T8. INDICATOR VAN FILTERVERZADIGING
De kap signaleert regelmatig de behoefte om de lter te onderhouden.
Let op: De indicators functioneren alleen wanneer de kap aangezet is.
T8-toets brandt: Voer onderhoud uit aan de vetlter.
T8-toets knippert: Voer onderhoud uit aan de actieve koolstolter.
De indicatoren van lterverzadiging resetten:
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als de kap ingeschakeld is.
Houd de toets T8 ingedrukt.
De indicator van de verzadiging van de actieve-koolstolter
activeren
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als de afzuigmotor uitgeschakeld is.
Deze indicator is gewoonlijk uitgeschakeld – houd de toetsen T1 en
T9 tegelijkertijd ingedrukt om de functie in te schakelen: De toetsen
lichten op om de inschakeling aan te geven.
Om de functie uit te schakelen drukt u opnieuw op dezelfde toetsen
(T1 en T9): De toetsen knipperen even en gaan vervolgens uit om de
uitschakeling aan te geven.
T9. "DAILY AIR SENSE"GEBRUIKSMODUS ON/OFF
De kap verhoogt de afzuigsnelheid (vermogen) automatisch tot 1
als de sensor in de kap voelt dat de omgevingsomstandigheden dit
vereisen.
Als de afzuigsnelheid niet wordt veranderd door de gedetecteerde
omgevingsomstandigheden, wordt de kap na twee uren
uitgeschakeld.
De kap wordt in ieder geval na vijf uren gebruik uitgeschakeld,
onafhankelijk van de werkingswijze.
Let op: Om er zeker van te zijn dat deze functie correct wordt gebruikt,
configureert u eerst de parameters voor de automatische werkwijze
volgens de uitleg in het betreffende deel.
T10. "INTENSIVE AIR SENSE"GEBRUIKSMODUS ON/OFF
De kap verhoogt de afzuigsnelheid (vermogen) automatisch tot 5
als de sensor in de kap voelt dat de omgevingsomstandigheden dit
vereisen.
Als de afzuigsnelheid niet wordt veranderd door de gedetecteerde
omgevingsomstandigheden, wordt de kap na twee uren
uitgeschakeld.
De kap wordt in ieder geval na vijf uren gebruik uitgeschakeld,
onafhankelijk van de werkingswijze.
Let op: Om er zeker van te zijn dat deze functie correct wordt gebruikt,
configureert u eerst de parameters voor de automatische werkwijze
volgens de uitleg in het betreffende deel.
T11. “FUNCTIE ANTICONDENS” ON/OFF
De functie anticondens voorkomt dat er condens ontstaat op het
oppervlak van de kap. Activeer indien nodig.
De "functie anticondens" IN/UIT schakelen: Druk, wanneer de motor
aanstaat, op de toets T11 om de functie in of uit te schakelen.
Let op: De kap heeft de laatste instelling opgeslagen die u heeft
uitgevoerd alvorens de kap uit te schakelen en zal die opnieuw gebruiken
wanneer u de kap opnieuw inschakelt.
Let op: Zelfs wanneer deze functie nooit geactiveerd wordt, moet
periodiek onderhoud van het condensreservoir toch uitgevoerd
worden zoals aangegeven in het deel "Onderhoud - Reiniging -
Onderhoud condensreservoir".
DE PARAMETERS VOOR DE AUTOMATISCHE MODUS
CONFIGUREREN
Om er zeker van te zijn dat de automatische modus correct wordt
gebruikt, dient u de kap te kalibreren en het kookplaattype te
selecteren (zie verder).
De kap kalibreren
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als het apparaat in stand-by staat,
d.w.z. een minuut na de uitschakeling van de motor.
Houd de toets T4 vijf seconden lang ingedrukt.
De afzuigsnelheid (vermogen) 1 wordt ingeschakeld en de toets T4
gaat knipperen om aan te geven dat de kapkalibratie gestart is (dat
duurt ongeveer 15 minuten).
Let op: Om de kalibratieprocedure te stoppen houdt u de toets T4 vijf
seconden lang ingedrukt. De kalibratie wordt dan ongeldig gemaakt en
moet bijgevolg herhaald worden.
Let op: De kalibratie wordt automatisch uitgevoerd wanneer de
stroomtoevoer naar het product de eerste maal wordt aangezet. T4 gaat
knipperen. Wacht 15 minuten tot de kalibratie helemaal uitgevoerd is.
Het kookplaattype selecteren
Let op: Dit moet uitgevoerd worden als het apparaat in stand-by staat,
d.w.z. een minuut na de uitschakeling van de motor.
Houd de toetsen T9 en T10 vijf seconden lang ingedrukt.
De toetsen T9 en T10 lichten op.
Als u gas gebruikt om de kookplaat te doen functioneren, drukt u op
de toets T9 – de toets knippert om aan te geven dat het geselecteerd
werd.
Als u elektriciteit gebruikt om de kookplaat te doen functioneren,
drukt u op de toets T10 – de toets knippert om aan te geven dat het
geselecteerd werd.
Na het indrukken knippert de toets drie seconden om aan te geven dat
uw selectie werd opgeslagen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte (cm) Breedte (cm) Diepte (cm) Ø van uitlaatbuis (cm)
105 -148.6 89.8 36.9 15 - 12.5 - 12
REINIGEN EN ONDERHOUD
REINIGEN
• Gebruik geen stoomreinigers.
• Koppel het apparaat los van het stroomnet.
Belangrijk: gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen. Als een
dergelijk product per ongeluk in contact komt met het apparaat, verwijder het
dan onmiddellijk met een vochtig doekje. Gebruik geen alcohol.
• Reinig de oppervlakken met een vochtige doek. Als de buitenkant zeer vuil
is, voeg dan een paar druppels afwasmiddel toe aan het water. Droog af
met een droge doek.
Belangrijk: gebruik geen schuursponsjes, sponsjes van staalwol of metalen
schrapers. Met verloop van tijd kunnen deze de oppervlakken in email
beschadigen.
• Gebruik reinigingsproducten die speciaal bedoeld zijn voor het reinigen
van dit apparaat en volg de instructies van de fabrikant op.
Belangrijk: Reinig de lters minstens een keer per maand om sporen van olie en
vet te verwijderen.
ONDERHOUD VAN DE VETFILTERS
Het moet eens per maand (of – indien van toepassing – wanneer de led voor
verzadiging van het lter brandt) worden gereinigd met een niet-agressief
schoonmaakmiddel. Dit kan met de hand of met een vaatwasser, waarbij deze
op een lage temperatuur en een kort programma moet worden ingesteld.
Als het vetlter in de vaatwasser wordt schoongemaakt, kan het enigszins
verkleuren, maar dit is niet van invloed op de ltercapaciteit.
Open het afzuigpaneel (draai naar boven toe).
Let op: Het is niet nodig het paneel volledig te verwijderen.
Trek aan de hendel om de lter te verwijderen.
Eens de lter gewassen en gedroogd is, ga in omgekeerde volgorde te werk om
hem terug te plaatsen.