Gebruiks- en Onderhoudsgids
3
Gebruik van het apparaat
Eerste gebruik
Wacht minstens twee uren na de installatie vooraleer het apparaat aan te sluiten op het stopcontact. Nadat de stekker in het
stopcontact is gestoken, begint het apparaat automatisch te werken. De ideale opslagtemperaturen voor etenswaar zijn vooraf
in de fabriek afgesteld.
Na het inschakelen van het apparaat dient u 4-6 uur te wachten tot de juiste opslagtemperatuur voor een normaal gevuld
apparaat is bereikt. Breng het antibacteriële filter tegen onaangename geuren op de ventilator aan, zoals aangeduid in de
filterverpakking (indien aanwezig). Als het geluidssignaal afgaat, betekent dit dat het temperatuuralarm in werking is getreden:
druk op de knop om de geluidsalarmen uit te schakelen.
Koelvak en bewaren voedsel
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar en dranken bewaard worden. Het ontdooien van het
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterste binnenwand van
het koelkastcompartiment is een teken van de automatische ontdooifase. Het dooiwater loopt weg in een afvoeropening en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed hebben op de
interne temperatuur van de twee vakken. Stel de temperatuur in aan de hand van deze factoren. Bij veel vocht in het koelkastcompartiment
kan er condensvorming ontstaan, vooral op de glasplaten. In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoffen in open pannen afsluit (bijv. een
pan bouillon), etenswaar met een hoog watergehalte (bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator inschakelt (indien hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
Ventilatie
Dankzij de ventilatielucht is er een betere temperatuurverdeling in de compartimenten zodat het voedsel beter bewaard blijft
en de vochtigheid verlaagd wordt. Zorg dat ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
Verse etenswaren en dranken bewaren
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas, zoals
fruit, groenten en salade, moeten altijd worden zodanig worden gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet achteruit
gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool bewaren. Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel de
levensmiddelen in folie.
Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven de crisperlade voor groente
en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoffen en
etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af. Om te voorkomen dat
flessen omvallen, kunt u gebruik maken van de flessenhouder (beschikbaar op bepaalde modellen).
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch fruit, blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk, zuivelproducten, delicatessen,
yoghurt
KOUDSTE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van vleeswaren, desserts, vlees en vis
GROENTE- EN FRUITLADE
** Voor modellen met "0 ° ZONE" COMPARTIMENT is de "koudste zone" de zone die in
de legenda wordt aangegeven