Wacker Neuson DPU 100-70 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Trilplaat
DPU 100-70
0109983nl 007
01.2011
Fabrikant
Wacker Neuson SE
Preußenstraße 41
80809 München
www.wackerneuson.com
Tel.: +49-(0)89-354 02-0
Fax: +49-(0)89-354 02-390
Vertaling van de Duitstalige originele bedieningshandleiding
1 Voorwoord
3
1 Voorwoord
In deze bedieningshandleiding staat informatie en worden procedures beschre-
ven voor het veilig gebruik en onderhoud van het Wacker Neuson apparaat. Voor
uw eigen veiligheid en om letsel te voorkomen moet u de veiligheidsvoorschriften
goed doorlezen, zodat u ermee vertrouwd raakt en ze op ieder moment in acht
kunt nemen.
Deze bedieningshandleiding geeft geen informatie over omvangrijke onder-
houds- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door
de Wacker Neuson service of door erkende deskundigen worden uitgevoerd.
Bij de productie van het apparaat is veel waarde gehecht aan de veiligheid van
de bediener. Ondeskundige bediening of onderhoud niet conform de voorschrif-
ten kunnen echter gevaar veroorzaken. Bediening en onderhoud van het
Wacker Neuson apparaat moeten volgens de aanwijzingen in deze bedienings-
handleiding worden uitgevoerd. Hierdoor is een storingsvrije werking en een
hoge beschikbaarheid van het apparaat gegarandeerd.
Defecte onderdelen van het apparaat moeten meteen worden vervangen!
Bij vragen over de bediening of het onderhoud kunt u contact opnemen met uw
contactpersoon bij Wacker Neuson.
Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder het recht van reproductie en ver-
spreiding.
Copyright 2011 Wacker Neuson SE
Deze bedieningshandleiding mag uitsluitend met voorafgaande uitdrukkelijke en
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson worden gereproduceerd, bewerkt,
gekopieerd of verspreid worden. Dit geldt ook voor delen ervan.
Iedere reproductie, verspreiding of opslag op informatiedragers in welke vorm
dan ook, zonder de toestemming van Wacker Neuson, is een overtreding van het
geldende copyright en zal gerechtelijk worden vervolgd.
Wij behouden ons uitdrukkelijk voor, technische wijzigingen uit te voeren voor de
verbetering van onze apparaten of verhoging van de veiligheidsstandaard, ook
zonder voorafgaande aankondiging.
Inhoudsopgave
4
1. Technische Gegevens 21
2. Beschrijving 23
2.1 Afmetingen ..........................................................................................23
2.2 Verdichtingsadvies ..............................................................................23
2.3 Verdichten zonder hulpplaten ..............................................................24
2.4 Max. toelaatbare schuine stand ..........................................................24
2.5 Functiebeschrijving ..............................................................................25
3. Transport naar de werkplek 27
4. Bediening 28
4.1 Starten .................................................................................................28
4.2 Vooruit- en achteruitrijden ...................................................................29
4.3 Uitschakelen ........................................................................................29
5. Onderhoud 30
5.1 Onderhoudsplan ..................................................................................30
5.2 Oliebadluchtfilter ..................................................................................31
5.3 Motoroliepeil controleren .....................................................................32
5.4 Zuurgraad van de accu controleren ....................................................33
5.5 Peil van hydraulische olie controleren .................................................33
5.6 Oliepeil van bekrachtiger controleren ..................................................34
6. Storing 35
6.1 Opsporen en verhelpen van storingen ................................................35
6.2 Starten met een hulpaccu ...................................................................36
EU - conformiteitverklaring 39
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 5
2 Veiligheid
2.1 Beginsel
Stand van de techniek
Het apparaat is vervaardigd op basis van de nieuwste stand van de techniek en
de erkende veiligheidstechnische regelgeving. Desondanks kan ondeskundig
gebruik gevaar opleveren voor lijf en leven van de gebruiker of derden of een ne-
gatieve invloed hebben op het apparaat en andere materiële zaken.
Gebruik in overeenstemming met de bestemming
Het apparaat mag uitsluitend voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Verdichten van de grond.
Het apparaat mag niet voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Verdichten van zeer zware grond.
Verdichten van bevroren grond.
Verdichten van harde, niet-verdichtbare grond.
Verdichten van grond met onvoldoende draagvermogen.
Verdichten van asfalt.
Intrillen van straatstenen.
Tot het gebruik in overeenstemming met de bestemming hoort ook het in acht
nemen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding, alsmede het in
acht nemen van de voorgeschreven service- en onderhoudsaanwijzingen.
Elke ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming zijnde met
de bestemming. Voor hieruit resulterende schade vervallen de aansprakelijkheid
en de garantie van de fabrikant. Het risico komt volledig voor rekening van de
bediener.
2 Veiligheid DPU 100-70
6 Bedieningshandleiding
Constructieve wijzigingen
Voer in geen geval constructieve wijzigingen uit zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant. U brengt daardoor uw veiligheid en die van andere personen in
gevaar! Bovendien vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabri-
kant.
Er is vooral sprake van constructieve wijzigingen in de volgende gevallen:
Openen van het apparaat en het permanent verwijderen van onderdelen, die
van Wacker Neuson afkomstig zijn.
Inbouwen van nieuwe onderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig
zijn of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderde-
len.
Aanbouwen van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Reserveonderdelen die van Wacker Neuson afkomstig zijn kunt u zondermeer
monteren.
Toebehoren die voor uw apparaat verkrijgbaar zijn in het Wacker Neuson lever-
programma, kunt u zondermeer monteren. Volg daarbij de montagevoorschriften
uit deze bedieningshandleiding.
Voorwaarden voor bedrijf
De storingsvrije en veilige werking van het apparaat hangt af van de volgende
voorwaarden:
Vakkundig transport, opslag, opstelling.
Zorgvuldige bediening.
Zorgvuldig onderhoud.
Bediening
Bedien het apparaat uitsluitend in overeenstemming met de bestemming en in
technisch perfecte toestand.
Bedien het apparaat uitsluitend bewust van de veiligheid en de gevaren terwijl
alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Verander of omzeil de veilig-
heidsvoorzieningen niet.
Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden of de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
Toezicht
Laat een draaiend apparaat nooit zonder toezicht!
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 7
Onderhoud
Voor een storingsvrije en langdurige werking van het apparaat zijn regelmatige
onderhoudswerkzaamheden vereist. Gebrekkig onderhoud vermindert de veilig-
heid van het apparaat.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht.
Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie noodzakelijk is.
Storingen
Bij functiestoringen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en beveiligen.
Verhelp storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden onverwijld!
Laat beschadigde of defecte componenten onmiddellijk vervangen!
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Storingen verhelpen.
Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die gelijk-
waardig zijn met de originele delen wat betreft constructie en kwaliteit.
Gebruik alleen toebehoren van Wacker Neuson.
Bij het niet opvolgen hiervan vervalt iedere aansprakelijkheid.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
In de volgende gevallen wijst Wacker Neuson elke aansprakelijkheid voor per-
soonlijk letsel en materiële schade af:
Constructieve wijzigingen.
Gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming.
Niet-naleven van deze bedieningshandleiding.
Ondeskundige behandeling.
Gebruik van reserveonderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn
of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Gebruik van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Bedieningshandleiding
Bewaar de bedieningshandleiding altijd binnen handbereik bij het apparaat of op
de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.
Mocht u de bedieningshandleiding kwijtraken of nog een exemplaar nodig heb-
ben, neem dan contact op met uw Wacker Neuson contactpersoon of download
de bedieningshandleiding van het Internet (www.wackerneuson.com).
Geef deze bedieningshandleiding aan elke andere bediener of volgende eige-
naar van het apparaat.
2 Veiligheid DPU 100-70
8 Bedieningshandleiding
Landspecifieke voorschriften
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspre-
ventie en milieubescherming in acht, bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of
het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting.
Vul deze bedieningshandleiding aan met verdere aanwijzingen voor het in acht
nemen van bedrijfs-, overheids-, landelijke of algemene veiligheidsrichtlijnen.
Bedieningselementen
Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en vrij van
vet en olie.
Bedieningselementen, zoals bijv. aan/uitschakelaar, gashendels etc. mogen niet
ongeloorloofd geâretteerd, gemanipuleerd of veranderd worden.
Reiniging
Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na elk gebruik.
Gebruik geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Gebruik geen hogedrukreinigers. Indringend water kan het apparaat beschadi-
gen. Bij elektrische apparaten bestaat ernstig verwondingsgevaar door elektri-
sche schokken.
Op schade controleren
Controleer minstens één keer per dienst het uitgeschakelde apparaat op uiterlijk
zichtbare schade en gebreken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar
zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
2.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel
Kwalificatie van de bediener
Het apparaat mag alleen door opgeleid personeel in werking gesteld en bediend
worden. Bovendien gelden de volgende voorwaarden:
U bent minstens 18 jaar oud.
U bent lichamelijk en geestelijk geschikt.
U bent opgeleid voor het zelfstandig bedienen van het apparaat.
U bent opgeleid in het gebruik in overeenstemming met de bestemming van
het apparaat.
U bent vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsinrichtingen.
U bent bevoegd om apparaten en systemen volgens de normen van de vei-
ligheidstechniek zelfstandig in bedrijf te stellen.
U moet door de ondernemer of exploitant zijn aangewezen voor het zelfstan-
dig werken met het apparaat.
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 9
Foutieve bediening
Bij foutieve bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel dreigt
er gevaar voor de gezondheid van de bediener of derden en voor het apparaat
of andere materiële zaken.
Plichten van de exploitant
De exploitant moet de bedieningshandleiding beschikbaar stellen aan de bedie-
ner en zich ervan vergewissen dat de bediener deze heeft gelezen en begrepen.
Aanbevelingen voor het werk
Volg a.u.b. de volgende aanbevelingen op:
Werk uitsluitend in een goede lichamelijke toestand.
Werk geconcentreerd, vooral tegen het einde van de werktijd.
Werk niet met het apparaat als u moe bent.
Voer alle werkzaamheden rustig, behoedzaam en voorzichtig uit.
Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw zichtvermo-
gen, uw reactievermogen en uw oordeelsvermogen kunnen hierdoor worden
belemmerd.
Werk zodanig dat geen schade voor derden ontstaat.
Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren in de gevarenzone bevinden.
2.3 Beschermuitrusting
Werkkleding
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauwsluitend maar niet hinderlijk zijn.
Draag in principe op bouwplaatsen geen lang los haar, losse kleding of sieraden
inclusief ringen. Er bestaat gevaar voor letsel, bijv. door blijven hangen of naar
binnen trekken door bewegende onderdelen van apparaten.
Draag alleen moeilijk ontvlambare werkkleding.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de ge-
zondheid te voorkomen:
Veiligheidsschoenen.
Werkhandschoenen van stevig materiaal.
Werkpak van stevig materiaal.
Veiligheidshelm.
Hoorbescherming.
2 Veiligheid DPU 100-70
10 Bedieningshandleiding
Hoorbescherming
Bij dit apparaat is overschrijding van de landelijk geldende toegestane geluidsli-
miet (persoonsgerelateerd beoordelingsniveau) mogelijk. Daarom moet u in be-
paalde gevallen gehoorbescherming dragen. De exacte waarde vindt u in het
hoofdstuk Technische gegevens.
Werk met gehoorbescherming bijzonder aandachtig en voorzichtig omdat u ge-
luiden, bijv. geroep of signaaltonen slechts beperkt kunt waarnemen.
Wacker Neuson raadt aan altijd gehoorbescherming te dragen.
2.4 Transport
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat voor het transport uit en laat de motor afkoelen.
Dissel in transportstand
Breng voor het transport de dissel in de transportstand. Vergrendel daarbij de
dissel in de disselhouder.
Voorschriften voor het transport van gevaarlijke stoffen in acht nemen
Neem de voorschriften voor het transport van gevaarlijke goederen voor het
transportmiddel en de nationale veiligheidsrichtlijnen in acht.
Optillen
Voor het optillen van het apparaat dient u de volgende aanwijzingen in acht te
nemen:
Duid een deskundige seingever aan om de machine op te tillen.
U moet de seingever kunnen zien of horen.
Gebruik alleen geschikte en gekeurde hijswerktuigen, bevestigingsmiddelen
en lastopneeminrichtingen met voldoende draagvermogen.
Gebruik alleen bevestigingspunten, zoals beschreven in de bedieningshand-
leiding.
Beveilig het apparaat op een betrouwbare manier aan het hijswerktuig.
Zorg ervoor, dat zich geen personen in de directe nabijheid van of onder het
apparaat bevinden.
Ga niet op het apparaat staan.
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 11
Verladen
Opritten moeten voldoende draagkracht hebben en stabiel zijn.
Zorg ervoor dat er geen personen door het omkantelen, vallen of wegglijden van
de apparaten door het omhoog of naar beneden slingeren van apparaatdelen
gevaar lopen.
Breng bedieningsdelen en bewegende componenten in transportstand.
Beveilig het apparaat tegen het omkantelen, vallen of wegglijden met sjorban-
den. Gebruik hiervoor alleen bevestigingspunten, zoals beschreven in de bedie-
ningshandleiding.
Transportvoertuig
Gebruik uitsluitend geschikte transportvoertuigen met een voldoende draagver-
mogen en geschikte bevestigingspunten.
Apparaat transporteren
Beveilig het apparaat op het transportmiddel tegen omkantelen, vallen of weg-
glijden.
Gebruik uitsluitend de in de bedieningshandleiding aangegeven bevestigings-
punten.
Let ook op landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen.
Herinbedrijfname
Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaat-
onderdelen, toebehoren of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren
verwijderd.
Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
2.5 Bedrijfsveiligheid
Explosieve omgeving
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
Werkomgeving
Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden be-
gint. Daartoe behoren bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone.
Draagvermogen van de bodem.
Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie, vooral voor het openbare
verkeer.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
2 Veiligheid DPU 100-70
12 Bedieningshandleiding
Veiligheids in de werkomgeving
Let vooral op de volgende punten wanneer u met het apparaat werkt:
Elektrische leidingen of buizen in de werkomgeving.
Gasleidingen of waterleidingen in de werkomgeving.
Apparaat in bedrijf stellen
Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat en in de
bedieningshandleiding.
Start nooit een apparaat dat moet worden onderhouden of gerepareerd.
Start het apparaat volgens de bedieningshandleiding.
Veilige stand
Let er altijd op dat het apparaat stabiel staat en tijdens de bediening niet kan kan-
telen, wegrollen, wegglijden of vallen.
Reglementaire bedienersplaats
Verlaat de reglementaire bedienersplaats niet terwijl u het apparaat gebruikt.
De reglementaire bedienersplaats bevindt zich achter de dissel van het appa-
raat.
Gevarenzone verlaten
Verwondingsgevaar door een bewegend apparaat of materialen die worden
weggeslingerd.
Zorg ervoor dat andere personen een minimale veiligheidsafstand van 2 m tot
het apparaat aanhouden.
Pas op voor bewegende onderdelen
Houd handen, voeten en losse kleding op een afstand van beweeglijke of rote-
rende onderdelen van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door intrekken
of beknellen.
Apparaat uitschakelen
Schakel in de volgende situaties de motor uit:
Voor pauzes.
Als u het apparaat niet gebruikt.
Zet het apparaat zodanig neer dat het niet kan kantelen, vallen of wegglijden.
Opslaglocatie
Berg het afgekoelde apparaat na gebruik op een afgesloten, schone, vorstveilige
en droge locatie op, die niet toegankelijk is voor kinderen.
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 13
Geen starthulpsprays gebruiken
Brandgevaar door hoogontvlambare starthulpsprays.
Gebruik geen starthulpsprays.
Starthulpsprays zijn hoogontvlambaar en kunnen verkeerde ontstekingen en
motorschade veroorzaken.
Vibratiebelasting
Bij internsief gebruik van apparaten die met de hand worden bediend, kan lan-
getermijn-schade veroorzaakt door trillingen niet helemaal worden uitgesloten.
Volg de geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen om de vibratiebelasting zo
laag mogelijk te houden.
Informatie over de vibratiebelasting van apparaten vindt u in het hoofdstuk Tech-
nische gegevens.
2.6 Veiligheid bij de werking van trilplaten
V-snaarbescherming
Gebruik het apparaat nooit zonder V-snaarbescherming!
Vrijlopende V-snaren en snaarschijven zijn gevaarlijk en kunnen ernstige ver-
wondingen veroorzaken, bijv. doordat ze ingetrokken worden of door weggeslin-
gerde onderdelen.
Omvalgevaar
Gebruik het apparaat zodanig dat er geen val- of omvalgevaar bestaat, bijv. aan
randen en uitspringende gedeelten.
Draagvermogen van de bodem
Houd er rekening mee dat het draagvermogen van de te verdichten bodem of on-
derbouw door de trillingsinwerking sterk gereduceerd kan worden, bijv. in de
buurt van hellingen.
Tegen beknelling bescherming
Stuur het apparaat zodanig dat u zich tegen beknelling tussen apparaat en hin-
dernis beschermt. Kijk altijd in rijrichting!
Aanwijzingen voor het verdichten op een helling
Let bij het verdichten op geschikte oppervlakken (hellingen, taluds) op de volgen-
de punten:
Sta op de helling altijd boven het apparaat.
Rij hellingen alleen van onderen aan (een helling die men zonder probleem
bergop aankan, is ook bergaf zonder gevaar).
Sta niet in valrichting van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door
wegglijdend of kantelend apparaat.
2 Veiligheid DPU 100-70
14 Bedieningshandleiding
Maximaal toegestane schuine stand niet overschrijden
Overschrijd de maximaal toegestane schuine stand niet (zie hoofdstuk Tech-
nische gegevens).
Gebruik het apparaat alleen kortstondig in de maximaal toegestane schuine
stand.
Als u de maximaal toegestane schuine stand overschrijdt, heeft dit een uitval van
de motorsmering en hierdoor onvermijdelijk een defect van belangrijke motorde-
len tot gevolg.
Gevolgen van de trilling controleren
Verdichtingswerkzaamheden in de buurt van bouwwerken kunnen leiden tot
schades aan gebouwen. Om die reden moet u de mogelijke gevolgen van trillin-
gen op de omstaande gebouwen altijd controleren alvorens de werkzaamheden
uit te voeren.
Bij de beoordeling van de gevolgen van de trillingen moet u met name rekening
houden met de volgende punten:
Trillingsgedrag, gevoeligheid en eigen frequenties van de omstaande gebou-
wen.
Afstand van de gebouwen tot de trillingslocatie (= plaats waar het apparaat
wordt gebruikt).
De bodemgesteldheid.
Indien nodig moet u metingen uitvoeren om de trilsnelheid te bepalen.
Neem ook de desbetreffende voorschriften en regels in acht, met name de norm
DIN 4150-3.
Bovendien moet de ondergrond beschikken over voldoende draagvermogen om
de verdichtingsenergie op te nemen. Raadpleeg in geval van twijfel een deskun-
dige (met als hoofdgebied grondmechanica) bij de beoordeling.
Voor eventuele schades aan gebouwen is Wacker Neuson niet aansprakelijk.
2.7 Veiligheid bij de werking van verbrandingsmotoren
Op schade controleren
Controleer minstens een keer per ploeg de uitgeschakelde motor op ondichtheid
en scheuren aan brandstofleiding, tank en tankdeksel.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar
zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 15
Gevaren bij het gebruik
Bij verbrandingsmotoren ontstaan gevaren vooral bij het gebruik en bij het tan-
ken.
Lees alle veiligheidsvoorschriften en neem deze in acht. Anders kan lichamelijk
letsel of materiële schade ontstaan!
In de buurt van gemorste brandstof of als u een brandstofgeur waarneemt, mag
u de motor niet starten – explosiegevaar!
Verwijder het apparaat van zulke plaatsen.
Verwijder onmiddellijk de gemorste brandstof!
Toerental niet wijzigen
U mag het vooringestelde motortoerental niet veranderen, omdat dit tot motor-
schade kan leiden.
Brand verhinderen
In de directe omgeving van het apparaat is het werken met open vuur en roken
verboden.
Zorg ervoor dat er zich geen afval, zoals papier, droge bladeren of droog gras
rond de uitlaatdemper kan verzamelen. Het afval zou kunnen ontbranden.
Voorzorgsmaatregelen bij het tanken
Neem bij het tanken den volgende veiligheidsrelevante aanwijzingen in acht:
Niet in de buurt van open vuur tanken.
Niet roken.
Voor het tanken de motor uitschakelen en laten afkoelen.
In een goed geventileerde omgeving tanken.
Brandstofbestendige veiligheidshandschoenen en bij spatgevaar veiligheids-
bril en veiligheidskleding dragen.
Brandstofdampen niet inademen.
Huid en ogen niet in aanraking laten komen met brandstof.
Voor het tanken zuivere vulhulpmiddelen gebruiken, bijv. een trechter.
Brandstof niet morsen, vooral niet op hete delen.
Gemorste brandstof meteen verwijderen.
Juiste brandstofsoort gebruiken.
Brandstof niet met andere vloeistoffen mengen.
Tank slechts tot aan de maximummarkering vullen. Als er geen maximum-
markering voorhanden is, de tank niet volledig vullen.
Tankdeksel na het tanken goed afsluiten.
2 Veiligheid DPU 100-70
16 Bedieningshandleiding
Gebruik in gesloten ruimtes
In gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes, zoals bijv. tunnels, gangen of diepe
kuilen moet u voor voldoende ventilatie zorgen, bijv. met behulp van een sterke
afzuigventilator.
Vergiftigingsgevaar! Adem uitlaatgassen niet in, want deze bevatten giftig
koolstofmonoxide, dat tot bewusteloosheid of de dood kan leiden.
Pas op voor hete onderdelen
Raak geen hete onderdelen aan zoals motorblok of uitlaatdemper tijdens de wer-
king of kort erna. Deze onderdelen worden erg heet en kunnen verbrandingen
veroorzaken.
Brandstofkraan sluiten
Sluit bij stilstand van het apparaat de brandstofkraan.
Motor reinigen
Reinig de afgekoelde motor.
Gebruik daarbij geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Aanwijzingen m.b.t. de EPA-motor
Voorzichtig
Dit apparaat is voorzien van een EPA-gecertificeerde motor.
Het veranderen van het toerental beïnvloedt de EPA-certificering en de emissie.
Instellingen aan deze motor mogen uitsluitend door een vakman worden uitge-
voerd.
Neem voor nadere informatie contact op met de dichtstbijzijnde motor- of
Wacker Neuson-contactpersoon.
Gezondheidsgevaar door uitlaatgassen
Waarschuwing
De uitlaatgassen van deze motor bevatten chemicaliën waarvan de staat Cali-
fornië weet dat ze kanker, afwijkingen bij de geboorte of andere schade bij voort-
planting kunnen veroorzaken.
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 17
2.8 Veiligheid bij het gebruik van hydraulische apparaten
Hydrauliekolie
Hydraulische olie is schadelijk voor de gezondheid.
Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen bij de omgang met hy-
draulische olie.
Vermijd direct huidcontact met hydraulische olie. Verwijder hydraulische olie on-
middellijk met water en zeep van de huid.
Let erop dat er geen hydraulische olie in de ogen of in het lichaam komt. Consul-
teer onmiddellijk een arts als er hydraulische olie in de ogen of het lichaam is ge-
komen.
Eet en drink niet tijdens de omgang met hydraulische olie.
Let op uiterste reinheid. Verontreinigingen van de hydraulische olie door vuil of
water kunnen voortijdige slijtage of uitval van het apparaat veroorzaken.
Verwijder afgetapte en gemorste hydraulische olie volgens de geldende voor-
schriften voor de milieubescherming.
2.9 Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden
Verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd
voor zover ze in deze bedieningshandleiding zijn beschreven. Alle andere werk-
zaamheden moeten worden uitgevoerd via de contactpersoon van Wacker
Neuson.
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Onderhoud.
Motor uitschakelen
Voor onderhoudswerkzaamheden moet u de motor uitschakelen en laten afkoe-
len.
Bij benzinemotoren moet u de bougiestekker aftrekken.
Accu afklemmen
Bij apparaten met elektrostarter moet u voor werkzaamheden aan elektrische
delen de accu afklemmen.
Alleen Wacker Neuson accu gebruiken
Vervang een defecte accu uitsluitend door een accu van Wacker Neuson, zie
hoofdstuk Technische gegevens.
Alleen de accu van Wacker Neuson is trilvast en daardoor geschikt voor de hoge
trilbelasting.
2 Veiligheid DPU 100-70
18 Bedieningshandleiding
Werkzaamheden aan de accu
Neem bij werkzaamheden aan de accu absoluut de volgende veiligheidsmaatre-
gelen in acht:
Vuur, vonken en roken zijn bij de omgang met accu's verboden.
Accu's bevatten bijtende zuren. Bij de omgang met accu's zuurbestendige
veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril dragen.
Kortsluiting door verkeerde aansluiting of door overbrugging met gereed-
schap vermijden.
Bij het afklemmen van de accu eerst de minpool afklemmen.
Bij het aansluiten van de accu eerst de pluspool aanklemmen.
Poolafdekkingen na het aansluiten van de accu opnieuw bevestigen.
Veiligheidsinrichtingen monteren
Als een demontage van veiligheidsinrichtingen nodig was, dan moet u deze on-
middellijk na de onderhoudswerkzaamheden opnieuw monteren en controleren.
Losgekomen schroefvebindingen altijd vastschroeven en hierbij de voorgeschre-
ven aanhaalmomenten in acht nemen.
Veilige omgang met bedrijfsstoffen
Neem bij de omgang met bedrijfsstoffen, zoals bijv. brandstoffen, oliën, vetten,
koelmiddelen etc. de volgende punten in acht:
Draag altijd een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Vermijd huid- of oogcontact met bedrijfsstoffen.
Bedrijfsstoffen niet inademen of inslikken.
Vermijd vooral contact met hete bedrijfsstoffen. Verbrandingsgevaar.
Verwijder vervangen en gemorste bedrijfsstoffen volgens de geldende voor-
schriften voor de milieubescherming.
Als bedrijfsstoffen uit het apparaat lekken, het apparaat niet meer gebruiken
en onmiddellijk door de Wacker Neuson contactpersoon laten repareren.
DPU 100-70 2 Veiligheid
Bedieningshandleiding 19
2.10 Veiligheids- en aanwijsstickers
Er bevinden zich stickers op het apparaat die belangrijke aanwijzingen en veilig-
heidsinstructies bevatten.
Houd alle stickers in leesbare toestand.
Vervang ontbrekende of niet leesbare stickers.
De artikelnummers van de stickers vindt u in de catalogus met reserveonder-
delen.
Pos. Sticker Beschrijving
1 Gebruik een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting om letsel en schade voor de ge-
zondheid te voorkomen:
Hoorbescherming.
Lees de bedieningshandleiding vóór in-
gebruikneming.
2 Het vallende apparaat kan zwaar letsel
veroorzaken, bijv. door pletten.
f Apparaat alleen aan de centrale op-
hanging met gekeurd hijsgereed-
schap en bevestigingsmiddel (veilig-
heidslasthaak) optillen.
f Til het apparaat niet op met een
graafschop aan de centrale ophan-
ging.
f Til het apparaat niet op met een vork-
heftruck aan de centrale ophanging.
3 Gegarandeerd geluidsvermogenniveau.
0219175
0216633
2 Veiligheid DPU 100-70
20 Bedieningshandleiding
3 Het vallende apparaat kan zwaar letsel
veroorzaken, bijv. door pletten.
f Apparaat niet aan de stuurbeugel of
dissel optillen.
5 Start-stop
6 Amerikaanse apparaten Waarschuwing
Pos. Sticker Beschrijving
0
2
2
0
0
0
0
0219259
0219261
WARNING
WARNUNG
ADVERTENCIA
ADVERTISSEMENT
0219176
Technische Gegevens
TD00690NL.fm 21
1. Technische Gegevens
DPU 100-70
Artikelnummer 0610320
Bedrijfsgewicht kg 750
Voorloop en retour
zonder hulpplaat m/min:
met hulpplaat m/min:
30
28
Capaciteit
zonder hulpplaat m
2
/h
met hulpplaat m
2
/h
1289
1462
Krachtoverbrenging
Van de motor via een tandwielpomp en een tand-
wielmotor op de onbalans, welke de centrifugaal-
kracht direkt op de grondplaat overdraagt
Onbalans
Trillingen
min
-1
(Hz)
3360 (56)
Centrifugaalkracht
kN
100
Olie
Fuchs Titan Unic 10W40 MC (SAE 10W40)
Ölmenge l:
1,5
Aaandrijfmotor Luchtgekoelde twee-cilinder-dieselmotor
Cilinderinhoud cm
3
954
Nominaal vermogen * kW
12,8
Nominaal toerental min
-1
2700
Bedrijfsvermogen kW
10,1
Bedrijfstoerental min
-1
2874
Brandstof
Diesel
Brandstofverbruik
l/h
3,2
Tankinhoud
l
7,5
Olie
Fuchs Titan Unic 10W40 MC (SAE 10W40)
Hoeveelheid olie l
2,5
Elektrisch systeem
Technische Gegevens
TD00690NL.fm 22
Accu
Speciale Wacker Neuson-accu voor trilplaten
- 12 V - 55 Ah
Dynamo Draaistroomgenerator
Laadspanning V
14
Gelijkspanning V
12
Hydraulische besturing
Hydraulische olie
Fuchs Renolin MR 520
Tankinhoud l
40
Geluidsniveau op de plaats van
de operator
L
PA
95 dB(A)
Totale trillingswaarde van de
acceleratie ahv **
m/s
2
< 5,0
Onveiligheid K
m/s
2
1,5
* Voldoet aan het geïnstalleerde nuttige vermogen conform de richtlijn 2000/14/EG.
** Vastgesteld conform DIN EN ISO 5349.
DPU 100-70
Beschrijving
T01009NL.fm 23
2. Beschrijving
2.1 Afmetingen
2.2 Verdichtingsadvies
2.2.1 Bodemgesteldheid
De maximale materiaalhoogte hangt af van een aantal factoren van de
bodemgesteldheid, zoals vochtigheid, korrel (grootte) verdeling, enz.
Het is derhalve niet mogelijk, hierover een exacte opgave te doen.
Advies: Van geval tot geval de max. materiaalhoogte via
verdichtingsproeven en grondmonsters bepalen.
2.2.2 Verdichten op hellingen
De volgende punten verdienen bij het verdichten op aflopend terein
(hellingen, taluds) aandacht:
Hellingen alleen van beneden naar boven nemen (een steiging, die
zonder problemen heuvelopwaarts genomen wordt, levert ook
heuvelafwaarts geen gevaar op).
De machinist mag nooit in de valrichting staan.
Max. schuine stand van 25
o
niet overschrijden.
Overschrijding van deze schuine stand zou uitschakeling van de motor
op grond van het olieuitschakelmechanisme tot gevolg hebben.
Herstarten kan alleen na een eenmalige bediening van de klephendel
aan het oliefilterhuis plaatsvinden.
Beschrijving
T01009NL.fm 24
2.3 Verdichten zonder hulpplaten
Se usar a prancha vibradora sem as placas adicionais, dever-se-á
colocar o jogo de parafusos (8 unidades), no lugar para eles previsto
na massa inferior. Para se evitarem danos nos furos roscados.
2.4 Max. toelaatbare schuine stand
Goed !
Fout !
Beschrijving
T01009NL.fm 25
2.5 Functiebeschrijving
2.5.1 De voor de verdichting noodzakelijke vibratie wordt door de met de
ondermassa (5) vast verbonden opwekker (6) veroorzaakt. Deze
opwekker (6) is als centrale zwingelaar met gerichte trillingen
ontwikkeld. Met zo'n principe kan door verdraaien van de onbalansen
(12) de trillingsrichting veranderd worden. Daardoor is een overgang
tussen trilling in de voorwaartse loop, in de achterwaartse loop
mogelijk.
2.5.2 Deze vooruitloop wordt hydraulisch betuurd d.m.v. een schakelhendel
(7) aan de geleideboom (8) en een elektrisch in te schekelen
uitschakelventiel (9) , welke een schakelsignaal van de voeler (10) in
de schakelkop ontvangt. Een stroomregel-ventiel (15) verzorgt daarbij
de besturingsleiding met een oliedruk.
Voorwaarts Achterwaarts
Beschrijving
T01009NL.fm 26
2.5.3 De op de bovenmassa (11) bevestigde aandrijfmotor (1) drijft een
pomp (13) aan, vilken matar hydraulmotorns (14) oljemängd och
därigenom driver reglaget (6). De oliekoeler (2) koelt de hydraulische
olie.
2.5.4 Het toerental van de aandrijfmotor (1) kan op de gasreguleerhendel
(16) op afstand afgesteld worden (normaliter op volgas).
2.5.5 De boven- (11) en ondermassa (5) zijn door 4 trillingsabsorberende
rubber-metaalbuffers (17) met elkaar verbonden. Deze demping
verhindert zoveel mogelijk de overdracht van de trillingen van de
ondermassa (5) naar de bovenmassa. Daarbij ontziet de demping de
motor en kan de bediener de machine goed bedienen.
Transport naar de werkplek
T01010NL.fm 27
3. Transport naar de werkplek
Voorwaarden:
Gebruik voor het transport van de trilplaat alleen geschikte
hijsmiddelen met een minimum hijsvermogen van 800 kg.
Voorafgaand aan transport altijd motor uitschakelen!
Geëigende hijsmiddelen bevestigen op het daartoe bestemde centrale
hijsoog (18). Het centrale hijsoog bevindt zich precies boven het
zwaartepunt van de machine maar kan bij gebruik daar waar de
bouwhoogte te laag is naar achter (19) verplaatst worden
(aantrekmoment = 85 Nm).
Tijdens het transport van een wagen op de laadvloer de vibratieplaat
aan geschikte punten bevestigen.
Aanwijzing: Ga te werk volgens de voorschriften in
veiligheidsaanwijzingen.
Bediening
T01011NL.fm 28
4. Bediening
4.1 Starten
4.1.1 Voorwaarden:
Motorolie:
Oliepeil op de peilstok (21) controleren, indien noodzakelijk olie (zie
technische specificatie) via de vulopening (22) bijvullen.
Brandstof:
Bij het bijvullen van de dieselbrandstof in de vulopening (23) opletten
dat deze schoon is.Verontreinigingen in de brandstof kunnen leiden tot
bedrijfsstoringen in de brandstofinjectiepomp en voortijdige
verstopping van het brandstoffilter.
Luchtfilter:
Bij veel stof cycloon en oliebadluchtfilter reinigen.
4.1.2 Is aan deze voorwaarden voldaan, dan kunt u de motor als volgt
starten:
1. Draai de gasreguleerhendel (16) in de volgaspositie.
2. Drukknopschakelaar in de startpositie drukken.
3. Startsleutel in stand “1“ zetten en zo vaak op de startknop drukken
tot de motor aanslaat.
4. Zet de gasreguleerhendel (16) in de vrijloop terug en laat de motor
gedurende ca. 7 minuten in de vrijloop warmdraaien.
Drukknopschakelaar uit - in
Accucontrolelampje
Oliedrukcontrolelampje
Vibratiorcontrolelampje
Contactsleutel
START/STOP
Startknop
Bediening
T01011NL.fm 29
4.2 Vooruit- en achteruitrijden
1. Gashendel (16) opnieuw in de volgasstand zetten.
2. Door het uittekken van de drukknopschakelaar uit de startpositie
wordt het trilelement ingeschakeld.
3. De rijrichting bepaalt u met de schakelhendel (7).
4. Wordt de schakelhendel (7) losgelaten, dan bewegt de machine
automatisch vooruit (dodemanaansturing).
4.3 Uitschakelen
1. Drukknopschakelaar van de trilstand in de stopstand zetten, het
kontrollelampje brand.
2. Zet de gasreguleerhendel (16) tot op de aanslag terug.
3. Zet de contactsleutel na stilstand van de motor in de stoppositie en
trek de sleutel eruit. Het controlelampje gaat uit.
Onderhoud
T01012NL.fm 30
5. Onderhoud
5.1 Onderhoudsplan
Onderdeel Onderhoud Serviceinterval
Luchtfilter
Cycloon en oliebadluchtfilter controleren. Indien
nodig, olie verversen en cycloon reinigen.
dagelijks
Oliekoeler
Controleren of de lamellen van de oliekoeler
vervuild zijn.
Indien nodig oliekoeler met waterstraal reinigen
(minimumafstand 20 cm).
Geen hogedrukreiniger.
Aandrijfmotor
Oliepeil controleren, evt. bijvullen.
Eerste olieverversing. 25 h
Disselhoogteinstelling
transportborging
Invetten. wekelijks
Hydraulische Oliepeil controleren - bijvullen indien noodzakelijk. maandelijks
Onbalans Olieverversing.
elke 250 h, of uiterlyk
halfjaalijks
Aandrijfmotor
Oliewissel. Oliefilter verwisselen.
om de 250 h
Koelribben schoon houden, droog reinigen.
Accu
Zuurpeil controleren, evt. gedestilleerd water
bijvullen.
Klepspeling
Controleren, inregelen op 0,1 mm met koude
motor.
Hydraulische Eerste olieverversing. 500 h
Brandstoffilter
Vervang het brandstoffilter tussen de
brandstofpomp en de brandstoftank.
*
*. Het tweede brandstoffilter tussen brandstofpomp en inspuitsysteem is onderhoudsvrij.
om de 500 h
Hydraulische filter Hydraulische filter verwisselen.
Hydraulische Olieverversing. om de 1000 h
Onderhoud
T01012NL.fm 31
5.2 Oliebadluchtfilter
Controleer op vuilafzetting binnen in de transparante voorafscheider
(cycloon); eventueel de klem losmaken om de cycloon te reinigen, de
cycloon vervolgens verwijderen en uitkloppen..
Controle en hoeveelheid olie:
Om het oliepeil te controleren moet het deksel van het luchtfilter
worden verwijderd door de beide klemmen los te maken. De
hoeveelheid olie is door de motorfabrikant vastgesteld (0,3 liter
10W40). Daarom is het vulpeil van het oliebadluchtfilter als gestanste
markering op het deksel aangebracht. In de praktijk is het
gemakkelijker om te bepalen hoeveel olie erin zit aan de hand van de
gaten van de in het deksel geïntegreerde ring.
De hoeveelheid olie wordt als volgt bepaald:
Minimum oliepeil tot de onderkant van het gat
Standaard oliepeil tot de bovenkant van het gat
Maximum oliepeil tot de bovenkant van de ring
Let op: In geen geval olie tot boven de maximum markering
bijvullen.
Opmerking: Let er bij de inbouw van het deksel op dat de pakking (a)
en de afdichtmanchet (b) van het filterelement aanwezig en correct
geplaatst zijn.
Cycloon
a
b
Maximum
Standaard
Minimum
Gestanste markering
Onderhoud
T01012NL.fm 32
5.3 Motoroliepeil controleren
Bij het controleren van het oliepeil moet de motor in horizontale stand
worden gebracht.
5.3.1 Motoroliepeil controleren:
Oliepeil op de meetstok (21) aflezen.
Als het oliepeil te laag is (zie technische specificaties), via de
vulopening (22) olie bijvullen.
5.3.2 Motorolie verversen:
1. Laat de motor warmdraaien.
2. Bout (25) op de motor/klem losdraaien.
3. De slang door de grote opening in het veiligheidsframe naar buiten
geleiden.
4. Draai de aftapplug (24) er helemaal uit en vang de afgewerkte olie
in een hiervoor geschikte bak op.
5. De aftapplug (24) indraaien en de slang weer op de motor monteren.
6. Olie (zie technische specificaties) via de vulopening (22) inbrengen.
Let op: Zorg dat de oude olie conform de wettelijke bepalingen wordt
afgevoerd en milieuvriendelijk wordt verwerkt. Wij adviseren om de
olie in een afgesloten vat naar een verzamelstation voor afgewerkte
olie te brengen. De gebruikte motorolie niet bij het afval deponeren of
in het riool, de gootsteen of op de grond laten lopen.
Onderhoud
T01012NL.fm 33
5.4 Zuurgraad van de accu controleren
5.4.1 Zuurgraad van de accu controleren
1. Open de rechte onderhoudsklep.
2. Controleer de zuurgraad, vul evt. gedestilleerd water bij.
3. Sluit de klep weer.
Controleer voordat de klep gesloten wordt of er een bedekking van de
pluspool aanwezig is!
Aanwijzing: Defecte accu's alleen door Wacker accu's vervangen.
Conventionele accu's zijn voor de hoge trillingsbelasting niet geschikt.
5.4.2 Accu vervangen
demontage: eerst minuspoolaansluiting, dan pluspoolaansluiting
verwijderen.
montage: eerst pluspool, dan minuspool aansluiten.
5.5 Peil van hydraulische olie controleren
Oliepeil controleren:
1. De sluitbout (27) losdraaien.
2. Het oliepeil moet ca. 10 cm onder de bovenkant van de
schroefopening staan. Eventueel olie (zie technische specificaties)
bijvullen.
3. De sluitbout (27) weer vastdraaien.
Ontlucht het hydraulische systeem:
Na reparatie/ onderhoudwerkzaamheden aan de besturingsinrichting
t.b.v. voor- en achteruitloop, dient de hydrauliekslang van het
trilelement te worden ontlucht.
Onderhoud
T01012NL.fm 34
5.6 Oliepeil van bekrachtiger controleren
5.6.1 Oliepeil van bekrachtiger controleren
1. Trilplaat horizontaal plaatsen.
2. Vulgat (29) openen.
3. Trilplaat kantelen en zo lang in gekantelde positie laten, tot de olie
is weggelopen.
4. Eventueel olie (zie technische specificaties) via de vulopening (29)
bijvullen (trechter gebruiken).
5. Vulgat (29) sluiten. (Aandraaimoment 100 Nm)
5.6.2 Olie van bekrachtiger verversen
1. Demonteer evt. de montageplaat.
2. Vulgat (29) openen.
3. Trilplaat kantelen en tegen omvallen beveiligen. Net zo lang
gekanteld houden tot de olie eruit is gelopen.
4. Trailplaat horizontaal plaatsen.
5. Via de vulopening (29) met nieuwe olie (zie technische
specificaties) vullen.
6. Vulgat (29) sluiten. (Aandraaimoment 100 Nm)
7. Monteer evt. weer de montageplaat.
Niet te veel olie bijvullen!
Begin van schroefdraad
Storing
T01013NL.fm 35
6. Storing
6.1 Opsporen en verhelpen van storingen
Storing Oorzaak Verhelpen
Voorwaartse en
achterwaartse
snelheid te langzaam
Veiligheidsdruk voor-achter te laag.
Overdrukklep juist afstellen (alleen
Wacker Neuson-service).
Toerental van opwekker te laag.
Motortoerental opnieuw afstellen en
drukklep controleren (Wacker
Neuson-service).
Verlies van
hydraulische olie
Lekken, hydraulische slang defect.
Defekte onderdelen verwisselen.
Aanwijzing: Na iedere demontage
ontluchten.
Oliecontrolelampje
gaat niet uit
Oliepeil in de motor is te laag.
Olie tot aan de markering van de
peilstok bijvullen.
Oliefilter verstopt. Oliefilter reinigen of vervangen.
Oplaadcontrolelampj
e blijft branden
Lichtmachine defect.
Wacker Neuson-Service
inschakelen.
Regelaar defect. Regelaar verwisselen.
Motor slaat slecht
aan
Drukschakelaar op het bedienings-
paneel is niet in de startpositie.
De drukschakelaar in de startpositie
zetten.
Gashendel niet in volgasstand.
De gashendel in richting machine
op volgas zetten.
Motor wil niet starten
Contactslot defect.
Defecte onderdelen verwisselen.Starter defect.
Startknop defect.
Accu leeg. Accu opladen.
Trilling ingeschakeld. Trilling uitschakelen.
Storing
T01013NL.fm 36
6.2 Starten met een hulpaccu
6.2.1 Voorwaarden voor de startkabel:
Kabeldiameter ten minste 16 mm
2
.
Volledig in kunststof geïsoleerde klemtangen.
Er mogen alleen 12 V-accu’s worden aangesloten. Bij het gebruik van
bijv. vrachtwagenaccu’s van 24 V explodeert de boordaccu!
Het gebruik van startspray is verboden!
6.2.2 Bij een externe start m.b.v. een externe accu moet de onderstaande
aansluitvolgorde worden aangehouden:
1. Rode startkabel met een klemtang op de pluspool (1) van de lege
accu klemmen.
2. De andere klemtang van de rode startkabel met de pluspool (2) van
de donoraccu verbinden.
3. De zwarte startkabel met een klemtang op de minpool (3) van de
donoraccu klemmen.
4. De andere klemtang van de zwarte startkabel op massa (4) van het
apparaat, bijv. het motorblok, aansluiten.
6.2.3 De motor starten (max. 15 seconden) en laten draaien.
6.2.4 Het loskoppelen gebeurt in omgekeerde volgorde, d.w.z. eerst de
zwarte startkabel losmaken en daarna pas de rode.
Donoraccu
3Afvoer
37
3Afvoer
3.1 Afvoer van batterijen
Voor klanten in EU-landen
Het apparaat bevat een of meer batterijen of accumulatoren (hierna uniform "de
batterij" genoemd). Deze batterij is onderhevig aan de Europese richtlijn
2006/66/EG m.b.t. (oude) batterijen en (oude) accumulatoren en aan de betref-
fende nationale wetgeving. De batterijrichtlijn schrijft daarbij het kader voor een
EU-wijd geldige verwerking van batterijen voor.
De batterij wordt gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde sym-
bool van een doorgestreepte afvalbak. Onder dit symbool bevindt
zich bovendien de beschrijving van de schadelijke stoffen die de
batterij bevat, namelijk "Pb" voor lood, "Cd" voor cadmium en "Hg"
voor kwik.
Batterijen mogen niet bij het normale huisafval worden afgevoerd. Als eindge-
bruiker moet u de verbruikte batterijen uitsluitend via de fabrikant en de handel
of eventueel via de eventuele speciaal daartoe bestemde inzamelplaatsen af-
voeren (wettelijke inleverplicht); het inleveren is kosteloos. De handel en fabri-
kanten zijn verplicht deze batterijen terug te nemen en volgens de voorschriften
af te voeren of als speciale afvalstoffen te verwijderen (wettelijke inleverplicht).
U kunt de bij ons verkregen batterijen na gebruik natuurlijk ook kosteloos aan
ons teruggeven. Als u de batterijen niet persoonlijk in een van onze vestigingen
afgeeft, zorg dan a.u.b. voor voldoende frankering bij het retourneren. Neem ook
betreffende aanwijzingen in de verkoopovereenkomst of de algemene bedrijfs-
voorwaarden van uw verkoopvestiging in acht.
Een vakkundige afvoer van de batterij vorkomt negatieve uitwerkingen op mens
en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt herge-
bruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Voor klanten in andere landen
Het apparaat bevat een of meer batterijen of accumulatoren (hierna uniform "de
batterij" genoemd). Een vakkundige afvoer van de batterij vorkomt negatieve uit-
werkingen op mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stof-
fen en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Wij adviseren
daarom de batterij niet bij het normale huisafval weg te gooien, maar het af te
voeren naar een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval. Ook de
nationale wetggeving schrijft onder omstandigheden de gescheiden afvoer van
batterijen voor. Zorg altijd voor een afvoer van de batterij volgens de wettelijke
voorschriften in uw land.
3Afvoer
38
www.wackerneuson.com
EU - conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson SE
Preußenstraße 41, 80809 München
Product
Conformiteitsbeoordelingsprocedure volgens 2000/14/EG, bijlage VIII, 2005/88/EG bij vol-
gende controlelocatie:
VDE Prüf- und Zertifizierungsinstitut, Merianstraße 28, 63069 Offenbach/Main
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
98/37/EG, vanaf 29.12.2009: 2006/42/EG,
2000/14/EG, 2005/88/EG
Gevolmachtigde voor technische documenten: Axel Häret
München, 06.08.2009
Type DPU 100-70
Producttype Trilplaat
Artikel-nr. 0008991, 0610320
Geïnstalleerd nuttig
vermogen
kW 12,8
Gemeten geluidsver-
mogenniveau
dB(A) 109
Gegarandeerd ge-
luidsvermogenniveau
dB(A) 109
Dr. Michael Fischer
Leiding Onderzoek en ontwikkeling
Franz Beierlein
Chef productmanagement
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42

Wacker Neuson DPU 100-70 Handleiding

Type
Handleiding