AEG SANTO2992-4I Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
SANTO 2992-4i
no-frost
CombinŽ rŽfrigŽrateur-congŽlateur
intŽgrable
Integreerbare dubbeldeurs-koelauto-
maat
Combinazione integrabile frigorifero-
congelatore
Mode dÕemploi et instructions de montage
Gebruiks-en montage-aanwijzing
Idtruzioni dÕuso ed incassabilitˆ
24
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw
nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke infor-
matie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het
onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan even-
tuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op
aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-
mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...".
Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze
klantendienst u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
25
Inhoud
Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . 28
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Nismaten . . . ................................ ........ 31
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . ............. 31
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . 34
Snelvriezenknop . . . . . . . . . . . . ... ......................
35
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...........36
Legvlakken . . . . ......................................36
Deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ......... 36
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Koude-accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .......... 38
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender. . . . . . . . 39
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Apparaat uitzetten . . . . . . ............................. 40
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .........42
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...... 42
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..... 44
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........... 45
26
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met
de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
¥ Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor
andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen
verantwoording nemen voor eventuele schaden.
¥ Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aan-
brengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
¥ Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan
voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-
middelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijn-
de wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik geno-
men wordt
¥ Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
¥ Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
¥ Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
Ð open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
Ð het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
¥ Verpakkingsdelen (bijv. foli‘n, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
¥ Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
27
het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel
aanwezige snapÐ of grendelsloten verwijderen of kapotmaken.
Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat
opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situa-
ties terecht komen.
¥ Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodi-
ge toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
¥ Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
¥ Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest Ð bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explo-
deren! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in
het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol
percentage kan in het vriesvak gelegd worden.
¥ Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvrie-
zen en verwondingen veroorzaken.
¥ Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
¥ Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers
etc.) in het koelapparaat gebruiken.
¥ Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen
c.q. er uit draaien.
¥ De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
¥ Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-
aanwijzing kijken onder ÒWat te doen als ...Ó. Als de daar gegeven
aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat
werken.
¥ Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepa-
reerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren
ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze
klantendienst.
28
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-
den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de
zakken binnenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld
te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het
apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere leven-
sgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
¥ Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
¥ Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
¥ Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
¥ Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine
verwijderd worden.
29
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
Ð niet aan directe straling van de zon blootstellen;
Ð niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen
plaatsen;
Ð alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorie‘n staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje
dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 ¡C
N +16 tot +32 ¡C
ST +18 tot +38 ¡C
T +18 tot +43 ¡C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
Ð tot elektrische kachels 3 cm;
Ð tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-iso-
latieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat
staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat
zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
30
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie zodanig zijn als aangege-
ven in Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de venti-
latie openingen tijdens gebruik
niet woden afgedekt.
50 mm
min.
cm
2
200
200 cm
2
min.
D567
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd)
naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het
apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker
uit het stopcontact halen.
P
P1
P1
P
C
D
C
B
A
D337
D
Naar rechts draaiend
ÇPÈ en ÇP1È verwijderen.
Naar links draaiend
1. ÇPÈ aan beide kanten verwijderen; deur verwijderen.
2. (A) aan de linker en (B-C-D) aan de rechter kant verwijderen en
omgekeerd weer monteren.
3. Deur plaatsen; ÇPÈ aan de linker kant monteren. ÇP1Èaan de rechter
kant verwijderen.
31
Nismaten
Hoogte 1780 mm
Breedte 560 mm
Diepte 550 mm
A
D023
D265
A
Schuif het apparaat in de nis tot de
scharnierlijst (A) met de voorkant
van het plafond aanlijnt.
Indien, na plaatsing, een kier aan
de bovenkant ontstaat, schuif dan
het daarvoor bestemde afdekprofiel
over de aanslaglijst (A).
D
C
D723
Open de deur en druk het appa-
raat tegen de zijwand van de nis,
aan de kant waar de scharnieren
niet zitten. Bevestig het apparaat
aan de nis met de vier meegele-
verde schroeven. Bevestig het
ventilatierooster (C). Breng, onder
lichte druk, het dekseltje (D) aan.
Aanwijzingen voor de ge•ntegreerde inbouw
32
D724
D726
B
Breng, onder lichte druk, de voeg-
afdichting tussen apparaat en
niswand aan.
Breng de afdichtstopsels (B) in de
gaten in de deklijsten aan.
PR33
20mm
A
Zet de geleiders (A) op de binnen-
deur van het meubel, bovenaan en
beneden, en teken de punten van
de buitengaatjes. Schroef daarna
de geleiders vast op de meubel-
deur d.m.v. schroeven van 3,5x16
mm.
33
8mm
PR34
Open de deur van het apparaat en
die van het meubel zodat ze een
hoek van ongeveer 90¡ vormen.
Plaats de winkelhaken boven de
geleiders. Houd de deur van het
apparaat en die van het meubel
samen en teken de punten van de
gaatjes.
PR35
Verwijder de winkelhaken en boor
de gaatjes van 2 mm ¯. Plaats de
winkelhaken weer boven de gelei-
ders en schroef ze vast d.m.v. de
meegeleverde schroeven (3,5x16
mm). Indien een aanpassing van
de meubeldeur noodzakelijk is,
gebruik dan de sleufgaten. Nadat
u die werkzaamheden verricht
hebt, is het noodzakelijk te contro-
leren of de deur van de kast goed
sluit.
D735
E
E
Het apparaat is van twee bevesti-
gingsstrippen (E) voorzien. Daar-
mee kan het apparaat zijdelings
aan de keukenkast bevestigd wor-
den.
34
In gebruik nemen en temperatuurregeling
¥ U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaar-
de. Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting inge-
schakeld. De draaiknop voor de temperatuurkeuze bevindt zich
rechts in de koelruimte.
Stand ã0Ò betekent: uit.
Stand ã1Ò betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand ã6Ò betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
Voor ingebruikname
¥ Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken
voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk ÒReiniging en onderhoudÓ).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften ge•n-
stalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden ge•nstalleerd, dat de steker
altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Amp•re te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-
kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zor-
gen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv.
zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met
een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
¥ Voor ingebruikneming op het merkÐ en typeÐaanduidingsplaatje van
het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-
eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het
apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
35
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden.
Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u
stand ã6Ò kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet
beneden 0¡C komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand ã3Ò
of ã4Ò terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude
instelling van de temperatuurregelaar (stand Ò5Ó tot Ò6Ó) kunnen er
voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand
Ò3Ó tot Ò4Ó). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint
het ontdooien weer automatisch.
Temperatuurregeling bij een omgeving-
stemperatuur beneden +16¡C
Indien de temperatuur in het
vertrek waarin zich het appa-
raat bevindt onder +16¡C
daalt, dient u de klimaat-
schakelaar in te drukken. Het
rode controlelampje licht op.
D710
A
B
36
Het verplaatsen van deurvakken
¥ De ruimte tussen deurvakken
kan naar behoefte aangepast
worden. Ga daartoe als volgt
te werk: Trek het vak geleide-
lijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat
het loskomt. Verplaats daarna
het vak naar de gewenste
hoogte.
D006
Interieur
Legvlakken
¥ Afhankelijk van model en
uitrusting zijn legvlakken van
glas, kunststof of roosters
meegeleverd.
¥ Een legvlak in de onderste
geleiders boven de groente-
en fruitbak schuiven en ook
liggen. De legvlakken kunnen
in hoogte versteld worden:
¥ Daartoe het legvlak zo ver
naar voren trekken tot het
naar boven en naar beneden
bewogen kan worden en er
uit gehaald kan worden.
¥ Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoe-
ren.
¥ De voorste helft van het VARIO-legvlak onder de achterste helft
schuiven. Daardoor wordt ruimte gewonnen om op de daaronder
liggende plank grote artikelen te plaatsen.
D338
37
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de vol-
gende eenvoudige regels in acht te nemen:
¥ Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
¥ dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
¥ plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven
de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan ŽŽn of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op
elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen,
in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of
knoflook niet in de koelkast.
Invriezen en diepgevroren opslaan
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
¥ Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte Ð18 ¡C of lager te zijn.
¥ Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-
vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24
uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen
achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de
hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter,
als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
¥ Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm-
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
¥ Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
38
¥ Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei-
den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
¥ Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navul-
lingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
¥ Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen sprin-
gen als de inhoud bevriest Ð bij koolzuurhoudende inhoud zelfs
exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne
etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog
alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
¥ Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat
ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op
andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
Om veiligheidsredenen moet u alle laden niet verwijderen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen
levensmiddelen in de midde lade van het apparaat plaatsen. Niet-
bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevro-
ren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
2. Voor het inriezen dient u 24 uur voor het inbrengen van de levens-
middlen de klimaatschakelaar in te schakelen. Het lampje licht op.
3. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Opsteekruitertjes voor de laden worden meegeleverd. Om de inhoud
van de diverse laden te markeren de ruitertjes boven de betreffende
symbolen steken (zie hoofdstuk ÒSymbolen bewaarde producten/Diep-
vrieskalenderÓ).Daardoor heeft U een beter overzicht, wordt het lang
openen van de deur voorkomen en wordt stroom bespaard.
Koude-accu
In ŽŽn van de laden van de vriesruimte bevindt zich een koude-accu.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengt de
koude-accu de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met
meerdere uren. De koude-accu kan dit echter alleen optimaal doen
als ze in de bovenste la vooraan boven op de diepvriesartikelen
gelegd wordt. De koude-accu kan tijdelijk ook als koelelement voor
koeltassen gebruikt worden.
39
Het maken van ijsblokjes
1. Ljsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en
laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder
stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met
spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde
ijsschraper.
Symbolen bewaarde producten/Diep-
vrieskalender
¥ De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriespro-
ducten aan.
¥ De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd
in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aan-
gegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levens-
middelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor
levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste
waarde.
¥ Door de meegeleverde schuifjes op de laden te steken kan aange-
geven worden welke levensmiddelen in welk vak opgeslagen lig-
gen.
Ontdooiing van het toestel
Koelruimte
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer dat
de compressor stopt.
Het dooiwater van koel- en vriesruimte wordt opgevangen in een
bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat boven de com-
pressor bevindt. Hier verdampt het water. Wij raden u aan het gaatje
in het afvoerkanaal regelmatig schoon te maken, teneinde te voorko-
men dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik voor
het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.
Vriesruimte
De ontdooiing van de vriesruimte heeft automatisch plaats.
40
Reiniging en onderhoud
Om hygi‘nische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
¥ Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoon-
maken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of
schakel c.q. draai de zekering er uit.
¥ Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor
schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
¥ Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
¥ Etherische oli‘n en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
Ð Sap van citroenÐ of sinaasappelschillen;
Ð boterzuur;
Ð schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderde-
len.
¥ Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. KoelÐ en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meer-
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand Ò0Ó
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand Ò0Ó
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk ÒReini-
ging en onderhoudÓ).
41
dere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leg-
gen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk ÒOnt-
dooienÓ).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoon-
maken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwater-afvoergat aan
de achterwand van de koel-
ruimte controleren. Een ver-
stopt dooiwaterafvoergat met
behulp van het groene stopje
dat met het toestel is meegele-
verd schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levens-
middelen er weer in doen en
het apparaat weer in bedrijf
nemen.
Tips om energie te besparen
¥ Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
¥ Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
¥ Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
¥ Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
¥ De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
¥ Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruim-
te gebruikt.
42
De levensmiddelen zijn te
warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk ÒIngebruikna-
meÓ.
Lamp is kapot. Zie hoofdstuk ÒLamp verwis-
selenÓ.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Zie hoofdstuk ÒOpstel-
plaatsÓ.
In de laatste 24 uur zijn gro-
tere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Stekker in stopcontact
steken.
Zekering is los of kapot. Zekering controleren,even-
tueel vernieuwen
Stopcontact is kapot. Storingen in het lichtnet
door Uw elektrovakman
laten verhelpen.
Apparaat koelt te sterk. Temperatuur is te laag inge-
steld.
Temperatuurregelaar tij-
delijk op een hogere stand
zetten.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de
hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen
verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete
gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige repara-
ties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij
reparatie tot onze klantendienst.
¥ Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
43
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even-
tueel na het verwisselen van
de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig
met een fšhn¨ verwarmen
(niet heter dan ca. 50 ¡C).
Tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting met de hand
zo in vorm trekken dat hij
weer helemaal sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel van
het apparaat aan of tegen
de muur.
De compressor start na eni-
ge tijd automatisch.
Zie hoofdstuk ÒReiniging en
onderhoudÓ.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
Na het wijzigen van de tem-
peratuurinstelling start de
compressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de leg-
vlakken.
Ontdooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Stelvoetjes bijstellen.
44
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V,
max. 15 W
1. Om het apparaat uit te zetten
de temperatuurregelaar op
stand ã0" draaien.
2. Stekker uit het stopcontact
trekken.
3. Voor het verwisselen van de
lamp de schroef die de
afdekking van het lampje
bevestigt, eruit draaien.
4. Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
5. Defecte lamp verwisselen.
6. De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
7. De koelkast aanzetten.
D411
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangen tel. 0172 - 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie) fax 0172 - 468 155
Storingen / reparaties tel. 0172 - 468 268
(voor bezoek servicetechnicus) fax 0172 - 468 255
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel
bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze
gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding ....................
PNC-nr. ....................
S-nr. ....................
45
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-
achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist
zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG),
volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij
koude-installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-
eniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op
dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
Ð 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
Ð 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts ŽŽn maal thuis te blijven.
Als u toch voor ŽŽn van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheids-
bepalingen.
Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risicoÕs voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG
service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG
geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaar-
den die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging
Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland)
zijn overeengekomen.
AEG HausgerŠte GmbH
Postfach 1036
D-90327 NŸrnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
2222 202-82
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

AEG SANTO2992-4I Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding