Aeg-Electrolux B5745-5-M Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

B5745-5
Gebruiksaanwijzing Elektrisch
inbouwfornuis
Inhoud2
Inhoud
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het apparaat 4
Totaalaanzicht 4
Bedieningspaneel 5
Uitrusting oven 5
Accessoires oven 6
Voor het in gebruik nemen 7
Dagtijd instellen en wijzigen 7
Voor de eerste keer reinigen 8
Bedienen van de oven 8
Oven in- en uitschakelen 9
Snelopwarmen 11
Ovenfuncties 12
Hulpstukken plaatsen 12
Grillset 13
Vetfilter plaatsen/verwijderen 14
Klokfuncties 15
Overige functies 20
Toepassingen, tabellen en tips 21
Bakken 21
Braden 27
Vlak-grilleren 29
Ontdooien 29
Drogen met hetelucht 30
Wecken 31
Reiniging en onderhoud 32
Buitenkant apparaat 32
Oven-binnenruimte 32
Hulpstukken 32
Vetfilter 32
Pyrolytische reiniging 33
Ovenverlichting 33
Ovendeur 34
Ovendeurruit 35
Wat is er aan de hand als … 37
Afvalverwerking 38
Service 39
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van opti-
male en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
1
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
2 Milieu-informatie
3Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstal-
latie uitschakelen.
Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitge-
voerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan.
Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
Personen (inclusief kinderen) die vanwege hun fysieke, zintuiglijke of mentale vermo-
gens of hun onervarenheid of onkundigheid niet in staat zijn het apparaat veilig te
gebruiken, mogen dit apparaat uitsluitend onder toezicht of met aanwijzingen van
een verantwoordelijk persoon gebruiken.
Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor het koken, bakken en braden van ge-
rechten worden gebruikt.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de
buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet ingeklemd raken onder de hete oven-
deur.
Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de binnenruimte van de
oven heet.
Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan eventueel een licht ontvlam-
baar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dit geval voorzichtig. Kom niet
met hitte, vuur of vonken in de buurt van de oven.
3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levens-
middelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid
door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel moge-
lijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Zo voorkomt u beschadiging van het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen enz. op de
bodem, omdat daarmee het email van de oven door de optredende hitteconcentratie
wordt beschadigd.
Fruitsappen die van de bakplaat druppelen veroorzaken vlekken die niet kunnen wor-
den verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Beschrijving van het apparaat4
Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan
het glas breken.
Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit
ontbranden.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan beschadigd worden.
Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In
de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen te-
recht kan komen.
3 Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet
van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik.
Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Ovendeur
Bedieningspaneel
Deurgreep
5Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
Uitrusting oven
Functietoetsen
Ovenfuncties
Temperatuur-/tijdkeuze
Temperatuur-/tijdindicatie
Bedrijfscontrolelampje Bedrijfscontrolelampje
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Vetfilter
Verwarmingselement in de
achterwand
Ventilator
Onderwarmte
Beschrijving van het apparaat6
Inschuifniveaus
Aan de ovendeur bevinden zich 2 houders met
5 openingen voor het ophangen van de hulp-
stukken.
Binnenzijde deur
Aan de binnenzijde van de ovendeur is de
nummering van de inschuifniveaus aan beide
zijden weergegeven.
Bovendiene vindt u korte informatie over
oven-functies, aanbevolen inschuifniveaus en
temperaturen voor de bereiding van de ge-
bruikelijkste gerechten.
Accessoires oven
Inhangrooster
Voor serviesgoed, keukenvormen, gebraden en
gegrild vlees.
Inhangraam
Voor het inhangen voor bakplaat en braadslede
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
7Voor het in gebruik nemen
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden
resp. als opvangbak voor het vet.
Inlegrooster
Inzetstuk voor de braadslede voor braden en
grillen.
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3 De oven functioneert alleen als u de dagtijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een
stroomstoring knippert het functielampje
Dagtijd automatisch.
1. Voor het wijzigen van een reeds ingestelde tijd,
de toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Dagtijd knippert.
2. Met de schakelaar / de actuele dagtijd in-
stellen.
Bedienen van de oven8
Na ca. 5 seconden dooft het knipperen en geeft
de klok de ingestelde dagtijd aan
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3 De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als de
kinderbeveiliging is uitgeschakeld en geen van
de klokfuncties Kookwekker , Duur of
Einde en geen oven-functies zijn ingesteld.
Voor de eerste keer reinigen
Voordat u de oven de eerste keer gebruikt, moet u hem reinigen.
1 Let op:Gebruik geen scherpe, schurende schoonmaakmiddelen! Het oppervlak kan dan
worden beschadigd.
3 Gebruik bij metalen fronten gebruikelijke schoonmaakmiddelen.
1. De ovendeur openen
De verlichting in de oven is ingeschakeld.
2. Alle hulpstukken verwijderen en met warm sopje reinigen.
3. Oven eveneens met warm sopje uitnemen en drogen.
4. Front van het apparaat met vochtige doek afnemen.
Bedienen van de oven
3 De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en temperatuurkeuze uit-
gerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende schakelaar. De schakelaar komt
dan naar buiten.
9Bedienen van de oven
Oven in- en uitschakelen
De oven inschakelen
De schakelaar Ovenfuncties op de gewenste
functie draaien. Het bedrijfscontrolelampje licht
op. De temperatuurindicatie toont de voorge-
stelde temperatuur voor de gekozen ovenfunc-
tie.
De oven begint te verwarmen.
Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt,
klinkt er een signaal.
Oventemperatuur wijzigen
Met de schakelaar / de temperatuur naar
boven of naar beneden wijzigen.
De instelling vindt plaats op stappen van 5 °C.
Ovenfuncties
Temperatuur-/tijdkeuze
Temperatuur-/tijdindicatie
Indicatiewisseling
Verwarmings-indicatie
Snelverwarmen
Bedrijfscontrolelampje
Toets Snelverwarmen
Bedrijfscontrolelampje
Toets Selectie
Bedienen van de oven10
Temperatuur controleren
De toetsen Snelopwarmen en Selectie
gelijktijdig indrukken.
De oventemperatuur van dat moment ver-
schijnt in de temperatuurindicatie.
De oven uitschakelen
Voor het uitschakelen van de oven de schake-
laar Ovenfuncties in de stand Uit draaien.
3 Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa-
tisch uitgeschakeld.
3 Verwarmings-indicatie
Indicatie opwarmen
Na het inschakelen van de ovenfunctie geven
de langzaam na elkaar oplichtende balken aan,
hoever de oven reeds opgewarmd is.
11Bedienen van de oven
Indicatie snelverwarmen
Na het inschakelen van de functie
snelverwarmen geven de na elkaar knip-
perende balken aan dat de functie snelverwar-
men in werking is. Bovendien brandt de balk
naast het symbool .
Indicatie restwarmte
Na het uitschakelen van de oven geven de nog
oplichtende balken de resterende restwarmte in
de oven aan.
Snelopwarmen
Na het kiezen van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie
Snelopwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd.
1 Let op: Gerecht pas in de oven plaatsen, als Snelopwarmen beëindigd is en de oven in
de gewenste functie werkt.
1. Gewenste ovenfunctie instellen (bijv. Conventioneel ). Eventueel temperatuurvoorstel
wijzigen.
2. Toets Snelopwarmen indrukken. De balk naast het symbool brandt.
De na elkaar knipperende balken geven aan dat Snelopwarmen in werking is.
Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur lichten de balken van de verwarmingsin-
dicatie op en de balk naast het symbool gaat uit. Er klinkt een signaal.
De oven verwarmt nu in de eerder ingestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt
het gerecht nu in de oven plaatsen.
3 De functie Snelopwarmen kan bij de ovenfuncties Hete luchtmet ring , Pizza
hetelucht , Conventioneel en Infratherm tevens ingeschakeld worden.
Bedienen van de oven12
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Hulpstukken plaatsen
In de ovendeur bevinden zich 5 inschuifniveaus voor het ophangen van de hulp-
stukken.
Ophangrooster plaatsen
Ophangrooster pakken (1) en in het gewenste
inschuifniveau voeren. Ophangrooster naar on-
deren drukken (2) tot de aanslag.
3 De inschuifniveaus wordne van onderen naar
boven geteld.
Ovenfunctie Toepassing
Hete luchtmet ring Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Pizza hetelucht Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Conventioneel Voor het bakken en braden op één niveau.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
veelheden en om te roosteren.
Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt ach-
tergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen
de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven
wordt verhit tot circa 500 °C.
13Bedienen van de oven
Bakplaat of braadslede in het ophangraam
plaatsen:
Bakplaat of braadslede op borgpennen in het
ophangraam plaatsen.
3 Bakplaat of braadslede alleen met ophangraam
plaatsen.
Rooster en braadslede samen plaatsen:
Bij het gezamenlijk gebruik van ophangraam en
braadslede eerst het ophangraam met de
braadslede en dan het ophangrooster op het
volgende niveau daarboven plaatsen.
Grillset
De grillset omvat het inlegrooster en de braadslede. Het inlegrooster kan aan beide kan-
ten worden gebruikt.
1 Waarschuwing: Bij het verwijderen van de braadslede uit de hete oven is er gevaar voor
verbranding!
Inlegrooster diep plaatsen.
Inlegrooster ligt in de braadslede.
Braadslede op het gekozen inschuifniveau van
de ovendeur ophangen.
3 Voor het braden van grotere stukken vlees of
gevogelte op één niveau.
Bedienen van de oven14
Inlegrooster hoog plaatsen.
Inlegrooster sluit met rand van de braadslede
af.
Braadslede op het gekozen inschuifniveau van
de ovendeur ophangen.
3 Voor het grillen van grotere hoeveelheden plat-
te levensmiddelen en om te roosteren.
Vetfilter plaatsen/verwijderen
Het vetfilter alleen gebruiken bij het bra-
den, om het verwarmingselement in de achter-
wand te beschermen tegen vetspatten.
Vetfilter plaatsen
Vetfilter bij de greep vastpakken en de
beide steuntjes van boven naar beneden
in de opening tegen de achterwand van
de oven (ventilatoropening) plaatsen.
Vetfilter verwijderen
Het vetfilter bij de greep vastpakken en
naar boven uit de oven nemen.
15Bedienen van de oven
Klokfuncties
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
3 Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
Na het kiezen van een klokfunctie knippert het betreffende functielampje gedurende
ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kan met de schakelaar / de gewenste tijd
ingesteld of gewijzigd worden.
Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje opnieuw
ca. 5 seconden. Daarna brandt het functielampje. De ingestelde tijd begint op de ach-
tergrond af te tellen.
Na afloop van de klokfunctie Duur en Einde moet de schakelaar ovenfunc-
ties op ”0“ worden gezet.
Met de toets Indicatie kan tussen oventemperatuur en dagtijd worden gewisseld.
Temperatuur-/tijdindicatie
Indicatiewisseling
Functielampjes voor klok
Toets Selectie
Bedienen van de oven16
3 Opvragen van de ingestelde of resterende tijd
De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de
resterende tijd wordt aangegeven.
Kookwekker
1. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Kookwekker knippert.
2. Met de schakelaar / de gewenste tijd in-
stellen (max. 99.00minuten).
Het functielampje Kookwekker brandt.
Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt
een signaal.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”0.00“ en het functielampje. Er klinkt een sig-
naal.
Het knipperen en het signaal uitschakelen:
Willekeurige toets indrukken
17Bedienen van de oven
Duur
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het
functielampje Duur knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste berei-
dingstijd instellen.
Het functielampje Duur brandt en de oven
is direct aan.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende
2 minuten een signaal. De oven schakelt auto-
matisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen:
De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
Bedienen van de oven18
Einde
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het
functielampje Einde knippert.
3. Met de schakelaar / de gewenste uitscha-
keltijd instellen.
Het functielampje Einde brandt en de oven
is direct aan.
Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert
”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende
2 minuten een signaal. De oven schakelt auto-
matisch uit.
Het knipperen en het signaal uitschakelen:
De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten.
19Bedienen van de oven
Duur en Einde in combinatie
3 Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt als de oven op een later tijd-
stip automatisch in- en uitgeschakeld moet worden.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie Duur de bereidingstijd in-
stellen die het gerecht nodig heeft.
In dit geval 1 uur.
3. Met de functie Einde het tijdstip instellen,
waarop het gerecht klaar moet zijn.
In dit geval om 14:05 uur.
De functielampjes Duur en Einde bran-
den en in de display wordt de temperatuur aan-
gegeven.
In dit geval 200°C.
De oven wordt op het berekende tijdstip auto-
matisch ingeschakeld.
In dit geval om 13:05 uur.
En na afloop van de ingevoerde duur wordt de
oven weer uitgeschakeld.
In dit geval om 14:05 uur.
Bedienen van de oven20
Overige functies
Indicatie-uitschakeling
2 U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen.
Tijdindicatie uitschakelen
1. Schakelaar / naar rechts draaien en vast-
houden.
2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de
indicatie donker wordt
3 De indicatie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen.
Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat
de dagtijdindicatie weer uit.
De tijdindicatie weer inschakelen om de dagtijd
weer voortdurend te laten aangeven.
Tijdindicatie inschakelen
1. Schakelaar / naar rechts draaien en vasthouden.
2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de indicatie weer verschijnt.
Kinderbeveiliging van de oven
De oven heeft een kinderbeveiliging. Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de
oven niet worden gebruikt.
3 Om de kinderbeveiliging in te kunnen schakelen mag er geen ovenfunctie geselecteerd
zijn.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vast-
houden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de
indicatie ”SAFE“ verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
1. Schakelaar / naar links draaien en vasthouden.
2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ dooft.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik.
21Toepassingen, tabellen en tips
Automatische uitschakeling van de oven
3 Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur
niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur.
De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van.
Ingebruikname na automatische uitschakeling
Schakel de oven helemaal uit.
Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen.
3 De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of
Einde ingesteld is.
Toepassingen, tabellen en tips
Bakken
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring of Conventioneel
Bakvormen
Voor Conventioneel zijn vormen van donker metaal en vormen met een coating
geschikt.
Voor Hete luchtmet ring zijn ook lichte metaalvormen geschikt.
Inzetniveaus
Bakken met Conventioneel is op een niveau mogelijk.
Met Hete luchtmet ring kunt u op max. 3 bakplaten tegelijk bakken.
1 bakplaat:
bijv. inschuifniveau 3
30 - 120°C na 12,5 uur
120 - 200°C na 8,5 uur
200 - 250°C na 5,5 uur
250 - max°C na 3,0 uur
Toepassingen, tabellen en tips22
1 bakvorm:
bijv. inschuifniveau 1
2 bakplaten:
bijv. inschuifniveaus 1 en 3
3 bakplaten:
Inschuifniveaus 1, 3 en 5
Algemene aanwijzingen
Bakplaat en braadslede zijn slechts met inhangraam voor de ovendeur te gebruiken.
U kunt met Conventioneel of Hete luchtmet ring ook twee vormen tegelijkertijd
naast elkaar op het rooster bakken. De baktijd wordt nauwelijks langer.
3 Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diep-
gevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze
weer recht.
23Toepassingen, tabellen en tips
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoor-
schriften, bereidingstijden en inschuifniveaus.
De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden, aangezien deze waarden afhankelijk
zijn van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
We adviseren u om bij de eerste keer de lage termperatuurwaarde in te stellen en pas
indien nodig, bijv. wanneer het gebak bruiner moet worden of de baktijd te lang duurt,
een hogere temperatuur te kiezen.
Als u voor uw eigen recept geen concrete gegevens vindt, oriënteer u dan op een
soortgelijk gebak.
Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de bak-
tijd 10-15 minuten langer zijn.
Vochtig gebak (bijv. pizza's, vruchtentaart etc.) worden op een niveau bereid.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak aan het begin van het bakpro-
ces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de
loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag hebben dan de oven die u eerst had.
Pas daarom de instellingen (temperatuur, gaartijden) en de inzetniveaus waaraan u
was gewend aan aan de aanbevelingen in de volgende tabellen.
2 Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om gebruik te kunnen maken van de nawarmte.
Tenzij anders aangegeven gelden de tabellen voor het plaatsen van een gerecht in een
koude oven.
Baktabel
Bakken op één inzetniveau
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Gebak in vormen
Tulband Hete luchtmet ring 1 150-160 0:50-1:10
Zandgebak/koningstaart Hete luchtmet ring 1 140-160 1:10-1:30
Biscuittaart Hete luchtmet ring 1 140 0:25-0:40
Biscuittaart Conventioneel 1 160 0:25-0:40
Taartbodem van zandtaart-
deeg
Hete luchtmet ring 3 170-180
1)
0:10-0:25
Taartbodem van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-170 0:20-0:25
Dichte appeltaart Conventioneel 1 170-190 0:50-1:00
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Hete luchtmet ring 1 160 1:10-1:30
Appeltaart (2vormen
Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Conventioneel 1 180 1:10-1:30
Hartige taart (bijv. quiche
lorraine)
Hete luchtmet ring 1 160-180 0:30-1:10
Kwarktaart Conventioneel 1 170-190 1:00-1:30
Toepassingen, tabellen en tips24
Gebak op het bakblik
Gistbroodje/-krans Conventioneel 3 170-190 0:30-0:40
Kerststol Conventioneel 3 160-180
1)
0:40-1:00
Brood (roggebrood)
-eerst
-dan
Conventioneel 1
230
1)
160-180
0:25
0:30-1:00
Roomsoezen/tompoezen Conventioneel 3 160-170
1)
0:15-0:30
Biscuitrol Conventioneel 3 180-200
1)
0:10-0:20
Kruimelgebak droog Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40
Boter-/suikerkoek Conventioneel 3 190-210
1)
0:15-0:30
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hete luchtmet ring 3 150 0:35-0:50
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Conventioneel 3 170 0:35-0:50
Vruchtentaart op zandtaart-
deeg
Hete luchtmet ring 3 160-170 0:40-1:20
Plaatkoek met kwetsbaar be-
leg (bijv. kwark, room, honing)
Conventioneel 3 160-180
1)
0:40-1:20
Pizza (met veel beleg)
2)
Hete luchtmet ring 1 180-200
1)
0:30-1:00
Pizza (dun) Hete luchtmet ring 1 200-220
1)
0:10-0:25
Turks brood Hete luchtmet ring 1 200-220 0:08-0:15
Zwitsers fruitpuddinkje Hete luchtmet ring 1 180-200 0:35-0:50
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:06-0:20
Sprits Hete luchtmet ring 3 140 0:20-0:30
Sprits Conventioneel 3 160
1)
0:20-0:30
Koekjes van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:15-0:20
Schuimgebak, baiser Hete luchtmet ring 3 80-100 2:00-2:30
Bitterkoekjes Hete luchtmet ring 3 100-120 0:30-0:60
Koekjes van gistdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40
Koekjes van bladerdeeg Hete luchtmet ring 3 170-180
1)
0:20-0:30
Broodjes Hete luchtmet ring 3 160
1)
0:20-0:35
Broodjes Conventioneel 3 180
1)
0:20-0:35
Kleine cakejes (20stuks/blik) Hete luchtmet ring 3 140
1)
0:20-0:30
Kleine cakejes (20stuks/blik) Conventioneel 3 170
1)
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
25Toepassingen, tabellen en tips
Bakken op meerdere niveaus
Baktips
Soort gebak
Hetelucht met
ring
Hete luchtmet
ring
Tijd
uur: min.
Niveau van onderen
Tempera-
tuur ºC
2 niveaus 3 niveaus
Gebak op de bakplaat
Roomsoezen/tompoezen 1/4 --- 160-180
1))
1) Oven voorverwarmen
0:35-0:60
Droog kruimelgebak 1/3 --- 140-160 0:30-0:60
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg 1/3 1/3/5 150-160 0:15-0:35
Sprits 1/3 1/3/5 140 0:20-0:60
Koekjes van roerdeeg 1/3 --- 160-170 0:25-0:40
Schuimgebak, baiser 1/3 --- 80-100 2:10-2:50
Bitterkoekjes 1/3 --- 100-120 0:40-1:20
Met gist gebakken koekjes 1/3 --- 160-170 0:30-0:60
Koekjes van bladerdeeg 1/3 --- 170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes 1/4 --- 160 0:30-0:45
Kleine cakejes (20stuks/blik) 1/4 --- 140
1)
0:25-0:40
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van het ge-
bak is te licht van kleur
Verkeerde inschuifhoogte Gebak lager inschuiven
Het gebak zakt in (wordt
klef, papperig, vochtig)
Te hoge baktemperatuur Baktemperatuur iets lager in-
stellen
Te korte baktijd Baktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden
verkort door een hogere bak-
temperatuur
Te veel vocht in het deeg Gebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bij-
zonder bij het gebruik van keu-
kenmachines
Gebak is te droog Te lage baktemperatuur Baktemperatuur hoger instellen
Te lange baktijd Baktijd verkorten
Toepassingen, tabellen en tips26
Tabel Pizza hetelucht
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gebak wordt ongelijkma-
tig bruin
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Baktemperatuur lager instellen
en baktijd verlengen
Het deeg is ongelijkmatig ver-
deeld
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd
Te lage temperatuur Baktemperatuur iets hoger in-
stellen
Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen
Soort gebak Inzetniveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Pizza (dun) 1 180 - 200
1)
1) Oven voorverwarmen
20 - 30
Pizza (met veel beleg) 1 180 - 200 20 - 30
Swabische pizza 1 180 - 200 45 - 60
Spinazietaart 1 160 -180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 40 - 50
Kwarktaart, rond 1 140 - 160 60 - 90
Kwarktaart op bakplaat 1 140 - 160 50 - 60
Appeltaart, dicht 1 150 - 170 50 - 70
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Turks brood 1 250 - 270
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart 1 160 - 180
1)
40 - 50
Flammekuchen (brood) 1 250 - 270
1)
12 - 20
Piroggen (gevulde broodjes) 1 180 - 200
1)
15 - 25
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Pastaschotel Conventioneel 1 180-200 0:45-1:00
Lasagne Conventioneel 1 180-200 0:25-0:40
Gegratineerde groente
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Gegratineerd stokbrood
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Zoete ovenschotels Conventioneel 1 180-200 0:40-0:60
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
27Toepassingen, tabellen en tips
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
Braden
Ovenfunctie: Conventioneel of Infratherm
Braadservies
Voor het braden is elk hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
Voor het braden kunt u de grillset gebruiken.
Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op
deze manier blijft het vlees sappiger.
Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder dek-
sel braden.
3 Aanwijzingen bij de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Wij adviseren vlees en vis pas vanaf 1 kg in de ovente braden.
Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
wat vloeistof in het braadservies te doen.
Braadstukken naar behoefte na 1/2 - 2/3 van de bereidingstijd keren.
Grote braadstukken en gevogelte gedurende de bereidingstijd meerdere keren met
braadvocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om gebruik te
maken van de nawarmte.
Visschotels Conventioneel 1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente Infratherm 1 160-170 0:30-1:00
1) Oven voorverwarmen
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
Diepvriespizza Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Patates frites
1)
(300-600 g)
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
Infratherm 3 200-220
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Stokbrood Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Vruchtentaart Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Toepassingen, tabellen en tips28
Braadtabel
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Rundvlees
Stoofvlees 1-1,5 kg
Conventio-
neel
1 200-250 2:00-2:30
Rosbief of ossenhaas per cm dikte
- Van binnen rood (ra-
re)
per cm
dikte
Infratherm 1 190-200
1)
0:05-0:06
- van binnen roze
(medium)
per cm
dikte
Infratherm 1 180-190 0:06-0:08
- doorbakken (well
done)
per cm
dikte
Infratherm 1 170-180 0:08-0:10
Varkensvlees
Schouderstuk, nek-
stuk, ham
1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kotelet, casselerrib 1-1,5 kg Infratherm 1 170-180 1:00-1:30
Gehakt 750 g-1 kg Infratherm 1 160-170 0:45-1:00
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 1 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kalfsbout 1,5-2 kg Infratherm 1 160-180 2:00-2:30
Lamsvlees
Lamsbout,
lamsgebraad
1-1,5 kg Infratherm 1 150-170 1:15-2:00
Lamsrug 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:00-1:30
Wild
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
Conventio-
neel
3 220-250
1)
0:25-0:40
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg
Conventio-
neel
1 210-220 1:15-1:45
Ree-/hertenbout 1,5-2 kg
Conventio-
neel
1 200-210 1:30-2:15
Gevogelte
Stukken gevogelte
per 200-
250g
Infratherm 1 200-220 0:35-0:50
Halve kip
per 400-
500g
Infratherm 1 190-210 0:35-0:50
Kip, poularde 1-1,5 kg Infratherm 1 190-210 0:45-1:15
Eend 1,5-2 kg Infratherm 1 180-200 1:15-1:45
29Toepassingen, tabellen en tips
Vlak-grilleren
Ovenfunctie: Grill klein of Grill groot met maximale temperatuurinstelling
1 Let op: Grillen altijd bij gesloten ovendeur.
3 Verwarm de lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voor.
Gebruik voor het grillen de grillset.
De grilltijden zijn richtwaarden.
Grillen is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Grilltabel
Ontdooien
Ovenfunctie: Ontdooien (zonder temperatuurinstelling)
Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aan-
zienlijk verlengen.
Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen.
Gans 3,5-5 kg Infratherm 1 160-180 2:30-3:30
Kalkoen 2,5-3,5 kg Infratherm 1 160-180 1:45-2:30
Kalkoen 4-6 kg Infratherm 1 140-160 2:30-4:00
Vis (stoven)
Hele vissen 1-1,5 kg
Conventio-
neel
1 210-220 0:45-1:15
1) Oven voorverwarmen
Gerecht Inzetniveau
Tijd
1e zijde 2e zijde
Frikadellen 4 8-10 min. 6-8 min.
Varkenshaas 4 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 4 8-10 min. 6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet 4 6-7 min. 5-6 min.
Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg) 3 10-12 min. 10-12 min.
Geroosterd brood
1)
1) Niet voorverwarmen
3 4-6 min. 3-5 min.
Snacks op toast 3 6-8 min. ---
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Toepassingen, tabellen en tips30
Ontdooitabel
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Hete luchtmet ring
Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en
gedurende de nacht laat afkoelen.
Daarna het gerecht verder laten drogen.
Gerecht
Ontdooitijd
min.
Nadooitijd
min.
Opmerking
Kip, 1000 g 100-140 20-30
Kip op een omgekeerd schoteltje in een
groot bord leggen
Na de helft van de tijd keren
Vlees, 1000g 100-140 20-30 Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g 90-120 20-30 Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g 25-35 10-15 ---
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 ---
Boter, 250g 30-40 10-15 ---
Slagroom, 2 x 200g 80-100 10-15
Slagroom kan ook met nog licht bevroren
deeltjes goed worden geklopt
Gebak, 1400g 60 60 ---
Gerecht
Temperatuur in
°C
Inzetniveau
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Groenten
Bonen 60-70 3 1 / 4 6-8
Paprika (reepjes) 60-70 3 1 / 4 5-6
Soepgroenten 60-70 3 1 / 4 5-6
Paddestoelen 50-60 3 1 / 4 6-8
Kruiden 40-50 3 1 / 4 2-3
Fruit
Pruimen 60-70 3 1 / 4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1 / 4 8-10
Appelschijven 60-70 3 1 / 4 6-8
Peren 60-70 3 1 / 4 6-9
31Toepassingen, tabellen en tips
Wecken
Ovenfunctie: Onderwarmte
Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke glazen van het-
zelfde formaat.
Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen blikken zijn on-
geschikt.
Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes glazen met elk een
inhoud van één liter plaatsen.
De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn dichtgeklemd.
Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-liter-glazen na ca. 35-60
minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Product
Temperatuur
in°C
Wecken tot het
parelen begint
in min.
Doorkoken bij
100 °C
in min.
Bessen
Aardbeien, bosbessen, frambozen,
rijpe kruisbessen
160-170 35-45 ---
Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15
Steenvruchten
Peren, kweeperen, pruimen 160-170 35-45 10-15
Groente
Wortels
1)
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
160-170 50-60 5-10
Paddestoelen
1)
160-170 40-60 10-15
Komkommers 160-170 50-60 ---
Gemengd tafelzuur 160-170 50-60 15
Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20
Bonen 160-170 50-60 ---
Reiniging en onderhoud32
Reiniging en onderhoud
1 Waarschuwing: Voor het reinigen het apparaat uitschakelen en laten afkoelen.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet met stoomblazers of hoge-
drukreinigers schoonmaken.
Let op: Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen, scherpe voorwerpen of
vlekkenverwijderaars.
Reinig de glazen ovendeur niet met schuurmiddelen of metalen schrapers die krassen
kunnen veroorzaken op het oppervlak. Hierdoor kan het glas springen.
Buitenkant apparaat
De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Oven-binnenruimte
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
3 Reinig het apparaat elke keer na gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te verwij-
deren en kunnen niet inbranden. Niet verwijderde resten kunnen door de Pyrolyse ver-
anderingen in het oppervlak veroorzaken.
1. Bij het openen van de ovendeur wordt automatisch de ovenverlichting ingeschakeld.
2. De oven elke keer na gebruik met een sopje afnemen en drogen.
3 Bij hardnekkig vuil met Pyrolyse reinigen.
1 Let op!Als u een ovenspray gebruikt, dient u beslist de aanwijzingen van de fabrikant in
acht te nemen.
Hulpstukken
Alle hulpstukken na ieder gebruik afwassen en goed afdrogen. Om het schoonmaken te
vergemakkelijken kort laten inweken.
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasauto-
maten uitkoken.
33Reiniging en onderhoud
Pyrolytische reiniging
1 Waarschuwing: De oven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut uit
de buurt houden.
1 Let op! Alvorens de pyrolyse uit te voeren, moeten alle uitneembare delen inclusief de
inschuifroosters uit de oven worden verwijderd.
Pyrolytische reiniging
1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen.
2. Kies de ovenfunctie Pyrolyse .
in de tijdindicatie verschijnt “03:15:00”,
De tijdsduur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3 De Licht is buiten werking.
Bij het bereiken van de gespecificeerde temperatuur wordt de deur vergrendeld.
De balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld.
Duur van de pyrolytische reiniging veranderen
1. Ga te werk zoals beschreven bij “Pyrolytische Reiniging”.
2. Zolang als Duur knippert, met de toets of de gewenste pyrolyseduur selecte-
ren:
“2:15:00” of “3:15.00”
Duur knippert ca. 5 seconden.
Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start.
3 Indien Duur niet meer knippert, de toets Selectie opnieuw indrukken en dan de
instelling doorvoeren.
Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen
De pyrolyse-uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen
2 min. na het instellen van de pyrolyse).
Wanneer welke pyrolyse gebruiken:
P2 - 2:15:00 = Pyrolyse licht: Voor licht vervuilde oven.
P1 - 3:15:00 = Pyrolyse intensief: Voor sterk vervuilde oven
Ovenverlichting
1 Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp:
oven uitschakelen!
zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
3 Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven
leggen.
Reiniging en onderhoud34
Ovenlamp vervangen/glas reinigen
1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en
schoonmaken.
2. Indien nodig:
oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hit-
tebestendig vervangen.
3. Afdekglas weer aanbrengen.
Ovendeur
Om de ovendeur van uw apparaat gemakkelijker te kunnen schoonmaken kan deze wor-
den uitgehangen.
Ovendeur verwijderen
1. Ovendeur eruit trekken.
2. Ovendeur met beide handen aan de zijkanten
vastpakken.
3. Ovendeur verticaal naar boven uit de gelei-
dingsstangen trekken.
1 Let op: Niet aan de deurgreep van de oven-
deur omhoogtrekken!
3 Ovendeur met de buitenkant naar onderen op
een zachte, vlakke ondergrond leggen, bij-
voorbeeld op een deken, om krassen te voor-
komen.
Ovendeur plaatsen
1. Ovendeur vanaf de greepzijde met beide han-
den aan de zijkant vastpakken. Ovendeur
loodrecht op de geleidingsstaven zetten en
naar onderen laten glijden.
2. Ovendeur sluiten.
35Reiniging en onderhoud
Ovendeurruit
De ovendeur is voorzien van drie achter elkaar aangebrachte ruiten. De ruiten aan de
binnenkant zijn afneembaar om ze te kunnen schoonmaken.
3 Verwijderen van de ovendeurruiten alleen bij een uitgehangen deur
1 Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat,
kan het glas breken.
Ovendeurruit verwijderen
1. Ovendeur uithangen en met handgreep naar onderen op een zachte, vlakke ondergrond
leggen.
2. Deurafdekking(B) aan de bovenkantvan de
deur aan beide kanten vastpakken en naar bin-
nen drukken om de klemsluiting te ontgrende-
len. De deurafdekking er dan aftrekken
3. Bekleding aan de zijkant vastpakken. Met lich-
te druk in de richting van de deurgreep schui-
ven. De bekleding springt uit de geleiding en
kan worden afgenomen. Bekleding aan beide
kanten afnemen.
4. Ovendeur een beetje optillen. Achtereenvol-
gens bij de bovenrand aanpakken en de gelei-
ding wegtrekken.
Ovendeurruiten reinigen.
De ovendeurruiten grondig met een sopje reinigen. Daarna zorgvuldig afdrogen.
Reiniging en onderhoud36
Ovendeurruiten reinigen.
1. Deurruiten schuin van boven in het deurprofiel
aan de onderkant van dedeur invoeren en la-
ten zakken.
3 Eerst de kleinste ruit, dan de grootste ruit
plaatsen.
2. Bekleding aan de zijkant van de deurlijst zo
plaatsen, dat beide ventilatiesleuven naar de
deurgreep wijzen. Bekleding aandrukken en
vanaf de deurgreep erop schuiven. Bekleding
sluit ineen. Opnieuw controleren of deze aan
beide kanten goed vastzit.
3. Deurafdekking(B) links en rechts vastpakken,
tegen de binnenkant van de deurrand plaatsen
en deurafdekking(B) op de bovenkant van de
deur vastdrukken.
3 Aan de open zijde van de deurafdekking (B) be-
vindt zich een geleiderail (C). Deze moet tus-
sen de buitenste deurruit en het
geleidingsprofiel (D) worden geschoven.
De klemsluiting (E) moet vastgeklikt zijn.
4. Ovendeur weer plaatsen.
37Wat is er aan de hand als …
Wat is er aan de hand als
Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzin-
gen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling.
1 Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden.
3 Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de ga-
rantieperiode in rekening gebracht.
3 Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de oven-
deur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de
binnenkant van het deurvenster.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeld. Oven inschakelen
De tijd is niet ingesteld. Tijd instellen
De noodzakelijke instellingen
zijn niet uitgevoerd
Instellingen controleren.
Automatische uitschakeling
van de oven is geactiveerd
Zie automatische uitschakeling
De zekering in de huisinstalla-
tie (stoppenkast) is doorge-
brand.
Zekering controleren. Als de ze-
keringen meerdere keren worden
uitgeschakeld, neem dan con-
tact op met een erkend elektro-
installateur.
De ovenlamp valt uit. De ovenlamp is defect. Ovenlamp vervangen.
In de tijdindicatie verschijnt
F2
Deur niet juist gesloten of
deurvergrendeling defect
Deur goed sluiten;
Het apparaat via de
woningzekering of de
beveiligingsschakelaar in de
zekeringskastuit- en weer in-
schakelen;
Bij herhaalde weergave kunt u
contact opnemen met de servi-
cedienst
In de tijdindicatie verschijnt
een hier niet vermelde fout-
code
Elektronisch defect Het apparaat via de
woningzekering of de
beveiligingsschakelaar in de
zekeringkast uit- en weer in-
schakelen.
Bij herhaalde weergave kunt u
contact opnemen met de servi-
cedienst
Afvalverwerking38
Afvalverwerking
2 Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunst-
stoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpak-
kingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke
inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Het symbool
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden ge-
bracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt
dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt
u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met
de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
1 Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten
voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijde-
ren.
39Service
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing
(hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afde-
ling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de vol-
gende gegevens nodig:
Modelaanduiding
Productnummer (PNC)
Serienummer (S-No.)
(u vindt deze nummers op het typeplaatje)
Soort storing
Eventuele foutmelding die het apparaat aan-
geeft
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde num-
mers van uw apparaat bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
S-No: .....................................
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
www.aeg-electrolux.be
822 720 546-M-040708-01 Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Aeg-Electrolux B5745-5-M Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor