Bauknecht AWM 5130 de handleiding

Type
de handleiding
INHOUD
VOORDAT U DE WASMACHINE GEBRUIKT
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
DEUR
KINDERBEVEILIGING (INDIEN AANWEZIG)
VOOR HET EERSTE WASPROGRAMMA
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT/BEHANDELING
46
VOORDAT U DE WASMACHINE GEBRUIKT
1.Verwijder de verpakking en controleer:
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier
Controleer of de accessoires en de bijgeleverde
onderdelen allemaal aanwezig zijn
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen, enzovoort) buiten bereik
van kinderen, aangezien deze een gevaar kunnen
vormen
2.Verwijder de transportbeugels
De wasmachine is uitgerust met
transportschroeven om mogelijke interne schade
tijdens het vervoer te vermijden. Voordat u de
wasmachine in gebruik neemt, moeten de
transportbeugels verwijderd worden
3.Installeren van de wasmachine
Verwijder de beschermende folie van het
regelpaneel
Verplaats het apparaat zonder het bij het
bovenblad vast te pakken
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek
Controleer of alle vier de pootjes stevig op de
vloer rusten en of de wasmachine exact
horizontaal staat (gebruik hiervoor een waterpas)
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf
Watertoevoer: Uitsluitend koud water
Kraan: 3/4” schroefdraadaansluiting
voor slang
Waterdruk
(stroomdruk): 100-1000 kPa (1-10 bar).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak
of badkuip
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan
te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een
ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en
afgevoerd kan worden (sifoneffect)
6.Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en plaatselijke veiligheidsvoorschriften
Gegevens met betrekking tot voltage,
stroomverbruik en zekeringen zijn te vinden op
de binnenkant van de deur
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door
middel van een stopcontact dat overeenkomstig
de geldende verordeningen geaard is. De
wasmachine moet volgens de wet geaard zijn. De
fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen
of voor letsel aan personen of dieren die/dat
veroorzaakt is door het niet in acht nemen van
deze voorschriften
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel de Klantenservice
op de hoogte
Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice
worden vervangen
De wasmachine mag alleen voor de beschreven
toepassingen in het huishouden worden gebruikt
Minimale afmetingen behuizing:
Breedte: 600 mm
Hoogte: 825 mm
Diepte: 600 mm
47
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
1.Verpakking
De verpakking is 100% recycleerbaar en is
voorzien van het recyclingssymbool. Houdt
u aan de plaatselijke voorschriften bij het
weggooien van het verpakkingsmateriaal
2.De verpakking en oude apparaten als afval
verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet weggedaan
worden in overeenstemming met de actuele
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking
Verwijder voordat u het apparaat afdankt alle
wasmiddelresten en snijd de elektriciteitskabel
door zodat het apparaat onbruikbaar wordt
3.Algemene adviezen
Laat de wasmachine niet aangesloten op het
elektriciteitsnet wanneer u hem niet gebruikt
Draai de kraan dicht
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van de elektriciteit voordat
u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert
Reinig de buitenkant van de wasmachine met
een vochtige doek. Gebruik geen
schuurmiddelen
Open de deur nooit met kracht en ga er niet op
staan
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen of
in de trommel klimmen (zie ook op de volgende
pagina het hoofdstuk “Kinderbeveiliging”)
Indien nodig kan het netsnoer vervangen
worden door een identiek snoer dat verkrijgbaar
is via de Klantenservice. Het netsnoer mag
alleen worden vervangen door een bevoegd
technicus
4.EG-Verklaring van overeenstemming
Dit apparaat voldoet aan de EG-richtlijnen:
73/23/EEC Laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG EMC-richtlijn
93/68/EEG Richtlijn inzake CE-markering
48
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
DEUR
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Servicesticker
(aan de binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Kinderbeveiliging (aan de
binnenkant van de deur, indien
aanwezig)
7.
Filter (achter het deurtje)
8.
Plint
9.
Verstelbare pootjes
Om de enkele glasdeur te openen houdt u de handgreep vast, drukt u op
de binnenste handgreep en trekt u de deur omhoog. Sluit de deur met
enige kracht, totdat u hoort dat hij in het slot valt.
1
2
4
5
6
7
3
8
9
49
KINDERBEVEILIGING (INDIEN AANWEZIG)
VOOR HET EERSTE WASPROGRAMMA
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1.Sorteer het wasgoed op...
Textielsoort/symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/
synthetische weefsels, wol, textiel dat met de
hand gewassen moet worden
Kleur
Scheid bonte en witte was. Was gekleurd
wasgoed de eerste keer apart
Grootte
Stukken wasgoed van verschillende grootte
zorgen voor een betere verdeling in de trommel
en een optimaal resultaat bij het wassen en
centrifugeren
Fijne was
Was kleine stukken (b.v. nylon kousen, ceintuurs
enz.) en stukken met haakjes (bv. bh's) in een
waszak of een kussensloop met rits. Haal de
ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met
ringen in een katoenen zak
2.Maak alle zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden enz. kunnen
het wasgoed, de trommel en het waterreservoir
beschadigen
3.Sluitingen
Doe richtssluitingen, haken en ogen dicht; knoop
de uiteinden van ceintuurs of banden bijeen
Behandeling van vlekken
Bloed, melk, eieren etc. worden normaal
gesproken tijdens de automatische enzymenfase
van het wasprogramma verwijderd
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enz. een vlekkenmiddel toe in het
wasmiddelbakje van de lade
Behandel hardnekkige vlekken indien nodig
vooraf met een vlekkenmiddel
Verven
Gebruik alleen verf die geschikt is voor wasmachines
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
Na het verven kunnen de kunststof en rubberen
onderdelen van de wasmachine gevlekt zijn
Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur.
2.
Vouw het wasgoed uit en doe het losjes in de
trommel. Houdt u aan de maximale belading die
te vinden is in de beknopte handleiding.
Opmerking:
als de wasmachine te vol wordt
gestopt, wordt het wasgoed minder goed
gewassen en kreukt het meer.
3.
Sluit de deur.
Om het apparaat te beveiligen tegen onjuist gebruik
draait u de plastic schroef aan de binnenkant van de deur.
Gebruik hiervoor de dikke afgeronde hoek van het
gekleurde inzetstuk van het wasmiddelbakje of een
muntstuk:
Gleuf verticaal: de deur kan niet vergrendeld worden
Gleuf horizontaal: de deur kan weer worden vergrendeld
Om eventueel restwater te verwijderen, dat gebruikt is bij het testen van de wasmachine in de fabriek,
kunt u een kort wasprogramma zonder wasgoed draaien.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ca. 30 ml) in het wasmiddelbakje .
4.
Kies een kort programma en start het (zie de beknopte handleiding).
50
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk
van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetische
weefsels, tere weefsels, wol).
Opmerking:
Gebruik alleen speciale
wasmiddelen voor wol
de kleur
de temperatuur van het wasprogramma
het soort vuil
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg
van onoplosbare waterontharders in moderne
fosfaatvrije waspoeders. Als u deze resten ziet, de
stukken schudden of borstelen of een vloeibaar
wasmiddel gebruiken.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen voor de voorwas, als u ze gebruikt,
geschikt zijn voor de wasmachine.
Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten
bevatten die onderdelen van uw wasmachine
kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bv. terpentine,
benzine). Was geen met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen behandelde stoffen in de
wasmachine.
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel. De dosering is afhankelijk van:
het soort vuil
grootte van de was
volledig beladen trommel - volg de aanwijzingen
op het pak wasmiddel;
half beladen trommel: 3/4 van de hoeveelheid
die u gebruikt voor een volledige belading;
kleine belading (ongeveer 1 kg):
1/2 van de hoeveelheid voor een volledige
belading
de hardheid van het water bij u in de buurt
(vraag informatie bij het waterleidingbedrijf).
bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig
dan bij hard water (zie de waterhardheidtabel)
Opmerkingen:
Te veel wasmiddel kan leiden tot sterke
schuimvorming.
Hierdoor wordt het wasgoed minder goed gewassen.
Als de wasmachine te veel schuim detecteert,
centrifugeert ze mogelijk niet.
Bij te weinig wasmiddel wordt het wasgoed op den
duur grauw, en ontstaan er afzettingen op het
verwarmingselement, de trommel en de slangen.
Als de wasmachine een lade met drie bakjes heeft, kunt u het waterhardheidsniveau van het water bij u
thuis instellen (1 tot 4) door middel van de gekleurde “wijzer”
(A)
. Verplaats hiervoor het schuifelement
op de onderkant van het hulpmiddel in de gewenste positie.
A
Waterhardheidstabel
Waterhardheid
Technische
gegevens
Duits
°dH
Frans
°fH
Engels
°eH
1
2
3
4
zacht
middelhard
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
51
De wasmiddelen en nabehandelingsproducten toevoegen
De lade heeft, afhankelijk van het model, drie (modellen “
B1
” of
B2
”) of vier (model “
A
”) bakjes.
Kamer
Voorwasmiddel
Kamer
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddel
Waterontharder (waterhardheid klasse 4)
Als er een vloeibaar wasmiddel wordt gebruikt, moet het gekleurde
doseringshulpmiddel uit het wasmiddelbakje worden gehaald en in
de eerste opening in kamer worden geplaatst . De
schaalverdeling op het hulpmiddel helpt bij de dosering.
Kamer
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Giet de nabehandelingsproducten hoogstens tot het “Max”-teken in
het bakje.
Kamer
Bleekmiddel (chloor)
Niet meer dan tot het merkteken “Max” (bij het model met vier
bakjes “
A
”)
Opmerkingen:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een veilige, droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Vloeibare wasmiddelen kunnen worden gebruikt voor programma's met voorwas. In dit geval alleen
een waspoeder gebruiken voor de hoofdwas.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de
verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en plaatst
u dit rechtstreeks in de trommel.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bv. terpentine, benzine).
Als u stijfselpoeder gebruik, ga dan als volgt te werk:
1.
was uw wasgoed met het gewenste wasprogramma.
2.
Roer het stijfsel vervolgens in een beker met water.
3.
Selecteer het programma “Spoelen en Centrifugeren”, verlaag de snelheid tot ca. 800 tpm en start
het programma.
4.
Trek de wasmiddellade naar buiten totdat u ongeveer 3 cm van het bakje ziet .
5.
Giet de stijfseloplossing in kamer terwijl het water in de wasmiddellade loopt.
6.
Als er na het einde van het programma restanten stijfsel in de wasmiddellade zitten, moet deze
indien nodig worden gereinigd (zie “Reiniging en Onderhoud”).
Lees de informatie die verstrekt wordt door de fabrikant van het stijfsel.
B1
A
B2
B2
52
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
Controleer en reinig het filter regelmatig, minstens 2 of 3
maal per jaar.
Dit geldt in het bijzonder:
Wanneer de wasmachine het water niet regelmatig
afvoert of niet centrifugeert
als de pomp geblokkeerd is door een vreemd voorwerp
(b.v. knopen, munten, veiligheidsspelden)
BELANGRIJK: vergewis u ervan dat het water
voldoende tijd heeft gehad om af te koelen, voordat
het wordt afgepompt.
1.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
2.
Open het deurtje van het filter. Open deurtje van het
filter met behulp van het gekleurde inzetstuk uit het
wasmiddelbakje.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Open het filter maar trek het er niet helemaal uit.
Draai de handgreep langzaam tegen de klok in totdat
het water eruit loopt.
5.
Wacht tot al het water eruitgestroomd is.
6.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7.
Reinig het filter en de filterkamer.
8.
Controleer of de rotor van de pomp weer goed kan
bewegen.
9.
Plaats het filter terug met de richtpin naar boven en
schroef het met de klok mee tot de stop (handgreep
horizontaal).
10.
Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade om het Eco-
systeem weer in te schakelen. Controleer of de
opvangruimte voor vreemde vorowerpen goed stevig
op zijn plaats zit.
11.
Doe het deurtje dicht en vergrendel het.
12.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
13.
Stel een programma in en start het.
53
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Kunnen afgenomen worden met een zachte
vochtige doek
U kunt hierbij een klein beetje neutraal
schoonmaakmiddel (geen schuurmiddel)
gebruiken
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichtingen
Filter
Controleer en reinig het filter regelmatig,
tenminste twee of drie keer per jaar (zie
“Verwijderen van het filter”)
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het restwater
afvoert.
Open het deksel van de opvangruimte voor vreemde voorwerpen. Open deurtje van het
filter met behulp van het gekleurde inzetstuk uit het wasmiddelbakje. Zet een bak onder
het filter.
1.
Open het filter maar trek het er niet helemaal uit. Draai de handgreep langzaam tegen de klok in
totdat het water eruit loopt.
2.
Wacht tot al het water eruitgestroomd is.
3.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
4.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover en laat het water naar buiten stromen.
5.
Plaats het filter terug met de richtpin naar boven en schroef het met de klok mee tot de stop
(handgreep horizontaal).
6.
Doe het deurtje dicht en vergrendel het.
Voordat u de wasmachine opnieuw in gebruik neemt:
1.
Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade om het Eco-systeem weer in te schakelen.
2.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
54
Doseerbakje wasmiddel
1.
Druk de hendel in het voorwasbakje naar beneden en haal de
lade eruit.
2.
Verwijder in het inzetstuk (model “
A
” en “
B1
”) of sifon (model
B2
”) uit het bakje voor de wasverzachter.
Verwijder het inzetstuk voor vloeibare wasmiddelen.
Verwijder alleen bij model “
A
” ook de sifon uit het bakje voor
chloorbleekmiddel.
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Plaats de onderdelen terug en breng de wasmiddellade terug op
zijn plaats. Plaats de wasmiddellade terug in de wasmachine.
Filter in de wateraansluiting
Controleer en reinig het filter regelmatig.
Voor wasmachines met een rechte watertoevoerslang
1.
Draai de kraan dicht en schroef de watertoevoerslang los van de kraan.
2.
Reinig het filter van de slang en schroef de watertoevoerslang
weer vast op de kraan.
3.
Schroef nu de toevoerslang aan de achterkant van de
wasmachine los.
4.
Trek het filter van de wasmachineaansluiting met behulp van
een combinatietang eruit en reinig het.
5.
Zet het filter weer terug en schroef de toevoerslang weer vast.
6.
Open de de waterkraan en controleer of de verbindingen niet
lekken.
Voor wasmachines met waterstopslang
1.
Draai de kraan dicht en schroef de waterstopslang los van de kraan.
2.
Reinig het filter van de slang en schroef de watertoevoerslang
weer vast op de kraan.
3.
Open de waterkraan en controleer of de verbindingen niet lekken.
A
A
B1
B2
55
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
Uw wasmachine is, afhankelijk van het model,
uitgerust met verschillende automatische
veiligheidsfuncties. Hierdoor worden storingen
snel opgespoord en kan het veiligheidssysteem op
de juiste manier reageren.
Deze storingen zijn doorgaans zo klein dat ze
binnen enkele minuten verholpen kunnen worden.
De wasmachine start niet en er brandt geen
lampje.
Controleer of:
de stekker in het stopcontact zit;
het wandstopcontact goed functioneert
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan);
er een goede programmakeuze is gemaakt;
de “
Aan/Uuit”
-knop (afhankelijk van het
model) ingedrukt is.
Het apparaat start niet, maar...(verschilt
afhankelijk van het model)
...het “Start/Pauze”-lampje knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
het programma is gewijzigd;
de waterkraan open is gedraaid. Zo nee, draai
dan de kraan open en druk op de knop
“Start/
Pauze”
-knop.
...het “Aan/Uit”-lampje is aan.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
er een programma geselecteerd en gestart is;
de waterkraan open is gedraaid. Zo niet, draai
dan de kraan open en zet het apparaat uit en
vervolgens weer aan.
De wasmachine stopt tijdens het programma
(verschilt afhankelijk van het model).
Controleer of:
het lampje
“Spoelstop”
aan is. Schakel deze extra
functie uit door nogmaals op de knop te drukken;
er een ander programma geselecteerd is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de knop
“Start/Pauze”
;
Het lampje
“Start/Pauze”
knippert. Druk op de
“Start/Pauze”
-knop;
De knop
“Spoelstop”
is ingedrukt. Schakel deze
functie uit door nogmaals op de knop te drukken;
Het
“Aan/Uit”
-lampje uit is. Druk op de
“Aan/
Uit”
-knop;
het veiligheidssysteem van de wasmachine
geactiveerd is (zie de tabel met foutbeschrijvingen).
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade.
Controleer of:
De sifon goed geïnstalleerd en schoon is
(zie “Onderhoud en reiniging”);
Er genoeg water wordt toegevoerd. de filters
tussen de toevoerslang en de kraan verstopt zijn
(zie “Onderhoud en reiniging”). Controleer het
filter regelmatig, twee of drie maal per jaar, en
reinig het (zie “Het filter verwijderen”).
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier de
pootjes (zie “Aanwijzingen voor de installatie”);
de transportbeugels verwijderd zijn. De
transportbeugels moeten verwijderd worden
voordat het apparaat gebruikt kan worden (zie
“Aanwijzingen voor de installatie”).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit balans
is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine
wast (badmat, badjas enzovoort), is het mogelijk dat
dit systeem de centrifugeersnelheid verlaagt om het
apparaat te beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt
De wasmachine krijgt geen of weinig water:
het apparaat is voorzien van een
veiligheidsslang en de veiligheidsklep is open
gegaan (rode indicator in het
veiligheidsklepcontrolvenster).
Vervang de veiligheidsslang in dit geval door een
nieuw exemplaar.
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
(
verschilt afhankelijk van het model)
Het programma wordt onderbroken en de storing wordt door verschillende indicatoren gesignaleerd.
Tabel omschrijvingen storingen
Klein lampje gaat branden Digitaal display Omschrijving storing
“Waterkraan” “FH” “Storing in de watertoevoer”
- “FP” “Storing in de afvoer”
- van “F4” tot “F15” “Storing in de elektrische onderdelen”
“Waterstop” “FA” “Storing waterstop”
56
a. Storing in de watertoevoer (er wordt geen of
onvoldoende water toegevoerd)
Bij modellen met een display voor storingen, gaat
het indicatielampje “Waterkraan” branden, of op
het display wordt afwisselend “FH” weergegeven.
Schakel het apparaat uit door de
programmakeuzeknop op de stand “ ” te draaien
en haal de stekker uit het stopcontact.
Bij modellen zonder display voor storingen stopt de
wasmachine bij de juiste stap. Schakel het apparaat
uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is;
de watertoevoerslang bekneld zit;
de filters verstopt zijn (zie “Onderhoud en
reiniging” / “Filters waterslang”);
de watertoevoerslang bevroren is.
Sluit de wasmachine weer aan op het stopcontact.
Selecteer bij modellen met een display voor
storingen het gewenste programma en druk
nogmaals op de “Start/Pauze”-knop om door te
gaan met het programma (voeg geen wasmiddel bij
dit programma toe).
Ga bij modellen zonder een display voor storingen
door met het programma door nogmaals op de
“Aan/Uit-knop te drukken (voeg geen wasmiddel
toe bij dit programma).
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
b.Storing in de waterafvoer
Bij modellen met een display voor storingen geeft
dit, afhankelijk van het model, stilstaand of
afwisselend “FP” weer. Schakel het apparaat uit
door de programmakeuzeknop op de stand “ ” te
draaien en haal de stekker uit het stopcontact.
Bij modellen zonder display voor storingen stopt de
wasmachine bij de juiste stap. Schakel het apparaat
uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslag geknikt is (zie “Aanwijzingen voor
de installatie”);
de pomp / het filter voor vreemde voorwerpen
geblokkeerd is (zie “Verwijderen van het filter /
Afvoeren van het restwater”);
BELANGRIJK: alvorens het water uit de machine
te laten lopen, dient u zich ervan te verzekeren
dat het is afgekoeld.
het water in de afvoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer bij modellen met een display voor
storingen het gewenste programma opnieuw en
druk nogmaals op de “Start/Pauze”-knop om door
te gaan met het programma (voeg geen wasmiddel
toe voor dit programma).
Ga bij modellen zonder een display voor storingen
door met het programma door nogmaals op de
Aan/Uit”-knop te drukken (voeg geen wasmiddel
toe bij dit programma).
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
c. Storing elektrische module
Bij modellen met een display voor storingen wordt
“F4” tot “F15” weergegeven en enkele of alle LEDs'
voor het selecteren van de centrifugeersnelheid
gaan branden. Zet de wasmachine uit. Selecteer
een programma en druk nogmaals op de knop
“Start/Pauze”. Het programma wordt vervolgd.
Bij modellen zonder een display voor storingen
stopt de wasmachine bij de juiste stap. Zet het
apparaat uit en weer aan. Het programma wordt
vervolgd.
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
d.Storing waterstop (indien beschikbaar)
De “Waterstop” kan veroorzaakt worden door:
1.te veel schuim.
2.een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
In dit geval wordt de pomp automatisch
ingeschakeld om het water weg te pompen.
Bij modellen met een display voor storingen
brandt het indicatielampje “Waterstop”. Op het
display wordt “FA” of afwisselend “F” en “A
weergegeven en de pomp draait. Schakel het
apparaat uit door de programmakeuzeknop op de
stand “ ” te draaien, haal de stekker uit het
stopcontact en zorg ervoor dat de waterkraan
dichtgedraaid is.
Bij modellen zonder een display voor storingen
stopt de wasmachine bij de juiste stap. Zet het
apparaat uit, trek de stekker uit het stopcontact
en draai de kraan dicht.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover om het
verzamelde water van de onderkant van het
apparaat weg te laten stromen.
Vervolgens:
1.steek de stekker weer in het stopcontact,
2.draai de waterkraan open (als het water onmiddellijk
in de wasmachine stroomt, zonder dat deze
aangezet is, draai de kraan dan weer dicht en neem
contact op met de Klantenservice).
Selecteer bij modellen met een display voor
storingen het gewenste programma opnieuw en
druk nogmaals op de “Start/Pauze”-knop om door
te gaan met het programma (voeg geen wasmiddel
toe voor dit programma).
Ga bij modellen zonder een display voor storingen
door met het programma door nogmaals op de
Aan/Uit”-knop te drukken (voeg geen wasmiddel
toe bij dit programma).
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
57
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
“Opsporen van storingen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren
of het probleem is opgelost.
3.
Als de wasmachine nog steeds niet goed werkt,
bel dan de Klantenservice.
Vermeld:
de aard van de storing.
het model van de wasmachine.
het servicenummer (achter het woord
“SERVICE”).
De servicesticker bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en netnummer.
Telefoonnummers en adressen van de
Klantenservicekunt u vinden in uw
garantieboekje of verkrijgen bij uw leverancier.
TRANSPORT/BEHANDELING
Til het apparaat nooit op door het bij het werkblad vast te pakken wanneer u het
vervoert.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie “Verwijderen van het filter”/
”Afvoeren van het restwater”).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels (verplicht)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13

Bauknecht AWM 5130 de handleiding

Type
de handleiding