(DUT) VQT5B63 7
Omgaan met de camera
■
Hanteren van de camera
Vrijwaar de camera tegen heftige trillingen, schokken of
zware druk.
●
Gebruik de camera niet onder de volgende omstandigheden,
die schade aan de lens, het lcd-scherm, de zoeker of het
camerahuis kunnen toebrengen. Dit kan ook leiden tot
storingen in de camera of mislukte opnamen.
• Laat de camera niet vallen of tegen een hard oppervlak
aan stoten
• Zorg dat er geen druk wordt uitgeoefend op de lens, het
lcd-scherm of de zoeker
●
Wanneer de camera niet in gebruik is of wanneer u de
afspeelfunctie gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de
lens in de opgeslagen positie is met de lensdop erop.
●
Er zijn momenten waarop u een ratelend geluid hoort of
de camera voelt trillen, maar dit wordt veroorzaakt door
de beweging van het diafragma, de zoomfunctie en de
motor en geeft geen defect aan.
De camera is niet stofbestendig, spatbestendig of
waterbestendig.
Gebruik de camera niet op plaatsen met veel stof of zand,
of waar er water op de camera kan komen.
●
Gebruik de camera niet onder de volgende omstandigheden,
die het risico meebrengen dat er zand, water of andere
materialen in de camera kunnen komen via de openingen
rond de toetsen of de lens. Wees uiterst voorzichtig hiermee,
want dergelijke omstandigheden kunnen de camera
beschadigen, mogelijk zelfs onherstelbaar.
• Plaatsen met erg veel stof of stuifzand
• In de regen of aan de waterkant, waar er water op de
camera kan spatten
■
Condensatie (wanneer de lens, het lcd-scherm of de zoeker beslaat)
●
Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge wisselingen in
temperatuur of vochtigheid, kan er vocht in de camera condenseren. Mijd
dergelijke omstandigheden, want die kunnen de lens, het lcd-scherm of de
zoeker bevuilen, schimmelgroei veroorzaken of de camera beschadigen.
●
Als er vocht in de camera is gecondenseerd, schakelt u het toestel uit en
wacht u ongeveer twee uur voordat u de camera weer gebruikt. Wanneer
de camera eenmaal op omgevingstemperatuur is gekomen, zal de condens
vanzelf verdwijnen.