Media
69
•
Zelfportret
: een foto van uzelf maken.
•
Zelfopname
: een video van uzelf maken.
•
Flitser
: de flitser in- of uitschakelen.
•
Fotostand
: de opnamestand wijzigen.
•
Videostand
: de opnamestand wijzigen.
•
Effecten
: een van de vele beschikbare effecten selecteren.
•
Scènemodus
: de scènemodus wijzigen.
•
Belichtingswaarde
: de belichtingswaarde wijzigen. Hiermee wordt bepaald hoeveel licht de
sensor van de camera ontvangt. Voor omstandigheden met weinig licht, moet u een hogere
belichting gebruiken.
•
Scherpstellen
: een scherpstelstand selecteren.
Autofocus
wordt door de camera bediend.
Macro
is voor onderwerpen die zeer dichtbij zijn.
•
Timer
: gebruik deze optie voor opnamen met vertraging.
•
Resolutie
: selecteer een resolutie. Gebruik een hogere resolutie voor hogere kwaliteit. Hiervoor
wordt echter wel meer geheugen gebruikt.
•
Witbalans
: selecteer een geschikte witbalans, zodat afbeeldingen een levensecht kleurbereik
hebben. De instellingen zijn ontworpen voor specifieke lichtomstandigheden. Deze instellingen
zijn vergelijkbaar met het hittebereik voor witbalansbelichting in professionele camera's.
•
ISO
: selecteer een ISO-waarde. Hiermee wordt de lichtgevoeligheid van de camera bediend.
Deze wordt berekend volgens de filmcamera. Lage waarden zijn voor stilstaande of helder
verlichte objecten. Hogere waarden voor snel bewegende of slecht verlichte objecten.
•
Meting
: een meetmethode selecteren. Hiermee wordt bepaald hoe de lichtwaarden worden
berekend.
Centrumgericht
berekent de achtergrondverlichting in het midden van de scène.
Spotmeting
berekent de lichtwaarde op een bepaalde locatie.
Matrix
stelt de volledige scène in
op gemiddeld.
•
Hulplijnen
: hulplijnen weergeven in de zoeker om te helpen bij het samenstellen van het beeld
bij de selectie van onderwerpen.
•
Contextuele bestandsnaam
: instellen dat de camera contextuele tags weergeeft. Activeer deze
functie als u
Taghulp
wilt gebruiken in
Camera
.
•
Spraakopdracht
: spraakbediening voor het maken van foto's in- of uitschakelen.
•
Omgekeerd opslaan
: de afbeelding omkeren om een spiegelbeeld van de oorspronkelijke
scène te maken.
•
Beeldkwaliteit
: het kwaliteitsniveau instellen voor foto’s. beelden van hogere kwaliteit nemen
meer opslagruimte in beslag.
•
Videokwaliteit
: het kwaliteitsniveau instellen voor video's.
•
Opslag
: de geheugenlocatie selecteren voor opslag.
•
Resetten
: de camera-instellingen resetten.