Electrolux EHDP9730KK Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.......................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................. 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK.........................................................................................8
5. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 11
6. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................... 13
7. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................13
8. MONTAGE ........................................................................................................16
9. TECHNISCHE INFORMATIE.............................................................................. 18
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat
jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt. Model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.electrolux.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door
een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het
apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging,
raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
• Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen
niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS
3
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven
lades zorg er dan voor dat de ruimte
tussen de onderkant van het apparaat
en de bovenste lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
• Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte
van 2 mm vrij is tussen het werkblad en
de voorkant van de onderste unit. De
garantie dekt geen schade veroorzaakt
door het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
www.electrolux.com4
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
• Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met de service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de inductiekookzones
als het apparaat in werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
NEDERLANDS
5
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen uit
de buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek.
Til deze voorwerpen altijd op als u ze
moet verplaatsen op het
kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden
de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
2
1 11
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
www.electrolux.com6
3.2 Indeling Bedieningspaneel
51 2
3
4
8 7
9 610
Activeer om het bedieningspaneel te zien het apparaat met .
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tiptoets -functie Opmerking
1
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
2
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
3
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
4
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd in-
stelt.
5
Toetsblokkering / De
kinderbeveiliging
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
6
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
7
- Kookzone selecteren:
8
/
- De tijd verlengen of verkorten.
9
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
3.3 Kookstanddisplays
Weergave Omschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
NEDERLANDS
7
Weergave Omschrijving
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met ko-
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / De kinderbeveiliging functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
3.4 OptiHeat Control (3 staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in
de bodem van de pan. Het glaskeramiek
wordt verwarmd door de warmte van de
pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 In- en uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
Het bedieningspaneel gaat aan als u de
kookplaat aanzet en gaat uit als u de
kookplaat uitschakelt. Als de kookplaat is
uitgeschakeld kunt u alleen de tiptoets
zien.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
• U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld. Zie hieronder.
De verhouding tussen warmte-
instelling en tijden van de functie:
• , 1 — 3 — 6 uur
• 4 — 7 — 5 uur
• 8 — 9 — 4 uur
• 10 — 14 — 1,5 uur
www.electrolux.com8
4.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
4.4 Het gebruik van de
kookzones
Plaats de pannen op het kruis / vierkant
dat op het oppervlak staat waarop u
kookt. Dek het kruis / vierkant volledig af.
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan. U kunt
met groot kookgerei op twee kookzones
tegelijkertijd koken.
4.5 Automatisch opwarmen
Als u deze functie activeert, kunt u in
minder tijd een benodigde kookstand
verkrijgen. De functie schakelt even de
hoogste kookstand in en verlaagt dan
naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de juiste kookstand aan. Na
5 seconden gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.6 Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte tijdsduur
voor uitsluitend de inductiekookzone
worden geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.7 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone op dat
moment wordt gebruikt.
Stel eerst de kookzone in en dan de
functie. U kunt de kookstand vóór of na
het instellen van de functie instellen.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de gewenste
kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak
van de timer aan om de tijd in te stellen
(00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen, wordt
de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje van
de kookzone gaat sneller knipperen. Op
het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen:selecteer de kookzone met
.
Raak of aan.
Om de functie uit te schakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
NEDERLANDS
9
Als de tijd verstreken is, klinkt
er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de gewenste
kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak
van de timer aan. gaat aan. Als het
lampje van de kookzone langzaam
knippert, wordt de tijd opgeteld. De
display schakelt tussen en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone werkt.
Om de functie uit te schakelen:stel de
kookzone in met en raak of aan.
Het indicatielampje van de kookzone gaat
uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken (het display van de kookstand
toont
).
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Raak of van de timer aan
om de tijd in te stellen. Als de tijd
verstreken is, klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen invloed
op de werking van de
kookzones.
4.8 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones in voor
de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.9 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones werken. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat aan voor 4 seconden.De
timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat
uitschakelt, stopt deze functie
ook.
4.10 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het kooktoestel
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak
4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Het opheffen van de functie voor maar
één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt het kooktoestel
www.electrolux.com10
bedienen. Als u de kookplaat met
uitzet werkt de functie weer.
4.11 OffSound Control (In- en
uitschakelen van de geluiden)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
• - de signalen zijn uit
• - de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat kunt u de
geluiden alleen horen als:
• U aanraakt
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
• als u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
4.12 Vermogensbeheer-functie
• De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een enkle
fase de 3700 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar
de andere kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
• Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk elektro-
magnetisch veld ervoor dat
het kookgerei erg snel heet
wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• een beetje water op een zone met de
hoogste kookstand binnen korte tijd
wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Afmetingen van de pannen
NEDERLANDS
11
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de grootte
van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
5.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie)
• Zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
5.3 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op
de pan.
• Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
5.4 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
5.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de warmte-instelling en de kookzone is
niet lineair. Wanneer u de warmte-
instelling verhoogt, is dit niet proportioneel
met de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat de kookzone
met de medium warmte-instelling minder
dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Tempera-
tuurinstel-
ling
Te gebruiken voor: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten:
boter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden
3 - 5 Zachtjes aan de kook bren-
gen van rijst en gerechten op
melkbasis, reeds bereide ger-
echten opwarmen
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
www.electrolux.com12
Tempera-
tuurinstel-
ling
Te gebruiken voor: Tijd
(min)
Tips
7 - 9 Aardappelen stomen 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees,
koteletten, rissoles, worstjes,
lever, roux, eieren, pannen-
koeken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, lend-
enbiefstukken, steaks
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees
(goulash, stoofvlees), frituren van friet
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is
geactiveerd.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene informatie
• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
6.2 De kookplaat schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad
over het oppervlak te schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS
13
7.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen
De kookplaat is niet aan-
gesloten op een stopcon-
tact of is niet goed geïnstal-
leerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het
aansluitdiagram.
De zekering is doorge-
brand.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt u
contact op met een er-
kende installateur.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt 2 of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets
tegelijk aan.
STOP+GO -functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of vetspatten
op het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluids-
signaal als de kookplaat
wordt uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Restwarmte-indicatie gaat
niet branden.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be-
diend.
Als de kookzone lang gen-
oeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
Automatisch opwarmen
functie werkt niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De hoogste verwarmings-
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand
heeft hetzelfde vermogen
als de functie.
De kookstand schakelt tus-
sen twee kookstanden.
Vermogensbeheer functie
wordt geactiveerd.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
www.electrolux.com14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De tiptoetsen worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in-
dien nodig.
Er klinkt geen signaal wan-
neer u de tiptoetsen van het
bedieningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uitgescha-
keld.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Automatisch uitschakelen is
in werking.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
De kinderbeveiliging of de
Toetsblokkering functie
werkt.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookger-
ei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni-
sche informatie'.
Het kookgerei dekt het
kruis / vierkant niet.
Dek het kruis / vierkant vol-
ledig af.
en een getal gaat bran-
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Ontkoppel de kookplaat
enige tijd van de stroomtoe-
voer. Maak de zekering los
in de meterkast van het
huis. Sluit het apparaat op-
nieuw aan. Als weer
gaat branden, neem dan
contact op met de klanten-
service.
gaat branden.
De elektrische aansluiting is
onjuist. De stroomspanning
is buiten bereik.
Laat de installatie controle-
ren door een elektromon-
teur.
NEDERLANDS
15
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
gaat branden.
Er is een storing in de kook-
plaat opgetreden, omdat
het kookgerei is droog ge-
kookt Automatisch uitscha-
kelen en de oververhittings-
bescherming van de zones
in werking is getreden.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookger-
ei. Schakel na ongeveer 30
seconden de kookzone op-
nieuw in. Als het kookgerei
het probleem was, dan
moet het foutbericht van
het display verdwijnen,
maar Restwarmte-indicatie
kan aan blijven. Laat het
kookgerei voldoende afkoe-
len. Controleer of uw kook-
gerei geschikt is voor de
kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
gaat branden.
De ventilator wordt geblok-
keerd.
Controleer of voorwerpen
de ventilator blokkeren. Als
weer gaat branden,
neem dan contact op met
de klantenservice.
gaat branden.
De elektrische aansluiting is
onjuist. De kookplaat is
maar aangesloten op één
fase.
Laat de installatie controle-
ren door een elektromon-
teur. Raadpleeg het aans-
luitdiagram.
7.2 Als u het probleem niet kunt
oplossen
Als u het probleem zelf niet kunt oplossen,
neem dan contact op met uw leverancier
of met de klantenservice. Zie voor deze
gegevens het typeplaatje. Geef ook de
driecijferige code voor het glaskeramiek
(bevindt zich op de hoek van het glazen
oppervlak) en de foutmelding die wordt
weergegeven. Controleer of u de
kookplaat op de juiste manier gebruikt
hebt. Bij onjuist gebruik van het apparaat
wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u
de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
8.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
www.electrolux.com16
8.3 Aansluitkabel
• De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
• Vervang de beschadigde
voedingskabel door een speciale kabel
(type H05BB-F Tmax 90°C; of hoger).
Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
8.4 Bevestingen van de
afdichting op de sponningen
1. Reinig de sponningen in het
keukenwerkblad.
2. Knip de meegeleverde afdichtstrip in 4
stukken. De strippen moeten dezelfde
lengte hebben als de sponningen.
3. Snij de uiteinden van de strippen in
een hoek van 45°. Ze moeten
nauwkeurig in de hoeken van de
sponningen passen.
4. Bevestig de strippen op de
sponningen. Rek de strippen niet uit.
Plak de uiteinden van de strippen niet
over elkaar.
Dicht na het monteren van de kookplaat
de resterende kier tussen de keramische
plaat en het keukenwerkblad af met
siliconenkit. Zorg dat de siliconenkit niet
onder de keramische plaat komt.
8.5 Montage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
< 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
NEDERLANDS
17
904
+1
mm
404
+1
mm
380
+1
mm
880
+1
mm
min. 55mm
R10mm
R5mm
12mm
7mm
min.
38 mm
min.
2 mm
min.
12 mm
min.
2 mm
9. TECHNISCHE INFORMATIE
9.1 Typeplaatje
Model EHDP9730KK PNC 949 596 308 00
Typ 58 GCD E2 AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz
Inductie 6,9 kW Vervaardigd in Duitsland
Ser.Nr. ................. 6.9 kW
ELECTROLUX
9.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal
vermogen
(max warmte-
instelling) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale
duur [min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Linksachter 2300 3200 10 125 - 210
www.electrolux.com18
Kookzone Nominaal
vermogen
(max warmte-
instelling) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale
duur [min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Middenachter 2300 3200 10 125 - 210
Rechtsachter 2300 3200 10 125 - 210
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal en
de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
10. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
NEDERLANDS
19

Documenttranscriptie

2 www.electrolux.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.......................................................................... 4 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................. 6 4. DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................................... 8 5. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 11 6. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................... 13 7. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................13 8. MONTAGE ........................................................................................................16 9. TECHNISCHE INFORMATIE.............................................................................. 18 WE DENKEN AAN U Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com Registreer uw product voor een betere service: www.registerelectrolux.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. Model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • • • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken. Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. 3 4 www.electrolux.com • • • • • • • Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. • De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. • Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte. NEDERLANDS 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. • Gebruik de juiste stroomkabel. • Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. • Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. • Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. • Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met de serviceafdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. 5 • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Vertrouw niet alleen op de pandetector. • Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. • Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is. • Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. 6 www.electrolux.com WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. 2.4 Onderhoud en reiniging • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. • Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2.5 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Indeling kookplaat 1 1 2 1 1 Inductiekookzone 2 Bedieningspaneel 7 NEDERLANDS 3.2 Indeling Bedieningspaneel 1 2 10 4 3 8 9 5 7 6 Activeer om het bedieningspaneel te zien het apparaat met . Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tiptoets -functie 1 Opmerking STOP+GO De functie in- en uitschakelen. 2 - Kookstanddisplay De kookstand weergeven. 3 - Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer. - Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. 5 Toetsblokkering / De kinderbeveiliging Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen. 6 Powerfunctie De functie in- en uitschakelen. 7 - Kookzone selecteren: - De tijd verlengen of verkorten. AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand. 4 8 / 9 10 - 3.3 Kookstanddisplays Weergave Omschrijving De kookzone is uitgeschakeld. - De kookzone wordt gebruikt. STOP+GO -functie is in werking. Automatisch opwarmen -functie is in werking. Powerfunctie is in werking. 8 www.electrolux.com Weergave Omschrijving + cijfer Er is een storing. / OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte. / Toetsblokkering / De kinderbeveiliging functie is in werking. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst. Automatisch uitschakelen -functie is in werking. 3.4 OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie) WAARSCHUWING! / / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. Het controlelampje geeft het niveau van de restwarmte aan. De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen. 4. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 4.1 In- en uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. Het bedieningspaneel gaat aan als u de kookplaat aanzet en gaat uit als u de kookplaat uitschakelt. Als de kookplaat is uitgeschakeld kunt u alleen de tiptoets zien. 4.2 Automatisch uitschakelen De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • Alle kookzones zijn uitgeschakeld. • U de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. • U iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken. • U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit. • U een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat branden en wordt de kookplaat uitgeschakeld. Zie hieronder. De verhouding tussen warmteinstelling en tijden van de functie: • , 1 — 3 — 6 uur • 4 — 7 — 5 uur • 8 — 9 — 4 uur • 10 — 14 — 1,5 uur 9 NEDERLANDS 4.3 De kookstand 4.6 Powerfunctie Voor het instellen of wijzigen van de kookstand: Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. Om de functie voor een kookzone te activeren: raak aan. gaat aan. Om de functie uit te schakelen: wijzig de kookstand. 4.7 Timer 4.4 Het gebruik van de kookzones Plaats de pannen op het kruis / vierkant dat op het oppervlak staat waarop u kookt. Dek het kruis / vierkant volledig af. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. U kunt met groot kookgerei op twee kookzones tegelijkertijd koken. 4.5 Automatisch opwarmen Als u deze functie activeert, kunt u in minder tijd een benodigde kookstand verkrijgen. De functie schakelt even de hoogste kookstand in en verlaagt dan naar de juiste kookstand. Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn. Om de functie voor een kookzone te activeren: raak aan ( gaat aan). Raak meteen de juiste kookstand aan. Na 5 seconden gaat branden. Om de functie uit te schakelen: wijzig de kookstand. Timer met aftelfunctie U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone op dat moment wordt gebruikt. Stel eerst de kookzone in en dan de functie. U kunt de kookstand vóór of na het instellen van de functie instellen. Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:selecteer de kookzone met Raak of . aan. Om de functie uit te schakelen: stel de kookzone in met en raak aan. De resterende tijd telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. 10 www.electrolux.com Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. 4.8 STOP+GO Deze functie stelt alle kookzones in voor de laagste warmhoudstand. Als de functie loopt, kunt u de warmteinstelling niet wijzigen. De functie stopt de timerfunctie niet. CountUp Timer (De timer met optelfunctie) Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt. Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan. gaat aan. Als het lampje van de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De display schakelt tussen (minuten). en getelde tijd Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden. Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan. 4.9 Toetsblokkering U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones werken. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak Om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt:selecteer de kookzone aan. gaat aan voor 4 seconden.De timer blijft aan. met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt. Om de functie uit te schakelen: Raak Om de functie uit te schakelen:stel de en raak of aan. kookzone in met Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Kookwekker U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken (het display van de kookstand toont ). Om de functie in te schakelen: Raak aan. Raak of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones. aan. De vorige kookstand gaat aan. Als u de kookplaat uitschakelt, stopt deze functie ook. 4.10 De kinderbeveiliging Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt. Om de functie in te schakelen: zet de kookplaat aan met kookstand in. Raak . Stel geen 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . Om de functie uit te schakelen: zet de kookplaat aan met kookstand in. Raak . Stel geen 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . Het opheffen van de functie voor maar één kooktijd: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het kooktoestel NEDERLANDS bedienen. Als u de kookplaat met uitzet werkt de functie weer. 4.11 OffSound Control (In- en uitschakelen van de geluiden) Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en uit. Raak 3 seconden aan. of gaat branden. Raak aan om één van het volgende te kiezen: • - de signalen zijn uit • - de signalen zijn aan Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt. 11 • Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W. • De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase. • De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkle fase de 3700 W overschrijdt. • De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase. • Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus. staat kunt u de Als de functie op geluiden alleen horen als: • U aanraakt • Kookwekker naar beneden komt • Timer met aftelfunctie naar beneden komt • als u iets op het bedieningspaneel plaatst. 4.12 Vermogensbeheer-functie • De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding. 5. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Kookgerei Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt. Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei. Materiaal van het kookgerei • correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant). • niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Het kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als: • een beetje water op een zone met de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd. • een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei. De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Afmetingen van de pannen 12 www.electrolux.com Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan. De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. 5.2 Lawaai tijdens gebruik Als u dit hoort: • krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie). • fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie) • Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt. • Klikken: er treedt elektrische schakeling op. • Sissen, zoemen: de ventilator werkt. Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken. Temperatuurinstelling 5.3 Energie besparen • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. • Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt. • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. 5.4 Öko Timer (Eco-timer) Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt. 5.5 Voorbeelden van kooktoepassingen De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de warmteinstelling verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de helft van het vermogen gebruikt. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Te gebruiken voor: Tijd (min) Tips Bereide gerechten warmhouden zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-3 Hollandaisesaus, smelten: boter, chocolade, gelatine. 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen 1-3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. 10 - 40 Met deksel bereiden 3-5 Zachtjes aan de kook bren25 - 50 gen van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. 5-7 Stomen van groenten, vis en vlees Een paar eetlepels vocht toevoegen. -1 20 - 45 NEDERLANDS 13 Temperatuurinstelling Te gebruiken voor: Tijd (min) Tips 7-9 Aardappelen stomen 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 7-9 Bereiden van grotere hoeveel- 60 heden voedsel, stoofschotels 150 en soepen Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten. 9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts. zoals nodig Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 12 - 13 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks 5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geactiveerd. 6. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Algemene informatie • Reinig de kookplaat na elk gebruik. • Gebruik altijd pannen met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. • Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. 7. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.2 De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. 14 www.electrolux.com 7.1 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak U kunt de kookplaat niet in- De kookplaat is niet aanschakelen of bedienen gesloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd. De zekering is doorgebrand. Oplossing Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. Raadpleeg het aansluitdiagram. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in. U hebt 2 of meer tiptoetsen Raak slechts één tiptoets tegelijk aangeraakt. tegelijk aan. STOP+GO -functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Er ligt water of vetspatten op het bedieningspaneel. Reinig het bedieningspaneel. Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat wordt uitgeschakeld. U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt. Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen. De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets Verwijder het object van de tiptoets. geplaatst. Restwarmte-indicatie gaat niet branden. De zone is niet heet, omdat Als de kookzone lang genhij slechts kortstondig is be- oeg in werking is geweest diend. om heet te zijn, neemt u contact op met de klantenservice. Automatisch opwarmen functie werkt niet. De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen. De hoogste verwarmingsstand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie. De kookstand schakelt tus- Vermogensbeheer functie sen twee kookstanden. wordt geactiveerd. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. NEDERLANDS 15 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones indien nodig. Er klinkt geen signaal wan- De signalen zijn uitgeschaneer u de tiptoetsen van het keld. bedieningspaneel aanraakt. Schakel de signalen in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. gaat branden. Automatisch uitschakelen is Schakel de kookplaat uit en in werking. weer in. gaat branden. De kinderbeveiliging of de Toetsblokkering functie werkt. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. gaat branden. Er staat geen kookgerei op de zone. Zet kookgerei op de zone. Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. De diameter aan de bodem Gebruik kookgerei met de van het kookgerei is te klein juiste afmetingen. voor de zone. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. en een getal gaat branden. Het kookgerei dekt het kruis / vierkant niet. Dek het kruis / vierkant volledig af. Er heeft zich een fout in de kookplaat voorgedaan. Ontkoppel de kookplaat enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit het apparaat opnieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. gaat branden. De elektrische aansluiting is Laat de installatie controleonjuist. De stroomspanning ren door een elektromonis buiten bereik. teur. 16 www.electrolux.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing gaat branden. Er is een storing in de kookplaat opgetreden, omdat het kookgerei is droog gekookt Automatisch uitschakelen en de oververhittingsbescherming van de zones in werking is getreden. Schakel de kookplaat uit. Verwijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 seconden de kookzone opnieuw in. Als het kookgerei het probleem was, dan moet het foutbericht van het display verdwijnen, maar Restwarmte-indicatie kan aan blijven. Laat het kookgerei voldoende afkoelen. Controleer of uw kookgerei geschikt is voor de kookplaat. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. gaat branden. De ventilator wordt geblokkeerd. Controleer of voorwerpen de ventilator blokkeren. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. gaat branden. De elektrische aansluiting is onjuist. De kookplaat is maar aangesloten op één fase. 7.2 Als u het probleem niet kunt oplossen Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw leverancier of met de klantenservice. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Controleer of u de Laat de installatie controleren door een elektromonteur. Raadpleeg het aansluitdiagram. kookplaat op de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. 8. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. Serienummer ........................... 8.2 Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. NEDERLANDS 8.3 Aansluitkabel • De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer. • Vervang de beschadigde voedingskabel door een speciale kabel (type H05BB-F Tmax 90°C; of hoger). Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. 8.4 Bevestingen van de afdichting op de sponningen nauwkeurig in de hoeken van de sponningen passen. 4. Bevestig de strippen op de sponningen. Rek de strippen niet uit. Plak de uiteinden van de strippen niet over elkaar. Dicht na het monteren van de kookplaat de resterende kier tussen de keramische plaat en het keukenwerkblad af met siliconenkit. Zorg dat de siliconenkit niet onder de keramische plaat komt. 1. Reinig de sponningen in het keukenwerkblad. 2. Knip de meegeleverde afdichtstrip in 4 stukken. De strippen moeten dezelfde lengte hebben als de sponningen. 3. Snij de uiteinden van de strippen in een hoek van 45°. Ze moeten 8.5 Montage min. 500mm min. 50mm min. 2mm A min. 2 mm B < 20 mm A min. 2 mm B > 20 mm min. 500 mm B A 12 mm 57 mm 28 mm 41 mm 38 mm 31 mm 17 min 30 mm min. 500 mm B A 12 mm 57 mm 28 mm 41 mm 38 mm 31 mm 18 www.electrolux.com R10mm R5mm 7mm 12mm min. 38 mm min. 2 mm min. 55mm 380+1mm 880+1mm 404+1mm 904+1mm min. 12 mm min. 2 mm 9. TECHNISCHE INFORMATIE 9.1 Typeplaatje Model EHDP9730KK Typ 58 GCD E2 AU Inductie 6,9 kW Ser.Nr. ................. ELECTROLUX PNC 949 596 308 00 220 - 240 V 50 - 60 Hz Vervaardigd in Duitsland 6.9 kW 9.2 Specificatie kookzones Kookzone Nominaal Powerfunctie vermogen [W] (max warmteinstelling) [W] Powerfunctie maximale duur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Linksachter 2300 10 125 - 210 3200 NEDERLANDS Kookzone Nominaal Powerfunctie vermogen [W] (max warmteinstelling) [W] Powerfunctie maximale duur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Middenachter 2300 3200 10 125 - 210 Rechtsachter 2300 3200 10 125 - 210 Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei. 10. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel. 19
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Electrolux EHDP9730KK Handleiding

Type
Handleiding