HI 20.B (WH)

Indesit HI 20.B (WH) de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit HI 20.B (WH) de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
OVEN
Samenvatting
Het installeren, 24-26
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Typeplaatje
Beschrijving van het apparaat, 27
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Starten en gebruik, 28
De oven starten
Programmas, 29-30
Kookprogrammas
Praktische kooktips
Kooktabel
Kookplaat, 31
Type kookplaat
Aanzetten kookplaat glaskeramiek
Praktische tips voor het gebruik van de
glaskeramische kookplaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 32
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubesef
Onderhoud en verzorging, 33
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van de oven
De ovendeur reinigen
Vervangen van het lampje
Service
Gebruiksaanwijzing
NL
NL
HI 150.B
HI 150.B IX
HI 20.B
HI 20.A IX
HIN 150
HIN 150 IX
HI 20.A
Nederlands, 23English,1
Deutsch, 34 ÅëëçíéêÜ, 45
Français, 12
FRGB
DE GR
Espanol, 56
ES
24
NL
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft,
verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij
de oven te bewaren zodat alle nodige informatie
voorhanden blijft.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor
kinderen en dient daarom te worden weggegooid
volgens de geldende normen ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
de zijkanten van de kastjes die aan de oven
grenzen moeten hittebestendig zijn;
in het bijzonder moet, in geval van meubels met
fineer, de lijm bestand zijn tegen temperaturen van
100°C;
voor het inbouwen van de oven, zowelonder het
aanrecht ( zie figuur ) alsin stapelbouw, dient het
meubel de volgende afmetingen te hebben:
Nadat het apparaat is ingebouwd, mag er geen
contact meer mogelijk zijn met de elektrische
onderdelen.
Het energieverbruik dat staat aangegeven op het
typeplaatje is gebaseerd op dit soort installatie.
Ventilatie
Om een goede ventilatie te hebben is het noodzakelijk
de achterkant van het meubel te verwijderen. Het
verdient de voorkeur de oven op twee houten balken
te plaatsen, of eventueel op een enkele plank die een
opening heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie
afbeeldingen).
Centreren en bevestigen
Regel de 4 voetjes aan de zijkant van de oven in
overeenkomst met de 4 gaten in de lijst. Dit hangt af
van de dikte van de zijkant van het meubel:
als de dikte 20 mm is: verwijder
dan het beweegbare gedeelte
van het voetje ( zie afb.);
als de dikte 18 mm is: gebruik
dan de eerste gleuf; zoals al
door de fabriek is voorzien ( zie
afb.);
als de dikte 16 mm is: gebruik
de tweede gleuf ( zie afb.).
Om het apparaat aan het keukenkastje te bevestigen:
open de ovendeur en schroef de 4 houtschroeven in
de 4 gaten in de zijrand.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig
worden bevestigd dat ze niet kunnen worden
verwijderd zonder gereedschap te gebruiken.
595
558
min
45
min
575-585 min
560
+4 -0
480
+4 -0
547 min
555
580
500
39
15
595
23
572
543
543
545
560 m
m
.
45 mm.
Het installeren
25
NL
Elektrische aansluiting
De keuken moet aan het elektrische net worden
aangesloten. Deze functioneert met de wisselstroom,
de spanning en de frequentie die aangegeven staan
op het typeplaatje (zie volgende pagina).
De kookplaat wordt aan het fornuis verbonden met
een speciale aansluiting.
INBOUWPLAAT
INBOUWFORNUIS
WIT ROOD GEEL BLAUW GROEN
Slechts op
enkele
modellen
aanwezig
Nadat u de kookplaat heeft aangesloten, dient u de
metalen bescherming weer op zijn plaats te doen. Als
de kookplaat wordt verwijderd moet u de rode dop,
die oorspronkelijk op de rode connector zat, weer op
zijn plaats doen.
Monteren voedingskabel
1. Licht de lipjes aan de
zijkant van het deksel
van het klemmenbord op
met een
schroevendraaier: trek
het deksel van het
klemmenbord open ( zie
afb.).
2. De voedingskabel in werking stellen: maak de
schroef van de kabelklem en de schroeven van de
contacten L-N-
los, en bevestig de draden onder
de schroeven met inachtneming van de kleuren:
Blauw (N) Bruin (L) Geel-Groen (
).
Het klemmenbord is ingesteld voor een verbinding op
een 400 V driefasenstroom (zie afbeeldingen onder).
400V 3N~H05RR-F
5x2.5 CEI-UNEL 35363
Als de elektrische installatie andere eigenschappen
heeft (zie afbeeldingen onder), dient u de elektrische
verbinding tot stand te brengen door middel van de
verbindings-U-bouten in doos P.
230V ~H05RR-F 3x4
CEI-UNEL 35363
400V 2N~H05RR-F 4x4
CEI-UNEL 35363
3. Maak de voedingskabel vast aan de speciale
kabelklem.
4. Maak het deksel van het klemmenbord dicht.
NL1L3L2
1
3
2
4
5
N
L2
L1
L3
P
NL
1
3
2
4
5
NL1L2
1
3
2
4
5
26
NL
Het aansluiten van de voedingskabel aan het net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje( zie hiernaast).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet men tussen het apparaat en het net
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
afstand tussen de contacten van minstens 3mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
aan de geldende normen (de aarding mag niet
worden onderbroken door de schakelaar). De
voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij
nergens een temperatuur bereikt die 50°C hoger is
dan de kamertemperatuur.
De installateur is verantwoordelijk voor de correcte
elektrische verbinding en het in acht nemen van de
geldende veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven
op het typeplaatje ( zie onder );
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje ( zie onder);
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
TYPEPLAATJE
Afmetingen
breedte 43,5 cm.
hoogte 32 cm.
diepte 43,5 cm.
Inhoud liter 60
Elektrische
aansluitingen
spanning 230V/400V~ 3N 50/60Hz
maximum vermogen 8400W
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/CE op etiket van
elektrische ovens.
Norm EN 50304
Energieverbruik verklaring Klasse
convectie Natuurlijk
verwarmingsfunctie: Traditioneel
Dit apparaat voldoet aan de volgende
EU Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06
(laagspanning) en daaropvolgende
wijzigingen;
- 2004/108/EEG van 15/12/04
(elektromagnetische compatibiliteit)
en daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen
- 2002/96/EC en daaropvolgende
wijzigingen
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
snoer en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd
en mag alleen door erkende monteurs worden
vervangen ( zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid
worden gesteld als deze normen niet worden
nageleefd.
27
NL
Bedieningspaneel
Rooster GRILL
Rooster LEKPLAAT
GLIJDERS om
roosters in te
schuiven
positie 5
positie 4
positie 3
positie 2
positie 1
Beschrijving van het
apparaat
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Knop
PROGRAMMAS
Knop
KOOKPLATEN
Controlelampje
KOOKPLATEN
28
NL
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u
de oven hebt uitgedaan, opent u de ovendeur en lucht
u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het
verdampen van de middelen die worden gebruikt om
de oven te beschermen.
De oven starten
1. Door aan de knop PROGRAMMAS te draaien kunt
u het gewenste kookprogramma kiezen.
2. Een lijst met kooktijden en aanbevolen
kooktemperaturen kunt u terugvinden in de Kooktabel
(zie Programmas).
3. Tijdens het koken kunt u nog altijd:
- het kookprogramma veranderen met behulp van de
knop PROGRAMMAS;
- het koken onderbreken door de knop
PROGRAMMAS weer op stand 0 te zetten.
Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde
roosters.
Ovenverlichting
Deze gaat werken door de knop PROGRAMMAS op
te draaien. Ze blijft aan wanneer u een
kookprogramma selecteert.
Starten en gebruik
29
NL
Kookprogrammas
Programma TRADITIONELE OVEN
De onderste en bovenste verwarmingselementen
gaan aan. Met deze traditionele kookwijze is het beter
een enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters
riskeert u een slechte temperatuursverspreiding.
De ingestelde temperatuur wordt automatisch bereikt
en constant gehouden door de thermostaat die
geregeld wordt door de knop PROGRAMMAS.
Programma OVEN BOVEN
Het bovenste verwarmingselement gaat aan. Deze
functie kan worden gebruikt voor het afmaken van een
gerecht. Kook met de ovendeur dicht.
Programmas
Praktische kooktips
Bij de functie GRILL raden wij u aan de lekplaat op
stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te
vangen.
GRILL
Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten
op het midden van de grill.
Het is normaal dat het bovenste
verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn
werking wordt geregeld door een thermostaat.
PIZZA
Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet
hem op het bijgeleverde ovenrooster.
Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en
krijgt u waarschijnlijk geen krokante pizza.
Bij zeer gevulde pizzas raden wij aan de
mozzarella of andere kaas pas halverwege de
kooktijd toe te voegen.
30
NL
Kooktabel
Gerechten Gewicht (kg) Roosterstanden
Voorverwarming
(minuten)
Aangeraden
temperatuur
Kooktijd
(minuten)
Pasta
Lasa
g
ne
Cannelloni
Ta
g
liatelle
2,5
2,5
2,5
3
3
3
-
-
-
210
210
210
75-80
75-80
75-80
Vlees
Kalfsvlees
Kip
Kalkoen
Eend
Konijn
Varkensvlees
Lamsvlees
1,7
1,5
3,0
1,8
2,0
2,1
1,8
3
3
3
3
3
3
3
-
-
-
-
-
-
-
220
220
220-Max
220
220
220
220
85-90
110-115
95-100
120-125
1
05-110
100-110
90-95
Vis
Makreel
Zwaardvis
Forel
1,1
1,5
1,0
3
3
3
-
-
-
210-230
210-230
210-230
55-60
60-65
40-45
Pizza
Napoletana
1,03 15 Max 30-35
Taarten
Koekjes
Jamtaart
Chocoladetaart
Taart die moet rijzen
0,5
1,1
1,0
1,0
3
3
3
3
15
15
15
15
180
180
200
200
30-35
30-35
45-50
50-55
31
NL
Kookplaat
Type kookplaten
Bij de oven hoort een kookplaat die samengesteld kan zijn
uit twee verschillende verwarmingselementen: gietijzeren
elektrische kookplaten (zie afbeelding 1) of glaskeramische
kookplaten (zie afbeelding 2).
Aanzetten kookplaat glaskeramiek
Traditioneel kookgedeelte
De traditionele straalelementen zijn gemaakt van
cirkelvormige verwarmingselementen die pas zon tiental
seconden na ontsteking rood worden.
Ieder kookgedeelte heeft zijn eigen bedieningsknop
waarmee u 6 verschillende temperaturen kunt kiezen,
met een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde
van 6.
Controlelampjes resterende warmte *
De warmtecontrolelampjes (C) geven aan dat het
betreffende kookgedeelte warmer is dan 60°C, ook
nadat het verwarmingselement is uitgeschakeld.
Aangeraden stroomsterktes voor verschillend
gebruik:
Positie Normale of snelle plaat
0
Uit
1
Groenten en vis
2
Aardappelen (gestoomd), soep,
capucijners, bonen
3
Doorkoken van grote hoevelheeden,
minestroni enz.
4
Braden (medium)
5
Braden (hard)
6
Bruin bakken of snel aan de kook brengen
Praktische tips voor het gebruik van de
glaskeramische kookplaat
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u de kookplaat
gebruikt, raden wij u aan de vlekken te verwijderen
met een niet-schurend schoonmaakmiddel.
Gedurende de eerste uren van gebruik is het mogelijk
dat
u een rubbergeur ruikt, die echter snel wegtrekt.
Teneinde optimale resultaten te bereiken van de
kookplaat:
gebruik pannen met een platte bodem die perfect
aansluiten op het verwarmgedeelte;
gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken teneinde alle
beschikbare hitte te benutten;
houdt de bodem van de pannen altijd schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit
verlengt de levensduur van zowel de pannen als het
kookgedeelte.
vermijdt dezelfde pannen te gebruiken die u ook op
een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van
gasbranders kan
de bodem van pannen vervormen,
waardoor ze niet goed meer aansluiten;
laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een pan
erop. De verhitting, die snel het maximum niveau
bereikt, zou de verwarmingselementen kunnen
beschadigen.
afbeelding 2
afbeelding 1
C
A
A
A
A
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
32
NL
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze
derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst,
ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het
in aanraking komt met regen of als het onweert.
Maak gebruik van de handgrepen aan de zijkant van de
oven als u het apparaat moet verplaatsen.
Raak de oven niet blootsvoets of met natte handen of
voeten aan.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend worden gebruikt door volwassenen en alleen
volgens de instructies die beschreven staan in deze
handleiding.
Gedurende het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur
heet. Raak ze niet aan en houdt kinderen op afstand.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de oven
terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Pak het handvat van de ovendeur alleen in het midden vast:
aan de zijkant zou het heet kunnen zijn.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te
zetten en eruit te halen.
Plaats geen aluminiumfolie op de bodem van de oven.
Plaats geen brandbaar materiaal in de oven: als de oven
plotseling aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam
kunnen vatten.
Controleer altijd dat de knoppen in de positie l/
¡staan
als het fornuis niet gebruikt wordt.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als
de stekker nog in het stopcontact zit.
Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem
sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Neem
contact op met de Technische Dienst (zie Service).
Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur.
De glaskeramische kookplaat is bestand tegen
mechanische stoten. Hij kan echter worden beschadigd (of
barsten) als hij wordt geraakt door een puntig object,
bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt, moet u
onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische
stroom en contact opnemen met de Technische Dienst.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat het
wordt uitgeschakeld.
Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de
kookplaat, zoals b.v. plastic, aluminium of suikerhoudende
etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium
verpakkingen of folie: als u ze op het nog warme of lauwe
kookvlak neerlegt, kunt u een zware schade aanrichten.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de
nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij
onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat
werkt.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de
plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal
hergebruikt kan worden.
VDe Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist
dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude
apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en
de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de
afvalcontainer met een kruis erdoor herinnert u aan uw
verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van
vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en milieubesef
Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot
aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw
elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het
'spitsuur'.
Houdt bij de functie GRILL altijd de ovendeur dicht: dit om
betere resultaten te bereiken en voor een betere
energiebesparing (circa 10%).
Houdt de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen.
33
NL
3. pak de deur aan de
zijkanten beet en sluit hem
langzaam, maar niet helemaal.
Druk op de klemmen F, trek
dan de deur naar u toe en haal
hem uit zijn voegen (zie
afbeelding).
Zet de deur weer op zijn plaats
door deze handelingen in
omgekeerde volgorde uit te
voeren.
Controleer de afdichtingen
Controleer regelmatig de staat van de afdichting
rondom de ovendeur. In het geval de afdichtingen
beschadigd zijn, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Technische Dienst te wenden ( zie Service). Gebruik
de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Vervangen van het lampje
Voor het vervangen van het ovenlampje:
1. Schroef het glazen lampenkapje los.
2. Schroef het lampje los en vervang het met
eenzelfde soort lampje: sterkte 25W, fitting E 14.
3. Plaats het deksel er weer op ( zie afb.).
Service
Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het
apparaat en/of op de verpakking.
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van de oven
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een
spons en een sopje worden afgenomen. Als de
vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Na het reinigen
dient u alles goed af te spoelen en te drogen. Gebruik
geen schuurmiddelen of bijtende producten.
De binnenkant van de oven kunt u het beste direct
na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is.
Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel,
spoel vervolgens af en droog met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
De accessoires kunnen gewoon worden
afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
De ovendeur reinigen
Reinig het glas van de deur met een spons en niet
schurende producten. Droog met een zachte doek.
Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe
schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen
krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen
barsten.
U kunt voor een grondige reiniging de
ovendeur verwijderen:
1. open de deur volledig (zie
afbeelding).
2. til de hendeltjes op die zich
aan de scharnieren bevinden
en draai ze
(zie afbeelding);
F
F
Onderhoud en verzorging
/