ZANKER AT1015 Handleiding

Type
Handleiding
26
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke
adviezen
.....................................................27
Installatie.....................................................27
Gebruik .......................................................27
Service-Reparaties .....................................27
Veiligheid ....................................................27
Milieubescherming......................................27
VOOR DE GEBRUIKER
Beschrijving van de machine
.........28
Technische gegevens .........................28
Bediening ..................................................29
Bedieningspaneel .......................................29
Droogtijden .................................................30
Gebruik .......................................................31
Praktische tips ............................................32
Onderhoud................................................33
De buitenkant..............................................33
De vuldeur ..................................................33
Het filter ......................................................33
Eenvoudige storingen ........................34
VOOR DE INSTALLATEUR
Installatie
...................................................35
Plaatsen......................................................35
Afvoer van de vochtige lucht.......................35
Aanbrengen van een luchtafvoerslang ....35-36
Wijzigen van de deurdraairichting...............37
Elektrische aansluiting ................................37
Verbindingsset ............................................37
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis
hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of
voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het
toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van
het toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
27
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Installatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het
verplaatsen het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Bij luchtafvoerdrogers is afvoer naar buiten
via een tegen regen- en windinslag
beschermde doorvoer (door venster of muur)
naar buiten de beste afvoermethode.
Gebruik
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
Schakel na het gebruik altijd de
stroomtoevoer uit door, afhankelijk van de
wijze van installatie, de steker uit het
stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
Laat de droger z’n werk zo economisch
mogelijk doen. Hoe hoger de
centrifugeersnelheid van uw wasautomaat,
hoe sneller de droger klaar is en hoe lager het
energieverbruik.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de trommeldroger.
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in
de kleding achtergebleven is.
De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet
worden. Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat zolang het in werking is.
Als u de deur tijdens het drogen moet openen,
dan moet u ervoor zorgen dat u de binnenkant
van de deur niet aanraakt, daar deze zeer
heet is.
Laat de deur op een kier staan indien het
apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor
de rubbermanchet.
Het stoffilter dient na elke droogbeurt
gereinigd te worden.
Het apparaat nooit gebruiken als het stoffilter
beschadigd is. Dit kan gevaar voor brand
opleveren.
Service-Reparaties
Tracht in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie-
en/ of herstelwerkzaamheden uitvoeren door
de servicedienst van de fabrikant of door een
door de fabrikant bevoegd verklaarde
servicedienst en laat geen andere dan
originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
Reparaties welke door niet-deskundige
personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP
SERVICE.
Veiligheid
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook,
dit apparaat of de eigenschappen ervan te
veranderen.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk
om kinderen het apparaat te laten bedienen of
als speelgoed te laten gebruiken.
Het is voor een klein kind niet onmogelijk om
in de trommel te kruipen. Kleine huisdieren
maken daar zelfs een gewoonte van. Hebt u
een klein kind of een huisdier, controleer dan
eerst en sluit daarna pas de vuldeur.
Milieubescherming
Alle met het symbool gemerkte
materialen kunnen hergebruikt worden. Ze
kunnen zonder bezwaar bij het afval worden
gezet. Wij adviseren u, het karton in een
container voor oud papier te deponeren.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting
van het weghalen of wegbrengen zolang
terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer
eraf en verwijder de deursluiting. Informeer bij
de gemeente wie het oude apparaat ophaalt
of waar u het moet bezorgen, teneinde er
zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig
verschrot of gerecycled wordt.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
28
Technische gegevens
AFMETINGEN hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 57 cm
NETSPANNING/FREQUENTIE 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE 2600 W
ZEKEREN MET MINIMAAL 16 A
CAPACITEIT katoen en linnen 5,0 kg
synthetica 2,5 kg
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
VOOR DE GEBRUIKER
Beschrijving van de machine
01 Werkblad
02 Bedieningspaneel
03 Typeplaatje
04 Deurhandgreep
05 Filter
06 Verstelbare voeten
07 Luchtafvoer aan de zijkanten
08 Adapter
09 Luchtafvoer aan de achterkant
6
4
5
3
1
2
DROOGTIJDENKNOP
MINUTEUR
AAN
MARCHE
AT 1011
THERMAT
7
8
9
29
NEDERLANDS
BEDIENING
Bedieningspaneel
1 Controlelampje
Het lampje gaat branden wanneer de machine in
bedrijf is en gaat uit aan het einde van het
programma.
2 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 150 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 100 minuten. De verlaagde
temperatuur gebruikt u voor synthetica en fijne
was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien.
Heeft u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
centrifugeertoerental
gewenste droogtegraad
soort wasgoed
vulgewicht
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine de laatste
10 minuten met koude lucht werkt. Daarmee
worden zowel wasgoed als machine afgekoeld.
De programmastand kan voor het luchten
van kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.
12
DROOGTIJDENKNOP
MINUTEUR
AAN
MARCHE
AT 1015
THERMAT
30
Katoen en linnen
Kies een tijdsduur in de sector tot 150 minuten.
Droogtegraad Centrifugeertoerental Belading in kg Tijdsduur in
per minuut drooggewogen min bij hoge
van wasautomaat wasgoed temperatuur
5 75-90
800
2,5 40-50
5 70-85
Strijkdroog
1000
2,5 35-45
5 65-80
1200
2,5 30-40
5 85-100
800
2,5 60-70
5 80-95
Kastdroog
1000
2,5 55-65
5 75-90
1200
2,5 50-60
5 65-80
800
2,5 30-40
5 60-75
Mangeldroog
1000
2,5 25-35
5 55-70
1200
2,5 20-30
Synthetica
Kies een tijdsduur in de sector tot 100 minuten.
Droogtegraad Centrifugeertoerental Belading in kg Tijdsduur in
per minuut drooggewogen min bij lage
van wasautomaat wasgoed temperatuur
2,5 50-60
Kastdroog 650 1 30-35
0,5 25-30
De droogtijden in deze tabel zijn slechts een richtlijn om mee te beginnen.
Na enige tijd weet u precies hoeveel tijd nodig is om een bepaalde was naar wens te drogen. Begin met
wat te krappe tijden, anders komt u er nooit achter wat juist goed is. Bovendien is “overdrogen” slecht voor
de textielvezels.
Is het wasgoed na beëindiging van het programma nog te vochtig, dan kan nagedroogd worden. Hiervoor
het droogprogramma opnieuw instellen.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
synthetica: halfvolle belading
fijne was: éénderde van de trommel
Bij een gemengde belading (katoen en synthetica) adviseren wij om de droogtijd 10 minuten langer te
kiezen dan de aanbevolen droogtijd voor synthetica.
Droogtijden
31
NEDERLANDS
Gebruik
Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele lichtvochtige, schone
doeken te vullen en de machine circa 20 minuten
te laten werken. Hierdoor worden eventuele
vettige of stoffige restanten van het
productieproces verwijderd.
1. Het toestel aansluiten.
Het wasgoed in de machine doen.
Deur sluiten.
2. Droogtijdenknop rechtsom op de gewenste
tijdsduur en in de gewenste sector draaien,
hierna start de machine.
Is de ingestelde tijd bereikt, dan schakelt de
verwarming automatisch uit en begint de
afkoelfase (positie ) die ongeveer 10 minuten
duurt.
Belangrijk
Wij raden u af de deur tussentijds te openen om
te controleren of het wasgoed al droog is. Het
warme wasgoed lijkt nog vochtig ook als het
droog is. Wacht op het einde van de droogtijd om
de deur te openen.
Als het droogprogramma onderbroken moet
worden, zet u de droogtijdenknop op stand
en wacht u op het einde van de afkoelfase
voordat u de deur opent. Op deze manier
voorkomt u dat zich in het apparaat teveel
warmte ophoopt.
Na het drogen
Toestel uitschakelen.
Het stoffilter reinigen (zie blz. 23)
32
Praktische tips
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de
vulgewichten houdt, die in de programmatabel
vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot
onregelmatige droging en te lange droogtijd,
waardoor ook het energieverbruik onnodig
toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder
economisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij
helpen:
badjas 1200 g
beddelaken 500 g
blouse 100 g
dekbedovertrek 700 g
handdoek 200 g
herenoverhemd 200 g
kussensloop 200 g
nachthemd/pyjama 200-500 g
ondergoed 250 g
tafellaken 200-300 g
theedoek 100 g
werkjas 300-600 g
Belangrijk:
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met
metalen versieringen, nylons, grote stukken
wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens,
slaapzakken en dekbedden mogen niet in de
machine gedroogd worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt
geen elastisch gemaakte kleding verstaan,
maar wel bijvoorbeeld, de rubberachtige rug
van een kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen
krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met
klem deze artikelen niet in de trommeldroger
te drogen.
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt
is om machinaal gedroogd te worden.
Aanwijzingen daarvoor vindt u op het
textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor
het drogen:
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken
leeg zijn. Keer kleding met borst- en
broekzakken met dikke zomen
binnenstebuiten, op deze manier voorkomt u
zoveel mogelijk onregelmatige droging.
Dekbedovertrekken en kussenslopen
dichtmaken, anders verzamelen zich hierin
kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haak-
oogsluitingen dichtdoen, losse banden en
ceintuurs samenknopen.
Het wasgoed voor het drogen goed
centrifugeren.
Hoe hoger het
centrifugeertoerental van uw wasautomaat,
hoe korter u de tijdsduur kunt kiezen. Indien
uw wasautomaat met minder dan 800 t/min
centrifugeert, adviseren wij u een losse
centrifuge van 2800 t/min te gebruiken
alvorens u het wasgoed in de droger doet
.
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en
droogtegraad.
Voorkom overdroging door het zorgvuldig
kiezen van de droogtijd, zo verkrijgt u de
gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed
laat zich minder goed strijken.
Om het statisch worden (knetteren en kleven)
van synthetisch wasgoed te voorkomen,
adviseren wij u in de wasautomaat een
wasverzachter te gebruiken.
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet
overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden
met het feit dat deze textiel, al naar gelang de
kwaliteit, krimpt.
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch
nog vochtige plekken in het wasgoed vindt.
Dat is met name het geval bij dikke kragen,
manchetten en zomen. U kunt deze
kledingstukken nadrogen, hierbij de machine
op minstens 20 minuten instellen.
33
NEDERLANDS
ONDERHOUD
Neem de stekker uit het stopcontact of trek,
indien van toepassing, de trekschakelaar op
UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en een
neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans
streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
De vuldeur
Verwijder regelmatig eventueel pluis dat zich aan
de binnenkant van de vuldeur en de sponning
gehecht heeft.
Het filter
Vóór u een nieuwe lading wasgoed gaat drogen,
moet het filter beslist schoon zijn. Verwijder het
viltachtige stof met een vochtige doek.
Het filter kan niet uitgetrokken worden.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn
pluis. Dit pluis ontstaat door het dragen van de
kleding of het gebruiken van de textiel. Het wordt
door de wind weggeblazen als u het wasgoed
buiten aan de lijn droogt en blijft eenvoudig in het
wasgoed zitten als u binnenshuis droogt.
P0328
P0767
34
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen, belt u dan de servicedienst.
Houd het modelnummer en het productnummer
bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen.
P0307
Mod. ...
Prod. No. ........
Ser. No. ............
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt, even de volgende
punten te controleren:
Storing
De droger start niet
Mogelijke oorzaken
De vuldeur is niet goed gesloten.
De groepzekering is defect of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de
wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN
staat? Dat kan doorgaans pas zodra de
wasautomaat aan het spoelen toe is.
Er is geen tijdsduur ingesteld.
De was wordt niet goed droog
Het filter is verstopt.
De droogtijd is te krap ingesteld.
De trommel is te vol.
De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie
het betreffende hoofdstuk.
35
NEDERLANDS
VOOR DE INSTALLATEUR
Installatie
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed
geventileerd vertrek, omdat het apparaat warme,
zeer vochtige lucht produceert.
De droger moet voortdurend verse lucht aan
kunnen zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen
dat het rooster aan de achterkant niet door
obstakels in z’n ventilatiefunctie belemmerd kan
worden.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
De droger moet zo goed mogelijk horizontaal
staan. Daartoe kunt u de stelvoeten verdraaien.
Hoe beter uitgericht, hoe minder geluid.
De voeten mogen niet verwijderd worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een
opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen
schade aan de motor kan veroorzaken.
Onder de bodem van de machine moet een vrije
luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt,
bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren,
wat de machine schade toe kan brengen.
Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar
de droger staat mag tijdens de werking, + 35° C
niet overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan
de achterkant plaatsvinden.
De niet gebruikte openingen moeten afgesloten
worden.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is
een afvoer naar buiten. Daarvoor gebruikt u een
flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u
door middel van de meegeleverde adapter «A»
op één van de afvoeropeningen aansluit. De
afvoerslang is meegeleverd.
Om de afvoerslang aan te brengen trekt u de
adapter-ring uit de afvoeropening aan de
achterkant van de machine en schroeft u deze
ring op de afvoerslang. Druk de adapter-ring in
de afvoeropening tot hij goed vastzit.
P0046
A
P1028
P1027
A
36
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek,
hoe groter de kans is dat in de slang vocht tot
water condenseert. U kunt voorkomen dat het
water zich ergens in de slang verzamelt of
mogelijk zelfs terug in de droger loopt: prik een
gaatje (3 mm) in het laagste punt van de slang
en zet of hang er een bakje onder (zie figuur punt
«B»).
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt
de werking van de wasdroger nadelig en geeft
kans op vorming van condenswater binnen de
slang.
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h
kunnen bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een
muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat
er geen regenwater in kan lopen; dus
overkappen of naar buiten toe omlaag richten.
Beveiligingen tegen regen- en windinslag in
doorvoeren bestaan meestal uit beweegbare
klepjes of lamelletjes. Ze kunnen bij sterke wind
dichtslaan, of na verloop van tijd niet meer open
gaan (roest, vuil). Dan hebt u een
afvoerprobleem, let daar dus op.
Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging
aangesloten, dan kan die afzuiging problemen
veroorzaken. Is de benodigde droogtijd veel te
lang, schakel de afzuiging dan uit of sluit het
afzuigrooster af tijdens het in werking zijn van de
droger.
Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt
u zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt
kan raken.
Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang
zal de benodigde droogtijd toenemen en
daarmee ook het energieverbruik.
Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een
interne beveiliging tegen oververhitting het
verwarmproces automatisch uit.
P1056
B
P0055
Sluit de afvoerslang niet op een
bestaand kanaal aan.
37
NEDERLANDS
Wijzigen van de deurdraairichting
Het kan wenselijk zijn om de draairichting van de
deur om te keren. Bijvoorbeeld omdat de
wasdroger op of naast de wasautomaat staat.
Deze wijziging mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Verwijder de deur, compleet met scharnier,
door de beide schroeven (1) los te draaien.
Fig. A.
Druk de twee vleugeltjes van de schakelstift (2)
naar elkaar toe en trek de schakelstift uit de
deur (fig. A). Doe hetzelfde met de dummy (3).
Breng nu de schakelstift (2) en de dummy (3)
op de tegenover gestelde plaats, weer aan
(fig. B). Overtuig u ervan dat de vleugeltjes
klikken.
Verwijder de kunststof afdekplaat (4), door
middel van de beide schroeven (fig. A).
Monteer de plaat op de tegenovergestelde
plaats (fig. B).
Monteer de deur. Draai de schroeven (1) goed
vast (fig. B).
Elektrische aansluiting
De machine is gebouwd voor 220-230 V/50 Hz
en voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en
steker met aardcontacten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met (aangesloten en functionerende)
aardcontacten; de machine dient deugdelijk
geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien
het snoer te kort blijkt te zijn, laat door uw
installateur dan een langer snoer aan de
machine monteren of het stopcontact
verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel
is niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten “vaste aansluiting” gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
P0283
A
2
3
4
1
P0748
B
1
4
2
3
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade of letsel, ontstaan door
het niet voldoen aan bovenstaande
veiligheidsvoorschriften.
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset
leveren, waarmee u de droger veilig op uw
wasautomaat kunt plaatsen. Dat bespaart u
aanzienlijk ruimte.
P0280

Documenttranscriptie

INHOUD Waarschuwingen en belangrijke adviezen .....................................................27  Installatie.....................................................27  Gebruik .......................................................27  Service-Reparaties .....................................27  Veiligheid ....................................................27  Milieubescherming......................................27 VOOR DE GEBRUIKER VOOR DE INSTALLATEUR Beschrijving van de machine .........28 Installatie ...................................................35 Technische gegevens .........................28  Plaatsen......................................................35  Afvoer van de vochtige lucht.......................35  Aanbrengen van een luchtafvoerslang ....35-36  Wijzigen van de deurdraairichting...............37  Elektrische aansluiting ................................37  Verbindingsset ............................................37 Bediening ..................................................29  Bedieningspaneel .......................................29  Droogtijden .................................................30  Gebruik .......................................................31  Praktische tips ............................................32 Onderhoud ................................................33  De buitenkant..............................................33  De vuldeur ..................................................33  Het filter ......................................................33 Eenvoudige storingen ........................34 Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben: Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen. Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel. Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel. Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier. 26 WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Installatie   Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Bij luchtafvoerdrogers is afvoer naar buiten via een tegen regen- en windinslag beschermde doorvoer (door venster of muur) naar buiten de beste afvoermethode. Service-Reparaties   Gebruik          gereinigd te worden. Het apparaat nooit gebruiken als het stoffilter beschadigd is. Dit kan gevaar voor brand opleveren. Gebruik het toestel alleen voor het drogen van huishoudtextiel. Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit door, afhankelijk van de wijze van installatie, de steker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te schakelen. Laat de droger z’n werk zo economisch mogelijk doen. Hoe hoger de centrifugeersnelheid van uw wasautomaat, hoe sneller de droger klaar is en hoe lager het energieverbruik. Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de trommeldroger. Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de kleding achtergebleven is. De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat zolang het in werking is. Als u de deur tijdens het drogen moet openen, dan moet u ervoor zorgen dat u de binnenkant van de deur niet aanraakt, daar deze zeer heet is. Laat de deur op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet. Het stoffilter dient na elke droogbeurt Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectieen/ of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de servicedienst van de fabrikant of door een door de fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP SERVICE. Veiligheid    Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen ervan te veranderen. Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken. Het is voor een klein kind niet onmogelijk om in de trommel te kruipen. Kleine huisdieren maken daar zelfs een gewoonte van. Hebt u een klein kind of een huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna pas de vuldeur. Milieubescherming   27 Alle met het symbool gemerkte materialen kunnen hergebruikt worden. Ze kunnen zonder bezwaar bij het afval worden gezet. Wij adviseren u, het karton in een container voor oud papier te deponeren. Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt. NEDERLANDS   VOOR DE GEBRUIKER 1 Beschrijving van de machine 01 02 03 04 05 06 07 08 09 Werkblad Bedieningspaneel Typeplaatje Deurhandgreep Filter Verstelbare voeten Luchtafvoer aan de zijkanten Adapter Luchtafvoer aan de achterkant 2 DROOGTIJDENKNOP MINUTEUR THERMAT AAN MARCHE AT 1011 3 5 4 9 6 Technische gegevens AFMETINGEN hoogte breedte diepte 85 cm 60 cm 57 cm NETSPANNING/FREQUENTIE AANSLUITWAARDE ZEKEREN MET MINIMAAL CAPACITEIT 220/230 V/50 Hz 2600 W 16 A katoen en linnen synthetica 5,0 kg 2,5 kg Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG. 28 7 8 BEDIENING Bedieningspaneel DROOGTIJDENKNOP MINUTEUR THERMAT AAN MARCHE AT 1015 1 Controlelampje Afkoelfase Bij het instellen van korte droogtijden moet u er rekening mee houden dat de machine de laatste 10 minuten met koude lucht werkt. Daarmee worden zowel wasgoed als machine afgekoeld. De programmastand kan voor het luchten van kledingstukken die u anders enige tijd buiten gehangen zou hebben, gebruikt worden. Het lampje gaat branden wanneer de machine in bedrijf is en gaat uit aan het einde van het programma. 2 Droogtijdenknop De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld: Een sector met een normale (hoge) droogtemperatuur, instelbaar tot 150 minuten. De normale temperatuur gebruikt u voor katoen en linnen. Een sector met verlaagde droogtemperatuur, instelbaar tot 100 minuten. De verlaagde temperatuur gebruikt u voor synthetica en fijne was. U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien. Heeft u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet terugdraaien maar weer rechtsom. De droogtijd hangt af van verschillende factoren: – – – – 2 centrifugeertoerental gewenste droogtegraad soort wasgoed vulgewicht 29 NEDERLANDS 1 Droogtijden Katoen en linnen Kies een tijdsduur in de sector tot 150 minuten. Droogtegraad Strijkdroog Centrifugeertoerental per minuut van wasautomaat Belading in kg drooggewogen wasgoed Tijdsduur in min bij hoge temperatuur 800 5 75-90 2,5 40-50 5 70-85 2,5 35-45 5 65-80 2,5 30-40 5 85-100 2,5 60-70 5 80-95 2,5 55-65 5 75-90 2,5 50-60 5 65-80 2,5 30-40 5 60-75 2,5 25-35 5 55-70 2,5 20-30 Belading in kg drooggewogen wasgoed Tijdsduur in min bij lage temperatuur 2,5 50-60 1 30-35 0,5 25-30 1000 1200 800 Kastdroog 1000 1200 800 Mangeldroog 1000 1200 Synthetica Kies een tijdsduur in de sector tot 100 minuten. Droogtegraad Kastdroog Centrifugeertoerental per minuut van wasautomaat 650 De droogtijden in deze tabel zijn slechts een richtlijn om mee te beginnen. Na enige tijd weet u precies hoeveel tijd nodig is om een bepaalde was naar wens te drogen. Begin met wat te krappe tijden, anders komt u er nooit achter wat juist goed is. Bovendien is “overdrogen” slecht voor de textielvezels. Is het wasgoed na beëindiging van het programma nog te vochtig, dan kan nagedroogd worden. Hiervoor het droogprogramma opnieuw instellen. Belading Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel:  katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen  synthetica: halfvolle belading  fijne was: éénderde van de trommel Bij een gemengde belading (katoen en synthetica) adviseren wij om de droogtijd 10 minuten langer te kiezen dan de aanbevolen droogtijd voor synthetica. 30 Gebruik Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de trommel met enkele lichtvochtige, schone doeken te vullen en de machine circa 20 minuten te laten werken. Hierdoor worden eventuele vettige of stoffige restanten van het productieproces verwijderd. 1. Het toestel aansluiten. Het wasgoed in de machine doen. Deur sluiten. NEDERLANDS 2. Droogtijdenknop rechtsom op de gewenste tijdsduur en in de gewenste sector draaien, hierna start de machine. Is de ingestelde tijd bereikt, dan schakelt de verwarming automatisch uit en begint de afkoelfase (positie ) die ongeveer 10 minuten duurt. Belangrijk Wij raden u af de deur tussentijds te openen om te controleren of het wasgoed al droog is. Het warme wasgoed lijkt nog vochtig ook als het droog is. Wacht op het einde van de droogtijd om de deur te openen. Als het droogprogramma onderbroken moet worden, zet u de droogtijdenknop op stand en wacht u op het einde van de afkoelfase voordat u de deur opent. Op deze manier voorkomt u dat zich in het apparaat teveel warmte ophoopt. Na het drogen   Toestel uitschakelen. Het stoffilter reinigen (zie blz. 23) 31  Praktische tips  Maximaal vulgewicht benutten! U droogt het zuinigst, als u zich aan de vulgewichten houdt, die in de programmatabel vermeld staan. Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige droging en te lange droogtijd, waardoor ook het energieverbruik onnodig toeneemt. Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder economisch. Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij helpen: badjas beddelaken blouse dekbedovertrek handdoek herenoverhemd kussensloop nachthemd/pyjama ondergoed tafellaken theedoek werkjas Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket. De volgende symbolen zijn van belang voor het drogen: normaal drogen (normale temperatuur) voorzichtig drogen (lage temperatuur) mag niet machinaal gedroogd worden   1200 g 500 g 100 g 700 g 200 g 200 g 200 g 200-500 g 250 g 200-300 g 100 g 300-600 g    Belangrijk:  Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van synthetische vezels, wol, zijde, textiel met metalen versieringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals anoraks, doorgestikte dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden. Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een kleedje. Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem deze artikelen niet in de trommeldroger te drogen.    32 Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging. Dekbedovertrekken en kussenslopen dichtmaken, anders verzamelen zich hierin kleinere wasstukken. Ritssluitingen en haakoogsluitingen dichtdoen, losse banden en ceintuurs samenknopen. Het wasgoed voor het drogen goed centrifugeren. Hoe hoger het centrifugeertoerental van uw wasautomaat, hoe korter u de tijdsduur kunt kiezen. Indien uw wasautomaat met minder dan 800 t/min centrifugeert, adviseren wij u een losse centrifuge van 2800 t/min te gebruiken alvorens u het wasgoed in de droger doet. Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en droogtegraad. Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen van de droogtijd, zo verkrijgt u de gewenste droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed strijken. Om het statisch worden (knetteren en kleven) van synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren wij u in de wasautomaat een wasverzachter te gebruiken. Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden met het feit dat deze textiel, al naar gelang de kwaliteit, krimpt. Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch nog vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat is met name het geval bij dikke kragen, manchetten en zomen. U kunt deze kledingstukken nadrogen, hierbij de machine op minstens 20 minuten instellen. ONDERHOUD Neem de stekker uit het stopcontact of trek, indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT. De buitenkant De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. Verwijder regelmatig eventueel pluis dat zich aan de binnenkant van de vuldeur en de sponning gehecht heeft. P0328 Het filter Vóór u een nieuwe lading wasgoed gaat drogen, moet het filter beslist schoon zijn. Verwijder het viltachtige stof met een vochtige doek. Het filter kan niet uitgetrokken worden. Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis. Dit pluis ontstaat door het dragen van de kleding of het gebruiken van de textiel. Het wordt door de wind weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als u binnenshuis droogt. P0767 33 NEDERLANDS De vuldeur Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt, even de volgende punten te controleren:  Storing  De droger start niet Mogelijke oorzaken     De was wordt niet goed droog     De vuldeur is niet goed gesloten. De groepzekering is defect of uitgeschakeld. Probeerde u de droger te starten terwijl de wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN staat? Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat aan het spoelen toe is. Er is geen tijdsduur ingesteld. Het filter is verstopt. De droogtijd is te krap ingesteld. De trommel is te vol. De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het betreffende hoofdstuk. Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd het modelnummer en het productnummer bij de hand; de servicedienst zal u erom vragen. Mod. ... Prod. No. ........ P0307 34 Ser. No. ............ VOOR DE INSTALLATEUR Installatie Plaatsen Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige lucht produceert. De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het rooster aan de achterkant niet door obstakels in z’n ventilatiefunctie belemmerd kan worden. De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel mogelijk stofvrij gehouden worden. De droger moet zo goed mogelijk horizontaal staan. Daartoe kunt u de stelvoeten verdraaien. Hoe beter uitgericht, hoe minder geluid. P0046 NEDERLANDS De voeten mogen niet verwijderd worden. Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Onder de bodem van de machine moet een vrije luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt, bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat de machine schade toe kan brengen. Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet overschrijden. Afvoer van de vochtige lucht De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de achterkant plaatsvinden. De niet gebruikte openingen moeten afgesloten worden. Aanbrengen van een luchtafvoerslang De beste methode om het vocht kwijt te raken is een afvoer naar buiten. Daarvoor gebruikt u een flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u door middel van de meegeleverde adapter «A» op één van de afvoeropeningen aansluit. De afvoerslang is meegeleverd. Om de afvoerslang aan te brengen trekt u de adapter-ring uit de afvoeropening aan de achterkant van de machine en schroeft u deze ring op de afvoerslang. Druk de adapter-ring in de afvoeropening tot hij goed vastzit. A P1028 35 A P1027 Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe groter de kans is dat in de slang vocht tot water condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het laagste punt van de slang en zet of hang er een bakje onder (zie figuur punt «B»). P1056 Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op vorming van condenswater binnen de slang. Sluit de afvoerslang niet op een bestaand kanaal aan. P0055 De luchtverversing moet tenminste 150 m3/h kunnen bedragen. De andere kant van de slang sluit u aan op een muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of naar buiten toe omlaag richten. Beveiligingen tegen regen- en windinslag in doorvoeren bestaan meestal uit beweegbare klepjes of lamelletjes. Ze kunnen bij sterke wind dichtslaan, of na verloop van tijd niet meer open gaan (roest, vuil). Dan hebt u een afvoerprobleem, let daar dus op. Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging aangesloten, dan kan die afzuiging problemen veroorzaken. Is de benodigde droogtijd veel te lang, schakel de afzuiging dan uit of sluit het afzuigrooster af tijdens het in werking zijn van de droger. Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt u zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt kan raken. Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang zal de benodigde droogtijd toenemen en daarmee ook het energieverbruik. Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een interne beveiliging tegen oververhitting het verwarmproces automatisch uit. 36 B Wijzigen van de deurdraairichting Het kan wenselijk zijn om de draairichting van de deur om te keren. Bijvoorbeeld omdat de wasdroger op of naast de wasautomaat staat. Deze wijziging mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.  Verwijder de deur, compleet met scharnier, door de beide schroeven (1) los te draaien. Fig. A.  Druk de twee vleugeltjes van de schakelstift (2) naar elkaar toe en trek de schakelstift uit de deur (fig. A). Doe hetzelfde met de dummy (3).  Breng nu de schakelstift (2) en de dummy (3) op de tegenover gestelde plaats, weer aan (fig. B). Overtuig u ervan dat de vleugeltjes klikken.  Verwijder de kunststof afdekplaat (4), door middel van de beide schroeven (fig. A). Monteer de plaat op de tegenovergestelde plaats (fig. B).  Monteer de deur. Draai de schroeven (1) goed vast (fig. B). 2 4 1 3 A P0283 P0748 1 2 3 B Elektrische aansluiting Verbindingsset De machine is gebouwd voor 220-230 V/50 Hz en voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met aardcontacten. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met (aangesloten en functionerende) aardcontacten; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat door uw installateur dan een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten “vaste aansluiting” gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset leveren, waarmee u de droger veilig op uw wasautomaat kunt plaatsen. Dat bespaart u aanzienlijk ruimte. P0280 De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheidsvoorschriften. 37 NEDERLANDS 4
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

ZANKER AT1015 Handleiding

Type
Handleiding