Nadere aanwijzingen zijn te vinden op de volgende pagina's en in de gebruiksaanwijzingen
Programmakeuzeknop
Aan/Uit toets
Programma Symbool
en Temperatuur
Keuze van het programma en
aanbevolen types beladingen
Doe het wasmiddel
in het volgende vakje
klein (A) groot (B)
Verbruik
1)
Normale belading
Water
(Liter)
Energie
(kWh)
Tijd
(Min.)
1
Voorspoelen
Vaat die later gewassen moet worden.
- - 4,5 0,10 10
2
Normaal 65° C
Matig tot sterk vervuilde vaat, met opgedroogde voedselresten.
X X 20,0 1,70 110
3
Eco 65° C
2)
Matig vervuild.
- X 16,0 1,64 100
Beknopte handleiding
NL
5019 100 93302
(Recht op technische wijzigingen voorbehouden)
1) De gegevens kunnen verschillen al naar gelang bijvoorbeeld, de grootte van de lading, de
temperatuur -boven of onder 15°C - of hardheid van het water en de voedingsspanning, enz.
2) Referentieprogramma voor het Keuringsinstituut en plaatje met gegevens betreffende de energie.
FUN 630
1. Sluit na het laden van de vaat de deur
van de vaatwasmachine en draai de
waterkraan open.
2. Stel het gewenste programma in door
de keuzeknop met de klok mee
te draaien: stand 1: Voorspoelen;
stand 2: Normaal; stand 3: Eco.
De afwasmachine start automatisch
zodra de Aan/Uit toets is ingedrukt.
3. Druk op de Aan/Uit toets om de
afwasmachine in te schakelen. Het
controlelampje gaat branden.
Om het geselecteerde programma
te wijzigen, drukt u op de Aan/Uit
toets om de afwasmachine uit te
zetten en draait u vervolgens de
keuzeknop op het gewenste
programma. Druk op de Aan/Uit
toets om het nieuw geselecteerde
programma te starten.
Opmerking:
als u de afwasmachine
uitschakelt tijdens een afwasprogramma
hervat het apparaat het programma, bij
herinschakeling, op het punt waarop het
was afgebroken.
Maak de deur van de
afwasmachine alleen open als dat
strikt noodzakelijk is tijdens een
afwasprogramma, en wees heel
voorzichtig. Er kan hete stoom uit
de machine komen.
4. Het afwasprogramma is voltooid als
de keuzeknop weer terug is gekomen
in de startstand.
5. Schakel de afwasmachine nu uit door
op de Aan/Uit toets te drukken. Alle
lampjes gaan uit.
6. Open de deur (waarschuwing: wees
voorzichtig vanwege de hete stoom).
Laad eerst de onderste korf uit en
daarna de bovenste.
Draai de waterkraan dicht.
Bovenste korf
Vaatrekken:
• Horizontale positie: kopjes
en glazen met voet.
• Verticale positie: borden.
Onderste korf
Bestekkorf (A):
• De bestekkorf kan naar wens
worden geplaatst of weggehaald
om ruimte te winnen.
• Als het aanwezig is, wordt het
middelste vak aanbevolen voor
theelepels.
Bordenrekken (B) (indien
aanwezig):
Gebruiksinstructies van de afwasmachine
Lees de gebruiksinstructies aandachtig door.
Bovenste en onderste korf
Tips en adviezen
• Zet het vaatwerk zo neer dat het elkaar
niet raakt. Zet grote vaat in de onderste
korf en kleinere vaat in de bovenste korf.
• Zet de kopjes schuin, zodat het water
kan wegvloeien.
• Over het algemeen moet de bestek
met de handgrepen naar beneden
worden geplaatst, maar scherpe
messen en vorken, die verwondingen
zouden kunnen veroorzaken, moeten
met het handvat omhoog in de
bestekkorf worden gezet.
• Controleer of de waterstraal al het
vaatwerk bereikt en of de sproeiarmen
ongehinderd kunnen draaien.
Belangrijk
• Doe afwasmiddel in het bakje en
controleer het niveau van het zout en
het spoelglansmiddel.
• Gebruik het apparaat niet voor
artikelen die niet geschikt zijn om te
worden gewassen in een
afwasmachine, zoals: houten
voorwerpen, aluminium, plastic
kookgerei, handgedecoreerd servies
(niet geglazuurd), zilveren bestek.
• Er mag geen vloeibaar vet (zoals bijv.
frituurolie) of kaarsvet in de
afwasmachine terechtkomen.
• Als er regenereerzout moet worden
toegevoegd, moet
onmiddellijk
daarna
een afwasprogramma worden gestart
om eventuele zoutresten te elimineren
(alleen spoelen is niet voldoende).
• Soms kan het gebeuren dat, hoewel
het bakje gevuld is met
regenereerzout, het corresponderende
lampje (indien aanwezig) gaat branden
tijdens het eerste afwasprogramma na
het bijvullen met zout.
• Controleer voordat u een
afwasprogramma start of de
sproeiarmen ongehinderd kunnen
draaien, en niet worden geblokkeerd
door vaat of bestek.
• Schakel de afwasmachine pas uit
nadat de keuzeknop teruggekomen is
in de startpositie. Als de afwasmachine
wordt uitgeschakeld tijdens een
afwasprogramma, hervat zij bij
herinschakeling het afwasprogramma
op het punt waarop het werd
afgebroken
Mocht de machine storingen in de werking
vertonen, dan wordt u verzocht de
volgende punten na te gaan alvorens
contact op te nemen met de
Servicedienst:
De vaatwasmachine functioneert niet:
• Zit de stekker wel goed in het
stopcontact?
• Is de stroom uitgevallen?
• Staat de afwasmachine aan?
• Is de waterkraan opengedraaid?
• Wordt de waterstroom gehinderd door
vuil? Draai in dat geval de waterkraan
dicht, maak de waterslang los en maak
het filter schoon. Sluit de waterslang
vervolgens weer aan op de kraan en draai
deze weer open.
• Zitten de filters verstopt? (Zie het
hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”
in de gebruiksinstructies).
• Zit de deur goed dicht?
De vaat is niet perfect schoon:
• Was het vaatwerk goed geladen?
• De vaat moet naar beneden gericht
worden geladen; zorg er vooral bij groot
vaatwerk voor dat het water onmiddellijk
weg kan lopen, zonder in het vaatwerk te
blijven staan.
• De watersproeiers moeten het hele
oppervlak van alle voorwerpen
besproeien.
• Controleer of het vaatwerk en het bestek
op de goede manier zijn geladen.
• Is er een verkeerd programma gekozen?
• Heeft u misschien te weinig of te veel
afwasmiddel gebruikt? (afwasmiddelen
van slechte kwaliteit resulteren in slechte
afwasresultaten).
• Zitten de filters verstopt of zijn ze niet goed
gemonteerd? (Zie het hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud” in de gebruiksinstructies).
• Zitten de sproeiarmen geblokkeerd of zijn
de openingen ervan verstopt? (Zie het
hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud” in de
gebruiksinstructies).
• Is het deksel van het zoutreservoir
(wateronthardingssysteem) omlaag
geschroefd?
Vaatwerk met strepen:
• Is de zoutdispenser in orde?
(Zie “Het vullen van het zoutbakje”
in de gebruiksinstructies).
• Is het zoutbakje leeg? (Zie “Het vullen van
het zoutbakje” in de gebruiksinstructies).
• Is er te weinig afwasmiddel gebruikt?
(Zie “Afwasmiddel toevoegen” in de
gebruiksinstructies).
Strepen op glazen en bestek:
• Is er teveel spoelglansmiddel gebruikt?
(Zie “Spoelglansmiddel toevoegen” in de
gebruiksinstructies).
Als de storing na bovenstaande
controles nog steeds aanhoudt of
opnieuw verschijnt, moet het apparaat
uitgeschakeld worden en de waterkraan
worden dichtgedraaid. Bel vervolgens
onze Klantenservice (zie garantie).
Vermeld:
• De aard van de storing.
• Het type en model afwasmachine.
• De servicecode (het nummer na het
woord Service op het zelfklevende
typeplaatje) rechts aan de binnenkant
van de deur.
• Uw volledige adres en
telefoonnummer.
KLANTENSERVICE
Het opsporen van storingen
Lees de gebruiksinstructies aandachtig door.
ONDERSTE KORF
Belading
Laadvermogen:
(volgens de Internationale normen
EN 50242-DIN 44990-IEC 436)
Afwasmiddel:
(volgens de norm EN 50242)
Testprogramma:
Bovenste en onderste korf (normale belading)
12 instellingen (borden en serveerborden)
Type B: 25 g (Eco 65° C programme)
Eco 65° C
BOVENSTE KORF Informatie van het Keuringsinstituut
Instructies voor het laden van de vaatwasmachine
Afhankelijk van het model kunnen de eigenschappen van de korven verschillen (zie beschrijving “Bovenste en onderste korf).
-
1
-
2
-
3
-
4
