Electrolux EW 1105T Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NOTICE D'UTILISATION
GEBRAUCHSANWEISUNG
GEBRUIKSAANWIJZING
EW 1105 T
129 4587 43
DE
NL
FR
15
Technische gegevensTechnische gegevens
Technische gegevensTechnische gegevens
Technische gegevens
........................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
............................................................................................................................ Blz. 15
WaarschuwingenWaarschuwingen
WaarschuwingenWaarschuwingen
Waarschuwingen
........................................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................... Blz. 16
InstallatieInstallatie
InstallatieInstallatie
Installatie
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................ Blz. 17
Transportbeveiliging ................................................................................................................................. Blz. 17
Plaatsen en aansluiten ............................................................................................................................. Blz. 17
Watertoevoer............................................................................................................................................ Blz. 17
Waterafvoer ............................................................................................................................................. Blz. 18
Elektrische aansluiting ............................................................................................................................. Blz. 18
Waterpas stellen ...................................................................................................................................... Blz. 18
GebruikGebruik
GebruikGebruik
Gebruik
......................................................................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................... Blz. 19
Bedieningspaneel..................................................................................................................................... Blz. 19
Adviezen en tips voor het wassen en drogen ........................................................................................... Blz.20-21
Wasprogramma's ..................................................................................................................................... Blz. 22
Textielbehandelingssymbolen .................................................................................................................. Blz. 23
Volgorde van handelingen ........................................................................................................................ Blz. 24
OnderhoudOnderhoud
OnderhoudOnderhoud
Onderhoud
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................
..........................................................................................................................................................................................................................................................................................
............................................................................................................................................. Blz. 25
Buitenkant................................................................................................................................................ Blz. 25
Schoonmaken van de wasmiddelhouder ................................................................................................... Blz. 25
Afvoerfilter ............................................................................................................................................... Blz. 25
Eenvoudige storingenEenvoudige storingen
Eenvoudige storingenEenvoudige storingen
Eenvoudige storingen
......................................................................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................... Blz. 26
INHOUDINHOUD
INHOUDINHOUD
INHOUD
Afmetingen hoogte 850 mm
breedte 400 mm
diepte 600 mm
Netspanning/-frekwentie 230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2300 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdruk minimum 5 N/cm² (0,5 kg/cm
2
)
maximum 80 N/cm² (8 kg/cm
2
)
Maximum vulgewicht katoen 4,5 kg
synthetika 2 kg
wol 1 kg
Centrifugeertoerental min/max 650/1100
Verbruiken wassen bij maximum belading met katoen en maximum temperatuur :
energie 1,8 kWh / 59 Liter
De verbruiken zijn gemeten onder standaard-laboratoriumkondities; zij kunnen in de praktijk anders zijn.
Dit toestel voldoet aan de EG-Richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG.
TECHNISCHE GEGEVENS
16
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN - WASAUTOMATEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instruktieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht
worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u
verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er
over het instruktieboekje en de daarin opgenomen
waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat
of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische
huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit
apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden.
Laat inspektie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren
door de servicedienst van de fabrikant of door een door
de fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen
plaatsen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af door,
afhankelijk van de wijze van installatie, de steker uit het
stopkontakt te nemen of de badkamertrekschakelaar op
de UIT-stand te schakelen.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende
adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het
verplaatsen.
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten
beslist verwijderd zijn, alvorens het apparaat in gebruik
te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere
zaken in de omgeving kan het gevolg zijn van het niet of
niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging.
Was geen artikelen in de wasautomaat die niet voor
machinaal wassen geschikt zijn. Raadpleeg het textiel-
onderhoudsetiket. Was in twijfelgeval met de hand of
informeer bij de leverancier van het artikel.
Overtuig u ervan dat, voor u een artikel in de wasautomaat
doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen
gesloten zijn en eventueel loshangende knopen
verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of
gescheurd goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-, roest- en grasvlekken. Was bh's met beugels
niet in de wasautomaat.
Objekten zoals munten, veiligheidsspelden, naalden,
spijkers, schroeven en andere harde of scherpe
materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen
aanzienlijke schade veroorzaken.
Indien uw wasautomaat aansluitend ook kan drogen,
zorgt u er dan voor dat zich in de trommel geen plastic
artikel, zoals wasbol en dergelijke, bevindt; de hete
drooglucht kan het plastic doen smelten.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasartikel toebrengen.
Raadpleeg de instrukties van de fabrikant van de
wasverzachter.
Elk in werking zijnd apparaat kan defekt raken. Het is niet
ondenkbaar dat dan, tijdens uw afwezigheid, schade
onstaat. Uw wasautomaat voldoet aan alle, op het mo-
ment van produceren bestaande, veilig-
heidsvoorschriften. Toch adviseren wij u de machine
niet te laten werken wanneer er voor langere tijd niemand
thuis is.
Tracht, in geval van een storing of defekt, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-
deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP SERVICE.
17
INSTALLATIE
Let op. Als de machine op tapijt staat, zorg er dan voor dat
het tapijt niet de openingen in de machinebodem kan afdekken.
Deze openingen dienen voor ventilatie.
Plaatsen en aansluiten
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een
houten vloer met een 5 cm dikke hardhout-plaat versterken,
over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat
moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine
steken. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan ervanuit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid
en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de
machineslangen en het aansluisnoer bevinden. Als dat niet
zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopkontakt te laten verplaatsen.
Watertoevoer
Draai, nadat u eerst het
afdichtringetje B in de wartel
hebt gelegd, de wartel van de
toevoerslang stevig op de 3/4"
schroefdraad van de kraan.
Wat ons betreft hoeft de kraan
niet "belucht" te zijn (de machine
is voorzien van een eigen
beluchter), maar het kan zijn dat
de gemeente waar u woont dat toch eist.
Mocht het u bekend zijn dat de waterleidingdruk soms zeer
hoog is, leg dan een gummi kraanschijf 3/4", 23x4x4 mm, in
de wartel aan de machinekant van de slang. De toevoerslang
mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt
u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
komplete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt
is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant,
kan naar alle richtingen verdraaid worden. Wartel iets
losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig
vastdraaien.
B
Verwijderen van de transportbeveiliging
De onderdelen welke tot de transportbeveiliging
behoren, zijn rood gekleurd. Ze moeten na het
verwijderen bewaard blijven ten behoeve van eventueel
transport, bijvoorbeeld verhuizing.
1. Pak het apparaat volledig uit en verwijder de polystyrene
onderdelen. Verwijder de polystyrene basisplaat volgens de
tekening (fig.1).
2. Open het deksel en verwijder het polystyrene beschermstuk,
dat de trommel blokkeert. Sluit hierna de klep weer (fig.2).
3. Verwijder de aan de achterzijde bevestigde schroeven en
de twee rode afstandstukken (A) met een steeksleutel
(fig.3).
4. De nu zichtbare gaten dienen te worden opgevuld met
bijgevoegde pluggen (B) (fig.4).
5. Controleer of u de bovenstaande onderdelen heeft verwijderd
en bewaar ze voor een volgend transport.
6. Indien de machine in lijn met andere keukenmeubels
opgesteld wordt, kan het zijn dat de slangdrager op de
achterkant van machine een belemmering vormt. U kunt de
slangdrager dan wegsnijden (fig. 6).
Fig. 1
Fig. 2
Fig 4
Fig 6
B
A
Fig 3
Fig 5
18
Waterafvoer
De bocht aan het eind van de afvoerslang kunt u op drie
manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen
dat de bocht niet, door het snel uitsromende water, van de
rand kan schieten. Bijvoorbeeld met een touwtje aan de
kraan of een haak in de muur ophangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. De aftakking moet
van een syphon (stankafsluiter) voorzien zijn en zodanig dat
de bocht van de slang zich op tenminste 70 cm van de vloer
bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp met een
hoogte van cirka 70 cm. De hoogte mag niet meer dan 100
cm bedragen.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil
zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn
dan de buitendiameter van het slangeind.
U mag de afloerslang verlengen tot een maximale totale
lengte van 180 cm. Gebruik een verlengslang van tenminste
dezelfde binnendiameter als de originele slang en gebruik
een koppeling die voor dit doel bestemd is.
De verlengde slang legt u vanuit de machine over de vloer
en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog.
Elektrische aansluiting
Kontroleer op het typeplaatje (in de filterklep) of de machine
voor 230 V/50 Hz gemaakt is.
De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer
en steker met aardkontakten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopkontakt met
(aangesloten en funktionerende) aardkontakten; de ma-
chine dient deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te
kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer
aan de machine monteren of het stopkontakt verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet
toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten "vaste aansluiting" gemaakt worden; raadpleeg
uw installateur.
Vervangen van het aansluitsnoer dient altijd door de
Klantenservice te geschieden.
Waterpas stellen
Om abnormaal schudden en geluidsoverlast te voorkomen,
is het zeer belangrijk dat de machine waterpas en stevig
tegen de vloer staat.
Daartoe is de machine van twee stelvoeten voorzien.
Draai de kontramoeren los en draai de voeten naar behoefte
iets in of uit de machinebodem. Draai de kontramoeren weer
goed vast, eventueel met behulp van een schroevendraaier.
Draai, na het waterpas stellen, de kontramoeren van beide
voeten stevig tegen de machinenbodem.
In de achterkant van de bodem bevinden zich twee rollers en
aan de voorkant een uittrekbaar wiel.
Draai de hendel naar links om de machine te kunnen
verrijden.
Staat de machine eenmaal op z'n plaats, draai de hendel dan
weer terug in z'n rustpositie.
19
GEBRUIK
Bedieningspanneel
1. AAN/UIT-toets " "
Na drukken op deze toets start het gekozen programma
(kontrolelampje gaat aan). Na nogmaals drukken schakelt
de machine uit (kontrolelampje gaat uit).
2. Kontrolelampje "AAN/UIT"
Dit lampje brandt zolang de machine ingeschakeld is.
3. Spoelstop-toets " "
Indien u voortijds deze toets indrukt, eindigen de programma's
voor synthetika, fijnwas en wol (J m/t S) met het laatste
spoelwater in de kuip. Daarmee voorkomt u extra
kreukvorming als het wasgoed niet direkt uit de trommel
genomen wordt. U kunt de machine het programma laten
afmaken door wederom de spoelstop-toets te bedienen. De
machine zal dan afpompen, kort centrifugeren en stoppen.
In plaats daarvan kunt u de machine ook alleen laten
afpompen, door het programma V te kiezen. Laat wol nooit
in het laatste spoelwater staan. Druk bij wol de toets dus niet
van te voren in.
4. Energiespaar-toets " "
Door het voortijds indrukken van deze toets verlengt u de
wastijd in het katoenprogramma B met 20 minuten
(Temperatuur 60°C) en in het synthetikaprogramma J met
10 minuten (Temperatuur 40°C). Normaal vuile was wordt
dan toch schoon, terwijl u aanzienlijk spaart op de
energiekosten.
5. Centrifugereertoerental
Met deze draaiknop kunt u van te voren bepalen wat het
toerental van het eindcentrifugeren zal zijn. Bij de program-
ma's voor kook- en bontwas kunt u traploos kiezen tussen
650 en 1100 toeren per minuut.
Belangrijk : Draai nooit aan de programmaknop als de machine is ingeschakeld
6. Programmakeuze
Druk de programmaknop in en draai hem rechtsom tot de
gewenste letter midden in het venster staat. Zie
programmatabel.
7. Temperatuurkeuze
Met deze draaiknop kiest u de gewenste temperatuur.
De wasmiddelvakjes
1. Vakje voor het voorwas-
middel " ".
2. Vakje voor het, poedervormige
of vloeibare hoofdwasmiddel
" ".
3. Vakje voor een vloeibare
wasverzachter " ".
A
650
EW 1105 T
1
2
3
45
6
7
3
2
1
20
Adviezen en tips voor het wassen en drogen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang
op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is (gaat
schimmelen en veroorzaakt een muffe geur).
Men zegt ook wel dat "het weer er in gekomen is";
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte
kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet in
de krachtige katoen-programma's mag wassen.
Witte was wast u niet samen met bonte was.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen,
vallen onder "synthetika".
Zwakke stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen
onder "fijnwas".
Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor
"zuivere scheerwol". Bij alle andere wolsoorten en mengsels
kan niet worden uitgesloten dat het krimpt en/of vervilt in de
wasmaschine.
Wol moet u direkt na het wassen kort centrifugeren.
Voorwas
In principe doet u geen voorwas. Uw nieuwe machine, in
kombinatie met de moderne wasmiddelen, wast ook zonder
voorwas schoon. Dat spaart energie, tijd, water en
wasmiddel.
Indien echter het wasgoed zeer vuil is, bijvoorbeeld
garagekleding of slagerskleding, kan een voorwas met
biologisch voorwasmiddel gewenst zijn. Het voorwasmiddel
doet u in vakje .
Temperaturen
Wij adviseren u kookwas (witte katoen en linnen) met 60°C
in plaats van 95°C te wassen. Als het goed niet al te vuil is
wordt het ook dan schoon. Het spaart zo'n dertig procent
aan energie.
Datzelfde geldt, in mindere mate, ook voor lichtbonte was.
Normaal wast u dit goed met 60°C. Is het goed weinig vuil,
dan wordt het met 40°C ook nog schoon. Donkerbonte was
wast u met een temperatuur niet hoger dan 40°C.
Wast u lichbont en donkerbont door elkaar, dan stelt u
volgens donkerbont in, dus niet hoger dan 40°C.
Witte en lichtgekleurde synthetika kan doorgaans met 60°C
gewassen worden. Maar ook hier geldt dat het ook met 40°C
schoon wordt als het niet al te vuil is.
Donkergekleurde synthetika, fijnwas en wol wast u met een
temperatuur niet hoger dan 40°C. Geeft één van de etiketten
30°C aan, dan kiest u voor de gehele was 30°C.
Meestal kan det betreffende artikel wel tegen 40°C, maar de
fabrikant van uw wasautomaat kan geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor schade door wassen met te hoge
temperatuur.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Eigenlijk zoudt u het wasgoed steeds moeten wegen.Van
katoen en linnen (kook- en bontwas) mag u een bepaalde
maximum hoeveelheid in kilogrammen in de trommel doen
(zie programmatebel). Ook voor synthetika en wol gelden
maximum hoeveelheden in kilogrammen.
Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander
hulpmiddel:
Katoen en linnen:
volle trommel, maar niet proppen
Sterke synthetika en kreukherstellende stoffen
tweederde trommel
Fijnwas (acryl e.d.)
eenderde trommel
Wol (zie etiket)
eenderde trommel
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit
borst- en broekzakken. Spijkers, spelden, paperclips en
dergelijke kunnen grote schade aan uw machine en het
wasgoed aanrichten.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of
linnen zak.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een
keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft.
Behandel moeilijke vlekken, zoals die van gras, roest, teer,
verf, ballpoint, voortijds met een vlekkennoplosser. Gebruikt
u, bijvoorbeeld voor het verwijderen van verf, een vluchtige
stof, zoals terpentine en dergelijke, dan moet u met wassen
wachten tot het kledingstuk geheel uitgedampt is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel,
ontstaan door het gebruik van vluchtige, brandbare of giftige
stoffen.
Wasmiddelen
Er zijn, op het eerste gezicht, vele soorten; poedervormig en
vloeibaar, wel en niet gekoncentreerd, totaal-en speciale
wasmiddelen. In de praktijk zult u echter niet meer dan twee,
hoogstens drie verschillende soorten gebruiken.
Niet geschikte wasmiddelen
Gebruik, uit welke overwegingen dan ook, nimmer zeep of
handafwasmiddelen. U kunt er aanzienlijke schade aan de
machine en het wasgoed door veroorzaken.
21
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de voorwas
en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u
geen voorwas/-week doet, direkt in het vakje voor het
hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine
starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Voorwasmiddel, voorweekmiddel
Voor een voorwas/-week adviseren wij u een biologisch
voorwas/-weekmiddel te gebruiken.
Bontwas, fijnwas en wolwas
Er zijn aparte bontwasmiddelen, fijnwasmiddelen en ma-
chine-wolwasmiddelen.
Wij adviseren u om, in ieder geval voor de fijnwas en de
wolwas, van deze speciale middelen gebruik te maken.
Vloeibare wasverzachter
Een (vloeibare) wasverzachter kan gewenst zijn.
Bijvoorbeeld als u synthetika in de trommeldroger droogt.
De stof wordt dan tijdens het drogen niet "statisch".Doseer
niet meer dan tot het roostertje of het filternet of het symbool
MAX in het vakje voor de wasverzachter.
Hoeveel wasmiddel doseren?
Doseer om te beginnen zoveel als de fabrikant van het
wasmiddel op z'n verpakking aangeeft. Houd rekening met
de waterhardheid. Als u niet weet hoe hard het aan u
geleverde water is, vraag dat dan even na bij het
waterleidingbedrijf.
Als de trommel slechts half gevuld is kunt u, vanzelfsprekend,
ook wat minder wasmiddel dan voor een volle trommel
doseren; probeer een kwart minder.
Erg hard water
In het wasmiddel zitten kalkbindende stoffen. Daarom moet
u meer doseren naarmate de waterhardheid hoger is.
Bij te weinig kalkbindende stoffen zal het wasgoed, vooral bij
hogere temperaturen, vergrauwen en stug worden.
Bij erg hard water doseert u dus van alle andere in het
wasmiddel voorkomende stoffen meer dan nodig is. Dat kunt
u verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het
verschil aan te vullen met een aparte kalkbinder, zoals
Calgon.
Houdt u zich aan de voorschriften op de verpakking en
doseer Calgon gewoon in het vakje .
"S System" wassysteem
Deze machine is voorzien van een wassysteem, dat "S
System" genoemd is : een krachtige cirkulatiepomp, welke
het water in de kuip voortdurend cirkuleert. Zodoende is er
minder water nodig en kan de hoeveelheid opgenomen
water veel beter aan de hoeveelheid wasgoed aangepast
worden. Dat gebeurt automatisch. Met name bij "kleine
wasjes" is de machine aanzienlijk zuiniger dan traditionele
machines.
DuitseDuitse
DuitseDuitse
Duitse
schaalschaal
schaalschaal
schaal
Waterhardheid
FranseFranse
FranseFranse
Franse
schaalschaal
schaalschaal
schaal
EigenschapEigenschap
EigenschapEigenschap
Eigenschap
BereikBereik
BereikBereik
Bereik
1 zacht 0 - 7 0 - 15
2 middelmatig 8 - 14 16 - 25
3 hard 15 - 21 26 - 37
4 zeer hard meer dan 21 meer dan 37
22
A
B
B
C
F
G
Adviesprogramma's
Belangrijk : Draai nooit aan de programmaknop als de machine is ingeschakeld
Programma's voor kook- en bontwas (katoen en linnen)
Maximum belading : 4,5 kg
Prog.
knop
Temp.
knop °C
Programma voor :
Korte beschrijving von het programma
Voorwas
Kook- of bontwas
E-kook- of bontwas
Toets indrukken
Bontwas
Spoelen
Lang centrifugeren
40°- 95°
40°- 95°
E - 60°
40°- 60°
Hoofdwas, 3 x spoelen, kort centrifugeren
Hoofdwas, 3 x spoelen, kort centrifugeren
Verkorte hoofdwas, 3 x spoelen, kort centrifugeren
3 x spoelen, kort centrifugeren
Hoofdwas, 3 x spoelen, kort centrifugeren
Hoofdwas, 3 x spoelen, kort centrifugeren
3 x spoelen, kort centrifugeren
1 x spoelen, kort centrifugeren
Kort centrifugeren
Afpompen. Kiezen in alle gevallen dat u het
water uit de kuip kwijt moet.
J
J
K
L
M
N
R
S
T
V
Programma's voor synthetika, fijnwas en wol
Maximum belading : 2 kg, wol 1 kg
Prog.
knop
Temp.
knop °C
Programma voor
Korte beschrijving von het programma
Synthetika
E-synthetika
Toets indrukken
Synthetika
Spoelen
Wol
Fijnwas
Spoelen
Wasverzachter
Kort centrifugeren
Afpompen
40°- 60°
E - 40°
30°- 40°
...40
...40
Voorwas, hoofdwas, 3 x spoelen,
lang centrifugeren
Hoofdwas, 3 x spoelen, lang centrifugeren
Verlengde hoofdwas, 3 x spoelen, lang cent.
Hoofdwas, 3 x spoelen, lang centrifugeren
3 x spoelen, lang centrifugeren.
Lang centrifugeren
Na het wassen
- Druk de AAN/UIT-toets in de uit-stand.
- Laat de toetsen terugkomen.
- Neem de steker uit het stopkontakt of, waar van toepassing, trek de badkamertrekschalelaar op UIT.
- Draai de kraan dicht.
NOOT : NADAT DE MACHINE UITGESCHAKELD IS DUURT HET 1 TOT 2 MINUTEN ALVORENS HET DEKSEL GEOPEND
KAN WORDEN. DIE TIJD HEEFT DE ELEKTRISCHE VERGRENDELING NODIG OM TE ONTGRENDELEN.
23
Textielbehandelingssymbolen
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk-
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Gewoon
pro-
gramma
Anti
kreuk
pro-
gramma
Alleen
snelle
handwas
Niet
wassen,
ook niet
weken
WASSEN
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd
chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk.
BLEKEN
Niet mogelijk
STRUKEN
Niet strijkenHeet strijken Lauw strijken
Warm strijken
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare wastemperaturen aan; deze niet
overschrijden. Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve
wasjesprogramma's. Anti-kreuk-programma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten
en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine beladen met de helft van het maximale gewicht.
Handwas lauw of koud. Wolwas in de machine: alleen volgens programma's die zijn goedgekeurd
door het Internationaal Wol Secretariaat (IWS), Belading: 1/3 tot 1/4 van het maximale gewicht.
Niet chemisch
reinigen
Speciale reiniging
Gewone reiniging
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken
oplosmiddel aan.
Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig
mechanische beweging, korte reinigings-, spoel- en centrifugeertijden; en vooral: geen
water toevoegen.
TROMMEL-
DROGEN
Niet drogen in
droogtrommel
Normale textiel
Hittegevoelige textiel
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY
CLEANING
Zie voor meer informatie het boekje "Textiel ABC", te verkrijgen door overmaking van f15,36 op gironummer 666402
van VTWS, Delft. Telefoon (015) 61 12 05.
Wolwas-
pro-
gramma
24
6. Centrifugereertoerental
Met deze draaiknop kunt u van te
voren bepealen wat het toerental van
het eindcentrifugeren zal zijn (650 en
1100 toeren per minuut).
7. Kies het gewenste programma
Draai de programmaknop rechtsom
tot het gewenste cijfer midden in het
venster staat. Zie programmatabel.
8. Start de machine
Trek, indien aanwezig, de
badkamertrekschakelaar op
AAN, of steek de steker in het
stopkontakt.
Draai de kraan open.
Kontroleer of de afvoerslang goed
geplaatst is.
Druk op de AAN/UIT-toets " ": het lichtnet-kontrolelampje
brandt; even later start de machine en werkt het gekozen
programma automatisch af.
9. De machine is klaar
Na het wassen
- Druk op de AAN/UIT-toets " ". De machine is
uitgeschakeld.
- Laat de toetsen terugkomen.
- Neem de steker uit het stopkontakt of, waar van
toepassing, trek de badkamertrekschalelaar op UIT.
- Draai de kraan dicht.
Noot : nadat de machine uitgeschakeld is duurt het 1 tot 2
minuten alvorens het deksel geopend kan worden. Die tijd
heeft de elektrische vergrendeling nodig om te ontgrendelen.
Volgorde van handelingen
1. Trommel vullen
- Open het machinedeksel.
- Druk op de grendeltoets A (fig. 8) en druk de trommelklep-
pen naar beneden tot ze van elkaar loslaten en vanzelf
omhoog komen.
- Hang de voorste klep over de klepsteunen ; de trommel kan
dan tijdens het beladen niet verdraaien.
- Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel ; haal
opgevouwen wasgoed eerst uit-
elkaar.
- Sluit de trommel door de
kleppen naar beneden te
drukken en omhoog te laten
komen. Vergrendelen gebeurt
automatisch, maar kontroleer
of de kleppen goed gesloten
zijn.
- Sluit het machinedeksel.
2. Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddelhouder uit het bedieningspaneel tot hij
stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid
wasmiddel in een maatbekertje af
en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel ( ).
Gaat u echter ook voorweken doe
dan een biologisch voorwasmiddel
in het vakje ( ).
3. Doe, eventueel, wasverzachter in het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje ( ). Overschrijd het nivo MAX of het
roostertje niet.
4. Druk funktietoets(en) in
Druk, indien gewenst, één of meer funktletoetsen in.
5. Stel de temperatuur in
Draai de temperatuurknop tot de
merkstreep fegenover de
gewenste temperatuur staat. U
kunt op alle programma's ook
KOUD wassen, door de knop op
" " te draaien.
A
25
Afvoerfilter
Het pluizenfilter bevindt zich achter het klepje in de sokkel
van de machine. Wij adviseren u het filter regelmatig te
kontroleren en, zo nodig, schoon te maken. Een verstopt
filter veroorzaakt machinestroring. Kontroleer het filter in elk
geval na het wassen van pluizig goed, zoals molton.
Leg vóór u het filter uit de machine neemt de afvoerslang
gestrekt over de vloer, met het slangeind in een schaal om
het restwater in op te vangen.
Open het filterklepje door op de linker kant te drukken en
plaats een opvangschaaltje onder het filter.
Verwijder, indien bij dit model aanwezig, het dopje en trek het
aftapslangetje naar bulten om het laatste restwater af te
voeren.
Draai het filter linksom uit het filterhuis en maak het onder
de stromende kraan schoon.
Plaats het filter in de geleiders terug en draai het rechtsom
goed vast.
Druk, indien aanwezig, het slangetje naar binnen en doe
het dopje weer op de opening.
ONDERHOUD
fig.1
fig.2
fig.3
Buitenkant
De buitenkant kunt u, naar behoefte, lappen met lauwwarm
water en een huishoudschoonmaakmiddel dat niet krast.
Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans
streeploos op.
Belangrijk : Gebruik nooit alcohol, terpentine en dergelijke
oplosmiddelen.
Schoonmaken van de wasmiddelhouder
Uw wasautomaat is uitgerust met een wasmiddelhouder
welke zich onder hat machinedeksel bevindt. Hij kan ten
behoeve van het schoonmaken van het deksel afgenomen
worden.
1 - Verwijderen
Draai met behulp van een schroevendraaier de twee
schroeven een kwartslag (Fig.1).
Schuif de wasmiddelhouder omhoog en verwijder hem
(Fig.2)
Maak met behulp van een borsteltje de wasmiddelhouder
schoon onder de stromende kraan (Fig.3).
2 - Terugplaatsen
Plaats de wasmiddelhouder terug en bevestig hem door de
twee schroeven een kwartslag te draaien (fig.4 - fig. 5).
fig.4
fig.5
26
EENVEENV
EENVEENV
EENV
OUDIGE STOUDIGE ST
OUDIGE STOUDIGE ST
OUDIGE ST
ORINGENORINGEN
ORINGENORINGEN
ORINGEN
Kunt u de storing niet zelf
lokaliseren of verhelpen,
raadpleegt u dan de
servicedienst.
Noteer, voor u gaat
telefoneren, even merk,
modelnummer en
aankoopdatum van uw ma-
chine; de servicedienst zal u
er om vragen.
De machine start nietDe machine start niet
De machine start nietDe machine start niet
De machine start niet
Na het instellen van een programma en het inschakelen,
start de machine niet en ook het kontrolelampje brandt
niet:
Kijk of u het deksel goed gesloten hebt.
Kijk of de betreffende groepzekering heel is.
Schakelde u de wasautomaat in terwijl ook de
trommeldroger, op dezelfde groep, AAN staat dan
raakt vrijwel zeker de zekering defekt.
De machine start niet, maar het krontrolelampje brandtDe machine start niet, maar het krontrolelampje brandt
De machine start niet, maar het krontrolelampje brandtDe machine start niet, maar het krontrolelampje brandt
De machine start niet, maar het krontrolelampje brandt
wel:wel:
wel:wel:
wel:
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfiltertje verstopt?
De Machine neemt wel water op, maar dat stroomt erDe Machine neemt wel water op, maar dat stroomt er
De Machine neemt wel water op, maar dat stroomt erDe Machine neemt wel water op, maar dat stroomt er
De Machine neemt wel water op, maar dat stroomt er
door de afvoer weer uit:door de afvoer weer uit:
door de afvoer weer uit:door de afvoer weer uit:
door de afvoer weer uit:
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op
een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de
machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk.
De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet:De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet:
De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet:De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet:
De machine pompt niet af en/of centrifugeert niet:
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Afvoerfilter verstopt?
Er ligt water op de vloer:Er ligt water op de vloer:
Er ligt water op de vloer:Er ligt water op de vloer:
Er ligt water op de vloer:
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt?
Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks
dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of
de slang nat is.
De machine dreunt of is erg luidruchtig: De machine dreunt of is erg luidruchtig:
De machine dreunt of is erg luidruchtig: De machine dreunt of is erg luidruchtig:
De machine dreunt of is erg luidruchtig:
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig tegen de vloer en zijn de
kontramoeren goed tegen de machinebodem
gedraaid?
129 4587 43
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Electrolux EW 1105T Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor