Indesit pwc 7148 w de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

25
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 28-29
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programmas, 30
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 31
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 32
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 33
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Onderhoud en verzorging, 34
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
NL
PWC 7148 W
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
26
NL
Installatie
Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat
verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de
wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de
functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.
Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het
geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u
contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer en de
rubberen ring met
bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic
doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat
ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een
muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal is
kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster
te schroeven (zie
afbeelding); de
inclinatiehoek, gemeten
ten opzichte van het werkvlak, mag de niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van
de automaat tijdens de werking. In het geval van
vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes
zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is
voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan
op de koudwaterkraan
met een mondstuk met
schroefdraad van 3/4 gas
(zie afbeelding).
Voordat u de
wasautomaat aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan de
wasautomaat door hem
op de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de
buis zijn.
De waterdruk van de kraan moet zich binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden
(zie bladzijde hiernaast).
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een
bevoegde installateur.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
27
NL
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen
de 65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de
bijgeleverde steun aan
de kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit
niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde
doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag
hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet
u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker
of het stopcontact vervangen worden.
De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,
aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en
onweer bloot te stellen.
Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik
neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met
wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
PWC 7148 W
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 55
Vermogen
van 1 tot 7 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat
is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1400 toeren per minuut
Controle-program-
ma's volgens de
norm EN 60456
programma 2; temperatuur 60°C;
uitgevoerd met 7 kg lading.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EEC voorschriften:
-89/336/EEC van 03/05/89
(Elektromagnetische compatiabiliteit)
en successievelijke modificaties
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en
wasversterkers (zie Wasmiddelen en wasgoed).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de
wasautomaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de
programmas. Gedurende het programma blijft de
knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het
selecteren van de beschikbare functies. Het
controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven.
CENTRIFUGE toets: voor het instellen of uitsluiten
van de centrifuge (zie Persoonlijke Instellingen).
TEMPERATUUR toets: voor het instellen van de
temperatuur of koud wassen
(zie Persoonlijke Instellingen).
UITGESTELDE START toets
Stelt de start van de machine uit tot aan 9 uren:
Druk meerdere malen op de toets totdat het
controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort
aangaat.
Als u vier keer achter elkaar op de knop drukt zal de
optie worden uitgeschakeld.
N.B.: Als de START/PAUZE knop eenmaal is
ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden
voor u het ingestelde programma van start doet gaan.
Deze optie is bij alle programma's mogelijk.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het
volgen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien
of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om
programmas te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u
op deze toets. Het oranje licht van het betreffende
controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje
van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uit is, kunt u
het deurtje openen.
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op
deze toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
enkele minuten uitschakelt (stand-by) indien men het
niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en
wacht tot de wasautomaat weer aangaat.
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
Toets met
controlelampje
START/
PAUSE
Bedieningspaneel
Wasmiddelbakje
ON/OFF
toets
UITGESTELDE
START
toets
Controlelampjes
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
toets
CENTRIFUGE
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
29
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie Uitgestelde Start is geactiveerd
(zie Persoonlijke Instellingen) zal, nadat het program-
ma is gestart, het controlelampje dat bij de
uitgestelde start hoort gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende
wachttijd getoond, met het knipperen van het
betreffende controlelampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het
ingestelde programma van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan
om te tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende
controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende
controlelampje aan. Als de gekozen functie niet
geschikt is voor het ingestelde programma gaat het
betreffende controlelampje knipperen en zal de functie
niet worden geactiveerd. Als de geselecteerde functie
niet compatibel is met een optie die daarvòòr is
ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de
tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje
van de geactiveerde functie zal aangaan.
N.B.: als de SMART-optie ingesteld is, kunnen andere
niet compatibele opties niet geactiveerd worden.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de
deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per
ongeluk wordt geopend. Om het deurtje te openen
moet u wachten tot het controlelampje uitgaat. Om
de deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de
knop START/PAUSE; als het controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen.
Het snel knipperen van de controlelampjes van de
"Opties" en van START/PAUSE samen met het
aangaan van de controlelampjes "lopende wasfase"
en DEUR GEBLOKKEERD geven een storing aan
(zie "Storingen en oplossingen").
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna
blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het
controlelampje START/PAUSE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie Persoonlijke instellingen).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie Persoonlijke instellingen).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie Wasmiddelen en wasgoed).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast
blauw licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/
PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje
aan. Als het controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan
zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de ON/OFF toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Waterafvoer
Einde hoofdwas
END
30
NL
Wasmiddel en wasversterkers
Beschrijving van het Programma
Max.
Temp.
(°C)
Max. snelheid
(toeren per
minuut)
Voorwas
Was
sen
Bleekmi
ddel
Was
verza
chter
Max.
lading
(kg)
Duur
cyclus
Dagelijkse wassen
1 Katoen met voorwas: zeer vuile witte was.
90° 1400
• • - •
7 171
2 Wit katoen: zeer vuile witte was.
90° 1400
- • • •
7 152
2 Wit katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1400
- • • •
7 153
2 Katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was.
40° 1400
- • • •
7 147
3 Katoen: zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1400
- • • •
7 130
4 Bont Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1400
- • • •
7 92
5 Synthetisch: zeer zo vuile kleurvaste bonte was.
60° 800
- • • •
3 80
6 Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40° 800
- • • •
3 74
7 Jeans
40° 800
- • - •
3,5 80
8 Overhemden/blouses
40° 600
- • • •
2 70
9
Mix-Cool 30’: Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
Wateraf
voer
800
- • - •
3 30
Speciale wassen
10 Wol: voor wol, kasjmier, etc.
40° 600
- • - •
1,5 55
11 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0
- • - •
1 55
12 Sport Shoes
30° 600
- • - •
Max. 2
paar
50
13 Outwear
30° 600
- • - -
2 46
Gedeeltelijke wassen
Spoelen
- 1400
- - •
7 36
Centrifugeren
- 1400
- - - -
7 16
Waterafvoer
- 0
- - - -
7 2
Programmas
De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Programmas
31
NL
Instellen van de temperatuur
De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen (
).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Instellen van de centrifuge
De CENTRIFUGETOETS indrukken te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
De maximum snelheden voorzien voor de programmas zijn:
Programmas Maximum snelheid
Katoen 1400 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 600 toeren per minuut
Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool
.
De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum
voorzien voor dat programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het
ingestelde programma.
Middels optie kan de was op basis van de daadwerkelijk in de machine geladen was zo efficiënt mogelijk
uitgevoerd worden, waardoor de wastijd en het water- en energieverbruik verminderd worden. Door op toets
te drukken kan voorts het gewenste soort was worden geselecteerd:
Intensive: intensieve was voor zeer vuil wasgoed.
4 You: standaard was voor normaal vuil wasgoed.
Fast: snelwas voor weinig vuil wasgoed.
Kan alleen ingesteld worden met programmas 1, 2, 3, 4, 5, 6 (alle drie de niveaus) en 7, 8, 9 (niveaus 4 You en Fast).
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel
verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programmas 9,
, .
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder
kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten
ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUSE gaan
knipperen (de eerste blauw, de tweede oranje) en het controlelampje "END" gaat aan. Om de cyclus te
beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
Bij het cyclus 11 - 13 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het
controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase
SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op
de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
Kan niet ingesteld worden bij programmas 9, 10, 12,
, .
Bleken
Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor
bestemde bakje 4 te gieten (zie Bleekcyclus).
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programmas 1, 7, 9, 10, 11, 12, 13, , .
Persoonlijke instellingen
32
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter.
Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien
die te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of
de wasversterker er als
volgt in:
bakje 1: Wasmiddel
voor voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel
erin strooit moet u
controleren of het bakje 4
is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in
het bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig
wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate
bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen,
synthetische stoffen en wol. Plaats het bijgeleverde
extra bakje 4 in bakje 1.
Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het
niveau "max", aangegeven op de centrale pin, niet
wordt overschreden (zie afb.). Als u alleen wilt bleken
giet u het bleekwater in het extra bakje 4, stelt u het
programma Spoelen
en activeert u de functie
Bleken (
. Voor bleken tijdens het wassen giet u
het wasmiddel en de toevoegmiddelen in de bakjes,
stelt u het gewenste programma in en activeert u de
functie Bleken (
.
Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend
voor droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 7 kg
Synthetische stoffen: max 3 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 1,5 kg
Zijde: max 1 kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik
het programma 7.
Overhemden/blouses:gebruik programma 8 om
overhemden/blouses van verschillende soorten stof en
kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging
en een minimale kreukvorming.
Mix-Cool 30:
is ontwikkeld om niet zo vuile was in
weinig tijd te wassen: het duurt slechts 30 minuten en
bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma 9 kunt
u verschillende soorten stoffen tesamen wassen
(behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg.
Wol: met het programma 10 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die
met het etiket "alleen handwas"
. Voor de beste
resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken
en nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 11 om alle
zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een
speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de
bijgeleverde zak. Gebruik het programma 11.
Sport Shoes (programma 12) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten
dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Outwear (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen
van waterafstotende materialen en regenjassen (bv.
goretex, polyester en nylon). Om optimale resultaten te
bereiken gebruikt u hoeveelheid vloeibaar wasmiddel die
voldoet voor een halve lading. U dient manchetten, kragen
en vlekken voor te behandelen. Gebruik geen
wasverzachter of wasmiddelen waar wasverzachter in zit.
Met dit programma kunt u geen donzen ski-jacks wassen.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de
automaat de lading voor het centrifugeren op een
gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te
laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan
de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de
lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de
wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit
balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren
in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering
te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
4
2
3
1
4
2
1
3
33
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
De wasmachine is ontworpen en geproduceerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven
en moeten aandachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor
huishoudelijk niet-professioneel gebruik.
De wasautomaat mag alleen door volwassenen
worden gebruikt en volgens de instructies in deze
handleiding.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, maar altijd door de stekker
zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer
heet kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme
dat een ongewild openen van de deur voorkomt,
kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan
met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig.
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet
u controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt
u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur,
vereist dat oude huishoudelijke electrische appa
raten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optima
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid
en het milieu te reduceren. Het symbool op het
product van de afvalcontainer met een kruis
erdoor herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat
apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Handmatige opening van de deur
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u
wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan
dient u het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het
waterniveau in de automaat
lager is dan het deurtje; als
dat niet het geval is kunt het
water weg laten lopen door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het paneel aan de voorkant van de
wasautomaat (zie volgende pagina).
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding
naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek
hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de
deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
34
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de
wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen
met een spons en een lauw sopje worden
schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of
oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje door
op het hendeltje (1) te
drukken en het naar
voren te trekken (2) (zie
afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u
regelmatig doen.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden.
Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen
(muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp
beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt,
terechtkomen.
Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal
de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan de
voorzijde van de
wasautomaat door er
op het midden op te
drukken. Duw beide
zijkanten naar beneden
toe en verwijder het
paneel (zie
afbeeldingen).
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten
moet hij vervangen worden: gedurende het wassen
kan de hoge waterdruk onverwachts breuken
veroorzaken.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
2
1
1
2
3
35
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst
(zie Service)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van
de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen
watertoevoer (het
controlelampje van de eerste
wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water
aan- en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de
"Functies" en het controlelampje
"START/PAUSE" gaan knipperen, en
een van de controlelampjes van de
"lopende fase" en van "deur
geblokkeerd" blijven vast aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie Persoonlijke Instellingen).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af
geïnstalleerd (zie Installatie).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie Installatie).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de
waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst
inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een
flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de
wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te
verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programmas moet dit
met de hand worden gestart (zie Starten en Programmas).
De optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is actief: voor het beëindigen van het
programma drukt u op de START/PAUZE toets (Programmas en opties).
De afvoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd
(zie Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie Installatie).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie Installatie).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie Installatie).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie Onderhoud en
verzorging).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie Installatie).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet voor
wasautomaat, handwas en machinewas, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie Storingen en oplossingen).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het
telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat.
Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u
het deurtje opendoet.
195078272.01
06/2009 - Xerox Fabriano

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 26-27 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma, 28-29 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten Programma’s, 30 Programmatabel Persoonlijke instellingen, 31 PWC 7148 W Instellen van de temperatuur Instellen van de centrifuge Functies Wasmiddelen en wasgoed, 32 Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Bijzondere kledingstukken Balanceersysteem van de lading Voorzorgsmaatregelen en advies, 33 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van de deur Onderhoud en verzorging, 34 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Storingen en oplossingen, 35 Service, 36 25 Installatie NL  Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.  Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Hydraulische en elektrische aansluitingen Uitpakken en waterpas zetten Aansluiting van de watertoevoerbuis Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding).  Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. Waterpas zetten  De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). kinderen. 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 26  Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.  Gebruik nooit tweedehands buizen.  Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond  Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. NL  Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.  De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen.  Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2. Technische gegevens Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.  De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.  Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Model PWC 7148 W Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 55 Vermogen van 1 tot 7 kg Elektrische aansluitingen zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 52 liters Snelheid centrifuge tot 1400 toeren per minuut Controle-programma's volgens de norm EN 60456 programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 7 kg lading. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: -89/336/EEC van 03/05/89 (Elektromagnetische compatiabiliteit) en successievelijke modificaties - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) 27 Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma NL Bedieningspaneel Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS Controlelampjes ON/OFF toets PROGRAMMAKNOP Wasmiddelbakje Toetsen met controlelampjes FUNCTIE Toets met controlelampje TEMPERATUUR START/ PAUSE toets CENTRIFUGE toets Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD UITGESTELDE START toets Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wasautomaat. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de programma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan. Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. CENTRIFUGE toets: voor het instellen of uitsluiten van de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”). TEMPERATUUR toets: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”). UITGESTELDE START toets Stelt de start van de machine uit tot aan 9 uren: Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gewenste vertraging hoort aangaat. Als u vier keer achter elkaar op de knop drukt zal de optie worden uitgeschakeld. N.B.: Als de START/PAUZE knop eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het ingestelde programma van start doet gaan.  Deze optie is bij alle programma's mogelijk. 28 Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast). Toets met controlelampje START/PAUSE: om programma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het uit is, kunt u controlelampje DEUR GEBLOKKEERD het deurtje openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets. Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na enkele minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Controlelampjes Hoofdwas De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over: Spoelen Uitgestelde start Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd (zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort gaan knipperen: Waterafvoer Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd getoond, met het knipperen van het betreffende controlelampje: Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het ingestelde programma van start gaan. Controlelampjes lopende fase Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is: NL Centrifuge Einde hoofdwas END Functietoetsen en betreffende controlelampjes Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. N.B.: als de SMART-optie ingesteld is, kunnen andere niet compatibele opties niet geactiveerd worden. Controlelampje deur geblokkeerd: Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat. Om de deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen.  Het snel knipperen van de controlelampjes van de "Opties" en van START/PAUSE samen met het aangaan van de controlelampjes "lopende wasfase" en DEUR GEBLOKKEERD geven een storing aan (zie "Storingen en oplossingen"). Een programma starten 1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUSE. 2. Laad het wasgoed in en sluit de deur. 3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP. 4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”). 5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”). 6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). 7. Selecteer de gewenste functies. 8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast blauw licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/ PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen. aan. Als het controlelampje DEUR 9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan GEBLOKKEERD zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de ON/OFF toets. 29 Programma’s Programmatabel Programma’s NL Wasmiddel en wasversterkers Beschrijving van het Programma Max. Tem p. (°C) Max. snelheid (toeren per minuut) Voorwas Was sen Bleekmi ddel Was verza chter • - • • • • • • • • • • • • • • • • • • • - • • • • • • • • • • • - • • • • - • • • - - - • - • - Max. lading (kg) Duur cyclus 7 171 7 152 7 153 7 147 7 130 7 92 3 80 Dagelijkse wassen 1 Katoen met voorwas: zeer vuile witte was. 90° 1400 2 Wit katoen: zeer vuile witte was. 90° 1400 2 Wit katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400 2 Katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400 3 Katoen: zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400 4 Bont Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1400 5 Synthetisch: zeer zo vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 6 Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 7 Jeans 40° 800 8 Overhemden/blouses Mix-Cool 30’: Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Speciale wassen 9 40° Wateraf voer 600 800 10 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 600 11 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 12 Sport Shoes 30° 600 Outwear 30° 600 Spoelen - 1400 Centrifugeren - 1400 Waterafvoer - 0 13 3 74 3,5 80 2 70 3 30 1,5 55 1 Max. 2 paar 2 55 7 36 7 16 7 2 50 46 Gedeeltelijke wassen De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. 30 Persoonlijke instellingen Instellen van de temperatuur De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. Instellen van de centrifuge De CENTRIFUGETOETS indrukken te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn: Programma’s Maximum snelheid Katoen 1400 toeren per minuut Synthetisch 800 toeren per minuut Wol 600 toeren per minuut Zijde alleen waterafvoer . U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat programma. Functies De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma. Middels optie kan de was op basis van de daadwerkelijk in de machine geladen was zo efficiënt mogelijk uitgevoerd worden, waardoor de wastijd en het water- en energieverbruik verminderd worden. Door op toets te drukken kan voorts het gewenste soort was worden geselecteerd: Intensive: intensieve was voor zeer vuil wasgoed. 4 You: standaard was voor normaal vuil wasgoed. Fast: snelwas voor weinig vuil wasgoed.  Kan alleen ingesteld worden met programma’s 1, 2, 3, 4, 5, 6 (alle drie de niveaus) en 7, 8, 9 (niveaus 4 You en Fast). Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 9, , . Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUSE gaan knipperen (de eerste blauw, de tweede oranje) en het controlelampje "END" gaat aan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het cyclus 11 - 13 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Kan niet ingesteld worden bij programma’s 9, 10, 12, , . Bleken Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde bakje 4 te gieten (zie “Bleekcyclus”).  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 9, 10, 11, 12, 13, , . 31 NL Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.  Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of 44 de wasversterker er als volgt in: 3 1 3 bakje 1: Wasmiddel 22 voor voorwas (poeder) Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of het bakje 4 is verwijderd. bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. extra bakje 4: Bleekmiddel Bleekcyclus  Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol. Plaats het bijgeleverde extra bakje 4 in bakje 1. Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het niveau "max", aangegeven op de centrale pin, niet wordt overschreden (zie afb.). Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het extra bakje 4, stelt u het en activeert u de functie programma “Spoelen” “Bleken” ( . Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de functie “Bleken” ( . Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit. Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 7 kg Synthetische stoffen: max 3 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 1,5 kg Zijde: max 1 kg 32 Hoeveel weegt wasgoed? 1 1 1 1 1 laken 400-500 g. sloop 150-200 g. tafelkleed 400-500 g. badjas 900-1200 g. handdoek 150-250 g. Bijzondere kledingstukken Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 7. Overhemden/blouses:gebruik programma 8 om overhemden/blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale kreukvorming. Mix-Cool 30’: is ontwikkeld om niet zo vuile was in weinig tijd te wassen: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma 9 kunt u verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg. Wol: met het programma 10 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die . Voor de beste met het etiket "alleen handwas" resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden. Zijde: gebruik het speciale programma 11 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen:vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde zak. Gebruik het programma 11. Sport Shoes (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Outwear (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van waterafstotende materialen en regenjassen (bv. goretex, polyester en nylon). Om optimale resultaten te bereiken gebruikt u hoeveelheid vloeibaar wasmiddel die voldoet voor een halve lading. U dient manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen. Gebruik geen wasverzachter of wasmiddelen waar wasverzachter in zit. Met dit programma kunt u geen donzen ski-jacks wassen. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Voorzorgsmaatregelen en advies  De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • De wasautomaat mag alleen door volwassenen worden gebruikt en volgens de instructies in deze handleiding. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. Handmatige opening van de deur Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u het volgende te doen: 1. haal de stekker uit het stopcontact. 2. controleer dat het waterniveau in de automaat lager is dan het deurtje; als dat niet het geval is kunt het water weg laten lopen door middel van de afvoerbuis en dit opvangen in een emmer, zoals aangegeven in de afbeelding. 3. verwijder het paneel aan de voorkant van de wasautomaat (zie volgende pagina). • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. 4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur. 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. 33 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het laadje door op het hendeltje (1) te drukken en het naar voren te trekken (2) (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. 1 2 Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.  Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1 2 34 3 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de wasautomaat door er op het midden op te drukken. Duw beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het paneel (zie afbeeldingen). 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.  Gebruik nooit tweedehands buizen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De De De De De De wasautomaat heeft geen watertoevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”). • De optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is actief: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Programma’s en opties). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de "Functies" en het controlelampje "START/PAUSE" gaan knipperen, en een van de controlelampjes van de "lopende fase" en van "deur geblokkeerd" blijven vast aanstaan. • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. deur zit niet goed dicht. ON/OFF toets is niet ingedrukt. START/PAUSE toets is niet ingedrukt. waterkraan is niet open. uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). 35 NL Service 195078272.01 06/2009 - Xerox Fabriano Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. NL  Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N); Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 36
1 / 1

Indesit pwc 7148 w de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor