Volvo 2015 Late Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

QUICK GUIDE
WEB EDITION
Transpondersleutel
Keyless* vergrendelingssysteem
Motor starten en afzetten
Parkeerrem
Ruitenwissers
Bediening klimaatregeling
Verlichtingsbediening
Instrumentenpaneel
Infotainmentsysteem
Telefoon*
Internet*
Externe geluidsbron
Knoppen op middenconsole
Instellingen in menusysteem
Garage/serviceafspraak*
02 Starten en wegrijden
Stuurwiel instellen
Stoel instellen
Rijstand
Opladen
Preconditioning
Mobiele app
01 Uw hybride
04 Bestuurdersmilieu
Tanken
Autoverzorging
Opbergmogelijkheden
AUX/USB*- en 12V-aansluitingen
05 Functies van uw auto
06 Tips
Voetgangersdetectie*
03 Rijhulp
GEFELICITEERD MET UW NIEUWE VOLVO!
Deze folder bevat slechts een greep uit de meest gebruikelijke autofuncties. In de gebruikershandleiding en
overige handleidingen vindt u alle veiligheidsvoorschriften en alle teksten onder de kopjes Waarschuwing,
Belangrijk en NB.
De volgende symbolen betekenen:
Verwijst naar onderdelen op overzichtsfiguren.
Stapsgewijze instructies.
Extra belangrijk om de gebruikershandleiding door te nemen.
Op de volgende pagina vindt u de teksten onder Waarschuwing, Belangrijk en NB die u moet
doornemen.
Opties staan aangegeven met een sterretje *.
De gebruikershandleiding is mogelijk verkrijgbaar in een gedrukte versie en digitale versie op het beeldscherm
in de auto, op internet en als mobiele app. De mobiele app bevat de complete gebruikershandleiding plus
instructievideo’s en biedt meerdere zoekmethoden met teksten en afbeeldingen. U kunt de mobiele app via App
Store of Google Play downloaden naar mobiele eenheden.
Lees bovendien meer over uw auto op www.volvocars.com.
Uit welke rijstanden kan ik kiezen?
De auto wordt aangedreven door twee motoren: een
elektromotor en een dieselmotor. U hebt de keuze uit
verschillende rijstanden. U kunt geen ‘verkeerde’ rijstand
kiezen – de auto neemt de HYBRID-stand weer in, als niet
aan alle voorwaarden voor een andere stand is voldaan.
Het lampje in HYBRID-knop gaat dan branden.
HYBRID
Dit is de vooraf ingesteld rijstand. Beide motoren
worden gebruikt: apart of allebei tegelijk. Een compu-
ter bepaalt wat in een bepaalde situatie het beste is.
PURE
De auto wordt aangedreven door de elektromotor.
De airconditioning is uitgeschakeld voor de
grootst mogelijke actieradius. De dieselmotor start
automatisch, wanneer de accu moet worden geladen
of wanneer u meer vermogen nodig hebt dan de
elektromotor kan leveren. De dieselmotor wordt zo
nodig ook gebruikt om vierwielaandrijving mogelijk
te maken, bijvoorbeeld tijdens het wegrijden en bij
gladheid.
POWER
Levert optimale respons en prestaties doordat de
elektromotor en de dieselmotor continu allebei
werken. Bij actief rijden worden zoveel mogelijk
lagere versnellingen aangehouden, wat inhoudt dat
er minder snel wordt opgeschakeld.
AWD
Vierwielaandrijving wordt geactiveerd. Voornamelijk
bedoeld voor gebruik op lage snelheden bij gladheid
om de grip en rijeigenschappen te verbeteren. De
rijstand werkt ook op hoge snelheden stabiliserend.
SAVE
Om de actuele ladingstoestand van de accu in stand
te houden voor later gebruik. Bij een lage ladings-
toestand wordt de accu opgeladen tot een niveau
waarbij u circa 20 km op de elektromotor kunt rijden.
PURE kiezen, wanneer u op elektriciteit wilt rijden.
01
Hoe open en sluit ik de klep van de
laadaansluiting?
De laadkabel zit in de opbergruimte onder de laadvloer in
de bagageruimte.
Lichtjes tegen de achterkant van de klep duwen en
loslaten.
Klep openen.
Afdekking van de laadaansluiting lostrekken en
ophangen aan de binnenkant van de klep.
Klep van de laadaansluiting in omgekeerde volgorde sluiten.
01
Waar ligt de laadkabel?
01
Brandend symbool: geeft de gekozen laadstroom aan.
Brandend symbool: Kabel aangesloten op 230 V.
Laadstroom verhogen.
Laadstroom verlagen.
Brandend symbool: kabel aangesloten op de auto.
Hoe werkt de regeleenheid van de laadkabel*?
01
Hoe beëindig ik de oplading?
Auto ontgrendelen met de ontgrendelingsknop op
de transpondersleutel.
Laadkabel loskoppelen bij de auto.
Laadkabel loskoppelen bij het 230V-stopcontact.
Laadkabel terugplaatsen in het opbergvak onder de
vloer van de bagageruimte.
Als u de laadkabel na ontgrendeling niet losneemt uit
de laadaansluiting, wordt de laadkabel na enige tijd
automatisch opnieuw vergrendeld. Ontgrendelen met de
ontgrendelingsknop op de transpondersleutel.
Wat geven de lampjes van de laadaansluiting
aan?
01
01
Continu wit: Hulpverlichting
Continu oranje Stand-bystand
Snelle groene knipperingen: Oplading van slecht
geladen accu
Langzame groene knipperingen: Oplading van goed
geladen accu
Continu groen of uit: oplading gereed
Blauw: Timer ingeschakeld
Rood: Storing
Hoe start ik de oplading?
Laadkabel aansluiten op het 230V-stopcontact.
Laadstroom via regeleenheid* verhogen/verlagen. Dit
is van invloed op de laadtijd en de preconditioning.
Laadkabel op de auto aansluiten – de kabel in de
laadaansluiting wordt automatisch vergrendeld.
Bij het indrukken van de knop voor Approach-verlichting
op de transpondersleutel verschijnt de resterende
laadtijd op het instrumentenpaneel. De laadstatus is af te
lezen aan de lampjes rond de laadaansluiting op de auto
en via de mobiele Volvo On Call*-app.
01
Approach-verlichting moet zijn ingeschakeld in MY
CAR – zie gebruikershandleiding.
Wat kan ik met de Volvo On Call*-app doen?
De Volvo On Call-app is overal en altijd te gebruiken. Met
één druk op een knop kunt u via de mobiel onder meer
de auto opsporen en op afstand vergrendelen, bepaalde
meterstanden en de ladingstoestand controleren en de
preconditioning instellen.
01
De app wordt continu bijgewerkt. Voor meer informatie
zie Volvo On Call* in de gebruikershandleiding.
Hoe activeer ik de preconditioning?
De preconditioning dient voornamelijk om voor een
geplande rit de optimale omstandigheden te creëren voor
de elektrische aandrijving van de auto. De functie zorgt
ook voor verwarming/koeling van het interieur en is direct
te starten via het instrumentenpaneel, de transponder-
sleutel* of de mobiele Volvo On Call*-app.
Activeren via instrumentenpaneel:
Op OK op de linker stuurhendel drukken.
Aan het duimwiel* draaien totdat Voorconditionering
verschijnt en op OK drukken.
Uit Directe start, Timer, Buiten park. of Binn.
parkeren kiezen (alleen te activeren als de auto met
de laadkabel wordt opgeladen). Uw keuze bevestigen
met OK.
Activeren via transpondersleutel*:
Knop voor Approach-verlichting
ca. 2 seconden
indrukken. De richtingaanwijzers van de auto lichten
5 keer kort op om vervolgens continu te blijven bran-
den, als de preconditioning actief is.
Status controleren via de transpondersleutel*: (zie
afbeelding)
Informatieknop
ca. 2 seconden indrukken. Het rode
controlelampje licht 5 keer kort op om vervolgens con-
tinu te blijven branden, als de preconditioning actief is.
Voor meer informatie over activering via de mobiel
– zie Volvo On Call* in de gebruikershandleiding.
01
Hoe werkt de transpondersleutel?
02
Portieren en achterklep ontgrendelen en alarm deac-
tiveren. Instellingen zijn te verrichten in MY CAR.
Portieren en achterklep vergrendelen en alarm
activeren.
Approach-verlichting.
Ontgrendelt alleen de achterklep en deactiveert de
alarmfunctie voor de achterklep.
Informatie*.
Paniekfunctie.
In de transpondersleutel zijn instellingen op te slaan
voor onder meer de buitenspiegels en de
elektrisch bedienbare bestuurdersstoel* – zie de
gebruikershandleiding.
Hoe werkt het Keyless* vergrendelingssysteem?
U kunt de transpondersleutel in bijvoorbeeld de binnenzak
laten liggen.
Vergrendelen en alarm inschakelen
Achterkant van een van de buitenste portierhand-
grepen aanraken of lichtjes op de kleinste van de
beide met rubber beklede knoppen op de achterklep
drukken.
Ontgrendelen en alarm uitschakelen
Portierhandgreep beetpakken en het portier op de
gebruikelijke manier openen of lichtjes op de grote van
de beide met rubber beklede knoppen op de
achterklep drukken.
02
Wat geven de controlelampjes* op de
transpondersleutel aan?
02
Continu groen licht: de auto is vergrendeld.
Continu oranje licht: de auto is niet vergrendeld.
Continu rood licht: het alarm is afgegaan nadat de
auto is vergrendeld.
Beide controlesymbolen lichten beurtelings rood
op: het alarm is minder dan 5 minuten geleden
afgegaan.
Hoe gebruik ik de parkeerrem?
02
Inschakelen
Op de handgreep PUSH LOCK/PULL RELEASE druk-
ken – het symbool op het instrumentenpaneel gaat
knipperen. Wanneer het symbool continu brandt, is de
parkeerrem ingeschakeld.
Uitschakelen
Rempedaal bedienen.
Aan de handgreep PUSH/PULL RELEASE trekken.
Automatisch uitschakelen
Wegrijden (bij auto’s met automatische versnellingsbak
dient de bestuurder de veiligheidsgordel te dragen).
Hoe zet ik de motor af?
02
Kort op START/STOP ENGINE-knop drukken en
loslaten – de motor slaat af. De elektromotor is uit-
geschakeld, wanneer de cijfers op de snelheidsmeter
of toerenteller en de andere meters doven.
Transpondersleutel uit het contactslot nemen.
Hoe start ik de motor?
Zorg dat u de laadkabel hebt losgekoppeld, voordat u de
auto start.
Transpondersleutel in het contactslot steken (geldt
niet bij Keyless Drive*).
Rempedaal volledig intrappen.
Kort op START/STOP ENGINE-knop drukken en
loslaten. De elektromotor draait, wanneer de cijfers
op de snelheidsmeter of toerenteller en de andere
meters oplichten.
02
Het is belangrijk dat u deze functie begrijpt – zie
de gebruikershandleiding.
De auto heeft Collision Warning met Auto-Brake en
fietsers- & voetgangersdetectie dat kan waarschuwen
voor voertuigen, fietsers en voetgangers en ervoor kan
(af-)remmen.
Het systeem is slechts een hulpmiddel en werkt niet in
alle situaties – zo heeft het moeite met fietsers die van
opzij komen en voetgangers die een lengte kleiner dan
80 cm hebben of gedeeltelijk zichtbaar zijn.
Hoe werkt de voetgangersdetectie*?
03
Hoe schakel ik de ruitenwissers en
regensensor* van de voorruit in?
Hendel omlaaghalen om de ruitenwissers van de voorruit
in te schakelen of omhoog voor één enkele wisslag.
Regensensor Aan/Uit.
Gevoeligheid sensor of duur intervalfunctie instellen.
Wisser achterruit – intervalfunctie/normale functie.
02
Hoe stel ik het stuur in?
Blokkering opheffen.
Stuur vooruit-/achteruit- en omhoog-/omlaagbewegen.
Blokkering activeren.
04
Om de wisserbladen te kunnen optillen moeten deze
in de servicestand staan – zie gebruikershandleiding.
Hoe regel ik de temperatuur?
Eraan draaien voor onafhankelijke temperatuurin-
stelling links/rechts in passagiersruimte. Op het
beeldscherm verschijnt de gekozen temperatuur.
Op AUTO drukken voor automatische regeling van
de luchtverdeling en de overige functies. Op het
beeldscherm staat AUTO-KLIMAAT.
05
Hoe stel ik de stoel in?
Voorkant zitgedeelte omhoog/omlaag.
Stoel omhoog/omlaag.
Stoel vooruit/achteruit.
Rugleuning kantelen.
Lendensteun aanpassen*.
Instellingen opslaan voor elektrisch bedienbare stoel*.
Geheugenknoppen voor elektrisch bedienbare stoel*.
Instelling opslaan:
Knop voor vastlegging van de instelling ingedrukt houden,
terwijl u op de geheugenknop van uw keuze drukt. Knop
ingedrukt houden, totdat er een signaal klinkt en een tekst
op het instrumentenpaneel verschijnt. Opgeslagen worden
de standen van zowel de stoel als de buitenspiegels. De
stand van de lendensteun wordt niet opgeslagen.
04
De standen van de buitenspiegels en de
geheugeninstellingen voor de elektrische
bedienbare stoel (behalve de stand van
de lendensteun) zijn ook op te slaan in de
transpondersleutel* – zie gebruikershandleiding.
Hoe werkt de stand Auto van de
verlichtingsbediening?
05
De stand AUTO biedt de volgende alternatieven:
De rijverlichting schakelt automatisch tussen dagrijlicht
en dimlicht.
Het groot licht wordt mogelijk ingeschakeld, wanneer u
het dimlicht voert.
Actief groot licht (AHB)* – dat automatisch schakelt
tussen dimlicht en groot licht of de grootlichtbundel
aanpast op de verkeersomstandigheden kan worden
gebruikt.
De tunneldetectie* is geactiveerd.
Welke functies worden er op het
instrumentenpaneel weergegeven?
De hybride-accumeter verschijnt bij het Hybrid-the-
ma. Wanneer de elektromotor vermogen genereert
voor de accu, verschijnen er ‘bellen’.
Actuele ladingstoestand.
Actieve rijstand.
Het symbool gaat branden, wanneer de dieselmotor
loopt.
Hybridguide. Geeft de grens aan waarbij de diesel-
motor aan- of afslaat. Gaspedaalstand (grote wijzer)
in verhouding tot het beschikbare elektromotorver-
mogen (kleine wijzer).
05
Hoe ontdooi ik de voorruit?
Eenmaal indrukken om lucht naar de ruiten te sturen –
het lampje in de ontwasemingsknop brandt.
Opnieuw indrukken om de functie uit te schakelen –
het lampje brandt niet.
05
Hoe zet ik de dagteller op nul?
05
Aan het duimwiel van de linker stuurhendel draaien
om de gewenste dagteller T1 of T2 te tonen.
Lang op de RESET-knop drukken om de getoonde
dagteller op nul te stellen.
Hoe is het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aan te passen?
05
Het instrumentenpaneel biedt de mogelijkheid om ver-
schillende thema’s te kiezen, zoals Hybrid of Eco.
Om van thema te wisselen:
Op de OK-knop van de linker stuurhendel drukken,
terwijl de motor loopt.
Aan het duimwiel van de hendel draaien om de
menuoptie Thema’s te kiezen en vervolgens op OK
drukken.
Aan het duimwiel draaien om een thema te kiezen en
op OK drukken om uw keuze te bevestigen.
Het thema wordt vastgelegd in het transponder-
sleutelgeheugen* – zie gebruikershandleiding.
Hoe bedien ik de boordcomputer?
OK indrukken om de boordcomputermenu’s te ope-
nen, opties te activeren en meldingen te bevestigen.
Met het duimwiel door de boordcomputeropties
bladeren.
Met RESET gegevens in de actuele boordcomputer-
functie op nul stellen en een stap teruggaan binnen
het menusysteem.
05
Hoe navigeer ik in het infotainmentsysteem?
05
Op RADIO, MEDIA, MY CAR, NAV*, TEL* of *
drukken om de hoofdbron te kiezen. In deze stand
wordt de normaalweergave van de laatst actieve bron
getoond.
Op OK/MENU of op het duimwiel* op het stuur
drukken om het hoofdmenu van de gekozen bron te
openen.
Aan TUNE of aan het duimwiel draaien om te navi-
geren binnen de menu’s.
Op OK/MENU of op het duimwiel drukken om een
keuze te maken binnen de menu’s.
Kort op EXIT drukken om een stap terug te doen
binnen het menusysteem, een functie te annuleren
of ingevoerde tekens te wissen.
Lang op EXIT drukken om terug te gaan naar de
normaalweergave of naar de hoofdbronweergave.
Tips:
Om vanuit de normaalweergave naar het
snelkoppelingsmenu te gaan, kunt u eenmaal op de
hoofdbronknop drukken. Druk opnieuw om terug te gaan
naar de normaalweergave.
Hoe kan ik het Infotainmentsysteem in- en
uitschakelen?
Kort indrukken om de installatie in te schakelen.
Lang indrukken (totdat het scherm dooft) om uit te
schakelen.
Om het geluid te onderdrukken: eenmaal kort indrukken –
tweemaal om het geluid opnieuw in te schakelen.
05
Let erop dat u tegelijkertijd het Sensus-systeem (incl.
navigatie-* en telefoonsysteem*) in-/uitschakelt.
Voor meer informatie over de menufuncties – zie
gebruikershandleiding.
Welke diensten biedt Volvo ID*?
05
Voor meer informatie over Volvo ID – zie de
gebruikershandleiding.
Volvo ID is een persoonlijke ID die aan de auto gekop-
peld is, waarmee u onder meer toegang kunt krijgen tot
de internetsite My Volvo en een adres vanuit een online
kaartdienst rechtstreeks naar de auto kunt versturen.
Registreer of bewerk uw Volvo ID als volgt:
Op de verbindingsknop drukken.
Apps > Instellingen kiezen en de aanwijzingen op
het scherm volgen.
Hoe maak ik contact met internet*?
05
05
In de normaalweergave van de telefoonbron OK/
MENU indrukken.
Auto herkenbaar maken kiezen en bevestigen met
OK/MENU.
Bluetooth
®
activeren op de mobiele telefoon. Identifi-
ceer de auto en koppel deze aan de telefoon.
Volg de aanwijzingen op de telefoon en het beeld-
scherm.
De telefoon is daarmee aangesloten op de auto en kan
via de auto worden bediend.
Hoe ‘pair’ ik een Bluetooth
®
-telefoon*?
Bij een mislukte telefoonregistratie – zie gebruikers-
handleiding.
Voor meer informatie over het aansluiten – zie de
gebruikershandleiding.
De mobiele telefoon aansluiten op de auto (zie “Hoe
pair ik een Bluetooth
®
-telefoon?”) en internetdeling
activeren op de telefoon.
In de normaalweergave van de MY CAR-bron op
OK/MENU drukken en Instellingen > Internet-
instellingen > Aansluiten via kiezen. Een van de
alternatieven Automodem, Wi-Fi of Bluetooth
kiezen.
In het vervolg maakt de auto automatisch contact via de
gekozen internetaansluiting.
Hoe kan ik bellen*?
05
Gewenste nummer in de normaalweergave van de
telefoonbron* invoeren of het duimwiel op het stuur
omlaagdraaien om het telefoonboek te openen en
omhoogdraaien om de gesprekslijst te openen.
Op het duimwiel drukken om te bellen.
Gesprek beëindigen met een druk op EXIT.
Hoe kan ik de telefoon beantwoorden*?
Op duimwiel drukken om inkomende gesprekken te
beantwoorden.
Gesprek weigeren/beëindigen met een druk op EXIT.
05
05
Hoe kan ik apps gebruiken, wanneer de auto
een internetverbinding* heeft?
Wanneer de auto een internetverbinding heeft, kunt u
apps voor onder meer muziekdiensten, internetradio,
navigatiediensten en een vereenvoudigde internetbrowser
gebruiken.
Op de verbindingsknop drukken.
Apps kiezen en op OK/MENU drukken om de
beschikbare apps te zien.
Gewenste app kiezen en uw keuze bevestigen met
OK/MENU.
Voor bepaalde apps moet u mogelijk inloggen via een
aparte account. Gebruik een bestaande account of regis-
treer een nieuwe. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Voor meer manieren om met de telefoon te bellen
zie gebruikershandleiding.
Voor meer manieren om de telefoon te beantwoor-
den – zie gebruikershandleiding.
Hoe sla ik radiozenders op in de voorkeurslijst?
U kunt per frequentieband (bijvoorbeeld FM) 10 voorkeur-
zenders vastleggen.
Afstemmen op een zender.
Een van de sneltoetsen enkele seconden ingedrukt
houden. Het geluid verdwijnt zolang, maar keert terug
wanneer de zender opgeslagen is.
De sneltoets is vervolgens te gebruiken.
Voor het instellen van radiozenders – zie
gebruikershandleiding.
05
Hoe geef ik een gps*-bestemming aan?
Op NAV drukken om het navigatiesysteem in te
schakelen – er verschijnt een kaart.
Opnieuw op NAV drukken en Invoer. Adres kiezen
met OK/MENU.
Eén of meer zoekcriteria aangeven met behulp van
het schrijfwiel of via de numerieke toetsenset op de
middenconsole.
Vervolgens kiezen uit Eén bestemming inst. of Toe-
voegen als tussenbestemming enop OK/MENU
drukken.
Voor meer informatie en marktafwijkingen met betrekking
tot navigatie* – zie apart supplement.
05
Hoe sluit ik een externe geluidsbron aan?
05
Externe eenheid aansluiten via de AUX- of USB*-
ingangen in het opbergvak in de middenconsole.
In de normaalweergave van de mediabron op MEDIA
in de middenconsole drukken.
TUNE naar de gewenste geluidsbron draaien en op
OK/MENU drukken.
Voor andere aansluitingen van een externe eenheid
– zie gebruikershandleiding.
05
Hoe bel ik mijn garage of maak ik een
afspraak voor service*?
05
Hoe stel ik de klok in?
In de normaalweergave van de MY CAR-bron OK/
MENU indrukken.
Instellingen > Systeemopties > Tijdsinstellingen
kiezen.
Aan TUNE draaien tot Tijd automatisch verschijnt
en op OK/MENU drukken om de automatische
klokinstelling te activeren.
Voor de juiste tijdsaanduiding is het zaak de juiste locatie
te kiezen.
In de normaalweergave van de MY CAR-bron OK/
MENU indrukken en Service & reparatie kiezen.
Onder Service & reparatie staat informatie over de
garage die u op de webportal My Volvo gekozen hebt.
Onder Dealerinformatie hebt u de mogelijkheid om de
garage te bellen en een afspraak te boeken (ook mogelijk
via My Volvo). Hier kunt u ook de garage-informatie bijwer-
ken en de garage opgeven als bestemming.
Geldt alleen voor bepaalde markten.
05
In MY CAR zijn tal van autofuncties te regelen, zoals de
instellingen voor de klok, de buitenspiegels en vergrende-
lingen. Rijstatistiek en energiestromen zijn tevens grafisch
weer te geven. In de normaalweergave van MY CAR op
OK/MENU drukken en Hybrid kiezen:
Verbruiksinfo: gemiddeld brandstofverbruik en gemid-
delde snelheid weergeven. Kan helpen om zuinig te
rijden.
Stroomtoevoer: geeft aan welke motor aandrijft en in
welke richting de energie stroom.
Welke instellingen zijn mogelijk in het
menusysteem?
Hoe tank ik?
06
Op de knop op het verlichtingspaneel drukken om de
tankvulklep te ontgrendelen – bij het loslaten van de
knop wordt de klep geopend.
De pijl van het symbool op het instrumentenpaneel geeft
de kant aan waar de tankvulklep zit.
Hoe moet ik de auto wassen?
Voor de lak is het beter om de auto met de hand te
wassen dan in een automatische wasstraat. Een nieuwe
laklaag is bovendien kwetsbaarder dan een oude laag.
U wordt daarom geadviseerd de eerste maanden na
aankoop van een nieuwe auto deze alleen met de hand te
wassen.
Schoon water en een spons gebruiken. Erop letten dat vuil
en zand krassen op de lak kunnen veroorzaken.
06
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
06
Voor het behoud van het uiterlijk van leer is regelmatige
leerverzorging vereist. Daarom is het zaak om leren bekle-
ding één tot vier keer per jaar te behandelen met de Volvo
Leather Care-kit. De Volvo Leather Care-kit is te verkrijgen
bij de Volvo-dealer.
Waar zitten de opbergmogelijkheden?
Hier ziet u enkele van de opbergmogelijkheden van de
auto.
In de gebruikershandleiding staan meer
opbergmogelijkheden.
06
Waar zitten de AUX/USB*- en
12V-aansluitingen?
De 12V-aansluitingen in de middenconsole zijn alleen te
gebruiken met de transpondersleutel in sleutelstand I of
hoger. De 12V-aansluiting* in de bagageruimte is altijd te
gebruiken.
06
Lees meer over uw auto op www.volvocars.com.
TP 17756 (Dutch) AT 1420. Printed in Sweden, Göteborg 2014, Copyright © 2000–2014 Volvo Car Corporation
Hoe werkt de regeleenheid van de laadkabel*?
Gebruik nooit een verlengkabel. Laad de auto alleen op aan geaard 230V-contact. De aardlekschakelaar in de regeleenheid van de
laadkabel zorgt voor beveiliging van de auto, maar er bestaat mogelijk gevaar voor overbelasting op het 230V-net.
Hoe start ik de oplading?
Controleer of het 230V-stopcontact zich leent voor het opladen van een elektrisch voertuig. De regeleenheid van de laadkabel past de
laadstroom (6–16A, afhankelijk van de markt) aan om overbelasting van het 230V-stopcontact tegen te gaan.
Hoe activeer ik de preconditioning?
Onder Buiten park. produceert de verwarming op brandstof uitlaatgassen, maar niet bij Binn. parkeren, omdat dan de verwarming op
stroom wordt geactiveerd. Volvo adviseert u om voor directe start van de preconditioning dit via de transpondersleutel of de mobiele
telefoon te doen.
Hoe werkt het Keyless* vergrendelingssysteem?
Het Keyless-systeem werkt mogelijk niet, wanneer u de portierhandgrepen met handschoenen aan bedient. Het Keyless-systeem
ondervindt mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen. Leg/bewaar de transpondersleutel niet in de buurt van
een mobiele telefoon of metalen voorwerpen.
Hoe start ik de motor?
Na een koude start is het stationaire toerental verhoogd ongeacht buitentemperatuur. Het is onderdeel van Volvo’s effectieve uitlaatgas-
reinigingssysteem. Vanwege de voorgloeifunctie slaan bepaalde dieselmotoren bij een koude start wellicht later aan. Bij motorstart in nor-
male omstandigheden wordt doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt. De dieselmotor blijft uitgeschakeld. In bepaalde gevallen slaat
echter de dieselmotor aan, zoals mogelijk het geval is bij een lage omgevingstemperatuur of als de hybride-accu moet worden opgeladen.
Hoe werkt de voetgangersdetectie*?
Het systeem kan niet altijd alle voetgangers detecteren en heeft bijvoorbeeld moeite met slechts gedeeltelijk zichtbare voetgangers,
voetgangers die gekleed gaan in kleding die de lichaamscontouren verhult of voetgangers met een lengte korter dan 80 cm. Het systeem
detecteert niet alle fietsers en heeft bijvoorbeeld moeite met slechts gedeeltelijk zichtbare fietsers, fietsers die gekleed gaan in kleding
die de lichaamscontouren verhult of fietsers die van de zijkant komen. U bent er altijd zelf verantwoordelijk voor dat u de auto correct
bestuurt en voldoende afstand houdt, rekening houdend met de rijsnelheid.
Hoe stel ik het stuur in?
Het stuurwiel (na instelling van de bestuurdersstoel) instellen voordat u wegrijdt – nooit tijdens het rijden.
Hoe stel ik de stoel in?
Stel de bestuurdersstoel in vóórdat u wegrijdt. Doe dit nooit tijdens het rijden. Controleer of de stoel vergrendeld staat om letsel te
voorkomen bij hard afremmen of een aanrijding.
Hoe maak ik contact met internet*?
Bij internetgebruik vindt dataoverdracht (dataverkeer) plaats, waarvoor uw netwerkprovider u mogelijk kosten in rekening brengt. Informeer
daarom naar de kosten voor dataverkeer. Plaats voor aansluiting via de automodem uw persoonlijke simkaart in de houder in het
dashboardkastje, voordat u in MY CAR de aansluitoptie Automodem kiest. Geef voor een internetverbinding vervolgens de pincode van
de simkaart aan. Om iedere keer dat u de auto start niet telkens de pincode te hoeven invoeren kunt u de pincodebeveiliging uitschakelen
door onder de optie Automodem SIM-kaart blokkeren uit te vinken.
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
Sommige geverfde kledingstukken (zoals spijkerbroeken en suède kleding) kunnen afgeven en voor vlekken op de bekleding zorgen.
Gebruik nooit sterke oplosmiddelen, omdat die de bekleding mogelijk beschadigen.
Waar zitten de AUX/USB*- en 12V-aansluitingen?
Voor alle aansluitingen geldt een stroom van maximaal 10A (120W).
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Volvo 2015 Late Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor