1. Stel een "Pomp"- of een
"Centrifugeerprogramma" in. De
centrifugeersnelheid zo nodig verlagen.
2. Druk op de knop . Het apparaat
voert het water af en centrifugeert.
3. Wanneer het programma is voltooid,
kunt u na enkele minuten het deksel
openen.
4. Draai de programmaknop op
om
het apparaat uit te schakelen.
Standby
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige
modus geactiveerd, wanneer u het
apparaat niet uitschakelt. Hierdoor wordt
het energieverbruik beperkt wanneer het
apparaat in de standby-stand staat.
Druk op een van de knoppen om de
energiezuinige modus te deactiveren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om dit
soort kleding de eerste keer dan ook
apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
• Verwijder ingedroogde vlekken met een
speciaal wasmiddel.
• Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt gedaan
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de gordijnen
in een waszak of kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje om
kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's,
riemen, panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig
verdelen in de trommel en de
centrifugefase opnieuw starten.
Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het
type vlek en stof.
Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
• Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld
zijn voor gebruik in een wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen (40
°C max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur
voor wasprogramma's op lage
temperatuur (60 °C max.) voor alle
soorten weefsels, of speciaal voor
alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de
programmatemperatuur en de mate van
vervuiling.
14