3
NL
4. DE WASMACHINE INSCHAKELEN
• De Aan/Uit toets indrukken totdat de programmatoets gaat
branden. Er wordt een animatie weergegeven en er is een
geluid. Daarna is de wasmachine bedrijfsklaar.
5. HET GEWENSTE PROGRAMMA INSTELLEN
GELEIDE MODUS het lampje van de toets geleidt u door het instellen
van uw programma, in de volgende volgorde: keuze van programma /
temperatuur / centrifugeersnelheid / opties. Zodra u een keuze bevestigt
door op de knop te drukken, springt het lampje van de toets naar de
volgende stap.
• Keuze van het programma:
Zorg ervoor dat de programmatoets brandt. Selecteer het
gewenste programma door aan de knop te draaien.
Op het display verschijnt naam en duur van het programma.
Bevestig het gewenste programma door het indrukken van de knop. Na
een aantal seconden wordt de maximale mogelijke belading wasgoed
voor het geselecteerde programma aangegeven.
• Wijzig de temperatuur, indien nodig
Wanneer u de op de temperatuurtoets aangegeven temperatuur
wilt wijzigen, zorg er dan voor dat de temperatuurtoets brandt.
Draai de knop om de gewenste temperatuur te selecteren en de
knop indrukken om te bevestigen.
• De centrifugeersnelheid wijzigen, indien nodig
Wanneer u de op de centrifugeertoets aangegeven
centrifugeersnelheid wilt wijzigen, zorg er dan voor dat de
centrifugeertoets brandt.
Draai de knop om de gewenste centrifugeersnelheid of
spoelstop te selecteren, daarna de knop indrukken om te bevestigen.
• Selecteer opties, indien nodig
Zorg ervoor dat de optietoets brandt. De opties die voor uw
programma geselecteerd kunnen worden staan aangegeven met
verlichte pijlen.
Selecteer de gewenste opties door aan de knop te draaien. Het symbool
voor de geselecteerde optie knippert. Druk op de knop om te
bevestigen.
Een aantal opties / functies kunnen worden geselecteerd door
rechtstreeks op de toets te drukken:
Raadpleeg de paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN voor meer
informatie.
INDIVIDUELE MODUS
Nadat u de wasmachine heeft ingeschakeld bent u niet gedwongen de
BEGELEIDE MODUS te volgen.
Het is aan u om de volgorde te kiezen waarin u het programma instelt.
Voor een instelling eerst de betreende toets indrukken, daarna voor de
keuze de knop draaien, en tenslotte op de knop drukken voor
bevestiging.
Het bereik van temperatuur, centrifugeersnelheid en opties is afhankelijk
van het geselecteerde programma. Daarom is het raadzaam om te
beginnen met het selecteren van het programma.
6. WASMIDDEL TOEVOEGEN
• Wanneer u niet gebruik maakt van de functie "Doseerhulp",
het wasmiddeldoseerbakje uitlichten en nu wasmiddel (en
nabehandelingsproducten/wasverzachter) toevoegen, zoals
staat aangegeven in de paragraaf WASMIDDELDOSEERBAKJE.
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel. Wanneer u
VOORWAS of KLAAR IN hebt geselecteerd, volg dan de aanwijzingen in
de paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN. Daarna het
wasmiddeldoseerbakje zorgvuldig sluiten.
• Als u gebruik maakt van de functie "Doseerhulp",het wasmiddel later
toevoegen, nadat u het programma hebt gestart. Raadpleeg de
paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN.
• Wanneer er eenmaal wasmiddel/nabehandelingsproducten zijn
toegevoegd het wasmiddeldoseerbakje niet meer openen, om
overstromingen te voorkomen.
7. PROGRAMMA STARTEN
• "Start/Pauze" indrukken en ingedrukt houden, totdat de toets
ononderbroken brandt; het programma wordt gestart.
• Als u 'Doseerhulp' heeft geselecteerd geeft de wasmachine u de
aanbevolen hoeveelheid wasmiddel voor uw lading was aan, nadat het
programma is gestart. Volg de aanwijzingen zoals aangegeven in de
paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN/Doseerhulp.
8. EEN PROGRAMMA IN UITVOERING WIJZIGEN, INDIEN NODIG
U kunt de instellingen nog steeds wijzigen terwijl een programma wordt
uitgevoerd. De wijzigingen zullen worden toegepast, mits de betreende
programmafase nog niet voltooid is.
• De betreende toets indrukken (bijvoorbeeld de "Centrifugeersnelheid"
toets om de centrifugeersnelheid te veranderen). De waarde knippert
een aantal seconden.
• Terwijl het knippert kunt u de instelling aanpassen door aan de knop te
draaien. Als de waarde niet meer knippert nogmaals de toets
indrukken.
• Druk op de knop om de aanpassing te bevestigen. Als u het niet
bevestigt wordt de aanpassing automatisch bevestigd - de gewijzigde
instelling stopt met knipperen
Het programma gaat automatisch verder. Om de instellingen van een
programma in uitvoering te wijzigen kunt u ook:
• Druk op "Start/Pauze" om het programma in uitvoering te onderbreken
• Uw Instellingen wijzigen
• Druk opnieuw op "Start/Pauze" om het programma te vervolgen.
9. ONDERBREEK EEN PROGRAMMA IN UITVOERING EN
OPEN DE DEUR OPEN, INDIEN GEWENST
• "Start/Pauze" indrukken en ingedrukt houden om een
programma in uitvoering te onderbreken.
• Mits het waterpeil niet te hoog is, of het wasgoed niet te warm, zal het
indicatorlampje voor de deur branden. U kunt de deur bijvoorbeeld
openen om was toe te voegen/er uit te halen.
• Sluit de deur weer en druk op "Start/Pauze" om het
programma te vervolgen.
10. EEN PROGRAMMA IN UITVOERING RESETTEN, INDIEN
NODIG
• De "Aan/Uit" toets ingedrukt houden totdat het display geeft
aan dat het programma is gewist.
Het water wordt afgetapt, het programma eindigt en de deur
wordt ontgrendeld.
11. DE WASMACHINE UITSCHAKELEN NADAT HET
PROGRAMMA IS BEËINDIGD
• Het display geeft aan dat de cyclus is voltooid, en het
indicatorlampje voor "Deur geopend" brandt- u kunt uw was
er uit halen
• "Aan/Uit" indrukken om de wasmachine uit te schakelen. Wanneer u de
machine niet uitschakelt wordt, ongeveer een kwartier nadat het
programma is beëindigd, de wasmachine automatisch uitgeschakeld,
om energie te besparen.
• De deur open laten staan, zodat de binnenkant van de wasmachine kan
drogen.