AEG SU66040E Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
SANTO U
Dekorfähiger Unterbau-Kühlschrank
Réfrigérateur à sous-encastrer
Onderbouwkoelkasten
Gebrauchsanweisung
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
47
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw nieu-
we koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie
over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van
het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele
volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwij-
zingen letten die op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd
op aanwijzingen die belangrijk zijn voor Uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Dit symbool leidt Uw stap voor stap door de bediening van het appa-
raat.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klan-
tendienst U te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
48
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Informatie over de verpakking van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Bevestiging aan een doorlopend werkblad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Omzetten van de deur van het vriesvak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Decorpaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Elektische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
In gebruik nemen en temperatuurregeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Legvlakken/roosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Glazen VARIO-legvlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Op de juiste wijze indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Het maken van ijsblokjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De koelruimte wordt automatisch ontdooid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Vriesvak ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Apparat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Wat te doen als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Lamp verwisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Doel, Normen, Richtlijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Vaktermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
49
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de erkende regels der
techniek en aan de Duitse wet op de veiligheid van apparaten. Deson-
danks zien wij ons genoodzaakt U met de volgende veiligheidsaanwij-
zingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor
andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoor-
ding nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbren-
gen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan
voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmid-
delen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde
wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wendt U in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folieën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weg-
houden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgeslotenraken
(stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
50
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige
toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen!
Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vries-
vak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percen-
tage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen
en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen electrische apparaten (bijv. electrische ijsmachines, mixers etc.)
in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q.
er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken,
nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan-
wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwij-
zingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd
worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-
staan. Wendt U zich bij reparaties tot Uw vakhandel of tot onze klan-
tendienst.
51
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-
den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het appa-
raat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaar-
lijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine
verwijderd worden.
Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
52
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
niet aan directe straling van de zon blootstellen;
niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen
plaatsen;
alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merken type-aanduidingsplaatje
dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot electrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmteisol-
tieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koelof diepvriesapparaat staat, is
een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen
condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
53
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Het koelaggregaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag
ontbreken is een goede ventilatie.
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven
in Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie
openingen tijdens gebruik niet woden
afgedekt.
Bevestiging aan een doorlopend werkblad
Bij onderbouw onder een doorlopend werkblad wordt het toestel met
een bevestigingsschroef (F) onder het
blad bevestigd.
Mocht de ruimte 870 mm hoog zijn,
gebruik dan de bijgeleverde kit.
De kit bevat de volgende onderdelen:
- 1 ventilatierooster;
- 2 regelbare voetjes;
- 2 voetjes;
- 1 set schroeven;
- 1 gebruiksaanwijzing.
AEG57
F
54
Overzetten van het deurscharnier
De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurstuiters mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit te
stopcontact halen.
Toestel schuin naar achteren kante-
len.
Sokkelpaneel naar voren lostrekken.
Deurscharnierschroeven (K) uitdraaien en
deurscharnier (1) naar beneden uit de
scharnierbus nemen.
Deur iets openen en naar beneden uitne-
men. Deur wegzetten en ervoor zorgen
dat hij niet beschadigt.
Bovenste scharnierstift (2) uitdraaien en
op de tegenoverliggende zijde weer
monteren.
Deur in de bovenste scharnierstift (2)
zetten en deur sluiten.
AEG58
AEG59/1
1
K
2
12 mm
55
Verwijder de dopjes (G) en bevestig ze
aan de andere kant.
Scharnierstift van het deurscharnier
(1) in de linker scharnierbus van de
deur zetten en deurscharnier met de
schroeven (K) goed vastdraaien.
Apart deel (L) van het sokkelpaneel
van links naar rechts omzetten en
sokkelpaneel weer in de houder druk-
ken.
Verzet de handgreep. Verwijder eerst de beschermdopjes die op de
schroeven zitten geklemd. Niet gebruikte gaatjes zijn afgedekt met
plastic dopjes die verwijderd dienen te worden en vervolgens op de
vrijgekomen gaatjes gemonteerd dienen te worden.
Omzetten van de deur van het vriesvak
Deur van het vriesvak iets openen.
M. b. v. een kleine schroevedraaier de veer
in de uitsparing van het onderste deur
scharnier iets naar boven drukken en
deurscharnier samen met de deur van het
vriesvak uitnemen.
Afdekkap (M) omzetten.
Deur van het vriesvak 180°C draaien en
onderste deurscharnier op de onderste
scharnierbus zetten.
Deur van het vriesvak iets optillen, in
bovenste deurscharnier links zetten en
tegelijk onderste deurscharnier in het
vierkante gaz zetten.
Regelmatig op en neer bewege va de deur
van het vriesvak vergemakkelijkt het inzetten.
L
G
AEG43
M
56
Decorpaneel
Verwijder één zijkant van de decorlijst;
draai de overige schroeven van de decorlijst
iets los;
schuif het paneel in de lijst, breng het verwi-
jderde lijstdeel weer aan en schroef de lijst
rondom vast.
Noot:
De afmetingen van het decorpaneel moeten
1-2 mm kleiner zijn dan die van de deur; de
dikte van het decorpaneel mag 4 niet overschrijden.
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Electrische aansluiting
Voor de electrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerde beschermkontaktdoos vereist.
De kontaktdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker alti-
jd uit de kontaktdoos kan worden getrokken.
Als het toestel onder een doorlo-
pend werkblad wordt ingebouwd,
dient de kontaktdoos volgens de
voorschriften te worden geïnstal-
leerd, bij voorkeur zoals in afb. is
aangegeven.
De electrische zekering dient min-
sten 10 Ampère te zijn. Indien het
stopcontact bij een ingebouwd
apparaat niet meer toegankelijk is,
dient een maatregel in de electrische
installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan wor-
den afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar
of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
PR121
130
300
AEG44
57
Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van
het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeen-
komen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het appa-
raat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typebordje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
In gebruik nemen en temperatuurregeling
U steekt de steker van de koelkast in een kontaktdoos met randaarde.
Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld.
De draaiknop voor de temperatuur-keuze bevindt zich rechts in de
koelruimte.
Stand „0“ betekent: uit.
Draaien in de richting van „1“ (met
de wijzers van de klok mee): koelag-
gregaat aan, dit werkt dan automa-
tisch.
Stand „1“ betekent:
hoogste binnentemperatuur,
warmste instelling.
Stand „6“ betekent:
laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden.
Bij een lage omgevingstemperatuur van ca. 16°C bevelen wij stand „1“
aan. Bij een omgevingstemperatuur van ca. 25°C stand „2“. Als u een
lagere temperatuur wenst stand „3“ o „4“. Bij deze instelling kunt u er
zeker van zijn dat verse levensmiddelen op de juiste wijze kunnen
worden ingevroren en dat de bewaartemperatuur in het vriesvak ca.
-18°C is. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren,
kunt u stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koel-
ruimte niet beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijding
op stand „3“ of „4“ terug.
AEG62
58
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude
instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er
voor zorgen dat de compressor continue werkt.
Reden: De compressor dient ononderbroken te lopen om bij een hoge-
re omgevingstemperatuur de lage temperatuur van het apparaat te
kunnen handhaven. De koelruimte ontdooit dan niet meer – automa-
tisch ontdooien van de koelruimte is alleen bij stilstaande compressor
mogelijk (zie hoofdstuk “Ontdooien”). Sterke rijpvorming aan de ach-
terwand van de koelruimte is dan het gevolg.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand
“3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint
het ontdooien weer automatisch.
Interieur
Legvlakken/roosters
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunststof
of roosters meegeleverd.
Een legvlak zo mogelijk in de onderste geleiders boven de groente- en
fruitbak schuiven en ook blijven liggen.
De legvlakken kunnen in hoogte versteld worden:
Daartoe de legvlak zo ver naar voren trekken tot hij naar boven en
naar beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden.
Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Glazen VARIO-legvlak
Het apparaat heeft twee halve legvlakken van glas.
Grote artikelen instellen:
De voorste helft van het VARIO-leg-
vlak onder de achterste helft schui-
ven. Daardoor wordt ruimte gewonnen
om op de daaronder liggende plank
grote artikelen te plaatsen.
59
Op de juiste wijze indelen
boter, kaas
eieren, tubes, kon-
serven
dranken
kaas, fruit, groente
vlees, vleeswaren,
zuivelprodukten
kant-en-klare
gerechten, deegwa-
ren, konserven
diepvriesprodukten,
ijsblokjes en kon-
sumptieijs
Deze aanduiding wil zeggen dat in dit vriesvak diepvriespro-
dukten enkele maanden be waard kunnen worden.
De bewaartijd is afhankelijk van de soort produkten, zie de aanwijzin-
gen van de fabrikant.
U kunt ook kleine hoeveelheden verse levensmiddelen zelf invriezen,
zie „Invriezen en bewaren“.
Tip: Levensmiddel dienen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte
gezet te worden om uitdrogen en geur- of smaakoverdracht op andere
artikelen te voorkomen.
Voor het verpakken zijn geschikt:
– Vershoudzakken en -folien van polyethyleen;
– Plastic dozen met deksel;
– Speciale kappen van plastic met elastieken band;
– aluminiumfolie.
60
Invriezen en diepgevroren opslaan
Het vriesvak dient voor het invriezen en diepgevroren opslaan van
levensmiddelen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen alsmede voor het opslaan
van reeds bevroren diepvriesartikelen dient de temperatuur in het
vriesvak –18 °C of lager te zijn.
• Niet te grote hoeveelheden, maximaal 2 kg per 24 uur, invriezen. De
kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevrie
zen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesprodukten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer
invriezen.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op ande-
re diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
De verpakte levensmiddelen op de bodem van het vriesvak leggen.
Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds
bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
Tips:
• Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn:
– diepvrieszakken en -folie van polyethyleen;
– speciale diepvriesdozen;
– aluminiumfolie, extra sterk.
• Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt: plastic klemmen,
elastiekjes of plakband.
• Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht
het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert.
• Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller.
• Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half)vloeibare
diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet.
61
Het maken van ijsblokjes
Ijsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het vriesvak plaatsen en
laten bevrietzen.
Om de ijsblokjes los te maken de ijsbakje omdraaien of kort onder
stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken, het gevaar bestaat dan dat u de
koudekringloop beschadigt. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de com-
pressor loopt en ontdooit weer als de compressor stilstaat.
Het dooiwater wordt automatisch verdampt.
Vriesvak ontdooien
Als het apparaat aanstaat en tijdens het openen van de deur van het
vriesvak slaat vocht als rijp neer in het vriesvak. Verwijder deze rijp
van tijd tot tijd met de zachte plastic schraper. Gebruik in geen geval
harde of spitse voorwerpen.
Het vriesvak dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca.
4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment
voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar wei-
nig artikelen in liggen.
Waarschuwing!
• Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of
kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnel-
len, met uitzondering van die die in deze gebruiksaanwijzing aanbe-
volen worden.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de
gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De
handen kunnen daaraan vastvriezen.
Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik-
kelen en op een koele plaats leggen.
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
62
Afluitstopje uir de dooiwateruitloop
verwijderen. Bakje eronder zetten om
het dooiwater op te vangen.
Tip: Het ontdooien kan versneld wor-
den door een pan met heet water in
het vriesvak te zetten en de deur te
sluiten. Verwijder stukken ijs die er
afvallen voor ze geheel ontdooid zijn.
Na het ontdooien het vriesvak gron-
dig schoonmaken (zie hoofdstuk
“Reiniging en Onderhoud”).
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen
Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini-
ging en Onderhoud”).
Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
63
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-
teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcon-
tact of schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schok-
ken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
- Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-
delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerde-
re lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk
“Ontdooien”).
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonma-
ken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
64
Het dooiwater-afvoergat aan de ach-
terwand van de koelruimte controle-
ren. Een verstopt dooiwater afvoergat
met behulp van het groene stopje dat
met het toestel is meegeleverd de
opening schoonmaken.
Als alles droog is, de levensmiddelen
er weer in doen en het apparaat weer
in bedrijf nemen.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen
of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempe-
ratuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van
het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesaltikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
koude in de diepvriesatikelen wordt zo voor koeling van de koel-
ruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
65
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Onderdelen:
Kleine reparaties kunt u zelf uitvoeren. Onderdelen kunt u bij de afde-
ling klantenservice verkrijgen. Er is geen bijzondere handigheid vereist
om onderdelen zelf te verwangen, bijv.:
– boter- en kaasvak,
– eierrekjes,
– deurrekken,
– fruit- en groentebakken,
– roosters.
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen opgelost kunnen worden. Voer zelf
geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in con-
crete gevallen niet verder helpen.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties
kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wendt U bij repara-
tie tot Uw vakhandel of onze klantendienst.
Störung
Apparaat werkt niet.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet aangezet.
Stekker zit niet in het
stopcontact of zit los.
Zekering is los of kapot.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet
door Uw electrovakman
laten verhelpen.
Verhelpen
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact ste-
ken.
Zekering controleren,
eventueel vernieuwen.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag
ingesteld.
Temperatuurregelaar tijde-
lijk op een hogere stand
zetten.
66
Störung
De levensmiddelen zijn te
warm.
Mogelijke oorzaken
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voor-
zichtig met een Föhn® ver-
warmen (niet heter dan ca.
50 °C).
Tegelijkertijd de verwarm-
de deurafdichting met de
hand zo in vorm trekken
dat hij weer helemaal sluit.
Deurafdichting is lek
(eventueel na het verwis-
selen van de deuraanslag).
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Verhelpen
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik-
name”.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Temperatuurregelaar op
een koudere stand zetten.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp ver-
wisselen”.
Binnenverlichting werkt
niet.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel
van het apparaat aan of
tegen de muur.
Instelvoetjes bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de plan-
ken.
Ontdooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud”.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Na het wijzigen van de
temperatuurinstelling start
de compressor niet direct.
67
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor electrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand “O”
draaien.
Stekken uit het stopcontact trekken.
Voor het verwisselen van de lamp de
schroef die de afdekking van het
lampje bevestigt, eruit draaien.
Op de afdekking van het lampje druk-
ken en deze achteruit laten glijden.
Defecte lamp verwisselen.
De afdekking weer monteren en de
bevestigingsschroef aandraaien.
De koelkast aanzetten.
AEG65
68
Klantenservice
Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden
kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze klantenser-
vice te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegde
boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst".
Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten
besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat:
• Naam model
• Productnummer (PNC)
• Productienummer (S-No.)
Deze gegevens staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje aan de
binnenkant van het apparaat. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in
te vullen om ze snel bij de hand te hebben.
Aanwijzing: Voor het ten onrechte contact opnemen met de klanten-
dienst tijdens de garantieperiode worden kosten berekend.
Doel, Normen, Richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens het Duitse Gerätesicherheitsgesetz (GSG), het Duitse Unfallver-
hütungsvorschrift für Kälteanlagen (VBG 20) en de bepalingen van het
Verband Deutscher Elektrotechniker (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMV-richtlijn
69
Vaktermen
• Koelmiddel
• Koelmidde
kringloop
• Verdamper
• Compressor
• Condensor
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor kou-
deproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze
stoffen hebben verhoudingsgewijs een laag kook-
punt, zo laag dat de warmte van de aanwezige
levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel
tot koken ofwel tot verdampen kan brengen.
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel
zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofd-
zakelijk uit verdamper, compressor, condensor en
leidingen.
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als
alle vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig
om te kunnen verdampen. Deze warmte wordt
onttrokken aan de binnenruimte van het koelappa-
raat, de ruimte koelt daardoor af. Hiertoe is de ver-
damper in de binnenruimte geplaatst of gelijk ach-
ter de binnenwand aangebracht en daardoor niet
zichtbaar.
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt
aangedreven door een ingebouwde elektromotor en
is achter, aan de onderkant van het apparaat
geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het gas-
vormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken
wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor
geleid wordt.
De condensor heeft meestal de vorm van een roo-
ster. In de condensor wordt het koelmiddel dat door
de comressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij
komt warmte vrij die door de oppervlakte van de
condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt.
De condensor is daarom aan de buitenkant, meestal
aan de achterkant van het apparaat, aangebracht.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
Technische Änderungen vorbehalten
02-0701
2222 668-54
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25

AEG SU66040E Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding