Documenttranscriptie
2
www.aeg.com
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE......................................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................4
3. BEDIENING..................................................................................................................6
4. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................9
5. AANWIJZINGEN EN TIPS.........................................................................................13
6. ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................................14
7. PROBLEEMOPLOSSING...........................................................................................16
8. MONTAGE................................................................................................................. 19
9. GELUIDEN..................................................................................................................20
10. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 21
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
1.
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
•
•
•
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
1.2 Algemene veiligheid
•
•
•
•
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– Boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
4
www.aeg.com
•
•
•
•
•
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in
de compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen,
ovens of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden
die te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om krassen
op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
NEDERLANDS
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
5
• Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
2.4 Binnenverlichting
• Het type lampje gebruikt voor dit
apparaat is niet geschikt voor de
verlichting van huishoudelijke
ruimten.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren
opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
6
www.aeg.com
3. BEDIENING
3.1 Bedieningspaneel
1
8
7
6
1 Display
2 Toets om de temperatuur van de
vriezer hoger te zetten
3 Toets om de temperatuur van de
vriezer lager te zetten
4 OK
5 Mode
6 Toets om de temperatuur van de
koelkast hoger te zetten
5
4
3
2
7 Toets om de temperatuur van de
koelkast lager te zetten
8 ON/OFF
Het is mogelijk om het vooraf ingestelde
geluid van toetsen te wijzigen door de
Mode-toets en de toets om de
temperatuur kouder te zetten,
tegelijkertijd gedurende enkele
seconden in te drukken. U kunt deze
wijziging ongedaan maken.
3.2 Display
A
B
C D
E
Off COOL
F
G
FROST
MATIC
MATIC
min
KJ
I
H
3.3 Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF-toets van het
apparaat als het display uit is. Het
temperatuurlampje toont de
ingestelde standaardtemperatuur.
Het alarm kan na een paar
seconden afgaan.
Zie 'Alarm hoge
temperatuur' voor informatie
over het resetten van het
alarm.
A. Indicatielampje koelvak
B. Weergave timer
/Temperatuurweergave
C. ON/OFF-indicatielampje
D. COOLMATIC-functie
E. LongFresh-functie
F. FROSTMATIC-functie
G. Indicatielampje voor temperatuur
H. Indicatie vriesvak
I. Alarmlampje
J. ChildLock-functie
K. MinuteMinder-functie
Zie 'Temperatuurregeling' om een
andere temperatuur in te stellen.
Zie als "dEMo" op het display verschijnt
het hoofdstuk 'Problemen oplossen'.
3.4 Uitschakelen
1. Druk de ON/OFF-toets van het
apparaat gedurende5 seconden in.
Het display wordt uitgeschakeld.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
NEDERLANDS
3.5 Temperatuurregelaar
Stel de temperatuur van het apparaat in
door op de temperatuurregelaren te
drukken.
Standaard ingestelde temperatuur:
• +5°C voor de koelkast
• -18°C voor de vriezer
De temperatuurweergave toont de
ingestelde temperatuur.
De ingestelde temperatuur
zal binnen 24 uur worden
bereikt.
Na een stroomonderbreking
blijft de ingestelde
temperatuur opgeslagen.
3.6 De koelkast inschakelen
Om de koelkast aan te zetten, drukt u
gewoon op de temperatuurregelaar van
de koelkast. Om de koelkast op de
andere manier in te schakelen:
1. Druk op Modetot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het OFF-indicatielampje van de koelkast
knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het OFF-indicatielampje van de koelkast
gaat uit.
Zie 'Temperatuurregeling'
om een andere temperatuur
in te stellen.
3.7 De koelkast uitschakelen
1. Druk op Modetot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het lampje OFF van de koelkast en het
lampje van het koelvak knipperen.
Het temperatuurlampje van de koelkast
toont streepjes.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het OFF-lampje van de koelkast wordt
getoond.
3.8 Alarm bij hoge
temperatuur
Een toename van de temperatuur in de
vriesruimte (bijvoorbeeld door een
eerdere stroomuitval) wordt aangegeven
door: knipperende indicatielampjes van
7
het alarm en de vriezertemperatuur en
de zoemer.
Druk op een willekeurige toets.
De zoemer gaat uit.
De temperatuurweergave van de vriezer
toont de hoogste temperatuur
gedurende een aantal seconden en
geeft vervolgens de ingestelde
temperatuur opnieuw weer.
Het alarmindicatielampje
blijft knipperen totdat de
normale omstandigheden
zijn hersteld.
3.9 COOLMATIC-functie
Als u een grote hoeveelheid warm
voedsel, bijvoorbeeld na het doen van
de boodschappen, in de koelkast wilt
plaatsen, adviseren wij u de
COOLMATIC-functie in te schakelen om
deze producten sneller te koelen en om
te voorkomen dat voedsel dat al in de
koelkast ligt warm wordt.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het COOLMATIC-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het COOLMATIC-lampje wordt
getoond.
De COOLMATIC-functie wordt
automatisch na ongeveer 6 uur
uitgeschakeld.
Om de functie uit te schakelen voor de
automatische uitschakeleing, herhaalt u
de procedure.
De functie gaat uit door een
andere ingestelde
koelkasttemperatuur te
selecteren.
3.10 LongFresh vakinstelling
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Op het display verschijnt 3. Dit is de
standaardinstelling die zorgt voor de
meest effectieve prestaties.
2. Druk op de temperatuurknoppen op
het bedieningspaneel om zo de
gewenste instelling te selecteren.
3. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
8
www.aeg.com
De indicator gaat na een paar seconden
terug naar de temperatuurweergave van
de koelkast.
Instel- Applicatie
ling
1-3
Vlees en vis
4-5
Vlees, vis, groenten en fruit bij
elkaar bewaard
3.11 FROSTMATIC-functie
De FROSTMATIC-functie versnelt het
invriezen van vers voedsel en beschermt
voedsel dat al wordt bewaard tegen
ongewenste opwarming.
1. Druk op de Mode-toets tot het
bijbehorende pictogram verschijnt.
Het FROSTMATIC-lampje knippert.
2. Druk op de toets OK om te
bevestigen.
Het FROSTMATIC-lampje wordt
getoond.
Deze functie stopt automatisch na 52
uur.
Om de functie uit te schakelen voor de
automatische uitschakeleing, herhaalt u
de procedure totdat het bijbehorende
pictogram FROSTMATIC is
uitgeschakeld.
De functie wordt
uitgeschakeld door een
andere ingestelde
temperatuur te selecteren.
3.12 Alarm bij open deur
Als de deur enkele minuten heeft
opengestaan, klinkt er een geluidsalarm.
Het alarm voor een geopende deur
bestaat uit:
• een knipperend alarmindicatielampje:
• een zoemer.
Als de normale omstandigheden zijn
hersteld (deur gesloten), wordt het
geluidsalarm uitgeschakeld. De zoemer
kan worden uitgeschakeld door op een
knop te drukken.
3.13 ChildLock-functie
Activeer de functie ChildLock om de
bediening van de knoppen te
vergrendelen tegen onbedoelde
bediening.
1. Druk op Modetot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het ChildLock-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het ChildLock-lampje wordt getoond.
Om de functie ChildLock uit te
schakelen, herhaalt u de procedure
totdat het bijbehorende pictogram
ChildLock uit gaat.
3.14 MinuteMinder-functie
De MinuteMinder-functie moet worden
gebruikt om een geluidsalarm op de
gewenste tijd in te stellen. Dit is
bijvoorbeeld handig als in een recept
staat dat producten een bepaalde tijd
moet afkoelen.
Deze functie is ook handig als u eraan
moet worden herinnerd dat u flessen in
de vriezer hebt gelegd om snel af te
koelen.
1. Druk op Modetot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het MinuteMinder-lampje knippert.
De Timer toont gedurende enkele
seconden de ingestelde waarde (30
minuten).
2. Druk op de timertoets om de waarde
van de timer te wijzigen van 1 tot 90
minuten.
3. Druk op OK om te bevestigen.
Het MinuteMinder-lampje wordt
getoond.
De Timer begint te knipperen (min).
Op het einde van de aftelling knippert
het lampje MinuteMinder en klinkt een
alarm. Druk op de OK-toets om het
geluid uit te schakelen en de functie te
beëindigen.
Om de functie uit te schakelen, herhaalt
u de procedure totdat MinuteMinder
wordt uitgeschakeld.
NEDERLANDS
9
Het is mogelijk om te allen
tijde tijdens het aftellen en
voor het einde van de
ingestelde tijd, de tijd te
veranderen door op de toets
voor het lager zetten van de
temperatuur en op de toets
voor het hoger zetten van de
temperatuur te drukken.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
4.2 Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van
voedselverpakkingen van verschillende
afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
1. Trek het plateau geleidelijk in de
richting van de pijlen totdat het los
komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
4.3 Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
schappen op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
WAARSCHUWING!
Voor een beter gebruik van
de ruimte kunnen de voorste
halve schappen (A) onder de
achterste worden geplaatst.
(B)
A
B
10
www.aeg.com
Verwijder de glasplaat
boven de groentelade niet
om een goede
luchtcirculatie te
garanderen.
4.4 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het
invriezen van vers voedsel en om
diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
functie FROSTMATIC en leg het in te
vriezen voedsel in het vriesvak.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
functie FROSTMATIC minimaal 24 uur
voordat u deze in het vriesvak legt.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in
het bovenste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden is vermeld
op het typeplaatje, een etiket dat aan
de binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur. voeg
tijdens deze periode geen ander voedsel
toe om in te vriezen.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de
vereiste temperatuur weer instellen (zie
"FROSTMATIC functie").
In deze conditie komt de
temperatuur in het
koelkastgedeelte mogelijk
onder de 0°C. Als dit het
geval is, stelt u de
thermostaatknop weer in op
een warmere instelling.
4.5 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet gebruikt is
inschakelt, dient u het apparaat minstens
2 uur op een hoge instelling te laten
werken voordat u er producten in plaatst.
WAARSCHUWING!
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als
de stroom langer is
uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische
kenmerken onder
"maximale bewaartijd bij
stroomuitval" is vermeld,
moet het ontdooide voedsel
snel geconsumeerd worden
of onmiddellijk bereid
worden en dan weer worden
ingevroren (nadat het
afgekoeld is).
4.6 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt
u, voordat het gebruikt wordt, in het
koelvak of op kamertemperatuur laten
ontdooien, afhankelijk van de
hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze
nog bevroren zijn: in dat geval zal de
bereiding iets langer duren.
4.7 LongFreshVak
De bewaartemperatuur en de relatieve
vochtigheidsgraad (tussen 45% en 90%)
bieden optimale omstandigheden om
verschillende soorten voedsel te
bewaren.
Zie voor de temperatuurinstellingen in
het vak LongFresh het gedeelte
“LongFresh vakinstelling”
Het vak LongFresh is geschikt voor het
bewaren van verschillende verse
levensmiddelen zodat de
voedingswaarden en de
vochtigheidsgraad langer bewaard
blijven dan in een gewone koelkast.
Het LongFresh-vak is ook geschikt voor
het ontdooien van voedsel.
Het ontdooide voedsel kan maximaal
twee dagen worden bewaard.
4.8 Vochtigheidsregeling
Het vak beschikt over stoppers die
ervoor zorgen dat de lades niet uit het
NEDERLANDS
11
apparaat vallen wanneer ze geheel naar
buiten worden getrokken. De lade
verwijderen:
Elke lade wordt apart geregeld met
behulp van een schuifklep op de
voorzijde van de lade.
1. Trek de lade tot het maximum uit.
2. Til de lade op en trek hem naar
buiten.
• "Droog": lage luchtvochtigheid, tot
50% relatieve luchtvochtigheid
Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt
bereikt wanneer beide schuifkleppen
De laden die waterdruppelsymbolen
en
kunnen worden
bevatten:
gebruikt in overeenstemming met de
gewenste opslagcondities, onafhankelijk
van elkaar, met lagere of hogere
luchtvochtigheid.
Soort gerecht
in deze positie worden gezet
en
de ventilatieopeningen helemaal
open staan.
• Vochtig": hoge relatieve
luchtvochtigheid, maximaal 90%
Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt
bereikt wanneer beide schuifkleppen
in deze positie worden gezet
en
de ventilatieopeningen zijn gesloten.
Het vocht in de lucht blijft behouden
en kan niet ontsnappen.
Aanpassing luchtvochtigheid
Opslagtijd
Uien
"droog”
tot 5 maanden
Boter
"droog”
tot 1 maand
Varkensvlees
"droog”
tot 10 dagen
Biefstuk, wild, varkensvlees,
gevogelte
"droog”
tot 7 dagen
Tomatensaus
"droog”
tot 4 dagen
Vis, schaaldieren, gekookte
vleesproducten
"droog”
tot 3 dagen
Gekookte zeevruchten
"droog”
tot 2 dagen
Salade, groenten wortels,
kruiden, spruitjes, bleekselderij
“vochtig”
tot 1 maand
Artisjokken, bloemkool, witlof, ijsbergsla, andijvie,
veldsla, sla, prei, radijsjes
“vochtig”
tot 21 dagen
Broccoli, Chinese kool, boerenkool, kool, radijsjes, savoie kool
“vochtig”
tot 14 dagen
Erwtjes, koolraap
“vochtig”
tot 10 dagen
12
www.aeg.com
Soort gerecht
Aanpassing luchtvochtigheid
Lenteuitjes, radijsjes, asperges, spinazie
Opslagtijd
“vochtig”
tot 7 dagen
“vochtig”
tot 1 maand
Pruimen
rabarber, kruisbessen
“vochtig”
tot 21 dagen
Appels (ongevoelig voor
kou), kweeperen
“vochtig”
tot 20 dagen
Abrikozen, kersen
“vochtig”
tot 14 dagen
Damastpruimen, druiven
“vochtig”
tot 10 dagen
Bramen, aalbessen
“vochtig”
tot 8 dagen
Vijgen (vers)
“vochtig”
tot 7 dagen
Bosbessen, frambozen
“vochtig”
tot 5 dagen
Fruit
Peren, dadels (vers), aardbeien, perziken
Cakes met room of een
andere soorten
deegproducten kunnen in
het LongFresh-vak worden
bewaard gedurende 2 of 3
dagen.
Niet in het LongFresh-vak
plaatsen:
• fruit dat kwetsbaar is voor kou en op
kelder- of kamertemperatuur dient te
worden bewaard zoals ananas,
bananen, grapefruit, meloenen,
mango, papaja, sinaasappels,
citroenen en kiwi's.
• Het type voedsel dat hierboven niet
wordt genoemd, dient te worden
bewaard in het koelvak (bijv. alle
soorten kaas, koude vleeswaren, etc.)
Het niveau van
luchtvochtigheid in de laden
hangt af van de hoeveelheid
vocht in het opgeslagen
voedsel, groenten en fruit en
van de frequentie waarop de
deur wordt geopend
Het LongFresh-vak is ook geschikt voor
het langzaam ontdooien van voedsel. In
dat geval kan het ontdooide voedsel
maximaal twee dagen worden bewaard
in het LongFresh-vak.
• Let op de versheid van het voedsel, in
het bijzonder op de vervaldatum. De
kwaliteit en versheid hebben invloed
op de bewaartijd.
• De gehele opslagtijd hang af van de
bewaaromstandigheden voor de
uiteindelijke opslag in de koelkast.
• Voedsel, fruit of groenten moet altijd
worden verpakt voordat het wordt
bewaard.
• Dierenvoedsel: altijd droog en
verpakt bewaren
• Voedsel dat rijk is aan proteïnen zal
sneller bederven. Dat betekent dat
schaal- en schelpdieren eerder
bederven dan vis en dat vis eerder
bederft dan vlees. Hoewel de
bewaartijd tot drie keer verlengd kan
worden zonder kwaliteit te verliezen
voor dat soort voedsel dat wordt
bewaard in een LongFresh-vak.
• Al het eten dat in een LongFresh-vak
wordt bewaard, dient ongeveer 15-30
NEDERLANDS
minuten voor consumptie uit de lades
te worden gehaald - met name fruit
en groenten die worden
geconsumeerd zonder aanvullend
bereidingsproces. Als u fruit en
groenten op kamertemperatuur laat
komen, komt dat ten goede aan de
structuur en smaak.
4.9 DYNAMICAIR
Het koelvak is voorzien van een apparaat
dat snelle koeling van voedsel mogelijk
maakt en zorgt voor een gelijkmatigere
temperatuur in het vak.
Het apparaat activeert automatisch
indien nodig, bijvoorbeeld voor een snel
temperatuurherstel nadat de deur is
geopend of als de
omgevingstemperatuur hoog is.
13
Het DYNAMICAIR-apparaat
stopt als de deur open is en
start onmiddellijk opnieuw
nadat de deur is gesloten.
4.10 Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden
uit de vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
5.1 Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal
tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door
leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en
ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
5.2 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
5.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in
het bijzonder als het een sterke geur
heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de
lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
14
www.aeg.com
5.4 Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude
gerechten: bedekken en op een
schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in
een speciale lade leggen. Bananen,
aardappelen, uien en knoflook
moeten als deze niet verpakt zijn niet
in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte
bakjes leggen of in aluminiumfolie of
plastic zakjes wikkelen om zoveel
mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in
de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
5.5 Tips voor het invriezen
Om u te helpen het voedsel zo goed
mogelijk in te vriezen, volgen hier een
paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die
in 24 uur ingevroren kan worden, staat
vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens
deze periode moet er geen ander in
te vriezen voedsel worden
toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties
voor, zo kan het snel en volledig
worden ingevroren en zo kunt u later
•
•
•
•
•
alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
wikkel het voedsel in aluminiumfolie
of plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn;
leg vers, nog niet ingevroren voedsel
niet tegen het al ingevroren voedsel,
om te voorkomen dat dit laatste warm
wordt;
mager voedsel kan beter worden
ingevroren dan vet voedsel. Zout
zorgt dat het voedsel in de vriezer
minder lang goed blijft;
water bevriest, als dit rechtstreeks uit
het vriesvak geconsumeerd wordt,
kan het aan de huid vastvriezen;
het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is.
5.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat
te verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op
geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van
de winkel naar uw vriezer gebracht
worden;
• de deur niet vaker te openen of open
te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is,
bederft het snel en kan het niet
opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan
de door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene waarschuwingen
LET OP!
Voordat u welke
onderhoudshandeling dan
ook verricht, de stekker uit
het stopcontact trekken.
NEDERLANDS
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen
uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en
onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt
om in een afwasmachine
gewassen te worden.
6.2 Periodieke reiniging
LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant
van de kast en verplaats of
beschadig ze niet.
6.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt elke keer als de
compressormotor tijdens normale
werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd.
Het dooiwater loopt via een gootje in
een speciale opvangbak aan de
achterkant van het apparaat, boven de
compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet
beschadigt.
LET OP!
Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon en
vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.
Deze handeling zal de prestatie van
het apparaat verbeteren en het
elektriciteitsverbruik besparen.
15
6.4 De vriezer ontdooien
LET OP!
Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om
de rijp van de verdamper te
krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen mechanische
of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die
door de fabrikant zijn
aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens
het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen,
kan de veilige bewaartijd
verkorten.
16
www.aeg.com
Stel ongeveer 12 uur
voordat u gaat ontdooien
een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve
op te bouwen voor de
onderbreking tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer
en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een
koele plaats.
WAARSCHUWING!
Raak ingevroren voedsel
niet met natte handen
aan. Uw handen kunnen
dan aan de producten
vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde
voedsel terug in het vriesvak.
6.5 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt
wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon.
4. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
5. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten,
vraag dan iemand om het zo
nu en dan te controleren,
om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft,
als de stroom uitvalt.
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Wat moet u doen als…
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is uitgeschakeld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
NEDERLANDS
Probleem
17
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai.
Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Er is een hoorbaar of zichtbaar alarm.
De kist is kortgeleden aan- Zie 'Deur open alarm' of
gezet of de temperatuur is 'Alarm hoge temperatuur'.
nog steeds te hoog.
De temperatuur in het apparaat is te hoog.
Zie 'Deur open alarm' of
'Alarm hoge temperatuur'.
De deur is open gelaten.
Sluit de vuldeur.
De temperatuur in het apparaat is te hoog.
Neem contact op met een erkend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Er verschijnt een vierkant
symbool in plaats van getallen op het temperatuurdisplay.
Probleem met de temperatuursensor.
Neem contact op met de klantenservice (het koelsysteem
blijft werken om uw levensmiddelen koud te houden, maar
de temperatuur kan niet aangepast worden).
Het lampje werkt niet.
Het lampje staat in de
stand-by stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk.
Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservice.
De compressor werkt continu.
De temperatuur is goed in- Zie 'Bediening'.
gesteld.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur.
De omgevingstemperatuur Zie het typeplaatje voor de kliis te hoog.
maatklasse.
Het voedsel dat in het ap- Laat voedsel afkoelen tot kaparaat werd geplaatst, was mertemperatuur voordat u het
te warm.
bewaart.
De deur is niet goed gesloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De FROSTMATIC is ingeschakeld.
Zie 'FROSTMATIC -functie'.
18
www.aeg.com
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De COOLMATIC is ingeschakeld.
Zie 'COOLMATIC -functie'.
De dop van de waterafvoer Plaats de dop voor de waterafbevindt zich niet op de
voer op de juiste manier.
juiste plaats.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is goed in- Zie 'Bediening'.
gesteld.
De compressor start niet on- Dit is normaal, er is geen
middellijk na het drukken op storing.
FROSTMATIC of na het veranderen van de temperatuur.
De compressor start na enige
tijd.
De compressor start niet on- Dit is normaal, er is geen
middellijk na het drukken op storing.
COOLMATIC of na het veranderen van de temperatuur.
De compressor start na enige
tijd.
Er loopt water in de koelkast.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat Zorg ervoor dat de producten
het water in de wateropde achterwand niet raken.
vangbak loopt.
Er ligt water op de vloer.
De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdamperbak boven de
compressor.
Maak de dooiwaterafvoer vast
op de verdamperbak.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De functie FROSTMATIC
of COOLMATIC is ingeschakeld.
Schakel FROSTMATIC of
COOLMATIC handmatig uit,
of wacht tot de functie automatisch reset om de temperatuur in te stellen. Zie 'FROSTMATIC of COOLMATIC-functie'.
dEMo verschijnt op het display.
Het apparaat staat in de
demonstratiemodus.
Houd OK ongeveer 10 seconden ingedrukt tot een lang geluid klinkt en het display even
uitschakelt.
De temperatuur in het appa- De temperatuurknop is
raat is te laag/hoog.
niet goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere temperatuur in.
NEDERLANDS
Probleem
19
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De deur is niet goed gesloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Conserveer minder producten
tegelijk.
De dikte van de rijp is
meer dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend.
Open de deur alleen als het
nodig is.
Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
7.2 Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een LEDbinnenlampje dat een lange levensduur
heeft.
7.3 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg de montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de erkende servicedienst.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de
verlichting vervangen. Neem contact op
met de klantenservice.
8. MONTAGE
8.1 Locatie
Raadpleeg de montageinstructies voor de
installatie.
Installeer, om de beste prestatie te
garanderen, het apparaat van
hittebronnen vandaan, zoals radiatoren,
boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor
dat lucht vrij aan de achterkant van het
apparaat kan circuleren.
8.2 Plaatsing
Installeer het apparaat op een droge,
goed geventileerde plaats binnen waar
de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse die vermeld is op
het typeplaatje van het apparaat.
Klimaat- Omgevingstemperatuur
klasse
SN
+10°C tot + 32°C
N
+16°C tot + 32°C
ST
+16°C tot + 38°C
T
+16°C tot + 43°C
20
www.aeg.com
Bij bepaalde modeltypes
kunnen er functionele
problemen ontstaan als deze
temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste
werking van het apparaat
kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels
hebt over waar het apparaat
te installeren, raadpleeg dan
de verkoper, de
klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
regels, raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen.
8.4 Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
min.
200 cm2
5 cm
8.3 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit
doel Als het stopcontact niet geaard
is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
min.
200 cm2
LET OP!
Raadpleeg de montageinstructies voor de
installatie.
9. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
SSS
RRR
!
HISSS!
OK
UB
BL
B!
ICK
CL
!
BRRR!
CR
AC
K!
NEDERLANDS
SSSRRR!
HISSS!
BLUBB!
CLICK!
SSSRRR!
BRRR!
HISSS!
CRACK!
BLUBB!
10. TECHNISCHE GEGEVENS
10.1 Technische gegevens
Afmetingen van de inbouw
In hoogte
mm
1780
Breedte
mm
560
Diepte
mm
550
CLICK!
BRRR!
CRACK!
21
22
www.aeg.com
Maximale bewaartijd bij stroomuitval
Uur
24
Spanning
Volt
230-240
Frequentie
Hz
50
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnen- of buitenkant
van het apparaat en op het energielabel.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.