Bauknecht WA PRIMELINE 22TDI de handleiding

Type
de handleiding
INHOUD
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK
NEEMT
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
DEUR
KINDERBEVEILIGING (INDIEN
BESCHIKBAAR)
VOOR HET EERSTE WASPROGRAMMA
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
VERZORGING EN ONDERHOUD
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
KLANTENSERVICE
ACCESSOIRES
TRANSPORT EN BEHANDELING
46
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK
NEEMT
1.Verwijderen van de verpakking en
inspectie
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem in dat geval contact
op met de klantenservice of uw plaatselijke
leverancier.
Controleer of de accessoires en de bijgeleverde
onderdelen allemaal aanwezig zijn.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enz.) buiten bereik van kinderen; het
kan een bron van gevaar vormen.
2.Verwijderen van de
transportschroeven
De wasmachine is uitgerust met
transportschroeven om mogelijke interne schade
tijdens het vervoer te voorkomen. Voordat u de
wasmachine in gebruik neemt, moeten de
transportschroeven verwijderd worden.
Dek de openingen af met de 4 bijgesloten plastic
doppen.
3.Installeren van de wasmachine
Verwijder de beschermende folie van het
regelpaneel.
Verplaats het apparaat zonder dit aan het
bovenblad op te tillen.
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een
vertrek.
Controleer of alle pootjes stevig op de vloer
rusten en controleer of de wasmachine exact
horizontaal staat (gebruik hiervoor een
waterpas).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf.
Watertoevoer: Uitsluitend koud water
(indien er geen andere
informatie op uw
programmatabel staat)
Waterkraan: 3/4”
schroefdraadaansluiting
voor slang
Waterdruk
(stroomdruk): 100-1000 kPa (1-10 bar).
Gebruik uitsluitend een nieuwe toevoerslang om
de wasmachine op de watertoevoer aan te
sluiten. Oude slangen mogen niet meer gebruikt
worden
5.Afvoer
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met het elleboogstuk aan de rand van een
wasbak of badkuip.
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan
te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met
een ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan-
en afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6.Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en actuele
standaardveiligheidsvoorschriften.
Gegevens met betrekking tot spanning,
stroomverbruik en beveiligingsvereisten vindt u
op de binnenkant van de deur.
Het apparaat moet op het elektriciteitsnet te
worden aangesloten door middel van een
stopcontact dat overeenkomstig de geldende
voorschriften geaard is. De wasmachine moet
volgens de wet geaard zijn. De fabrikant
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of voor letsel aan
personen of dieren die/dat veroorzaakt is door
het niet in acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de een
medewerker van de klantenservice worden
vervangen.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor
huishoudelijke doelen.
Minimale afmetingen behuizing:
Breedte: 600 mm
Hoogte: 850 mm
Diepte: 600 mm
47
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar
en draagt het recyclingsymbool . Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften
te worden nageleefd.
2.De verpakking en oude wasmachines
als afval verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden
verwerkt als afval in overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften.
Verwijder voordat u het apparaat afdankt alle
wasmiddelresten en snijd de elektriciteitskabel
door zodat het apparaat onbruikbaar wordt.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
Door te verzekeren dat dit product naar
behoren wordt afgevoerd, helpt u te voorkomen
dat het mogelijke negatieve consequenties heeft
voor het milieu en de menselijke gezondheid, die
zouden kunnen worden veroorzaakt door
onjuiste afvoer als afval van dit product.
Het symbool op het product, of op de
documenten die bij het product geleverd
worden, geeft aan dat dit apparaat niet mag
worden behandeld als huishoudelijk afval. In
plaats daarvan moet het worden afgegeven bij
het desbetreffende verzamelpunt voor recycling
van elektrische en elektronische apparaten.
De afvoer moet geschieden in overeenstemming
met de plaatselijke milieuvoorschriften inzake
afvalverwerking.
Voor nadere informatie over de behandeling,
herwinning en recycling van dit product, wordt u
verzocht contact op te nemen met het
plaatselijke stadskantoor, uw afvalophaaldienst of
de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
3.Locatie en omgeving
De wasmachine mag alleen in afgesloten ruimtes
geïnstalleerd worden.
Bewaar geen brandbare vloeistoffen in de buurt
van het apparaat.
4.Algemene adviezen
Laat het apparaat nooit ingeschakeld als dat niet
nodig is.
Draai de kraan dicht.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van de elektriciteit voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Reinig de buitenkant van de wasmachine met een
vochtige doek. Gebruik geen schuurmiddelen.
Open de deur nooit met kracht en ga er niet op
staan.
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen of
in de trommel klimmen (zie ook op de volgende
pagina het hoofdstuk “Kinderbeveiliging”).
Zo nodig kan het netsnoer vervangen worden
door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de
klantenservice. De elektriciteitskabel mag, indien
nodig, uitsluitend door een gekwalificeerde
elektricien worden vervangen.
5.EG-conformiteitsverklaring
De wasmachine voldoet aan de volgende
Europese normen:
73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG Richtlijn m.b.t. Elektromagnetische
compatibiliteit
93/68/EC Richtlijn inzake CE-markering .
48
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
DEUR
KINDERBEVEILIGING (INDIEN BESCHIKBAAR)
VOOR HET EERSTE WASPROGRAMMA
1. Werkblad
2. Bedieningspaneel
3. Doseerbakje wasmiddel
4. Serviceplaatje
(aan de binnenkant van de deur)
5. Deur
6. Kinderbeveiliging (indien
aanwezig, aan de binnenkant van
de deur)
7. Plint, waarachter toegang tot de
pomp
8. Verstelbare pootjes
Om de deur te openen houdt u de handgreep vast, drukt u op de binnenste hendel en trekt u de deur open.
Sluit de deur door hem dicht te drukken tot hij klikt, zonder te veel kracht te gebruiken.
Om het apparaat tegen onjuist gebruik te beschermen, draait
u de plastic schroef aan de binnenkant van de deur om.
Gebruik hiervoor de dikke afgeronde hoek van het gekleurde
inzetstuk van het wasmiddelbakje of een muntstuk:
Gleuf verticaal: de deur kan niet vergrendeld worden.
Gleuf horizontaal - normale positie: de deur kan weer
worden vergrendeld.
Om eventueel restwater te verwijderen dat door de fabrikant is gebruikt om de machine te testen, raden wij
u aan een kort wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren.
1. Draai de kraan open.
2. Sluit de deur.
3. Schenk een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het bakje voor hoofdwasmiddel van de
wasmiddellade.
4. Selecteer en start een kort programma (zie de beknopte handleiding).
1
2
4
5
6
3
7
8
49
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1.Het wasgoed sorteren op...
Textielsoort / symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/synthetische
weefsels, wol, textiel dat met de hand gewassen
moet worden.
•Kleur
Scheid bonte en witte was. Gekleurd wasgoed de
eerste keer apart wassen.
•Belading
Was stukken van verschillende afmetingen samen
voor betere wasresultaten en een optimale
verdeling van de belading in de trommel.
•Fijne was
Was kleine stukken (b.v. nylon kousen, ceintuurs,
enz.) en wasgoed met haakjes (bijv. bh's) in een
waszak of kussensloop met een rits. Haal de ringen
van de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in
een katoenen zak.
2.Maak alle zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden enz. kunnen het
wasgoed, de trommel en het waterreservoir
beschadigen.
3.Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop de
uiteinden van ceintuurs bijeen.
Behandeling van vlekken
Bloed, melk, eieren enz. worden in het algemeen
verwijderd door de automatische enzymenfase van
het programma.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken
enz. een vlekkenmiddel toe in het bakje voor
hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
Behandel hardnekkige vlekken indien nodig vooraf
met een vlekkenmiddel.
Verven
Gebruik alleen verf die geschikt is voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant op.
Na het verven kunnen de kunststof en rubberen
onderdelen van de wasmachine gevlekt zijn.
Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur.
2. Plaats de stukken wasgoed één voor één in de
trommel zonder de machine te overladen. Houdt u
aan de maximale belading die te vinden is in de
beknopte handleiding.
Opmerking: als de wasmachine te vol wordt
gestopt, wordt het wasgoed minder goed gewassen
en kreukt het meer
3. Sluit de deur.
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
De keuze van het wasmiddel is
afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch, tere
weefsels, wol).
Opmerking: gebruik voor wol uitsluitend speciale
wasmiddelen
de kleur
de wastemperatuur
de hoeveelheid en het soort vuil
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg van
onoplosbare waterontharders in moderne fosfaatvrije
waspoeders. Als u deze resten ziet, de stukken schudden
of borstelen of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten
die bedoeld zijn voor apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen voor de voorwas, als u ze gebruikt, geschikt
zijn voor de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen
producten bevatten die uw wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (b.v. terpentine, benzine).
Was geen stoffen in de wasmachine die behandeld zijn
met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen.
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel. De dosering is afhankelijk van:
de hoeveelheid en het soort vuil
grootte van de was
volledig beladen trommel: volg de aanwijzingen op
het pak wasmiddel;
half beladen trommel: 3/4 van de hoeveelheid die u
gebruikt voor een volledige belading;
kleine belading (ongeveer 1 kg):
1/2 van de hoeveelheid voor een volledige belading
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag hieromtrent
informatie bij het waterleidingbedrijf). Bij zacht water
heeft u minder wasmiddel nodig dan bij hard water (zie
de waterhardheidtabel in de bedieningshandleiding)
Opmerking:
Te veel wasmiddel kan leiden tot sterke
schuimvorming, waardoor het wasgoed minder goed
gewassen wordt.
Als de wasmachine te veel schuim detecteert,
centrifugeert ze mogelijk niet.
Bij te weinig wasmiddel wordt het wasgoed op den
duur grauw, en ontstaan er afzettingen op het
verwarmingselement, de trommel en de slangen.
Waterhardheidsgrafiek
Water-
hardheidsgrafiek
Technische
gegevens
Duits
°dH
Frans
°fH
Engels
°eH
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
50
Wasmiddel en nabehandelingsproducten toevoegen
De wasmiddellade heeft drie vakjes (afb. “A”).
Bakje voor voorwasmiddel
Voorwasmiddel
Bakje voor hoofdwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddelen
Waterontharder (waterhardheid klasse 4)
Bakje voor wasverzachter
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Schenk nabehandelingsproducten tot maximaal het teken “MAX”
in het bakje.
Chloorbleekmiddel gebruiken
Was uw wasgoed op het gewenste programma (Katoen,
Synthetisch) en voeg de juiste hoeveelheid chloorbleekmiddel
toe in het bakje voor WASVERZACHTER (sluit de
wasmiddellade voorzichtig).
Start onmiddellijk na het einde van het programma het
programma “Spoelen en centrifugeren” om een eventuele
chloorlucht te verwijderen; als u wilt, kunt u wasverzachter
toevoegen.
Doe nooit chloorbleekmiddel en wasverzachter tegelijk in het
bakje.
Plaatsen van de verdeler in het bakje voor
hoofdwasmiddel voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel
Voor gebruik met waspoeder: plaats de verdeler in de hoogste
positie.
Til de verdeler op tot de bovenkant naar achteren geduwd kan
worden. Plaats de haken op het bovenste uiteinde van de
achterste geleiderails en duw de verdeler zachtjes omlaag om
hem vast te zetten (afb. “B en “C”).
Als de verdeler op de juiste manier geplaatst is, blijft er een ruimte
over tussen de verdeler en de onderkant van het bakje voor
hoofdwasmiddel (afb. “B” en “C”).
Voor gebruik met vloeibaar wasmiddel: plaats de verdeler in de
laagste positie. Zet de verdeler in het bakje vast met de voorste
geleiderails.
Plaats de verdeler zodanig, dat deze de bodem van het bakje voor
hoofdwasmiddel raakt (afb. “D”).
A
A
()
Verdeler
B
Haken
Verdeler
Geleide-
rails
C
1
2
3
1
D
51
Opmerking:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Vloeibare wasmiddelen kunnen worden gebruikt voor programma's met voorwas. In dit geval
moet er een waspoeder gebruikt worden voor de hoofdwas.
Gebruik geen vloeibare wasmiddelen wanneer u de functie “Startselectie” (indien beschikbaar op
uw wasmachine) gebruikt.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de
verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en
plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn
voor de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen in de wasmachine (b.v. terpentine, benzine).
Als u poederstijfsel gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1. was uw wasgoed met het gewenste wasprogramma.
2. Prepareer de stijfseloplossing volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
3. Selecteer het programma “Spoelen en Centrifugeren”, verlaag de snelheid tot 800 rpm en start
het programma.
4. Trek de wasmiddellade naar buiten tot u ongeveer 3 cm van het bakje voor hoofdwasmiddel
ziet.
5. Schenk de stijfseloplossing in het bakje voor hoofdwasmiddel terwijl het water in de
wasmiddellade loopt.
6. Als er stijfselresten in de wasmiddellade zitten op het eind van het programma, reinig het bakje
voor hoofdwasmiddel dan.
52
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
Controleer en reinig het filter regelmatig, ten minste
twee of drie keer per jaar.
Met name:
Als het apparaat niet goed afpompt of als het niet
centrifugeert.
Als de pomp geblokkeerd is door een vreemd
voorwerp (b.v. knopen, munten, veiligheidsspelden)
BELANGRIJK: laat het water afkoelen voordat u
het afvoert uit het apparaat.
1. Stop de machine en trek de stekker uit het
stopcontact.
2. Verwijder de plint door deze stevig aan beide zijden
vast te houden, omlaag te duwen en naar voren te
kantelen.
3. Zet een bak onder het filter.
4. Open het filter maar verwijder het niet helemaal.
Draai het filter langzaam naar links tot het water
eruit begint te lopen.
5. Wacht totdat al het water in de bak gestroomd is.
6. Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7. Reinig het filter en de filterkamer.
8. Controleer of de rotor van de pomp weer goed kan
bewegen.
9. Plaats het filter terug en schroef het zover mogelijk
naar rechts.
10. Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade om het
“Eco-systeem” weer in te schakelen. Controleer of
het filter goed en stevig geplaatst is.
11. Installeer de plint weer.
12. Steek de stekker weer in het stopcontact.
13. Stel een programma in en start het.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het restwater
afvoert.
Verwijder de plint. Zet een bak onder het filter.
1. Open het filter maar verwijder het niet helemaal. Draai het filter langzaam naar links tot het water
eruit begint te lopen.
2. Wacht totdat al het water in de bak gestroomd is.
3. Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
4. Kantel het apparaat voorzichtig voorover en laat het water naar buiten stromen.
5. Plaats het filter terug en schroef het zover mogelijk naar rechts.
6. Installeer de plint weer.
Voordat u de wasmachine opnieuw in gebruik neemt:
1. Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade om het “Eco-systeem” weer in te schakelen.
2. Steek de stekker weer in het stopcontact.
53
VERZORGING EN ONDERHOUD
Behuizing en bedieningspaneel
Kunnen afgenomen worden met een zachte
vochtige doek.
U kunt ook een klein beetje neutraal
reinigingsmiddel (geen schuurmiddel) gebruiken.
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichting.
Filter
Controleer en reinig het filter regelmatig,
tenminste twee of drie keer per jaar (zie
“Verwijderen van het filter”).
Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor het reinigen van het apparaat.
Doseerbakje wasmiddel
1. Druk de hendel in het bakje voor hoofdwasmiddel naar
beneden en haal de lade eruit (afb. “A”).
2. Verwijder het afdekrooster uit het bakje voor wasverzachter.
Verwijder de verdeler uit het bakje voor hoofdwasmiddel
door deze omhoog te trekken (afb. “B”).
3. Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4. Plaats de verdeler en het rooster in de wasmiddellade en
schuif de lade terug in de behuizing.
A
B
54
Watertoevoerslang
Controleer de watertoevoerslang geregeld op barsten of
scheuren en vervang hem indien nodig door een nieuwe slang van
hetzelfde type (verkrijgbaar bij de klantenservice of uw
speciaalzaak).
Als uw toevoerslang een transparante coating heeft (afb. “C”),
controleer dan regelmatig de kleur van de transparante coating.
Als de coating rood begint te worden, is dit een indicatie dat er
mogelijk een lek is in de slang, en dat hij vervangen moet worden.
Neem contact op met de Klantenservice of uw speciaalzaak voor
een nieuwe slang.
Filter van de wateraansluiting
Controleer en reinig het filter regelmatig.
Bij wasmachine met een toevoerslang zoals in de afbeeldingen
“A”, “B” of “C” (afhankelijk van het model):
1. Sluit de kraan en draai de toevoerslang van de kraan los.
2. Reinig het filter van de slang en schroef de watertoevoerslang
weer vast op de kraan.
3. Schroef nu de toevoerslang aan de achterkant van de
wasmachine los.
4. Trek het filter van de wasmachineaansluiting met behulp van
een combinatietang en reinig het filter.
5. Zet het filter weer terug en schroef de toevoerslang weer vast.
6. Draai de kraan open en controleer of de verbindingen niet
lekken.
A
B
C
55
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Uw wasmachine is, afhankelijk van het model,
uitgerust met verschillende automatische
veiligheidsfuncties. Hierdoor worden storingen snel
opgespoord en kan het veiligheidssysteem op de
juiste manier reageren. Deze storingen zijn
doorgaans zo klein dat ze binnen enkele minuten
verholpen kunnen worden.
De wasmachine start niet, er branden geen
lampjes.
Controleer of:
de stekker in het stopcontact zit;
het wandstopcontact goed functioneert (sluit
bijvoorbeeld een tafellamp aan om dit te testen).
De wasmachine start niet... en het
indicatielampje “Start/Pauze” knippert.
Controleer of:
de deur goed gesloten is (kinderbeveiliging);
er op de “Start/Pauze”-knop is gedrukt;
het indicatielampje “Waterkraan gesloten”
brandt. Draai de waterkraan open en druk op de
“Start/Pauze”-knop.
De wasmachine stopt tijdens het programma
(verschilt afhankelijk van het model)
Controleer of:
het indicatielampje “Spoelstop” brandt; schakel
deze functie uit door op de
“Start/Pauze”-knop te drukken of door het
programma “Afpompen” te kiezen en te starten;
er een ander programma is geselecteerd en het
“Start/Pauze”-lampje knippert. Selecteer het
gewenste programma opnieuw en druk op de
“Start/Pauze”-knop.
de deur geopend is en het “Start/Pauze”-lampje
knippert. Sluit de deur en druk nogmaals op de
knop “Start/Pauze”.
het veiligheidssysteem van de wasmachine
geactiveerd is (zie de tabel met
storingsbeschrijvingen)
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade op het eind van het
wasprogramma.
Controleer of:
het afdekrooster van het bakje voor wasverzachter
en de verdeler van het bakje voor hoofdwasmiddel
op de juiste manier geïnstalleerd zijn in de
wasmiddellade, en of alle onderdelen schoon zijn
(zie “Verzorging en onderhoud”);
er voldoende water instroomt.
De vuilfilters in de watertoevoer kunnen
verstopt zijn (zie “Verzorging en onderhoud”);
de positie van de verdeler in het bakje voor
hoofdwasmiddel aangepast is aan het gebruik van
waspoeder of vloeibaar wasmiddel (zie
“Wasmiddel en nabehandelingsproducten”).
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
de wasmachine goed horizontaal en stevig op alle
vier de pootjes staat;
de transportschroeven verwijderd zijn. Voordat
u de wasmachine in gebruik neemt, moeten de
transportschroeven verwijderd worden.
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of onvoldoende gecentrifugeerd.
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit balans
is.
Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine
wast (b.v. badjassen), is het mogelijk dat dit systeem
de centrifugeersnelheid verlaagt om het apparaat te
beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog nat
is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en het
centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Gebruik de juiste hoeveelheid
wasmiddel.
Controleer of de selectieknop voor de
centrifugeersnelheid niet op “0” gezet is.
Als uw wasmachine een tijdsdisplay heeft:
de programmatijd die aanvankelijk
weergegeven werd, wordt langer / korter:
Dit is een normale eigenschap van de wasmachine
om zich aan te passen aan factoren die invloed
kunnen hebben op de tijdsduur van het
wasprogramma, b.v.:
sterke schuimvorming;
belading uit balans door enkele zware stukken
wasgoed;
lange verwarmingstijd door een lagere
temperatuur van de watertoevoer.
Door deze invloeden wordt de programmatijd
opnieuw berekend en, indien nodig, aangepast.
Bovendien bepaalt de wasmachine de lading tijdens
het vullen en, indien nodig, past de machine de
weergave van de oorspronkelijke programmering
aan. Tijdens een dergelijke updat-periode verschijnt
er een animatie op het tijdsdisplay.
56
Tabel storingsbeschrijvingen
a. Indicatielampje “Waterkraan gesloten”
brandt
Er wordt geen of onvoldoende water toegevoerd.
Bij modellen met display voor de resterende tijd
verschijnt “FH” op dat display. Het indicatielampje
“Start/Pauze” knippert.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is.
er knikken in de waterslang zitten.
de filters in de wateraansluiting verstopt zijn (zie
“Verzorging en onderhoud”/“Filters in de
wateraansluiting”).
de waterslang bevroren is.
Nadat het probleem verholpen is, start u het
programma opnieuw door nogmaals op “Start/
Pauze” te drukken.
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op het
de Klantenservice (zie “Klantenservice”).
b.Het indicatielampje “Reinig pomp” brandt
Het afvalwater wordt niet afgepompt.
Het indicatielampje “Reinig pomp” brandt.
Bij modellen met display voor de resterende tijd
verschijnt “FP” op dat display.
De wasmachine stopt bij de betreffende
programmastap.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
er knikken in de afvoerslang zitten;
de pomp of het filter verstopt is (zie
“Verwijderen van het filter”).
BELANGRIJK: zorg ervoor dat het water is
afgekoeld voordat u het water uit het apparaat
afvoert.
de afvoerslang bevroren is.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Selecteer en start het programma “Afpompen” of
druk tenminste 3 seconden op de “Reset”-knop en
start het gewenste programma opnieuw.
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met
de Klantenservice (zie “Klantenservice”).
c. Het indicatielampje “Service” brandt
De wasmachine stopt tijdens het programma.
Bij modellen met display voor de resterende tijd
verschijnt een storingscode tussen “F02” en “F35”,
“FA” of “Fod” op dat display.
Als er een storingscode tussen “F02” en “F35”
op het display verschijnt:
Selecteer en start het programma “Afpompen” of
druk tenminste 3 seconden op de “Reset”-knop.
Selecteer en start het gewenste programma
opnieuw.
Als de storing aanhoudt, trek dan de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met de
Klantenservice (zie “Klantenservice”).
Als storingscode “FA” op het display verschijnt:
Zet het apparaat uit, trek de stekker uit het
stopcontact en draai de kraan dicht. Kantel het
apparaat voorzichtig voorover om het verzamelde
water van de onderkant van het apparaat weg te
laten stromen.
Vervolgens:
1. Sluit de wasmachine weer aan op het stopcontact;
2. draai de waterkraan open (als het water
onmiddellijk in de wasmachine stroomt, zonder
dat deze aangezet is, is er sprake van een storing.
Draai de kraan dicht en neem contact op met de
Klantenservice);
3. selecteer en start het gewenste programma
opnieuw.
Als de storing opnieuw optreedt, trek de stekker
dan uit het stopcontact en neem contact op met de
Klantenservice (zie “Klantenservice”).
Als storingscode “Fod” op het display
verschijnt:
Te veel schuim heeft het wasprogramma
onderbroken. Doe niet te veel wasmiddel in de
wasmachine.
1. Selecteer het programma “Spoelen en
centrifugeren” en start het.
2. Selecteer daarna het gewenste programma
opnieuw en start het, en gebruik minder
wasmiddel.
Als de storing aanhoudt, trek de stekker dan uit het
stopcontact en neem contact op het de
Klantenservice.
Rode indicatielampje is
aan
Digitaal display
(indien aanwezig op uw
machine)
Omschrijving storing
“Waterkraan dicht” “FH” “Storing in de watertoevoer”
“Reinig pomp” “FP” “Storing afpompen”
“Service”
van “F02” tot “F35” of “FA”
of “Fod”
“Storing elektrische module”
“Storing waterstop”
“Te veel schuim”
57
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.Controleer of u er in slaagt de storing zelf te
verhelpen (zie “Oplossen van problemen”).
2.Start het programma opnieuw om te controleren
of de storing verholpen is.
3.Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan de klantenservice.
Vermeld het volgende:
De aard van de storing.
Het exacte model van de wasmachine.
Het servicenummer (achter het woord
SERVICE).
De servicesticker bevindt zich aan de binnenzijde
van de deur.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer.
Het telefoonnummer en adres van de
Klantenservice staan op het garantiebewijs. U
kunt ook de dealer raadplegen bij wie u het
apparaat heeft gekocht.
ACCESSOIRES
Via onze Klantenservice of uw speciaalzaak kunt u
het volgende aanschaffen:
een voetstuk met lade die onder uw
wasmachine geïnstalleerd kan worden. Hierdoor
wordt uw machine hoger gezet zodat laden en
uitladen gemakkelijker wordt, omdat u niet meer
hoeft te bukken. Daarnaast biedt het voetstuk
veel opbergruimte.
een stacking-set waarmee u uw droger
bovenop uw wasmachine kunt plaatsen, en
daardoor veel ruimte kunt besparen.
Sommige modellen kunnen onder het werkblad van
uw keuken geïnstalleerd worden; neem in dat geval
contact op met de Klantenservice (zie boven).
Denk eraan dat:
het apparaat alleen onder een doorlopend
werkblad geïnstalleerd mag worden.
de installatie van het apparaat volgens de
wettelijke veiligheidsvoorschriften alleen
uitgevoerd mag worden door een bevoegd
technicus, of door onze Klantenservice.
het apparaat alleen mag worden geïnstalleerd
met behulp van het tussenpaneel van de UBS-
inbouwset dat verkrijgbaar is bij speciaalzaken
en onze Klantenservice.
TRANSPORT EN BEHANDELING
Til het apparaat nooit op door het bij het werkblad vast te pakken wanneer u het
vervoert.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de kraan dicht.
3. Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4. Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie “Verwijderen van het filter,
“Afvoeren van het restwater”).
5. Bevestig de transportschroeven (verplicht)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13

Bauknecht WA PRIMELINE 22TDI de handleiding

Type
de handleiding