Electrolux EW1552F Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

WASCHAUTOMAT
LAVE-LINGE
GEBRAUCHSANWEISUNG
NOTICE D'UTILISATION
GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTION BOOKLET
MANUAL DE USO
EW 1454 F - EW 1552 F
124890790
D
F
E
NL
WASAUTOMAAT
WASHING MACHINE
LAVADORA
GB
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
53
NEDERLAND
S
Deze nieuwe wasmachine is voorzien van het
Direct Spray wassysteem, met Electrolux patent,
en voldoet aan alle eisen voor een moderne
behandeling van uw wasgoed, met besparing
van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop
gewassen want de verbruikswaarden worden
automatisch aan de hoeveelheid en het type
wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren
steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de
wastijd langer geworden. U zult echter merken
dat het wasresultaat optimaal is.
De programmakeuzeknop zorgt voor een
eenvoudig gebruik van de wasmachine;
hiermee worden zowel de programmafuncties
als de temperatuur gekozen.
De programmaverklikker geeft informatie
over het programma dat afgewerkt wordt.
Dankzij de Fuzzy Logic techniek wordt de
tijdsduur van de katoenwas automatisch
berekend aan de hand van het gewicht van
het wasgoed.
Het speciale wolprogramma wast uw
wolwas, dankzij de heel voorzichtige
trommelbeweging, veilig en zonder krimpen.
De onbalans beveiliging zorgt voor een
goede stabiliteit van de machine tijdens het
centrifugeren.
De automatische sopafkoeling op 60°C in
het kookwas-programma voor het
afpompen voorkomt dat kunststof
afvoebuizen vervormen.
Tips voor zuinig wassen
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen
wasmiddel en water in vergelijking met een
programma met voorwas.
U wast het zuinigst met een volle trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Kies voor normaal vuile was het
“energiespaar-programma” en voor licht vuile
was het korte programma.
Milieubescherming
Afdanken van de verpakking
Alle met dit symbool gemerkte materialen
zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder
bezwaar bij het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container
voor oud papier te deponeren.
Afdanken van het apparaat
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting
van het weghalen of wegbrengen zolang
terzijde zet, onbruikbaar. Knip het netsnoer
eraf en verwijder de deursluiting. Informeer
bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen,
teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat
zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
i
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie voor de gebruiksveiligheid van uw machine. Het
niet in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de
beste prestaties van de machine kunt verkrijgen.
Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
Wij maken gebruik van kringlooppapier.
INHOUD
54
Waarschuwingen 55
Beschrijving van de machine 56
Wasmiddellade 56
Installatie 57
Transportbeveiliging 57
Plaatsen 57
Watertoevoer 58
Waterafvoer 58
Elektrische aansluiting 59
Technische gegevens 60
Gebruik 61
Bedieningspaneel 61
Beschrijving van
de bedieningselementen 62-65
Adviezen en tips voor het wassen 66
Was niet te lang opsparen 66
Sorteren 66
Temperaturen 66
Hoeveel wasgoed in de trommel? 66
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 66
Welke wasmiddelen gebruiken? 67
Traditionele poeder-wasmiddelen 67
Vloeibare wasmiddelen 67
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 68
Wasverzachter 68
Waterontharder 68
Volgorde van handelingen 69-70
Textielbehandelingssymbolen 71
Adviesprogramma’s 72-73
Onderhoud 74
Machine ontkalken 74
De buitenkant 74
De wasmiddellade 74
Het toevoerfilter 75
Het afvoerfilter 75
Waterafvoer in noodgevallen 75
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
76
Eenvoudige storingen 77-78
WAARSCHUWINGEN
55
NEDERLAND
S
Indien u tijdens de aflevering een schade aan
het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit
dan, vóór u het apparaat installeert en/of in
gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk
om kinderen het apparaat te laten bedienen
of als speelgoed te laten gebruiken.
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het
gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit
de buurt van het apparaat zolang het in
werking is.
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het
gevolg zijn van het niet of niet
geheel
verwijderen van de transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten
behoeve van de installatie van dit apparaat mag
uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was geen artikelen in de wasautomaat die
hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om
voortijds vlekken te verwijderen, dan moet
met het wassen in de wasautomaat gewacht
worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes,
ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke
kleine artikelen kunnen tussen de trommel en
de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk
in de wasautomaat doet, de borst- en
broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn
gesloten en eventueel loshangende knopen
verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was
geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-,
roest-
en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in
de wasautomaat.
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden,
naalden, spijkers, schroeven en andere harde
of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent,
altijd eerst of het water weggepompt is. Indien
dat niet het geval is, laat de machine dan
eerst het water afpompen. Raadpleeg in
twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de
trommel van de wasautomaat (voorlader) te
kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan
eerst en sluit daarna pas de vuldeur.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt
het ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de
stroomtoevoer af door, afhankelijk van de
wijze van installatie, de steker uit het
stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Service - Reparaties
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties
welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of
letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP
SERVICE.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
56
01Wasmiddellade
02Programmakaart
03Keuzeschakelaar
04Functietoetsen
05Controlelampje “deurvergrendeling”
06Deuropener
07Programmakeuzeknop
08Controlelampje “lichtnet”
09Indicatie van het programmaverloop
10Afvoerfilter
11Verstelbare voetjes
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
1345789
26
10
11
P0875
INSTALLATIE
57
NEDERLAND
S
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren;
in geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef
aan de achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n
achterkant; zodanig dat de slangen niet
kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de
onderkant van de machine en het plakband
waarmee de 2 plastic zakken aan de voorkant
van het apparaat bevestigd zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit
de machine, terwijl hij naar het midden van
de machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de
machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2
overige schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit
de gaten waar de schroeven in zaten.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de
meegeleverde stopsels. U vindt deze
stopsels op de achterkant van de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer.
Laat een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over tenminste
twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet
aan alle kanten enkele centimeters buiten de
machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping
geplaatst wordt, neem dan zodanige
maatregelen dat bij een eventuele lekkage het
water niet naar de verdieping eronder kan
lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur
of andere keukenmeubels kan leunen.
P0255
P0234
P0233
2
1
P0256
P0020
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor
u de machine in gebruik neemt.
58
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de
elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik
van de machineslangen en het aansluitsnoer
bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u
uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of
het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de
verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt
staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht
vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine
op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat:
ook dat is zeer belangrijk. Draai, na het
waterpas stellen, de contramoeren van alle vier
de voetjes stevig tegen de machinebodem.
Gebruik hiervoor een schroevendraaier.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op
de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden.
Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan
niet laten verplaatsen, koop dan een langere,
complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit
doel gemaakt is.
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstop-
systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke
veroudering, de binnenslang lek raken, dan
blokkeert het systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze storing kunt u zien aan
een rode sektor in het venstertje «A».
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n
geheel tegen een nieuwe.
P0021
P0351
P0254
P0509
A
P0352
59
NEDERLAND
S
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en steker met randaarde.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien
het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur
dan of een langer snoer aan de machine
monteren of het stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of
kabelhaspel is niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande
veiligheidsvoorschriften.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt
u op drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan
de kraan of aan een haak in de muur op te
hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter)
zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich
op tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp
van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan
60 cm en niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht
zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van
de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter
van het slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant
over de vloer en laat u pas bij de
afvoermogelijkheid omhoog lopen.
P0022
P0023
TECHNISCHE GEGEVENS
60
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 61 cm
Maximum vulgewicht Katoen 5 kg
Synthetica 2 kg
Fijne was 2 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental maximum 1400/min.(EW1454F)
1500/min.(EW1552F)
Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
GEBRUIK
61
NEDERLAND
S
12 34567 8 9 10
01Programmakaart
02Keuzeschakelaar
03Toets «extra spoelen»
04Toets «voorwassen»
05Toets «wastijd verkorten»
06Deuropener
07Controlelampje «deurvergrendeling»
08Programmakeuzeknop/AAN-UIT-schakelaar
09Controlelampje «lichtnet»
10Indicatie van het programmaverloop
Bedieningspaneel
62
1 Programmakaart
De Nederlandse programmakaart vindt u bij het
instructieboekje en dient u aan de binnenkant
van de wasmiddellade te stoppen.
2.Draaiknop voor de keuze van het
centrifugeertoerental en het in-
of uitschakelen van de spoelstop
U kunt deze knop op één van de volgende
symbolen zetten:
Niet centrifugeren
Met de knop in deze stand worden de
centrifugegangen niet uitgevoerd.
U kunt deze functie kiezen voor kook- en
bontwas, synthetica en fijne was.
De machine voert een extra spoelgang uit.
MAX: in deze stand centrifugeert de machine
met de volgende snelheden:
- 1400 resp. 1500/min voor kook- en
bontwas en voor de programma’s C en
F
- 900/min voor synthetica
- 700/min voor fijne was en het
programma B resp. G
- 1000/min voor wol
500: 500/min voor alle programma’s.
Tussen 500 en MAX kunt u uit diverse
toerentallen kiezen (zie afbeelding-alleen voor
kook-en bontwas).
C0057
M0039S
550
600
650
700
800
900
1000
1100
1400
1500
Spoelstop
Deze functie kunt u instellen bij alle
programma’s maar niet bij het
wolwasprogramma.
Het laatste spoelwater wordt niet weggepompt
om te voorkomen dat de was verkreukeld uit de
machine komt, als deze niet onmiddellijk na het
wassen uit de machine gehaald wordt.
De deur blijft vergrendeld.
Om het water weg te pompen dient u het
programma D (afpompen) in te stellen of het
centrifugeertoerental door middel van de
schakelaar te kiezen.
Om het programma D te kiezen:
programmakeuzeknop op “O” draaien en dan
programma D instellen.
Als het water niet afgevoerd wordt, loost de
machine het automatisch na 18 uur.
63
NEDERLAND
S
3 Toets «extra spoelen»
U kunt een automatische extra spoelgang
toevoegen aan de programma’s voor kook- of
bontwas, synthetica, fijne was en aan
programma B. U drukt dan voortijds deze toets
in.
Een extra spoelgang kan gewenst zijn in
gebieden met heel zacht water of bij allergie
voor wasmiddelen.
4 Toets «voorwassen»
Voor sterk verontreinigd wasgoed kunt u een
programma met voorwas kiezen. Werking:
Vóór de hoofdwas wordt een voorwas op max.
40°C afgewerkt. Deze toets werkt niet bij het
wolprogramma en als de toets «wastijd
verkorten» is ingedrukt.
De voorwas eindigt met een centrifugegang van
650 toeren/min voor kook- en bontwas resp.
synthetica.
Voor fijne was wordt het water van de voorwas
alleen afgepompt.
5 Toets «wastijd verkorten»
Deze functie kunt u kiezen voor programma’s
kook- bontwas, synthetica en fijne was met
uitzondering van energie besparen en
programma’s met voorwas.
Het korte programma is bijzonder geschikt voor
licht verontreinigd wasgoed. De programmaduur
wordt verkort.
Max. aanbevolen temperatuur 60°C.
6 Deuropener
Door deze toets in te drukken opent u de
vuldeur.
7 Controlelampje
«deurvergrendeling»
Bij het starten van het programma knippert dit
lampje enige seconden, nu kunt u de vuldeur
nog openen, daarna blijft het branden en geeft
daarmee aan dat de vuldeur vergrendeld is.
Om de deur te openen terwijl de machine een
programma afwerkt, moet het programma eerst
onderbroken worden (zie paragraaf
«Onderbreken van het programma»).
Als het lampje uitgaat kunt u de deur openen.
Als het lampje niet uitgaat betekent dit dat in de
trommel teveel water aanwezig is of dat het
water verwarmd wordt: de deur blijft in dit geval
vergrendeld.
Aan het einde van het programma kunt u de
deur openen nadat het controlelampje uitgegaan
is. Het ontgrendelen van de deur wordt door
geluidssignalen en door het aangaan van het
lampje op de display programmafasen
aangegeven.
64
8 Programmakeuzeknop/AAN-UIT-
schakelaar
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
Kook- en bontwas (rood)
Synthetica (blauw)
Fijne was (geel)
Wol (geel)
Extra programma’s AG
De programmakeuzeknop kan zowel naar rechts
als naar links gedraaid worden.
Het programma is correct gekozen als
temperatuur, symbool of letter overeenkomen
met het merkteken op het bedieningspaneel.
Bij het kiezen van het programma is de machine
AAN: het programma begint na ca. 20
seconden.
Aan het einde van het programma moet u de
keuzeknop op stand“O” zetten: de machine is
uitgeschakeld.
Symbolen op de keuzeknop
De temperaturen in groen duiden
energiespaar-programma’s aan.
Het symbool geeft aan dat de machine
met koud water wast.
Het annuleren van een programma
Om een programma te annuleren draait u de
keuzeknop op “O”. Vervolgens kunt u een nieuw
programma kiezen.
Onderbreken van het programma
Om een draaiend programma te onderbreken
dient u de keuzeknop op een programma te
zetten dat onmiddellijk voor of na het gekozen
programma komt: er klinkt een geluidssignaal en
het lampje dat de in uitvoering zijnde fase
aanduidt, begint te knipperen.
Om het programma te vervolgen dient u de
keuzeknop op zijn oorspronkelijke stand te
zetten; het lampje stopt dan met knipperen en
blijft aan.
A
95°
60°
60°
40°
40°
30°
60°
40°
40°
30°
40°
30°
40°
30°
B
C
D
F
G
P0880
95°
9 Controlelampje lichtnet
Het lampje gaat branden bij het kiezen van het
programma en gaat uit door de keuzeknop op
“O” te zetten.
65
NEDERLAND
S
10 Display van de verschillende
programmafasen
Bij het kiezen van een programma geven
meerdere lampjes aan waaruit het programma
bestaat. Na ca. 10 seconden blijft alleen het
lampje branden dat aangeeft waar de machine
op dat moment mee bezig is.
Als U de functie (spoelstop) hebt gekozen
blijft dit lampje tijdens het gehele programma
branden en gaat pas uit wanneer het water
weggepompt is.
Aan het einde van het programma gaat het
lampje branden.
De symbolen hebben de volgende betekenis:
Voorwas
Hoofdwas
Spoelen
Spoelstop
Afpompen
Lang centrifugeren
Kort centrifugeren
Einde cyclus
Fuzzy-functie: het lampje brandt de eerste
20 minuten, als u een programma voor kook- of
bontwas gekozen hebt (die tijd heeft de machine
nodig, om het gewicht van het wasgoed te
berekenen).
66
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-
temperatuur te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan
adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste
programma, ook de maximaal toegestane
belading van de trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor
katoen en linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading
voor sterke synthetica en mengsels. Ook
zogeheten“kreukherstellende stoffen” vallen
onder synthetica.
Eenderde van de trommel voor fijnwas en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk
wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen,
ongeveer weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijnwas is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar
deze stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans
een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk
bedoelen we dat u wol in“ruim sop” moet
wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel
doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze
af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in
een sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
Adviezen en tips voor het
wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet
al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het
vochtig is want het gaat dan schimmelen en
veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen
is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen. Was gekleurd goed, met name
donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans
is groot dat het afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook
vitrages, vallen onder «fijnwas». Het
wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere
wolsoorten en mengsels kan niet worden
uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in
de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt
de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste
stuk wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen
en linnen, zoals beddegoed, tafellakens,
theedoeken, handdoeken, zakdoeken en
ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep
vaak“kookwas” genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door
het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld
voor donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo
weinig vuil is dat het met een lage temperatuur
ook nog schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden,
zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch
vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed,
de fijnwas, is dat vaak het geval.
i
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de
wasautomaat.
67
NEDERLAND
S
Behandel voortijds vlekken die er in de
wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit
zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee
papieren zakdoekjes de overgebleven was met
de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet
bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur
van de stof kan aangetast worden door zowel de
inkt als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een
speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud
spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel
met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen.
Met witte schone katoenen doek en een
oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner)
behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met
fijnwasmiddel nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit
is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat
en chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten
intrekken. Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of
de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met
zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray
of pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water
uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een
biologisch voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse
vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken
met azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser
behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en
linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus
behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton
en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen
open vuur gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk
eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat
of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw wasautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan
door het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of
zeep in de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is:
probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste
bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z’n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid
(kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het
is de moeite waard om daarna uit te proberen of
bij minder doseren uw wasgoed ook nog
voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u
bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of
bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas,
speciale fijnwasmiddelen, machine-
wolwasmiddelen en biologische voorwas- of
voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor
de voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u
dat, mits u geen voorwas doet, direct in het
vakje voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel
meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor
lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor
hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren
wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken.
68
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op
dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen
doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan,
omdat u van deze wasmiddelen minder nodig
hebt.
Uw nieuwe machine is van een
sopcirculatiesysteem voorzien, waardoor het
wasmiddel uitstekend en zonder verspilling
verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de
machine automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt:
het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant
van de wasverzachter, maar de hoeveelheid
wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet
in het doseervakje of de maximum aanduiding
komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden).
Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in
drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel
u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate
de hardheid hoger is.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het
wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder
andere het stug worden van wasgoed en het
verkalken van het verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant
een «kalkbindende» stof in het wasmiddel.
Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om
redenen van milieutechnische aard, een
fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele
ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u
dat feitelijk slechts om meer kalkbindende
stoffen aan het water toe te voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van
al die andere actieve stoffen. U kunt dat
verhelpen door minder wasmiddel te doseren en
het verschil op te vangen door een
onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te
doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van
de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Bereik
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
Waterhardheid
69
NEDERLAND
S
Volgorde van handelingen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit
de wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1.Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één
voor één in de trommel. Haal opgevouwen
wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk
hem goed in het slot.
2.Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel
tot hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in
een maatbekertje af en giet het in het vakje voor
het hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3.Doe, eventueel, wasverzachter
en vlekkenzout in de vakjes
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
daarvoor bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4.Kies de gewenste functies en het
centrifugeertoerental
i
P0876
P0004
P0877
M0039S
550
600
650
700
800
900
1000
1100
1400
1500
70
5.Kies het gewenste programma
en start de machine
Draai de programmaknop op het gewenste
programma, er klinkt een geluidssignaal en het
lichtnet-controlelampje licht op.
Mocht de machine na 20-30 seconden niet
beginnen te werken, dan dient u de
programmaknop op “O” te zetten en nadat het
programma geannuleerd is het gewenste
programma in te stellen.
De controlelampjes van het betreffende
programma gaan branden. Het lampje voor de
deurvergrendeling knippert.
Na ongeveer 10 seconden branden alleen de
controlelampjes:
- lichtnet
- elektrische deurvergrendeling
- de programmafase die de machine op dat
moment uitvoert
- indien geselecteerd, de spoelstopfunctie .
- fuzzy-functie, als u een programma voor
kook- of bontwas gekozen hebt.
6.De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Heeft u de machine een programma met
spoelstop laten doen, dan moet het laatste
spoelwater door het kiezen van het programma
“lang centrifugeren” of “afpompen” afgepompt
worden.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur
te openen; die tijd heeft de elektrische
deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen.
Nadat het lampje voor de deurvergrendeling
uitgegaan is, kunt u de vuldeur openen.
Het opengaan van de deurvergrendeling wordt
ook aangegeven door geluidssignalen en het
oplichten van het lampje .
Schakel de machine UIT door de programmaknop
op “O” te draaien. Het lichtnet-controlelampje en
het lampje gaan uit.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het
stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar
op UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is,
anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt
kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op
ander wasgoed kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan,
zodat de machine uit kan dampen.
P0880
95°
71
NEDERLAND
S
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
40
40
40
60
60
95
95
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt;machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/
3
tot
1
/
4
van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk
Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
A
P
F
P
F
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
72
(*) Verbruik bij 60°C programma en 5 kg katoenen wasgoed:
Water (liters) 49
Energie (kWh) 1,15
Tijdsduur (min) 128
Deze gegevens gelden voor het verbruiksetiket, volgens EEG norm 92/75.
ENERGIE BESPAREN
In plaats van het programma kookwas 95°, bontwas 60° en synthetica 60° kan bij normaal vuile was
het E-programma gekozen worden. Daardoor bespaart u energie. De wastijd blijft gelijk.
Kleur-
sector
Rood
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele aan-
vullende functies
95°
Kookwas
Hoofdwas 95°C
Spoelen
Lang centrifugeren
5 kg
Rood
groen
60°
E-Kookwas
Hoofdwas 67°C
Spoelen
Lang centrifugeren
5 kg
Rood
60°
(*)
Bontwas,
donkerbont
Hoofdwas 60°C
Spoelen
Lang centrifugeren
5 kg
Rood
groen
40°
E-Bontwas
Hoofdwas 45°C
Spoelen
Lang centrifugeren
5 kg
Rood
-30°-40°
Bontwas,
lichtbont
Hoofdwas koud of
30°-40°C
Spoelen
Lang centrifugeren
5 kg
Blauw
60°
Synthetica
Hoofdwas 60°C
Spoelen
Kort centrifugeren
2 kg
Blauw
groen
40°
E-synthetica
Hoofdwas 40°C
Spoelen
Kort centrifugeren
2 kg
Blauw
-30°-40°
Synthetica
Hoofdwas koud of
30°-40°C
Spoelen
Kort centrifugeren
2 kg
Geel
30°-40°
Fijne was
Hoofdwas 30°-
40°C
Spoelen
Kort centrifugeren
2 kg
Geel
-30°-40°
Wol
Hoofdwas koud of
30°-40°C
Spoelen
Voorzichtig
centrifugeren
1 kg
Maximum
vulgewicht
Programmaknp
op
Wasprogramma’s
73
NEDERLAND
S
Extra programma’s
Kleur-
sector
Programma
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Grijs
B
Voorzichtig
spoelen
Compleet spoelpro-
gramma eventueel
met wasverzachter
Kort centrifugeren
2 kg
Grijs
C
Wasverzachten
1 maal spoelen met
wasverzachter
Lang centrifugeren
5 kg
Grijs
D
Afpompen /
Grijs
F
Lang
centrifugeren
5 kg
Grijs
G
O
Kort
centrifugeren
Annuleren
Programma
annuleren
2 kg
Grijs
A
Inweken 5 kg
Maximum
vulgewicht
Programmaknop
op
Inweken 40°C
Spoelstop
Om het water weg
te pompen pro-
gramma F, G of D
(afhankelijk van tex-
tielsoort) kiezen. Na
18 uur inweken
wordt het water au-
tomatisch wegge-
pompt.
ONDERHOUD
74
1.Machine ontkalken
Bij een juiste dosering van het wasmiddel zal
het in het algemeen niet nodig zijn om de
machine te ontkalken.
Als u toch wilt ontkalken, houdt u dan aan de
gegevens van de fabrikant op de verpakking.
2.De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en
een neutraal huishoudschoonmaakmiddel.
Moderne schoonmaakmiddelen drogen
doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
3.De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na
verloop van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon
onder de stromende kraan. U kunt daartoe de
houder geheel uit de machine nemen door op
de pal, links achterin, in te drukken.
De bovenkant van de vakjes voor de
wasverzachter en vlekkenzout kunt u, ten
behoeve van het schoonmaken, verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder
kan zich op den duur wasmiddel verzamelen.
Maak de binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z’n behuizing en laat
de machine, zonder wasgoed, een spoelgang
doen.
P0879
P0038
P0878
75
NEDERLAND
S
4.Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over
het wateropnemen gaat doen, verdient het
aanbeveling om het toevoerfilter te controleren
op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en
vervolgens draait u de slangwartel van de kraan
af.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
5.Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen
van grove pluis en rafels. Raakt het filter
verstopt, dan zal onherroepelijk
programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef
het filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
6.Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine
te lozen:
haal de steker uit het stopcontact
draai de waterkraan dicht
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop
afgekoeld is
plaats een bakje onder het filter om het water
op te vangen
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
P0861
P0859
P0040
P0860
76
7.Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in
een bak.
Stel het programma D in en laat de machine
tot aan het einde draaien.
Draai de programmakeuzeknop “O”
Draai de wartel van de toevoerslang weer
stevig op de kraan en breng ook de
afvoerslang weer op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee
wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die
de machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur
hoger dan 0°C is.
EENVOUDIGE STORINGEN
77
NEDERLAND
S
Storingen Mogelijke oorzaaken
De machine start niet
Is de vuldeur goed gesloten?
Is de betreffende groepzekering heel?
Is de programmaknop juist ingesteld?
De machine neemt geen water
op:
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even
uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfilter verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt
zich op een te laag punt, ten opzichte van de
vloer waarop de machine staat. Raadpleeg
het betreffende hoofdstuk.
De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Programma met spoelstop-/ of niet
centrifugeren functie gekozen?
Afvoerfilter verstopt?
Er ligt water op de vloer:
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
Is de wasmiddellade schoon?
Is het afvoerfilter dichtgeschroefd?
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
Misschien hebt u te weinig of te veel
wasmiddel gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de machine overbeladen?
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en
zijn de contramoeren goed tegen de
machinebodem gedraaid?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst belt even de volgende punten te controleren:
78
De deur kan niet geopend
worden
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld?
Staat het water in de kuip misschien boven
het onderste deel van de deur?
De machine maakt een
ongewoon geluid
De machine heeft een modern
aandrijfsysteem, dat in vergelijking met
oudere wasautomaten een afwijkend, ietwat
fluitend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
In de trommel is geen water te
zien
Moderne wasmachines werken heel zuinig,
met lage waterniveaus. Was- en
spoelresultaat zijn desondanks uitstekend.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of
verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw
machine; de servicedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042
Het elektronische stabilisatie-
controlesysteem is in werking getreden. Het
wasgoed wordt, doordat de draairichting van
de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt,
beter verdeeld en er wordt opnieuw met
centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven
is en het centrifugeren definitief afgewerkt
kan worden, eventueel met een lager
toerental als het wasgoed nog niet goed
verdeeld is.
Indien het wasgoed na 15 minuten niet
losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd.
In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in
de trommel verdelen en opnieuw het
centrifugeerprogramma kiezen.
Het centrifugeren begint traag of
helemaal niet
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Electrolux EW1552F Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor