Smeg SE332EB de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Inhoudsopgave
139
NL
1 Waarschuwingen140
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen140
1.2 Beoogd gebruik144
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant144
1.4 Verwerking144
1.5 Identificatieplaatje145
1.6 Deze gebruiksaanwijzing145
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing145
2 Beschrijving146
2.1 Algemene beschrijving146
2.2 Kookzones146
2.3 Symbolen150
3 Gebruik 151
3.1 Voorbereiding152
3.2 Gebruik van de kookplaat152
4 Reiniging en onderhoud161
4.1 Reiniging van de oppervlakken161
4.2 Wekelijkse gewone reiniging161
4.3 Voedselresten of -vlekken161
4.4 Oplossingen voor problemen…162
5 Installatie163
5.1 Veiligheidswaarschuwingen163
5.2 Insnijding van het werkblad163
5.3 Inbouw167
5.4 Elektrische aansluiting168
5.5 Voor de installateur172
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
Waarschuwingen
140
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm
tijdens het gebruik. Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Draag hittebestendige
handschoenen tijdens het gebruik.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met een
gebrek aan ervaring of kennis is
alleen toegestaan onder toezicht
en begeleiding van volwassenen
die verantwoordelijk zijn voor hun
veiligheid.
Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
Kinderen jonger dan 8 jaar
mogen het apparaat tijdens zijn
werking niet benaderen.
Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen
lege potten of pannen op de
ingeschakelde plaat: gevaar voor
oververhitting.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is
aanbevolen bij het apparaat te
blijven tijdens de voorbereiding
van voedsel dat olie of vet bevat.
Als de oliën of vetten vlam
zouden vatten, mag geen water
gebruikt worden om te blussen.
Plaats het deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
• Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
Waarschuwingen
141
NL
Tijdens het gebruik geen metalen
voorwerpen zoals vaatwerk of
bestek op het oppervlak van de
kookplaat plaatsen omdat deze
oververhit zouden kunnen raken.
Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
• Ontvlambare materialen niet in de
buurt van het apparaat of direct
onder de kookplaat gebruiken of
bewaren.
• Gebruik geen spuitbussen in de
buurt van het apparaat terwijl het
werkt.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat (installatie,
onderhoud, plaatsing of
verplaatsing) moet u altijd zorgen
voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Gebruik de kookplaat niet als
werk- en/of snijvlak.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie en
de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
Waarschuwingen
142
Laat het apparaat niet onbeheerd
tijdens bereidingen waarbij vetten
en oliën vrijkomen die heet
worden en vlam kunnen vatten.
Wees heel voorzichtig.
Brandgevaar: laat geen
voorwerpen achter op de
kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om de
ruimte te verwarmen.
De recipiënten of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
Alle recipiënten moeten een
vlakke en regelmatige bodem
hebben.
In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
Geen zure stoffen zoals
citroensap of azijn op de
kookplaat morsen.
Mors tijdens de bereiding geen
suiker of zoete mengsels op de
kookplaat.
• Plaats geen materialen of stoffen
die zouden kunnen smelten
(plastic of aluminium).
• Plaats geen lege potten of pannen
op ingeschakelde kookzones.
Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd
behandeld (bijv. elektrolytische
oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Installatie
• Dit apparaat mag niet
geïnstalleerd worden in boten of
caravans.
Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
Controleer of het materiaal van
het meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel voorzien
is van de vereiste openingen.
Waarschuwingen
143
NL
Om de mogelijke oververhitting
van het apparaat te vermijden
moet het niet achter een
decoratieve deur of een paneel
geïnstalleerd worden.
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch
personeel.
De aardverbinding van het
elektrische systeem is verplicht en
moet in overeenstemming met de
geldende veiligheidsnormen
worden uitgevoerd.
Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van minstens
90 °C.
Het aandraaimoment van de
schroeven van de stroomgeleiders
van het klemmenbord moet 1,5-
2 Nm bedragen.
Laat de voedingskabel uitsluitend
door ervaren technisch personeel
installeren en eventueel
vervangen.
Voor dit apparaat
Als barsten of scheuren opgemerkt
worden, of als het oppervlak van
de glaskeramische plaat zou
breken, moet het apparaat
onmiddellijk uitgeschakeld
worden. Schakel de stroom uit en
neem contact op met de
Technische Dienst.
• Vermijd dat harde en zware
voorwerpen op de kookplaat
kunnen vallen zodat deze niet kan
beschadigd worden.
Gebruik de kookplaat niet als in
de oven het proces van de
pyrolyse bezig is.
Raak het oppervlak van de
kookplaat niet aan, of reinig het
niet, tijdens de functionering of
wanneer de controlelampen van
de restwarmte oplichten.
Activeer de toetsblokkering indien
u kinderen of huisdieren heeft die
de kookplaat kunnen bereiken.
De bereidingszones blijven ook
na gebruik gedurende een
bepaalde periode nog zeer
warm, ook al zijn deze
uitgeschakeld. Raak de
oppervlakken van de kookplaat
niet aan.
• Houd de kookplaat altijd schoon,
en plaats geen enkel voorwerp
op de sensortoetsen.
Waarschuwingen
144
1.2 Beoogd gebruik
Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of overhandigd worden aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
Waarschuwingen
145
NL
Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke
en recyclebare materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen geval
worden verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en moet
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor
het gebruik van het apparaat doorlezen.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
Enkele gebruiksaanwijzing.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
Beschrijving
146
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Het apparaat heeft kookzones met
verschillende diameters en vermogens,
afhankelijk van het model. De positie en de
warmte van de bereidingszones worden
afgebakend binnen de diameters van de
cirkels die zijn aangeduid op het glas.
De kookzones zijn van het type HIGH-
LIGHT, ze lichten op na enkele seconden
en de verwarming kan geregeld worden
door middel van de bedieningen op het
frontpaneel.
De bereidingszones met twee of drie
concentrische cirkels hebben een dubbele
of driedubbele verwarming: de bereiding
kan plaatsvinden binnen de kleine diameter
of binnen beide diameters.
2.2 Kookzones
Met omlijsting
60 cm
Beschrijving
147
NL
Met rechte rand
60 cm
77 cm
90 cm
Beschrijving
148
Met afgeschuinde rand
30 cm
60 cm
Beschrijving
149
NL
77 cm
90 cm
* de vermogens zijn slechts indicatief, en kunnen variëren afhankelijk van de geselecteerde instellingen en de
netspanning.
Zone
Externe
diameter
(mm)
Max.
geabsorbeerd
vermogen (W)*
Interne
diameter
(mm)
Max.
geabsorbeerd
vermogen (W)*
Tussen-
diameter
(mm)
Max.
geabsorbeerd
vermogen
(W)*
1148
1200
-
-
-
-
2184
2000
124
800
-
-
3184
1800
-
-
-
-
4288
2700
150
1950
216
1050
5214
2200
148
1000
-
-
6ovale plaat
2200
170
1400
-
-
7199
2000
-
-
-
-
8184
1700
124
700
-
-
9ovale plaat
2000
148
1100
-
-
Beschrijving
150
2.3 Symbolen
Toets ON/OFF
Voor de inschakeling of uitschakeling van
de kookplaat.
Toets toetsblokkering
Als deze toets 3 seconden lang ingedrukt
wordt gehouden, wordt de toetsblokkering
geactiveerd of gedeactiveerd.
Toets hoger
verhoogt het vermogensniveau of verlengt
de bereidingsduur.
Toets lager
Verlaagt het vermogensniveau of verkort de
bereidingsduur.
Toets timer (alleen op bepaalde
modellen)
Activeert de kookwekker of de timer voor
de automatische uitschakeling.
Kookzones
Links vooraan
Links achteraan
Centraal
Rechts achteraan
Rechts vooraan
Centraal rechts
Vooraan (enkel versie 30 cm)
Achteraan (enkel versie 30 cm)
Gebruik
151
NL
3 Gebruik
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
Draag hittebestendige handschoenen
tijdens het gebruik.
Raak het oppervlak van de kookplaat
niet aan, of reinig het niet, tijdens de
functionering of wanneer de op
een of meer displays wordt
weergegeven.
Plaats geen lege potten of pannen op
de bereidingszones wanneer ze zijn
ingeschakeld.
Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het
apparaat tijdens zijn werking niet
benaderen.
Activeer de toetsblokkering indien u
kinderen of huisdieren heeft die de
kookplaat kunnen bereiken.
De bereidingszones blijven ook na
gebruik gedurende een bepaalde
periode nog zeer warm, ook al zijn
deze uitgeschakeld. Raak de
oppervlakken van de kookplaat niet
aan.
Hoge temperatuur
Brand- en ontploffingsgevaar
Ontvlambare materialen niet in de buurt
van het apparaat of direct onder de
kookplaat gebruiken of bewaren.
Gebruik geen dozen, gesloten bakjes,
keukengerei en plastic potjes voor de
bereiding.
Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waar vetten
en olies kunnen vrijkomen.
In geval van barsten of scheuren, en
indien het apparaat niet kan
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met de assistentie worden
opgenomen.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
Gebruik de kookplaat niet als in de oven
het proces van de pyrolyse bezig is.
Plaats nooit pannen op de kookplaat
die geen perfect gladde en regelmatige
bodem hebben.
Vermijd dat harde en zware
voorwerpen op de kookplaat kunnen
vallen zodat deze niet kan beschadigd
worden.
In geval van barsten of scheuren, moet
het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld
worden, moet de stroomtoevoer
uitgeschakeld worden en moet contact
met de assistentie worden opgenomen.
Gebruik de kookplaat niet als werk- en/
of snijvlak.
Gebruik
152
3.1 Voorbereiding
Om de eventuele vochtigheid te
verwijderen die wordt opgehoopt tijdens
de bewerkingen in de fabriek, voor een
correcte functionering van de elektronische
circuits en van de bedieningen:
1. Verwijder de beschermfolie van de
externe oppervlakken van het apparaat
en van de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische
gegevens).
3.2 Gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Het gebruik van de
kookplaat gebeurt door middel van
sensortoetsen Touch-Control.
Het vermogen van de bereidingszone kan
op verschillende niveaus geregeld worden.
Raak het symbool op het oppervlak van
glaskeramiek lichtjes aan. Elke aanraking
wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Inschakeling van de kookplaat
Om de kookplaat in te schakelen, moet de
toets ON/OFF 3 seconden lang
ingedrukt gehouden worden.
Indien binnen 30 seconden na de
inschakeling geen enkele plaat wordt
geactiveerd, zal de kookplaat automatisch
uitgeschakeld worden.
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten. Het kan
zijn dat op de displays het
opschrift verschijnt, die
aanduidt dat de kookplaat
gedurende de testfase in de
fabriek werd uitgeschakeld terwijl
de restwarmte actief was. Deze
signalering wordt na 6 minuten
automatisch gedeactiveerd.
De pannen en potten mogen de
sensortoetsen niet bedekken
omdat anders het apparaat
toevallig kan gedeactiveerd
worden.
Gebruik
153
NL
Inschakeling van de enkele
bereidingszone
1. Handel op de toetsen Hoger om
de gewenste bereidingszone te
activeren nadat de kookplaat is
ingeschakeld. Het display geeft het
symbool weer.
2. Druk nogmaals op de toets Hoger .
Het display geeft het symbool of
weer om aan te geven dat het
maximum vermogen van de
bereidingszone is ingeschakeld.
3. Druk op de toetsen Hoger en
Lager om het gewenste vermogen
te verhogen of te verlagen.
Inschakeling van de dubbele
bereidingszone
1. Nadat het maximum vermogen of
is ingeschakeld (afhankelijk van
het model), moet op de toetsen
Hoger gedrukt worden. Op het
display licht naast het vermogen een
lichtpuntje op dat aanduidt dat de
dubbele bereidingszone of is
ingeschakeld.
2. Druk op de toetsen Hoger en
Lager om het gewenste vermogen
te verhogen of te verlagen.
Indien de toets Hoger wordt
ingedrukt wanneer het maximum
vermogen of van de
bereidingszone is ingesteld, zal de
bereidingszone gedeactiveerd
worden ( ).
Wanneer de bereidingszone is
uitgeschakeld ( ), kan deze niet
geactiveerd worden door op de
toets Lager te drukken.
Indien de toets Hoger wordt
ingedrukt wanneer het maximum
vermogen of van de
bereidingszone is ingesteld, zal de
bereidingszone gedeactiveerd
worden ( ).
Gebruik
154
Inschakeling van de driedubbele
bereidingszone
1. Nadat het maximum vermogen of
is ingeschakeld (afhankelijk van
het model), moet op de toetsen
Hoger gedrukt worden. Op het
display licht naast het vermogen een
lichtpuntje op dat aanduidt dat de
interne bereidingszone of is
ingeschakeld.
2. Druk nogmaals op de toets Hoger
om de bereidingszone helemaal te
activeren. Op het display licht naast het
vermogen een lichtpuntje op dat
aanduidt dat de complete
bereidingszone of is
ingeschakeld.
3. Druk op de toetsen Hoger en
Lager om het gewenste vermogen
te verhogen of te verlagen.
Melting-functie
De Melting-functie activeren nadat de
kookplaat is geactiveerd:
1. Stel het vermogen in op (of
voor meervoudige bereidingszones) en
druk op de toets Hoger . Op het
display wordt weergegeven.
2. Druk nogmaals op de toets Hoger .
Op het display wordt
weergegeven.
Restwarmte
Als de bereidingszone na de uitschakeling
nog warm is, wordt het opschrift
weergegeven op het display.
Indien de toets Hoger wordt
ingedrukt wanneer het maximum
vermogen of van de
bereidingszone is ingesteld, zal de
bereidingszone gedeactiveerd
worden ( ).
Met deze functie kunt u producten
smelten, zoals boter, chocolade...
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
Kinderen kunnen de aanduiding van de
restwarmte moeilijk zien. De
bereidingszones blijven na gebruik voor
een bepaalde periode zeer warm, ook
al zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen
dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
Gebruik
155
NL
Versneller
Met deze functie kan het geselecteerde
verwarmingsniveau sneller bereikt worden.
De bereidingszones zullen ingeschakeld
worden aan het maximum vermogen; het
vermogen zal afnemen wanneer het
geselecteerde vermogensniveau wordt
bereikt.
1. Selecteer met de toetsen Hoger
en Lager een vermogensniveau
tussen 1 en 9 (ook in de dubbele of de
driedubbele modaliteit).
2. Druk gelijktijdig op de toetsen Hoger
en Lager van de bereidingszone
waar de functie van de versneller moet
geactiveerd worden. Het display zal
afwisselend het opschrift en het net
geselecteerde vermogen weergeven.
Toetsblokkering
De toetsblokkering is een mechanisme
waarmee het apparaat kan worden
beschermd tegen onbedoeld of onjuist
gebruik. De blokkering kan worden
geactiveerd wanneer de kookplaat is in- of
uitgeschakeld, en kan handig zijn om het
toevallig wijzigen van de instellingen te
voorkomen.
1. Nadat de bereidingszone is
ingeschakeld, moet minstens 2 minuten
lang op de toets Toetsblokkering
gedrukt worden. Op de toets verschijnt
een lichtpuntje dat aanduidt dat de
bedieningen zijn geblokkeerd, en bij
elke druk op eender welke toets wordt
of weergegeven
(afhankelijk van het model).
2. Houd de toets Toetsblokkering
minstens 2 seconden ingedrukt. Het
lichtpuntje boven het symbool gaat uit,
wat aanduidt dat de bedieningen
gedeblokkeerd zijn en dus alle toetsen
kunnen gebruikt worden.
Vermogens-
niveau
Verwarmingstijd
met geactiveerde functie
(minuten)
12
23
34
45
56
67
78
810
912
Voor veiligheidsredenen blijft de
toets ON/OFF actief
wanneer minstens één
bereidingszone is ingeschakeld.
De volledige plaat kan op elk
moment uitgeschakeld worden,
ook al is de toetsblokkering
ingeschakeld.
Gebruik
156
Timer kookwekker (enkel op sommige
modellen)
Met deze functie kan een kookwekker
geprogrammeerd worden, die na afloop
van de ingestelde tijdsduur (van 1 tot 99
minuten) een geluidssignaal zal
produceren.
1. Druk bij uitgeschakeld apparaat op de
toets Timer . Het display zal het
opschrift weergeven wat
aanduidt dat de timer kan gewijzigd
worden.
2. Druk op de toets Hoger of
Lager om de gewenste tijd van
de kookwekker in te stellen (houd de
toetsen ingedrukt om sneller vooruit te
gaan).
3. Na de ingestelde tijdsduur zal de
gebruiker gewaarschuwd worden met
een reeks geluidssignalen. Om deze
signalering te onderbreken, moet op
de toets Timer gedrukt worden.
4. Om de timer kookwekker te
deactiveren tijdens de werking, moet
de waarde op nul gesteld worden met
behulp van de toets Lager . De
timer zal gedeactiveerd worden
wanneer op het display het opschrift
verschijnt.
Automatische uitschakeling timer (enkel
op sommige modellen)
Met deze functie kan de automatische
uitschakeling van elke bereidingszone na
afloop van een bepaalde tijdsduur (van 1
tot 99 minuten) geprogrammeerd worden.
1. Druk op de toets Timer . Het
display zal het opschrift
weergeven wat aanduidt dat de timer
kan gewijzigd worden.
2. Druk nogmaals op de toets Timer .
Als minstens één bereidingszone is
geactiveerd, verschijnt een lichtpuntje
onder de bedieningen van de eerste
actieve zone (van links naar rechts).
3. Nu kan de tijd voor de automatische
uitschakeling ingesteld worden met
behulp van de toets Hoger of
Lager (houd de toetsen ingedrukt
om sneller vooruit te gaan), of kan nog
een bereidingszone geselecteerd
worden met de toets Timer .
4. Druk op de toets Timer , om de
ingestelde tijdsduur te wijzigen, tot een
lichtpuntje verschijnt onder de
bedieningen van de bereidingszone
die gewijzigd moet worden.
5. Na de eerder ingestelde tijdsduur zal
de kookzone uitgeschakeld worden en
zal de gebruiker gewaarschuwd
worden met een reeks geluidssignalen.
Om deze signalering te onderbreken,
moet op eender welke toets gedrukt
worden.
Gebruik
157
NL
Secundair menu
De kookplaat beschikt over een secundair
menu waarmee bepaalde parameters
kunnen geactiveerd of gedeactiveerd
worden:
1 = Automatische toetsblokkering: met
deze modaliteit zal de blokkering van de
bedieningen één minuut na de laatste
handeling van de gebruiker automatisch
geactiveerd worden.
2 = Showroom: met deze modaliteit
schakelt het apparaat alle
verwarmingselementen uit, maar blijft het
bedieningspaneel actief (handig voor
demonstraties in de winkel). Elke minuut
verschijnt het opschrift één
seconde lang. Om de kookplaat normaal
te gebruiken, moet deze modaliteit
ingesteld worden op .
3 = ECO-logic (enkel op sommige
modellen): met deze modaliteit regelt de
elektronica van de plaat automatisch de
vermogens om het ingestelde maximum
verbruik te respecteren: 3 of 4 kW. Om de
plaat aan het maximum vermogen te
gebruiken, moet deze modaliteit ingesteld
worden op .
Bij de eerste installatie moeten, binnen 2
minuten nadat de stroomtoevoer naar de
kookplaat werd ingeschakeld, de toetsen
Hoger en Lager van de eerste
bereidingszone ingedrukt gehouden
worden (diegene nabij het symbool ).
Het display van de bereidingszone zal het
nummer van de instelling die gewijzigd
wordt (1: Automatische toetsblokkering,
2: Showroom, 3: ECO-logic) en
daarnaast de waarde weergeven ( :
geactiveerd, : gedeactiveerd).
Bijvoorbeeld duidt aan dat de
Automatische toetsblokkering
gedeactiveerd is.
Druk op de toets Hoger of Lager
om de instelling op de waarde of
te wijzigen.
Indien de parameter ECO-logic wordt
gewijzigd, kunnen de volgende waarden
(3 kW), (4 kW), (maximum
verbruik) geselecteerd worden. Om verder
te gaan en de volgende instellingen te
wijzigen, moet op de toets
Toetsblokkering gedrukt worden.
Als de timer van de automatische
uitschakeling wordt geactiveerd
zonder dat een bereidingszone
actief is, gedraagt de timer zich als
een gewone kookwekker.
Als de kookplaat reeds
geïnstalleerd is en gebruikt wordt,
moet de stroomtoevoer van de
kookplaat uitgeschakeld worden.
Schakel de stroom weer in binnen
2 minuten, en handel zoals
hierboven werd beschreven.
Gebruik
158
Advies om energie te besparen
De diameter van de basis van de pan
moet overeenkomen met de diameter
van de bereidingszone.
Tijdens de aankoop van een pan moet u
controleren of de aangeduide diameter
de bodem of de bovenkant van het
recipiënt betreft, omdat deze laatste
bijna altijd groter is dan de bodem.
De bodem van de recipiënten moet dik
en perfect vlak zijn. Bovendien moet
deze schoon en droog zijn (dit geldt ook
voor de kookplaat).
Wanneer u gerechten maakt waarvoor
lange bereidingstijden noodzakelijk zijn,
kunt u tijd en energie besparen door
gebruik te maken van een snelkookpan
waardoor bovendien de vitamines
bewaard blijven die het voedsel bevat.
Controleer of de snelkookpan
voldoende vloeistof bevat, omdat een
oververhitting, die veroorzaakt wordt
door gebrek aan vloeistof, de pan en de
bereidingszone zou kunnen
beschadigen.
Bedek indien mogelijk de pannen steeds
met een gepast deksel.
Kies een pan die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die klaargemaakt
moet worden. Wanneer u een grote pan
gebruikt die half leeg is, wordt energie
verspild.
Gebruik geen recipiënten van gietijzer of
met een ruwe bodem.
Indien de kookplaat en de oven
gelijktijdig gebruikt worden, kan in
bepaalde omstandigheden het
maximale nuttige vermogen van
uw elektrische installatie worden
overschreden.
Gebruik
159
NL
Indicatieve tabel bereidingen
* enkel op sommige modellen
Vermogens-
niveau
Type bereiding Geschikt voor...
0
Positie OFF Uit
U
Rechaud Het opwarmen van gerechten
1
Voortzetting van de bereiding van
beperkte hoeveelheden voedsel
(minimum vermogen)
Om boter, chocolade en dergelijke te
smelten.
2
Voortzetting van de bereiding van
beperkte hoeveelheden voedsel
Om voedsel te verwarmen, kleine
hoeveelheden water aan de kook te
houden, om sauzen met eidooiers of boter
te kloppen.
3 - 4
Voortzetting van de bereiding
Om vaste en vloeibare voedingsmiddelen
te verwarmen, water aan de kook te
houden, diepvriesproducten te ontdooien,
voor omeletten van 2-3 eieren, om fruit- en
groentegerechten te bereiden,
verschillende bereidingen.
5
Het bereiden van grote hoeveelheden
voedsel
Water aan de kook houden, omeletten
van 4-6 eieren, gerechten van fruit en
groenten, verschillende bereidingen
6
Het bereiden van grote hoeveelheden
voedsel, braden
Het stoven van vlees, vis, groenten,
gerechten met meer of minder water,
bereiding van jam enz.
7 - 8
Het braden van grote stukken, het fruiten
met meel
Gebraden vlees of vis, biefstuk, lever,
gestoofd vlees en vis, eieren, enz.
9 - P *
Braden, Bruin braden, bereiden
(maximum vermogen)
Bakken van aardappelen in olie enz., het
snel aan de kook brengen van water.
Gebruik
160
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een
automatisch systeem dat de werkingsduur
beperkt.
Indien de instellingen van de
bereidingszone niet gewijzigd worden, is
de maximale werkingsduur van elke
afzonderlijke zone afhankelijk van het
geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de
beperking van de werkingsduur wordt
geactiveerd, wordt de bereidingszone
uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt, indien de zone
heet is, het symbool weergegeven op
het display.
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat gedurende een
lange periode op het maximum vermogen
wordt gebruikt, kan de elektronica moeite
hebben om af te koelen als de
omgevingstemperatuur hoog is.
In dit geval grijpt een systeem in dat de
stroomtoevoer naar de bereidingszones
vooraan onderbreekt, en verschijnen op het
display de knipperende opschriften en
.
Als de temperatuur van de elektronische
kaart niet wordt verlaagd, zal het
mechanisme de stroomtoevoer naar alle
kookzones onderbreken en zal het opschrift
worden weergegeven
(enkel op sommige modellen).
Wanneer de temperatuur onder het
waarschuwingsniveau daalt, kan de
bereiding hervat worden.
Andere functies
In geval van de gelijktijdige of lange
activering van drie of meer bedieningen
(bijvoorbeeld: als gevolg van een pan die
onvrijwillig werd geplaatst of het morsen
van water) deactiveert een automatisch
systeem alle bereidingszones (indien
ingeschakeld) en geeft het display het
foutbericht weer.
Los de oorzaak van de fout van de toetsen
op.
Vermogensniveau
Maximum
bereidingsduur (min)
U600
1600
2360
3300
4240
5180
6120
7120
8120
970
P70
Reiniging en onderhoud
161
NL
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
4.2 Wekelijkse gewone reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks
met behulp van een gewoon product voor
de reiniging van het glas. Neem de
aanwijzingen van de producent altijd in
acht. Het silicone dat aanwezig is in deze
producten produceert een beschermend
waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle
vlekken blijven achter op dat laagje en
kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een
schone doek. Let op dat er geen resten
reinigingsmiddel achterblijven op de
kookplaat, omdat ze een bijtende reactie
zouden kunnen hebben wanneer de plaat
verwarmd wordt en de structuur ervan
zouden kunnen wijzigen.
4.3 Voedselresten of -vlekken
Eventuele lichtgekleurde sporen, veroorzaakt
door pannen met een aluminium bodem,
kunnen worden verwijderd met een met azijn
bevochtigde doek.
Als er na het gebruik van de kookplaat
verbrande resten achterblijven, moeten
deze worden verwijderd. Spoel met water
en droog goed met een schone doek.
Zandkorrels die eventueel op de kookplaat
gevallen zijn tijdens het wassen van sla of
aardappelen zouden de plaat kunnen
krassen wanneer de pannen verschoven
worden.
Verwijder eventuele zandkorrels dus
onmiddellijk van het oppervlak van de
kookplaat.
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op de
werking en de stabiliteit van het glas. Het
betreft geen wijzigingen van het materiaal van
de kookplaat, maar eenvoudige resten die
niet verwijderd werden en die dus
verbrandden.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
Mors tijdens de bereiding geen suiker of
zoete mengsels op de kookplaat.
Plaats geen materialen of stoffen die
zouden kunnen smelten (plastic of
aluminium).
Houd de kookplaat altijd schoon, en
plaats geen enkel voorwerp op de
sensortoetsen.
Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes). Gebruik eventueel
houten of plastic gereedschappen.
Reiniging en onderhoud
162
Er kunnen glanzende oppervlakken
gevormd worden als het gevolg van het
verschuiven van de bodems van de
pannen, vooral indien ze van aluminium
zijn, en indien niet geschikte
reinigingsmiddelen gebruikt worden. Het is
moeilijk om deze te verwijderen met behulp
van gewone reinigingsproducten. Het kan
zijn dat de reiniging meerdere keren
herhaald moet worden. Het gebruik van
bijtende reinigingsmiddelen, of de wrijving
met de bodem van de pannen, kan de
decoratie van de kookplaat mettertijd
polijsten en zou de vorming van vlekken
kunnen bevorderen.
4.4 Oplossingen voor problemen…
De kookplaat werkt niet:
Controleer of de kookplaat is
aangesloten en de hoofdschakelaar is
ingeschakeld.
Controleer of zich geen
stroomonderbrekingen kunnen
voordoen.
Controleer of de zekering niet is
afgesprongen. In dit geval moet de
zekering worden vervangen.
Controleer of de aardlekschakelaar van
de huiselijke installatie niet is geschakeld.
In dit geval moet de schakelaar weer
geactiveerd worden.
Controleer of de sensortoetsen niet
geblokkeerd zijn met de Toetsblokkering.
Controleer of de toetsen niet gedeeltelijk
bedekt zijn met een vochtige doek, een
vloeistof of een metalen voorwerp.
De resultaten van de bereiding zijn niet
bevredigend:
Controleer of de temperatuur van de
bereiding niet te hoog of te laag is.
De kookplaat produceert rook:
Laat de kookplaat afkoelen, en reinig
deze, nadat de bereiding klaar is.
Controleer of het voedsel niet uit het
recipiënt komt, en gebruik eventueel een
groter recipiënt.
De display zal het opschrift “E2” weergeven:
Controleer of toevallig geen voedsel op
de sensortoetsen terecht kwam.
Verwijder eventuele pannen of andere
voorwerpen die de sensortoetsen
gedeeltelijk bedekken.
Op het display wordt “E” weergegeven:
Een van de toetsen werd lang ingedrukt
gehouden of er is sprake van een
technisch probleem. Neem in het laatste
geval contact op met het servicecentrum.
De zekeringen of de magnetothermische
schakelaar van de huiselijke installatie
springen regelmatig:
Neem contact op met het servicecentrum
of met een elektricien.
Scheuren of barsten in de kookplaat:
moet het apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met de assistentie worden
opgenomen.
Installatie
163
NL
5 Installatie
5.1 Veiligheidswaarschuwingen
Fineerbewerkingen, kleefstoffen of kunststof
bekledingen van aangrenzende meubels
moeten warmtebestendig zijn (>90°C),
anders kunnen deze mettertijd vervormen.
De minimumafstand die gerespecteerd
moet worden tussen afzuigkappen en de
kookvlakken moet minstens overeenkomen
met diegene die aangeduid wordt in de
aanwijzingen voor de montage van de
afzuigkap.
Ook de minimumafstanden van de vrije
delen van het vlak op de achterzijde
moeten gerespecteerd worden, zoals
wordt aangeduid op de afbeelding van de
montage.
5.2 Insnijding van het werkblad
Maak een opening met de aangeduide
afmetingen in het werkblad van het meubel
(mm).
Kookplaten met omlijsting
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
Controleer of het meubel voorzien is van
de vereiste openingen.
LET OP: De temperatuur van het
oppervlak is hoger dan 95°C. Om
gevaarlijke situaties te vermijden moet
de toegang tot het onderste gedeelte
van de kookplaat worden beperkt.
De volgende ingreep vergt metsel-
en/of timmerwerk, en moet dus
uitgevoerd worden door een
bevoegd technicus.
De installatie kan uitgevoerd
worden op structuren van
verschillende materialen, zoals
metselwerk, metaal, massief hout
en met kunststof gelamineerd hout,
mits het hittebestendig is (>90°C).
L X Y
570 560 500
760 750 500
A B C D E
min.
50
min.
460
min.
750
20÷60
min.
50
Installatie
164
Kookplaten met afgeschuinde rand Pakking van de kookplaat
Voordat de montage wordt uitgevoerd,
moet de bijgeleverde pakking langs de
omtrek van de kookplaat worden
aangebracht om te voorkomen dat
vloeistoffen tussen de omlijsting van de
kookplaat en het werkblad kunnen komen.
L X Y
300 270 490
600 565 490
770 745 490
900 850 490
A B C D E
min.
50
min.
460
min.
750
20÷60
min.
50
Bevestig de kookplaat niet met
behulp van silicone. Indien dit toch
wordt gedaan, kan de kookplaat
niet verwijderd worden zonder
deze te beschadigen.
Installatie
165
NL
Kookplaten met rechte rand
Voor dit type van kookplaten moet de
opening gefreesd worden indien de
kookplaat gelijk met de rand van het
werkblad moet geïnstalleerd worden.
Nadat de zelfklevende pakking (A) is
aangebracht en de kookplaat is voorzien
van de beugels en geplaatst is, moeten de
randen met isolerende silicone (B) worden
gevuld; verwijder het eventuele teveel aan
product.
Als de kookplaat moet worden verwijderd,
moet het silicone met behulp van een mesje
worden weggesneden voordat wordt
geprobeerd om de plaat te verwijderen (C).
L X Y G H
600 565 490 604 514
770 745 490 774 514
900 865 490 904 514
A B C D E
min.
50
min.
460
min.
750
20÷60
min.
50
Installatie
166
Bevestigingsklemmen
Om de bevestiging en een optimale
centrering te garanderen, moeten de
bijgeleverde klemmen geplaatst worden:
1. Plaats de klemmen horizontaal en met
een lichte druk in de daarvoor bestemde
gleuf.
2. Draai ze vervolgens naar boven zodat
ze definitief geklemd worden.
Bevestigingsbeugels
Draai de bevestigingsbeugels vast in de
daarvoor bestemde openingen in de
zijkanten van de bekleding onderaan
om de kookplaat correct op de structuur
te bevestigen.
Draai niet te vast aan omdat
anders het glas te hard kan
gespannen worden en dus zou
kunnen breken.
Installatie
167
NL
5.3 Inbouw
Op inbouwruimte voor oven
De afstand tussen de kookplaat en de
keukenmeubels of de inbouwapparaten
moet zodanig zijn dat een voldoende
ventilatie en een voldoende luchtafvoer
gegarandeerd wordt.
Bij installatie boven een oven moet een
tussenruimte worden gelaten tussen de
onderkant van de kookplaat en de
bovenzijde van het onderaan geplaatste
apparaat.
Op neutrale ruimte of laden
Wanneer andere meubelen (zijwanden,
laden, enz.), afwasautomaten of koelkasten
aanwezig zijn onder de kookplaat, moet
een dubbele houten bodem worden
geïnstalleerd op een minimum afstand van
20 mm van de onderkant van de
kookplaat, zodat toevallig contact wordt
vermeden. De dubbele bodem mag alleen
met geschikt gereedschap worden
verwijderd.
met opening onderaan
met opening achteraan
Wanneer de kookplaat boven een
oven wordt geïnstalleerd, moet
deze voorzien worden van een
ventilator voor de koeling.
Als geen dubbele houten bodem
wordt geïnstalleerd, kan de
gebruiker ongewenst hete of
scherpe onderdelen raken.
Installatie
168
5.4 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat en is zichtbaar
op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Zorg voor de aardverbinding met een
kabel die ten minste 20 mm langer is dan
de andere kabels.
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
Modellen van 30 cm:
220-240 V 1N~
Gebruik de gemonteerde driepolige kabel
3 x 1,5 mm².
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen.
De aardverbinding van het elektrische
systeem is verplicht en moet in
overeenstemming met de geldende
veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
Schakel de algemene stroomtoevoer uit
Gebruik kabels die bestand zijn tegen
temperaturen van minstens 90 °C.
Het aandraaimoment van de schroeven
van de stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
Laat de voedingskabel uitsluitend
door ervaren technisch personeel
installeren en eventueel vervangen.
Gebruik de geleverde kabel (afhankelijk
van het model) en raadpleeg de
volgende aanwijzingen.
Installatie
169
NL
Modellen van 60 cm:
Het schema hieronder toont het
klemmenbord van de stroomtoevoer,
onderaanzicht, zonder aangesloten kabels.
De aansluiting tussen de klemmen 2 en 3
en de klemmen 4 en 5 moet altijd
aanwezig zijn.
220-240 V 1N~
380-415 V 2N~
220-240 V 2~
220-240 V 3~
Gebruik de geleverde vijfpolige kabel 5 x
2,5 mm².
Installatie
170
Modellen van 77 - 90 cm: Het schema hieronder toont het
klemmenbord van de stroomtoevoer,
onderaanzicht, zonder aangesloten kabels.
De aansluiting tussen de klemmen 4 en 5
moet altijd aanwezig zijn.
220-240 V 1N~
Gebruik de geleverde driepolige kabel
3 x 6 mm².
220-240 V 2~
Gebruik de geleverde driepolige kabel
3 x 6 mm².
Installatie
171
NL
Het apparaat kan ook op de volgende
manieren functioneren als de
voedingskabel wordt vervangen:
380-415 V 2N~
Vierpolige kabel 4 x 4 mm².
220-240 V 3~
Vierpolige kabel 4 x 4 mm².
380-415 V 3N~
Vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
Modellen van 60 - 90 cm (maximaal 3
kW):
Het schema hieronder toont het
klemmenbord van de stroomtoevoer,
onderaanzicht, zonder aangesloten kabels.
De aansluiting tussen de klemmen 1, 2 en 3
en de klemmen 4 en 5 moet altijd
aanwezig zijn.
220-240 V 1N~
Geleverde driepolige kabel 3 x 1,5 mm².
Installatie
172
Vaste aansluiting
Rust de voedingslijn uit met een meerpolige
onderbrekingsinrichting, overeenkomstig de
installatienormen.
De onderbrekingsinrichting dient op een
eenvoudig te bereiken plaats en in de
nabijheid van het apparaat te zijn
aangebracht.
Test
Voer na de installatie een korte test uit. Bij
een slechte werking van het apparaat, als u
heeft geconstateerd dat u de instructies
correct heeft uitgevoerd, moet u het
dichtstbijzijnde servicecentrum informeren.
5.5 Voor de installateur
De kabel voor de verbinding met het
stroomnet mag niet verbogen of
vastgeklemd worden.
Het apparaat moet volgens de
installatieschema’s worden geïnstalleerd.
In geval het apparaat, na het verrichten
van alle controles, niet correct werkt,
neem dan contact op met het plaatselijke
erkende servicecentrum.
•Na de correcte installatie van het
apparaat wordt u verzocht de gebruiker
te informeren over de correcte
functioneringswijze.
Doe de kabel achter het meubel
passeren. Let op dat deze niet
tegen de onderkant van de
kookplaat of een eventuele
daaronder ingebouwde oven
komt.
Let op wanneer bijkomende
elektrische apparaten aangesloten
worden. De kabels voor de
aansluiting mogen niet in contact
komen met de warme
bereidingszones.
1 / 1