LG FH4J3TDN0 de handleiding

Type
de handleiding
www.lg.com
MFL70921398
Rev.00_012819
HANDLEIDING
WASMACHINE
Copyright © 2019 LG Electronics Inc. Alle rechten voorbehouden.
Lees deze instructies aandachtig door voordat u begint met de installatie. Dit zal
de installatie vereenvoudigen en ervoor zorgen dat het product goed en veilig is
geïnstalleerd. Bewaar deze instructies in de buurt van het product na installatie
voor toekomstig gebruik.
FH4J3TDN(P)(0~9)
NL NETHERLANDS
INHOUDSOPGAVE
Deze handleiding kan afbeeldingen of inhoud
bevatten die verschillen van het aangeschafte
model.
Deze handleiding is onderhevig aan
herziening door de fabrikant.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................. 3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .............................................. 3
Verwijdering van uw oude apparaat .............................................................. 7
INSTALLATIE ............................................................................. 8
Onderdelen ................................................................................................... 8
Accessoires ................................................................................................... 8
Specificaties .................................................................................................. 9
Vereisten voor de installatieplaats............................................................... 10
Uitpakken en transportbouten verwijderen...................................................11
Antislipkussentjes gebruiken (optioneel) ..................................................... 12
Houten vloeren (zwevende vloeren) ........................................................... 12
De wasmachine waterpas zetten ................................................................ 13
Aansluiten watertoevoerslang ..................................................................... 13
De afvoerslang installeren........................................................................... 16
GEBRUIK .................................................................................. 17
De wasmachine gebruiken .......................................................................... 17
Het wasgoed sorteren ................................................................................. 18
Reinigingsproducten toevoegen.................................................................. 19
Bedieningspaneel........................................................................................ 21
Programmatabel.......................................................................................... 22
Programmaopties ........................................................................................ 25
SMART FUNCTIES .................................................................. 27
Smart Diagnosis™ gebruiken ..................................................................... 27
ONDERHOUD ........................................................................... 28
Uw wasmachine schoonmaken................................................................... 28
Het watertoevoerfilter reinigen .................................................................... 28
Het pompfilter schoonmaken ...................................................................... 29
De wasmiddellade reinigen ......................................................................... 30
Trommel reinigen (optioneel) ...................................................................... 30
Pas op voor bevriezing in de winter ............................................................ 31
PROBLEEMOPLOSSING ........................................................ 33
Problemen opsporen ................................................................................... 33
Foutmeldingen ............................................................................................ 36
GARANTIE ................................................................................ 38
OPERATIONELE GEGEVENS ................................................ 41
3
NL
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn bedoeld om onvoorziene
risico's of schade door onveilig of verkeerd gebruik van het
product te voorkomen.
De richtlijnen zijn onderverdeeld in 'WAARSCHUWING' en ' LET OP
' zoals hieronder beschreven.
Dit symbool wordt weergegeven om zaken en handelingen
aan te geven die risico's kunnen veroorzaken. Lees het
gedeelte met dit symbool zorgvuldig door en volg de
instructies om risico's te vermijden.
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies ernstig
letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
LET OP
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies letsel of
schade aan het product tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Volg om het risico op explosie, vuur, overlijden, elektrische
schok, letsel of verbranding van personen tijdens het gebruik
van dit product te verminderen de basisvoorzorgsmaatregelen,
met inbegrip van de volgende, op:
Kinderen in het gezin
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief
kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten
of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze met betrekking tot het
gebruik van dit apparaat geïnstrueerd zijn door of onder toezicht zijn
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten onder toezicht gehouden worden om te garanderen dat ze niet
met het apparaat spelen.
4
NL
Voor gebruik in Europa:
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en
personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, als ze onder toezicht
staan of worden geïnstrueerd over het veilig gebruik van het apparaat
en bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen van minder dan 3 jaar uit de buurt, tenzij ze onder
continu toezicht staan.
Installatie
Probeer nooit het apparaat te bedienen als het beschadigd is, niet
goed functioneert, gedeeltelijk gedemonteerd is, of ontbrekende of
kapotte onderdelen heeft, zoals een beschadigd snoer of stekker.
Dit apparaat mag alleen worden vervoerd door twee of meer mensen
die het apparaat veilig vasthouden.
Installeer het apparaat niet op een vochtige en stoffige plek.
Installeer of bewaar het apparaat niet buiten of in een gebied dat is
onderworpen aan weersomstandigheden, zoals direct zonlicht, wind
of regen of temperaturen onder het vriespunt.
Draai de afvoerslang goed vast om te voorkomen dat deze losraakt.
Als de voedingskabel beschadigd is of de opening van het
stopcontact los zit, sluit de stekker dan niet aan en neem contact op
met een geautoriseerd servicecentrum.
Geen meerdere contactdozen, elektrische verlengkabels of adaptor
met dit apparaat aansluiten.
Dit apparaat mag niet worden geïnstalleerd achter een afsluitbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier tegenover het
apparaat, waardoor de deur van het apparaat niet volledig meer kan
worden geopend.
Dit apparaat moet worden geaard. In geval van een defect of storing
vermindert aarding het risico op elektrische schokken door een weg
van de minste weerstand te bieden voor elektrische stroom.
5
NL
Dit apparaat is uitgerust met een voedingskabel met aardgeleiding
en een aardstekker. De stekker moet in een passend stopcontact
worden gestoken dat correct is geïnstalleerd en geaard volgens alle
lokale wetten en verordeningen.
Onjuiste aansluiting van de aardegeleiding kan een risico op
elektrische schok betekenen. Neem contact op met een elektricien of
onderhoudsmonteur als u twijfelt of het apparaat goed is geaard.
Voer geen wijzigingen uit aan de stekker die bij het apparaat zit. Als
deze niet in het stopcontact past, moet een passend stopcontact
worden geïnstalleerd door een erkend elektricien.
Gebruik
Tracht geen panelen te scheiden of het toestel te demonteren.
Gebruik geen scherpe voorwerpen op het bedieningspaneel om het
apparaat te bedienen.
Herstel of vervang geen onderdeel van het apparaat. Alle
herstellingen en onderhoud moeten uitgevoerd worden door
erkend onderhoudspersoneel, tenzij specifiek aanbevolen in deze
Gebruikershandleiding. Gebruik enkel erkende fabrieksonderdelen.
Zet geen dieren, zoals huisdieren, in het apparaat.
Hou de ruimte onder en rond het apparaat vrij van ontvlambare
materialen zoals pluis, papier, vodden, chemicaliën enz.
Laat de deur van het apparaat niet open staan. Kinderen kunnen aan
de deur gaan hangen of in het apparaat kruipen, waardoor schade
kan ontstaan of ze letsels kunnen oplopen.
Gebruik de nieuwe slang of de slangset, die bij het apparaat geleverd
werd. Het opnieuw gebruiken van oude slangen kan een waterlek
veroorzaken en vervolgens schade aan het eigendom.
Plaats geen, was geen of droog geen artikelen die gereinigd,
gewassen, ondergedompeld of bevlekt werden met ontvlambare of
explosieve stoffen (zoals was, wasverwijderaars, olie, verf, benzine,
ontvetters, oplosmiddelen, kerosine, petroleum, vlekverwijderaars,
terpentijn, vegetarische olie, kookolie, aceton, alcohol, enz.) in het
apparaat. Onjuist gebruik kan brand of explosie veroorzaken.
Steek uw hand niet in het apparaat terwijl het in werking is. Wacht tot
de trommel volledig tot stilstand is gekomen.
6
NL
Haal de stekker uit het stopcontact in geval van overstroming en
neem contact op met het LG Electronics-klanteninformatiecentrum.
Duw de deur niet te ver naar beneden wanneer de deur van het
apparaat open is.
Raak de deur niet aan tijdens een programma met een hoge
temperatuur.
Gebruik geen brandbare gassen en stoffen (benzeen, benzine,
thinner, petroleum, alcohol, enz.) rond het product.
Wanneer de afvoer- en aanvoerslang zijn bevroren in de winter,
gebruik deze dan alleen nadat ze zijn ontdooid.
Houd alle wasmiddelen, wasverzachters en bleekmiddelen uit de
buurt van kinderen.
Raak de stekker of apparaatknoppen niet aan met natte handen.
Buig de voedingskabel niet overmatig en plaats er geen zware
voorwerpen op.
Was geen vloerkleden, matten, schoenen of dekens van huisdieren,
of andere items dan kledij of lakens in deze machine.
Dit apparaat mag enkel gebruikt worden voor huishoudelijk gebruik
en mag niet gebruikt worden in mobiele toepassingen.
In geval van een gaslek (isobutaan, propaan, aardgas, enz.) mag
u het apparaat of de stekker niet aanraken en dient u de ruimte
onmiddellijk goed te verluchten.
Onderhoud
Steek de stekker stevig in het stopcontact na het volledig verwijderen
van al het vocht en stof.
Ontkoppel het apparaat van de voeding alvorens het apparaat te
reinigen. De bediening instellen op de UIT of standby positie schakelt
het apparaat niet uit van de voeding.
Spuit geen water op de binnenkant of buitenkant van het apparaat
om het schoon te maken.
Haal de stekker nooit uit het apparaat door aan de voedingskabel te
trekken. Grijp de stekker altijd stevig vast en trek hem recht uit het
stopcontact.
7
NL
Verwijdering
Trek de stekker uit het stopcontact, alvorens u een oud toestel
weggooit. Snijd de kabel direct achter het toestel door om misbruik te
voorkomen.
Gooi alle verpakkingsmaterialen (zoals vinyl en piepschuim) weg uit
de buurt van kinderen. De verpakkingsmaterialen kunnen verstikking
veroorzaken.
Verwijder de deur van dit apparaat vóór het weg te gooien of u ervan
te ontdoen om te vermijden dat kinderen of kleine dieren erin vast
komen te zitten.
Verwijdering van uw oude apparaat
Dit symbool van de doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat afgedankte elektrische en
elektronische producten (WEEE) afzonderlijk van het huishoudelijke afval moeten
worden verwijderd.
Oude elektrische producten kunnen gevaarlijke stoffen bevatten, dus een juiste
verwijdering van uw oude apparaat helpt bij het voorkomen van mogelijke
negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Uw oude apparaat kan
herbruikbare onderdelen bevatten die gebruikt zouden kunnen worden voor het
repareren van andere producten, en andere waardevolle materialen die kunnen
worden gerecycleerd voor het behoud van beperkte grondstoffen.
U kunt uw apparaat meenemen naar de winkel waar u het product hebt gekocht, of
u kunt contact opnemen met uw plaatselijke afvalinstantie voor de gegevens van uw
dichtstbijzijnde geautoriseerde WEEE-verzamelpunt. Voor de meest geactualiseerde
informatie voor uw land wordt verwezen naar www.lg.com/global/recycling
8
NL
INSTALLATIE
Onderdelen
Transportbouten
Stekker
Lade
Bedieningspaneel
Trommel
Deur
Afvoerslang
Aftapplug
Afvoerpomp filter
Afdekkap (locatie kan variëren
afhankelijk van het product)
Verstelbare poten
Accessoires
Koude toevoerslang (1
EA) (Optie: Heet (1 EA))
Moersleutel
Deksels voor het
bedekken van
transportboutgaten
(Optioneel)
Antislipkussentjes (2 EA)
(optioneel)
Bocht om de afvoerslang
vast te zetten (optioneel)
Kabelbinder (Optioneel)
9
NL
Specificaties
Model FH4J3TDN(P)(0~9)
Wascapaciteit 8 kg
Stroomvoorziening 220 -240 V~, 50 Hz
Grootte 600 mm(B) x 550 mm(D) x 850 mm(H)
Gewicht van het product 60 kg
Toelaatbare waterdruk 0,1 - 1,0 MPa (1,0 - 10,0 kgf / cm²)
Uiterlijk en functies kunnen zonder voorafgaande kennisgeving veranderen om de kwaliteit van het
product te verhogen.
Geen verdere terugloopbescherming vereist voor verbinding met de watervoorziening.
10
NL
Vereisten voor de
installatieplaats
Plaats
2 cm
0.5 cm
2 cm10 cm
Vlakke vloer: Toegestane helling onder de hele
wasmachine is 1°.
Stopcontact: Moet zich binnen 1,0 meter vanaf de
plaats van het apparaat bevinden.
Overbelast het stopcontact niet met meer dan
één apparaat.
Extra speling: Voor de muur, 10 cm: achterkant/2
cm: rechter- & linkerzijde
Plaats of bewaar nooit wasproducten op de
wasmachine. Deze producten kunnen de
deklaag of de bedieningstoetsen beschadigen.
WAARSCHUWING
De stekker moet in een passend stopcontact
worden gestoken dat correct is geïnstalleerd
en geaard volgens alle lokale wetten en
verordeningen.
Plaatsing
Installeer de wasmachine op een vlakke, harde
vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de
wasmachine niet wordt belemmerd door
tapijten, vloerkleden, enz.
Probeer nooit oneffenheden in de vloer onder
de wasmachine te corrigeren met stukken hout,
karton of soortgelijke materialen.
Als het onvermijdelijk is om de wasmachine
naast een gasfornuis of kolenfornuis te plaatsen,
dient isolatie bedekt met aluminiumfolie (85x60
cm) aan de kant van het fornuis of de kachel te
worden ingevoegd tussen de twee apparaten.
Installeer uw wasautomaat niet in ruimtes
waar vriestemperaturen kunnen voorkomen.
Bevroren slangen kunnen barsten onder druk.
De betrouwbaarheid van de elektronische
regeleenheid kan afnemen bij temperaturen
onder het vriespunt.
Zorg ervoor dat wanneer de wasmachine is
geïnstalleerd, hij gemakkelijk toegankelijk is
voor een technicus in het geval van een storing.
Stel de vier poten af met de meegeleverde
steeksleutel als de wasmachine geplaatst is, om
te zorgen dat het apparaat stabiel staat en zorg
voor een ruimte van ongeveer 5 mm tussen de
bovenkant van de wasmachine en de onderkant
van een werkblad.
Indien de machine wordt bezorgd in de winter
en het vriest, laat u de wasmachine enkele uren
staan bij kamertemperatuur voordat u deze in
gebruik neemt.
WAARSCHUWING
Deze apparatuur is niet ontworpen voor
maritiem gebruik of voor gebruik in mobiele
installaties zoals caravans, vliegtuigen, enz.
Elektrische aansluiting
Gebruik geen verlengsnoer of dubbele adapter.
Koppel de machine altijd los van het stopcontact
en schakel de watertoevoer uit.
Sluit de wasmachine aan op een geaard
stopcontact in overeenstemming met de huidige
bedradingsvoorschriften.
De wasmachine moet zodanig worden geplaatst
dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Reparaties die door niet-deskundige personen
zijn uitgevoerd, kunnen tot schade of letsel
leiden. Neem contact op met uw lokaal
servicecentrum.
11
NL
Uitpakken en
transportbouten
verwijderen
1
Til het apparaat van de schuimbasis.
Verwijder de doos en het
verpakkingsmateriaal en til de wasmachine
van de schuimbasis. Zorg ervoor dat de
kuipsteun met het onderste gedeelte
loskomt en niet vast blijft zitten aan de
onderkant van de wasmachine.
Mocht het nodig zijn dat u de wasmachine
op zijn zijkant moet leggen om de kartonnen
doos te verwijderen, zorg dan altijd dat de
zijkant van de wasmachine beschermd is en
leg deze zachtjes neer. Leg de wasmachine
NIET op de voor- of achterkant.
Karton basis
Kuipsteun
(optioneel)
2
Verwijder de bouten.
Begin met de twee onderste
transportbouten. Gebruik de meegeleverde
moersleutel en draai alle transportbouten
tegen de klok in volledig los. Verwijder de
bouten door ze iets te bewegen terwijl u ze
uittrekt.
Transport
bout
Houder
3
Installeer de afdekkingen voor de gaten.
Lokaliseer de openingdeksels, toegevoegd
aan het accessoirepakket of vastgemaakt
aan de achterzijde.
Afdekking
OPMERKING
Bewaar de bouten voor toekomstig gebruik.
Om schade aan de interne onderdelen te
voorkomen, mag u de wasmachine NIET
vervoeren zonder de transportbouten terug te
plaatsen.
Niet verwijderen van de transportbouten
en houders kan ernstige trillingen en geluid
veroorzaken, wat kan leiden tot blijvende
schade aan de wasmachine. Het snoer
is bevestigd aan de achterkant van de
wasmachine met een transportbout om gebruik
van de machine te voorkomen terwijll de
transportbouten nog geplaatst zijn.
12
NL
Antislipkussentjes
gebruiken (optioneel)
Als u de wasmachine op een gladde ondergrond
installeert, kan hij zich verplaatsen als gevolg
van overmatige trillingen. Onjuiste nivellering kan
storingen veroorzaken door geluid en trillingen.
Als dit gebeurt, installeert u de antislipkussentjes
onder de stelvoeten en past u het niveau aan.
1
Reinig de vloer om de antislipkussentjes vast
te maken.
Gebruik een droge doek om vreemde
voorwerpen en vocht te verwijderen en
schoon te maken. Wanneer er vocht
achterblijft, kan het antislipkussentjes
wegglijden.
2
Stel de wasmachine waterpas nadat u deze
in de installatieomgeving hebt geplaatst.
3
Plaats de plakzijde van de antislipplaat op de
vloer.
Aangeraden wordt de antislipvellen onder
de voorste voetjes te installeren. Als het
moeilijk is om het antislipmateriaal onder
de voorste voetjes te plaatsen, plaats u het
onder de achterste voetjes.
Kleefzijde
Deze kant
boven
4
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat.
Duw of beweeg de bovenste randen van
de wasmachine voorzichtig om ervoor te
zorgen dat de wasmachine niet wankelt.
Als het apparaat schommelt, stelt u het
apparaat weer op waterpas.
OPMERKING
U kan antislipkussentjes aanschaffen
krijgen bij het servicecentrum van LG.
Houten vloeren (zwevende
vloeren)
Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor
trillingen.
Om trillingen te voorkomen raden wij u aan
rubberen cups van ten minste 15 mm dik aan
elke voet van de wasmachine te maken, die
met schroeven zijn vastgemaakt aan ten minste
twee vloerbalken.
Rubberen
cup
Indien mogelijk installeert u de wasmachine in
één van de hoeken van de kamer, waar de vloer
stabieler is.
Monteer de rubberen cups om de trillingen te
verminderen.
OPMERKING
Juiste plaatsing en nivellering van de
wasmachine zal zorgen voor lange, regelmatige
en betrouwbare werking.
De wasmachine moet 100% horizontaal en
stevig vast staan.
Het moet niet ‘Schommelen’ op de hoeken
wanneer geladen.
Het installatieoppervlak moet schoon, vrij van
boenwas en andere smeermiddelen zijn.
Laat de voeten van de wasmachine niet nat
worden. Als dit gebeurt, kan dit trillingen of ruis
veroorzaken.
U kunt rubberen cups (p/no.4620ER4002B)
verkrijgen bij het LG-servicecentrum.
13
NL
De wasmachine waterpas
zetten
Als de vloer niet vlak is, draait u de verstelbare
poten zoals vereist (plaats geen stukjes hout enz.
onder de poten). Zorg ervoor dat alle vier de poten
stabiel zijn en op de vloer rusten en controleer dan
of het apparaat perfect horizontaal staat (gebruik
hiervoor een waterpas).
Zodra de wasmachine waterpas staat, draait u
de borgmoeren richting de onderkant van de
wasmachine. Alle borgmoeren moeten worden
aangetrokken.
Verhogen Verlagen
Draai alle 4 borgmoeren
stevig vast
Borgmoer
Diagonale controle
Wanneer u diagonaal op de hoeken en zijkanten
van de wasmachine drukt, mag de wasmachine
helemaal niet bewegen (controleer dit aan
beide kanten). Als de machine schommelt bij
het diagonaal duwen van de bovenplaat van de
machine, stelt u de poten weer af.
OPMERKING
Hout of zwevende vloeren kunnen bijdragen aan
overmatige trillingen en onbalans.
Als de wasmachine is geïnstalleerd op een
verhoogd platform, moet hij stevig worden
bevestigd om het risico van vallen te elimineren.
Aansluiten
watertoevoerslang
De watertoevoerdruk moet tussen 0,1 MPa en
1,0 MPa (1,0‒10,0 kgf/cm
2
) liggen.
Slijp de toevoerslang niet af en draai hem niet
scheef in als u hem aansluit op de afsluiter.
Indien de waterleidingdruk hoger is dan 1.0
MPa, moet een decompressiesysteem worden
geïnstalleerd.
Controleer regelmatig de staat van de slang en
vervang de slang indien nodig.
Controleren van de rubberen
afdichting op de
watertoevoerslang
Twee rubberen afdichtingen worden geleverd met
de waterinlaatslangen. Ze worden gebruikt voor
het vermijden van waterlekken. Zorg ervoor dat de
aansluiting op de kranen goed dicht is.
Slangconnector
Rubberen
afdichting
Slangconnector
Rubberen
afdichting
14
NL
De slang aansluiten op de
waterkraan
De schroefdraadslang aansluiten op de
kraan met schroefdraad
Schroef de slangaansluiting op de waterkraan.
Schroeftype slang aansluiten aan kraan
zonder schroefdraad
1
Draai de vier bevestigingsschroeven los.
Bevestigingsschroef
Bovenste
aansluitklem
Rubberen
afdichting
2
Verwijder de geleideplaat als de kraan te
groot is voor de adapter.
Geleideplaat
3
Druk het aansluitstuk op het uiteinde van
de kraan zodat de rubberen afdichting een
waterdichte verbinding vormt. Draai de vier
bevestigingsschroeven vast.
4
Beweeg de aanvoerslang verticaal omhoog,
zodat de rubberen afdichting in de slang
volledig aansluit aan de kraan. Schroef deze
daarna dicht door naar rechts te draaien.
Plaat
Toevoerslang
Een slang met snelkoppeling
aansluiten op een kraan zonder
schroefdraad
1
Schroef de adapterplaat los en draai de vier
bevestigingsschroeven los.
Ringplaat
2
Verwijder de geleideplaat als de kraan te
groot is voor de adapter.
Geleideplaat
3
Druk het aansluitstuk op het uiteinde van
de kraan zodat de rubberen afdichting een
waterdichte verbinding vormt. Draai de vier
bevestigingsschroeven en de ringplaat van
de adapter stevig vast.
15
NL
4
Trek de stekkervergrendeling naar beneden,
duw de toevoerslang op de adapter, en laat
de connectorvergrendeling los. Zorg ervoor
dat de adapter vastklikt.
Vergrendeling
OPMERKING
Sluit de toevoerslang aan op de waterkraan,
draai de waterkraan open om vreemde
voorwerpen in de waterleidingen (vuil, zand,
zaagsel, etc.) door te spoelen. Laat het water in
een emmer lopen en controleer de temperatuur
van het water.
Slang verbinden aan apparaat
Verbind de heet waterlijn met de heet water-
toevoer aan de achterkant van de wasmachine.
Verbind de koud waterlijn met de koud water-
toevoer aan de achterkant van de wasmachine.
Koud
water-
toevoer
Heet water-
toevoer
(Optioneel)
OPMERKING
Herhaal dezelfde stappen als er water lekt uit
de slang na het voltooien van de aansluiting.
Gebruik de meest conventionele kraan voor de
watertoevoer. Indien de kraan te vierkant of te
groot is, verwijdert u de geleidingsplaat alvorens
de kraan in de adapter te steken.
De horizontale kraan gebruiken
Horizontale kraan
Uitbreidingskraan
Vierkante kraan
16
NL
De afvoerslang installeren
De afvoerslang mag niet hoger dan 100 cm
boven de vloer worden geplaatst. Water in de
wasmachine kan dan niet weglopen of loopt
langzaam weg.
Zorg dat de afvoerslang correct is aangesloten,
dit beschermt de vloer tegen schade door
waterlekkage.
Als de afvoerslang te lang is, deze niet
geforceerd terugduwen in de wasmachine. Dit
zal een abnormaal geluid veroorzaken.
max. 100 cm
~ 100 cm
~ 145 cm
~ 105 cm
Maak de afvoerslang stevig vast met een
touwtje als u hem aansluit op een wastafel.
Zorg dat de afvoerslang correct is aangesloten,
dit beschermt de vloer tegen schade door
waterlekkage.
max. 100 cm
max. 100 cm
Slanghouder
Kabelbinder
Wastrommel
17
NL
GEBRUIK
De wasmachine gebruiken
Selecteer, vóór de eerste wasbeurt, een
wasprogramma, waardoor de wasmachine kan
wassen zonder kledij. Dit zal residu en water die
mogelijk tijdens de productie zijn achtergebleven,
verwijderen uit de trommel.
1
Sorteer het wasgoed en de geladen items.
Sorteer het wasgoed volgens het soort stof,
vervuilingsniveau, kleur en hoeveelheid
wasgoed als dat nodig is. Open de deur en
laad de items in de wasmachine.
2
Voeg reinigingsproducten en/of wasmiddel en
wasverzachter toe.
Doe de juiste hoeveelheid wasmiddel
in de wasmiddellade. Voeg desgewenst
bleekmiddel of wasverzachter toe in de
juiste vakken van de wasmiddellade.
3
Zet de wasmachine aan.
Druk op de Inschakelen knop om de
wasmachine in te schakelen.
4
Kies het gewenste wasprogramma.
Druk meerdere keren op de programma-
knop of draai de cyclus-keuzeknop tot het
gewenste cyclus is geselecteerd.
5
Begin programma.
Druk op de Start/Pauze knop om het
programma te beginnen. De wasmachine
zal kort schudden zonder water om het
gewicht van de lading te meten. Wanneer
de Start/Pauze knop niet ingedrukt wordt
binnen 5 minuten, zal de wasmachine
uitschakelen en zullen alle instellingen
verloren zijn.
6
Einde van het wasprogramma.
Wanneer het wasprogramma is voltooid,
klinkt er een melodie. Verwijder uw
kleding onmiddellijk uit de wasmachine
om kreuken te verminderen. Controleer
bij het verwijderen van de lading op
kleine voorwerpen die rondom of in de
deurafdichting kunnen zitten.
18
NL
Het wasgoed sorteren
1
Kijk of er een zorglabel op uw kleding zit.
Dit vertelt u over de stof van uw kledingstuk
en hoe het moet worden gewassen.
Symbolen op de zorglabels.
[Wastemperatuur]
[Normale machinewas]
[Permanente pers]
[Delicaat]
[Handwas]
[Niet wassen]
2
Wasgoed sorteren.
Sorteer kleding in ladingen die met
hetzelfde wasprogramma kunnen worden
gewassen voor het beste resultaat.
Verschillende stoffen moeten bij
verschillende temperaturen en
centrifugesnelheden worden gewassen.
Scheid donkere kleuren altijd van lichte
kleuren en de witte was. Was kleding
apart als kleuren kunnen doorlopen of
als overdracht van kleurstof en pluis kan
plaatsvinden, waardoor witte en lichte
kledingstukken kunnen verkleuren. Was,
indien mogelijk, geen zwaar vervuild
wasgoed samen met licht vervuild wasgoed.
Vuil (zwaar, normaal, licht) : Verdeel de
kleding volgens het hoeveelheid vuil.
Kleur (wit, licht, donker): Scheid de witte
kleding van de gekleurde kleding.
Pluis (pluisproducenten, verzamelaars):
Was pluizende stoffen en stoffen die pluis
aantrekken apart.
3
Aandacht bij het vullen.
Combineer grote en kleine artikelen in één
lading. Laad eerste grote artikelen.
Grote artikelen mogen niet meer dan de
helft van de totale wasbelading uitmaken.
Probeer geen losse items te wassen.
Dit kan een asymmetrische belading
veroorzaken. Voeg een of twee soortgelijke
items toe.
Controleer of alle zakken leeg zijn.
Voorwerpen zoals spijkers, haarspeldjes,
lucifers, pennen, munten en sleutels kunnen
zowel uw wasmachine als uw kleding
beschadigen.
Sluit ritsen, haken en koorden om ervoor
te zorgen dat deze items niet blijven haken
aan andere kleren.
Behandel vuil en vlekken voor door een
kleine hoeveelheid in water opgelost
wasmiddel in te borstelen, om te zorgen dat
vlekken en vuil gemakkelijker loslaten.
Controleer de plooien van de flexibele
pakking (grijs) en verwijder eventuele kleine
artikelen.
LET OP
Controleer de binnenkant van de trommel en
verwijder alle items van een eerdere wasbeurt.
Verwijder alle kleding of items uit de flexibele
pakking om schade aan kleding en pakking te
voorkomen.
19
NL
Reinigingsproducten
toevoegen
Dosering wasmiddel
Wasmiddel moet worden gebruikt volgens de
instructies van de fabrikant en worden gekozen
volgens type, kleur en vervuiling van de stof en
de wastemperatuur.
Als er teveel wasmiddel wordt gebruikt, kan
er teveel sop ontstaan. Dit leidt tot slechte
wasresultaten of veroorzaakt een zware
belasting van de motor.
Volg de richtlijnen van de producent van het
wasmiddel indien u vloeibaar wasmiddel wenst
te gebruiken.
U kunt vloeibaar wasmiddel rechtstreeks in de
primaire wasmiddellade gieten als u onmiddellijk
met het wasprogramma begint.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u gebruik
maakt van Uitgestelde Start of als u hebt
gekozen voor Voorwas, omdat de vloeistof kan
uitharden.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel als er
teveel sop opkomt.
Wasmiddelgebruik moet worden aangepast
voor watertemperatuur, waterhardheid, grootte
en vervuilingsniveau van de lading. Vermijd
overmatige schuimvorming voor de beste
resultaten.
Raadpleeg het etiket van de kleding voordat u
het wasmiddel en de watertemperatuur kiest:
Gebruik alleen het voor het type kleding
aangewezen wasmiddel bij gebruik van de
wasmachine:
Algemene poedervormige wasmiddelen voor
alle soorten stoffen
Poedervormige wasmiddelen voor fijne
stoffen
Vloeibare wasmiddelen voor alle soorten
stoffen of speciale wasmiddelen alleen voor
wol
Gebruik wasmiddel met algemeen
poedervormig bleekmiddel voor een beter
wasresultaat en bleken.
Wasmiddel wordt uit de wasmiddellade
gespoeld aan het begin van het wasprogramma.
OPMERKING
Laat het wasmiddel niet verharden. Dit kan
leiden tot verstoppingen, slechte spoelprestaties
of geurtjes.
Volle lading : Volgens advies van de fabrikant.
Deellading : 3/4 van de normale hoeveelheid
Minimum lading : 1/2 van de volle lading
Toevoegen van wasmiddel en
wasverzachter
Wasmiddel toevoegen
Alleen hoofdwas →
Voorwas+Hoofdwas →
OPMERKING
Teveel wasmiddel, bleekmiddel of
wasverzachter kan ervoor zorgen dat er sop
overloopt.
Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid
wasmiddel gebruikt.
Wasverzachter toevoegen
Vul niet tot boven de maximale vullijn.
Overvulling kan een vroege aflevering van de
wasverzachter veroorzaken, wat vlekken op
de kleding kan geven. Sluit de wasmiddellade
langzaam.
Laat de wasverzachter niet langer dan 2 dagen
in de wasmiddellade (wasverzachter kan
uitharden).
Wasverzachter wordt automatisch tijdens de
laatste spoelbeurt toegevoegd.
Open de lade niet terwijl het water wordt
toegevoerd.
20
NL
Oplosmiddelen (benzeen, enz.) mogen niet
worden gebruikt.
OPMERKING
Giet wasverzachter niet direct op de kleding.
Waterontharder toevoegen
Een waterontharder, zoals een antikalkmiddel
(bijvoorbeeld Calgon) kan worden gebruikt om
te bezuinigen op het gebruik van wasmiddel
in gebieden met extreem hard water. Doseer
volgens de op de verpakking opgegeven
hoeveelheid. Voeg eerst het wasmiddel toe en
vervolgens de waterontharder.
Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die nodig is
voor zacht water.
Een tablet gebruiken
1
Open de deur en plaats de tabletten in de
trommel.
2
Laad het wasgoed in de trommel en sluit de
deur.
21
NL
Bedieningspaneel
Knop Inschakelen
Druk op de knop Inschakelen om de
wasmachine in te schakelen.
Knop Start/Pauze
De knop Start/Pauze wordt gebruikt
om het wasprogramma te starten of te
pauzeren.
Als een tijdelijke stop van het
wasprogramma nodig is, druk dan op de
knop Start/Pauze.
Scherm
Het display toont de instellingen,
de geschatte resterende tijd, opties
en statusberichten. Wanneer het
apparaat is ingeschakeld, worden de
standaardinstellingen op het display
verlicht.
Het display toont een schatting van de
resterende tijd. Terwijl de hoeveelheid van
de lading automatisch wordt berekend,
knippert of verschijnt 'Detecting'.
Programma Knop
Programma's zijn beschikbaar op basis
van het type wasgoed.
Het lampje gaat branden om het
geselecteerde programma aan te geven.
Opties
Hiermee kunt u een extra wasprogramma
selecteren. Er gaat een lampje branden
wanneer dit is geselecteerd.
Gebruik deze knoppen om de gewenste
programmaopties voor het geselecteerde
wasprogramma te selecteren.
22
NL
Programmatabel
Wasprogramma
Programma Beschrijving Soort stof Juiste temp.
Maximale
belading
Katoen
Biedt betere prestaties
door het combineren
van verschillende
wasbewegingen.
Gekleurde kleding
(shirts, nachthemden,
pyjama's, enz.) en normaal
vervuilde katoenen lading
(ondergoed).
40 °C
(0 °C tot 95 °C)
Waardering
Katoen Eco
Biedt optimale
wasprestaties voor
grote hoeveelheden
wasgoed met minder
energieverbruik.
60 °C
(0 °C tot 60 °C)
Synthetisch
Dit programma is geschikt
voor hemden die niet
hoeven te worden
gestreken na het wassen.
Polyamide, acryl,
polyester.
40 °C
(0 °C tot 60 °C)
4,0 kg
Mix
Maakt het mogelijk om
verschillende stoffen
tegelijkertijd te wassen.
Verschillende soorten
stof met uitzondering van
speciale kleding (zijde/fijne
was, sportkleding, donkere
kleding, wol, dekbed/
gordijnen).
40 °C
(0 °C tot 40 °C)
Sportkleding
Dit programma is geschikt
voor sportkleding,
zoals joggingpakken en
loopkleding.
Coolmax, gore-tex, fleece
en sympatex
40 °C
(0 °C tot 40 °C)
2,0 kg
Delicaat
Voor delicate kleding zoals
ondergoed, blouses enz.
Kwetsbaar, snel
beschadigd wasgoed
20 °C
(0 °C tot 40 °C)
3,0 kg
Snelwas 30
Dit programma biedt een
snelle wastijd voor kleine
ladingen en licht vervuilde
kleding.
Licht vervuild bont
wasgoed.
Wol
Voor het wassen van
wollen kleding. (Gebruik
aub wasmiddel voor
machine wasbare wol).
Alleen machine-wasbare
wol met zuiver nieuw wol.
40 °C
(0 °C tot 40 °C)
2,0 kg
23
NL
Spoelen+
Centrifugeren
Voor was dat alleen
gespoeld hoeft te worden
of voor het verzachten
van de was (voeg
wasverzachter toe).
Normale materialen die
wasbaar zijn.
Waardering
Extra
verzorging
Verwijder vaste en eiwit
vlekken en geeft een
betere spoel prestatie
Licht vervuilde
babykleding.
60 °C
(60 °C tot 95 °C)
4,0 kg
Watertemperatuur: Selecteer de juiste watertemperatuur voor het gekozen wasprogramma. Volg altijd het
zorglabel of instructies van de kledingfabrikant bij het wassen.
OPMERKING
Een neutraal wasmiddel wordt aanbevolen.
Extra opties
Programma Intensief Voorwas Startuitstel
Katoen
Katoen Eco
Mix
Synthetisch
Extra verzorging ●**
Sportkleding
Delicaat
Wol
Snelwas 30
Spoelen+Centrifugeren
** : Deze optie wordt automatisch opgenomen in de cyclus en kan worden verwijderd.
24
NL
Operationele gegevens
Programma Max RPM Standaard RPM Standaardtemp.
Katoen 1400 1400 40 °C
Katoen Eco 1400 1400 60 °C
Mix 1400 1400 40 °C
Synthetisch 800 800 40 °C
Extra verzorging 800 800 60 °C
Sportkleding 800 800 40 °C
Delicaat 800 800 20 °C
Wol 800 800 40 °C
Snelwas 30 1400 800 20 °C
Spoelen+Centrifugeren 1400 1400 -
25
NL
Programmaopties
Startuitstel
U kunt een vertraging instellen zodat de
wasmachine automatisch zal beginnen en
eindigen na een bepaalde tijd.
1
Druk op de knop Inschakelen.
2
Kies een wasprogramma.
3
Druk op de Startuitstel knop op de vereiste
tijd in te stellen.
4
Druk op de knop Start/Pauze.
OPMERKING
De uitgestelde tijd is de tijd tot het einde van
het programma, niet tot de start. De werkelijke
looptijd kan variëren afhankelijk van de
watertemperatuur, het wasgoed en andere
factoren.
Om de functie te annuleren, moet u op de knop
Inschakelen drukken.
Vermijd het gebruik van vloeibaar wasmiddel
voor deze optie.
Voorwas
Als de was zwaar vervuild is dan raden we het
Voorwas programma aan.
1
Druk op de knop Inschakelen.
2
Kies een wasprogramma.
3
Druk op de Voorwas knop.
4
Druk op de knop Start/Pauze.
Watertemp.
De Watertemp. knop selecteert de was en spoel
temperatuur combinatie voor het geselecteerde
programma. Druk op deze toets tot de gewenste
instelling is verlicht. Alle spoelingen gebruiken
koud leidingwater.
Selecteer de geschikte watertemperatuur voor
het type wasgoed dat u wilt wassen. Druk op de
knop Watertemp. De temperatuur verschijnt op
het LED-scherm gedurende 3 seconden. Volg
de instructies op de zorglabels in de kleding
voor de beste resultaten.
Centrif.
Centrifugeer-snelheid kan worden geselecteerd
door de Centrif. knop herhaaldelijk in te
drukken.
Spin Only (Alleen centrifugeren)
1
Druk op de knop Inschakelen.
2
Druk op de knop Centrif. om de RPM te
selecteren. De RPM verschijnt in het LED-
scherm gedurende 3 seconden
3
Druk op de knop Start/Pauze.
OPMERKING
Wanneer u 0 selecteert, zal de machine korte
tijd blijven draaien om snel water af te voeren.
Intensief
Voor regulier, sterk vervuild wasgoed, is de optie
Intensief effectief.
1
Druk op de knop Inschakelen.
2
Kies een wasprogramma.
3
Druk op de Intensief knop.
4
Druk op de knop Start/Pauze.
26
NL
Kinderslot ( )
Gebruik deze optie om de besturing uit te
schakelen. Deze funktie kan voorkomen dat
kinderen de cyclus veranderen of het apparaat
gebruiken
Het bedieningspaneel vergrendelen
1
Houd de knoppen Centrif. en Watertemp.
ingedrukt gedurende 3 seconden.
2
Een zoemer weerklinkt en verschijnt op
het scherm.
Als het kinderslot ingesteld is, worden alle
knoppen vergrendeld behalve de knop
Inschakelen.
OPMERKING
Uitschakelen van de stroom zal de
kinderslotfunctie niet resetten. U moet het
kinderslot deactiveren voordat u toegang krijgt
tot alle andere functies.
Het bedieningspaneel ontgrendelen
Houd de knoppen Centrif. en Watertemp.
ingedrukt gedurende 3 seconden.
Een pieptoon gaat af en de resterende tijd voor
het huidige programma verschijnt weer op het
display.
Alarm aan/uit
1
Druk op de knop Inschakelen.
2
Druk op de knop Start/Pauze.
3
Houdt de Startuitstel en de Watertemp.
knoppen samen ingedrukt voor 3 seconden
om de pieptoon aan/uit te zetten.
OPMERKING
Zodra de functie Pieptoon op aan/uit is
ingesteld, wordt de instelling opgeslagen, zelfs
nadat de stroom is uitgeschakeld.
Als u de pieptoon wilt uitschakelen, herhaalt u
dit proces.
27
NL
SMART FUNCTIES
Smart Diagnosis ™ met behulp
van een Smart Phone
Voor apparaten met het logo of
Gebruik deze functie als u een nauwkeurige
diagnose nodig hebt voor een LG Electronics-
klanteninformatiecentrum wanneer het apparaat
slecht of niet werkt.
Smart Diagnosis™ kan niet worden geactiveerd,
tenzij het apparaat is aangesloten op het
stopcontact. Als het apparaat niet in staat is om in
te schakelen, moet het oplossen van problemen
worden gedaan zonder het gebruik van Smart
Diagnosis™.
Smart Diagnosis™
gebruiken
Smart Diagnosis ™ via het
klanteninformatiecentrum
Gebruik deze functie als u een nauwkeurige
diagnose nodig hebt voor een LG Electronics-
servicecentrum wanneer het product slecht of niet
werkt. Gebruik deze functie alleen om contact op
te nemen met de servicemedewerker, niet tijdens
normaal gebruik.
1
Druk op de Inschakelen knop om de
wasmachine in te schakelen. Druk op geen
enkele andere knop en draai niet aan de
programmakeuzeknop.
2
Wanneer het callcenter u vraagt dit te doen,
plaatst u het mondstuk van de telefoon dicht
bij de knop Inschakelen.
Max.
10 mm
3
Houdt de Watertemp. knop voor drie
seconden ingedrukt terwijl u de telefoon-
microfoon vlak bij het icoon of bij de
Inschakelen knop houdt.
4
Houd de telefoon op zijn plaats totdat de
toontransmissie is gestopt. De resterende
tijd voor gegevensoverdracht wordt
weergegeven.
Voor het beste resultaat beweegt u de
telefoon terwijl de tonen worden verzonden.
Als de callcentermedewerker niet in staat
is om een nauwkeurige registratie van
de gegevens op te halen, kunt u worden
gevraagd om het opnieuw te proberen.
5
Zodra het aftellen voorbij is en de tonen
zijn gestopt, hervat u uw gesprek met de
callcentermedewerker, die vervolgens in staat
zal zijn om u te helpen met behulp van de
voor analyse doorgegeven informatie.
OPMERKING
De functie Smart Diagnosis™ is afhankelijk van
de lokale gesprekskwaliteit.
De communicatieprestaties verbeteren en u
krijgt een betere service als u gebruik maakt van
de vaste telefoon.
Als de gegevensoverdracht van Smart
Diagnosis™ slecht is vanwege een slechte
gesprekskwaliteit, ontvangt u mogelijk niet de
beste Smart Diagnosis™-dienst.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart LG Electronics dat de
radioapparatuur van het type wasmachine in
overeenstemming is met de richtlijn 2014/53/
EU. De volledige tekst van de EU-
conformiteitsverklaring is beschikbaar op het
volgende internetadres: http://www.lg.com/
global/support/cedoc/cedoc#
LG Electronics European Shared Service Center B.V.
Krijgsman 1 1186 DM Amstelveen Nederland
28
NL
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Haal de stekker van de wasmachine uit het
stopcontact voordat u gaat schoonmaken,
om zo het risico op een elektrische schok
te voorkomen. Het niet opvolgen van deze
waarschuwing kan leiden tot ernstig letsel,
brand, elektrische schokken of overlijden.
Gebruik nooit agressieve chemicaliën,
schuurmiddelen of oplosmiddelen om de
wasmachine te reinigen. Ze kunnen de deklaag
beschadigen.
Uw wasmachine
schoonmaken
Zorg na het wassen
Nadat het wasprogramma is voltooid, veegt u
de deur en de binnenkant van de pakking af om
eventueel vocht te verwijderen.
Laat de deur open zodat het trommelinterieur
kan drogen.
Veeg de behuizing van de wasmachine met
een droge doek af om eventueel vocht te
verwijderen.
De buitenkant reinigen
Een goede verzorging van uw wasmachine kan de
levensduur ervan verlengen.
Deur:
Was met een vochtige doek aan de buitenkant
en de binnenkant en droog vervolgens met een
zachte doek.
Exterieur:
Verwijder eventuele vlekken onmiddellijk.
Veeg af met een vochtige doek.
Druk niet op het oppervlak of het display met
scherpe voorwerpen.
De binnenkant schoonmaken
Gebruik een handdoek of een zachte doek om
rond de wasmachinedeur en deurglas te vegen.
Verwijder altijd alle items uit de wasmachine
zodra het wasprogramma is voltooid. Als u
vochtige items in de wasmachine laat, kan
dit kreuken, kleuroverdracht en geurtjes
veroorzaken.
Voer het Trommel reinigen-programma een keer
per maand uit (of vaker indien nodig) om resten
wasmiddel en andere resten te verwijderen.
Het watertoevoerfilter
reinigen
Schakel de stopklok uit als de machine
gedurende langere tijd (bijvoorbeeld vakantie)
niet wordt gebruikt, vooral als er geen vloergoot
in de directe omgeving is.
icoon zal worden weergegeven op het
bedieningspaneel wanneer er geen water in de
wasmiddellade binnenstroomt.
Als het water erg hard is of als er sporen van
kalkaanslag zijn, kan het watertoevoerfilter
verstopt raken. Het is daarom een goed idee om
het af en toe schoon te maken.
1
Schakel de kraan uit en schroef de
watertoevoerslang los.
2
Reinig het filter met een harde borstel.
29
NL
Het pompfilter
schoonmaken
Het afvoerfilter verzamelt draden en kleine
voorwerpen in het wasgoed. Controleer
regelmatig of het filter schoon is. Dit is voor het
behoud van een goed werkende wasmachine.
Laat het water afkoelen voordat u de
afvoerpomp reinigt, een noodleging uitvoert, of
de deur opent in geval van nood.
1
Open de afdekkap en trek de slang eruit.
2
Haal de stekker van de aftapplug en open het
filter door het naar links te draaien.
1
2
Container om het
afgevoerde water op
te vangen.
3
Verwijder eventuele vreemde objecten uit het
pompfilter.
4
Na het schoonmaken keert u het pompfilter
om en steekt de aftapplug erin.
5
Sluit de afdekkap.
LET OP
Voer eerst water af met behulp van de
afvoerslang en open vervolgens het pompfilter
om eventuele draden of objecten te verwijderen.
Wees voorzichtig bij het aftappen, het water kan
warm zijn.
30
NL
De wasmiddellade reinigen
Wasmiddel en wasverzachter kunnen opbouwen
in de wasmiddellade. Verwijder de lade en
inzetstukken en controleer een of twee keer per
maan op opbouw.
1
Verwijder de wasmiddellade door hem recht
naar buiten te trekken totdat hij stopt.
Druk hard op de loskoppelknop en verwijder
de lade.
2
Haal de inzetstukken uit de lade.
Spoel de inzetstukken en de lade met
warm water om ophoping van wasmiddelen
te verwijderen. Gebruik alleen water om
de wasmiddellade reinigen. Droog de
inzetstukken en lade met een zachte doek
of handdoek.
3
Gebruik een doek of een kleine niet-metalen
borstel om de uitsparingen in de opening van
de lade schoon te maken.
Verwijder al het residu uit de bovenste en
onderste delen van de uitsparing.
4
Veeg vocht in de uitsparing met een zachte
doek of handdoek weg.
5
Zet de inzetstukken in de juiste vakken en
plaats de lade terug.
Trommel reinigen
(optioneel)
Trommel reinigen is een speciaal programma om
de binnenkant van de wasmachine te reinigen.
In dit programma wordt een hoger waterniveau
gebruikt, op een hoger toerental. Voer dit
programma regelmatig uit.
1
Verwijder alle kleding of items uit de
wasmachine en sluit de deur.
2
Open de wasmiddellade en voeg antikalk
(bijvoorbeeld Calgon) toe aan het
compartiment voor het hoofdwasmiddel.
3
Sluit de wasmiddellade langzaam.
4
Schakel in en houd daarna de knoppen
Startuitstel en Voorwas ingedrukt
gedurende 3 seconden. Daarna verschijnt "
" op het scherm.
5
Druk op de Start/Pauze knop om te starten.
6
Aan het einde van het programma moet u de
deur open laten zodat de deuropening, de
flexibele pakking en de glazen deur kunnen
drogen.
LET OP
Let erop dat u de deur niet open laat staan als
er kinderen in de buurt zijn.
OPMERKING
Doe geen afwasmiddel in de compartimenten
voor het wasmiddel. Dit kan overmatig zeepsop
genereren dat uit de wasmachine kan lopen.
31
NL
Pas op voor bevriezing in
de winter
Indien bevroren, werkt het product niet normaal.
Zorg ervoor dat u het product installeert waar
het niet kan bevriezen in de winter.
Als het product buitenshuis moet worden
geïnstalleerd in een veranda of onder andere
omstandigheden buitenshuis, moet u het
volgende controleren.
Verhinderen dat het product
bevriest
Verwijder na het wassen achtergebleven water
in de pomp volledig, waarbij u de koppeling aan
de slangopening gebruikt voor het verwijderen
van restwater. Wanneer het water volledig is
verwijderd, sluit de slangdop die is gebruikt voor
het verwijderen van achtergebleven water en
bedek de dop.
AfdekkapAftapplug
Laat de afvoerslang uithangen om al het water
uit de slang te trekken.
Afvoerslang
LET OP
Wanneer de afvoerslang is geïnstalleerd
met een gebogen vorm, kan de binnenslang
bevriezen.
Koppel de koude aanvoerslang van de kraan
los, nadat u de kraan hebt dichtgedaan.
Verwijder het water, terwijl u de slang naar
beneden gekeerd houdt.
Toevoerslang
Controleer op bevriezing
Als het water niet wegloopt bij het openen van
de slangkoppeling die wordt gebruikt voor het
verwijderen van restwater, controleer dan de
afvoereenheid.
Afdekkap
Aftapplug
Inschakelen, kies een wasprogramma en druk
de Start/Pauze knop in.
Wasmiddellade
Afvoerslang
Wanneer ‘ ' wordt weergegeven in het
scherm terwijl het product in gebruik is,
controleer dan de watertoevoer- en waterafvoer
eenheid (Sommige modellen hebben geen
alarm functie die bevriezen aangeeft).
OPMERKING
Controleer of het water in de wasmiddellade
komt tijdens het spoelen, en of het water
wordt afgevoerd via de afvoerslang tijdens het
centrifugeren.
32
NL
Wat te doen bij bevriezing
Zorg ervoor dat u de trommel hebt leeggemaakt.
Giet warm water van 50–60 °C tegen de
rubberen binnenkant van de trommel. Sluit de
deur en wacht 1-2 uur.
50-60 °C
LET OP
Wanneer de afvoerslang is geïnstalleerd
met een gebogen vorm, kan de binnenslang
bevriezen.
Open de afsluitdop en de slangdop die u
hebt gebruikt voor het verwijderen van het
achtergebleven water, en voer al het water af.
Aftapplug
Afdekkap
OPMERKING
Als het water niet wegloopt, betekent dit dat het
ijs niet volledig gesmolten is. Wacht nog even.
Wanneer water volledig verwijderd wordt uit
de trommel, sluit dan de slangplug, gebruikt
voor verwijdering van resterend water, kies een
wasprogramma en druk op de Start/Pauze
knop.
Afvoerslang
Wasmiddellade
OPMERKING
Controleer of het water in de wasmiddellade
komt tijdens het spoelen, en of het water
wordt afgevoerd via de afvoerslang tijdens het
centrifugeren.
Wanneer er zich problemen voordoen met
de watervoorziening, neemt u de volgende
maatregelen.
Draai de kraan dicht, en ontdooi de kraan en
de beide aansluitdelen van de aanvoerslang
van het product met een doek die u met heet
water hebt nat gemaakt.
Haal de aanvoerslang eruit en dompel deze
onder in warm water van 50–60 °C.
Toevoerslang
50-60 °C
33
NL
PROBLEEMOPLOSSING
Uw wasmachine is uitgerust met een automatisch foutcontrolesysteem om problemen op te sporen en in
een vroeg stadium een diagnose te kunnen stellen. Als uw wasmachine niet naar behoren of helemaal
niet functioneert, controleer dan het volgende voordat u belt voor service:
Problemen opsporen
Symptomen Reden Oplossing
Ratelend en
rammelend geluid
Vreemde voorwerpen
zoals munten of
veiligheidsspelden
kunnen in de trommel
of pomp geraakt zijn.
Controleer of alle zakken leeg zijn. Voorwerpen
zoals haarspeldjes, lucifers, pennen, munten en
sleutels kunnen zowel uw wasmachine als uw
kleding beschadigen.
Sluit ritsen, haken en trekkoorden om te beletten
dat deze items kunnen vastraken of in de knoop
raken met andere kledij.
Bonkend geluid
Zware wasladingen
kunnen een bonkend
geluid produceren. Dit
is meestal normaal.
Als het geluid blijft, is de wasmachine
waarschijnlijk uit balans. Stop de machine en
verdeel het wasgoed opnieuw.
Vibrerend geluid
Zijn alle
transportbouten
en kuipsteunen
verwijderd?
Als deze tijdens de installatie niet verwijderd
zijn, raadpleegt u de installatiegids voor het
verwijderen van de transportbouten.
Rusten alle poten
stevig op de grond?
Zorg ervoor dat de wasmachine waterpas staat
en draai de borgmoeren aan in de richting van de
basis van het apparaat.
Waterlekken
Vulslang of
afvoerslang zit
los op de kraan of
wasmachine.
Controleer en draai de slangaansluitingen aan.
Huisafvoerpijpen zijn
verstopt.
Ontstop de afvoerpijp. Neem contact op met een
loodgieter indien nodig.
Overmatige
schuimvorming
Teveel of ongeschikt
wasmiddel kan
overmatige
schuimvorming
veroorzaken, wat
kan leiden tot
waterlekkage.
Zorg ervoor dat de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel gebruikt wordt volgens de
aanbevelingen van de fabrikant.
Water komt de
wasmachine niet of
langzaam binnen
Watervoorziening is
niet voldoende op die
locatie.
Probeer een andere kraan in het huis.
De waterkraan is niet
volledig open.
Draai de kraan helemaal open.
Watertoevoerslang(en)
zijn geknikt.
Zet de slang recht.
Het filter van de
toevoerslang(en) is
verstopt.
Controleer het filter van de toevoerslang.
34
NL
Symptomen Reden Oplossing
Water in de
wasmachine kan niet
weglopen of loopt
langzaam weg
Afvoerslang is geknikt
of verstopt.
Reinig en strek de afvoerslang.
De afvoer is verstopt. Reinig het pluizenfilter.
Wasmachine start niet
Netsnoer is mogelijk
niet aangesloten of de
aansluiting zit mogelijk
los.
Zorg ervoor dat de stekker goed in het
stopcontact past.
Huiszekering
is gesprongen,
stroomonderbreker
is doorgeslagen, of
een stroomstoring is
opgetreden.
Reset de stroomonderbreker of vervang de
zekering. Verhoog de capaciteit van de zekering
niet. Als het probleem een overbelasting van
het circuit is, laat het dan corrigeren door een
gekwalificeerde elektricien.
Waterkraan staat niet
open.
Schakel waterkraan in.
Wasmachine
centrifugeert niet
Controleer of de deur
goed gesloten is.
Sluit de deur en druk op de Start/Pauze knop.
Na het indrukken van de Start/Pauze knop
kan het enkele ogenblikken duren voordat de
wasmachine begint te draaien. De deur moet
gesloten worden voordat de machine kan
centrifugeren. Voeg 1 of 2 gelijksoortige items toe
om een betere balans in de wasgoed te krijgen.
Herschik het wasgoed om goed centrifugeren
mogelijk te maken.
Deur gaat niet open
Wanneer de
wasmachine eenmaal
is gestart, kan de deur
om veiligheidsredenen
niet meer worden
geopend.
Controleer of het ‘Deurslot’ icoon verlicht is.
U kunt de deur veilig openmaken nadat het
‘Deurslot’ icoon uitgaat.
Wasprogrammatijd
vertraagd
Als er een onbalans
is gedetecteerd of als
het sop verwijderen
van het programma
aan is, zal de wastijd
toenemen.
Dit is normaal. De overgebleven tijd die wordt
weergegeven in het scherm is slechts een
schatting. Werkelike tijd kan varieren.
Overstroming
wasverzachter
Te veel wasverzachter
kan een overstroming
veroorzaken.
Volg de richtlijnen voor wasverzachter om
ervoor te zorgen dat de juiste hoeveelheid wordt
gebruikt. Vul niet tot boven de maximale vullijn.
Wasverzachter is te
vroeg gedoseerd
Te veel wasverzachter
kan tot een voortijdig
toedienen leiden.
Volg de aanwijzingen die zijn gegeven door de
wasmiddelenfabrikant.
Sluit de wasmiddellade langzaam. Open de lade
niet tijdens het wasprogramma.
De knoppen kunnen
dan niet goed werken.
De knop kan niet
worden herkend
wanneer de deur
geopend is.
Druk opnieuwop de knop nadat u de deur hebt
gesloten.
35
NL
Symptomen Reden Oplossing
Geur
Deze geur wordt
veroorzaakt door
rubber dat aan de
wasmachine is
bevestigd.
Het is de normale geur van nieuw rubber en deze
verdwijnt na enkele wasbeurten.
Als de rubberen
deurpakking en het
deurafdichtingsgebied
niet regelmatig worden
gereinigd, kunnen er
geuren ontstaan uit
schimmels of vreemde
stoffen.
Zorg ervoor dat u de pakking en de
deurafdichting regelmatig reinigt en controleer
of er zich onder de deurafdichting kleine
voorwerpen bevinden bij het leegmaken van de
wasmachine.
Er kunnen geuren
ontstaan als er
vreemde stoffen
worden achtergelaten
in het filter van de
afvoerpomp.
Zorg ervoor dat u het filter van de afvoerpomp
regelmatig reinigt.
Er kunnen geuren
ontstaan als de
afvoerslang niet juist is
gemonteerd, waardoor
het water terug in de
wasmachine kan lopen.
Bij het installeren van de afvoerslang moet
u ervoor zorgen dat deze niet geknikt of
geblokkeerd wordt.
Door de droogfunctie
te gebruiken, kunnen
er geuren ontstaan
uit pluisjes en andere
materie van wasgoed
dat aan de verwarming
vastkleeft. (Alleen het
drogermodel)
Dit is geen defect.
Er kan een bepaalde
geur ontstaan als
natte kleding wordt
gedroogd met hete
lucht. (Alleen het
drogermodel)
De geur verdwijnt na een korte tijd.
36
NL
Foutmeldingen
Symptomen Reden Oplossing
Onvoldoende
watervoorziening in de
omgeving.
Probeer een andere kraan in het huis.
Toevoerkranen zijn niet
volledig open.
Draai de kraan helemaal open.
Watertoevoerslang(en) zijn
geknikt.
Zorg dat de slang(en) recht liggen.
Het filter van de
toevoerslang(en) is verstopt.
Controleer het filter van de toevoerslang.
Wanneer er een waterlek
is in de toevoerslang, zal
indicator rood worden.
Kan variëren afhankelijk van
het model.
Gebruik de aqua stop toevoerslang.
Lading is te klein.
Voeg 1 of 2 gelijksoortige items toe om een
betere balans in de wasgoed te krijgen.
Wasgoed is uit balans.
Voeg 1 of 2 gelijksoortige items toe om een
betere balans in de wasgoed te krijgen.
Het apparaat beschikt
over een systeem voor het
detecteren en corrigeren
van de balans. Als enkele
zware voorwerpen zijn
geladen (bijvoorbeeld
badmat, badjas, enz.),
kan het systeem stoppen
met centrifugeren of zelfs
het centrifugeprogramma
helemaal onderbreken.
Herschik het wasgoed om goed centrifugeren
mogelijk te maken.
Als het wasgoed nog te nat
is aan het einde van het
programma, voegt u kleinere
stukken wasgoed toe om
de belading meer balans
te geven en herhaalt u het
centrifugeren.
Herschik het wasgoed om goed centrifugeren
mogelijk te maken.
Afvoerslang is geknikt of
verstopt.
Reinig en strek de afvoerslang.
De afvoer is verstopt. Reinig het pluizenfilter.
37
NL
Symptomen Reden Oplossing
Controleer of de deur
gesloten is.
Sluit de deur volledig. Wanneer het
, ,
of niet vrijgegeven wordt, bel dan
voor onderhoud.
Foutbeheer.
Trek de stekker uit het stopcontact en bel voor
service.
Teveel water gevuld door
een defecte waterklep.
Sluit de waterkraan.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Bel voor service.
Storing van waterpeilsensor.
Sluit de waterkraan.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Bel voor service.
Overbelasting in de motor.
Laat de wasmachine gedurende 30 minuten
staan om de motor te laten afkoelen en start het
programma opnieuw.
Is de toevoer-/afvoerslang of
afvoerpomp bevroren?
Doe warm water in de trommel en ontdooi de
afvoerslang en afvoerpomp. Maak een handdoek
nat met warm water en plaats deze over de
toevoerslang.
38
NL
GARANTIE
DEZE BEPERKTE GARANTIE DEKT NIET:
Dienstreizen voor de levering, het ophalen of installeren of repareren van het product; instructie aan de
klant over de werking van het product; reparatie of vervanging van zekeringen of correctie van bedrading
of leidingwerk, of correctie van ongeautoriseerde reparaties / installatie.
Product werkt niet tijdens stroomstoringen en onderbrekingen of gebrekkige elektrische voeding.
Schade veroorzaakt door lekkende of gebroken waterleidingen, bevroren waterleidingen, beperkte
afvoerleidingen, onvoldoende of onderbroken watervoorziening of onvoldoende toevoer van lucht.
Schade als gevolg van de exploitatie van het product in een corrosieve atmosfeer of in strijd met de
instructies in de handleiding van het product.
Schade aan het product als gevolg van ongevallen, plagen en ongedierte, bliksem, wind, brand,
overstromingen, of overmacht.
Schade of storing veroorzaakt door een ongeoorloofde verandering of wijziging, of wanneer het wordt
gebruikt voor ander doeleinden, of waterlekkage wanneer het product niet goed is geïnstalleerd.
Schade of defecten veroorzaakt door onjuiste elektrische stroom, spanning, of leidingwerk,
commercieel of industrieel gebruik, of het gebruik van accessoires, onderdelen of verbruiksgoederen
(schoonmaakmiddelen) die niet zijn goedgekeurd door LG.
Schade veroorzaakt door het transport en de behandeling, met inbegrip van krassen, deuken, lakschade,
en/of andere schade aan de afwerking van uw product, tenzij dergelijke schade het gevolg is van
materiaal- en fabricagefouten.
Schade of ontbrekende items op elk display, open vak, product met korting, of gerenoveerd product.
Producten waarvan de originele serienummers zijn verwijderd, veranderd of niet gemakkelijk kunnen
worden bepaald. Model en serienummers, samen met de originele aankoopbon, zijn nodig voor
goedkeuring van de garantie.
Toename in de kosten van nutsvoorzieningen en de extra nutskosten.
Reparaties wanneer uw product wordt gebruikt in ander dan het normale en gebruikelijke huishoudelijk
gebruik of in strijd met de instructies in de handleiding van het product.
Kosten in verband met het verwijderen van uw product van uw huis voor reparaties.
Het verwijderen en opnieuw installeren van het product als dit is geïnstalleerd in een ontoegankelijke
locatie of niet in overeenstemming is met de gepubliceerde installatie-instructies, met inbegrip van LG's
gebruikers- en installatiehandleidingen geïnstalleerd.
Schade als gevolg van verkeerd gebruik, misbruik, onjuiste installatie, reparatie of onderhoud. Onjuiste
reparatie is inclusief gebruik van onderdelen die niet goedgekeurd of gespecificeerd zijn door LG.
39
NL
Vreemde trillingen
en geluiden
veroorzaakt omdat
de transportbouten of
kuipsteunen niet zijn
verwijderd.
Trommel
support
Transit
bolt
Karton
basis
Verwijder alle
transportbouten en
kuipsteunen.
Lekkage veroorzaakt
door vuil (haren,
pluis) op pakking en
glazen deur.
Reinig de pakking en
de glazen deur.
Niet aftappen
veroorzaakt door
verstopping van het
pompfilter.
Reinig het pompfilter.
Water komt
niet omdat de
waterinlaatklepfilters
verstopt zijn of de
watertoevoerslangen
geknikt.
Inlaatfilter
Reinig het
inlaatklepfilter
of installeer de
watertoevoerslangen
opnieuw.
Water komt niet
omdat er te veel
wasmiddel wordt
gebruikt.
Wasmiddellade
Reinig de
wasmiddellade.
Wasgoed is heet
of warm na het
voltooien van
wassen, omdat
de inlaatslangen
verkeerd om zijn
geïnstalleerd.
Koud
Heet
Koud
water-
toevoer
Heet
water-
toevoer
Herinstalleer de
toevoerslangen.
Water wordt niet
toegevoerd omdat
de waterkraan niet
aan is.
waterkraan
Draai de waterkraan
open.
Lekkage veroorzaakt
door onjuiste
installatie van
de afvoerslang
of verstopte
afvoerslang.
Elleboogbeugel
Kabelbinder
Installeer de
afvoerslang opnieuw.
40
NL
Lekkage veroorzaakt
door onjuiste
installatie van de
waterinlaatslang
of het gebruik
inlaatslangen van
een ander merk.
Herinstalleer de
toevoerslang.
Probleem met geen
voeding veroorzaakt
door losse verbinding
van de stroomkabel
of stopcontact.
Sluit het netsnoer
opnieuw aan of wijzig
het stopcontact.
Reiskosten
voortkomend uit
aflevering, ophalen,
installeren van het
product of instructies
over het gebruik
van het product. Het
product verwijderen
en opnieuw
installeren.
Niveau
De garantie
dekt alleen
fabricagedefecten.
Service als gevolg
van onjuiste
installatie is niet
gedekt.
Als alle schroeven
niet goed zijn
geïnstalleerd, kan
dit overmatige
trillingen veroorzaken
(uitsluitend model op
voetstuk).
Installeer de 4
schroeven op elke
hoek (Totaal 16EA).
Waterslaggeluid
(bonkend) als
wasmachine zich vult
met water.
Hogedrukwater
Raak
Natuurlijke
waterstroom
Plotse stop
waterstroom
Hard geluid
Stel de druk van
het water bij door
de waterklep of
hoofdwaterkraan in
het huis te draaien.
41
NL
OPERATIONELE GEGEVENS
Productfiche_Commissie Gedelegeerde Reglementering(EU) No 1061/2010
Handelsmerk van de leverancier LG
Typeaanduiding van de leverancier FH4J3TDN(P)(0~9)
Geschatte capaciteit 8 kg
Energie efficiëntieklasse A+++
Een “EU Ecolabel prijs” toegekend on Reglementering (EC) No 66/2010 Nee
Energieverbruik „X” kWh per jaar, gebaseerd op 220 standaard wascycli
voor de katoenprogramma’s op 60 °C en 40 °C bij volledige en gedeeltelijke
lading, en het verbruik in de energiebesparende standen. Het werkelijke
verbruik wordt bepaald door de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.
137 kWh/jaar
Het energieverbruik
het standaard 60 °C katoenprogramma bij volledig geladen.
het standaard 60 °C katoenprogramma bij gedeeltelijk geladen.
het standaard 40 °C katoenprogramma bij gedeeltelijk geladen.
0,78
0,64
0,48
kWh
kWh
kWh
Gewogen energieverbruik bij uit-modus en ingeschakelde modus. 0,50 W
Waterverbruik „X” liter per jaar, gebaseerd op 220 standaard wascycli voor
de katoenprogramma’s op 60 °C en 40 °C bij volledige en gedeeltelijke
lading. Het werkelijke waterverbruik wordt bepaald door de wijze waarop het
apparaat wordt gebruikt.
10500 liters/jaar
centrifuge-efficiëntieklasse „X” op een schaal van G (minst efficiënt) tot A
(meest efficiënt)
A
Maximale draaisnelheid behaald voor het standaard 60 °C
katoenprogramma bij volledig geladen of het standaard 40 °C
katoenprogramma bij gedeeltelijk geladen, wat er ook het laagste
is en resterende vochtinhoud behaald voor het standaard 60 °C
katoenprogramma bij volledig geladen of het standaard 40 °C
katoenprogramma bij gedeeltelijk geladen, wat er ook groter is.
1400 rpm
44 %
Standaard wasprogramma‘s waar de informatie op het etiket en de fiche
naar relateren, dat deze programma‘s geschikt zijn om normaal bevuild
katoenen wasgoed te reinigen en dat ze de meest efficiënte programma‘s
zijn op het vlak van gecombineerd energie- en waterverbruik;
"Katoen Eco, 60 °C/40 °C
+ Intensief"
De programmatijd
het standaard 60 °C katoenprogramma bij volledig geladen.
het standaard 60 °C katoenprogramma bij gedeeltelijk geladen.
het standaard 40 °C katoenprogramma bij gedeeltelijk geladen.
312
259
254
min.
min.
min.
De duurtijd van de ingeschakelde modus (Tl) 10 min.
Door de lucht vervoerde akoestische geluidsemissies, uitgedrukt in dB(A)
re 1 pW en afgerond tot het dichtste integraal getal tijdens de was- en
draaifasen voor het standaard 60 °C katoenprogramma bij volledig geladen.
53/75 dB(A)
Vrijstaand
Memo
Memo
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

LG FH4J3TDN0 de handleiding

Type
de handleiding