Smeg SF4102 MCN de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Inhoudsopgave
195
NL
1 Waarschuwingen 196
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 196
1.2 Waarschuwingen voor het gebruik van de magnetron 197
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant 199
1.4 Beoogd gebruik 199
1.5 Identificatieplaatje 199
1.6 Verwerking 199
1.7 Deze gebruiksaanwijzing 200
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 200
2 Beschrijving 201
2.1 Algemene beschrijving 201
2.2 Bedieningspaneel 202
2.3 Magnetron 203
2.4 Andere onderdelen 203
2.5 Beschikbare accessoires 204
3 Gebruik 205
3.1 Waarschuwingen 205
3.2 Materialen die voor de magnetron geschikt zijn 205
3.3 Eerste gebruik 207
3.4 Gebruik van de accessoires 207
3.5 Het gebruik van de oven 208
3.6 Speciale functies 221
3.7 Automatische programma’s 226
3.8 Secundair menu 229
4 Reiniging en onderhoud 232
4.1 Waarschuwingen 232
4.2 Reiniging van de oppervlakken 232
4.3 Reiniging van de ruiten van de deur 233
4.4 Reiniging van de ovenruimte 233
4.5 Vapor Clean 235
5 Installatie 238
5.1 Elektrische aansluiting 238
5.2 Plaatsing 238
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
Waarschuwingen
196
1 Waarschuwingen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
AANDACHTIG DOORLEZEN EN VOOR NASLAG BEWAREN.
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
AANDACHT: Gebruik de
magnetron niet als de deur of de
deurpakking beschadigd is, tot u
deze door ervaren personeel hebt
laten repareren.
AANDACHT: Voor iedereen - met
uitzondering van ervaren personeel
- is het gevaarlijk om onderhoud of
reparaties te verrichten waarvoor
een afscherming, die bescherming
tegen de microgolven biedt,
gedemonteerd moet worden.
• AANDACHT: Vloeistoffen en ander
voedsel mogen niet in verzegelde
houders worden opgewarmd,
aangezien ze zouden kunnen
ontploffen.
AANDACHT: Het apparaat en de
bereikbare delen ervan worden
heel warm tijdens het gebruik.
Raak geen warmte-elementen
delen aan tijdens gebruik van het
apparaat.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen met
beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met een
gebrek aan ervaring of kennis is
alleen toegestaan onder toezicht en
begeleiding van volwassenen die
verantwoordelijk zijn voor hun
veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
Schakel het apparaat uit na gebruik
ervan.
Schakel het apparaat uit of koppel
het van de voeding af en houd de
deur gesloten om eventuele
vlammen te doven, als rook uit het
apparaat komt.
• Probeer nooit om vlammen/brand
met water te blussen.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
Waarschuwingen
197
NL
Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten van
het apparaat.
Probeer nooit om zelf het apparaat
te repareren, zonder tussenkomst
van een gekwalificeerde technicus.
Als de stroomkabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of plastic
gereedschappen.
Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmte-afvoer niet verstopt raken.
Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
Gebruik het apparaat nooit om de
ruimte te verwarmen.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het apparaat.
• Controleer of er geen voorwerpen
in de deur vastzitten.
1.2 Waarschuwingen voor het
gebruik van de magnetron
Controleer het apparaat tijdens de
bereiding van levensmiddelen in
houders van plastic of papier.
Gebruik de magnetron uitsluitend
voor het bereiden van
levensmiddelen. Andere
toepassingen (bijv. het opdrogen
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar
Tijdens het gebruik van de
magnetron voor het
(her)opwarmen van vloeistoffen
kan het kookproces worden
vertraagd. De kooktemperatuur
wordt bereikt zonder dat de
normale bellen worden gevormd.
Het vertraagde kookproces kan
tot een ontploffing in de oven
leiden. Bij het verwijderen van de
houder uit de oven kan kokend
hete vloeistof blijven overkoken.
Om deze gevaren te vermijden,
dient u tijdens het opwarmen altijd
het meegeleverde kookstaafje (of
een plastic, hittebestendige lepel)
in de houder aan te brengen.
Waarschuwingen
198
van kleding, het opwarmen van
sloffen, sponsen, vochtige doeken
enz., het drogen van voedsel) zijn
absoluut verboden en kunnen
letsel of brand veroorzaken.
Maak het apparaat continu
schoon en verwijder eventuele
voedselresten.
Gebruik de magnetron niet om
voedsel te drogen.
Gebruik de magnetron niet voor
het opwarmen van of bakken met
olies.
Gebruik het apparaat niet voor het
opwarmen van alcoholhoudende
levensmiddelen of dranken.
• Babyvoeding mag niet in gesloten
houders in de magnetron worden
opgewarmd. Verwijder de deksel
of de speen (in het geval van een
fles). Verifieer aan het einde van
de bereiding altijd de temperatuur,
deze mag niet te hoog zijn. Meng
of roer de inhoud goed door om
voor een gelijkmatige temperatuur
te zorgen, en brandwonden te
vermijden.
Warm eieren in een schaal of
hele, hardgekookte eieren niet op
aangezien ze na het opwarmen
zouden kunnen ontploffen.
Prik de schil door alvorens u
levensmiddelen met huid of harde
schil bereid (bijv. aardappels,
appels, enz.).
• Verwarm verpakte levensmiddelen
niet op.
Gebruik de functies microgolven
niet als de magnetron leeg is.
Gebruik vaatwerk en instrumenten
die voor de magnetron geschikt
zijn.
Gebruik geen aluminium bakjes
voor de bereiding van voedsel.
Gebruik geen vaatwerk met
decoraties van metaal (goud,
zilver).
Het apparaat werkt op een ISM-
golflengte van 2.4 Ghz.
Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort het
apparaat tot groep 2 en klasse B
(EN 55011).
Dit apparaat voldoet aan de
actueel toepasselijke normen en
richtlijnen inzake
elektromagnetische compatibiliteit
en veiligheid. Desondanks raden
we personen met een pacemaker
aan om een afstand van 20-30
cm tussen de werkende
magnetron en de pacemaker te
behouden. Raadpleeg de
fabrikant van de pacemaker voor
overige informatie.
Waarschuwingen
199
NL
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade aan personen en
voorwerpen tengevolge:
een ander gebruik van het apparaat dan
wordt voorzien;
het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
het forceren van ook slechts één deel
van het apparaat;
gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Beoogd gebruik
Dit apparaat is bestemd voor het
bereiden van voedsel in een
huishoudelijke omgeving. Elk ander
gebruik is oneigenlijk. Bovendien kan dit
apparaat niet worden gebruikt:
• in de keuken van werknemers in
winkels, kantoren en andere
werkomgevingen.
• op (vakantie)boerderijen.
• door gasten in hotels en motels en in
residences.
• in bed en breakfasts.
Het apparaat is niet ontworpen om te
functioneren met externe kookwekkers of
afstandsbedieningystemen.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat. Het plaatje
mag in geen geval worden verwijderd.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker
(indien aanwezig).
De gebruiker moet het apparaat dus aan
het einde van het gebruik toekennen aan
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of het overhandigen aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de stroomtoevoer uit.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
200
1.7 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en dient
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing
aandachtig vóór installatie.
1.8 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
Enkele gebruiksaanwijzing.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Advies
Beschrijving
201
NL
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Bedieningspaneel
2 Lamp
3 Pakking
4 Deur
5 Ventilator
Niveau van het frame
Beschrijving
202
2.2 Bedieningspaneel
1 Temperatuurknop
Met deze knop kunt u het volgende
selecteren:
het vermogen van de microgolven,
de bereidingstemperatuur,
de duur van een functie,
geprogrammeerde bereidingen,
de actuele tijd,
de in- of uitschakeling van de lamp in het
apparaat.
2 Display
Geeft de actuele tijd, de gekozen functie,
het gekozen vermogen, de gekozen
bereidingstemperatuur en de eventuele
toegekende duur weer.
3 Functieknop
Met deze knop is het volgende mogelijk:
in-/uitschakelen van het apparaat,
een functie selecteren,
een functie starten of tijdelijk stoppen.
Beschrijving
203
NL
2.3 Magnetron
Het apparaat is voorzien van een
generator die microgolven produceert,
magnetron genaamd. De geproduceerde
microgolven worden gelijkmatig over de
ovenruimte verdeeld, bereiken de
gerechten en warmen ze op.
Het opwarmen vindt plaats door middel
van de wrijving van de moleculen (en met
name de watermoleculen) in het voedsel,
waardoor warmte wordt geproduceerd.
De warmte die direct in het voedsel wordt
geproduceerd, maakt het mogelijk om in
weinig tijd - minder dan voor een normale
bereidingswijze nodig is - voedsel te
bereiden, te ontdooien of op te warmen.
Door het gebruik van houders die voor de
bereiding in de magnetron geschikt zijn,
kunnen de microgolven het voedsel
gelijkmatig bereiken (zie 3.2 Materialen
die voor de magnetron geschikt zijn).
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator zorgt voor de afkoeling van
het apparaat, en wordt tijdens de bereiding
in werking gesteld.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die boven de deur
naar buiten komt, en die nog even kan
doorgaan nadat de oven is uitgeschakeld.
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld:
als de deur wordt geopend;
als een willekeurige functie wordt
gekozen, met uitzondering van de
functies ECO en Vapor Clean ;
•Als de temperatuurknop kort naar rechts
gedraaid wordt (handmatige activering
en deactivering).
De binnenverlichting kan niet
worden uitgeschakeld als de deur
geopend is.
Gebruik
204
2.5 Beschikbare accessoires
Kookstaafje
Tijdens het opwarmen van vloeistoffen in de
houder plaatsen om het vertraagde
kookproces te voorkomen.
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
Glazen schaal
Nuttig voor elke type bereiding en voor het
opvangen van vet dat afkomstig is van het
voedsel op het rooster erboven.
Rooster voor ovenschaal
Om op een ovenschaal te zetten, voor het
bereiden van voedsel dat kan lekken.
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
De ovenaccessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De originele bijgeleverde of
optionele accessoires kunnen
worden aangevraagd bij erkende
servicecentra. Gebruik enkel de
originele accessoires van de
fabrikant.
Gebruik
205
NL
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
3.2 Materialen die voor de
magnetron geschikt zijn
Doorgaans geldt dat de materialen die
voor de bereiding met de magnetron
gebruikt worden de microgolven moeten
doorlaten, zodat de microgolven het
voedsel kan bereiken.
Hieronder geven we een tabel van de
materialen die wel of niet kunt gebruiken:
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Gevaar op verbranding
Houd de deur dicht tijdens gebruik.
Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de
ovenruimte.
•Let op dat u de warmte-elementen in de
ovenruimte niet aanraakt.
Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
Houd kinderen buiten bereik van het
werkende apparaat.
Incorrect gebruik
Beschadiging van geëmailleerde
oppervlakken
Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
Bij gebruik van bakpapier moet u er
voor zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de ovenruimte er niet
door wordt verhinderd.
Pannen niet over de gelakte bodem
slepen of er tegen laten stoten.
Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Brand- en ontploffingsgevaar
Gebruik geen spuitbussen in de
nabijheid van het apparaat.
Gebruik of laat geen ontvlambaar
materiaal in de nabijheid van het
apparaat.
Gebruik geen vaatwerk of plastic
houders om voedsel te bereiden (met
uitzondering van de magnetronfunctie).
Plaats geen blikken of gesloten houders
in de ovenruimte.
Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en olies kunnen vrijkomen.
Verwijder ongebruikte ovenschalen en
roosters tijdens de bereiding uit de
ovenruimte.
Gebruik
206
BRUIKBARE MATERIALEN
- Glas (de deksels altijd verwijderen)*
Vuurvaste schalen
•Glazen
•Potten
- Porselein
- Terracotta
- Plastic (alleen voor magnetron)*
•Houders
Plasticfolie (mag de levensmiddelen niet
raken)
*uitsluitend hittebestendig.
NIET-BRUIKBARE MATERIALEN
- Metaal (kan bogen of vonken
veroorzaken)
•Aluminiumfolie
Aluminium schalen
•Borden
Metalen instrumenten
Diepvrieszakjes sluitstrips
- Hout
- Kristallen glazen
- Papier (brandgevaar).
- Houders van polystyreen (gevaar voor
de contaminatie van voedsel)
Het vaatwerk testen
Aan de hand van de volgende eenvoudige
test kunt u nagaan of het vaatwerk voor de
bereiding in de magnetron geschikt is:
1. Verwijder alle accessoires uit de
ovenruimte.
2. Plaats het te testen vaatwerk op het
rooster op het eerste niveau.
3. Selecteer de magnetronfunctie op
maximaal vermogen (bijv. 1000W).
4. Stel een bereidingsduur van 30
seconden in.
5. Start de bereiding.
6. Aan het einde van de test moet het
bord/de schaal koud of lauwwarm zijn.
We raden u aan om het bord/de schaal
niet voor de bereiding met de magnetron
te gebruiken als deze warm is.
Het vaatwerk mag geen
decoraties van metaal bevatten.
Met de functies magnetron of
magnetron gecombineerd geen
metalen schalen gebruiken.
Gebruik voor deze test de
magnetronfunctie zonder dat u
voedsel in de magnetron plaatst.
Ongeschikt vaatwerk
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Onderbreek de test onmiddellijk als u
merkt dat het vaatwerk vonken of
geknetter produceert. In dit geval is het
vaatwerk niet voor de bereiding met de
magnetron geschikt.
Gebruik
207
NL
3.3 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens)
van de accessoires of uit de ovenruimte.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
4. Verwarm de lege oven op de maximale
temperatuur (met traditionele functies)
om eventuele productieresten te
verwijderen.
3.4 Gebruik van de accessoires
Rooster voor ovenschaal
Het rooster voor de ovenschaal wordt in de
schaal geplaatst. Zo wordt het vet apart
van het voedsel opgevangen tijdens de
bereiding.
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de
zijgeleiders worden geplaatst tot aan het
eindpunt.
De mechanische veiligheidsblokkeringen
om ongewenste verwijdering van de
roosters te voorkomen moeten naar
beneden en naar de binnenzijde van de
ovenruimte gericht zijn.
Gebruik voor de eerste
opwarming de traditionele functie
en dus geen magnetronfunctie.
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
Het accessoire kan erg warm worden.
Gebruik ovenwanten voor de hantering.
Plaats de roosters en de schalen
helemaal in de ovenruimte, tot ze
vast komen te zitten.
Maak de ovenschalen schoon
voor het eerste gebruik, om
eventuele productieresten te
verwijderen.
Gebruik
208
Kookstaafje
Tijdens het gebruik van de magnetron voor
het (her)opwarmen van vloeistoffen kan een
vertraagd kookproces zich voordoen. Om
dit fenomeen te voorkomen, dient u tijdens
het opwarmen het meegeleverde
kookstaafje (of een plastic, hittebestendige
lepel) in de houder aan te brengen.
3.5 Het gebruik van de oven
Display
Controlelamp Eco Logic
Controlelamp Show Room
Controlelamp kookwekker
Controlelamp bereiding met tijdinstelling
Controlelamp geprogrammeerde
bereiding
Controlelamp klok
Controlelamp magnetron
Controlelamp ontdooien
Controlelamp kinderbeveiliging
Niveaubereik temperatuur
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor
brandwonden
Om het gevaar voor een ontploffing in
het apparaat of het blijven overkoken
van de kokend hete vloeistof te
voorkomen, dient u tijdens het
opwarmen altijd het kookstaafje in de
vloeistof te plaatsen.
Hoge temperatuur
Gevaar voor schade aan het
apparaat
Gebruik het kookstaafje uitsluitend met
de magnetronfuncties. Gebruik het
kookstaafje niet met gecombineerde of
traditionele functies.
Gebruik
209
NL
Werkingscondities
Stand-by: Wanneer geen enkele functie is
gekozen, toont het display de actuele tijd
.
ON: Het display toont de ingestelde
parameters, zoals de temperatuur, de duur,
het vermogen van de microgolven en het
niveaubereik als een willekeurige functie is
gekozen.
Bij elke druk op de temperatuurknop tijdens
een functie wordt de staat van de
parameters cyclisch in de volgende
volgorde weergegeven.
In elke staat kan de waarde worden
gewijzigd door de temperatuurknop naar
rechts of naar links te draaien. Houd de
knop gedraaid om de wijziging sneller uit te
voeren.
Als een magnetronfunctie wordt
geactiveerd:
1. Vermogen magnetron.
2. Duur magnetron.
Als een functie magnetron+grill is
geactiveerd:
1. Temperatuur.
2. Duur magnetron.
3. Vermogen magnetron.
Als een functie grill is geactiveerd:
1. Temperatuur
2. Tijdsduur timer kookwekker.
3. Duur magnetron.
4. Tijdsduur geprogrammeerde bereiding
(als de bereiding met tijdinstelling is
ingesteld).
5. Weergave uur.
Gebruik
210
Instelling van het uur
Bij het eerste gebruik of na een
stroomonderbreking zal op de display van
het apparaat het symbool
knipperen. Om te kunnen beginnen met een
bereiding zult u de juiste tijd moeten
instellen.
1. Draai aan de temperatuurknop om de
weergegeven tijd in te stellen (houd de
knop gedraaid om de tijd sneller of
trager te doen verlopen).
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de
minuten in te stellen (houd de knop
gedraaid om de tijd sneller of trager te
doen verlopen).
4. Druk op de temperatuurknop om de
instelling te beëindigen.
Magnetron
Het kan zijn dat u de huidige tijd
moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de
overgang naar de zomertijd.
Houd vanuit de stand-by stand de
temperatuurknop naar links of naar
rechts gedraaid tot de uren gaan
knipperen.
Het is niet mogelijk om de tijd te
wijzigen als het apparaat zich niet
in ON bevindt.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Tijdens het gebruik van de magnetron
moeten de gerechten worden
aangebracht in een geschikte houder die
op het rooster op het eerste niveau is
geplaatst.
TIJDENS HET GEBRUIK GEEN ENKELE
HOUDER/ACCESSOIRE (ovenschalen,
glazen schalen, enz.) AANBRENGEN OP
DE BODEM VAN DE OVENRUIMTE.
Voor optimale resultaten met
langdurige bereidingen met de
functies magnetron en
gecombineerd wordt aanbevolen
om de levensmiddelen één of
twee keer door te roeren.
Gebruik
211
NL
1. Selecteer de functie magnetron met
behulp van de functieknop.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de
duur te wijzigen (max. 30 minuten).
4. Druk op de temperatuurknop.
5. Draai aan de temperatuurknop om het
vermogen van 100W tot 1000W te
wijzigen (zie Magnetronvermogen).
6. Druk op de functieknop om de bereiding
met magnetron te starten.
7. Aan het einde van de bereidingstijd
wordt op het display
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal.
Magnetron
Microgolven dringen het voedsel
binnen en maken het daardoor
mogelijk om binnen kortere tijd
voedsel te bereiden, waarbij
bovendien aanzienlijk veel energie
wordt bespaard. Microgolven zijn
ideaal voor bereidingen zonder vet,
voor het ontdooien en voor het
opwarmen van voedsel, terwijl het
originele aanzicht en de smaak
behouden blijven.
De bereiding wordt onderbroken
als de deur geopend wordt.
Hervat de bereiding door na het
sluiten van de deur op de
functieknop te drukken.
Onderbreek tijdelijk de
bereidingsfunctie door op de
functieknop te drukken. Druk
opnieuw op de functieknop om de
bereiding te hervatten.
Gebruik
212
8. Schakel het geluidssignaal uit door aan
een van de twee knoppen te draaien of
de deur te openen.
Magnetronvermogen
Hieronder geven we de vermogens die u
kunt selecteren:
Functie QUICK START magnetron
1. Druk in de stand-by stand twee keer op
de functieknop.
2. Het apparaat start de magnetron met de
standaardparameters op.
Schakel het geluidssignaal uit en
selecteer een extra bereiding met
tijdinstelling door de
temperatuurknop naar rechts te
draaien.
Schakel het geluidssignaal uit en
selecteer een andere
bereidingsfunctie door de
functieknop naar rechts of naar
links te draaien.
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Vermogen
(W)
Nuttig voor
100
Ontdooien van voedsel200
300
400
Bereiding van vlees of
delicate bereidingen
500
600
Opwarmen of bereiding
van voedsel
700
800
900
Opwarmen van vloeistoffen
1000
Met de functie QUICK START kunt
u snel de magnetron activeren. Dit
is nuttig voor het opwarmen van
kleine hoeveelheden vloeistof of
voedsel.
Gebruik
213
NL
Gecombineerde functies
1. Selecteer een “gecombineerde” functie
met de functieknop.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Stel de temperatuur in door aan de knop
te draaien.
4. Druk op de temperatuurknop.
5. Draai aan de temperatuurknop om de
duur te wijzigen.
6. Druk op de temperatuurknop.
7. Draai aan de temperatuurknop om het
vermogen van (100W tot 700W) te
wijzigen.
8. Druk op de functieknop om de
gecombineerde bereiding te starten.
Voorverwarmingsfase
De bereiding wordt voorafgegaan door
een voorverwarmingsfase, waardoor het
apparaat sneller op temperatuur wordt
gebracht.
Deze fase wordt aangeduid door het
knipperen van het niveaubereik.
Aan het einde van de voorverwarming
brandt het niveaubereik en hoort u een
geluidssignaal dat aangeeft dat het
voedsel in de ovenruimte geplaatst kan
worden.
Oneigenlijk gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Gebruik de gecombineerde functies niet
voor het opwarmen of laten koken van
vloeistoffen.
De gecombineerde bereiding is
een combinatie van een
traditionele bereiding en de
magnetron. Deze functies worden
aangegeven door de inschakeling
van een traditionele functie en de
icoon functie microgolven
.
In het geval van de
gecombineerde functie
Magnetron + Grill wordt de
voorverwarming niet toegepast
wegens het type bereiding en om
een grotere snelheid te
waarborgen.
De bereiding kan op elk ogenblik
onderbroken worden door de
functieknop minstens 3 seconden
lang ingedrukt te houden.
Gebruik
214
Lijst van gecombineerde functies
Traditionele functies
1. Selecteer een bereidingsfunctie met de
functieknop.
2. Draai aan de bedieningsknop en druk
deze in om de bereidingstemperatuur te
wijzigen.
3. Druk op de functieknop om de
traditionele bereiding te starten.
Voorverwarmingsfase
De bereiding wordt voorafgegaan door
een voorverwarmingsfase, waardoor het
apparaat sneller op temperatuur wordt
gebracht.
Deze fase wordt aangeduid door het
knipperen van het niveaubereik.
Aan het einde van de voorverwarming
brandt het niveaubereik, en hoort u een
geluidssignaal dat aangeeft dat het
voedsel in de ovenruimte geplaatst kan
worden.
Magnetron + grill
Door het gebruik van de grill kleurt
de buitenkant van het voedsel
goudbruin. De magnetron maakt het
echter mogelijk om de binnenkant
van het voedsel in korte tijd te
bereiden.
Magnetron + statisch + ventilator
De werking van de ventilator,
gecombineerd met de traditionele
bereiding, verzekert ook voor
ingewikkelde recepten homogene
bereidingen. De magnetron maakt
het echter mogelijk om de
binnenkant van het voedsel in korte
tijd te bereiden.
Magnetron + circulatie + Ventilator
Voor een bereiding in combinatie
met geventileerde warmte. Dankzij
de roterende lucht en de
microgolven kan voedsel in korte
tijd worden bereid.
De functie kan op elk ogenblik
onderbroken worden door de
functieknop minstens 3 seconden
lang ingedrukt te houden.
Gebruik
215
NL
Lijst van de traditionele functies
ECO
Deze functie is buitengewoon
geschikt voor de bereiding op een
enkel vlak bij laag energieverbruik.
Ideaal voor de bereiding van vlees,
vis en groenten. Niet geschikt voor
levensmiddelen die moeten rijzen.
Het wordt geadviseerd om de
levensmiddelen in de oven te
plaatsen zonder de ovenruimte
voor te verwarmen voor een
maximale energiebesparing en om
de tijd te beperken.
Open de deur tijdens de bereiding
niet in de ECO-functie.
De bereidingen (en eventuele
voorverwarmingen) duren langer
in de ECO-functie.
Statisch
De warmte wordt gelijktijdig
bovenaan en onderaan afgegeven,
en maakt dit systeem geschikt voor
het bereiden van speciale types van
voedsel. De traditionele bereiding,
die ook statisch wordt genoemd, is
geschikt voor het klaarmaken van
één gerecht per keer. Het is ideaal
voor alle types van gebraden,
brood en gevulde taarten, en het is
vooral geschikt voor vet vlees zoals
gans en eend.
Grill
Met de warmte die van het grill
element komt, kunnen uitstekende
resultaten bereikt worden zoals het
roosteren van dun en iets dikker
vlees, en in combinatie met het
draaispit (waar voorzien) wordt op
het einde van de bereiding een
uniforme goudbruine kleur
verkregen. Ideaal voor worsten,
ribbetjes en bacon. Met deze
functie kan een grote hoeveelheid
voedsel, en vooral vlees, uniform
gegrild worden.
Statisch+ventilator
De werking van de ventilator,
gecombineerd met de traditionele
bereiding, verzekert ook voor
ingewikkelde recepten homogene
bereidingen. Ideaal voor koekjes en
taarten, die ook gelijktijdig op
meerdere niveaus kunnen bereid
worden. (Voor bereidingen op
meerdere niveaus wordt
aanbevolen om het 2de en het 4de
vlak te gebruiken).
Geventileerde grill
De lucht afkomstig van de ventilator
verzacht de warmtegolven die
worden verkregen door de grill,
zodat ook dik voedsel uitstekend
wordt gegrild. Ideaal voor grote
stukken vlees (bijv.
varkensscheenbeen).
Gebruik
216
Kookwekker
1. Druk een keer op de temperatuurknop (2
maal als de bereidingsfase al bezig is).
Op het display verschijnen de cijfers
en de controlelamp
knippert.
2. Draai aan de knop om de duur in te
stellen (van 1 minuut tot 4 uur). Na
enkele seconden stop de
controlelamp met knipperen en
begint het aftellen.
3. Nu kunt u de gewenste functie
selecteren, en moet u wachten tot het
geluidssignaal aanduidt dat de tijd
verstreken is. De controlelamp
knippert.
Geventileerde onderwarmte
Met de combinatie van de
ventilator en enkel de onderwarmte
zal de bereiding sneller klaar zijn.
Dit systeem wordt aanbevolen voor
het steriliseren of voor het voltooien
van voedsel dat reeds goed
oppervlakkig gaar is, maar nog niet
binnenin, en waarvoor dus een
gematigde bovenwarmte nodig is.
Ideaal voor elk type van voedsel.
Circulatie
De combinatie van de ventilator en
het circulatie-element (ingebouwd
aan de achterkant van de
ovenruimte) kan verschillend
voedsel op meerdere vlakken
bereid worden waarvoor dezelfde
temperatuur en hetzelfde type van
bereiding nodig is. De
warmeluchtcirculatie verzekert een
onmiddellijke en uniforme verdeling
van de warmte. Het zal
bijvoorbeeld mogelijk zijn om
gelijktijdig (op meerdere vlakken)
vis, groenten en koekjes klaar te
maken, zonder dat de geur en de
smaak zal vermengd worden.
Turbo
Met de combinatie van de
geventileerde bereiding en de
traditionele bereiding kan erg snel
en doeltreffend verschillend voedsel
op meerdere niveaus klaargemaakt
worden, zonder het mengen van
geuren of smaken. Ideaal voor
omvangrijk voedsel waarvoor een
intense bereiding nodig is.
Deze functie zal de bereiding niet
onderbreken, maar enkel het
geluidssignaal activeren.
De kookwekker kan zowel tijdens
de fase van de bereiding als de
staat van stand-by van het
apparaat geactiveerd worden.
Gebruik
217
NL
4. Schakel het geluidssignaal uit door op
een van de twee knoppen te drukken of
eraan te draaien.
5. Draai aan de temperatuurknop om een
extra kookwekker in te stellen.
Bereiding met tijdinstelling
1. Nadat een bereidingsfunctie en -
temperatuur zijn geselecteerd, moet drie
maal op de temperatuurknop gedrukt
worden. Op het display verschijnen de
cijfers en de
controlelamp knippert.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts of
naar links om de duur van de bereiding
van 00:01 tot 12:59 in te stellen. Houd
de knop gedraaid om de wijziging
sneller uit te voeren.
3. Enkele seconden na de instelling van de
duur stopt de controlelamp met
knipperen en begint de bereiding met
tijdinstelling.
4. Aan het einde van de bereidingstijd
wordt op het display
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal.
Stel de waarde in op nul om de
timer kookwekker te elimineren.
Met bereiding met tijdinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
De activering van een bereiding
met tijdinstelling annuleert de
eventuele timer die eerder werd
ingesteld.
Om de kooktijd in handmatige
modus te verlengen drukt u
opnieuw op de temperatuurknop.
Het apparaat zal de normale
werking hervatten met de
instellingen van de bereiding die
eerder geselecteerd werden.
Gebruik
218
5. Schakel het geluidssignaal uit door aan
een van de twee knoppen te draaien of
de deur te openen.
De ingestelde gegevens in de bereiding
met tijdinstelling wijzigen
Tijdens de bereiding met tijdinstelling kan
de ingestelde tijdsduur worden gewijzigd:
1. Wanneer de controlelamp vast
oplicht en het apparaat zich in de
bereidingsfase bevindt, moet tweemaal
op de temperatuurknop gedrukt worden.
De controlelamp begint te
knipperen.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts of
links om de voorheen ingestelde tijd aan
te passen.
Geprogrammeerde bereiding
1. Nadat een bereidingsfunctie en -
temperatuur zijn geselecteerd, moet drie
maal op de temperatuurknop gedrukt
worden. Op het display verschijnen de
cijfers en de
controlelamp knippert.
2. Draai de knop naar rechts of naar links
om de duur van de bereiding van 00:01
tot 12:59 in te stellen. Houd de knop
gedraaid om de wijziging sneller uit te
voeren.
Schakel het geluidssignaal uit en
selecteer een extra bereiding met
tijdinstelling door de
temperatuurknop naar rechts te
draaien.
Schakel het geluidssignaal uit en
selecteer een andere
bereidingsfunctie door de
functieknop naar rechts of naar
links te draaien.
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Een geprogrammeerde bereiding
is een functie waarmee u de
bereiding op een door u ingesteld
tijdstip automatisch, met de
automatische uitschakeling van het
apparaat, kunt laten beëindigen.
Gebruik
219
NL
3. Druk nogmaals op de temperatuurknop.
De controlelamp knippert. Draai de
selectieknop naar rechts of links om het
einde van de kooktijd in te stellen.
4. Na een aantal seconden houden de
controlelampen en op met
knipperen. Het apparaat wacht het
begin van de geprogrammeerde
bereidingstijd af.
5. Aan het einde van de bereidingstijd
wordt op het display
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal.
6. Schakel het geluidssignaal uit door aan
een van de twee knoppen te draaien of
de deur te openen.
Wijziging van de ingestelde gegevens
van de geprogrammeerde bereiding
Tijdens de werking kan de tijdsduur van de
geprogrammeerde bereiding gewijzigd
worden:
Om de kooktijd in handmatige
modus te verlengen drukt u
opnieuw op de temperatuurknop.
Het apparaat zal de normale
werking hervatten met de
instellingen van de bereiding die
eerder geselecteerd werden.
Tijdens de geprogrammeerde
bereiding wordt de oven 10
minuten eerder ingeschakeld
zodat het apparaat de benodigde
bereidingstemperatuur kan
bereiken (voorverwarming).
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Uit veiligheidsoverwegingen is het
niet mogelijk om enkel het tijdstip
van het einde van de kooktijd in te
stellen, zonder dat de tijdsduur
ervan wordt ingesteld.
Nadat de tijdsduur van de
bereiding is gewijzigd, moet het
uur van het einde van de kooktijd
weer ingesteld worden.
Gebruik
220
1. Wanneer de controlelampen en
vast oplichten en het apparaat in
afwachting is om de bereiding te
beginnen, moet twee maal op de
temperatuurknop gedrukt worden. De
controlelamp begint te knipperen.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts of
links om de voorheen ingestelde tijd aan
te passen.
3. Druk nogmaals op de temperatuurknop.
De controlelamp gaat uit en de
controlelamp begint te knipperen.
Op de display wordt het einde van de
kooktijd weergegeven.
4. Draai de temperatuurknop naar rechts of
links om het einde van de kooktijd te
verlengen.
5. Na enkele seconden stoppen de
controlelampen en met
knipperen en gaat de
geprogrammeerde bereiding door met
de nieuwe instellingen.
Advies voor traditionele bereidingen
Algemeen advies
• Gebruik de geventileerde functie om
een gelijkmatige bereiding te bekomen
op verschillende niveaus.
Algemeen gezien is het niet mogelijk om
de bereidingstijden te verkorten door de
temperatuur te verhogen (het voedsel
zou aan de buitenkant goed gebakken
kunnen zijn, maar binnenin minder).
Advies voor het bereiden van
vleesgerechten
• De bereidingstijden hangen af van de
dikte en van de kwaliteit van het voedsel,
en van de smaak van de consument.
• Gebruik een vleesthermometer voor
gebraad, of druk met een lepel op het
gebraad. Als het gebraad stevig
aanvoelt is het klaar, anders moet de
bereiding nog een aantal minuten
doorgaan.
Advies voor bereidingen met de grill en
de geventileerde grill
• Het grillen van vlees kan zowel
uitgevoerd worden bij koude als bij
voorverwarmde oven, als het resultaat
van de bereiding moet gewijzigd
worden.
• Bij de functie van de geventileerde grill
wordt daarentegen aanbevolen om de
oven eerst voor te verwarmen.
• Er wordt aanbevolen om het voedsel in
het midden van het rooster te plaatsen.
Gebruik
221
NL
Advies voor het bereiden van gebak en
koekjes
• Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen; deze helpen
de warmte beter te absorberen.
• De temperatuur en de tijdsduur van de
bereiding hangen af van de kwaliteit en
de dikte van het deeg.
• U kunt nagaan of het gebak voldoende
gebakken is binnenin door een
tandenstoker in het hoogste deel te
prikken. Wanneer het deeg niet aan de
tandenstoker blijft plakken, is het gebak
klaar.
• Wanneer het gebak verslapt wanneer
het uit de oven wordt gehaald, moet bij
de volgende bereiding de temperatuur
ongeveer 10°C lager worden ingesteld,
en moet eventueel een langere kooktijd
geselecteerd worden.
Om energie te besparen
• Stop de bereiding enkele minuten
voordat de normale kooktijd verstrijkt. De
bereiding zal voortgezet worden door
de warmte die zich in de oven heeft
opgehoopt.
• Open de deur van de oven zo weinig
mogelijk, zodat de warmte niet verloren
gaat.
• Houd de binnenkant van het apparaat
constant rein.
3.6 Speciale functies
Rijzen
1. Plaats het deeg dat moet rijzen op het
tweede niveau.
2. Selecteer de functie rijzen door op
de functieknop te drukken en eraan te
draaien. knippert.
3. Druk op de functieknop om het rijzen te
starten.
4. Aan het einde wordt
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal.
In de functie rijzen kunt u de
temperatuur niet wijzigen.
Voor het rijzen wordt aanbevolen
om onderin de ovenruimte een
bakje met water te zetten.
Gebruik
222
5. Schakel het geluidssignaal uit door aan
een van de twee knoppen te draaien of
de deur te openen.
6. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
af te sluiten.
Verwarmen
1. Selecteer de functie opwarming door op
de functieknop te drukken.
2. Druk op de temperatuurknop.
3. Draai aan de temperatuurknop om de
duur van de opwarming te wijzigen.
4. Bevestig de parameters en start het
opwarmen door op de functieknop te
drukken.
Sabbat bereiding
Met deze functie kunt u eerder
bereide en in de koelkast
bewaarde levensmiddelen met
magnetron opwarmen.
Aan de hand van deze functie kunt
u levensmiddelen bereiden
volgens de voorschriften die voor
de Joodse rustdag gelden.
Het apparaat vertoont een
bepaald gedrag:
• De bereiding kan oneindig lang
duren. U kunt geen tijd instellen.
• De oven verricht geen enkele
vorm van voorverwarming.
• De bereidingstemperatuur die u
kunt selecteren, varieert van 60
tot 100 °C.
• De lamp in de ovenruimte is
gedeactiveerd. Bij het openen
van de deur of een handmatige
activering met de knop gaat de
lamp niet aan.
• De interne ventilator is
gedeactiveerd.
• De verlichting van de knoppen
en de aanduidingen is
gedeactiveerd.
Gebruik
223
NL
1. Selecteer de functie Sabbat bereiding
door op de functieknop te
drukken en eraan te draaien.
2. Draai aan de bedieningsknop en druk
deze in om de temperatuur van de
functie te wijzigen.
3. Bevestig de ingestelde temperatuur door
op de temperatuurknop te drukken.
knippert.
4. Start de functie Sabbat bereiding door
op de functieknop te drukken.
5. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
af te sluiten.
Ontdooien op tijd
1. Plaats het gerecht in de ovenruimte (zie
Procedure “Turn”).
2. Selecteer met de functieknop de functie
ontdooien op tijd, aangegeven met het
symbool en
.
3. Druk op de temperatuurknop om de duur
in te stellen.
4. Draai aan de knop om de duur (van 5
seconden tot 99 minuten) te wijzigen.
5. Druk op de functieknop om het
ontdooien te starten.
6. Aan het einde wordt
knipperend weergegeven.
U kunt geen enkele parameter
wijzigen als de functie Sabbat
bereiding geactiveerd is.
Geen enkele handeling aan de
draaiknoppen heeft effect.
Uitsluitend de functieknop blijft
geactiveerd, zodat het apparaat
kan worden uitgeschakeld.
Met deze functie kunt u met de
magnetronfunctie en een
instelbare tijd levensmiddelen
ontdooien.
Voor een optimaal resultaat moet u
het gerecht in de ovenruimte
draaien, als het ontdooien meer
dan 5 minuten duurt, zie Procedure
“Turn”.
Gebruik
224
Ontdooien op gewicht
1. Plaats het gerecht in de ovenruimte (zie
Procedure “Turn”).
2. Selecteer ontdooien op gewicht,
aangegeven met en de
verlichte symbolen van de gerechten
, door op de
functieknop te drukken en eraan te
draaien.
3. Druk op de functieknop om het
ontdooien op gewicht te starten.
4. Selecteer het type levensmiddel dat u wilt
ontdooien door aan de functieknop te
draaien.
5. Selecteer het gewicht (in gram) van het
levensmiddel dat u wilt ontdooien door
aan de temperatuurknop te draaien.
6. Bevestig de ingestelde parameters en
start het ontdooien door op de
functieknop te drukken.
7. Aan het einde wordt
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal.
8. Schakel het geluidssignaal uit door aan
een van de twee knoppen te draaien of
de deur te openen.
9. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
af te sluiten.
Van te voren ingestelde parameters
* De bereidingstijden kunnen variëren
naargelang de vorm en de afmeting van
het te ontdooien voedsel.
Met deze functie kunt u afhankelijk
van het gewicht en het type
levensmiddel levensmiddelen
ontdooien.
Voor een optimaal resultaat moet u
het gerecht in de ovenruimte tijdens
het ontdooien draaien, zie
Procedure “Turn”.
dE Type
Gewicht
(g)
Tijd
(min)*
01 Vlees 500 20
02 Vis 400 17
03 Fruit 300 15
04 Brood 300 5
Gebruik
225
NL
Procedure “Turn”
Voor optimaal ontdooien geeft het
apparaat aan wanneer u het gerecht in de
ovenruimte moet draaien.
1. Plaats het gerecht parallel aan de deur in
de ovenruimte.
2. U moet het gerecht draaien als op het
display van het apparaat
wordt weergegeven.
3. Open de deur en draai het gericht 90°.
4. Sluit de deur van het apparaat en hervat
de functie door op de functieknop te
drukken.
5. Het apparaat kan u opnieuw vragen om
het gerecht te draaien als dit nodig is.
Op het display wordt
weergegeven.
6. Voor een tweede rotatie moet u de deur
openen en het gerecht 180° draaien.
7. Sluit de deur ven hervat de functie door
op de functieknop te drukken.
Het apparaat wacht een minuut en
voltooit het ontdooien automatisch
als u het gerecht niet draait. Op
het display wordt ter herinnering
onder het aftellen
weergegeven.
Gebruik
226
3.7 Automatische programma’s
De automatische bereidingsprogramma’s
zijn afhankelijk van het te bereiden type
gerecht ingedeeld.
1. Selecteer de bereiding met automatische
programma’s, aangegeven met
en de verlichte symbolen
van de gerechten
,
door op de functieknop te drukken en
eraan te draaien.
2. Bevestig de bereiding met automatische
programma’s door op de functieknop te
drukken.
3. Draai aan de functieknop om het
gewenste programma (zie Tabel
automatische programma’s) te
selecteren.
4. Selecteer het gewicht (in gram) van het
levensmiddel dat u wilt bereiden door
aan de temperatuurknop te draaien.
5. Aan het einde van het voorverwarmen
knippert . Plaats het te
bereiden gerecht in de oven en start de
bereiding door op de functieknop te
drukken.
6. Aan het einde wordt
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal.
7. Schakel het geluidssignaal uit door aan
een van de twee knoppen te draaien of
de deur te openen.
8. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
af te sluiten.
Bij automatische programma’s kan
een geprogrammeerde bereiding
worden ingesteld.
De functie kan op elk ogenblik
onderbroken worden door de
functieknop minstens 3 seconden
lang ingedrukt te houden.
Gebruik
227
NL
Tabel automatische programma’s
VLEES (01 - 05)
VIS (06 - 07)
GROENTEN (08 - 10)
(1)
Bij het roosteren wordt geadviseerd om de levensmiddelen aan beide zijden te
bereiden en de tijden gegeven in de tabel na te leven. De langere tijd die gegeven wordt,
verwijst altijd naar de zijde van de rauwe groente die als eerste wordt geroosterd.
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
01 Rosbief (medium)
1000 1 200 60
02 Varkensrugstuk
1000 1
+
190+300W 60
03 Lamsvlees (doorbakken)
1200 1
+
190+300W 60
04 Kalfsvlees (gebraden)
1000 1
+
190+300W 70
05 Gebraden kip (heel)
1000 1
+
200+300W 50
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
06 Vers (heel)
500 1
+
160+300W 30
07 Ingevroren
500 1
+
160+300W 40
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
08 Gegrilde gemengde
500 3 250
15 + 10
(1)
09 Gegrilde
1000 2
+
220+300W 30
10 Friet (diepgevroren)
500 2 220 13
Gebruik
228
GEBAK (11 - 13)
BROOD - PIZZA - PASTA (14-20)
(2)
(Modellen zonder Pizzasteen) De steen moet op de bodem van de ovenruimte worden
geplaatst. De bereidingstijden van een diepgevroren pizza die op de pizzasteen
afgebakken wordt, variëren niet n.a.v. het gewicht.
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
11 Koekjes
600 1 160 18
12 Confituurtaart
800 1 170 40
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
13 Gerezen brood (broodje)
1000 1 200 30
15 Dieppan pizza
1000 1 250 9
15 Pizza (diepgevroren)
300 1 250 8
16 Pasta uit de oven
2000 1 220 40
17 Lasagne (verse)
2000 1 230 35
18 Lasagne (bevroren)
300 1
+
230+500W 9
19 Quiche Lorraine
1000 1 200 40
20 Soufflé
500 1 180 25
De tijden die aangeduid worden
in de tabel zijn exclusief de
voorverwarmingstijden, en
verwijzen naar de bereiding van
hele producten. De bereidingstijd
neemt af als het levensmiddel in
kleinere stukken wordt gesneden.
Gebruik
229
NL
3.8 Secundair menu
Het apparaat is tevens uitgerust met een
verborgen “secundair menu”, waarin de
gebruiker het volgende kan verrichten:
De stand Kinderblokkering activeren of
deactiveren.
De show room stand activeren of
deactiveren (die alle
verwarmingselementen deactiveert en
enkel het bedieningspaneel laat
werken).
De stand Laag Vermogen (Eco-Logic)
activeren of deactiveren.
De tijdinstelling van de lamp (Eco Light)
activeren of deactiveren.
Als het apparaat in Stand-by staat
1. Het activeren van de binnenverlichting,
door de temperatuurknop snel te
draaien.
2. Houd voor minstens 5 seconden de
temperatuurknop ingedrukt.
3. Draai de temperatuurknop naar rechts of
links om de status van de instelling (ON/
OFF) te wijzigen.
4. Druk op de temperatuurknop om over te
gaan naar de volgende instelling.
Stand Kinderblokkering
Deze stand doet de bedieningen van het
apparaat automatisch blokkeren na een
minuut normale werking, zonder enige
tussenkomst van de gebruiker.
Bij normale werking wordt deze aangeduid
door de controlelamp
.
Om de blokkering tijdelijk uit te schakelen
tijdens een bereiding, moet de
temperatuurknop 5 seconden ingedrukt
gehouden worden. De blokkering zal één
minuut na de laatste instelling weer actief
worden.
Als de stand van de knoppen
wordt gewijzigd, wordt en enkele
seconde lang op het
display weergegeven.
Ook als de kinderblokkering
geactiveerd is, kunt u het apparaat
onmiddellijk uitschakelen door 3
seconden lang op de functieknop
te drukken.
Gebruik
230
Show room stand (enkel voor
exposanten)
Deze stand laat toe om de
verwarmingselementen te deactiveren,
terwijl men toch gebruik kan maken van het
bedieningspaneel.
Om de oven normaal te gebruiken, moet
deze modus op OFF ingesteld worden.
Stand Laag Vermogen
Met deze stand kunt u het verbruik van de
oven beperken.
Ideaal om meerdere huishoudelijke
apparaten tegelijkertijd te kunnen
gebruiken.
HI: normaal vermogen.
LO: laag vermogen.
Als de stand actief is, licht de
controlelamp op het display
op.
Wanneer de stand van het Laag
Vermogen wordt geactiveerd, kan
de tijdsduur van de
voorverwarming en van de
bereiding langer duren.
Als de stand actief is, licht de
controlelamp op het display
op.
Gebruik
231
NL
Stand Warmte behouden (uitsluitend
bepaalde modellen)
In deze stand kan het apparaat aan het
einde van een bereiding waarvan de duur
is ingesteld (als deze niet handmatig wordt
onderbroken) het zojuist bereide voedsel
ongeveer 1 uur lang (op lage temperatuur)
warmhouden.
Stand tijdinstelling lamp
Voor een verdere besparing van de
energie wordt de lamp automatisch één
minuut na het begin van de bereiding
gedeactiveerd.
Stel deze stand in op OFF om te
voorkomen dat het apparaat de lamp
automatisch na een minuut deactiveert.
De handmatige controle van de
in-/uitschakeling is echter altijd
mogelijk door de temperatuurknop
in de beide instellingen naar rechts
te draaien.
Reiniging en onderhoud
232
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
4.2 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en
wrijf het over het oppervlak, spoel
zorgvuldig af, en droog met een zachte
doek of met een microvezeldoek.
De temperatuur in de ovenruimte
kan na het gebruik hoog oplopen
Gevaar op verbranding
Laat het apparaat afkoelen en maak het
daarna pas schoon.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
Nalatige reiniging van de ovenruimte
kan de levensduur van het apparaat op
negatieve wijze beïnvloeden en kan
een gevaar vormen.
Verwijder voedselresten altijd uit de
ovenruimte.
Oneigenlijk gebruik
Explosiegevaar/gevaar voor
brandwonden
Gebruik geen reinigingsmiddelen met
een hoog alcoholpercentage of die
ontvlambare dampen kunnen afgeven.
Bij een volgende verwarming zouden
ze explosies in de oven kunnen
veroorzaken.
Wend u voor de vervanging tot de
technische assistentie als de lamp
beschadigd is. Dit defect is niet van
invloed op de status van het
apparaat. U kunt het apparaat
blijven gebruiken.
Reiniging en onderhoud
233
NL
Voedselresten of -vlekken
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of
scherpe krabbers zodat de oppervlakken
niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende
producten, en eventueel houten of plastic
gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een
zachte doek of met een microvezeldoek.
Vermijd om etensresten op basis van suiker
(bijv. marmelade) te laten drogen, dit kan
het email binnenin aantasten.
4.3 Reiniging van de ruiten van de
deur
Er wordt aangeraden om deze steeds
schoon te houden. Gebruik absorberend
keukenpapier. Bij hardnekkig vuil moet u
schoonmaken met een vochtige spons en
een gewoon reinigingsmiddel.
4.4 Reiniging van de ovenruimte
Om de ovenruimte in goede staat te
houden, moet hij na afkoeling regelmatig
gereinigd worden.
Voorkom dat etensresten in de ovenruimte
uitdrogen aangezien daardoor de lak kan
worden aangetast.
Verwijder alle verwijderbare onderdelen
vóór de reiniging.
Het wordt geadviseerd om de
geleiderframes voor de roosters/
ovenschalen te demonteren om de
reiniging te vereenvoudigen.
Drogen
Door de bereiding van gerechten ontstaat
vocht in de ovenruimte. Dit is normaal en is
niet van invloed op de correcte werking
van het apparaat.
Aan het einde van elke bereiding:
1. laat het apparaat afkoelen;
2. verwijder vuil uit de ovenruimte;
3. maak de ovenruimte droog met een
zachte doek;
4. laat de deur lang genoeg open staan
zodat de ovenruimte volledig kan
opdrogen.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de
fabrikant te gebruiken.
Als specifieke reinigingsmiddelen
gebruikt worden, wordt
geadviseerd om het apparaat
ongeveer 15/20 minuten om de
maximumtemperatuur te laten
werken, om eventuele resten te
elimineren.
Reiniging en onderhoud
234
Verwijdering van de geleiderframes voor
de roosters/ovenschalen
Als de geleiderframes worden verwijderd,
kan de reiniging van de zijdelen makkelijker
uitgevoerd worden.
Verwijder de geleiderframes:
1. Schroef de bevestigingspinnen van het
geleiderframe los:
2. Trek het frame naar de binnenkant van
ovenruimte in om het van de
bevestigingspinnen los te halen.
3. Herhaal na de reiniging de net
beschreven handelingen om de
geleiderframes weer aan te brengen. Let
goed op de afstandsbussen die binnen
de omtrek van het geleiderframe
aangebracht moeten worden.
De bovenkant reinigen
Het apparaat is voorzien van een
weerstand die u voor een eenvoudigere
reiniging van de bovenkant van de oven
kunt kantelen.
1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig
op en draai de pal 90° zodat de
weerstand vrijkomt.
2. Beweeg de weerstand voorzichtig
helemaal omlaag.
3. Plaats aan het einde van de reiniging de
weerstand terug en blokkeer hem door
aan de pal te draaien.
De temperatuur in de ovenruimte
kan tijdens het gebruik hoog
oplopen
Gevaar op verbranding
• De volgende handelingen mogen
uitsluitend bij volledig afgekoelde en
uitgeschakelde oven worden verricht.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Laat tijdens de reiniging de weerstand
niet teveel buigen.
Reiniging en onderhoud
235
NL
4.5 Vapor Clean
Voorbereiding
Voordat de reinigingscyclus Vapor Clean
wordt gestart:
• Verwijder alle accessoires uit de oven.
De bovenbescherming kan in de oven
gelaten worden.
• Giet ongeveer 40cc water op de
bodem van de oven. Let op dat het
water niet uit de insnijding komt.
• Sproei met een spray een oplossing van
water en afwasmiddel op de
binnenzijde van de oven. Sproei op de
zijwanden, de bovenwand, het
bodemvlak en de deflector.
Sluit de deur.
Vapor Clean is een
reinigingsprocedure die de
verwijdering van vuil
vergemakkelijkt. Dankzij deze
procedure is het mogelijk om de
ovenruimte zeer makkelijk te
reinigen. De vuilresten worden
verzacht door de warmte en door
de waterdamp, zodat ze
makkelijker kunnen verwijderd
worden.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
Verwijder voedselresten of gemorste
sporen van vroegere bereidingen uit de
ovenruimte.
Voer deze reinigingsprocedure enkel uit
als de oven koud staat.
Er wordt aanbevolen om
maximaal 20 maal te sproeien.
Reiniging en onderhoud
236
Instelling van de reinigingscyclus Vapor
Clean
1. Selecteer de functie Vapor Clean
door op de functieknop te drukken en
eraan te draaien. Op het display
verschijnen de tijdsduur en de
temperatuur van de reinigingscyclus.
2. Druk op de functieknop om de
automatische reinigingscyclus te starten.
Geprogrammeerde Vapor Clean
Net als voor de normale bereidingsfuncties
kan ook voor Vapor Clean een tijdstip
worden ingesteld waarop de functie moet
worden beëindigd.
1. Selecteer de functie Vapor Clean en druk
op de temperatuurknop. De
controlelamp begint te knipperen.
Op de display wordt het einde van de
functie weergegeven.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts of
links om het einde van de kooktijd te
verlengen.
3. Druk op de temperatuurknop om het
einde van de functie te bevestigen.
4. Druk op de functieknop. Het apparaat
wacht het begin van de
geprogrammeerde bereidingstijd af.
Einde van de reinigingscyclus Vapor
Clean
Aan het einde wordt
weergegeven en hoort u een
geluidssignaal dat u met een druk op de
temperatuurknop kunt uitschakelen.
1. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
af te sluiten.
2. Open de deur en verwijder het minst
hardnekkige vuil met een
microvezeldoek.
Als de binnentemperatuur hoger is
dan diegene die wordt voorzien
voor de reinigingscyclus Vapor
Clean, wordt de cyclus
onmiddellijk gestopt en verschijnt
op het display het opschrift
. Laat het apparaat
afkoelen voordat de functie van de
geassisteerde reiniging wordt
geactiveerd.
De parameters van de temperatuur
en de tijdsduur kunnen niet
gewijzigd worden door de
gebruiker.
Reiniging en onderhoud
237
NL
3. Gebruik een sponsje met messingdraden
voor het hardnekkige vuil.
4. Voor vetresten kunt u een specifiek
ovenreinigingsproduct gebruiken.
5. Verwijder het resterende water uit de
ovenruimte.
Voor een betere hygiëne en om te
vermijden dat het voedsel een
onaangename geur krijgt, wordt
aanbevolen om de ovenruimte te drogen
door een geventileerde functie ongeveer
10 minuten in te schakelen op 160°C.
Oplossingen voor problemen…
De display is volledig uitgeschakeld:
Controleer de stroomtoevoer.
Controleer of een eventuele meerpolige
schakelaar vóór de stroomtoevoer van
de oven zich op “On” bevindt.
De oven verwarmt niet:
Controleer of de stand “show room”
ingesteld werd (raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf 3.8 Secundair
menu).
De bedieningen reageren niet:
Controleer of de stand
“Kinderblokkering” ingesteld werd
(raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf “Secundair menu”).
De bereidingstijden blijken te hoog
tegenover diegene die worden aangeduid
in de tabel:
Controleer of de stand “Laag vermogen”
ingesteld werd (raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf “Secundair
menu”).
De ventilator stopt met draaien wanneer de
deur wordt geopend tijdens een
geventileerde functie:
Dit is geen defect, maar de normale
werking van het product. Ze is nuttig
wanneer u tijdens de bereiding het
voedsel wilt controleren, zodat niet te
veel warmte verloren gaat. Wanneer de
deur wordt gesloten, zal de ventilator
weer gaan draaien.
Draag rubberen handschoenen
tijdens deze bewerkingen.
Het is aanbevolen om de deur te
verwijderen om moeilijk
bereikbare delen makkelijker
schoon te maken.
Wanneer het probleem niet wordt
opgelost, of voor andere types
van defecten, neem contact op
met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Indien andere foutberichten ERRx
worden gesignaleerd:
noteer het foutmelding, en de
ingestelde functie en temperatuur,
en neem contact op met het
plaatselijke servicecentrum.
Installatie
238
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Het apparaat functioneert op 220-240 V~.
Gebruik een driepolige kabel (kabel 3 x
1,5 mm
2
, voor de diameter van de interne
geleider).
Voorzie de aarding met een kabel van
minimaal 20 mm langer dan de andere.
Vaste aansluiting
Voorzie een meerpolige onderbreking voor
de voeding, overeenkomstig de
installatienormen.
De schakelaar dient op een eenvoudig te
bereiken plaats en in de nabijheid van het
apparaat te zijn aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
Vervanging van de kabel
1. Schroef de schroeven van het carter
achteraan los en verwijder het carter om
toegang te krijgen tot het klemmenbord.
2. Vervang de kabel.
3. Controleer of de kabels (oven of
eventuele kookplaat) een optimaal
traject hebben, zodat eender welk
contact met het apparaat wordt
vermeden.
5.2 Plaatsing
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
Schakel de stroomtoevoer uit.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de stroomtoevoer uit.
Zwaar apparaat
Pletgevaar
Plaats het apparaat op het meubel
samen met een tweede persoon.
Installatie
239
NL
Positie van de voedingskabel
(achteraanzicht)
Pakking frontpaneel
Plak de meegeleverde pakking op de
achterkant van het frontpaneel om de
eventuele infiltratie van water of andere
vloeistoffen te voorkomen.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Gebruik de deur niet als hefboom om
het apparaat in het meubel te plaatsen.
Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
Controleer of het meubel voorzien is van
de vereiste openingen.
Installeer het apparaat niet in een
afgesloten nis of in een keukenkastje.
Installatie
240
Draagpotten
Verwijder de doppen van draagpotten aan
de voorzijde van de oven.
Plaats het apparaat in het meubel.
Bevestig het apparaat aan het meubel met
de schroeven.
Bedek de draagpotten met de voorheen
verwijderde doppen.
Afmetingen van het apparaat (mm)
(vooraanzicht)
(bovenaanzicht)
Installatie
241
NL
(zijaanzicht)
Plaatsing onder een werkblad (mm)
Ga na of het achterste/onderste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer
60 mm.
Installatie
242
Inbouw in een kolom (mm)
Ga na of het bovenste/achterste
deel van het meubel voorzien is
van een opening van ongeveer
35-40 mm diep.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Smeg SF4102 MCN de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding