LADEN ICF 110 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
1.
Handgreep.
2.
Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
3.
Afdichting.
4.
Afscheider (indien aanwezig).
5.
Dop afvoerkanaal voor dooiwater
6.
Bedieningspaneel.
7.
Ventilatierooster van de motor aan de zijkant.
8.
Bovenrand.
9.
Condensator (aan de achterkant)
INSTALLATIE
Raadpleeg het hoofdstuk “ALVORENS HET
APPARAAT TE GEBRUIKEN”.
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en
het product.
Belangrijk: twee van de vier beschermdelen moeten
in de daarvoor bestemde ruimte in de plastic steunen
van de condensator worden geplaatst, die u op de
achterwand van het product vindt.
Dit handigheidje is noodzakelijk om de juiste afstand tussen
het product en de muur te garanderen.
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is
(5)
.
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand en
7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten.
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
Ingebruikneming van het apparaat
De temperatuur van het apparaat is in de fabriek ingesteld om
te functioneren bij de aanbevolen temperatuur van -18°C.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Het groene lampje gaat branden (indien aanwezig).
Ook het rode lampje gaat branden (indien aanwezig), omdat
de temperatuur in de vriezer nog niet laag genoeg is om de
levensmiddelen erin te zetten. Het lampje gaat gewoonlijk
binnen zes uur na het inschakelen van de vriezer weer uit.
Nadat u het apparaat heeft aangesloten en de juiste
temperatuur is bereikt (na ongeveer een uur, waarin
u de deur niet mag openen), controleert u of de
snelvriesfunctie uitgeschakeld is (het gele lampje,
indien aanwezig, is uit)
Zet de levensmiddelen pas in de vriezer wanneer het rode
lampje (indien aanwezig) uit is.
De afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus u kunt de deur
van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting weer openen.
Wacht enkele minuten voordat u de deur van het apparaat
opnieuw opent.
Regeling van de temperatuur
Selecteer de juiste temperatuur met de thermostaat.
Om de temperatuur van het apparaat te regelen gaat u als
volgt te werk:
Draai de thermostaatknop
op stand 1 voor een minder koude
bewaartemperatuur.
Draai de thermostaatknop op stand 6 / voor een koudere
bewaartemperatuur.
Als de vriezer niet helemaal vol is, wordt geadviseerd om
de thermostaat op een lagere stand te zetten (in de buurt
van de "E", wanneer die aangegeven is op de schaalverdeling
van de thermostaat).
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
1.
Thermostaat
voor temperatuurregeling.
2.
Rood lampje (indien aanwezig)
: wanneer dit lampje
brandt is de binnentemperatuur van het apparaat nog
niet laag genoeg.
3.
Groen lampje (indien aanwezig)
:
wanneer dit
lampje brandt, functioneert het apparaat.
4.
Oplichtende gele/oranje knop
(indien aanwezig)
:
schakelt de snelvriesfunctie in/uit. Wanneer het lampje
brandt, is de snelvriesfunctie actief.
De indeling van het bedieningspaneel kan variëren
afhankelijk van het model
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het product dat u heeft aangeschaft is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik en voor de conservering van
diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen
en voor het maken van ijsblokjes.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid
voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor
schade aan voorwerpen die veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze voorschriften.
1.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting
niet vervormd is. Uw leverancier dient binnen 24 uur
vanaf de levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
2.
Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in
werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen
laten functioneren.
3.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden
verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4.
Reinig de binnenkant van het product alvorens het in
gebruik te nemen.
Controleer voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet
aansluit, of de spanning overeenkomt met de gegevens op
het serienummerplaatje op de achterkant van het apparaat.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te
vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic zakjes
of diepvriesbakken met deksel.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer
goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, de kleur
en de smaak te behouden.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in
de vriezer zet.
Invriezen van verse
levensmiddelen
Plaats de in te vriezen
levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van de vriezer:
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren
levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen
levensmiddelen niet direct tegen
de al ingevroren levensmiddelen
aan.
Voor beter en sneller invriezen
raden wij aan de levensmiddelen in kleine pakjes te
verdelen; dit zal ook van pas komen bij het gebruiken van
het ingevroren voedsel.
1.
Druk, ten minste 24 uur voordat u vers voedsel in de
vriezer gaat invriezen, op de snelvriesknop. Bij apparaten
zonder deze knop zet u de thermostaat op stand .
2.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in de vriezer en houd
de deur van het apparaat 24 uur gesloten. Schakel na afloop
van deze periode de snelvriesfunctie uit (indien aanwezig).
A
B
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat (indien aanwezig)
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
Zet de ingevroren
levensmiddelen in de
vriezer en deel ze in;
het is raadzaam om de
invriesdatum op de
verpakking aan te
geven, om te zorgen
dat het product tijdig
geconsumeerd zal
worden.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
De verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen in kwaliteit achteruitgegaan kan
zijn. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op
zitten, is het niet onder optimale omstandigheden
bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden
gekocht en in isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze
niet opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel
gebruikt wordt voor de bereiding van een gerecht dat
gekookt wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel
gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant
van de vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u
de snelheid waarmee de temperatuur stijgt
beperken.
MAANDEN
VOEDSEL
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op
de voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in de vriezer, omdat deze
kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden
kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer de vriezer niet op plaatsen waar deze aan direct
zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen;
hierdoor neemt het energieverbruik toe.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoffen in de buurt van de vriezer of andere
elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit
voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Installeer het product waterpas op een vloer die het gewicht
kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen
en het gebruik van het product
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten
waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die
gebaseerd zijn op de klimaatklasse die op het typeplaatje
staat aangegeven. Het is mogelijk dat het apparaat niet goed
functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt
gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als
het voor korte tijd leeg is.
Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer
niet beschadigd wordt (bv. parket).
Gebruik geen mechanische systemen of andere middelen
om het ontdooiproces te versnellen, behalve dan die door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant van
het apparaat, behalve als dit aanbevolen is door de fabrikant.
Het apparaat is niet bestemd om zonder toezicht gebruikt
te worden door jonge kinderen of gehandicapten.
Om het risico van verstikking en opsluiting te vermijden,
mag het kinderen niet worden toegestaan in de vriezer te
spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door
een bevoegd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het
stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar
die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt
met de spanning in uw woning.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in
(indien bijgeleverd).
Open het deksel van de vriezer zo weinig mogelijk.
ONTDOOIEN VAN DE VRIEZER
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op
de wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit de vriezer, wikkel ze strak
tegen elkaar in kranten en berg ze op op een koele plaats of
in een isolerende tas.
Laat de deur van de vriezer openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig).
Verwijder de buitendop van het
afvoerkanaal (indien aanwezig)
en plaats hem zoals aangegeven
op de afbeelding.
Zet een bak onder het
afvoerkanaal om het restwater
op te vangen. Gebruik indien
beschikbaar de afscheider.
U kunt het ontdooien versnellen
door met een spatel het ijs op de
wanden van de vriezer los te
maken.
Verwijder het ijs van de bodem van de vriezer.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak
te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
Maak de binnenkant van de vriezer zorgvuldig droog.
Plaats na afloop van het ontdooien de dop weer in zijn
behuizing.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen van
storingen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien aanwezig).
Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant
van het apparaat.
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
Gebruik geen schuurpasta's of schuursponsjes,
vlekkenmiddelen (bv. aceton, trichloorethyleen),
of azijn om het product te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren,
wordt geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar
te reinigen en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET
DEURLAMPJE (INDIEN
AANWEZIG)
Haal de stekker van het
apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap
aan de hand van de
aanwijzingen van de afbeelding
en in de aangegeven volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje
met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan
op het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1.Het rode lampje (indien aanwezig) blijft branden.
Is de stroom uitgevallen?
Bent u begonnen met ontdooien?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
Staat de thermostaat in de goede stand?
Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon?
2.Het apparaat maakt erg veel lawaai.
Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen
aan die trillingen kunnen veroorzaken?
Is de verpakking van het onderstel van de vriezer
verwijderd?
Opmerking:
De circulatie van het koelgas kan een zacht
geluid maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is
geheel normaal.
3.Het groene lampje (indien aanwezig) is uit en het
apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de voedingskabel niet beschadigd?
4.Het groene lampje (indien aanwezig) is uit, maar het
apparaat werkt gewoon.
Het groene lampje is kapot. Neem contact op met de
Klantenservice voor vervanging.
5.De compressor werkt onafgebroken.
Heeft u misschien warm voedsel in de vriezer gezet?
Is de deur van de vriezer langdurig open geweest?
Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt
van een warmtebron?
Staat de thermostaat in de goede stand?
Heeft u per ongeluk de snelvriestoets ingedrukt
(indien aanwezig)?
6.Te veel ijsvorming op de bovenranden.
Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater
correct geplaatst?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd of
vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
“Installatie”)
7.Er vormt zich condens aan de buitenkant van de
vriezer.
Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid hoger
dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is in vochtige en
slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft echter geen
negatieve invloed op de prestaties van de vriezer .
8.De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en
draagt het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten
de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen
enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden
gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled . Dit apparaat is in overeenstemming
verklaard met de Europese Richtlijn 2002/96/CE, Afgedankte
elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als
afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid
te voorkomen.
Het symbool op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het
worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de
deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking. Lever het apparaat in bij
een erkend verzamelpunt; laat het apparaat zelfs niet voor
enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van
gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie over de
behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt
u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw
woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het
product heeft aangeschaft.
Gegevens:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit bevat R134a) of
HFC (het koelcircuit bevat R600a).
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
Isobutaan is een natuurlijk gas dat geen invloed heeft op het
milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk
te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet
beschadigd zijn.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming
met de Europese Richtlijn 90/128/CEE, 02/72/CE en met het
reglement (CE) N. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de Laagspanningsrichtlijn
73/23/CEE;
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn
89/336/CEE, gewijzigd door de Richtlijn 93/68/CEE.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het
op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak
is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat
dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3.
Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE
op het typeplaatje op de achterkant van het apparaat)
uw volledige adres,
uw telefoonnummer.
  • Page 1 1
  • Page 2 2

LADEN ICF 110 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding