5019 100 91153
(Technische wijzigingen voorbehouden)
PROGRAMMATABEL
NL
1) Referentieprogramma voor Keuringsinstituut en plaatje met gegevens betreffende de energie.
*) Deze waarden hebben betrekking op normale omstandigheden. De gegevens kunnen verschillen al naar gelang, bijvoorbeeld,
een verschillende lading, een verschillende temperatuur of hardheid van het water en een andere voedingsspanning.
Indicator van het spoelglansmiddelniveau
Voeg spoelglansmiddel toe.
Indicator van het zoutniveau
Voeg regenereerzout toe.
Programmafasewijzer
Voorwas
Gaat uitsluitend branden bij programma’s met
voorspoelen (het symbool “+” in de hieronder
afgedrukte tabel geeft aan dat het afwasmiddel
moet worden toegevoegd).
Spoelen / Wassen
Drogen
Einde programma
Toets Halve Belading / Multizone
Vul alleen de bovenste
of
de onderste korf.
Deze functie kan bij alle programma’s worden
gebruikt.
1 maal drukken = bovenste korf
2 maal drukken = onderste korf
3 maal drukken = Off (halve lading
uitgeschakeld).
Toets startselectie
Start het afwassen na de ingestelde tijd.
Er kan een tijd van 3-6-9 uur ingesteld worden.
Lampje Starttoets
Brandt tijdens de werking.
Knippert wanneer er zich een storing voordoet.
Gaat uit aan het einde van het programma.
Programma Symbool
en Temperatuur
Keuze van het programma en
aanbevolen types beladingen
Afwasmiddel
Voorspoelen - Wassen
Verbruik *
Normale belading
(...) Halve belading
klein
vakje
groot
vakje
Water
(liter)
Energie
(kWh)
Tijd
(min.)
Eco-Normaal 40 - 55° C
Programma aanbevolen
voor het dagelijks gebruik
, voor vaatwerk
zonder of met weinig opgedroogde voedselresten.
+ +
(13,5)
(11,5)
(1,3)
(0,9)
(80)
(60)
Intensief 60 - 70° C
Programma aanbevolen
voor sterk vervuild vaatwerk
, met
opgedroogde voedselresten. Met name geschikt voor pannen en
koekenpannen.
+ +
(19,5)
(11,5)
(1,7)
(1,3)
(98)
(90)
Voorwas
Vaat die later gewassen moet worden.
- -
5,0 (4,2) 0,02 (0,02) 9 (9)
Glazen 40° C
Matig vervuild, glazen en kopjes.
- +
12,5 (10,5) 0,82 (0,78) 60 (59)
Normaal 50° C
1)
Matig tot sterk vervuild, met opgedroogde voedselresten.
+ +
16,0 (14,5) 1,24 (1,10) 91 (88)
6
th
SENSE: Optimale wasresultaten met een maximale
e
nergiebesparing.
De twee programma’s die gecontroleerd worden door een sensor,
w
orden geadviseerd voor dagelijks gebruik. Zijn gebaseerd op een
t
echnologie met dubbele sensor die de beste wasresultaten
garandeert met een minimaal verbruik van energie en water.
End
Beknopte handleiding
NL
Houders van het vaatwerk:
• In lage stand: kopjes en glazen
met voet.
• In hoge stand: borden.
Rekken voor groot
opschepbestek:
• In hoge stand: glazenrek
(voorzichtig optillen en loslaten).
• In lage stand: voor groot bestek
(voorzichtig optillen).
• Zet messen met de scherpe kant
omlaag.
Glazenrek:
• Kan zijwaarts verplaatst worden.
• Beneden: kleine glazen.
• Boven: glazen met voet.
Toets Halve Belading / Multizone:
Als u uitsluitend de bovenste korf wilt
vullen, de bestekkorf uit de onderste
korf verwijderen en in de bovenste
korf zetten.
Instelling van de hoogte:
(De vaatwasmachine wordt geleverd
met de bovenste korf in hoge positie).
De hoogte van de korf kan ook
veranderd worden als hij al geladen is.
• Om hem lager te plaatsen: trek de
twee handgrepen aan de zijkanten
naar buiten en laat de korf
vervolgens voorzichtig zakken.
• Om hem hoger te plaatsen: trek de
twee handgrepen aan de zijkanten
omhoog, totdat de korf vastklikt (u
dient een klik te horen).
• De zijkanten van de korf moeten
zich op dezelfde hoogte bevinden.
Onderste korf
Toets Halve Belading / Multizone:
Als alleen de onderste korf wordt
gevuld: groter afwasvermogen,
bijvoorbeeld voor borden en pannen.
Bestekkorf:
Zet het bestek zonder het naar soort
te scheiden en met het handvat
omlaag in de korf.
Bordenrekken:
• Kunnen worden uitgetrokken
om ruimte te winnen.
• Uittrekken: trek de handgreep
omhoog.
• Weer terugzetten: kies de
gewenste positie (normaal of
overdwars).
Dagelijkse controles
1. Zet het vaatwerk zo neer, dat het
elkaar niet raakt.
2. Zet de kopjes schuin, zodat het water
kan wegvloeien.
3. Zet als regel het bestek met het
handvat omlaag, maar bestek
waaraan u zich zou kunnen
verwonden met het handvat omhoog.
4. Controleer of de waterstraal al het
vaatwerk bereikt en of de sproeiarmen
ongehinderd kunnen draaien.
5. Draai de waterkraan open voordat u
de vaatwasmachine inschakelt.
Waarschuwing
• Zet de machine pas uit nadat het
lampje “Start” is uitgegaan.
Als de machine uitgaat gedurende het
vaatwasprogramma, wordt dit
programma hervat vanaf het punt
waarop het onderbroken was,
wanneer de machine weer aangezet
wordt.
• Als er zich een storing voordoet of u
wilt een al gestart programma
veranderen, moet de “START” toets
(circa 5 sec.) ingedrukt gehouden
worden, totdat het bijbehorende
lampje dooft! Voor nadere details over
het opheffen van storingen in de
werking, zie het hoofdstuk “Storingen
opsporen” in de
gebruiksaanwijzingen.
• Start ONMIDDELLIJK een
vaatwasprogramma nadat u
regenereerzout heeft
toegevoegd, om zoutresten te
verwijderen.
• Het kan gebeuren dat, hoewel het
zoutreservoir gevuld is, het
bijbehorende lampje gaat branden
gedurende het eerste
wasprogramma nadat het zout er
ingedaan is.
Bovenste korf
-
1
-
2
