Juno JCF12224F5 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Bediening 5
Dagelijks gebruik 7
Aanwijzingen en tips 11
Onderhoud en reiniging 12
Probleemoplossing 13
Montage 15
Technische informatie 16
Geluiden 17
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig
gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit
geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
2
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij
deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag
het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht
kan circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen, ovens
of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een plaats
met direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden die
te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op als u
hem wilt verplaatsen, om krassen op de
vloer te voorkomen.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
3
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een elektricien
om de elektrische onderdelen te
wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan
het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij
uitdrukkelijk geschikt verklaard door de
fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken
in het vriesvak. Dit zal extra druk in de
drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet
aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig.
Indien de afvoer verstopt is, zal er water
op de bodem van het apparaat liggen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en
gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken
in het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen
van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
4
BEDIENING
Bedieningspaneel
Functions
1 2
3456
1
ON/OFF
2
Weergave
3
Toets om de temperatuur hoger te
zetten
4
Toets om de temperatuur lager te
zetten
5
OK
6
Functions
Het is mogelijk om het voorafgestelde
geluid van toetsen te wijzigen naar een luid
geluid door de Functions-knop en de knop
temperatuur lager een paar seconden
ingedrukt te houden. U kunt deze wijziging
ook weer ongedaan maken.
Display
Off
min
A B C D E F
GHI
A) Timer-functie
B) Koelkast OFF-lampje
C) Shopping-functie
D) NaturaFresh aanduiding
E) Action Freeze-functie
F) Indicatielampje voor temperatuur
G) Alarmlampje
H) ChildLock-functie
I) DrinksChill
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de AAN/UIT-toets van het
apparaat als het display uit is.
Als DEMO verschijnt op het display, staat
het apparaat in de demonstratiestand.
Raadpleeg de paragraaf
'Probleemoplossing'.
Het temperatuurlampje toont de ingestelde
standaardtemperatuur.
Zie "Temperatuuregeling" om een andere
temperatuur te kiezen.
Uitschakelen
Druk de ON/OFF-toets gedurende 5
seconden in.
Het display gaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact om de
stroomtoevoer naar het apparaat af te
sluiten.
Temperatuurregeling
De standaard ingestelde temperatuur van
de koelkast is +5°C.
Stel de temperatuur van de koelkast in door
op de temperatuurknop te drukken.
5
Het temperatuurlampje toont de ingestelde
temperatuur.
De ingestelde temperatuur zal
binnen 24 uur worden bereikt.
Na een stroomonderbreking blijft
de ingestelde temperatuur
opgeslagen.
NaturaFresh vakinstelling
1. Druk op Functions tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
‘3’ moet worden weergegeven op de
standindicator. Dit is de standaardinstelling
die zorgt voor de meest efficiënte
prestaties.
2.
Selecteer om de temperatuur in te
stellen de gewenste instelling 1–5 (1 is
het koudste, 5 het warmste).
3.
Druk op de temperatuurknoppen op het
bedieningspaneel voor de gewenste
instelling.
4.
Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
Het indicatielampje gaat binnen een paar
seconden terug naar de
koelkasttemperatuurinstelling.
Shopping-functie
Als u een grote hoeveelheid warm voedsel,
bijvoorbeeld na het doen van de
boodschappen, in de koelkast wilt plaatsen,
adviseren wij u de Shopping -functie in te
schakelen om deze producten sneller te
koelen en om te voorkomen dat voedsel
dat al in de koelkast ligt warm wordt.
1. Druk op Functions tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het Shopping-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het Shopping-lampje wordt getoond.
De Shopping-functie wordt automatisch na
ongeveer 6 uur uitgeschakeld.
Om de functie uit te schakelen voor de
automatische uitschakeleing, herhaalt u de
procedure.
De functie gaat uit door een
andere ingestelde
koelkasttemperatuur te
selecteren.
Action Freeze-functie
1. Druk op de Functions-toets tot het
bijbehorende pictogram verschijnt.
Het Action Freeze-lampje knippert.
2. Druk op de toets OK om te bevestigen.
Het Action Freeze -lampje wordt getoond.
Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
Om de functie uit te schakelen voor de
automatische uitschakeleing, herhaalt u de
procedure totdat het bijbehorende
pictogram Action Freeze is uitgeschakeld.
De functie gaat uit door een
andere ingestelde
vriezertemperatuur te
selecteren.
DrinksChill-functie
DeDrinksChill-functie wordt gebruikt om
een akoestisch alarm in te stellen op een
gekozen tijd. Dit is bijvoorbeeld nuttig
wanneer een recept gedurende een
bepaalde tijd moet afkoelen of wanneer u
niet wilt vergeten dat u flessen in de vriezer
hebt geplaatst om ze snel te laten afkoelen.
1. Druk op Functions tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het DrinksChill-lampje knippert.
De timer toont gedurende enkele seconden
de ingestelde waarde (30 minuten).
2. Druk op de timertoets om de waarde
van de timer te wijzigen van 1 tot 90
minuten.
3. Druk op OK om te bevestigen.
Het DrinksChill-lampje wordt getoond.
De timer begint te knipperen (min).
Aan het eind van het aftellen knippert het
lampje DrinksChill en klinkt er eeb geluid
om aan te geven dat de drankjes uit de
vriezer moeten worden gehaald. Druk op
OK om het geluid uit te zetten en de functie
te beëindigen.
6
Om de functie uit te schakelen, herhaalt u
de procedure totdat DrinksChill wordt
uitgeschakeld.
U kunt de tijd tijdens het aftellen
en na afloop altijd wijzigen door
de drukken op de toets om de
temperatuur kouder te zetten en
de toets om de temperatuur
warmer te zetten.
ChildLock-functie
Activeer de functie ChildLock om de
bediening van de knoppen te vergrendelen
tegen onbedoelde bediening.
1.
Druk op Functions tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het ChildLock-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het ChildLock-lampje wordt getoond.
Om de functie ChildLock uit te schakelen,
herhaalt u de procedure totdat het
bijbehorende pictogram ChildLock uit gaat.
Alarm bij open deur
Als de deur enkele minuten heeft
opengestaan, klinkt er een geluidsalarm.
Het alarm voor een geopende deur bestaat
uit:
een knipperend alarmindicatielampje:
een zoemer.
Als de normale omstandigheden zijn
hersteld (deur gesloten), wordt het
geluidsalarm uitgeschakeld. De zoemer kan
worden uitgeschakeld door op een knop te
drukken.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal geleiders zodat de legrekken
op de gewenste plaats gezet kunnen
worden.
Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van voedselpakketten van
verschillende afmetingen mogelijk te
maken, kunnen de schappen op
verschillende hoogtes worden geplaatst.
Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat
u als volgt te werk:
1. Trek het schap geleidelijk in de richting
van de pijlen totdat het los komt
2.
Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
Om een goede
luchtcirculatie te garanderen
moet het onderste
deurschap niet worden
verwijderd
Invriezen van vers voedsel
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en om diepvriesvoedsel
langere tijd te bewaren.
7
Om vers voedsel in te vriezen, moet de
gemiddelde instelling veranderd worden.
Om het invriezen sneller te laten verlopen,
moet u de thermostaatknop echter op een
hogere stand instellen om de maximale kou
te verkrijgen.
LET OP! In deze conditie komt
de temperatuur in het
koelkastgedeelte mogelijk onder
de 0°C. Als dit het geval is, stelt
u de thermostaatknop weer in
op een warmere instelling.
NaturaFreshVakje
De bewaartemperatuur en de relatieve
vochtigheidsgraad (tussen 45% en 90%)
bieden optimale omstandigheden om
verschillende soorten voedsel te bewaren.
Zie voor de temperatuurinstellingen in het
vak NaturaFresh het gedeelte “NaturaFresh
vakinstelling”
Het vak NaturaFresh is geschikt voor het
bewaren van verschillende verse
levensmiddelen zodat de voedingswaarden
en de vochtigheidsgraad langer bewaard
blijven dan in een gewone koelkast.
Het NaturaFresh-vak is ook geschikt voor
het ontdooien van voedsel.
Het ontdooide voedsel kan maximaal twee
dagen worden bewaard.
Vochtigheidsregeling
Beide laden kunnen worden gebruikt in
overeenstemming met de gewenste
opslagcondities, onafhankelijk van elkaar,
met lagere of hogere luchtvochtigheid.
Elke lade wordt apart geregeld met behulp
van een schuifklep op de voorzijde van de
lade.
"Droog": lage luchtvochtigheid, tot 50%
relatieve luchtvochtigheid
Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt
bereikt wanneer beide schuifkleppen in
deze positie worden gezet en de
ventilatieopeningen helemaal open
staan.
Vochtig": hoge relatieve
luchtvochtigheid, maximaal 90%
Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt
bereikt wanneer beide schuifkleppen in
deze positie worden gezet en de
ventilatieopeningen zijn gesloten. Het
vocht in de lucht blijft behouden en kan
niet ontsnappen.
Opslag van verse levensmiddelen in het NaturaFresh -vak
Soort gerecht Aanpassing luchtvochtig-
heid
Opslagtijd
Uien
"droog”
tot 5 maanden
Boter
"droog”
tot 1 maand
Varkensvlees
"droog”
tot 10 dagen
Biefstuk, wild, varkensvlees,
gevogelte
"droog”
tot 7 dagen
Tomatensaus
"droog”
tot 4 dagen
8
Soort gerecht Aanpassing luchtvochtig-
heid
Opslagtijd
Vis, scheldieren, gekookte
vleesproducten
"droog”
tot 3 dagen
Gekookte zeevruchten
"droog”
tot 2 dagen
Salade, groentewortels,
kruiden, spruitjes, selderij
“vochtig”
tot 1 maand
Artisjokken, bloemkool, wi-
tlof, ijsbergsla, andijvie, veld-
sla, sla, prei, radijsjes
“vochtig”
tot 21 dagen
Broccoli, Chinese kool,
boerenkool, kool, radijsjes,
savoie kool
“vochtig”
tot 14 dagen
Erwtjes, koolrabi
“vochtig”
tot 10 dagen
Lenteuitjes, radijsjes, as-
perges, spinazie
“vochtig”
tot 7 dagen
Fruit
Peren, dadels (vers), aard-
beien, perziken
“vochtig”
tot 1 maand
Pruimen
rabarber, kruisbessen
“vochtig”
tot 21 dagen
Appels (ongevoelig voor
kou), kweeperen
“vochtig”
tot 20 dagen
Abrikozen, kersen
“vochtig”
tot 14 dagen
Damastpruimen, druiven
“vochtig”
tot 10 dagen
Bramen, aalbessen
“vochtig”
tot 8 dagen
Vijgen (vers)
“vochtig”
tot 7 dagen
Bosbessen, frambozen
“vochtig”
tot 5 dagen
Cakes met room of een andere
soort deegproducten kunnen in
het NaturaFresh -vak worden
bewaard gedurende 2 of 3
dagen.
Niet in het NaturaFresh -vak
plaatsen:
koud kwetsbaar fruit dat op kelder- of
kamertemperatuur dient te worden
bewaard zoals ananas, bananen,
grapefruit, meloenen, mango, papaya,
sinaasappels, citroenen en kiwi's.
Het type voedsel dat hierboven niet
wordt genoemd, dient te worden
bewaard in het koelvak (bijv. alle soorten
kaas, koude vleeswaren, etc.)
9
Het niveau van luchtvochtigheid
in de laden hangt af van de
hoeveelheid vocht in het
opgeslagen voedsel, groenten
en fruit en van de frequentie
waarop de deur wordt geopend
Het NaturaFresh -vak is ook geschikt voor
het langzaam ontdooien van voedsel. In dat
geval kan het ontdooide voedsel maximaal
twee dagen worden bewaard in het
NaturaFresh -vak.
Let op de versheid van het voedsel, in
het bijzonder op de vervaldatum. De
kwaliteit en versheid hebben invloed op
de bewaartijd.
De gehele opslagtijd hang af van de
bewaaromstandigheden voor de
uiteindelijke opslag in de koelkast.
Voedsel, fruit of groenten moet altijd
worden verpakt voordat het wordt
bewaard.
Bewaar diervoer altijd verpakt en droog.
Voedsel dat rijk is aan proteïnen zal
sneller bederven. Dat betekent dat
schaal- en schelpdieren eerder bederven
dan vis en vis eerder bederft dan vlees.
Hoewel de bewaartijd voor dit soort
voedsel dat wordt bewaard in een
NaturaFresh-vak tot drie keer verlengd
kan worden zonder kwaliteit te verliezen.
Al het eten dat in een NaturaFresh-vak
wordt bewaard, dient ongeveer 15-30
minuten voor consumptie uit de lades te
worden gehaald - met name fruit en
groenten die worden geconsumeerd
zonder aanvullend bereidingsproces. Als
u fruit en groenten op kamertemperatuur
laat komen, komt dat ten goede aan de
structuur en smaak.
Indicatielampje voor
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel is
de koelkast uitgerust met een
temperatuurlampje. Het symbool op de
zijkant van het apparaat duidt het koudste
deel van de koelkast aan.
Als “OK” wordt weergegeven (A), plaatst u
het verse voedsel in het gedeelte dat wordt
aangegeven door het symbool. Zo niet (B)
past u de temperatuurregelaar aan naar
een koudere stand en wacht u 12 uur
voordat u de temperatuurlampje weer
controleert.
OK
OK
A
B
Nadat u verse levensmiddelen in
de koelkast heeft gelegd of
nadat de deur regelmatig of
langer is opengeweest, is het
normaal dat er geen 'OK' wordt
weergegeven; wacht minstens
12 uur voordat u de
temperatuur opnieuw instelt.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden uit de
vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u,
voordat het gebruikt wordt, in het koelvak
of op kamertemperatuur laten ontdooien,
afhankelijk van de hoeveelheid tijd die
hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog
bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding
iets langer duren.
10
AANWIJZINGEN EN TIPS
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
Een zacht gorgelend en borrelend geluid
als het koelmiddel door leidingen wordt
gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat veroorzaakt
door thermische uitzetting (een natuurlijk
en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
Tips voor energiebesparing
De deur niet vaker openen of open laten
staan dan strikt noodzakelijk.
Tips voor het koelen van vers
voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft
plaats het voedsel zodanig dat de lucht
er vrijelijk omheen kan circuleren
Tips voor het koelen
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts
een of maximaal twee dagen op deze
manier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz:
deze moeten afgedekt worden en
mogen op willekeurig welk schap gezet
worden.
Fruit en groente: deze moeten
zorgvuldig schoongemaakt worden en in
de speciaal daarvoor bedoelde lade(n)
geplaatst worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale
luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht in te sluiten.
Flessen: deze moeten een dop hebben
en opgeslagen worden oftewel in het
flessenrek of het deurflessenrek (indien
voorzien).
Bananen, aardappelen, uien en
knoflook, indien niet verpakt, mogen niet
in de koelkast bewaard worden.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen het voedsel zo goed
mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar
belangrijke tips:
De maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden, wordt
vermeld op het typeplaatje.
Het invriesproces duurt 24 uur. Voeg
gedurende deze periode niet meer in te
vriezen voedsel toe
vries alleen vers en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in
bereid het voedsel in kleine porties voor,
zo kan het snel en volledig worden
ingevroren en zo kunt u later alleen die
hoeveelheid laten ontdooien die u nodig
heeft
Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn
leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet
tegen het al ingevroren voedsel, om te
voorkomen dat dit laatste warm wordt
Mager voedsel kan beter worden
ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt
dat het voedsel minder lang in de vriezer
goed blijft
Water bevriest, als dit rechtstreeks uit
het vriesvak geconsumeerd wordt, kan
het aan de huid vastvriezen
11
Het is aan te bevelen de invriesdatum op
elk pakje te vermelden, dan kunt u zien
hoe lang het al bewaard is.
Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op geschikte
wijze door de detailhandelaar werden
opgeslagen;
zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van de
winkel naar uw vriezer gebracht worden;
de deur niet vaker te openen of open te
laten staan dan strikt noodzakelijk;
als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft
het snel en kan het niet opnieuw worden
ingevroren;
bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
Algemene waarschuwingen
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen
van het apparaat zijn niet
geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
De vriezer ontdooien
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp
van de verdamper te krabben,
deze zou beschadigd kunnen
raken.
Een temperatuurstijging tijdens
het ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een
dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een koele
plaats
LET OP! Raak ingevroren
voedsel niet met natte
handen aan. Uw handen
kunnen dan aan de
producten vastvriezen.
3.
Open de deur.
Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
4.
Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
6. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
twee tot drie uur in deze instelling
werken.
7. Zet het eerder verwijderde voedsel
terug in het vriesvak.
12
Periodes dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
Trek de stekker uit het stopcontact
Haal al het voedsel eruit
Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon
Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan,
vraag dan iemand om het zo nu
en dan te controleren, om te
voorkomen dat het bewaarde
voedsel bederft als de stroom
uitvalt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch appa-
raat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een gek-
walificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Er is een hoorbaar of zicht-
baar alarm.
De kist is kortgeleden aan-
gezet of de temperatuur is
nog steeds te hoog.
Zie 'Deur open alarm' of 'Alarm
hoge temperatuur'.
De temperatuur in het ap-
paraat is te hoog.
Zie 'Deur open alarm' of 'Alarm
hoge temperatuur'.
De deur is open gelaten. Sluit de vuldeur.
De temperatuur in het ap-
paraat is te hoog.
Neem contact op met een er-
kend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Er verschijnt een rechthoekig
symbool in plaats van getall-
en op het temperatuurdis-
play.
Probleem met de tempera-
tuur van de sensor.
Neem contact op met de klan-
tenservice (het koelsysteem
blijft werken om uw levensmid-
delen koud te houden, maar de
temperatuur kan niet aange-
past worden).
13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de
stand-by stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje werkt niet. Het lampje is stuk. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservice.
De compressor werkt con-
tinu.
De temperatuur is goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en control-
eer dan nogmaals de tempera-
tuur.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Het voedsel dat in het ap-
paraat werd geplaatst, was
te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
bewaart.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de waterafvoer
bevindt zich niet op de
juiste plaats.
Plaats de dop voor de wateraf-
voer op de juiste manier.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat
het water in de waterop-
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam-
perbak boven de compres-
sor.
Maak de dooiwaterafvoer vast
op de verdamperbak.
DEMO verschijnt op het dis-
play.
Het apparaat staat in de
demonstratiemodus.
Houd Functions ongeveer 10
seconden ingedrukt tot een
lang geluid klinkt en het display
even uitschakelt.
De temperatuur in het appa-
raat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere temper-
atuur in.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Conserveer minder producten
tegelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geo-
pend.
Open de deur alleen als het no-
dig is.
Er is geen koude luchtcir-
culatie in het apparaat aan-
wezig.
Zorg ervoor dat er koude lucht-
circulatie in het apparaat aan-
wezig is.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde klantenservice
voor dit merk.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met
de klantenservice.
Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een LED-
binnenlampje dat een lange levensduur
heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de
verlichting vervangen. Neem contact op
met de klantenservice.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Plaatsing
Dit apparaat kan worden geïnstalleerd op
een droge, goed geventileerde plek
binnenshuis waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met
de klimaatklasse die op het typeplaatje van
het apparaat wordt weergegeven:
Kli-
maat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C to + 32°C
N +16°C to + 32°C
ST +16°C to + 38°C
T +16°C to + 43°C
15
Voor sommige typen of
modellen kunnen zich enige
functionele problemen voordoen
als ze worden gebruikt buiten dit
bereik. De juiste werking kan
alleen worden gegarandeerd
binnen het aangegeven
temperatuurbereik. Als u twijfels
hebt over waar het apparaat te
installeren, raadpleeg dan de
verkoper, de klantenservice of
de dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact. De
netsnoerstekker is voorzien van een
contact voor dit doel Als het stopcontact
niet geaard is, sluit het apparaat dan aan
op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels, raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat moet
voldoende zijn.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
LET OP! Raadpleeg de
montage-instructies voor de
installatie.
TECHNISCHE INFORMATIE
Technische gegevens
Afmetingen van de inbouw
In hoogte mm 1400
Breedte mm 560
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 13
Spanning Volt 230 - 240
Tijd Hz 50
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binne- of buitenkant van
het apparaat en op het energielabel.
16
GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRR
R!
OK
CLICK!
CLICK!
SSSRRR!
SSSRRR!
BRRR!
BRRR!
HISSS!
HISSS!
17
BLUBB!
BLUBB!
CRACK!CRACK!
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen. Help
om het milieu en de volksgezondheid te
beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
18

Documenttranscriptie

2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Bediening Dagelijks gebruik Aanwijzingen en tips 2 3 5 7 11 Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Montage Technische informatie Geluiden 12 13 15 16 17 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Algemene veiligheid • • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: – Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. 3 • • • • • • • Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. • Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. • Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten. • De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst. • Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. • Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders. • Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. 4 • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. • De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. • Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. • Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. 5 BEDIENING Bedieningspaneel 1 2 Functions 6 1 ON/OFF 2 Weergave 3 Toets om de temperatuur hoger te zetten 4 Toets om de temperatuur lager te zetten 5 OK Display A B C D E F Off min I H G 5 4 3 6 Functions Het is mogelijk om het voorafgestelde geluid van toetsen te wijzigen naar een luid geluid door de Functions-knop en de knop temperatuur lager een paar seconden ingedrukt te houden. U kunt deze wijziging ook weer ongedaan maken. A) B) C) D) E) F) G) H) I) Timer-functie Koelkast OFF-lampje Shopping-functie NaturaFresh aanduiding Action Freeze-functie Indicatielampje voor temperatuur Alarmlampje ChildLock-functie DrinksChill Inschakelen Uitschakelen Steek de stekker in het stopcontact. Druk de ON/OFF-toets gedurende 5 seconden in. Het display gaat uit. Trek de stekker uit het stopcontact om de stroomtoevoer naar het apparaat af te sluiten. Druk op de AAN/UIT-toets van het apparaat als het display uit is. Als DEMO verschijnt op het display, staat het apparaat in de demonstratiestand. Raadpleeg de paragraaf 'Probleemoplossing'. Het temperatuurlampje toont de ingestelde standaardtemperatuur. Zie "Temperatuuregeling" om een andere temperatuur te kiezen. Temperatuurregeling De standaard ingestelde temperatuur van de koelkast is +5°C. Stel de temperatuur van de koelkast in door op de temperatuurknop te drukken. 6 Het temperatuurlampje toont de ingestelde temperatuur. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt. Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen. NaturaFresh vakinstelling 1. Druk op Functions tot het bijbehorende pictogram verschijnt. ‘3’ moet worden weergegeven op de standindicator. Dit is de standaardinstelling die zorgt voor de meest efficiënte prestaties. 2. Selecteer om de temperatuur in te stellen de gewenste instelling 1–5 (1 is het koudste, 5 het warmste). 3. Druk op de temperatuurknoppen op het bedieningspaneel voor de gewenste instelling. 4. Druk op OK om de instelling te bevestigen. Het indicatielampje gaat binnen een paar seconden terug naar de koelkasttemperatuurinstelling. Shopping-functie Als u een grote hoeveelheid warm voedsel, bijvoorbeeld na het doen van de boodschappen, in de koelkast wilt plaatsen, adviseren wij u de Shopping -functie in te schakelen om deze producten sneller te koelen en om te voorkomen dat voedsel dat al in de koelkast ligt warm wordt. 1. Druk op Functions tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het Shopping-lampje knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het Shopping-lampje wordt getoond. De Shopping-functie wordt automatisch na ongeveer 6 uur uitgeschakeld. Om de functie uit te schakelen voor de automatische uitschakeleing, herhaalt u de procedure. De functie gaat uit door een andere ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren. Action Freeze-functie 1. Druk op de Functions-toets tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het Action Freeze-lampje knippert. 2. Druk op de toets OK om te bevestigen. Het Action Freeze -lampje wordt getoond. Deze functie stopt automatisch na 52 uur. Om de functie uit te schakelen voor de automatische uitschakeleing, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende pictogram Action Freeze is uitgeschakeld. De functie gaat uit door een andere ingestelde vriezertemperatuur te selecteren. DrinksChill-functie DeDrinksChill-functie wordt gebruikt om een akoestisch alarm in te stellen op een gekozen tijd. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer een recept gedurende een bepaalde tijd moet afkoelen of wanneer u niet wilt vergeten dat u flessen in de vriezer hebt geplaatst om ze snel te laten afkoelen. 1. Druk op Functions tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het DrinksChill-lampje knippert. De timer toont gedurende enkele seconden de ingestelde waarde (30 minuten). 2. Druk op de timertoets om de waarde van de timer te wijzigen van 1 tot 90 minuten. 3. Druk op OK om te bevestigen. Het DrinksChill-lampje wordt getoond. De timer begint te knipperen (min). Aan het eind van het aftellen knippert het lampje DrinksChill en klinkt er eeb geluid om aan te geven dat de drankjes uit de vriezer moeten worden gehaald. Druk op OK om het geluid uit te zetten en de functie te beëindigen. 7 Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat DrinksChill wordt uitgeschakeld. U kunt de tijd tijdens het aftellen en na afloop altijd wijzigen door de drukken op de toets om de temperatuur kouder te zetten en de toets om de temperatuur warmer te zetten. ChildLock-functie Activeer de functie ChildLock om de bediening van de knoppen te vergrendelen tegen onbedoelde bediening. 1. Druk op Functions tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het ChildLock-lampje knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het ChildLock-lampje wordt getoond. Om de functie ChildLock uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende pictogram ChildLock uit gaat. Alarm bij open deur Als de deur enkele minuten heeft opengestaan, klinkt er een geluidsalarm. Het alarm voor een geopende deur bestaat uit: • een knipperend alarmindicatielampje: • een zoemer. Als de normale omstandigheden zijn hersteld (deur gesloten), wordt het geluidsalarm uitgeschakeld. De zoemer kan worden uitgeschakeld door op een knop te drukken. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 1. Trek het schap geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt Verplaatsbare legrekken De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de legrekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden. Het plaatsen van de deurplateaus Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk: 2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst. Om een goede luchtcirculatie te garanderen moet het onderste deurschap niet worden verwijderd Invriezen van vers voedsel Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. 8 Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde instelling veranderd worden. Vochtigheidsregeling Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale kou te verkrijgen. LET OP! In deze conditie komt de temperatuur in het koelkastgedeelte mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de thermostaatknop weer in op een warmere instelling. NaturaFreshVakje De bewaartemperatuur en de relatieve vochtigheidsgraad (tussen 45% en 90%) bieden optimale omstandigheden om verschillende soorten voedsel te bewaren. Zie voor de temperatuurinstellingen in het vak NaturaFresh het gedeelte “NaturaFresh vakinstelling” Het vak NaturaFresh is geschikt voor het bewaren van verschillende verse levensmiddelen zodat de voedingswaarden en de vochtigheidsgraad langer bewaard blijven dan in een gewone koelkast. Het NaturaFresh-vak is ook geschikt voor het ontdooien van voedsel. Het ontdooide voedsel kan maximaal twee dagen worden bewaard. Beide laden kunnen worden gebruikt in overeenstemming met de gewenste opslagcondities, onafhankelijk van elkaar, met lagere of hogere luchtvochtigheid. Elke lade wordt apart geregeld met behulp van een schuifklep op de voorzijde van de lade. • "Droog": lage luchtvochtigheid, tot 50% relatieve luchtvochtigheid Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt bereikt wanneer beide schuifkleppen in deze positie worden gezet en de ventilatieopeningen helemaal open staan. • Vochtig": hoge relatieve luchtvochtigheid, maximaal 90% Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt bereikt wanneer beide schuifkleppen in deze positie worden gezet en de ventilatieopeningen zijn gesloten. Het vocht in de lucht blijft behouden en kan niet ontsnappen. Opslag van verse levensmiddelen in het NaturaFresh -vak Soort gerecht Aanpassing luchtvochtigheid Opslagtijd Uien "droog” tot 5 maanden Boter "droog” tot 1 maand Varkensvlees "droog” tot 10 dagen Biefstuk, wild, varkensvlees, gevogelte "droog” tot 7 dagen Tomatensaus "droog” tot 4 dagen 9 Soort gerecht Aanpassing luchtvochtigheid Opslagtijd Vis, scheldieren, gekookte vleesproducten "droog” tot 3 dagen Gekookte zeevruchten "droog” tot 2 dagen Salade, groentewortels, kruiden, spruitjes, selderij “vochtig” tot 1 maand Artisjokken, bloemkool, witlof, ijsbergsla, andijvie, veldsla, sla, prei, radijsjes “vochtig” tot 21 dagen Broccoli, Chinese kool, boerenkool, kool, radijsjes, savoie kool “vochtig” tot 14 dagen Erwtjes, koolrabi “vochtig” tot 10 dagen Lenteuitjes, radijsjes, asperges, spinazie “vochtig” tot 7 dagen Fruit Peren, dadels (vers), aardbeien, perziken “vochtig” tot 1 maand Pruimen rabarber, kruisbessen “vochtig” tot 21 dagen Appels (ongevoelig voor kou), kweeperen “vochtig” tot 20 dagen Abrikozen, kersen “vochtig” tot 14 dagen Damastpruimen, druiven “vochtig” tot 10 dagen Bramen, aalbessen “vochtig” tot 8 dagen Vijgen (vers) “vochtig” tot 7 dagen Bosbessen, frambozen “vochtig” tot 5 dagen Cakes met room of een andere soort deegproducten kunnen in het NaturaFresh -vak worden bewaard gedurende 2 of 3 dagen. Niet in het NaturaFresh -vak plaatsen: • koud kwetsbaar fruit dat op kelder- of kamertemperatuur dient te worden bewaard zoals ananas, bananen, grapefruit, meloenen, mango, papaya, sinaasappels, citroenen en kiwi's. • Het type voedsel dat hierboven niet wordt genoemd, dient te worden bewaard in het koelvak (bijv. alle soorten kaas, koude vleeswaren, etc.) 10 Het niveau van luchtvochtigheid in de laden hangt af van de hoeveelheid vocht in het opgeslagen voedsel, groenten en fruit en van de frequentie waarop de deur wordt geopend Het NaturaFresh -vak is ook geschikt voor het langzaam ontdooien van voedsel. In dat geval kan het ontdooide voedsel maximaal twee dagen worden bewaard in het NaturaFresh -vak. • Let op de versheid van het voedsel, in het bijzonder op de vervaldatum. De kwaliteit en versheid hebben invloed op de bewaartijd. • De gehele opslagtijd hang af van de bewaaromstandigheden voor de uiteindelijke opslag in de koelkast. • Voedsel, fruit of groenten moet altijd worden verpakt voordat het wordt bewaard. • Bewaar diervoer altijd verpakt en droog. • Voedsel dat rijk is aan proteïnen zal sneller bederven. Dat betekent dat schaal- en schelpdieren eerder bederven dan vis en vis eerder bederft dan vlees. Hoewel de bewaartijd voor dit soort voedsel dat wordt bewaard in een NaturaFresh-vak tot drie keer verlengd kan worden zonder kwaliteit te verliezen. • Al het eten dat in een NaturaFresh-vak wordt bewaard, dient ongeveer 15-30 minuten voor consumptie uit de lades te worden gehaald - met name fruit en groenten die worden geconsumeerd zonder aanvullend bereidingsproces. Als u fruit en groenten op kamertemperatuur laat komen, komt dat ten goede aan de structuur en smaak. Indicatielampje voor temperatuur Voor de juiste bewaring van het voedsel is de koelkast uitgerust met een temperatuurlampje. Het symbool op de zijkant van het apparaat duidt het koudste deel van de koelkast aan. Als “OK” wordt weergegeven (A), plaatst u het verse voedsel in het gedeelte dat wordt aangegeven door het symbool. Zo niet (B) past u de temperatuurregelaar aan naar een koudere stand en wacht u 12 uur voordat u de temperatuurlampje weer controleert. A OK B OK Nadat u verse levensmiddelen in de koelkast heeft gelegd of nadat de deur regelmatig of langer is opengeweest, is het normaal dat er geen 'OK' wordt weergegeven; wacht minstens 12 uur voordat u de temperatuur opnieuw instelt. Het maken van ijsblokjes Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen 1. Vul de bakjes met water. 2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak. Ontdooien Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren. 11 AANWIJZINGEN EN TIPS Normale bedrijfsgeluiden: De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking: • Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt. • Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt. • Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen). • Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat. Tips voor energiebesparing • De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk. Tips voor het koelen van vers voedsel Om de beste prestatie te verkrijgen: • zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast • dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft • plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren Tips voor het koelen Nuttige tips: • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. • Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. • Gekookt voedsel, koude schotels, enz: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden. • Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden. • Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht in te sluiten. • Flessen: deze moeten een dop hebben en opgeslagen worden oftewel in het flessenrek of het deurflessenrek (indien voorzien). • Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden. Tips voor het invriezen Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips: • De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, wordt vermeld op het typeplaatje. • Het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe • vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in • bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft • Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn • leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt • Mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel minder lang in de vriezer goed blijft • Water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen 12 • Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u • verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen; • zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden; • de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk; • als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren; • bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. ONDERHOUD EN REINIGING Algemene waarschuwingen LET OP! Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. 1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. De vriezer ontdooien LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. 3. 4. 5. 6. 7. LET OP! Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen. Open de deur. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken. Zet het apparaat aan. Zet de thermostaatknop op de maximale koude en laat het apparaat twee tot drie uur in deze instelling werken. Zet het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak. 13 Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt • Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: • Trek de stekker uit het stopcontact • Haal al het voedsel eruit • Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien nodig) en maak alles schoon Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft als de stroom uitvalt. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Wat moet u doen als… Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Er is een hoorbaar of zichtbaar alarm. De kist is kortgeleden aangezet of de temperatuur is nog steeds te hoog. Zie 'Deur open alarm' of 'Alarm hoge temperatuur'. De temperatuur in het apparaat is te hoog. Zie 'Deur open alarm' of 'Alarm hoge temperatuur'. De deur is open gelaten. Sluit de vuldeur. De temperatuur in het apparaat is te hoog. Neem contact op met een erkend elektromonteur of de dichtstbijzijnde klantenservice. Probleem met de temperatuur van de sensor. Neem contact op met de klantenservice (het koelsysteem blijft werken om uw levensmiddelen koud te houden, maar de temperatuur kan niet aangepast worden). Er verschijnt een rechthoekig symbool in plaats van getallen op het temperatuurdisplay. 14 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand-by stand. Sluit en open de deur. Het lampje werkt niet. Het lampje is stuk. Neem contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice. De compressor werkt continu. De temperatuur is goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Er worden veel producten tegelijk geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De omgevingstemperatuur is te hoog. Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het bewaart. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste plaats. Plaats de dop voor de waterafvoer op de juiste manier. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Producten verhinderen dat het water in de wateropvangbak loopt. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdamperbak boven de compressor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. DEMO verschijnt op het display. Het apparaat staat in de demonstratiemodus. Houd Functions ongeveer 10 seconden ingedrukt tot een lang geluid klinkt en het display even uitschakelt. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. Er loopt water in de koelkast. 15 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Conserveer minder producten tegelijk. De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. De deur sluiten 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage". 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice. Het lampje vervangen Het apparaat is uitgerust met een LEDbinnenlampje dat een lange levensduur heeft. Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting vervangen. Neem contact op met de klantenservice. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Plaatsing Dit apparaat kan worden geïnstalleerd op een droge, goed geventileerde plek binnenshuis waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die op het typeplaatje van het apparaat wordt weergegeven: Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10°C to + 32°C N +16°C to + 32°C ST +16°C to + 38°C T +16°C to + 43°C 16 • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen. Voor sommige typen of modellen kunnen zich enige functionele problemen voordoen als ze worden gebruikt buiten dit bereik. De juiste werking kan alleen worden gegarandeerd binnen het aangegeven temperatuurbereik. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. Ventilatievereisten De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. 5 cm min. 200 cm2 Aansluiting op het elektriciteitsnet • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien min. 200 cm2 LET OP! Raadpleeg de montage-instructies voor de installatie. TECHNISCHE INFORMATIE Technische gegevens Afmetingen van de inbouw In hoogte mm 1400 Breedte mm 560 Diepte mm 550 Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 13 Spanning Volt 230 - 240 Tijd Hz 50 De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binne- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel. 17 GELUIDEN Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie). SSS RRR ! HISSS! OK UB BL SSSRRR! HISSS! SSSRRR! HISSS! B! CLICK! BRRR! ICK CL ! BRRR! CR AC CLICK! BRRR! K! 18 BLUBB! BLUBB! CRACK! CRACK! MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Juno JCF12224F5 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding