3
NL
Selecteer de gewenste droogtijd door aan de knop te
draaien. Bevestig met de knop.
Droogheidsniveau instellen, indien nodig
Wanneer u het droogniveau wilt wijzigen, zorg er dan voor
dat de droogniveautoets « brandt.
Draai de knop om het gewenste droogniveau te selecteren
en daarna de knop indrukken om te bevestigen.
Selecteer opties, indien nodig
Wanneer u extra opties wilt selecteren ervoor zorgen dat
de Opties toets « brandt. De opties die voor uw programma
geselecteerd kunnen worden staan aangegeven met
verlichte pijlen.
Selecteer de gewenste opties door aan de knop te draaien.
Het symbool voor de geselecteerde optie knippert. Druk op
de toets om te bevestigen.
Een aantal opties / functies kunnen worden geselecteerd
door rechtstreeks op de toets te drukken.
Raadpleeg de paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN
INDICATOREN voor meer informatie.
INDIVIDUELE MODUS
Nadat u de droger heeft ingeschakeld bent u niet
gedwongen de BEGELEIDE MODUS te volgen.
Het is aan u om de volgorde te kiezen waarin u het
programma instelt. Voor een instelling eerst de betreende
toets indrukken, daarna voor de keuze de knop draaien, en
tenslotte op de knop drukken voor bevestiging.
De diversitieit van opties en droogniveaus is afhankelijk van
het geselecteerde programma. Daarom is het raadzaam om
te beginnen met het selecteren van het programma.
5. PROGRAMMA STARTEN
"Start/Pauze" « ingedrukt houden, totdat de toets
ononderbroken brandt; het droogproces wordt gestart..
In de loop van het programma kan de duur opnieuw
worden berekend en aangepast.
Tijdens deze fasen wordt er een animatie op het scherm
weergegeven.
6. DE INSTELLINGEN VAN EEN PROGRAMMA IN
UITVOERING WIJZIGEN, INDIEN NODIG
U kunt een aantal instellingen nog steeds wijzigen na het
starten van een programma:
• Droogtijd aanpassen (alleen als programma Droogtijd is
geselecteerd)
• Een optie toevoegen of wissen, mits de voortgang van het
programma dit nog steeds toelaat.Een optie toevoegen of
wissen, mits de voortgang van het programma dit nog
steeds toelaat.
De betreende toets indrukken. De geselecteerde instelling
knippert een aantal seconden.
Terwijl het knippert kunt u de instelling aanpassen door
aan de knop te draaien. Als de waarde of instelling niet
meer knippert nogmaals de toets indrukken.
Druk op de knop om de aanpassing te bevestigen. Als u het
niet bevestigt zal de aanpassing automatisch worden
bevestigd — de gewijzigde instelling zal stoppen met
knipperen.
Het programma gaat automatisch verder.
Om de instellingen van een programma in uitvoering of
startvertraging te wijzigen kunt u ook:
• Start/Pauze indrukken om het programma in uitvoering te
onderbreken
• uw Instellingen wijzigen
• druk opnieuw op "Start/Pauze" om het programma te
vervolgen.
7. EEN PROGRAMMA IN UITVOERING RESETTEN,
INDIEN NODIG
De "Aan/Uit"-toets « ingedrukt houden totdat "rES" op het
display verschijnt.
Het programma is daarna beëindigd.
Onmiddellijk de deur openen en de was er uit halen, zodat
eventuele hitte in het wasgoed kan ontsnappen.
8. DE DROGER UITSCHAKELEN NADAT HET
PROGRAMMA IS BEËINDIGD
Aan het einde van het programma verschijnt "End" op het
display. "Aan/Uit" « indrukken om de droger uit te
schakelen. De deur openen en uw wasgoed er uit halen.
Binnen ongeveer een kwartier nadat het programma is
beëindigd wordt de droger volledig uitgeschakeld, om
energie te besparen.
9. WATERRESERVOIR LEGEN / DEURFILTER REINIGEN
/ BODEMFILTER REINIGEN
Raadpleeg het hoofdstuk VERZORGING EN
ONDERHOUD.