AEG L7FE94PROS Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
L7FE94PROS
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 7
4. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................8
5. MONTAGE ...........................................................................................................8
6. ACCESSOIRES.................................................................................................. 13
7. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................14
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.............................................................................. 16
9. PROGRAMMA’S.................................................................................................19
10. INSTELLINGEN................................................................................................ 25
11. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.......................................................................26
12. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................... 26
13. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................32
14. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................34
15. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................39
16. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................43
17. SNELSTARTGIDS............................................................................................45
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreĂŤerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieĂŤn die
het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten
aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
– door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen;
– ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
• Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
• De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
• Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
www.aeg.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
• Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen
mof met kunststof afstandhouder.
• Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet
op plekken waar de temperatuur
onder de 0°C komt of waar het wordt
blootgesteld aan
weersomstandigheden.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
• Installeer het apparaat niet direct
boven de vloerafvoer.
• Sproei geen water op het apparaat en
stel het niet bloot aan overmatige
vochtigheid.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Plaats geen gesloten bak om
mogelijke waterlekkage op te vangen
onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum
om te raadplegen welke accessoires
gebruikt mogen worden.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Wateraansluiting
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de erkende klantenservice
voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is
het mogelijk om water uit de
afvoerslang te zien stromen. Dit komt
door het testen met water van het
apparaat in de fabriek.
NEDERLANDS 5
• U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het
verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
• Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Was geen stoffen die zwaar bevuild
zijn met olie, vet of andere vettige
substanties. Dit kan rubberen
onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen
met de hand voor, voordat u ze in de
wasmachine stopt.
• Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
• Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
• Neem contact op met het service-
centrum om de binnenverlichting te
vervangen.
2.6 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software
en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage,
plastic randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
www.aeg.com6
• Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Bijzondere
eigenschappen
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan
alle moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag
water-, energie- en wasmiddelverbruik en
een milde behandeling van het wasgoed.
• De ProSense -technologie
registreert binnen 30 seconden de
hoeveelheid wasgoed die bepalend is
voor de duur van het programma. Het
wasprogramma wordt nauwkeurig
afgestemd op de wasbelasting en het
type wasgoed zonder meer tijd-,
energie- en water te verbruiken dan
strikt noodzakelijk is.
• De stoomfunctie is een snelle en
handige manier om kleding op te
frissen. De vriendelijke
stoomprogramma's verwijderen
geuren en zorgen voor minder
kreuken in het droge textiel, zodat
minder strijktijd nodig is.
De Plus Steam-optie rondt elke
cyclus af met een milde
stoombehandeling die de vezels doet
ontspannen zodat het textiel minder
kreukt. Makkelijker strijken!
• Dankzij de Soft Plus-optie wordt de
wasverzachter meer gelijkmatig over
het wasgoed verdeeld en worden de
textielvezels diep gepenetreerd met
een perfecte zachtheid als resultaat.
3.2 Apparaatoverzicht
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
8
Afvoerslang
9
Aansluiting van de watertoevoerslang
NEDERLANDS 7
10
Netsnoer
11
Transportbouten
12
Slangensteun
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam
(A), het productnummer (B), de elektrische
classificaties (C) en het serienummer (D).
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale
diepte
59.7 cm /84.7 cm /66.0 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof‐
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag‐
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belasting Katoen 9 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel‐
heid
1351 rpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Uitpakken
WAARSCHUWING!
Verwijder alle verpakking en
de transportbouten voordat u
het apparaat installeert.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
1. De externe folie eraf trekken. Gebruik
zo nodig een mes.
2. Verwijder de kartonnen bovenzijde
en het verpakkingsmateriaal van
polystyreen.
www.aeg.com8
3. De interne folie eraf trekken.
4. Open de klep en verwijder het
polystyreenstuk van de
klepvergrendeling en alle voorwerpen
van de trommel.
5. Zet het apparaat voorzichtig op zijn
achterkant.
6. Plaats het voorste
polystyreenverpakkingselement op
de vloer onder het apparaat.
Zorg dat u de slangen
niet beschadigt.
7. Verwijder de piepschuim
bescherming van de onderkant.
1
2
8. Zet het apparaat weer rechtop.
9. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
U kunt het water in de
afvoerslang zien
stromen. Dit komt
doordat het apparaat in
de fabriek met water is
getest.
NEDERLANDS 9
10. Verwijder de drie bouten met de
moersleutel die bij het apparaat
geleverd is.
11. Trek de bouten met de plastic
tussenstukken eruit.
12. Plaats de plastic doppen die u in de
zak met de gebruiksaanwijzing vindt
in de openingen.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren voor
als u het apparaat gaat
verplaatsen.
5.2 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de
vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het
apparaat niet stopt.
Zorg ervoor dat het apparaat
geen muren of andere
apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
x4
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
Een juiste afstelling van het
apparaat voorkomt trillingen
en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in
bedrijf is.
Als de machine op een plint
wordt geĂŻnstalleerd of als de
wasdroger op de
wasmachine wordt gezet,
maak dan gebruik van de
accessoires die in het
hoofdstuk 'Accessoires'
worden beschreven. Lees de
met de accessoires en het
apparaat meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
www.aeg.com10
5.3 De toevoerslang
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan.
20Âş20Âş
45Âş45Âş
Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is
geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los
om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4"-
schroefdraad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
5.4 Waterstop
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke
slijtage.
Het rode gedeelte in het venster ÂŤAÂť
toont deze storing.
A
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en
neemt u contact op met de erkende
klantenservice om de slang te laten
vervangen.
5.5 Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet minder
dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van
de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
maximaal 400 cm verlengen.
Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de
afvoerslang en plaats hem rond de
plastic slanggeleider.
NEDERLANDS 11
2. Aan de rand van een gootsteen -
Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
Zorg dat de plastic geleider
niet kan bewegen als het
apparaat water afvoert.
Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
water is ondergedompeld. Er
kan een vuil water
teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de
illustratie.
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie de afbeelding), dan
kunt u het direct in de standpijp
plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider
aan een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en
zet deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat
komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwanden zet vast met een
klem.
www.aeg.com12
5.6 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van
de deur van het apparaat en het
hoofdstuk 'Technische gegevens' geven
de benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met
ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
6. ACCESSOIRES
6.1 Verkrijgbaar op
www.aeg.com/shop of bij een
erkende dealer
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
Alleen geschikte accessoires
die door AEG zijn
goedgekeurd waarborgen de
veiligheidsnormen van het
apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden alle
claims ongeldig verklaard.
6.2 Set bevestigingsplaatjes
Als u het apparaat op een plint installeert
die geen accessoire is meegeleverd bij
AEG, zet het apparaat dan vast in de
bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
6.3 Tussenstuk
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met gebruik
van het juiste tussenstuk dat is
vervaardigd en goedgekeurd door
AEG.
Controleer of het tussenstuk
compatibel is door de diepte
van uw apparaten op te
meten.
NEDERLANDS 13
Het tussenstuk kan uitsluitend worden
gebruikt met de apparaten die worden
gespecificeerd in de folder die zich bij de
accessoires bevindt.
Lees de met de accessoires en het
apparaat meegeleverde instructies
zorgvuldig door.
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet
onder de wasautomaat.
6.4 Voetstuk met de lade
Door uw apparaat op te tillen maakt het
in- en uitladen van wasgoed
eenvoudiger. De lade kan worden
gebruikt voor het opbergen van
wasgoed, zoals handdoeken,
schoonmaakproducten en meer.
7. BEDIENINGSPANEEL
7.1 Beschrijving bedieningspaneel
t
i
U
/na
A
Marche/ArrĂŞt
Pl
us
Steam
Startuitstel
Start/Pauze
DĂŠpart/Pause
em
m
a
r
gor
P
/
ammarg
or
P
n
eo
t
a
K
not
o
C
Eco 40-60
S
o
ft Plu
s
a
c
ite
ht
n
yS
se
uqi
t
ĂŠ
htny
S
s
a
w
enj
i
F
stacilĂŠD
n
a
e
l
C eni
hca
M
gk
3
-
.
n
im 0
2
Anti-Allergie
Anti-Allergies
Voorw./
PrĂŠl
av.
Vlek ./Taches
E
xt
ra S
po
elen
s
u
l
p
egaçni
R
r
o
o
d
t
u
O
s
naeJ
e
djiZ/lo
W
eioS
/
eni
a
L
m
oo
tS
r
u
ep
aV
Spoelen
Rin
ç
a
g
e
Temp.
Tijd besparen
G
ain de te
mps
Vlek
.
/Voor
w.
Tache
s/PrĂŠl
av.
Centrif.
E
ssorage
2
3
6
12 11 10 8
1
4
5
7
9
1
Programmakeuzeknop
2
Display
www.aeg.com14
3
Startuitstel-aanraaktoets (Startuitstel
- DĂŠpart diffĂŠrĂŠ)
4
Tijd besparen-aanraaktoets (Tijd
besparen - Gain de temps)
5
Spoelen-aanraaktoets (Spoelen -
Rinçage)
• Optie extra spoelbeurt (Extra
Spoelen - Rinçage plus)
• Wasfase overslaan - Optie alleen
spoelen (Alleen spoelen)
6
Aanraaktoets Start/Pauze (Start/
Pauze - DĂŠpart Pause)
7
Aanraaktoets Vlekken/Voorwas
(Vlek./Voorw. - Taches/PrĂŠlav.)
• Vlekkenoptie (Vlek./Taches)
• Voorwasoptie (Voorw./Prélav.)
8
Anti-allergie-aanraaktoets (Anti-
allergie)
9
Stoom Plus-aanraaktoets (Plus
Steam)
10
Aanraaktoets voor
centrifugetoerental reduceren
(Centrif. Essorage)
• Optie spoelstop
• Optie extra stil
• Was- en spoelfasen overslaan -
Optie alleen centrifugeren (Alleen
centrifugeren)
• Was-, spoel- en centrifugeerfasen
overslaan - Optie alleen afvoer
(Alleen pompen)
11
Aanraaktoets temperatuur (Temp.)
12
Aan-/uittoets (Aan/Uit - Marche/ArrĂŞt)
7.2 Display
Lampje maximum belading. De aanduiding knippert tijdens de la‐
dingbepaling van het wasgoed (raadpleeg paragraaf ProSense-lading‐
detectie) .
Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Het knippert als de hoe‐
veelheid wasgoed de aangegeven lading overschrijdt.
Controlelampje klep gesloten.
Controlelampje uitgestelde start.
NEDERLANDS 15
Het controlelampje kan aangeven:
• Duur van het programma (bijv. ).
• Vertragingstijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
).
• Waarschuwingscode (bijv. ).
Indicator van wasfase. Deze knippert tijdens de voorwas en de wasfa‐
se.
Controlelampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
Als de optie Soft Plus is ingeschakeld verschijnt de aanduiding .
Centrifuge en afvoer indicator. Knippert tijdens het centrifugeren en af‐
voeren.
Controlelampje stoomfase.
Controlelampje antikreukfase.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Controlelampje tijdbesparing.
Controlelampje toerental.
Controlelampje spoelstop.
Controlelampje Extra stil.
Controlelampje temperatuur. Het controlelampje gaat branden als
koude was gekozen is.
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN
8.1 Aan/Uit - Marche/ArrĂŞt
Druk een paar seconden op deze knop
te drukken kunt u het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat
in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht
weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
www.aeg.com16
8.2 Inleiding
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's. Controleer
de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de
toetsen altijd schoon en
droog zijn.
8.3 Temp.
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch
een standaard temperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat
de gewenste temperatuur op het display
verschijnt.
Als het display de volgende
aanduidingen
en weergeeft,
verwarmt het apparaat het water niet.
8.4 Centrif. Essorage
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
• Het centrifugeersnelheid in te
stellen.
De display toont alleen
de centrifugesnelheden
die voor het ingestelde
programma beschikbaar
zijn.
• Activeer de optie Spoelstop.
De laatste centrifugeerfase wordt niet
uitgevoerd. Het laatste spoelwater
wordt niet weggepompt, om te
voorkomen dat het wasgoed kreukt.
Het wasprogramma eindigt met water
in de trommel.
Op het display verschijnt het
indicatielampje . De deur blijft
vergrendeld en de trommels draait
regelmatig om kreuken te vermijden.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Als u de knop Start/Pauze - DĂŠpart
Pause aanraakt, voert het apparaat
de centrifugeerfase uit en pompt het
water weg.
Het apparaat zal het
water na circa 18 uur
automatisch uit het
apparaat wegpompen.
• Activeer de Extra stil-optie.
Alle centrifugefasen tussendoor en de
laatste centrifugeerfase worden
overgeslagen en het programma
eindigt met water in de trommel. Zo
wordt voorkomen dat de was kreukt.
Op het display verschijnt het
indicatielampje . De deur blijft
vergrendeld. De trommel draait
regelmatig om kreuken te beperken.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Omdat dit programma heel stil is, is
het geschikt voor nachtelijk gebruik
als er goedkopere stroomtarieven
beschikbaar zijn. Bij sommige
programma's wordt voor de
spoelingen meer water gebruikt.
Als u de knop Start/Pauze - DĂŠpart
Pause aanraakt, voert het apparaat
alleen de wegpompfase uit.
Het apparaat zal het
water na circa 18 uur
automatisch uit het
apparaat wegpompen.
• Activeer de optie alleen drogen
(overslaan van de was-, spoel- en
centrifugeerfasen): Alleen pompen.
Het apparaat voert alleen de
pompfase van het gekozen
wasprogramma uit.
Het display toont de aanduiding
(koud), en de aanduiding (niet
centrifugeren) en de aanduiding
.
• Activeer de optie alleen
centrifugeren (overslaan van de
was- en spoelfasen): Alleen
centrifugeren.
NEDERLANDS 17
Kies voordat u deze optie
instelt een geschikt
wasprogramma voor de
kledingstukken. Het
apparaat voert de meest
geschikte
centrifugeercyclus uit om
uw kleding te verzorgen
(bijv. voor synthetische
items, kies eerst het
wasprogramma
Synthetica - SynthĂŠtiques
en daarna de optie Alleen
centrifugeren).
Het apparaat voert alleen de
centrifugeerfase van het gekozen
wasprogramma uit.
Het display toont de aanduiding
(koud), en de faseaanduiding en
de centrifugeersnelheid.
8.5 Vlek./Voorw. - Taches/
PrĂŠlav.
Druk meerdere malen op deze knop om
een van de twee of beide opties te
activeren.
De overeenkomstige indicatie verschijnt
op het display.
• Vlek./Taches
Kies deze optie om een fase voor
vlekken aan het programma toe te
voegen en het zwaar vervuilde of
bevlekte wasgoed met
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in
de geschikte fase van het
wasprogramma toegevoegd.
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan
40 °C.
• Voorw./Prélav.
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor
zwaar vervuild wasgoed, met in het
bijzonder zand, stof, modder en
andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur van
het programma verlengen.
8.6 Plus Steam
Deze optie voegt aan het einde van het
wasprogramma een stoomfase toe
gevolgd door een korte antikreukfase.
De stoomfase vermindert de kreuken in
de stoffen en vereenvoudigt het strijken.
De aanduiding knippert tijdens de
stoomfase op het display.
Deze optie kan de duur van
het programma verlengen.
Als het programma stopt, geeft het
display een nul
aan, brandt de
aanduiding continu en gaat de
aanduiding knipperen. De trommel
voert gedurende 30 minuten zachte
bewegingen uit om het voordeel van de
stoom te behouden. Door aanraking van
een willekeurige toets stoppen de
antikreukbewegingen en ontgrendelt de
deur.
Een kleine lading wasgoed
geeft betere resultaten.
8.7 Startuitstel - DĂŠpart
diffĂŠrĂŠ
Met deze optie kunt u het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
wordt met stappen van 30 minuten
verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal
20 uur.
Na het aanraken van de toetsStart/
Pauze - DĂŠpart Pause geeft het display
de aanduiding
en de gekozen
uitsteltijd weer en begint het apparaat af
te tellen.
8.8 Spoelen - Rinçage
Met deze knop kunt u ĂŠĂŠn van deze
volgende opties kiezen:
• Extra Spoelen - Rinçage plus -optie
www.aeg.com18
Deze optie voegt een paar koude
spoelgangen toe aan het gekozen
wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelresten
en in gebieden waar het water erg
zacht is.
Deze optie verlengt de
duur van het programma
enigszins.
• Wasfase overslaan - optie Alleen
spoelen
Het apparaat voert alleen de
spoelgang, het centrifugeren en het
wegpompen van het water van het
gekozen programma uit.
De overeenkomstige aanduiding boven
de aanraakknoppen brandt.
8.9 Tijd besparen - Gain de
temps
Met deze optie kunt u de
programmaduur inkorten.
• Bij normaal of licht vervuild wasgoed
wordt het aanbevolen het
wasprogramma in te korten. Raak
deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
• Raak bij een kleinere lading deze
knop tweemaal aan om een extra kort
programma in te stellen.
Op het display verschijnt het
indicatielampje .
Deze optie kan ook worden
gebruikt om de duur van het
Stoom - Vapeur-programma
te verkorten.
8.10 Anti-allergie
Stel deze optie alleen in met het Katoen -
Coton-programma. De vaste temperatuur
bij 60°C kan niet worden gewijzigd.
Deze optie verwijdert micro-organismes
dankzij een wasfase met een
temperatuur die gedurende een aantal
minuten boven de 60°C wordt gehouden.
Dit helpt in de verwijdering van
ziektekiemen, bacteriĂŤn, micro-
organismen en andere deeltjes. De
toevoeging van stoom met een extra
spoelbeurt zorgt voor een juiste
verwijdering van wasmiddelresten en
pollen/allergenen en maakt het geschikt
voor de tere en gevoelige huid.
8.11 Start/Pauze - DĂŠpart
Pause
Raak toets Start/Pauze - DĂŠpart Pause
aan om het draaiende programma te
starten, te pauzeren of te onderbreken.
9. PROGRAMMA’S
9.1 Programmatabel
Wasprogramma's
Programma Programmabeschrijving
Wasprogramma's
Eco 40-60
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuilde was. Het
energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma
neemt toe, waardoor goede wasresultaten worden gegaran‐
deerd.
Katoen - Coton
Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en licht bevuild
wasgoed.
Synthetica - SynthĂŠtiques
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal vervuilde was.
NEDERLANDS 19
Programma Programmabeschrijving
Fijne Was - DĂŠlicats
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen
hebben een milde wasbeurt nodig. Voor normaal en licht be‐
vuild wasgoed.
Wol/Zijde - Laine/Soie
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en
andere stoffen met ÂŤhandwasÂť-symbool
1)
.
Stoomprogramma
Stoom - Vapeur
Stoomprogramma voor katoen en synthetica. Stoom kan
worden gebruikt voor gedroogde was
2)
, gewassen of eenmaal
gedragen wasgoed. Dit programma vermindert kreukels en
geuren
3)
en ontspant de vezels. Voor optimaal resultaat dient
u het wasgoed na afloop van het programma meteen uit de
trommel te halen. Na een stoomprogramma wordt strijken zeer
eenvoudig. Gebruik nooit een reinigingsmiddel. Verwijder vlek‐
ken indien nodig door te wassen of plaatselijk vlekkenverwijde‐
raar te gebruiken. Stoomprogramma's hebben geen hygiëni‐
sche cyclus. Stel het stoomprogramma niet in voor dit type kle‐
ding:
• Items die niet geschikt zijn voor drogen in de wasdroger.
• Artikelen met label "Alleen chemisch reinigen".
Wasprogramma's
20 min. - 3 kg
Licht vervuilde katoenen en synthetische items of voor
items die slechts ĂŠĂŠn keer gedragen zijn.
www.aeg.com20
Programma Programmabeschrijving
Outdoor
Gebruik geen wasverzachter en zorg ervoor
dat er geen wasverzachter resten in de was‐
middeldoseerlade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sportkleding, waterbe‐
stendige en ademende jassen, jassen met een verwijder‐
bare fleecelaag of binnenvoering. De aanbevolen wasgoed‐
lading is 2.5 kg.
Dit programma kan ook worden gebruikt als herstellende cy‐
clus voor waterafstootbaarheid, die bij uitstek geschikt is voor
de behandeling van kleding met een waterafstotende laag. Ga
voor deze herstelbehandeling van de waterafstootbaarheid als
volgt te werk:
• Giet het wasmiddel in het vakje
.
• Schenk een speciaal herstellend middel voor waterafstoot‐
baarheid in het vakje voor de wasverzachter .
• Beperk de wasgoedlading tot 1 kg.
Om de waterafstotende behandeling verder te
versterken dient u het wasgoed te drogen in
een droger op het droogprogramma Outdoor
(indien beschikbaar en indien het kledingstuk
in de droger mag worden gedroogd).
Jeans
Denim kleding en jersey items. Normale vervuiling. Dit pro‐
gramma voert een behoedzame spoelfase uit die is ontwikkeld
voor denim. Het vermindert vervaging en voorkomt dat was‐
poederresten op de vezels achterblijven.
Machine Clean
Onderhoudscyclus met heet water om de trommel te reinigen
en op te frissen en resten te verwijderen die geuren kunnen
veroorzaken. Gebruik deze cyclus voor de beste resultaten
eenmaal per maand. Verwijder voordat u deze cyclus laat
draaien alle voorwerpen uit de trommel. Zet in het wasfasevak
van het wasmiddeldoseerbakje de flap van het vak recht omh‐
oog. Schenk in het wasfasevakje een kop bleekmiddel of was‐
machinereiniger. NIET beide tegelijkertijd gebruiken.
Na het reinigen van de trommel moet nog een
spoelcyclus met een lege trommel zonder was‐
middel worden gedraaid om enige resten van
bleekmiddel te verwijderen.
1)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
2)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, kan de was aan het eind van de cyclus voch‐
tig aanvoelen. Droog de items circa 10 minuten aan de lijn.
3)
Stoomprogramma is niet in het bijzonder geschikt voor verwijdering van intensieve geuren
NEDERLANDS 21
Programmatemperatuur, maximaal centrifugetoerental en maximale belading
Programma Standaard tem‐
peratuur
Temperatuurbe‐
reik
Referentie centrifugeer‐
snelheid
Centrifugeersnelheids‐
bereik
Maximale la‐
ding
Wasprogramma’s
Eco 40-60
40 °C
1)
1400 tpm
1400 rpm - 400 rpm
9 kg
Katoen - Coton
40ÂşC
95ÂşC - koud
1400 tpm
1400 rpm - 400 rpm
9 kg
Synthetica - SynthĂŠtiques
40 °C
60 °C - Koud
1200 tpm
1200 rpm - 400 rpm
4 kg
Fijne Was - DĂŠlicats
30 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 rpm - 400 rpm
2 kg
Wol/Zijde - Laine/Soie
40 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 rpm - 400 rpm
1.5 kg
Stoomprogramma
Stoom - Vapeur
- - 1 kg
Wasprogramma's
20 min. - 3 kg
30°C
40 °C - 30 °C
1200 rpm
1200 rpm - 400 rpm
3 kg
Outdoor
30 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 rpm - 400 rpm
2.5 kg
2)
1 kg
3)
Jeans
40 °C
60 °C - Koud
1200 tpm
1200 rpm - 400 rpm
9 kg
Machine Clean
60°C
1200 tpm
1200 tpm - 400 tpm
-
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild
katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐
gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐
meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Wasprogramma.
3)
Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
www.aeg.com22
Programmaopties compatibiliteit
Programma
Eco 40-60
Katoen - Coton
Synthetica - SynthĂŠtiques
Fijne Was - DĂŠlicats
Wol/Zijde - Laine/Soie
Stoom - Vapeur
20 min. - 3 kg
Outdoor
Jeans
Machine Clean
Opties
Centrif. Essorage
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■ ■ ■ ■
Alleen pompen
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Alleen centrifuge‐
ren
1)
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Vlek./Taches
2)
■ ■ ■ ■
Voorw./PrĂŠlav.
■ ■ ■ ■
Extra Spoelen -
Rinçage plus
■ ■ ■ ■ ■ ■
Alleen spoelen
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Anti-allergie
■
Tijd besparen -
Gain de temps
3)
■ ■ ■ ■ ■ ■
Startuitstel - Dé‐
part diffĂŠrĂŠ
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Plus Steam
4)
■ ■ ■ ■
NEDERLANDS 23
Programma
Eco 40-60
Katoen - Coton
Synthetica - SynthĂŠtiques
Fijne Was - DĂŠlicats
Wol/Zijde - Laine/Soie
Stoom - Vapeur
20 min. - 3 kg
Outdoor
Jeans
Machine Clean
Opties
Soft Plus
■ ■ ■ ■ ■
1)
Kies voordat u deze optie instelt een geschikt wasprogramma voor de kledingstukken. Het apparaat
voert de meest geschikte centrifugeercyclus uit om uw kleding te verzorgen (bijv. voor synthetische
items, kies eerst het wasprogramma Synthetica - SynthĂŠtiques en daarna de optie Alleen centrifugeren).
2)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
3)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo‐
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
4)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma's
Programma Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 ▲ ▲ ▲ -- --
Katoen - Co‐
ton
▲ ▲ ▲ -- --
Synthetica -
SynthĂŠtiques
▲ ▲ ▲ -- --
Fijne Was -
DĂŠlicats
-- -- -- ▲ ▲
Wol/Zijde -
Laine/Soie
-- -- -- ▲ ▲
20 min. - 3 kg -- ▲ ▲ -- --
Outdoor -- -- -- ▲ ▲
Jeans -- -- ▲ ▲ ▲
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
▲ = Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
www.aeg.com24
9.2 Woolmark Apparel Care - Blauw
De wolwascyclus van de machine is goedge‐
keurd door Woolmark voor het wassen van
wollen kleding waarvan in het label staat dat
het handwas is, op voorwaarde dat de kle‐
dingstukken worden gewassen volgens de in‐
structies op het label in het kledingstuk en die
van de fabrikant van deze wasmachine. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in de kle‐
ding. M1230
Het Woolmark-symbool is een certificerings‐
merk in vele landen.
10. INSTELLINGEN
10.1 Introductie
Druk bij een toetscombinatie
de toetsen niet schuin in. De
sensoren die onder de
knoppen zitten zijn gevoelig
en kunnen invloed
uitoefenen op uw keuze.
10.2 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Vlek./Voorw. - Taches/PrĂŠlav. en
Centrifugeren - Essorage aan tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u toets Start/Pauze - Départ
Pause aanraakt: alle knoppen en de
programmaknop worden
uitgeschakeld (behalve de toets
Aan/Uit - Marche/ArrĂŞt).
• Voordat u toets Start/Pauze - Départ
Pause aanraakt: kan het apparaat niet
starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
10.3 Geluidssignalen
Dit apparaat is uitgevoerd met
verschillende geluidssignalen, die
werken als:
• u het apparaat activeert (speciale
korte toon).
• u het apparaat deactiveert (speciale
korte toon).
• u een toets aanraakt (klikgeluid).
• u een foutieve keuze maakt (3 korte
tonen).
• Het programma voltooid is
(gedurende 2 minuten opeenvolgende
geluiden).
• Het apparaat een storing ondergaat
(gedurende 5 minuten opeenvolgende
geluiden).
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen raakt u gedurende 6
seconden tegelijkertijd toets Vlek./Voorw.
- Taches/PrĂŠlav. en Anti-Allergie - Anti-
Allergies aan.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
10.4 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd de
knoppen Spoelen - Rinçage en Vlek./
Voorw. - Taches/PrĂŠlav. aan tot het
indicatielampje van knop Extra
Spoelen - Rinçage plus aan-/uitgaat.
NEDERLANDS 25
10.5 Soft Plus
Kies de optie Soft Plus om de verdeling
van de wasverzachter te optimaliseren
en de zachtheid van de was te
verbeteren.
Dit wordt aanbevolen als u de
wasverzachter gebruikt.
Deze optie verlengt de duur
van het programma
enigszins.
Om deze optie te activeren/deactiveren
raakt u de knop Temperatuur -
TempĂŠrature en de knop Centrifugeren -
Essorage tegelijkertijd aan tot het
controlelampje boven het
controlelampje aan of uit gaat.
11. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of
voordat u het apparaat voor
het eerst gebruikt, kunt u wat
water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater
dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige
functietest werd uitgevoerd
om te garanderen dat het
apparaat in perfect
functionerende staat aan de
klant wordt geleverd en is
geen reden voor
ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is er dat de waterkraan openstaat.
3. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel dat wordt
aangegeven met .
Deze handeling activeert het
afvoersysteem.
4. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
5. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
12. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/ArrĂŞt om het
apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon (indien
ingeschakeld). Het apparaat stelt
automatisch een standaardprogramma
voor. Het desbetreffende controlelampje
gaat aan.
Het display geeft de maximale lading
aan, de standaardtemperatuur, het
standaard centrifugeertoerental, de
faseaanduidingen die het programma
heeft en de cyclusduur.
12.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de kleding goed, voordat u
deze in het apparaat stopt.
3. Doe de was in de trommel, ĂŠĂŠn item
tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
www.aeg.com26
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
12.3 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter,
vlekkenmiddel) toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel en
weekprogramma.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Vakje voor vlekverwijderaar.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid
zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus
indien vereist
achtergebleven wasmiddel
uit het wasmiddelvakje.
12.4 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
1
2
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
NEDERLANDS 27
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
• Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
• Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase
niet in.
• Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
12.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het
bijbehorende controlelampje gaat
branden.
Het controlelampje van de knop Start/
Pauze - DĂŠpart Pause knippert.
Het display toont de maximaal bepaalde
lading voor het programma, de
standaardtemperatuur, het standaard
centrifugeertoerental, de
wasfaseaanduidingen (indien aanwezig)
en een indicatieve programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raakt
u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens aan in
het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
Als een keuze niet mogelijk
is, gaat het controlelampje
niet aan en klinkt er een
geluidssignaal.
12.6 Een programma starten
Raak de Start/Pauze - DĂŠpart Pause
toets aan om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display begint het indicatielampje
van de werkingsfase te knipperen.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
www.aeg.com28
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
12.7 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel - DĂŠpart diffĂŠrĂŠ totdat het
display de gewenste uitsteltijd
weergeeft. Het indicatielampje
gaat aan.
2. Druk op de knop Start/Pauze -
DĂŠpart Pause.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De ProSense schatting
begint nadat het aftellen is
beĂŤindigd.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Start/Pauze -
DĂŠpart Pause om het apparaat te
pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel - DĂŠpart diffĂŠrĂŠ totdat het
display weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
- DĂŠpart Pause om het programma
onmiddellijk te starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze -
DĂŠpart Pause om het apparaat te
pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel - DĂŠpart diffĂŠrĂŠ totdat het
display de gewenste uitsteltijd
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
- DĂŠpart Pause om het aftellen
opnieuw te laten beginnen.
12.8 De ladingdetectie
ProSense
De programmaduur in het
display is van toepassing op
een middelmatige/grote
lading.
Na aanraking van de toets Start/Pauze -
DĂŠpart Pause gaat de aanduiding voor
de maximaal bepaalde lading uit,
knippert de aanduiding en begint
ProSense met detectie van het wasgoed:
1. Het toestel detecteert de lading in de
eerste 30 seconden: de indicator
en de tijdpuntjes flikkeren, de
trommel draait kort.
2. Aan het einde van de ladingdetectie
gaat de aanduiding uit en stoppen
de tijdstippen met knipperen. De
programmaduur wordt
overeenkomstig aangepast en kan
worden verlengd of verkort. En na 30
seconden gaat de watertoevoer
stromen.
In het geval er na de ladingdetectie een
overladen trommel blijkt te zijn, zal het
lampje
op het display knipperen:
In dit geval is het gedurende 30
seconden mogelijk het apparaat te
pauzeren en de overtollige
kledingstukken te verwijderen.
Raak na eenmaal de overtollige kleding
te hebben verwijderd de toets Start/
Pauze - DĂŠpart Pause aan om het
programma weer te starten. De fase
ProSense kan tot driemaal toe worden
herhaald (zie punt 1).
Belangrijk! Als het wasgoed niet wordt
verminderd, gaat het wasprogramma
ondanks teveel lading toch van start. In
dit geval kunt u niet de beste
wasresulaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start
van het programma kan de
programmaduur afhankelijk
van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen
weer worden aangepast.
NEDERLANDS 29
De ProSense-detectie wordt
alleen uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
(zonder gekozen
overslafase).
12.9 Programmafase-
indicatielampjes
Als het programma start, knippert de
aanduiding van de draaiende fase en de
andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de
bijhorende aanduiding met knipperen en
gaat continu branden. De volgende
aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig: .
Indien u de Plus Steam kiest, gaan de
stoomfaseaanduidingen branden.
De stoomfase is bezig: .
De antikreukfase is bezig: .
12.10 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als een programma bezig is maar
een paar opties wijzigen:
1. Druk op toets Start/Pauze - DĂŠpart
Pause.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
- DĂŠpart Pause.
Het wasprogramma gaat verder.
12.11 Draaiend programma
annuleren
1. Druk op de Aan/Uit - Marche/ArrĂŞt
toets om het programma te
annuleren en om het apparaat uit te
schakelen.
2. Druk opnieuw op de Aan/Uit -
Marche/ArrĂŞt toets om het apparaat
in te schakelen.
Nu kunt u een nieuw wasprogramma
kiezen.
Als de ProSense-fase al
voltooid is en de machine al
met water gevuld wordt,
begint het nieuwe
programma zonder
herhaling van de
ProSense-fase. Het water
en wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling
te voorkomen. De display
toont de maximumduur van
het programma en werkt dit
20 minuten na de start van
het nieuwe programma bij.
12.12 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de
wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en/of de trommel
nog draait, kunt u de deur
niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze -
DĂŠpart Pause .
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de toets
Start/Pauze - DĂŠpart Pause .
Het programma of startuitstel gaat
verder.
4. De deur kan worden geopend als het
programma is voltooid of stel
centrifugeren- of drainage-
programma/optie en druk op de knop
Start/Pauze - DĂŠpart Pause .
www.aeg.com30
12.13 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaat alle
wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone
.
Het lampje van de toets Start/Pauze -
DĂŠpart Pause gaat uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit - Marche/ArrĂŞt-
knop om het apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste gekozen
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
12.14 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
• Het display toont de aanduiding
, de
optieaanduiding
of en de
aanduiding van vergrendelde deur
. Het indicatielampje van de
draaiende fase knippert.
• De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets Centrif.
Essorage aan om het
centrifugeertoerental dat door het
apparaat wordt voorgesteld te
verlagen.
2. Druk op toets Start/Pauze - DĂŠpart
Pause:
• Indien u heeft ingesteld,
pompt het apparaat het water weg
en gaat centrifugeren.
• Indien u heeft ingesteld, pompt
het apparaat alleen het water
weg.
De optieaanduiding
of gaat uit,
terwijl de aanduiding knippert en dan
uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit - Marche/ArrĂŞt om het
apparaat uit te schakelen.
Het apparaat zal hoe dan
ook het water na circa 18
uur automatisch uit het
apparaat wegpompen.
12.15 Stand-by-optie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
• Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze - DĂŠpart
Pause drukt niet gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit -
Marche/ArrĂŞt om het apparaat in te
schakelen.
• 5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit -
Marche/ArrĂŞt om het apparaat in te
schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
NEDERLANDS 31
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de
stand-by-functie
gedeactiveerd om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Voor u het wasgoed in
de trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt.
We raden je aan ze apart te wassen
voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze -
DĂŠpart Pause. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Bind
riemen, koorden, veters, linten en
andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op
kledingstukken in de buurt van het
www.aeg.com32
apparaat, omdat het corrosief is voor de
plastic onderdelen.
13.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beĂŻnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst
deze algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiĂŤnisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
• Bij het gebruik van
wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u
ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
13.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen
• Normaal vuile waskanzonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel
te gebruiken, raadpleegt u de
hoeveelheid voorgesteld door de
producent van het wasmiddel en
controleert u de waterhardheid van
uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma
voordat u uw was droogt in een
wasdroger. Dit bespaart energie
tijdens het drogen!
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterontharder niet nodig.
NEDERLANDS 33
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de
levensduur van uw apparaat te
verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas‐
beurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini‐
gen
Iedere twee maan‐
den
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
den
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
Iedere twee maan‐
den
De filter van de af‐
voerpomp reinigen
Twee keer per jaar
De filter van de toe‐
voerslang en de
klepfilter reinigen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt
uitgelegd hoe u elk onderdeel moet
reinigen.
14.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn
vastgebonden voordat u uw
cyclus uitvoert. Raadpleeg
'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen
(zoals metalen clip, knoppen, munten,
enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen',
'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van
de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met een
erkend servicecentrum.
14.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of
krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
www.aeg.com34
14.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld is,
raden we u het gebruik van
waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te
draaien met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.5 Onderhoudswas
Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik
van programma´s bij lage temperaturen
kunnen er wasmiddelresten en pluizen
achterblijven en kan er bacteriĂŤngroei in
de trommel en de kuip ontstaan. Dit kan
slechte geurtjes en meeldauw
veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en
de binnenkant van het apparaat
hygiĂŤnisch te reinigen regelmatig een
onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal
per maand):
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Draai een katoenprogramma op de
hoogste temperatuur met een
geringe hoeveelheid waspoeder of
draai, indien beschikbaar het
programma Machine Clean.
14.6 Deurrubber
Dit apparaat is ontworpen met een
zelfreinigend afvoersysteem, waardoor
lichte pluisvezels die van de kleding
vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere
kleine voorwerpen kunnen aan het einde
van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan
voorkomen vanwege roestende vreemde
voorwerpen in de was of door
leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
Maak de trommel niet
schoon met zure
ontkalkingsmiddelen,
schuurmiddelen die chloor of
ijzer of staal bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
2. Draai een kort katoenprogramma op
een hoge temperatuur met een lege
trommel en een kleine hoeveelheid
waspoeder of, indien beschikbaar,
gebruikt u het Machine Clean
programma.
NEDERLANDS 35
14.8 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
1
2
2. Verwijder het bovenste deel van het
additievencompartiment om reiniging
te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat
achtergebleven wasmiddel volledig is
verwijderd uit het bovenste en
onderste gedeelte van de holte.
Gebruik een klein borsteltje om de
holte te reinigen.
3. Spoel de wasmiddellade uit onder
stromend warm water om eventuele
sporen van opgehoopt wasmiddel te
verwijderen. Plaats het bovenste
gedeelte na reiniging terug op zijn
plek.
4. Plaats de wasmiddellade in de
geleiders en sluit de lade. Draai het
spoelprogramma zonder kleding in
de trommel.
14.9 Afvoerpomp reinigen
WAARSCHUWING!
Haal de netstekker uit het
stopcontact.
www.aeg.com36
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en
houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
• Het water wordt niet afgepompt uit de
machine.
• De trommel niet ronddraait.
• De machine maakt abnormale
geluiden wegens blokkering van de
afvoerpomp.
• Het display toont de alarmcode .
WAARSCHUWING!
• Verwijder het filter niet als
de machine in werking is.
• Reinig de pomp niet
zolang het water in de
machine heet is. Wacht
tot het water is afgekoeld
Voor reiniging van de pomp gaat u als
volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
2. Plaats een geschikte bak onder de
afvoerpompopening om het
afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden.
Houd altijd een oude doek bij de
hand om het eventueel gemorste
water te kunnen opvegen als u het
filter verwijdert.
4. Draai het filter 180 graden naar links
om het te openen, zonder
verwijdering. Laat het water
wegstromen.
5. Als de bak vol is met water, draait u
het filter terug en leegt u de bak.
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er
geen water meer uitloopt.
7. Draai het filter naar links om het te
verwijderen.
1
2
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen
en andere voorwerpen uit de
filterholte.
9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als
NEDERLANDS 37
hij niet roteert: neem contact op met
een erkend servicecentrum.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal
geleidingen door hem met de klok
mee te draaien. Zorg ervoor dat u het
filter goed vastdraait om lekkage te
voorkomen.
2
1
12. Sluit het pompdeksel.
Als u het water afpompt met
gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het
aftapsysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het wasvak
van de wasmiddellade.
b. Start het programma om het
water af te pompen.
14.10 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
reinigen
Het wordt aanbevolen beide filters van
de toevoerslang en -klep geregeld te
reinigen ter verwijdering van aanslag dat
met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de
kraan en reinig het filter.
1
2
3
2. Verwijder de toevoerslang van het
apparaat door de ringmoer los te
draaien.
www.aeg.com38
3. Reinig het klepfilter aan de
achterzijde van het apparaat met een
tandenborstel.
4. Draai de slang bij het weer
aansluiten op het apparaat naar links
of rechts (niet in verticale positie)
afhankelijk van de positie van uw
waterkraan.
45°
20°
14.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
Als u het water met de
noodafvoerprocedure afvoert, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om het water
weg te pompen.
14.12 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geĂŻnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 39
15.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en
kan de Start/Pauze - DĂŠpart Pause -knop continu knipperen:
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
• Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐
selijke waterleidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers‐
lang aanwezig zijn.
• Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
• Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep
niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Het apparaat pompt
geen water weg.
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten
heeft.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder af‐
voerfase instelt.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen
waarbij water in de kuip blijft.
De deur is open of niet
goed gesloten.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
Geen communicatie
tussen elektronische
elementen van de ma‐
chine.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met
een erkend servicecentrum.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
• Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
www.aeg.com40
Het beschermingssys‐
teem tegen waterlek‐
kage is in werking ge‐
treden.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat
dat uit en weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u
contact op met de Servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval
van een ander probleem met de wasmachine.
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
• Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge‐
brand.
• Verzeker u ervan dat Start/Pauze - Départ Pause bediend is.
• Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie
of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
• Schakel het kinderslot uit.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
De machine vult zich
met water en pompt dit
direct weg.
• Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfa‐
se duurt langer dan
normaal.
• Stel het centrifugeerprogramma in.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
• Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de
centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor‐
zaakt door problemen met de balans.
Er ligt water op de
vloer.
• Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zit‐
ten en dat er geen lekken zijn.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be‐
schadigd zijn.
• Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid ge‐
bruikt.
NEDERLANDS 41
Probleem Mogelijke oplossing
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
• Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt
met water in de trommel.
• Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water
in de trommel bevindt.
• Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
• Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van
het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecen‐
trum.
Als u de deur moet openen, lees dan zorgvuldig “Nooddeuro‐
pening”.
De machine maakt ab‐
normale geluiden en
trilt.
• Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-in‐
structies'.
• Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd
zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aan‐
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐
dingsdetectie ProSense System' onder het hoofdstuk 'Dage‐
lijks gebruik'.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
• U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het
wasgoed gehaald.
• Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de hoeveelheid wasgoed.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐
gens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het
geautoriseerd servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het
typeplaatje.
15.2 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
www.aeg.com42
LET OP!
Gevaar voor
brandwonden! Zorg ervoor
dat de watertemperatuur
niet te hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Gevaar voor letsel! Zorg
ervoor dat de trommel niet
draait. Wacht indien nodig
tot de trommel stopt met
draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in een
noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop Aan/Uit - Marche/
ArrĂŞt om het apparaat uit te
schakelen.
2. Haal de netstekker uit het
stopcontact.
3. Open de klep van de filter.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker
eenmaal naar beneden. Trek die
nogmaals naar beneden, houd hem
gespannen en open in de tussentijd
de deur van het apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
16. VERBRUIKSWAARDEN
16.1 Inleiding
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat
wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie
gerelateerd aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel
ter referentie samen met de gebruikershandleiding
en alle andere documenten die bij dit apparaat
worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die u vindt op het typeplaatje van
het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
NEDERLANDS 43
16.2 Legenda
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifu‐
geersnelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van
verschillende
omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur
en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u
de standaardinstelling van een programma wijzigt.
16.3 Volgens Verordening
(EU) 2019/2023 van de
Commissie
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 9 0.888 55 3:40 53 37 1351
Halve belading 4.5 0.628 45 2:35 53 36 1351
Kwartbelading 2.5 0.260 38 2:30 54 26 1351
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde start
(W)
0,
50
0,
50
4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
16.4 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
www.aeg.com44
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Katoen - Coton
2)
95°C
9 2.70 90 4:05 52 85 1400
Katoen - Coton
60°C
9 1.60 85 3:50 52 55 1400
Katoen - Coton
3)
20°C
9 0.35 85 3:00 52 20 1400
Synthetica - Syn‐
thĂŠtiques
40°C
4 0.80 55 2:15 35 40 1200
Fijne Was - Déli‐
cats
4)
30°C
2 0.40 60 1:05 35 30 1200
Wol - Laine
30°C
1.5 0.30 65 1:05 30 30 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
17. SNELSTARTGIDS
17.1 Dagelijks gebruik
1
2
3
4
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Draai de waterkraan open.
• Druk op de Aan/Uit - Marche/Arrêt
toets om het apparaat aan te zetten
(1).
• Draai de programmaknop om het
gewenste wasprogramma in te stellen
(2).
• Stel de gewenste opties in met de
overeenkomstige tiptoetsen (3).
• Plaats het wasgoed in de trommel,
ĂŠĂŠn item tegelijk zonder
overschrijding van de maximale
voorgestelde lading. Sluit de deur en
zorg ervoor dat er geen wasgoed
tussen de deur blijft klemmen.
• Plaats het wasmiddel en andere
behandelmiddelen in de juiste vakken
van de wasmiddeldoseerbakje.
• Om het programma te starten, drukt u
op de Start/Pauze - DĂŠpart Pause -
toets (4).
• Het apparaat start.
NEDERLANDS 45
• Neem aan het einde van het
programma het wasgoed er uit.
• Druk op de Aan/Uit - Marche/Arrêt -
toets om het apparaat uit te zetten.
17.2 Reinigen van het filter van de afvoerpomp
1 32
180˚
2
1
Reinig het filter regelmatig en in het
bijzonder als de alarmcode op het
display verschijnt.
17.3 Programma’s
Programma’s Lading Productbeschrijving
Eco 40-60
9 kg
Wit en bont katoen. Normaal vervuilde kle‐
dingstukken.
Katoen - Coton
9 kg Wit en bont katoen.
Synthetica - Synthéti‐
ques
4 kg Synthetische of gemengde stoffen.
Fijne Was - DĂŠlicats
2 kg
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en poly‐
ester.
Wol/Zijde - Laine/Soie
1.5 kg
Machinewasbare wol, handwasbare wol en fij‐
ne was.
Stoom - Vapeur
1 kg
Stoomprogramma voor katoen, synthetica en
fijne kleding.
20 min. - 3 kg
3 kg
Katoen en synthetica, licht vervuild of slechts
eenmaal gedragen.
Outdoor
2.5 kg
1)
1 kg
2)
Moderne outdoorsportkleding.
Jeans
9 kg Jeanskleding en jersey items.
www.aeg.com46
Programma’s Lading Productbeschrijving
Machine Clean
-
Onderhoudscyclus voor het schoonmaken
van de trommel.
1)
Wasprogramma.
2)
Wasprogramma en waterdichtheidsbehandeling.
18. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
NEDERLANDS 47
www.aeg.com/shop
157037570-A-102021
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG L7FE94PROS Handleiding

Type
Handleiding