Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V2_1115_01/SM
Werking van de plafondbewegingsmelder
De in de plafondbewegingsmelder geïntegreerde PIR-sensor reageert op temperatu-
urveranderingen in het registratiebereik, bijv. wanneer een mens, of een dier in het
registratiebereik komt, waarvan de temperatuur anders is dan de achtergrond.
Om een optimale bewegingsherkenning te garanderen moet de plafondbewegings-
melder zodanig worden geplaatst, dat het te registreren object niet op de PIR-sensor
afkomt, maar van links naar rechts of omgekeerd eraan voorbij gaat. Let hierop wan-
neer u het product monteert.
De in het hoofdstuk „Technische gegevens“
vermelde PIR-reikwijdte kan in de praktijk
uitsluitend onder optimale omstandigheden
worden bereikt.
Bovendien moet er rekening mee worden
gehouden dat het registratiebereik kegel-
vormig is, wat bepaalde beperkingen van het
detectievermogen met zich meebrengt.
Zodra bijv. iemand het registratiebereik (zie bovenstaande afbeelding) binnenloopt
wordt de plafondbewegingsmelder pas geactiveerd, wanneer het warmteverschil met
de achtergrond voldoende groot is.
De reikwijdte voor de herkenning van een beweging is afhankelijk van meerdere
factoren:
• Montagehoogte van de plafondbewegingsmelder
• Temperatuurverschil tussen het zich bewegende object en de achtergrond (omge-
ving)
• Grootte van het object
• Afstand van het object ten opzichte van de plafondbewegingsmelder
• Bewegingsrichting en -snelheid
• Omgevingstemperatuur
Na het activeren van de netspanning duurt het ca. 30 seconden, voordat de sensor in
de plafondbewegingsmelder zich op de achtergrondtemperatuur heeft ingesteld en de
temperatuurveranderngen in het registratiebereik herkent.
Er kan in principe niet door glas (bijv. een raam) worden gedetecteerd.
Aansluiten
Verbind de aansluitleidingen met de
betreffende schroefklemmen:
L = fase (bruine kabel)
N = neutraal (blauwe kabel)
A = Schakeluitgang voor het aanslui-
ten van de verbruiker
Houd rekening met het opschrift in de be-
huizing naast de schroefklemmen.
Monteren
Neem de informatie in het hoofdstuk „Voorbereidingen op het monteren’’ in
acht!
• Bevestig de plafondbewegingsmelder met twee
schroeven en pluggen aan het plafond.
Gebruik - afhankelijk van de ondergrond - geschikte
schroeven resp. pluggen.
Zorg er bij het boren en vastschroeven voor,
dat er geen kabels of leidingen beschadigd
worden!
Zorg er ook voor dat de aansluitkabels niet
bekneld of beschadigd worden!
• Na de configuratie van de instelknop (zie volgende
hoofdstuk) plaatst u de afdekking erop en vergrendelt
u deze door 1x met de klok mee te draaien.
• Het registratiebereik kan worden verkleind door op de lens van de plafondbewe-
gingsmelderr een stuk ondoorzichtig plakband te plakken.
Instelknop op de plafondbewegingsschakelaar
• Instellen van de inschakelduur (draaiknop „TIME“)
Met deze draaiknop kan de tijd voor de inschakelduur voor de aangesloten verbru-
iker worden ingesteld. Een draai naar links, tegen de wijzers van de klok in, verkort
de inschakelduur, een draai naar rechts verlengt de inschakelduur.
Indien tijdens de inschakelduur opnieuw een beweging wordt herkend, dan start de
tijd voor de inschakeltijd opnieuw.
• Instellen van de helderheidsregeling (draaiknop „LUX“)
Via deze draaiknop kan de schakeldrempel worden ingesteld, vanaf welke omge-
vingshelderheid de plafondbewegingsmelder wordt geactiveerd.
Bij draaien naar links, tegen de wijzers van de klok in wordt de plafondbewegings-
melder pas bij grotere duisternis geactiveerd, bij draaien naar rechts, met de wijzers
van de klok mee in de richting van het zonsymbool, al bij een lichtere omgeving.
Gebruik
Zoals al uitgelegd in het hoofdstuk „Werking van de plafondbewegingsmelder’’, rea-
geert de PIR-sensor in de plafondbewegingmelder op temperatuurveranderingen in
het registratiebereik.
Zou er een temperatuurverandering herkend worden, dan wordt het relais in werking
gesteld en de aangesloten verbruiker voor de ingestelde tijd ingeschakeld. Indien tij-
dens de inschakeltijd opnieuw een beweging wordt herkend, dan start de tijd voor de
inschakeltijd opnieuw, de verbruiker blijft ingeschakeld.
Wordt er geen temperatuurverandering meer herkend, dan wordt de aangesloten ver-
bruiker uitgeschakeld.
Werkingstest
Ga als volgt te werk als u na de montage een werkingstest wilt doorvoeren:
• Draai de draaiknop „TIME“ geheel naar links (tegen de klok in), om de kortste in-
schakelduur te kiezen.
• Draai de draaiknop „LUX“ geheel naar rechts (met de klok mee) in de richting van
het zonpictogram.
• Doorloop het registratiebereik. Wanneer de PIR-sensor een warmteverandering in
het registratiebereik waarneemt, wordt de verbruiker enkele seconden ingescha-
keld en vervolgens weer uitgeschakeld (voor zover geen warmteverandering meer
plaatsvindt).
Service en onderhoud
De plafondbewegingsmelder is onderhoudsvrij, demonteer deze nooit (uitgezonderd
voor de in deze gebruiksaanwijzing beschreven montage). Onderhoud of reparaties
mogen uitsluitend door een elektromonteur worden uitgevoerd.
Maak de halfkogelvormige lens van de plafondbewegingsmelder af en toe vrij van stof
of aanslag, gebruik hiervoor slechts een droge, schone, zachte doek.
Verwijdering
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de gelden-
de wettelijke bepalingen.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ................................ 220 - 240 V/AC, 50 Hz
Opgenomen vermogen ...................... ca. 0,45 W (stand-by)
Schakelcontact .................................. Relais
Schakelvermogen (aansluiting A) ... 1200 W (ohmse belasting)
............................................................... 300 W (inductieve belasting)
Verbruikers met voornamelijk ohmse belasting zijn bijv. gloeilampen en ver-
warmingen.
Verbruikers met inductieve belasting zijn bijv. motoren, voorschakelappara-
ten, conventionele transformatoren en energiebesparende lampen.
Montagepositie .................................. Wand of plafondmontage, uitsluitend in droge,
gesloten binnenruimtes
Schakelduur ....................................... instelbaar, 10 seconden (±3 seconden)
............................................................... tot max 15 Minuten (±2 Minuten)
Omgevingshelderheid ....................... instelbaar, 3 - 2000 lux
Registratiehoek .................................. 360°
Montagehoogte .................................. 2,2 - 4,0 m
PIR-reikwijdte ..................................... ca. max. 12 m (bij +24 °C)
Omgevingstemperatuur .................... 0 °C tot +40 °C (mindere reikwijdte bij hogere tem-
peraturen dan +24 °C)
Omgevingsvochtigheid...................... 0% tot max. 93% relatieve luchtvochtigheid, niet
condenserend
Afmetingen (Ø x h) ............................. 88 x 56 mm
Gewicht................................................ ca. 103 g