende informatie
84
[BREEDBEELD]: De camcorder gebruikt het volle bereik van de beeldsensor waardoor u
16:9-opnamen met een hoge resolutie kunt maken.
Aangezien het scherm op de camcorder een hoogte/breedteverhouding heeft van 16:9,
worden opnamen met een hoogte/breedteverhouding van 4:3 weergegeven in het
midden van het scherm met zwarte balken aan de zijkanten.
Afspelen van een breedbeeldopname: TV-toestellen die compatibel zijn met het
systeem WSS, schakelen automatisch over op de breedbeeldstand (16:9). In andere
gevallen moet u de hoogte/breedteverhouding van uw TV handmatig wijzigen. Indien een
breedbeeldopname wordt afgespeeld op een TV met een normale hoogte/
breedteverhouding (4:3), wijzig dan de optie [TV TYPE] dienovereenkomstig ( 87).
De camcorder onthoudt de laatst gebruikte instelling, zelfs wanneer u de camcorder in
de stand zet.
[FOCUS PRI.]:
Als scherpstellingsvoorkeuze is geactiveerd, maakt de camcorder alleen een
foto nadat automatisch scherp is gesteld. U kunt ook een keuze maken uit de AF-kaders.
[ AAN:AiAF]: Er worden uit de negen beschikbare kaders automatisch een of meer AF
-kaders geselecteerd waarop de scherpstelling plaatsvindt.
[ AAN:CENTRUM]: In deze stand verschijnt in het midden van het scherm één enkel
scherpstellingskader en het beeld wordt hierop automatisch scherp gesteld.
[ UIT]: Er verschijnt geen AF-kader en de foto wordt direct na het indrukken van
gemaakt.
Als het opnameprogramma is ingesteld op [ VUURWERK], wordt de
scherpstellingsvoorkeuze automatisch ingesteld op [ UIT].
[A.LZ.SLUITER]: De camcorder gebruikt op plaatsen met onvoldoende verlichting
automatisch lange sluitertijden om heldere opnamen te maken.
De camcorder gebruikt sluitertijden tot minimaal 1/25 (1/12 in de stand ).
U kunt de instelling wijzigen als de camcorder staat ingesteld op de - of -
modus. De camcorder onthoudt de laatst gebruikte instelling, zelfs wanneer u de
camcorder in de stand zet.
Zet de lange sluitertijd op [ UIT] als een nabeeld met sporen verschijnt.
Als het symbool (camcordertrillingswaarschuwing) verschijnt, dan verdient het
aanbeveling de camcorder te stabiliseren, bijvoorbeeld door deze op een statief te
plaatsen.
[ANTI WIND]: De camcorder vermindert automatisch het achtergrondgeluid van de wind
als u buiten opnamen maakt.
Sommige geluiden met lage frequentie worden samen met het geluid van de wind
onderdrukt. Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door wind of
als u geluiden met lage frequenties wilt opnemen, dan verdient het aanbeveling het
windscherm op [ UIT ] te zetten.
[BEKIJKEN]: Hiermee selecteert u hoe lang de foto wordt getoond na opslag in het
geheugen van een opname.
Een foto blijft oneindig weergegeven als u op drukt terwijl u de foto bekijkt. Druk
half in om terug te keren naar het normale display.
PHOTO
DISP.
PHOTO
85
Bewerkingen van h et geheugen (Initialisatie, etc.)
GEHEUGEN OPER.
* Optie beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen en het indexscherm van Video
Snapshot.
[GEH.INFO]/ [KAARTINFO]: Toont een scherm dat laat zien hoeveel van het ingebouwd
geheugen (alleen //) of van de geheugenkaart in gebruik is (totale
opnametijd en het totaal aantal foto's) en hoeveel er ongeveer nog beschikbaar is voor
opnamen.
De geschatte cijfers over de resterende opnametijd voor films en het resterende aantal
foto's zijn bij benadering gegeven en hangen af van de huidige opnamemodus en de
kwaliteit/afmetingen van de foto.
In het scherm [KAARTINFO] kunt u ook de snelheidsklasse van de geheugenkaart
controleren.
Het maximale getal dat op het scherm kan worden weergegeven om het aantal
resterende foto’s aan te duiden, is 99999.
Instelling display (LCD-helderheid, taal, etc.)
SCHERM SETUP
Menu-onderdeel Instelopties
//
[GEH.INFO]

[KAARTINFO] 
//
[MEDIA:FILMS]
[INGEB.GEHGEN], [KAART]  ––29
//
[MEDIA:BEELD.]
[INGEB.GEHGEN], [KAART]  ––29
[INITIALISEREN] [INGEB.GEHGEN], [KAART], [ANNULEREN] 
*
29
[INITIALISEREN], [COMPL.INIT.],
[ANNULEREN]
Menu-onderdeel Instelopties
[HELDERHEID] 
[LCD-DIMMER] [ AAN], [ UIT] 
[AUDIO NIVEAU] [ AAN], [ UIT] ––––
[TV SCHERM] [ AAN], [ UIT]  –––
[DATA CODE] [ DATUM], [ TIJD],
[ DATUM&TIJD], [ CAMERA DATA]
–– ––
[MARKERINGEN] [ UIT], [ HOR. WIT],
[ HOR. GRIJS], [ RASTER WIT],
[ RAS. GRIJS]
 –––
Aanvullende informatie
86
[HELDERHEID]: Stel de helderheid van het LCD-scherm in.
Het instellen van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed op de helderheid
van de opnamen of op dat van de helderheid van de foto op de TV tijdens het afspelen.
[LCD-DIMMER]: Staat deze functie ingesteld op [ AAN], dan wordt het LCD-scherm
gedimd. Dit is heel handig wanneer u de camcorder gebruikt in een omgeving waar de het
licht van de LCD storend is.
De dimmer van het LCD-scherm zet u uit door de instelling op [ UIT] te zetten of
langer dan 2 seconden in te drukken.
Het dimmen van het LCD-scherm heeft geen invloed op de helderheid van de opnamen
of op dat van de helderheid van de foto op de TV tijdens het afspelen.
Als de dimmer van het LCD-scherm uit staat, krijgt het scherm de helderheid die het bij
de vorige instelling had.
[AUDIO NIVEAU]: Toont de audioniveau-indicator op het LCD-scherm waardoor u het
opnameniveau van het geluid tijdens een opname in de gaten kunt houden.
[TV SCHERM]
Als deze optie op [ AAN] staat, worden de schermgegevens van de camcorder ook
weergegeven op een aangesloten TV of monitor wanneer u daarvoor een STV-250N-
stereovideokabel gebruikt.
[DATA CODE]: Toont de datum en/of tijd waarop de scène werd opgenomen.
[ CAMERA DATA]: Toont het diafragma (f-stop) en de sluitertijd die tijdens de opname
werden gebruikt.
[MARKERINGEN]: U kunt in het midden van het scherm een raster of een horizontale lijn
weergeven. Gebruik de markeringen als referentie om ervoor te zorgen dat uw onderwerp
juist wordt ingekaderd (verticaal en/of horizontaal).
Gebruik van de markeringen heeft geen invloed op de opnamen.
[START WEEK]: Hiermee selecteert u de dag waarmee de week begint voor de
kalenderweergave op het scherm ( 37).
[TAAL ] [ ],[DEUTSCH], [ ]
[ENGLISH], [ESPAÑOL], [FRANÇAIS],
[ITALIANO], [MAGYAR], [MELAYU],
[NEDERLANDS], [POLSKI], [PORTUGUÊS],
[ ], [TÜRKÇE], [ ],
[ ], [ ], [ ],
[ ], [ ], [ ],
[], [ ]
27
[START WEEK] [ZATERDAG], [ZONDAG], [MAANDAG] –– ––
[DEMO MODUS] [ AAN], [ UIT]  –––
Menu-onderdeel Instelopties
DISP.
Laag Hoog
Audioniveau
87
[DEMO MODUS]: Met de demonstratiefunctie kunt u de belangrijkste functies van de
camcorder bekijken. De demonstratiefunctie wordt automatisch gestart als de camcorder
van stroom wordt voorzien met de netadapter en u de camcorder langer dan 5 minuten
ingeschakeld laat staan.
Druk op een willekeurige toets of zet de camcorder uit als u de demonstratiefunctie wilt
stopzetten zodra deze is gestart.
Instelling systeem (luidsprekervolume, pieptoon, etc.)
SYSTEEM SETUP
[ACCU.INFO]: Toont een scherm waarmee u de acculading (als een percentage) kunt
controleren en de resterende opnametijd ( -, -modus) of afspeeltijd ( -,
-modus).
[DL. AFSTAND]: Hierdoor kunt u de camcorder bedienen met de draadloze
afstandsbediening.
[PIEPJE]: Bij sommige handelingen (het aanzetten van de camcorder, het aftellen van de
zelftimer, etc.) is een piepje te horen.
[SPAARSTAND]: Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf automatisch uit
als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om
stroom te besparen.
Menu-onderdeel Instelopties
[ACCU.INFO] 
[DL. AFSTAND]
[ AAN], [ UIT ] 
[PIEPJE] [ HOOG VOLUME],
[ LAAG VOLUME], [ UIT]

[SPAARSTAND] [ AAN], [ UIT] 
[QUICK START] [ UIT], [ 10 min],
[ 20 min], [ 30 min]
 –––
[AV/KOPTEL.] [ AV], [ KOPTEL.] 52
[VOL KOPTEL.] 52
[LUIDSPR. VOL] 
[TV TYPE] [ NORMALE TV], [ BREEDB TV] ––
[USB-INSTELL.] [ DVD-BRANDER], [ PC/PRINTER],
[ VERB.&CONF.]
––
[VOEG T.DISC] [ALLE SCENES], [OVERB.SC.S], [PLAYLIST] 74
[ALLE FOTO'S], [ OVERD.OPDR.] 74
[BEELDNUMMERS] [ RESET], [ CONTINU]
[FIRMWARE]
Aanvullende informatie
88
Ongeveer 30 seconden voordat de camcorder wordt uitgeschakeld, verschijnt het bericht
[AUTOMATISCH UIT] .
In de standby-stand wordt de camcorder uitgeschakeld nadat de tijd is verstreken die is
ingesteld met de optie [QUICK START].
U kunt de energiebesparingsmodus niet instellen wanneer de compacte netvoeding is
aangesloten op de camcorder.
[QUICK START]: Selecteer of u de Quick Start-functie ( 34) wilt activeren wanneer u in
de opnamemodus het LCD-paneel sluit en de tijdsduur voor het beëindigen van de
standby-modus en het automatisch uitzetten van de camcorder.
[LUIDSPR. VOL]: Regel met ( ) het afspeelvolume. Het volume kunt u ook met de
joystickaanduiding regelen ( 35).
[TV TYPE]: Als u het beeld volledig en in de juiste hoogte/breedteverhouding wilt
weergeven, moet u de instelling selecteren op basis van het televisietype waarop u de
camcorder aansluit.
[ NORMALE TV]: TV's met een hoogte/breedteverhouding van 4:3.
[ BREEDB TV]: TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
Staat het TV-type ingesteld op [ NORMALE TV], dan wordt de foto niet over het
volledige weergavegebied van het LCD-scherm weergegeven.
[USB-INSTELL.]: Selecteer het verbindingsprotocol voor het aansluiten van de camcorder
op een extern apparaat met een USB-kabel.
[ DVD-BRANDER]: Voor het aansluiten op enkel en alleen een optionele DW-100 DVD-
brander.
[ PC/PRINTER]: Voor het aansluiten van een computer, printer of soortgelijke USB-
randapparatuur.
[ VERB.&CONF.]: Om te selecteren via het scherm dat verschijnt op het moment dat u
een extern apparaat aansluit.
[BEELDNUMMERS]: Selecteer de fotonummeringsmethode die u wilt gebruiken op een
nieuwe geheugenkaart.
Aan foto’s worden automatisch opeenvolgende nummers toegewezen van 0101 t/m 9900,
en deze worden opgeslagen in mappen van maximaal 100 foto’s. Mappen worden
genummerd van 101 t/m 998.
[ RESET]: Telkens wanneer u een nieuwe geheugenkaart plaatst, begint de
fotonummering opnieuw vanaf 101-0101.
[ CONTINU]: De fotonummering gaat verder bij het nummer dat volgt op het nummer
van de laatste foto die met de camcorder is gemaakt.
Als de geplaatste geheugenkaart al een foto met een groter nummer bevat, wordt aan
een nieuwe foto een nummer toegewezen dat één hoger is dan dat van de laatste foto
op de geheugenkaart.
Het verdient aanbeveling de instelling [ CONTINU] te gebruiken.
[FIRMWARE]: U kunt controleren wat de huidige versie is van de camcorderfirmware.
Deze menuoptie is gewoonlijk niet beschikbaar.
89
Datum/tijd instellen
DAT/TIJD SETUP
[DATUM/FORMAAT]: Selecteer voor de meeste weergaven op het scherm het formaat
voor de datum en (indien geselecteerd) voor de datum op de foto's bij het afdrukken.
Menu-onderdeel Instelopties
[T.ZONE/DST] Overzicht van tijdzones van de wereld. 27
[DATUM/TIJD] 26
[DATUM/FORMAAT] [J.M.D (2009.1.1 AM 12:00)],
[M.D.J (JAN. 1, 2009 12:00 AM)]
[D.M.J (1.JAN.2009 12.00 AM)]

Aanvullende informatie
90
Prob lemen?
Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van
uw camcorder. Soms bestaat er een simpele oplossing voor iets waarvan u denkt dat
het een camcorderstoring is - lees daarom eerst de tekst in het vak “EERST
CONTROLEREN” voordat u vervolgt met de meer gedetailleerde problemen en
oplossingen. Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het
probleem aanhoudt.
EERST CONTROLEREN
Netvoeding
De camcorder gaat niet aan of schakelt zichzelf uit.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 17).
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Ik kan de accu niet opladen.
- De temperatuur van de accu is lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C. Is de accu te koud, warm hem dan op. Is de
accu te warm, laat hem dan afkoelen tot de temperatuur lager is dan 40 °C.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
- De camcorder kan niet met de aangesloten accu communiceren. Dergelijke accu's kunnen niet met deze
camcorder worden opgeladen.
De compacte netadapter produceert geluid.
- Een zacht geluid is hoorbaar als de compacte netadapter op een stopcontact wordt aangesloten. Dit is
normaal en duidt niet op een storing.
Na lang gebruik van de camcorder wordt deze heet.
- De camcorder kan warm worden nadat deze een lange tijd ononderbroken is gebruikt; Dit is normaal en duidt
niet op een storing. Als de camcorder snel warm wordt of dat deze zo warm wordt dat u hem niet aan kunt
raken, duidt dit op een probleem met de camcorder. Neem contact op met een Canon Service Center.
Problemen oplossen
Voeding
Is de accu opgeladen? Is de compacte netadapter op de juiste wijze aangesloten op de
camcorder? ( 17)
Opnamen maken
Hebt u de camcorder aan gezet en ingesteld in de opnamemodus? ( 23)
Als u opnamen maakt op een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de
camcorder geplaatst?( 28)
Opnamen afspelen
Hebt u de camcorder aan gezet en ingesteld in de afspeelmodus? ( 23)
Als u opnamen afspeelt vanaf een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de
camcorder geplaatst? ( 28) Zitten daar opnamen op?
91
De accu is zelfs bij normale temperaturen snel leeg.
- De accu heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Schaf een nieuwe accu aan.
Opnemen
De camcorder begint niet met opnemen als ik op druk.
- Tijdens het wegschrijven van een vorige opname naar een geheugen, kunt u geen opnamen maken (terwijl
ACCESS-indicator aan staat of knippert).
- Het geheugen zit vol of bevat al 3.999 scènes (het maximum aantal scènes). Verwijder een aantal opnamen
( 40) of initialiseer het geheugen ( 29) om ruimte vrij te maken.
Het punt waar ik op drukte, komt niet overeen met het begin/einde van de opname.
- Tussen het indrukken van en de feitelijke start van de opname doet zich een korte pauze voor. Dit
is normaal en duidt niet op een storing.
- Wanneer u de vooropnamefunctie gebruikt, zal het begin van de scène afwijken van het moment dat
werd ingedrukt.
De camcorder stelt niet scherp.
- De automatische scherpstelling werkt niet op het onderwerp. Stel met de hand scherp (
48).
- De lens is vuil. Reinig de lens met een zacht lensreinigingsdoekje (
106). Gebruik nooit tissuepapier om de
lens te reinigen.
Op het scherm wordt een verticale lichtbalk weergegeven.
- Helder licht in een donkere scène kan tot gevolg hebben dat er een verticale lichtbalk (smeer) verschijnt. Dit is
normaal en duidt niet op een storing.
Het wisselen tussen opnemen( )/opnamepauze en ( )/afspelen ( ) neemt meer tijd in beslag dan
gewoonlijk.
- Als het geheugen een groot aantal scènes bevat, dan kunnen sommige bewerkingen langer duren dan
normaal. Maak een back-up van de opnamen ( 74) en initialiseer het geheugen ( 29).
U kunt geen goede opnamen maken voor films en foto's.
- Dit kan zich voordoen wanneer films en foto's telkens weer worden opgenomen en weer verwijderd. Maak
een back-up van de opnamen ( 74) en initialiseer het geheugen ( 29).
Opnamen afspelen/weergeven
Ik kan geen scènes toevoegen aan de afspeellijst.
- Er kunnen niet meer dan 99 scènes of 100 uur aan scènes op de afspeellijst.
- Het kan zijn dat u geen scènes aan de afspeellijst kunt toevoegen omdat ze zijn opgenomen met een ander
apparaat.
U kunt een scène niet verwijderen
- Het kan zijn dat u scènes die zijn opgenomen met een ander apparaat niet kunt wissen.
Het verwijderen van scènes neemt meer tijd in beslag dan gewoonlijk.
- Als het geheugen een groot aantal scènes bevat, dan kunnen sommige bewerkingen langer duren dan
normaal. Maak een back-up van de opnamen ( 74) en initialiseer het geheugen ( 29).
U kunt een foto niet wissen
- De foto is beveiligd. Verwijder de beveiliging ( 64).
Start/Stop
Start/Stop
Start/Stop
Start/Stop
Aanvullende informatie
92
U kunt een muzieknummer niet afspelen.
- Als de muzieknummers bij het initialiseren zijn gewist, gebruik dan de meegeleverde software Music
Transfer Utility om de muziekbestanden van de meegeleverde Gebruiksaanwijziging/Muziekgegevens
disk CD-ROM over te zetten. Voor meer informatie raadpleeg de gebruikshandleiding (PDF-bestand) van de
software.
Wanneer opnamen samen met muziek worden afgespeeld, worden het beeld en het geluid niet correct
weergegeven (het afspelen slaat over of stopt).
- Dit gebeurt wanneer muziekbestanden worden overgezet en er niet genoeg ruimte in het geheugen is
(ongeveer 5 keer de grootte van de muziekbestanden). Zorg dat er genoeg ruimte is en zet daarna de
muziekbestanden weer over.
Bij het afspelen van een diashow vergt het overgaan van de ene naar de andere foto meer tijd of er zijn korte
onderbrekingen in het geluid.
- Dit kan voorkomen wanneer u een geheugenkaart gebruikt zonder een snelheidsklasse of wanneer u foto's
afspeelt die zijn opgenomen met een ander apparaat. Speel foto's af die zijn opgenomen met deze camcorder
op een geheugenkaart met een snelheidsklasse 2 of hoger.
Indicatoren en schermgegevens
brandt in rood.
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 17).
verschijnt op het scherm.
- De camcorder kan niet met de accu communiceren waardoor de resterende accutijd niet kan worden
weergegeven.
brandt in rood.
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. Zet de camcorder uit. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
terug. Initialiseer de geheugenkaart ( 29) als het scherm niet terugkeert naar normale weergave.
- De geheugenkaart is vol. Vervang de geheugenkaart of verwijder enkele opnamen ( 40, 62) om ruimte vrij
te maken op de geheugenkaart.
De ON/OFF(CHG) (voeding/laden)-indicator knippert snel tijdens het laden.
- (knippert éénmaal per 0,5 seconde)
Het opladen is stopgezet omdat de compacte netadapter of accu defect is. Neem contact op met een Canon
Service Center.
De ON/OFF(CHG) (voeding/laden)-indicator knippert heel langzaam tijdens het laden.
- (een flits iedere 2 seconden)
De temperatuur van de accu is gedaald tot beneden de 0 °C of gestegen tot boven de 40 °C. Als de accu te
koud is, warm hem dan op. Is de accu te warm, laat hem dan afkoelen tot de temperatuur lager is dan 40 °C.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
Beeld en geluid
Het LCD-scherm lijkt gedimd.
- De dimmer van het LCD-scherm staat aan. Om de dimmer uit te zetten, drukt u langer dan 2 seconden op
.
DISP.
93
De schermgegevens verschijnen en verdwijnen herhaaldelijk.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 17).
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Op het scherm worden abnormale karakters weergegeven en de camcorder functioneert niet naar behoren.
- Ontkoppel de netvoeding en sluit deze na enige tijd weer aan. Als het probleem aanhoudt, verwijder dan de
netvoeding en druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop. Door op de RESET-knop te drukken, worden
alle instellingen teruggesteld naar de oorspronkelijke waarden.
Op het scherm verschijnt videoruis.
- Plaats de camcorder niet in de buurt van apparaten die een sterk magnetisch veld uitzenden (plasma-TV's,
mobieltjes, etc.).
Het geluid is vervormd of wordt opgenomen op een lager niveau.
- Bij het maken van opnamen bij harde geluiden (zoals vuurwerk, shows of concerten), kan het geluid vervormd
raken of wordt het geluid niet op het feitelijke niveau opgenomen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Het beeld wordt correct weergegeven maar de ingebouwde luidspreker produceert geen geluid.
- Het luidsprekervolume staat uit. Regel het volume ( 35).
- Indien de stereovideokabel STV-250N op de camcorder aangesloten is, verwijder deze dan.
- [AV/KOPTEL.] staat ingesteld op [ KOPTEL.]. Wijzig het naar [ AV] ( 87).
Geheugenkaart en accessoires
Ik kan de geheugenkaart niet plaatsen.
- U houdt de geheugenkaart verkeerd vast. Keer de geheugenkaart om en plaats de kaart in de camcorder
( 28).
Ik kan geen opnamen maken op de geheugenkaart.
- De geheugenkaart is vol. Wis een aantal opnamen om ruimte vrij te maken of vervang de geheugenkaart.
- Initialiseer de geheugenkaart ( 29) als u deze voor de eerste keer met de camcorder gebruikt.
- De LOCK-schakelaar op de SD- of de SDHC-geheugenkaart staat zo ingesteld dat de kaart niet per ongeluk
kan worden gewist. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
- Om films te kunnen opnemen, moet u een compatibele geheugenkaart gebruiken ( 28).
- De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Zet [BEELDNUMMERS] op [RESET]
( 87) en plaats een nieuwe geheugenkaart in het apparaat.
- Het kan zijn dat de camcorder geen opnamen kan maken op een geheugenkaart die eerder op een ander
apparaat is gebruikt.
De draadloze afstandsbediening werkt niet.
- Zet [DL. AFSTAND] op [AAN].
- Vervang de batterij van de draadloze afstandsbediening.
Aansluiten van externe apparaten
Op het TV-scherm verschijnt videoruis.
- Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een TV staat, houd dan tussen de camcorder en het netsnoer
en de antennekabels van de TV voldoende afstand aan.
Aanvullende informatie
94
De camcorder geeft een goede weergave maar er is geen beeld op het TV-scherm.
- De video-ingang op de TV is niet afgestemd op het videoaansluitpunt waarop u de camcorder hebt
aangesloten. Selecteer de juiste video-ingang.
De computer herkent de camcorder niet, hoewel de camcorder correct aangesloten is.
- [USB-INSTELL.] staat ingesteld op [DVD-BRANDER]. Zet het op [PC/PRINTER] of op [VERB.&CONF.] ( 87).
- Verwijder de USB-kabel en zet de camcorder uit. Zet na korte tijd de camcorder weer aan en herstel de
verbinding.
De printer werkt niet, hoewel de camcorder en printer goed zijn aangesloten.
- [USB-INSTELL.] staat ingesteld op [DVD-BRANDER]. Zet het op [PC/PRINTER] of op [VERB.&CONF.] ( 87).
- Koppel de USB-kabel los. Zet de printer uit en daarna weer aan, en herstel de verbinding.
De camcorder herkent ondanks een correcte aansluiting de DW-100 DVD-brander niet.
- [USB-INSTELL.] staat ingesteld op [PC/PRINTER]. Zet het op [DVD-BRANDER] of op [VERB.&CONF.] ( 87).
Overzicht van berichten
Naast de lijst met berichten van de camcorder, zijn er ook aparte lijsten met
berichten voor het afdrukken ( 102) en voor berichten die alleen verschijnen als de
optionele DW-100 DVD-brander wordt gebruikt ( 100).
AAN AFSPEELLIJST TOEVOEGEN NIET MOGELIJK
- Er kunnen niet meer dan 100 uur aan scènes op de afspeellijst.
BACK-UP OPNAMEN REGELMATIG
- Bij het aanzetten van de camcorder kan dit bericht verschijnen. Maak regelmatig een back-up van de
opnamen omdat bij een storing in het apparaat u opnamen kunt kwijtraken ( 74).
BEZIG… NETVOEDING NIET LOSKOPPELEN
- De camcorder werkt het geheugen bij. Verwijder de compacte netadapter of accu niet.
BUFFEROVERLOOP OPNAME IS BEEINDIGD
- De overzetsnelheid van de gegevens was te hoog voor de geheugenkaart en de opnamen werden stopgezet.
Vervang de geheugenkaart door een geheugenkaart met een snelheidsklasse 2 of hoger.
CAMCORDER INGESTELD OP VIDEOMODUS
- U hebt op gedrukt terwijl het camerakeuzewiel ingesteld staat op .
CONTROLEER KRT
- Ik krijg geen toegang tot de geheugenkaart. Controleer de geheugenkaart en zorg ervoor dat de kaart correct
geplaatst is ( 28).
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. De camcorder kan de foto niet maken of niet weergeven.
- Als na het verdwijnen van het bericht rood oplicht, doe dan het volgende: Zet de camcorder uit, verwijder
en plaats de geheugenkaart weer in de camcorder. Als weer in groen verandert, kunt u het opnemen/
afspelen hervatten.
- Initialiseer de geheugenkaart ( 29). (hierdoor wist u alle opnamen op de geheugenkaart.)
(op alfabetische volgorde)
PHOTO
95
DE CAMCORDER STAAT OP FOTO MODUS
- U hebt op gedrukt terwijl het camerakeuzewiel ingesteld staat op .
DE KAART IS TEGEN WISSEN BESCHERMD
- De LOCK-schakelaar op de SD- of de SDHC-geheugenkaart staat zo ingesteld dat de kaart niet per ongeluk
kan worden gewist. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
DIT BEELD KAN NIET WORDEN GEWIST
- Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen. Schakel voor het verwijderen de beveiliging uit.
FOUT IN BENAMING
- De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Stel [BEELDNUMMERS] in op [RESET]
( 87) en wis alle foto's op de geheugenkaart of initialiseer de kaart.
GEEN BEELDEN
- Er zijn geen foto's voor het afspelen.
GEEN KAART
- In de camcorder is geen geheugenkaart aanwezig.
GEEN SCENES
- Er zijn geen opgenomen scènes in het gekozen geheugen.
// GEEN TOEGANG TOT INGEBOUWD GEHEUGEN
- Er is een probleem met het ingebouwd geheugen.
GEHEUGENKAARTDEKSEL STAAT OPEN
- Nadat u een geheugenkaart hebt geplaatst, sluit de afdekking van de geheugenkaartsleuf ( 28).
HET IS EVT. NT MOG. OM FILMS OP TE NEMEN OP DEZE KAART
- Het kan zijn dat u geen films kunt opnemen op geheugenkaarten die geen aanduiding van snelheidsklasse
hebben. Vervang de geheugenkaart door een geheugenkaart met een snelheidsklasse 2 of hoger.
// INGEB. GEHEUGEN FOUT
- Er kan niet gelezen worden van het ingebouwd geheugen. Dit kan duiden op een probleem met de camcorder.
Neem contact op met een Canon Service Center.
// INGEB. GEHEUGEN VOL
- het ingebouwd geheugen is vol ([ Einde] verschijnt op het scherm). Verwijder een aantal opnamen
( 40, 62) om ruimte vrij te maken.
// INGEB.GEHGEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- Er is een probleem dat de toegang tot het ingebouwd geheugen verhindert. Initialiseer met deze camcorder
het ingebouwd geheugen ( 29).
// INGEBOUW GEHEUGEN AAN HET LEZEN
- Gegevens lezen van het ingebouwd geheugen.
KAART INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- Er is een probleem dat de toegang tot de geheugenkaart verhindert. Initialiseer met deze camcorder de
geheugenkaart ( 29).
// KAART MAXIMUM AANTAL SCENES BEREIKT
- De geheugenkaart bevat reeds 3.999 scènes (het maximale aantal); er kunnen op de geheugenkaart geen
scènes meer worden opgenomen. Verwijder een aantal opnamen ( 40) om ruimte vrij te maken.
Start/Stop
Aanvullende informatie
96
KAART KAN DATA NIET HERKENNEN
- De geheugenkaart bevat scènes die zijn opgenomen met een ander televisiesysteem (NTSC).
KAART AAN HET LEZEN
- Gegevens lezen van de geheugenkaart.
KAART VOL.
- De geheugenkaart is vol. Wis een aantal opnamen ( 40, 62) om ruimte vrij te maken of vervang de
geheugenkaart.
KAN DATA NIET HERKENNEN
- U hebt in de camcorder een geheugenkaart geplaatst met daarop gegevens die met een ander
televisiesysteem (NTSC) zijn opgenomen.
KAN DATA NIET VINDEN
- Een beschadigd bestand kon niet worden hersteld.
KAN GEEN FILMS OPNEMEN OP DEZE KAART
- Films kunnen niet worden opgenomen op een geheugenkaart met minder dan 64 MB opslagcapaciteit.
KAN GEEN FILMS OPNEMEN OP DEZE KAART INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze camcorder de geheugenkaart
( 29).
// KAN GEEN FILMS OPNEMEN OP INGEBOUWD GEHEUGEN INITIAL. ALLEEN MET
DEZE CAMCORDER
- Het ingebouwd geheugen van de camcorder is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze
camcorder het ingebouwd geheugen ( 29).
/ / KAN FILMS IN INGEB. GEH. NIET AFSPELEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE
CAMCORDER
- Het ingebouwd geheugen van de camcorder is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze
camcorder het ingebouwd geheugen ( 29).
KAN FILMS OP DEZE KAART NIET AFSPELEN
- Films die op een geheugenkaart met minder dan 64 MB zitten, kunnen niet worden afgespeeld.
KAN FILMS OP DEZE KAART NIET AFSPELEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze camcorder de geheugenkaart
( 29).
KAN NIET COMMUNICEREN MET ACCUPACK VERDER DIT ACCUPACK GEBRUIKEN?
- U hebt een accu aangesloten die niet door Canon wordt aanbevolen in combinatie met deze camcorder.
//
KAN NIET KOPIËREN
- Het totaal aantal gekozen scènes voor het kopiëren past niet op de beschikbare ruimte van de geheugenkaart.
Verwijder een paar opnamen op de geheugenkaart ( 40, 62) of verminder het aantal te kopiëren scènes.
KAN NIET OPNEMEN
- Er is een probleem met het geheugen.
KAN NIET OPNEMEN CONTROLEER KRT
- Er is een probleem met de geheugenkaart.
97
// KAN NIET OPNEMEN GEEN TOEGANG TOT INGEBOUWD GEHEUGEN
- Er is een probleem met het ingebouwd geheugen.
KAN NIET WEERGEVEN
- Er is een probleem met het geheugen.
KAN NIET WEERGEVEN CONTROLEER KRT
- Er is een probleem met de geheugenkaart.
/ / KAN NIET WEERGEVEN GEEN TOEGANG TOT INGEBOUWD GEHEUGEN
- Er is een probleem met het ingebouwd geheugen.
KAN NIET WIJZIGEN
- U kunt originele opnamen of scènes in de afspeellijst niet verplaatsen of verwijderen.
KAN NIET WIJZIGEN CONTROLEER KRT
- De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze camcorder de geheugenkaart
( 29).
KAN NU NIET IN DE STANDBY MODUS
- De camcorder kan niet naar de standby-modus als de accu niet genoeg stroom kan leveren.
KAN SCENE NIET SPLITSEN. INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER.
- De scène kon niet worden gesplitst omdat de gegevens niet konden worden toegevoegd aan de gegevens van
het bestandenbeheer van de camcorder. Maak een back-up van de opnamen ( 74) en initialiseer het
geheugen ( 29).
LCD-SCHERM IS GEDIMD
- Houd langer dan 2 seconden ingedrukt.
LEEST KAART VERWIJDER KAART NIET
- U opende de afdekking van de geheugenkaartsleuf terwijl de camcorder bewerkingen uitvoerde op de
geheugenkaart of daarmee begon. Verwijder de geheugenkaart niet voordat dit bericht verdwenen is.
MAXIMUM AANTAL SCENES BEREIKT
- Het maximale aantal scènes is bereikt. Verwijder een aantal scènes ( 40).
- De scène kon niet aan de afspeellijst worden toegevoegd ( 53). Er kunnen niet meer dan 99 scènes op de
afspeellijst worden geplaatst.Verwijder een aantal scènes ( 54).
NETVOEDING AANSLUITEN
- Als de camcorder in de -modus staat en verbonden is met de computer, verschijnt dit bericht wanneer
de camcorder door de accu van stroom wordt voorzien. Sluit de compacte netadapter aan op de computer.
NIET BESCHIKBAAR IN DUAL SHOT
- U hebt een toets ingedrukt die niet beschikbaar is in de -modus. Draai het camerakeuzewiel naar een
flexibele opnamemodus ( of ).
NIET GENOEG RUIMTE KAN SCENE NIET SPLITSEN
- De scène kon niet worden gesplitst omdat er niet genoeg vrije ruimte in het geheugen was. Verwijder een
aantal scènes ( 40).
NOODZAAK OM BESTAND. TE HERST. OP KAART. WIJZIG POSITIE LOCKSCHAK. OP KAART.
- Dit bericht verschijnt de volgende keer dat u de camcorder aan zet nadat de voedingstoevoer per abuis was
onderbroken terwijl de camcorder bezig was met het wegschrijven van gegevens naar de geheugenkaart en
DISP.
Aanvullende informatie
98
later de stand van de LOCK-schakelaar van de kaart werd gewijzigd om ongewild wissen van gegevens te
voorkomen. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
OVERDRACHTOPDR. FOUT
- U hebt geprobeerd meer dan 998 kopieeropdrachten in te stellen. Verlaag het aantal foto’s dat is gemarkeerd
met een kopieeropdracht.
PLAYLIST IS VOL. KAN SCENE NIET SPLITSEN.
- De scène kon niet worden gesplitst. Er kunnen niet meer dan 99 scènes op de afspeellijst worden geplaatst.
Verwijder een aantal scènes ( 40).
PRINTOPDRACHT FOUT
- U hebt geprobeerd om meer dan 998 foto's te selecteren voor de afdrukopdracht.
PROCES GEANNULEERD
- Het proces werd onderbroken door tussenkomst van de gebruiker.
SCENE OPGENOMEN MET ANDER APPARAAT. KAN SCENE NIET SPLITSEN.
- Scènes die opgenomen zijn met een ander apparaat kunnen niet met deze camcorder worden gesplitst.
SOMMIGE FOTO’S KUNNEN NIET WORDEN GEWIST
- Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen. Schakel voor het verwijderen de beveiliging uit.
SOMMIGE SCENES KONDEN NIET WORDEN TOEGEVOEGD
- De scène kon niet aan de afspeellijst worden toegevoegd. Er kunnen niet meer dan 99 scènes op de
afspeellijst worden geplaatst. Verwijder een aantal scènes uit de afspeellijst ( 54).
SOMMIGE SCENES KUNNEN NIET WORDEN GEWIST
- Films die met een ander apparaat werden beveiligd/bewerkt, kunt u niet verwijderen.
TERWIJL DE CAMCORDER MET DE PC VERBONDEN IS, USB-KABEL EN NETVOEDING NIET LOSKOPPELEN
UITSCHAKELEN OF MODUS WIJZIGEN NIET MOGELIJK
- Wanneer de camcorder in de -modus staat en met een USB-kabel is aangesloten op de computer, kunt
u de camcorder niet bedienen. De USB-kabel of de netvoeding verwijderen terwijl deze boodschap wordt
getoond, kan leiden tot het definitief kwijtraken van de opnamen in de camcorder. Gebruik de functie "veilig
verwijderen van computerhardware" van de computer om de verbinding te ontkoppelen en verwijder de USB-
kabel voordat u de camcorder gebruikt.
TEVEEL FOTO'S KOPPEL USB-KABEL LOS
- Verwijder de USB-kabel en verlaag het aantal foto's op de geheugenkaart tot minder dan 1.800.
Als een dialoogvenster op het computerscherm verschijnt, sluit het dan. Verwijder de USB-kabel en herstel na
een korte tijd de verbinding.
VERWISSEL DE ACCU
- De accu is vrijwel leeg. Vervang of laad de accu op ( 17).
99
Berichten met betrekking tot de optionele DW-100 DVD-brander
Wanneer er een bericht verschijnt terwijl de camcorder is aangesloten op de
optionele DW-100 DVD-brander, raadpleeg de volgende paragraaf en ook de
gebruikshandleiding van de DVD-brander.
DISC A/H LADEN
- Gegevens lezen van de schijf.
FOUT BIJ LEZEN DATA.
- Fout bij het lezen van de opnamen van de camcorder.
- Ga na of de USB-kabel niet per ongeluk loszit.
GEEN BEELDEN
- Er zijn geen foto's om aan de schijf te worden toegevoegd.
GEEN DISC
- Plaats een schijf in de DVD-brander.
- Dit bericht kan ook verschijnen als er zich condens heeft gevormd. Wacht totdat de DVD-brander volledig is
opgedroogd voordat u het gebruik hervat ( 106).
GEEN SCENES
- Er zijn geen films om aan de schijf te worden toegevoegd.
GN OVERDRACHTOPDR.
- U hebt gekozen voor het maken van een DVD met de instelling [OVERD.OPDR.], maar er zijn geen foto's
gemarkeerd om te worden overgezet ( 80).
GN SC MEER OM TOE TE V.
- U hebt gekozen een DVD te maken met de instelling [OVERB.SC.S], maar alle scènes uit het verleden werden
reeds aan schijven toegevoegd; er zijn geen soortgelijke scènes meer.
KAN DATA NIET VINDEN
- Een beschadigd bestand kon niet worden hersteld.
KAN SCHIJF NIET LEZEN CONTROLEER SCHIJF
- Tijdens de schijfopnamemodus kan dit bericht verschijnen wanneer een in de handel verkrijgbare DVD-schijf
(een DVD-schijf met films, software, etc.) of een 8cm mini DVD-schijf wordt geplaatst.
NETVOEDING AANSLUITEN
- De camcorder wordt gevoed door de accu. Sluit de compacte netadapter aan op de computer.
OPERATIE GEANNULEERD
- De USB-kabel werd verwijderd en de bewerking geannuleerd. Controleer de USB-aansluiting.
SLUIT DEKSEL GEHEUGENKAART
- De afdekking van de geheugenkaartsleuf staat open. Sluit de afdekking nadat een geheugenkaart correct is
geplaatst ( 28).
SCHIJFLEESFOUT CHECK DE DISC
- Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het lezen van de schijf of tijdens een poging om te schrijven op de
schijf.
- Dit bericht kan ook verschijnen als er zich condens heeft gevormd. Wacht totdat de DVD-brander volledig is
opgedroogd voordat u het gebruik hervat ( 106).
- De schijf is mogelijk niet goed geplaatst. Verwijder de schijf en plaats deze terug.
Aanvullende informatie
100
Berichten die betrekking hebben op "direct afdrukken" (Direct Print)
COMMUNICATIE FOUT
- De printer wordt geconfronteerd met een fout in de gegevensoverdracht. Stop het printen, maak de USB-
kabel los en zet de printer uit. Zet na een tijdje de printer weer aan en sluit de USB-kabel weer aan. Als u
afdrukt met de toets , controleer dan de afdrukinstellingen.
Of u probeerde vanaf een geheugenkaart met een groot aantal foto's een afdruk te maken. Verlaag het aantal
foto’s.
ABSORPTIEKUSSEN INKT VOL
- Selecteer [DOORGAAN] om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met een Canon Service Center
(raadpleeg het overzicht dat bijgeleverd is bij de printer) om de inktabsorbeerinrichting te vervangen.
BESTANDSFOUT
- U hebt geprobeerd een foto af te drukken die met een andere camcorder is gemaakt, een andere compressie
heeft of op een computer is bewerkt.
CONTROLEER PRINT INSTEL.
- U kunt de huidige instellingen niet gebruiken voor het afdrukken met de -toets.
GEEN INKT
- De inktcassette is niet aanwezig of de inkt is op.
GEEN PAPIER
- Het papier is niet op de juiste wijze geplaatst of er is geen papier aanwezig.
GEEN PRINTKOP
- Er is in de printer geen printkop geïnstalleerd of de printkop is defect.
HARDWARE FOUT
- Stop met afdrukken. Zet de printer uit en weer aan. Controleer de printerstatus. Als de printer met een batterij
uitgerust is, kan deze uitgeput zijn. Schakel in dat geval de printer uit, vervang de batterij en schakel de
printer weer in.
INKTFOUT
- Er is een probleem met de inkt. Vervang de inktcassette.
KAN NIET PRINTEN
- U hebt geprobeerd een foto af te drukken die met een andere camcorder is gemaakt, een andere compressie
heeft of op een computer is bewerkt.
LAAG INKTNIVEAU
- De inktcassette moet snel worden vervangen. Selecteer [DOORGAAN] om door te gaan met afdrukken.
PAPIER STORING
- Het papier is tijdens het afdrukken vastgelopen. Selecteer [STOP] om het afdrukken te annuleren. Verwijder
het vastgelopen papier, voeg opnieuw papier toe en probeer het opnieuw.
PAPIERFORMAAT ONJUIST
- De papierinstellingen van de camcorder zijn in tegenstrijd met de printerinstellingen.
PAPIERFOUT
- Er is een probleem met het papier. Het papier is niet correct doorgevoerd of het papierformaat is verkeerd.
Ook kan de papieruitvoerlade gesloten zijn. Open de lade dan om foto’s af te kunnen drukken.
101
PAPIERHENDELFOUT
- Er is een fout opgetreden met de papierhendel. Stel de papierselectiehendel in de juiste stand in.
PRINT FOUT
- Stop het printen, maak de USB-kabel los en zet de printer uit. Zet na een tijdje de printer weer aan en sluit de
USB-kabel weer aan. Controleer de printerstatus.
- Als u afdrukt met de toets , controleer dan de afdrukinstellingen.
PRINT X BEELDEN NIET
- U hebt geprobeerd de afdrukopdrachtinstellingen te gebruiken voor het afdrukken van X-foto's die met een
andere camcorder zijn gemaakt, die een andere compressie hebben of die op een computer zijn bewerkt.
PRINTER BEZIG
- De printer is bezig met afdrukken. Controleer de printerstatus.
PRINTER DEKSEL OPEN
- Maak het printerdeksel goed dicht.
PRINTERFOUT
- Er heeft zich een defect voorgedaan dat mogelijk moet worden gerepareerd. (Canon inktjetprinters: het
groene voedingslampje en oranje foutlampje van de printer knipperen afwisselend.)
- Verwijder de USB-kabel en zet de printer uit. Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact en neem
contact op met de klantenservice in uw regio.
STEL PRINTOPDR. IN
- Geen enkele foto is gemarkeerd met een afdrukopdracht.
OPMERKINGEN
Over Canon inktjet/SELPHY DS/printers: Als op de printer de foutindicator knippert of op het
bedieningspaneel van de printer een foutbericht verschijnt, raadpleeg dan de
printerhandleiding.
Hebt u na het bekijken van deze lijst en de gebruikshandleiding van de printer het
probleem nog niet opgelost, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Canon
Service Center (raadpleeg de meegeleverde lijst bij de printer).
Aanvullende informatie
102
Wat u wel en niet moet doen
Camcorder
Zorg ervoor dat u de volgende
voorzorgsmaatregelen neemt om een
optimaal resultaat te garanderen.
Maak regelmatig een back-up van
de opnamen. Zorg ervoor dat u de
opnamen naar een extern apparaat
(bijvoorbeeld: een computer of een
digitale videorecorder) overzet
( 74) en dat u regelmatig een back-
up maakt. Hierdoor beveiligt u
belangrijke opnamen in geval van
schade en zorgt u voor meer ruimte in
het geheugen. Canon kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
verlies van gegevens.
Wanneer u de polsband of de
schouderriem gebruikt, zorg dan dat
de camcorder niet heen en weer kan
bewegen en een voorwerp kan raken.
Houd de camcorder niet vast aan het
LCD-paneel. Wees voorzichtig
wanneer u het LCD-paneel sluit.
Laat de camcorder niet achter op
plaatsen met hoge temperaturen
(zoals in een auto of onder direct
zonlicht) of hoge vochtigheid.
Gebruik de camcorder niet in de
buurt van sterke elektrische of
magnetische velden zoals boven een
TV, in de buurt van plasma-TV’s of
mobiele telefoons.
Richt de lens niet op sterke
lichtbronnen. Laat de camcorder niet
gericht op een helder onderwerp.
Gebruik en bewaar de camcorder niet
op stoffige of zanderige plaatsen. De
camcorder is niet waterdicht – vermijd
daarom ook water, modder of zout. De
camcorder en/of lens kan beschadigd
raken als dergelijke substanties de
camcorder binnendringen.
Let op hitte die door
verlichtingsapparatuur wordt afgegeven.
Demonteer de camcorder niet. Als de
camcorder niet naar behoren werkt,
neem dan contact op met een
deskundige reparateur.
Ga voorzichtig met de camcorder om.
Stel de camcorder niet bloot aan
schokken of trillingen, omdat hierdoor
schade kan ontstaan.
Als u de camcorder op een statief
bevestigt, zorg er dan voor dat de
bevestigingsschroef van het statief
korter is dan 5,5 mm. Gebruik van
andere statieven kan de camcorder
beschadigen.
Probeer bij het opnemen van films
een kalm, stabiel beeld te krijgen.
Als u tijdens het opnemen de
camcorder te veel beweegt en vaak
snel zoomt en panoramisch filmt, kan
dit tot onrustige scènes leiden. In
extreme gevallen kan het afspelen
van dergelijke scènes tot gevolg
hebben dat door de visuele
waarneming bewegingsziekte wordt
veroorzaakt. Als een dergelijke reactie
optreedt, stop dan onmiddellijk met
afspelen en wacht een tijdje totdat u
verdergaat.
Hoe u de camcorder moet behandelen
5,5 mm
103
De camcorder voor langere tijd opbergen
Indien u van plan bent de camcorder
lange tijd niet te gebruiken, berg deze dan
op een plaats op die vrij is van stof, bij
lage vochtigheid en bij een temperatuur
die niet hoger wordt dan 30 °C.
Accu
Vuile polen kunnen tot gevolg hebben
dat het contact tussen de accu en de
camcorder niet goed is. Veeg de
polen schoon met een zachte, droge
doek.
Resterende accutijd
Als de weergegeven resterende
accutijd niet juist is, verwissel dan de
accu. Het is echter ook mogelijk dat
juiste tijd niet wordt weergegeven
wanneer een volledig geladen accu
continue wordt gebruikt bij hoge
temperaturen of dat de accu heel lang
niet is gebruikt. Ten gevolge daarvan,
afhankelijk van de levensduur van de
accu, wordt niet de juiste tijd
weergegeven. Gebruik daarom de
weergegeven tijd op het scherm als
indicatie.
De camcorder voor langere tijd opbergen
Berg accu’s op een droge plaats op
waar de temperatuur niet hoger wordt
dan 30
°C.
U verlengt de levensduur van de accu
door deze volledig te ontladen
voordat u de accu opbergt.
Accu’s moet u minstens eenmaal per
jaar volledig opladen en volledig
ontladen.
Betreft accu's zonder de Intelligent
System-markering
Om veiligheidsredenen worden
accu's zonder de Intelligent System-
markering
( 110) niet opgeladen, ook als u ze
in deze camcorder plaatst of in de
optionele CG-800E-acculader.
Als u in de camcorder accu's gebruikt
die geen echte Canon-accu's zijn,
verschijnt en wordt de
resterende accutijd niet getoond.
Geheugenkaart
Het verdient aanbeveling van de
opnamen op de geheugenkaart een
back-up te maken op uw computer.
Gegevens kunnen vanwege
geheugenkaartdefecten of
blootstelling aan statische elektriciteit
beschadigd of verloren raken.Canon
GEVAAR!
Behandel de accu met de nodige
voorzichtigheid.
Houd de accu uit de buurt van open
vuur (de accu kan exploderen).
Stel de accu niet bloot aan
temperaturen die hoger zijn dan 60 °C.
Laat de accu niet achter in de buurt
van een ingeschakeld
verwarmingsapparaat of binnen een
auto bij heet weer.
Probeer de accu niet uit elkaar te
halen of er aan te knutselen.
Laat de accu niet vallen en stel de
accu niet bloot aan schokken.
Laat de accu niet nat worden.
VOORZICHTIG:
Er is gevaar voor een explosie als u
de accu verkeerd aansluit. Gebruik
alleen hetzelfde type accu.
Aanvullende informatie
104
geeft geen garanties betreffende
corrupte gegevens of gegevens die
verloren zijn gegaan.
Raak de contactpunten niet aan en
stel deze niet bloot aan stof of vuil.
Gebruik geen geheugenkaarten op
plaatsen die blootstaan aan sterke
magnetische velden.
Laat geheugenkaarten niet achter op
plaatsen met een hoge vochtigheid
en hoge temperaturen.
Demonteer of verbuig een geheugen-
kaart niet, laat een geheugenkaart
niet vallen en stel een geheugenkaart
niet bloot aan schokken of water.
Controleer hoe u de geheugenkaart
naar de camcorder gericht houdt
voordat u deze in de camcorder
plaatst. Als u een geheugenkaart
verkeerd om in de sleuf probeert te
plaatsen, kan de geheugenkaart of
camcorder beschadigd raken.
Plak geen labels of stickers op de
geheugenkaart.
Op SD/SDHC-geheugenkaarten zit
een schakelaar waarmee u kunt
voorkomen dat de kaart wordt
beschreven of dat de inhoud per
ongeluk wordt gewist. Om de
geheugenkaart tegen schrijven te
beschermen, zet de schakelaar op de
LOCK-stand.
Ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij
De camcorder is uitgerust met een
ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij
om de datum/tijdinstellingen en andere
instellingen te kunnen behouden. De
interne lithiumbatterij wordt opgeladen
tijdens gebruik van de camcorder; de
batterij raakt echter geheel leeg als u de
camcorder circa 3 maanden niet
gebruikt.
De interne lithiumbatterij laadt u als volgt
opnieuw op: Sluit de compacte
netadapter aan op de camcorder en
laat de camcorder hierop ongeveer
24 uur aangesloten staan terwijl de
camcorder uit staat.
Lithiumknoopcelbatterij
Gebruik geen pincet of ander metalen
gereedschap omdat daarmee
kortsluiting ontstaat.
Veeg de accu met een schone, droge
doek af om een goed contact te
garanderen.
LOCK-schakelaar
WAARSCHUWING!
Bij onjuist gebruik van de accu in dit
apparaat kan er brand ontstaan of is er
gevaar voor chemische brandwonden.
U mag de batterij niet demonteren, er
wijzigingen in aanbrengen, in water
dompelen, blootstellen aan hitte boven
100 °C of deze verbranden.
Vervang door een CR2025-batterij
vervaardigd door Panasonic, Hitachi
Maxell, Sony, Sanyo, of met
Duracell2025. Gebruik van andere
batterijen vormt een risico op brand en
explosie.
Plaats de batterij niet in de mond.
Schakel direct medische hulp in wanneer
de batterij wordt ingeslikt. De behuizing
van de batterij kan openscheuren en de
vloeistoffen kunnen zorgen voor intern
letsel.
Houd de batterij buiten bereik van
kinderen.
Laad de accu niet verkeerd om op,
kortsluit de accu niet en plaats de accu
niet verkeerd om in het apparaat.
De gebruikte accu moet worden
teruggebracht naar de leverancier om
veilig te worden afgevoerd.
105
Als u de camcorder afdankt, verwijder
dan eerst de interne lithiumbatterij.
1 Verwijder met een
schroevendraaier de 8 schroeven
zoals getoond in de afbeelding.
2 Maak de afdekking aan de zijkant
los en verwijder de schroef zoals
getoond in de afbeelding.
3 Verwijder de 7 schroeven zoals
getoond in de afbeelding en maak
vervolgens de afdekking aan de
bovenzijde los.
4 Verwijder de 4 flex circuit-
connectoren en 2 dradensets
zoals getoond in de afbeelding,
verwijder vervolgens de voorste
lenseenheid, linkerpaneel (samen
met het LCD-paneel), onderste
paneel en achterste paneel.
5 Pak de lithiumbatterij stevig vast
met een isolatietang en verwijder
de batterij uit het bord.
De batterij verwijderen
Aanvullende informatie
106
BELANGRIJK
Verwijder de afdekkingen niet, behalve
om de ingebouwde lithiumbatterij moet
verwijderen wanneer u zich van de
camcorder ontdoet.
Voordat u de lithiumbatterij verwijdert,
moet u de aansluiting met alle
voedingsbronnen van de camcorder
verbreken (compacte netadapter en
accu).
De camcorder afdanken
Wanneer u films verwijdert of het
ingebouwd geheugen (alleen /
/ ) of de geheugenkaart
initialiseert, wordt alleen de tabel voor
het toewijzen van bestanden gewijzigd
en opgeslagen bestanden blijven
onaangetast. Neem de vereiste
voorzorgsmaatregelen als u de
camcorder of geheugenkaart afdankt,
bijvoorbeeld door de camcorder fysiek
te beschadigen om te voorkomen dat
privé-gegevens openbaar worden.
// Indien u de
camcorder overdraagt aan een ander,
initialiseer dan het ingebouwd
geheugen met de instelling
[COMPL.INIT.] ( 29), plaats
onbelangrijke opnamen in het
geheugen en voer nog een keer met
dezelfde methode de initialisatie uit.
Hierdoor wordt het uiterst moeilijk om
de oorspronkelijke opnamen terug te
halen.
Reinigen
Camcorderhuis
Gebruik een zachte, droge doek om
het camcorderhuis te reinigen.
Gebruik nooit met chemicaliën
behandelde doeken of vluchtige
oplosmiddelen zoals verfverdunner.
Lens
De automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet correct als het
lensoppervlak vuil is.
Verwijder stof of vuildeeltjes met een
blaaskwastje (geen spuitbus
gebruiken).
Gebruik een schoon, zacht
lensreinigingsdoekje om de lens
voorzichtig schoon te maken. Gebruik
nooit tissuepapier.
LCD-scherm
Reinig het LCD-scherm met een
schoon, zacht lensreinigingsdoekje.
Bij plotselinge
temperatuurschommelingen kan zich
op het oppervlak van het scherm
condens voordoen. Veeg het vocht
weg met een zachte, droge doek.
Condens
Als u de camcorder snel verplaatst van
een gebied met warme temperaturen
naar een gebied met koude
temperaturen of omgekeerd, dan kan er
op de interne oppervlakken condens
Voeding/overig
107
(waterdruppeltjes) ontstaan. Gebruik de
camcorder niet als condens wordt
gesignaleerd. Als u de camcorder blijft
gebruiken, kan deze beschadigd raken.
Condens kan zich in de volgende situaties
voordoen:
Als de camcorder snel wordt
verplaatst van koude naar warme
plaatsen
Wanneer de camcorder wordt
achtergelaten in een vochtige kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt
verwarmd
Stel de camcorder niet bloot aan
plotselinge of extreme
temperatuurswijzigingen.
Plaats de camcorder in een
luchtdichte zak en laat de camcorder
langzaam op temperatuur komen
voordat u het uit de zak haalt.
De camcorder gaat automatisch uit.
Hoe lang het precies duurt voordat de
waterdruppeltjes zijn verdampt, hangt
af van de locatie en
weersomstandigheden. Als vuistregel
geldt: wacht 2 uur voordat u het gebruik
van de camcorder hervat.
Gebruik van de camcorder in het
buitenland
Netvoedingen
U kunt de compacte netadapter
gebruiken in elk land met een
netvoeding tussen 100 en 240 V
wisselstroom en 50/60 Hz om de
camcorder te bedienen en de accu op
te laden. Raadpleeg het Canon Service
Center voor informatie over
stekkeradapters voor gebruik in het
buitenland.
Afspelen op een TV-scherm
U kunt uw opnamen alleen afspelen op
TV’s die compatibel zijn met het PAL-
systeem. PAL (of het compatibele
SECAM-systeem) wordt gebruikt in de
volgende regio’s/landen:
Europa: In heel Europa en Rusland.
Amerika: Alleen in Argentinië, Brazilië,
Uruguay en de Franse overzeese
gebieden (Frans-Guyana, Guadeloupe,
Martinique, etc.). Azië: De meeste
landen van Azië (behalve in Japan, de
Filippijnen, Zuid-Korea, Taiwan en
Myanmar). Afrika: Alle landen van
Afrika en Afrikaanse eilanden.
Australië/Oceanië: Australië, Nieuw-
Zeeland, Papoea Nieuw-Guinea; de
meeste eilanden van de Pacific
(behalve Micronesië, Samoa, Tonga en
US-gebiedsdelen zoals Guam en
Amerikaans Samoa).
Muziekbestanden
Hieronder vindt u de specificaties van
de muziekbestanden die compatibel
zijn met de camcorder.
Audiocodering: Lineair PCM
Audio-sampling: 48 kHz, 16 bits,
2 kanalen
Minimale lengte: 10 seconden
Bestandstype: WAV
De muziekbestanden worden in het
geheugen opgeslagen met de volgende
mappenstructuur.
CONDENS VOORKOMEN
ALS CONDENS IS ONTDEKT
Aanvullende informatie
108
De meegeleverde
Gebruiksaanwijziging/
Muziekgegevens disk CD-ROM bevat
een map met de naam [MUSIC]. In deze
map vindt u twee mappen, genaamd
[MUSIC 1] en [MUSIC 2]. [MUSIC 1]
bevat de nummers die vooraf zijn
geïnstalleerd op het ingebouwd
geheugen van de FS22/FS21/FS20.
[MUSIC 2] bevat de nummers die niet in
map [MUSIC 1] staan. U kunt naar
eigen smaak nummers uit beide
mappen gebruiken of de vooraf
geïnstalleerde nummers herstellen
wanneer het ingebouwd geheugen
(alleen / / ) werd
geïnitialiseerd.
//
Op het ingebouwd geheugen:
O
p
d
e ge
h
eugen
k
aart:
[CANON]
[PRIVATE]
[MY_MUSIC]
MUSIC_01.WAV tot
MUSIC_99.WAV
[CANON]
[MY_MUSIC]
MUSIC_01.WAV tot
MUSIC_99.WAV
109
Alge mene in fo rmati e
Systeemschema
(De verkrijgbaarheid verschilt per regio)
CG-800E
Acculader
STV-250N
Stereovideokabel
SC-2000
Zachte draagtas
WS-30 Polsband
SS-600/SS-650 Schouderriem
SD/SDHC
Geheugenkaart
BP-808-accu
Computer
TV
WL-D88
Draadloze
afstandsbediening*
Kaartlezer/-
schrijver
PictBridge
Compatibele
printers
IFC-400PCU
USB-kabel
Videorecorder/DVD-
recorder
DW-100 DVD-brander
DVD-schijven
SCART-
adapter
CA-570 Compacte
netadapter
* Alleen .
Aanvullende informatie
110
Accu's
Kies altijd de accu BP-808 als u extra
accu's nodig hebt.
Als u accu's met de Intelligent System-
markering gebruikt, kan de camcorder met de accu communiceren en de resterende
tijd van gebruik weergeven (met een nauwkeurigheid van 1 minuut). Deze accu's kunt
u alleen gebruiken met camcorders en opladers die compatibel zijn met het
Intelligent System.
CG-800E Acculader
Gebruik de acculader om accu’s op te
laden.
Oplaadduur
De oplaadduur voor de diverse accu’s in de volgende tabel is bij benadering gegeven
en varieert al naargelang de oplaadomstandigheden en de aanvankelijke laadstatus
van de accu.
* Wanneer de camcorder een lege accu 20 minuten heeft opgeladen, kan de accu 3 keer langer
dan die oplaadtijd worden gebruikt. Met andere woorden, u kunt met de camcorder 60 minuten
opnemen nadat de accu 20 minuten is opgeladen.
Optionele accessoires
Gebruik van de originele Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is zodanig ontworpen dat het uitstekende prestaties levert wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met Canon-accessoires. Canon kan niet aansprakelijk
worden gehouden voor schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, etc. als
gevolg van defecten in niet-originele Canon-accessoires (zoals lekkage en/of explosie
van een accu). Let erop dat deze garantie niet geldt voor reparaties die het gevolg zijn
van defecten aan niet-originele Canon-accessoires, hoewel u dergelijke reparaties wel
tegen betaling kunt laten verrichten.
Oplaadomstandigheden Oplaadtijd
Bij gebruik van de camcorder 140 min.*
Bij gebruik van de CG-800E-acculader 105 min.
111
Opname- en afspeelduur
De opname- en afspeelduur in de tabel hieronder is bij benadering gegeven en is
afhankelijk van de opnamemodus en de oplaad-, opname- en
afspeelomstandigheden. De effectieve gebruikstijd van de accu kan afnemen als u
opnamen maakt in koude omstandigheden, bij gebruik van de meer heldere
scherminstellingen, etc.
Het ingebouwd geheugen gebruiken (alleen / / )
Bij gebruik van een geheugenkaart ( / / )
Bij gebruik van een geheugenkaart ( )
* Geschatte tijden voor het opnemen met herhaalde bedieningshandelingen, zoals starten/
stoppen, zoomen, voeding aan/uit.
Schouderriem
U kunt een schouderriem bevestigen voor
meer stevigheid en betere hanteerbaarheid.
Opnamemodus
XP SP LP
Gebruikstijd
Maximale opnameduur 210 min. 215 min. 215 min.
Gebruikelijke opnameduur* 105 min. 105 min. 110 min.
Afspeelduur 290 min. 295 min. 295 min.
Opnamemodus
XP SP LP
Gebruikstijd
Maximale opnameduur 205 min. 205 min. 205 min.
Gebruikelijke opnameduur* 100 min. 100 min. 105 min.
Afspeelduur 275 min. 275 min. 280 min.
Opnamemodus
XP SP LP
Gebruikstijd
Maximale opnameduur 205 min. 210 min. 210 min.
Gebruikelijke opnameduur* 100 min. 105 min. 105 min.
Afspeelduur 290 min. 295 min. 295 min.
Aanvullende informatie
112
SC-2000 Zachte draagtas
Een handige camcordertas met gevoerde
vakjes en genoeg ruimte voor accessoires.
Dit merkteken is het symbool van originele Canon-videoaccessoires.
Als u gebruik maakt van Canon-videoapparatuur, raden wij u aan om
gebruik te maken van accessoires of producten van Canon met
hetzelfde merkteken.
113
LEGRIA FS22/FS21/FS20/FS200
Specificaties
Systeem
Opnamesysteem Films: SD-video
videocompressie: MPEG-2
Audiocompressie: Dolby Digital 2 kanalen(AC-3)
Foto’s DCF (Ontwerpregel voor het camerasysteem), compatibel
met Exif
1
Ver. 2.2 en met DPOF
Fotocompressie: JPEG Superfijn, fijn, normaal)
Televisiesysteem CCIR standaard (625 lijnen, 50 velden) PAL-kleurensignaal
Opnamemedia
ingebouwd flashgeheugen, 32 GB; SD of SDHC (SD High Capacity)-
geheugenkaart (niet meegeleverd)
ingebouwd flashgeheugen, 16 GB; SD of SDHC (SD High Capacity)-
geheugenkaart (niet meegeleverd)
ingebouwd flashgeheugen, 8 GB; SD of SDHC (SD High Capacity)-
geheugenkaart (niet meegeleverd)
SDof SDHC (SD High Capacity)-geheugenkaart (niet meegeleverd)
Maximale opnametijd (getallen bij
benadering)
ingebouwd geheugen, 32 GB;
XP 7 uur. 20 min., SP: 11 uur. 5 min., LP: 20 uur. 50 min.
ingebouwd geheugen, 16 GB;
XP 3 uur. 40 min., SP: 5 uur. 30 min., LP: 10 uur. 25 min.
ingebouwd geheugen, 8 GB;
XP 1 uur. 50 min., SP: 2 uur. 45 min., LP: 5 uur. 10 min.
Geheugenkaart van 4 GB
XP 55 min., SP: 1 uur. 20 min., LP: 2 uur. 35 min.
Beeldsensor
// 1/6-inch CCD, ongeveer. 1.070.000 pixels
Effectief aantal pixels
2
(alle waarden zijn waarden bij benadering)
16:9-films (geavanceerde zoom) 480.000 (T) / 710.000 (W) pixels
(optische zoom) 550.000 pixels
4:3-films (geavanceerde zoom) 440.000 (T) / 690.000 (W) pixels
(optische zoom) 690.000 pixels
16:9-foto's 600.000 pixels
4:3-foto's 800.000 pixels
1/6-inch CCD, circa 800.000 pixels
Effectief aantal pixels
2
(alle waarden zijn waarden bij benadering)
16:9-films (geavanceerde zoom) 440.000 (T) / 540.000 (W) pixels
(optische zoom) 440.000 pixels
4:3-films (optische zoom) 400.000 pixels
Foto's 530.000 pixels
LCD-scherm 2,7 inch, breedbeeld, TFT-kleur, circa 123.000 pixels
Microfoon Electreet condensator stereomicrofoon
Aanvullende informatie
114
Lens
// f=2,6-96,2 mm, F/2.0-5.2, 37x optische zoom
35 mm-equivalent (alle getallen zijn waarden bij benadering)
16:9-films (geavanceerde zoom) 41,7-1.877 mm
(optische zoom) 47,1-1.743 mm
4:3-films (geavanceerde zoom) 44,6-2.052 mm
(optische zoom) 44,6-1.650 mm
16:9-foto's 45,2-1.672 mm
4:3-foto's 41,5-1.536 mm
f=2,6-96,2 mm, F/2.0-5.2, 37x optische zoom
35 mm-equivalent (alle getallen zijn waarden bij benadering)
16:9-films (geavanceerde zoom) 40,5-1.676 mm
(optische zoom) 45,3-1.676 mm
4:3-films (geavanceerde zoom) 49,8-1.843 mm
Foto's 43,6-1.613 mm
Lenssamenstelling 10 elementen in 8 groepen (1 dubbelzijdig, asferisch element)
AF-systeem TTLautomatische scherpstelling door de lens, handmatige scherpstelling beschikbaar
Minimale scherpstellingsafstand 1 m; 1 cm bij maximale groothoek
Witbalans Automatische witbalans, voorkeuze (DAG LICHT, LAMPLICHT) of handmatig
Minimale verlichting Opnameprogramma [NACHT], sluitertijd ingesteld op 1/6:
// 1,5 lx 1,1 lx
[PROGRAMMA AE], Automatische langzame sluiter [AAN], sluitersnelheid op 1/25:
// 5,5 lx 4,5 lx
Aanbevolen verlichting Meer dan 100 lx
Beeldstabilisatie Elektronisch
Afmetingen van foto's
// 1152 x 864, 1152 x 648, 640 x 480 pixels
1024 x 768, 640 x 480 pixels
1
Deze camcorder ondersteunt Exif 2.2 (ook wel genoemd “Exif Print”). Exif Print is een standaard voor verbetering van de
communicatie tussen camcorders en printers. Door een met Exif Exif compatibele printer aan te sluiten, gebruikt en optimaliseert u
de beeldgegevens die tijdens opname met de camcorder zijn gemaakt. Hierdoor worden afdrukken van zeer hoge kwaliteit
geproduceerd.
2
Als er twee waarden worden gegeven, dan duidt de eerste op de waarde bij maximale telefoto (T) en de tweede op de waarde bij
maximale groothoek (W).
Aansluitpunten
AV OUT/H Aansluitpunt Mini-jack van 3,5 mm; Alleen uitgang
(aansluiting met dubbele functie; ook voor de aansluiting van een stereohoofdtelefoon)
Video: 1 Vp-p/75 asymmetrisch
Audio: –10 dBV (47 k belasting) / 3 k of minder
USB Aansluitpunt mini-B, USB 2,0 (Hi-Speed USB)
MIC Aansluitpunt Stereo mini-jack van 3,5 mm
57 dBV (met een 600 microfoon) / 5 k of meer
Voeding/overig
Voeding (nominaal) 7,4 V DC (accu), 8,4 V DC (compacte netadapter)
Energieverbruik
(SP-modus, AF aan)
1,8 W (LCD-scherm, normale helderheid, opnemen met het ingebouwd geheugen*)
* alleen / /
1,8 W (LCD-scherm, normale helderheid, opnemen met een geheugenkaart)
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Afmetingen (B x H x D) 55 x 59 x 121 mm exclusief de handgreepriem
Gewicht (alleen camcorderhuis) 225 g, zonder de handgreepriem
115
CA-570Compacte netadapter
BP-808 Accu
Gewicht en afmetingen zijn bij benadering gegeven. Fouten en omissies
voorbehouden. De informatie in deze handleiding geldt vanaf januari 2009.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Voeding 100 – 240 V AC, 50/60 Hz
Nominale uitgangsspanning /
nominaal verbruik
8,4 V DC, 1,5 A / 29 VA (100 V) – 39 VA (240 V)
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Afmetingen 52 x 29 x 90 mm
Gewicht 135 g
Accutype Oplaadbare lithium-ion batterij, compatibel met Intelligent System
Nominale spanning 7,4 V DC
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Capaciteit accu 890 mAh
Afmetingen 30,7 × 23,3 × 40,2 mm
Gewicht 46 g
Aanvullende informatie
116
A
Aansluitingen op externe apparaten . . .72
Aansluitpunt MIC . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Accu
Indicator resterende
accucapaciteit . . . . . . . . . . . . . . . 16
Informatie accu . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
AEB - Reeksopnamen . . . . . . . . . . . . . . 63
Afdrukopdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Afspeellijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Audioniveau-indicator . . . . . . . . . . . . . . 85
Automatische lange sluitertijd . . . . . . . . 83
Automatische scherpstelling (AF):
AF-beeld
(9-punts AiAF/Centraal). . . . . . . . . . . . 84
AV OUT/ H-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . 72
B
Beeldeffecten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Beeldstabilisator . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Beeldverhouding van een
aangesloten TV (TV-type) . . . . . . . . . . 87
Belichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Buitenland, gebruik van de
camcorder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
C
Condens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Continue-opnamen . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Correctie achtergrondverlichting . . . . . . 47
D
Datacodering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Datum en tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Datumnotatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Tijdzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Zomertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Digitale effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Direct afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Direct kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Draadloze afstandsbediening
1
. . . . . . . 19
Dubbele opname (Dual Shot) . . . . . . . . 23
DVD’s creëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
E
Een back-up maken van opnamen. . . . 74
F
Foto's bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Foto's vergroten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Foto’s afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Foto’s beveiligen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Fotogrootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Fotonummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
FUNC., menu . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 81
G
Geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Groothoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
H
Handmatige instelling van de
belichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Het geheugen initialiseren. . . . . . . . . . . 29
Het medium selecteren
2
voor de opnamen. . . . . . . . . . . . . . 29
voor het afspelen . . . . . . . . . . . . . . 37
Histogram . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Hoofdtelefoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
I
Indexscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35, 60
Ingebouwde ondersteuningsbatterij . . 104
Index
1
Alleen .
2
Alleen //.
117
Instellingsmenu’s . . . . . . . . . . . . . . .25, 83
J
Joystick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Joystickaanduiding . . . . . . . . . . . . . . . .24
K
Kopieeropdracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Kopiëren naar de computer
Foto’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77
Kopiëren
1
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Foto’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
Kwaliteit van foto's . . . . . . . . . . . . . . . . .57
L
LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
M
Markeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Mini-videolamp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Muziekbestanden . . . . . . . . . . . . . . . . .107
N
Nacht (opnameprogramma) . . . . . . . . . .42
O
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
Opnamemodus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Opnamen afspelen
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Foto’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Opnamen maken
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Foto’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Opnameprogramma’s . . . . . . . . . . .41, 42
Opnametijd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Overzetten naar de computer
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
P
P (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . . 42
Pieptoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Portret (opnameprogramma). . . . . . . . . 42
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . 90
R
RESET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
S
Schermgegevens, selecteren
welke worden weergegeven . . . . . 51, 64
Schermpictogrammen. . . . . . . . . . . . . . 14
Scherpstellen
Handmatig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Scherpstellingsvoorkeuze . . . . . . . 83
SD/SDHC- geheugenkaart . . . . . . . . . . 28
SELF TIMER/Zelfontspanner . . . . . . . . 46
Sensor voor de afstandsbediening
1
. . . 19
Serienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Sluitertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Sneeuw (opnameprogramma) . . . . . . . 42
Snelstartfunctie (Quick Start) . . . . . . . . 34
Speciale scènes . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Splitsen van scènes . . . . . . . . . . . . . . . 53
Sport (opnameprogramma) . . . . . . . . . 42
Spotlight (opnameprogramma) . . . . . . . 42
Strand (opnameprogramma) . . . . . . . . 42
Stroombesparing . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
T
Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Telepositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Tijdlijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Toets Afdrukken/Delen . . . . . . . . . . 67, 79
Transportstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Tv (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . 42
U
USB-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
1
Alleen //.
2
Alleen .
Aanvullende informatie
118
V
Verwijderen/wissen van
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40, 54
Foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59, 62
VIDEO SNAP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Video Snapshot . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35, 87
Vooropname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Vuurwerk (opnameprogramma) . . . . . . 42
W
Weergave kalender . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Windscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Z
Zoeken naar scènes aan de hand
van de datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Zonsondergang (opnameprogramma) . 42
Zoom
Geavanceerde zoom . . . . . . . . . . . 32
Zoomsnelheid . . . . . . . . . . . . . 32, 83
Zoomtype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Informatie over handelsmerken
Het SD-logo is een handelsmerk. Het SDHC-logo is een handelsmerk.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en
andere landen.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby” en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken zijn van de betreffende ondernemingen.
ELK ANDER GEBRUIK VAN DIT PRODUCT DAN HET PERSOONLIJK GEBRUIK DOOR CONSUMENTEN IN OVEREENSTEMMING MET DE
MPEG-2-STANDAARD VOOR HET CODEREN VAN VIDEOINFORMATIE VOOR VOORBESPEELDE MEDIA IS UITDRUKKELIJK VERBODEN,
TENZIJ DE GEBRUIKER BESCHIKT OVER EEN LICENTIE ONDER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE PATENTEN IN DE MPEG 2 PATENT
PORTFOLIO. DEZE LICENTIE IS VERKRIJGBAAR BIJ MPEG LA, L.L.C, 250 STEELE STREET, SUITE 300, DENVER, COLORADO 80206.
Canon Austria GmbH
Oberlaaer Straße 233
A-1100 Wien
Canon Helpdesk: Tel: 0810 0810 09
(zum Ortstarif)
www.canon.at
Canon Belgium N.V. / S.A.
Berkenlaan 3
1831 Diegem (Machelen)
Tel: (02)-7220411
Fax: (02)-7213274
www.canon.be
Canon CZ s.r.o.
Nám. Na Santince 2440
Praha 6
Helpdesk: (+420) 296 335 619)
www.canon.cz
Canon Danmark A/S
Knud Højgaards Vej 1
2860 Søborg
Tlf: 70 15 50 05
Fax: 70 15 50 25
www.canon.dk
Canon Deutschland GmbH
Europark Fichtenhain A10
D-47807 Krefeld
Canon Helpdesk: Tel: 0180 / 500 6022
(0,14 /Min. - DTAG;
Mobilfunk ggf. abweichend)
www.canon.de
Canon España S.A.
Avenida de Europa, 6
Parque Empresarial La Moraleja
28108 ALCOBENDAS
Madrid - Spain
Atención al Cliente:
Tel.: 901 900 012
Canon France SAS
Canon Communication & Image
17, Quai du Président Paul Doumer
92414 Courbevoie CEDEX
Tél: (01)-41 30 15 15
www.canon.fr
Canon Hungária Kft.
1031 Budapest
Záhony u. 7
Helpdesk: 06 1 235 5315
www.canon.hu
Canon Italia S.p.A.
Consumer Imaging Marketing
Via Milano,8
20097 - San Donato Milanese (MI)
Tel: (02)-82481
Fax: (02)-82484600
www.canon.it
Canon Luxembourg SA
Rue des joncs, 21
L-1818 Howald
Tel: (352) 48 47 961
www.canon.lu
Canon Nederland N.V.
Neptunusstraat 1
2132 JA Hoofddorp
Helpdesk: 0900-2022915
www.canon.nl
Canon Oy
Huopalahdentie 24
FIN-00351 Helsinki
puh. 010 544 20
www.canon.fi
Helpdesk: 020 366 466
(0,02 €/min + pvm/mpm)
www.canon.fi/support
Canon Polska Sp. z o.o.
Pomoc Techniczna (Helpdesk)
Telefon 00800 22 666767
www.canon.pl
Canon Portugal, SA.
Rua Alfredo Silva, 14 - Alfragide
2610-016 Amadora,
Portugal
Tel. +351 214 704 000
Fax +351 214 704 112
www.canon.pt
Canon (Schweiz) AG
Industriestrasse 12
CH-8305 Dietlikon
Canon Helpdesk: Tel. 0848 833 838
Canon Slovakia s.r.o.
Karadžiova 8
821 08 Bratislava
Helpdesk: tel. No +421 (2) 50 102 612
www.canon.sk
Canon (Suisse) SA
Industriestrasse 12
CH-8305 Dietlikon
Canon Helpdesk: Tel. 0848 833 838
Canon Svenska AB
169 88 Solna
Tel: 08-744 85 00
Helpdesk: 08-519 923 69
www.canon.se
Canon (UK) Ltd.
CCI Service Centre, Unit 130
Centennial Park, Borehamwood,
Hertfordshire,
WD6 3SE, England
Tel.: 0870-241-2161
Canon Europa N.V.
P.O. Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands
© CANON INC. 2009
Ondersteuning voor de meegeleverde PIXELA-software kunt u krijgen via de helpdesk van
PIXELA (informatie hierover in de PIXELA ImageMixer 3 SE Installatiehandleiding).
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119

Canon FS20 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding