Hotpoint S 12 A1 D/HA Use & Care

Type
Use & Care
Handleiding
HANDLEIDING
1
INDEX
Gebruiks- en Onderhoudsgids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Koelkastverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Het ledlampje vervangen (afhankelijk van het model) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Schappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Gebruik van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Koelvak en bewaren voedsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Verse etenswaren en dranken bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
* Voedselopslag in het diepvriescompartiment (afhankelijk van het model) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Houdbaarheidsperiode voedingsmiddelen bij verschillende temperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
* Ontdooien van het diepvriescompartiment (afhankelijk van het model) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Functionele geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Reinigen en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Vervanging afdichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
2
Koelkastverlichting
Het verlichtingssysteem in het koelkastcompartiment maakt gebruik van ledverlichting voor een betere verlichting dan de
traditionele lampjes en een zeer laag energieverbruik. Neem contact op met het Technische Servicecentrum als u een
vervanging nodig heeft.
Belangrijk: De binnenverlichting van het koelkastcompartiment gaat branden wanneer de deur van de koelkast geopend
wordt.
Het ledlampje vervangen (afhankelijk van het model)
Trek eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. Volg daarna de instructies op basis van het
type lampje voor uw product. Vervang het lampje door een nieuw lampje met dezelfde specificaties, verkrijgbaar bij het
Technische Servicecentrum en erkende verkooppunten.
Lamptype 1)
Schroef het lampje linksom los om het te verwijderen, zoals aangegeven in de
afbeelding. Wacht 5 minuten voordat u het apparaat weer aansluit.
led-lampje (max. 25W)
Lamptype 2)
Als het product is uitgerust met Led-lampjes, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen, neemt dan contact op
met het Technische Servicecentrum indien vervanging nodig is. Led-lampjes gaan langer mee dan traditionele lampjes,
verbeteren het zicht in het apparaat en zijn milieuvriendelijk.
Schappen
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
Deur
Omkeren van de deur
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat, kan worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door Consumentenservice
valt dit niet onder de garantie. Volg de instructies in Installatiegids.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
3
Gebruik van het apparaat
Eerste gebruik
Wacht minstens twee uren na de installatie vooraleer het apparaat aan te sluiten op het stopcontact. Nadat de stekker in het
stopcontact is gestoken, begint het apparaat automatisch te werken. De ideale opslagtemperaturen voor etenswaar zijn vooraf
in de fabriek afgesteld.
Na het inschakelen van het apparaat dient u 4-6 uur te wachten tot de juiste opslagtemperatuur voor een normaal gevuld
apparaat is bereikt. Breng het antibacteriële filter tegen onaangename geuren op de ventilator aan, zoals aangeduid in de
filterverpakking (indien aanwezig). Als het geluidssignaal afgaat, betekent dit dat het temperatuuralarm in werking is getreden:
druk op de knop om de geluidsalarmen uit te schakelen.
Koelvak en bewaren voedsel
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar en dranken bewaard worden. Het ontdooien van het
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterste binnenwand van
het koelkastcompartiment is een teken van de automatische ontdooifase. Het dooiwater loopt weg in een afvoeropening en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed hebben op de
interne temperatuur van de twee vakken. Stel de temperatuur in aan de hand van deze factoren. Bij veel vocht in het koelkastcompartiment
kan er condensvorming ontstaan, vooral op de glasplaten. In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoffen in open pannen afsluit (bijv. een
pan bouillon), etenswaar met een hoog watergehalte (bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator inschakelt (indien hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
Ventilatie
Dankzij de ventilatielucht is er een betere temperatuurverdeling in de compartimenten zodat het voedsel beter bewaard blijft
en de vochtigheid verlaagd wordt. Zorg dat ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
Verse etenswaren en dranken bewaren
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas, zoals
fruit, groenten en salade, moeten altijd worden zodanig worden gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet achteruit
gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool bewaren. Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel de
levensmiddelen in folie.
Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven de crisperlade voor groente
en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoffen en
etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af. Om te voorkomen dat
flessen omvallen, kunt u gebruik maken van de flessenhouder (beschikbaar op bepaalde modellen).
c
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch fruit, blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk, zuivelproducten, delicatessen,
yoghurt
KOUDSTE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van vleeswaren, desserts, vlees en vis
GROENTE- EN FRUITLADE
** Voor modellen met "0 ° ZONE" COMPARTIMENT is de "koudste zone" de zone die in
de legenda wordt aangegeven
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
4
* Voedselopslag in het diepvriescompartiment (afhankelijk van het model)
Met het diepvriescompartiment kunnen bevroren levensmiddelen lang worden bewaard.
Met het diepvriescompartiment kan bevroren voedsel lang worden bewaard en kunnen verse voedingswaren worden
ingevroren. De hoeveelheid verse etenswaar die in 24 uur kan worden ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje. Schik
de verse etenswaar in het vriesvak in het diepvriescompartiment (zie de Beknopte Handleiding) en zorg voor voldoende ruimte
rondom elke verpakking zodat de lucht kan circuleren. Geadviseerd wordt gedeeltelijk ontdooide etenswaar niet opnieuw in
te vriezen. Het is belangrijk om etenswaar zodanig te verpakken dat het binnendringen van water, vocht of condens wordt
voorkomen.
IJsblokjes
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en plaats het in het diepvriescompartiment. Gebruik nooit puntige of scherpe voorwerpen
om het ijs te verwijderen.
De laden verwijderen
Trek de laden zo ver mogelijk uit, til ze op en neem ze uit. Voor een groter volume kan het diepvriescompartiment gebruikt
worden zonder de laden. Zorg ervoor dat de deur goed is gesloten nadat u het voedsel terug op de roosters/schappen hebt
gelegd.
c
A
Legenda
A. DIEPVRIESCOMPARTIMENT (als de koelkast er een heeft)
Houdbaarheidsperiode voedingsmiddelen bij verschillende temperaturen
DIEPVRIESVAK
Product Bewaarperiode (-12°C) Aanbevolen
bewaarperiode (-18°C)
Bewaarperiode (-24°C)
Boter of margarine 1 maand 6 maanden 9 maanden
Vis 1 maand 1-3 maanden 6 maanden
Vruchten (met uitzondering
van citrusvruchten) &
Groenten
1 maand 8-12 maanden 12 maanden
Vlees- ham- worst
Gebraad (rund-varken-lam)
Biefstuk of koteletten (rund-
lam-varken)
1 maand 2 maanden
8-12 maanden
4 maanden
12 maanden
Melk, verse vloeistoffen, kaas,
ijs of sorbet
1 maand 1-3 maanden 5 maanden (niet aanbevolen
voor ijs)
Gevogelte (kip-kalkoen) 1 maand 5-7 maanden 9 maanden
Houdbaarheidsperiode voedingsmiddelen bij verschillende temperaturen
KOELVAK
Product Bewaarperiode 0-3°C Bewaarperiode (3-6°C) Bewaarperiode 6-8°C
Blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam
3-4 weken 3-4 weken 3-4 weken
Tropisch fruit Niet aanbevolen 2-4 weken 3-4 weken
Bewaar kaas, melk,
zuivelproducten,
delicatessen, yoghurt
2-5 dagen 2-5 dagen 2-5 dagen
Koude vleeswaren, desserts,
vlees en vis en zelfbereid
voedsel
3-5 dagen 1-2 dagen Niet aanbevolen
Gebruiks- en Onderhoudsgids
5
KOELVAK
Product Bewaarperiode 0-3°C Bewaarperiode (3-6°C) Bewaarperiode 6-8°C
Bewaar groenten en
fruit (met uitzondering
van tropisch fruit en
citrusvruchten)
15 dagen 10-12 dagen 4-7 dagen
* Ontdooien van het diepvriescompartiment (afhankelijk van het model)
1. Het wordt aanbevolen de temperatuur kouder in te stellen of Snelvriezen/Snelkoelen* te selecteren minstens vier uur
vooraleer het voedsel uit het vriesvak te halen, om de bewaartijd in de ontdooiingsfase te verlengen.
2. Om het compartiment te ontdooien, schakelt u het apparaat uit en verwijdert u de laden. Plaats de ingevroren etenswaar
op een koele plek. Laat de deur open, zodat het ijs kan smelten. Om te voorkomen dat er tijdens het ontdooien water
wegloopt, wordt geadviseerd een absorberende doek onderin het diepvriescompartiment te leggen en regelmatig uit te
wringen.
3.
Maak de binnenkant van het diepvriescompartiment schoon en droog zorgvuldig.
4.
Schakel het apparaat weer in en plaats de etenswaar terug.
Functionele geluiden
1. Tijdens de werking van het product is het normaal dat de compressor
af en toe een zoemend geluid afgeeft.
2. Borrelende en krakende geluiden zijn veroorzaakt door de passage
van het koelgas in de koelleidingen. Dit zijn normale geluiden.
3. Het is normaal krakende geluiden te "horen" wanneer de compressor
actief of niet actief is: Dit is een normaal geluid van de structuur van
het product.
4. Controleer of de vakken aan de binnenkant van de koelkastdeur, de schappen en de laden in het koelvak vastzitten en
correct geplaatst zijn, om trillingen te voorkomen.
5. Plaats geen glazen recipiënten (flessen, potten, enz.) in rechtstreeks contact met elkaar, om trillingen te voorkomen.
6. Dit apparaat is uitgerust met een compressor die werkt aan een optimale snelheid om het energieverbruik te
optimaliseren. Het kan dus gebeuren dat in bepaalde situaties (in de zomer of wanneer grote hoeveelheden voedsel
ingebracht worden) de compressor de snelheid opdrijft en dus ook meer geluiden voortbrengt.
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt
Bij geen gebruik
Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet en leeg, ontdooi (indien nodig) en reinig het apparaat.
Laat de deuren op een kier staan, zodat lucht in de compartimenten kan circuleren. Hierdoor voorkomt u de ontwikkeling van
schimmel en onaangename geuren.
Bij een stroomstoring
Houd de deuren gesloten, zodat de etenswaar zo lang mogelijk koel blijft. Vries gedeeltelijk ontdooide etenswaar niet opnieuw
in. Bij een langdurige stroomstoring is het mogelijk dat het blackout-alarm geactiveerd wordt (bij producten met elektronica).
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
6
Reinigen en onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht ontvlambare
vloeistoffen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol
of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
Maak het apparaat regelmatig schoon met een doek met een oplossing van lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel
dat geschikt is voor het reinigen van de binnenkant van een koelkast.
Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater te garanderen,
dient u de binnenkant van de afvoer in de achterwand van het
koelkastcompartiment, in de buurt van de groenten- en fruitlade, schoon
te maken met behulp van het bijgeleverde gereedschap.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
7
Vervanging afdichting
NL
8
400011398438
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Hotpoint S 12 A1 D/HA Use & Care

Type
Use & Care