Zanussi ZWD 8169 NW Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZM 8651 WD
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt te worden
gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd wasmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
2
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
Keukenruimten van personeel in winkels, kantoren en andere
werkruimten;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een vrijstaand
product of onder het aanrecht als daar genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare deur, een
schuifdeur of een deur met een scharnier aan de
tegenovergestelde zijde, waardoor de deur van het apparaat
niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker na installatie
toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een tijdklok, of
aangesloten worden op een circuit dat door het
elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar het
apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen van ongewenste
gassen van apparaten in de ruimte die op gas of andere
brandstoffen werken, zoals open haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal dat wordt
gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten die gas of andere
brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
3
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich rondom het
apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige of
minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te worden
gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items vervuild
zijn met industriële chemische reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim), douchemutsjes,
waterdichte kleding, artikelen met een rubberen binnenkant en
kleding of kussens met een vulling van schuimrubber dienen
niet in de was/droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te worden
gebruikt zoals aangegeven in de instructies van de fabrikant van
het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een ontstekingsbron
kunnen zijn zoals aanstekers of lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde van een
droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de trommel
verwijderd en uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel
verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus vindt
plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen dat de
artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben waarbij is
gewaarborgd dat de artikelen niet worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
4
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Houd het apparaat tijdens het verplaatsen altijd
verticaal.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Als het apparaat verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden
om de trommel te vergrendelen om interne
schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte
tussen het apparaat en de vloer te creëren.
Als het apparaat op zijn permanente plaats
wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas
staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes
hier dan op af.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Alleen het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Het
apparaat is voorzien van een 13 ampère stekker.
Als de zekering van de stekker vervangen moet
worden, moet een ASTA (BS 1362)-zekering
van 13-ampère worden gebruikt.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
WATERAANSLUITING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Raak tijdens de werking van een programma de
glazen deur niet aan. Het glas kan heet worden.
Droog geen beschadigde (gescheurde,
gerafelde) kleding met vulling of voering.
Indien wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, dient er een extra
spoelcyclus te worden uitgevoerd voordat u
gaat drogen.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het
wasgoed zijn verwijderd.
Droog uitsluitend textiel dat in de
wasdroogcombinatie mag worden gedroogd.
Volg de instructies op het wasvoorschrift in de
kleding.
5
Voorwerpen van kunststof die niet
hittebestendig zijn.
Indien een wasbol wordt gebruikt, dient u
deze voor het starten van het
droogprogramma te verwijderen.
Gebruik geen wasbol wanneer u een non-
stopprogramma instelt.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Droog geen druipnatte kledingstukken in het
apparaat.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1 2 3
5
6
7
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
MONTAGE OP ZWEVENDE VLOEREN
Zwevende houten vloeren zijn in het bijzonder
vatbaar voor trillingen.
Om trillingen te voorkomen raden we aan een
waterbestendig houten paneel van minstens 15 mm
dik onder het apparaat te plaatsen. Het dient aan
minimaal 2 vloerliggers geschroefd te worden en
moet verder reiken dan de voorste voeten.
Indien mogelijk moet het apparaat op een stabielere
vloer worden geïnstalleerd.
SET BEVESTIGINGSPLAATJES (4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint
plaatst.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
DE KINDERBEVEILIGING INSCHAKELEN
Dit voorkomt dat kinderen of huisdieren in de
trommel worden opgesloten.
Draai het draaigedeelte rechtsom totdat de groef
horizontaal staat.
U kunt de deur niet sluiten.
6
Om de deur te sluiten draait u het draaigedeelte
linksom totdat de groef weer verticaal staat.
BEDIENINGSPANEEL
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
Katoen
Coton
Synt.drogen
Séch. synth.
Katoen drogen
Séch. coton
Centrifug.
Essorage
Wol drogen
Séch. laine
Pompen
Vidange
Mix 20°
Super
ECO
Wol
Laine
Fijne Was
Délicats
Synthetica
Synthétiques
Spoelen
Rinçage
Katoen Eco
Coton Eco
Centrifugeren
Essorage
Temperatuur
Température
Droogtijd
Minuterie
Droogtegraad
Niveau
Séchage
Extra Spoelen
Rinçage Plus
Voorwas
Prélavage
Start/Pauze
Départ/Pause
1 2 3 4
91011
7
6
8
5
1
Programmaknop
2
Beperkt centrifugeren (Centrifugeren -
Essorage)
3
Temperatuur (Temperatuur - Température)
4
Scherm
5
Droogtijd (Droogtijd - Minuterie)
6
Voorwasfase (Voorwas - Prélavage)
7
Extra spoelgang (Extra Spoelen - Rinçage
Plus)
8
Automatisch droogniveau (Droogtegraad -
Niveau Séchage)
9
Start/Pauze (Start/Pauze - Départ/Pause)
10
Uitgestelde start
11
Tijdsbeparing
7
DISPLAY
A B
E DFG
C
A
Tijdsbereik
: Duur programma
: Geselecteerde droogtijd
: Startvertraging
: Alarmcodes
: Foutmelding
: Programma is voltooid.
Controlelampjes programma-
tijd
: Controlelampje normale tijdsduur
: Controlelampje Snel
: Controlelampje Supersnel
B Controlelampje uitgestelde start
C
Controlelampje kinderbeveiliging
D
Controlelampje deurvergrendeling
E
, ,
Controlelampjes droogheidsniveau
F
Controlelampje droogfase
G
Controlelampje wasfase
8
PROGRAMMA’S
PROGRAMMAOVERZICHT
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Wasprogramma's
Katoen - Coton
90° - (koud)
8 kg
1600 tpm
Wit en bont katoen. Normaal, zwaar of licht
bevuild.
Katoen Eco - Coton
Eco
1)
60°C - 40°C
8 kg
1600 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale
vervuiling. Het energieverbruik daalt en de duur-
tijd van het wasprogramma neemt toe, waar-
door goede wasresultaten worden gegaran-
deerd.
Synthetica - Synthéti-
ques
60° - (koud)
3.5 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Norma-
le vervuiling.
2)
Wol - Laine
40° - (koud)
1.5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbe-
stendige wol en andere stoffen met «hand-
was»-symbool
3)
.
Fijne was - Délicats
40° - (koud)
3.5 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge-
mengde stoffen hebben een milde was-
beurt nodig. Normale vervuiling.
Mix 20°
20°C
3 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, syntheti-
sche en gemengde stoffen die licht vervuild zijn.
Stel dit programma in om het energieverbruik te
verminderen. Zorg ervoor dat het wasmiddel
geschikt is voor lage temperaturen om goede
wasresultaten te krijgen
4)
.
Super ECO
Koud
3 kg
1200 tpm
Gemengde was (katoenen en synthetische
stoffen)
5)
.
Pompen - Vidange
8 kg Om het water in de trommel af te voeren. Alle
stoffen.
Centrifug. - Essorage
8 kg
6)
1600 tpm
7)
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren en
het water uit de trommel te pompen.
Spoelen - Rinçage
8 kg
6)
1600 tpm
7)
Om het wasgoed te spoelen en te centrifuge-
ren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhan-
kelijk van het type wasgoed.
8)
Wol Drogen - Séch.
laine
1 kg Droogprogramma voor wol.
9
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Synthetica Drogen -
Séch. synth.
2 kg Droogprogramma voor synthetische stoffen.
Katoen Drogen - Séch.
coton
4 kg Droogprogramma voor katoenen items.
30'@30°
30°C
1.5 kg
800 tpm
Een korte cyclus voor synthetische en deli-
cate stoffen met lichte bevuiling of voor op
te frissen kledij.
1) Katoen Eco-programma. Dit programma op 60 ºC met een lading van 8 kg is het referentieprogram-
ma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Stel
dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het was-
programma wordt verlengd.
2) Verzorging Woolmark-kleding. De wolwascyclus van deze machine is goedgekeurd door The Wool-
mark Company voor het wassen van in de machine wasbare wolproducten op voorwaarde dat de produc-
ten worden gewassen volgens de instructies op het kledinglabel en de instructies van de fabrikant van de-
ze wasmachine. M1380 In het Verenigd Koninkrijk, Eire, Hongkong en India is het Woolmark-symbool een
certificatiehandelsmerk.
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken
dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4) Het apparaat voert een korte verwarmingsfase uit als de watertemperatuur lager is dan 20°C. Het appa-
raat toont de temperatuurinstelling als "Koud".
5) Dit programma is voor dagelijks gebruik en heeft het laagste energie- en waterverbruik voor goede was-
prestaties.
6) De maximale lading heeft betrekking op katoenen wasgoed. Verminder de lading in overeenstemming
met andere soorten wasgoed.
7) De maximale centrifugeersnelheid heeft betrekking op katoenen wasgoed. Kies de centrifugeersnelheid.
Zorg ervoor dat deze overeenkomt met het wasgoed.
8) Verzorging Woolmark-kleding. De wolwascyclus van deze machine is goedgekeurd door The Wool-
mark Company voor het wassen van in de machine wasbare wolproducten op voorwaarde dat de produc-
ten worden gewassen volgens de instructies op het kledinglabel en de instructies van de fabrikant van de-
ze wasmachine. M1381 In het Verenigd Koninkrijk, Eire, Hongkong en India is het Woolmark-symbool een
certificatiehandelsmerk.
Compatibiliteit van programmaopties
Programma
1)
10
Programma
1)
2)
1) Alleen de optie SNEL is beschikbaar.
2) Alleen beschikbaar als de snelheid van de laatste centrifugeerstap lager is dan 800 tpm.
PROGRAMMA'S VOOR AUTOMATISCH DROGEN
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 4 kg
Kastdroog
1)
Voor spullen die opgeruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 4 kg
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en bedde-
ngoed)
tot 2 kg
Strijkdroog (Iron Dry)
Geschikt voor artikelen die gestreken
moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhem-
den, etc.)
tot 4 kg
1) Aanwijzingen voor testinstituten Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd
met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121) door se-
lectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Katoen Eco - Coton Eco. De TWEEDE
drooglading met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH
KASTDROOG voor Katoen Eco - Coton Eco.
11
PROGRAMMA'S VOOR TIJDDROGEN
Droogheidsniveau Soort stof
Lading
(kg)
Centrifu-
gesnelheid
(tpm)
Voorgestelde
duur (min)
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
4 1600 165 - 180
2 1600 90 - 100
1 1600 60 - 70
Kastdroog
Voor spullen die opge-
ruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
4 1600 155 - 170
2 1600 80 - 90
1 1600 50 - 60
Kastdroog
Voor spullen die opge-
ruimd worden
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en bedde-
ngoed)
2 1200 90 - 105
1 1200 40 - 50
Strijkdroog (Iron Dry)
Geschikt voor artikelen
die gestreken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhem-
den, etc.)
4 1600 110 - 125
2 1600 65 - 75
1 1600 40 - 50
Wol drogen Wol
(wollen truien)
1 1200 80 - 100
VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met relevante stan-
daarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het ty-
pe wasgoed en de omgevingstemperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur
van het toevoerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd
om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laad-
capaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink
worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. ka-
toen 60°C, maximale laadcapaciteit 8 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werkelij-
ke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur).
Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
12
Programma’s
Lading
(kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde program-
maduur (minuten)
Katoen 60°C 8 1.35 67 175
Katoen Eco - Coton Eco
Katoen ECO programma 60
°C
1)
8 1.08 63 241
Katoen 40 °C 8 0.85 67 170
Synthetische was 40°C 3.5 0.40 48 115
Fijne was 40°C 3.5 0.50 55 80
Wol/handwas 30°C 1.5 0.25 45 60
1) “Katoen ECO programma” 60 °C met een belading van 8kg is het referentieprogramma voor de gege-
vens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 96/60/EEG.
OPTIES
TEMPERATUUR - TEMPÉRATURE
Kies deze optie als u de standaardtemperatuur wilt
wijzigen.
Indicatie
= koud water.
Het display toont de geselecteerde temperatuur.
CENTRIFUGEREN - ESSORAGE
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Alleen de afvoerfase is
beschikbaar.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er water in
de trommel.
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
DROOGTIJD - MINUTERIE
Met deze optie kunt u de tijd instellen voor de
stoffen die u moet drogen. De ingestelde waarde
wordt in het display weergegeven.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd
met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden voor de
verschillende stofsoorten instellen.
DROOGTEGRAAD - NIVEAU SÉCHAGE
Gebruik deze optie om automatisch het
droogniveau van uw wasgoed in te stellen. Het
symbool van het ingestelde niveau wordt op het
display weergegeven.
Extra droog-niveau voor katoen
Kastdroog-niveau voor katoen en
synthetica
Strijkdroog-niveau voor katoen
VOORWAS - PRÉLAVAGE
Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen
aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde kleding.
13
Als u deze optie instelt neemt de programmaduur
toe.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
EXTRA SPOELEN - RINÇAGE PLUS
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
DELAY START
Met deze optie kunt u de start van een programma
uitstellen van 30 minuten tot 20 uur.
Het display toont het bijbehorende controlelampje.
De machine start en de deur is vergrendeld.
Na enkele minuten kan de deur worden geopend.
TIME SAVE
Druk op Time Save om de tijd van het programma
te verlagen.
U kunt hier kiezen:
SNEL: om normaal vuil wasgoed te
wassen.
SUPERSNEL: om wasgoed met bijna geen
vuil snel te wassen.
Sommige programma's laten slechts
een van deze opties toe.
INSTELLINGEN
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op heeft gedrukt: worden de opties
en de programmaknop vergrendeld.
Voordat u op heeft gedrukt: kan het
apparaat niet starten.
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op en
gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, kunt
u wat water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater dat in het
apparaat is achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige functietest werd
uitgevoerd om te garanderen dat het
apparaat in perfect functionerende
staat aan de klant wordt geleverd en is
geen reden voor ongerustheid.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het wasmiddeldoseerbakje
voor de wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
14
DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN WASSEN
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het
stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het
apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de
"Programmatabel".
4. Sluit de vuldeur.
LET OP! Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur blijft
klemmen. Er kan waterlekkage of
beschadigd wasgoed ontstaan.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan schade aan de
rubberen delen van de wasmachine
veroorzaken.
VULLEN MET WASMIDDEL EN
TOEVOEGINGEN
1. Meet het wasmiddel en de wasverzachter op.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
vakken.
3. Sluit de wasmiddellade zorgvuldig.
WASMIDDELBAKJES
Wasmiddelbakje voor voorwas-
fase
Wasmiddelbakje voor wasfase
Bakje voor vloeibare toevoegin-
gen (wasverzachter, stijfsel).
Klep voor waspoeder of vloei-
baar wasmiddel.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF WASPOEDER
A
1. Stand A voor waspoe-
der (fabrieksinstelling).
1
2
2. Trek de wasmiddellade
open.
3. Draai de klep omlaag.
B
4. Stand B voor vloeibaar
wasmiddel
15
5. Sluit het doseerbakje
voor het wasmiddel.
Als u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
Vul niet meer vloeistof bij dan tot
het maximumniveau.
Stel de voorwasfase niet in.
Stel de uitgestelde start niet in.
EEN PROGRAMMA KIEZEN
1. Draai aan de programmaknop om de machine
aan te zetten en kies het gewenste programma:
Het controlelampje gaat knipperen.
Het display toont het niveau van de
tijdmanager, de duur van het programma en
de controlelampjes voor de fasen van het
programma.
2. Wijzig indien nodig de temperatuur en het
centrifugetoerental of selecteer extra opties die
beschikbaar zijn. Als u een optie activeert, gaat
het controlelampje van de geselecteerde optie
branden.
Als u iets verkeerd hebt ingesteld,
toont het display het bericht .
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN
UITGESTELDE START
Druk op .
Het indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het indicatielampje begint te
knipperen.
Het programma start, de deur is
vergrendeld en het display toont de
weergave .
De afvoerpomp kan even werken als het
apparaat gevuld wordt met water.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN
UITGESTELDE START
1. Druk nogmaals op tot op het display het
gewenste startuitstel verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden op
het display.
2. Druk op :
De machine begint de tijd af te tellen.
De deur wordt vergrendeld, het display
toont de aanduiding .
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van het startuitstel
annuleren of wijzigen voordat u op
drukt. De uitgestelde start annuleren:
Druk op om het apparaat
op pauze te zetten.
Druk op tot op het '
verschijnt.
Druk weer op om het
programma direct te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Druk op .
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk weer op .
Het wasprogramma gaat verder.
DRAAIEND PROGRAMMA ANNULEREN
1. Draai de programmaknop naar de stand om
het programma te annuleren en de machine uit
te schakelen.
2. Draai nogmaals aan de programmaknop om de
machine weer aan te zetten. Nu kunt u een
nieuw wasprogramma kiezen.
16
Voordat het nieuwe programma start,
kan de machine mogelijk het water
afvoeren. Controleer in dat geval of er
nog wasmiddel in het wasmiddelbakje
zit, zo niet vul het dan opnieuw.
DE DEUR OPENEN
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn
en de trommel nog draait, kunt u de
deur niet openen.
Als een programma of het startuitstel in werking is,
is de deur van het apparaat vergrendeld en op het
display staat het symbool .
De deur van het apparaat openen wanneer
het programma of het startuitstel in werking
is:
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het indicatielampje van de
deurvergrendeling dooft.
3. Open de deur.
4. Sluit de deur en druk weer op de toets .
Het programma of het startuitstel blijft werken.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
Het signaal weerklinkt (als het geluidssignaal
actief is).
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het deurvergrendelingssymbool
brandt.
Het indicatielampje knippert. De deur blijft
vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Druk op
. Het apparaat voert het water af
en centrifugeert.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
3. Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
STAND-BY
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige modus
geactiveerd, wanneer u het apparaat niet
uitschakelt.
Hierdoor wordt het energieverbruik beperkt
wanneer het apparaat in de standby-stand staat.
Alle indicatielampjes en de display gaan uit.
Het indicatielampje van knippert langzaam
Druk op een van de opties om de energiezuinige
modus te deactiveren.
Als u een programma of optie instelt
die eindigt met water in de trommel,
wordt de energiebesparingsfunctie
niet geactiveerd om u eraan te
herinneren het water weg te pompen.
DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische
wasdroogcombinatie.
INSTELLING VOOR DROGEN
WAARSCHUWING! Verzeker u
ervan dat de waterkraan geopend
is.
17
1. Draai de programmaknop naar om de
machine aan te zetten.
2. Laad het wasgoed één voor één.
3. Draai de programmakeuzeschakelaar naar het
programma dat geschikt is voor het wasgoed.
Het display toont het droogcontrolelampje
.
Voor een goed droogresultaat mogen
de in de gebruiksaanwijzing
aanbevolen maximale
droogbelastingen niet worden
overschreden. Stel de
centrifugeersnelheid niet lager in dan
de automatische snelheid van het
geselecteerde programma.
DROGEN OP AUTOMATISCHE NIVEAUS
Het wasgoed kan worden gedroogd op vooraf
bepaalde droogniveaus:
1. Druk herhaaldelijk op
tot het display een
van volgende droogheidniveaus aangeeft:
: Aanduiding STRIJKDROOG-niveau
voor katoen
: Aanduiding KASTDROOG-niveau voor
katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-niveau
voor katoen
Op het display verschijnt een tijdswaarde, berekend
aan de hand van een standaard wasgoedlading. Als
er meer of minder wasgoed in de trommel zit, past
het apparaat de tijdswaarde tijdens de cyclus
automatisch aan.
2. Druk op om het programma te starten.
Op het display verschijnt de aanduiding voor
gesloten deur . Het droogsymbool begint te
knipperen.
U kunt niet alle niveaus voor alle
soorten wasgoed instellen.
INGESTELDE DROOGTIJD
Het wasgoed kan ook worden gedroogd met een
handmatig instelde droogtijd:
1. Druk herhaaldelijk op
om de tijdswaarde in
te stellen (zie de tabel «Programma's voor
tijdsingesteld drogen»).
Op het display verschijnt 10 minuten.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd.
De ingestelde waarde wordt in het display
weergegeven: bijvoorbeeld
.
Na enkele seconden geeft het display een
nieuwe tijdwaarde weer:
. Het apparaat
berekent ook de duur van de anti-
kreukbeveiliging en de koelfase.
2. Druk op om het programma te starten.
Op het display verschijnt regelmatig een
nieuwe tijdwaarde.
Het droogsymbool begint te knipperen.
Op het display verschijnt de aanduiding
voor gesloten deur .
Als u een tijdswaarde van slechts 10
minuten instelt, voert het apparaat
alleen een afkoelfase uit.
Als het wasgoed niet droog genoeg is,
stel opnieuw een korte droogtijd in.
EINDE VAN HET DROOGPROGRAMMA
De machine stopt vanzelf.
De geluidssignalen worden geactiveerd (als ze
actief zijn).
In het display verschijnt .
Het controlelampje gaat uit.
De laatste minuten van de droogcyclus voert de
machine een koel- en anti-kreukfase uit. De deur
blijft vergrendeld.
Wanneer de deurvergrendeling in het display
uitgaat, kunt u de deur openen.
1. Draai de programmaknop naar
om de
machine uit te zetten.
Enkele minuten na afloop van het programma
schakelt de energiebesparingsfunctie de machine
automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit de machine.
Controleer of de trommel leeg is.
3. Laat de deur op een kier staan om schimmel en
geurtjes te voorkomen.
4. Draai de waterkraan dicht.
18
DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische
wasdroogcombinatie.
PROGRAMMA ZONDER ONDERBREKING
1. Draai de programmaknop naar om de
machine aan te zetten.
2. Laad het wasgoed één voor één.
Voor een goed droogresultaat mogen
de in de gebruiksaanwijzing
aanbevolen maximale
droogbelastingen niet worden
overschreden. Stel de
centrifugeersnelheid niet lager in dan
de automatische snelheid van het
geselecteerde programma.
3. Doe het wasmiddel en de toevoegingen in hun
speciale bakjes.
4. Draai de programmakeuzeschakelaar naar het
wasprogramma.
Het display toont de controlelampjes voor de
verschillende wasfases .
5. Kies de beschikbare opties.
WASSEN & AUTOMATISCH DROGEN
1. Druk herhaaldelijk op tot het display een
van volgende droogheidniveaus aangeeft:
: Aanduiding STRIJKDROOG-niveau
voor katoen
: Aanduiding KASTDROOG-niveau voor
katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-niveau
voor katoen
Op het display verschijnt het indicatielampje . De
tijdswaarde op het display is de duur van de was-
en droogfasen, berekend aan de hand van een
standaard wasgoedlading.
Voor een goede droging laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te stellen voor
de te wassen en drogen items.
2. Druk op om het programma te starten.
In het display blijft de aanduiding van de ingestelde
droogheid aan.
Het deurvergrendelingssymbool
gaat aan.
Op het display verschijnt regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
De laatste minuten van de droogcyclus
voert het apparaat een anti-
kreukbeveiliging en de afkoelfasen uit.
WASSEN & TIJDDROGEN
Voor een goede droging laat het apparaat u niet toe
een lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de
te wassen en drogen items.
1. Druk op toets om de droogtijd in te stellen.
Op het display verschijnt 10 minuten.
De indicatie verschijnt op het display. De
ingestelde droogtijdwaarde wordt in het display
weergegeven: bijvoorbeeld . Na enkele
seconden toont het display de definitieve
tijdwaarde , d.w.z. de totale duurtijd van de
was- en droogcycli (wassen + drogen + anti-kreuk
+ koelfasen).
Als u pas na het wassen 10 minuten
droogtijd instelt, berekent het apparaat
ook de duurtijd van de anti-
kreukbeveiliging- en koelfasen.
2. Druk op om het programma te starten.
In het display gaat het symbool aan. De deur
blijft vergrendeld. Op het display verschijnt
regelmatig een nieuwe tijdwaarde.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
Voor meer informatie, raadpleeg "Aan het einde van
het droogprogramma" van het vorige hoofdstuk.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
2. Laat de deur iets open staan om de vorming
van schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
3. Draai de waterkraan dicht.
PLUISJES OP KLEDING
Tijdens de was- en/of droogfase geven bepaalde
soorten stoffen (spons, wol, sweaterstof) pluisjes
af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens de
volgende cyclus aan de stoffen kleven.
19
Ter voorkoming van pluisjes in uw wasgoed,
bevelen wij u het volgende aan:
Was geen donkere stoffen na het wassen en
drogen van lichte stoffen (nieuwe spons, wol en
sweaterstof) en vice versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht drogen
wanneer ze voor het eerst gewassen zijn.
Maak het afvoerfilter schoon.
Na de droogfase reinigt u de lege trommel, de
pakking en de deur grondig met een natte doek.
HOE VERWIJDERT U PLUISJES VAN
KLEDINGSTUKKEN?
Voor het verwijderen van pluisjes in de trommel,
stelt u een speciaal programma in:
1. Maak de trommel leeg.
2. Maak de trommel, pakking en deur grondig
schoon met een natte doek.
3. Stel het spoelprogramma in.
4. Druk om de reinigingsfunctie in te schakelen,
tegelijkertijd toets
en in totdat CLE op
het display verschijnt.
5. Druk op om het programma te starten.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal
wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden voordat
het in de trommel wordt gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
20
MILIEUTIPS
Stel een programma in zonder de voorwasfase
om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke
systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken. Zie "Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
DE DROOGFASE VOORBEREIDEN
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over de
installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de maximale
wasgoedlading bij droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
ITEMS DIE NIET GESCHIKT ZIJN VOOR DE
DROGER
Stel voor dit wasgoed geen droogprogramma
in:
Synthetische gordijnen.
Kledingstukken met metalen invoegstukken.
Nylon kousen.
Dekbedden.
Bedspreien.
Dekbedovertrekken.
Anoraks.
Slaapzakken.
Stoffen met restjes haarspray, nagellakremover
of iets dergelijks.
Kledingstukken met schuimrubber of met
materialen die hierop lijken.
WASVOORSCHRIFTEN IN DE KLEDING
Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich
houden aan de voorschriften van de fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
= Droogprogramma op hoge temperatuur
= Droogprogramma op lage temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor de
droogtrommel.
DUUR VAN HET DROOGPROGRAMMA
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
snelheid van de laatste keer centrifugeren
droogheidsniveau
soort wasgoed
het gewicht van het wasgoed
EXTRA DROGEN
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is, stelt u
nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING! Om kreuken
en krimpen te voorkomen dient u
het wasgoed niet te lang te
drogen.
ALGEMENE TIPS
Raadpleeg de tabel "Droogprogramma's" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan naarmate u
het vaker doet. Houd bij hoe lang uw
droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma dient u het
wasgoed meteen uit de trommel te halen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
21
LET OP! Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURRUBBER
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
afvoersysteem, waardoor lichte pluizige vezels die
van de kleding afkomt met het water wordt
afgevoerd. Hierdoor wordt het overbodig deze zone
te betreden voor regelmatig onderhoud en
reiniging.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder
voorwerpen uit de binnenkant. Munten, knopen en
andere kleine voorwerpen die in de zakken van uw
kleding achtergebleven kunnen zijn, worden tijdens
de wascyclus in de speciale dubbele opvanglip in
de pakking van de deur gedeponeerd en kunnen na
het einde van de cyclus hier makkelijk uit worden
genomen.
WASMIDDELLADE REINIGEN
1
2
1 2 3 4
AFVOERFILTER REINIGEN
WAARSCHUWING! Reinig het
afvoerfilter niet zolang het water in de
machine heet is.
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en zorg dat het
schoon is.
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water
meer wegstroomt.
22
1
180°
2
2
1
3
1
2
4
5 6
2
1
7 8
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1
2
3
1 2 3
45°
20°
4
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren door een
storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van
"Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig
schoon.
Als u het water afpompt met gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem
opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van de
wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af te
pompen.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
23
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INLEIDING
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water. Start het apparaat nogmaals door te
drukken op toets Start/Pauze - Départ/Pause.
Na 10 seconden wordt de deur ontgrendeld.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het apparaat.
Schakel uit en terug aan. Het programma werd
niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg
gestopt. Als het alarmcode weer verschijnt,
neem dan contact op met een erkend
servicecentrum.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
MOGELIJKE STORINGEN
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start niet.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon-
tact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin-
genkastje is.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op
het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water-
leidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het filter van het
ventiel niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reini-
ging'.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang
aanwezig zijn.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde
is.
Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterinlaatslangen in
orde zijn.
Het apparaat vult zich niet
met water en pompt dit di-
rect weg.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang
kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
24
Probleem Mogelijke oplossing
Het water niet wordt afge-
pompt uit de machine.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa-
se instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
De centrifugeerfase werkt
niet of de wascyclus duurt
langer dan normaal.
Stel de centrifugeersnelheid in.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centri-
fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door even-
wichtsproblemen.
Er is water op de vloer.
Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af-
gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid ge-
bruikt.
U kunt de klep van de ma-
chine niet openen.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre-
gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de machine,
Neem contact op met een erkend servicecentrum. Als u de deksel
moet openen, lees dan zorgvuldig “Nooddeuropening”.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Mon-
tage-instructies'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten ver-
wijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
De cyclus is korter dan de
weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was-
goedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De cyclus is langer dan de
weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor-
maal gedrag van het apparaat.
25
Probleem Mogelijke oplossing
De wasresultaten laten te
wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige
vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
U kunt geen optie instellen. Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
De machine droogt niet of
droogt niet correct.
Draai de waterkraan open.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is.
Verminder de wasgoedbelading.
Zorg ervoor dat u de juiste cyclus instelt. Stel zo nodig weer een
korte droogtijd in.
Het wasgoed zit vol met
pluizen in verschillende
kleuren.
Het wasgoed dat in de vorige cyclus gewassen is, heeft pluizen van
een andere kleur losgelaten:
De droogfase helpt om pluizen te verwijderen.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Als er buitensporige hoeveelheden pluizen in de trommel zijn: kies het
speciale programma om de trommel te reinigen (zie onder 'Pluisjes op
de weefsels' voor meer informatie.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem
zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
NOODDEUROPENING
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het apparaat
vergrendeld. Het wasprogramma gaat verder als er
weer stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de deur te
openen met een noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP! Zorg ervoor dat de
watertemperatuur en het
wasgoed niet heet zijn. Wacht
indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP! Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht indien
nodig tot de trommel stopt met
draaien.
Zorg ervoor dat het waterpeil in
de trommel niet te hoog is. Voer
indien nodig een
noodafvoerprocedure uit (zie
“Water afvoeren in een
noodgeval” in het hoofdstuk
“Onderhoud en reiniging”).
Ga als volgt te werk om de deur te openen:
1. Draai de programmakeuzeknop op om het
apparaat uit te schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag en open
tegelijkertijd de deur van het apparaat.
26
5. Haal het wasgoed uit de trommel en sluit de
deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / diepte /
totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 522 mm/ 555 mm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof-
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag-
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
biedt
IPX4
Watertoevoer
1) Koud water
Watertoevoerdruk
2)
Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Maximale belading was-
goed
Katoen 8 kg
Maximale belading droog
wasgoed
Katoen
Synthetische was
4 kg
2 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel-
heid
1550 tpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
2) Het apparaat zal correct werken als de waterdruk niet lager is dan 0.05 MPa (0.5 bar). Als u de water-
toevoerslang niet op de koudwaterkraan van het primaire hydraulische systeem kunt aansluiten, sluit deze
dan aan op het opslagsysteem voor koud water van uw huis. Zorg dat de afstand tussen de inlaatslang en
de bodem van het wateropslagreservoir niet meer dan 5 m bedraagt.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
27
*
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
157023040-A-362018
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Zanussi ZWD 8169 NW Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor