26
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
- WAARSCHUWING: ventilatieope-
ningen van de behuizing van het
apparaat of de inbouwruimte niet
sluiten.
- WAARSCHUWING: om het ont-
dooien te versnellen, mogen er geen
andere mechanische voorzieningen
of andere middelen worden gebruikt
dan de door de fabrikant aanbevolen
middelen.
- WAARSCHUWING: koelmiddelcircuit niet be-
schadigen.
- WAARSCHUWING: geen elektrische apparaten
in het koelvak gebruiken die niet overeenkomen
met de door de fabrikant aanbevolen constructie.
- WAARSCHUWING: de netkabel mag bij het
plaatsen van het apparaat niet beschadigd raken.
- WAARSCHUWING: meervoudige contactdozen/
verdeelstrips evenals andere elektronische ap-
paraten (zoals bijv. halogeentrafo's) mogen niet
aan de achterkant van apparaten geplaatst en
gebruikt worden.
- WAARSCHUWING: gevaar voor letsel door elek-
trische schok! Onder de afdekking bevinden zich
stroomvoerende delen. LED-binnenverlichting
uitsluitend door de technische dienst of daar-
voor opgeleid vakpersoneel laten vervangen of
repareren.
- WAARSCHUWING: gevaar voor persoonlijk let-
sel door de LED-lamp. De lichtintensiteit van de
LED-verlichting komt overeen met laserklasse
RG 2. Wanneer de afdekking defect is: niet met
optische lenzen van korte afstand direct in de
lamp kijken. De ogen kunnen daarbij letsel op-
lopen.
- WAARSCHUWING: dit apparaat moet volgens
de gebruiksaanwijzing worden bevestigd om
gevaren door onvoldoende stabiliteit uit te sluiten.
- Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en
ouder, evenals door personen met beperkte
fysische, sensorische of mentale capaciteiten
of gebrek aan ervaring en kennis worden ge-
bruikt, wanneer ze onder toezicht staan of m.b.t.
het veilige gebruik van het apparaat instructies
hebben gekregen en de daaruit voortvloeiende
gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Kinderen mogen het apparaat
niet zonder toezicht reinigen en onderhouden.
Inhoud
Gradatie van de waarschuwingen .......................................... 26
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ............................26
Symbolen op het apparaat .....................................................27
Doelmatig gebruik ..................................................................27
Voorspelbaar misbruik ...........................................................27
Conformiteitsverklaring ..........................................................27
EPREL-database .................................................................... 27
Geluidsemissie van het apparaat ........................................... 27
Klimaatklasse ......................................................................... 28
Beschrijving van het apparaat ................................................ 28
Het apparaat uitlijnen .............................................................28
Opstellen ................................................................................28
Elektrische aansluiting ...........................................................29
Afmetingen van het apparaat .................................................29
Bedienings- en controleelementen ........................................29
Apparaat in- en uitschakelen ..................................................29
Temperatuur instellen ............................................................. 29
Energiespaarmodus ............................................................... 30
Alarm bij openen deur ............................................................30
Temperatuuralarm .................................................................. 30
Instelmodus ............................................................................ 30
Binnenverlichting ....................................................................31
Displayverlichting ................................................................... 31
Helderheidsregelaar voor verlichting .....................................31
Veiligheidsslot ........................................................................31
Koelen ....................................................................................31
Ontdooien ...............................................................................31
Reinigen .................................................................................31
Storingen ................................................................................32
Buiten werking stellen ............................................................32
Aanwijzing m.b.t. afdanken.....................................................32
Additionele informatie:............................................................32
Draairichting deur veranderen ...............................................33
Gradatie van de waarschuwingen
GEVAAR
duidt een direct gevaar aan,
die de dood of ernstig licha-
melijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie
aan, die de dood of ernstig
lichamelijk letsel tot gevolg
kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
VOORZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie
aan, die licht of middelzwaar
lichamelijk letsel tot gevolg
kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
LET OP
duidt een gevaarlijke si-
tuatie aan, die materi-
ele schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit ge-
vaar niet vermeden wordt.
Aanwijzing
geeft aan dat praktische
aanwijzingen en tips gege-
ven worden.