Bosch SGI56A12/38 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
de
Inhaltsverzeichnis
Sicherheitshinweise 3. . . . . . . .
Gerät kennen lernen 5. . . . . . .
Enthärtungsanlage 6. . . . . . . .
Spezialsalz einfüllen 7. . . . . . .
Klarspüler einfüllen 8. . . . . . . .
Nicht geeignetes Geschirr 9. .
Geschirr einordnen 10. . . . . . . .
Reiniger 13. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Programmübersicht 15. . . . . . . .
Geschirrspülen 16. . . . . . . . . . . .
Wartung und Pflege 19. . . . . . . .
Fehlersuche 21. . . . . . . . . . . . . .
Kundendienst rufen 23. . . . . . . .
Hinweise 24. . . . . . . . . . . . . . . . .
Installation 25. . . . . . . . . . . . . . . .
en
Index
Safety instructions 27. . . . . . . . .
Getting to know your dishwasher 29
Water softener 30. . . . . . . . . . . .
Filling the special salt container 31
Filling the rinse-aid container 32
Unsuitable dishes 33. . . . . . . . .
Arranging crockery, glasses,
etc. in the dishwasher 34. . . . . .
Detergents 37. . . . . . . . . . . . . . .
Programme overview 39. . . . . .
Washing dishes 40. . . . . . . . . . .
Maintenance and care 43. . . . . .
Fault finding 45. . . . . . . . . . . . . .
Customer Service 47. . . . . . . . .
Information 48. . . . . . . . . . . . . . .
Installation 49. . . . . . . . . . . . . . . .
fr
Sommaire
Consignes de sécurité 51. . . . . .
Présentation de l’appareil 53. . .
Installation d’adoucissage 54. .
Remplissage du sel spécial 55.
Remplissage du liquide de rinçage 56
Vaisselle non-adaptée 57. . . . . .
Classement de la vaisselle 58. .
Détergent 62. . . . . . . . . . . . . . . .
Tableau des programmes 64. . .
Laver la vaisselle 65. . . . . . . . . .
Entretien et maintenance 68. . .
Détection des pannes 70. . . . . .
Appeler le service après-vente 72
Remarques 73. . . . . . . . . . . . . . .
Installation 74. . . . . . . . . . . . . . . .
nl
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 76. . . .
Kennismaking met het apparaat 77
Wateronthardingsinstallatie 78.
Zout bijvullen 79. . . . . . . . . . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 80
Ongeschikt servies 81. . . . . . . .
Serviesgoed sorteren 82. . . . . .
Afwasmiddelen 85. . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 87. . . . . .
Afwassen 88. . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 91
Opsporing van storingen 93. . . .
Inschakelen van de Servicedienst 95
Aanwijzingen 96. . . . . . . . . . . . .
Installatie 97. . . . . . . . . . . . . . . . .
nl
76
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de
verpakking en de afwasautomaat
tijdens het transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat niet in
gebruik nemen maar contact opnemen
met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de
bestaande milieuvoorschriften (laten)
afvoeren.
Het karton bestaat voornamelijk uit
oudpapier.
Het opvulmateriaal is van CFK-vrij
geschuimd styropor.
Het foliemateriaal van polyetheen (PE)
bestaat voor een deel uit secundaire
grondstoffen.
Het hout (indien aanwezig) is van
afvalhout en onbehandeld.
De banden (indien aanwezig) zijn van
polypropeen (PP).
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen en
aansluiten.
Tijdens het installeren mag de
afwasautomaat niet op het lichtnet
zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings-
systeem van de elektrische
huisinstallatie volgens de geldende
elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van
de afwasautomaat.
Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare of
onderbouwapparaten alleen onder een
doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen:
Het kunststof huis aan de water-
aansluiting bevat een elektrisch
ventiel. In de toevoerslang bevinden
zich de aansluitingsleidingen. De slang
niet doorsnijden en het kunststof huis
niet in water onderdompelen.
Waarschuwing
Als het toestel niet in een nis staat en
daardoor een zijwand toegankelijk is, dan
moeten de deurscharnieren om
veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar
voor verwondingen).
De afdekkingen krijgt u als extra
toebehoren bij de klantendienst of uw
dealer.
Dagelijks gebruik
De afwasautomaat alleen in het
huishouden en voor het aangegeven
doel: het afwassen van huishoudelijk
serviesgoed, gebruiken.
Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan. Het apparaat kan kantelen.
Het water in de spoelruimte is geen
drinkwater.
Doe geen oplosmiddel in de
spoelruimte. Kans op explosie!
Tijdens het programmaverloop de deur
alleen voorzichtig openen. Er bestaat
gevaar dat er water uit het apparaat
spuit.
Bij kinderen in het huishouden
Kleine kinderen mogen niet met de
afwasautomaat spelen of deze
bedienen.
Kleine kinderen uit de buurt van
afwasmiddelen en glansspoelmiddelen
houden.
Kleine kinderen uit de buurt van de
geopende afwasautomaat houden. Er
kunnen nog resten afwasmiddel in het
apparaat zijn achtergebleven.
nl
77
Kinderbeveiliging *
* niet bij alle modellen
Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag.
40 Kinderbeveiliging inschakelen
41 Deur met ingeschakelde
kinderbeveiliging openen
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
Bij schade
Reparaties mogen alleen door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Bij reparaties mag het apparaat niet op
het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen. Alleen
aan de stekker trekken, niet aan de
aansluitkabel. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het
apparaat
Afgedankte apparaten onmiddellijk
onbruikbaar maken waardoor
ongevallen worden voorkomen. Stekker
uit het stopcontact trekken,
aansluitkabel doorknippen en de
deursluiting onklaar maken.
Het apparaat volgens de bestaande
milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Waarschuwing
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten
raken (verstikkingsgevaar) of in andere
situaties terechtkomen.
Daarom: Stekker uittrekken, netkabel
afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig
kapot maken dat de deur niet meer sluit.
Inkopen voordat u het apparaat
voor het eerst in gebruik neemt:
– zout
– afwasmiddel
– glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn
voor de vaatwasmachine.
Kennismaking met het
apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en van de binnenkant
van het apparaat zijn op de laatste
uitklapbare bladzijde van deze brochure
afgedrukt. A.u.b. vóór het lezen deze
bladzijde openklappen.
Bedieningspaneel
1 Hoofdschakelaar
2 Handgreep om de deur te openen
3 Cijferindicatie
4 Toets starttijd kiezen
5 Toets mono-afwassysteem *
(alleen bovenste servieskorf)
6 Programmatoetsen
7 Indicatie zout bijvullen
8 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
Binnenkant van het apparaat
20
Bovenste servieskorf met etagère
21
Extra bestekkorf voor de bovenste
servieskorf *
22
Bovenste sproeiarm
23
Onderste sproeiarm
24
Zoutreservoir met bijvul-indicatie *
25
Zeven
26
Bestekkorf
27
Onderste servieskorf
28
Vergrendeling
29
Reservoir voor glansspoelmiddel
met bijvulindicatie
30
Afwasmiddelbakje
31
Typeplaatje
* niet bij alle modellen
nl
78
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de
afwasautomaat zacht water, d.w.z. water
met weinig kalk nodig. Anders zetten zich
witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge
hardheidsgraad moet voor gebruik in de
afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt
worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout
in de wateronthardingsinstallatie van de
afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de
hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water
bij het waterleidingbedrijf of bij de
Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
Tabel voor de waterhardheid
Programmatoets B ingedrukt houden
en de hoofd- schakelaar
1 inschakelen. Daarna de toetsen
loslaten. De indicatie van de toets B
en de door de fabriek ingestelde
waarde
op de cijfer- indicatie
knipperen.
Om de instelling te veranderen:
programmatoets B indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de
instelling steeds met één cijfer ver-
hoogd. Als u het cijfer hebt bereikt,
dan springt de indicatie weer op
.
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De
ingestelde waarde is in het geheugen
van het apparaat opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren
is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt
het waterverbruik per afwasprogramma –
afhankelijk van de instelling voor de
waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
nl
79
Zout bijvullen
Werking van het zout
Tijdens het afwassen wordt het zout
automatisch uit het zoutreservoir in de
wateronthardingsinstallatie gespoeld
waar de kalk wordt opgelost.
De kalkhoudende oplossing wordt uit de
afwasautomaat gepompt. Daarna
functioneert het onthardingssysteem weer.
Het regenereren functioneert alleen als het
zout in het water is opgelost.
De schroefdop van het voorraadreservoir
24 openen.
Voordat u het apparaat voor het eerst in
gebruik neemt: ca. 1 l water in het
zoutreservoir gieten.
Gebruik hiervoor de meegeleverde
doseerhulp.
Het zoutreservoir hierna met zoveel zout
(geen tafelzout) vullen tot het vol is (max.
1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult,
wordt het water verdrongen en loopt het
weg. Daarom moet dit altijd onmiddellijk
vóór het inschakelen van de afwasauto-
maat gebeuren. (Om corrosie te
voorkomen.) Hiermee bereikt u dat de
overlopende zoutoplossing direct wordt
verdund en weggespoeld. Verwijder
vervolgens de zoutresten rond de
vulopening en schroef het reservoir dicht.
De schroefdop niet schuin erop draaien.
De indicatie zout bijvullen 7 op het
bedieningspaneel brandt eerst en gaat na
enige tijd uit als zich een voldoende
zoutconcentratie heeft gevormd.
Attentie
Bij het instellen op
mag u
geen regenereerzout gebruiken
omdat er tijdens het afwassen
geen zout verbruikt wordt. De
indicatie voor zout is
uitgeschakeld.
Bij het instellen op tot
moet het zoutreservoir met zout
worden gevuld.
Attentie!
Het zoutreservoir nooit met
afwasmiddel vullen. Hierdoor
gaat de onthardingsinstallatie
kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra in het bedieningspaneel de indicatie
zout bijvullen
7 brandt, moet
u onmiddellijk vóór de volgende
afwasbeurt zout bijvullen.
nl
80
Vullen met
glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel wordt gebruikt om de
glazen helder en het serviesgoed zonder
strepen te laten opdrogen.
Deksel van het voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
29 openklappen.
Druk hiertoe op de markering
op het
deksel en open tegelijkertijd het deksel
met het bedieningslipje
.
Glansspoelmiddel in de vulopening
gieten tot de indicatie donker wordt.
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
Attentie!
Gebruik alleen
glansspoelmiddel dat geschikt
is voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Gemorst glansspoelmiddel kan
bij de volgende afwasbeurt tot
overmatige schuimvorming
leiden. Het ernaast gegoten
glansspoelmiddel daarom met
een doekje verwijderen.
Instellen van de juiste dosering
van glansspoelmiddel
De dosering van de hoeveelheid
glansspoelmiddel kan traploos worden
ingesteld. De instelknop is door de fabriek
op 4 ingesteld.
Verander de instelling van de instelknop
voor glansspoelmiddel als er strepen
(draaien in richting –) of watervlekken
(draaien in richting +) op het serviesgoed
achterblijven.
29
Instelknop voor
glansspoelmiddel
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen
Zolang de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen op het bedieningspaneel
8
(niet bij alle modellen) of bij de
doseerinrichting
29 donker is, is er
genoeg glansspoelmiddel aanwezig.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
nl
81
Ongeschikt servies
In uw afwasautomaat mag u het
volgende niet afwassen:
Bestek en servies met houten
onderdelen. Ze logen uit en worden
lelijk; ook de gebruikte lijm is niet
bestand tegen de optredende
temperaturen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen,
speciaal antiek of niet meer te
vervangen serviesgoed. De decoraties
waren nog niet bestand tegen het
afwassen in een afwasautomaat.
Niet geschikt zijn bovendien kunststof
voorwerpen die gevoelig zijn voor heet
water, koperen en tinnen serviesgoed.
Geglazuurd serviesgoed met decoraties
en voorwerpen van zilver en aluminium
kunnen bij het afwassen gaan verkleuren
of verbleken. Ook sommige soorten glas
(bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof
worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen. Verder hoort materiaal dat
water absorbeert, zoals sponzen en
doeken, niet in de afwasautomaat thuis.
Tip:
Koop voortaan alleen nog serviesgoed
waarbij staat aangegeven dat het geschikt
is voor de afwasautomaat.
Attentie!
Serviesgoed dat bevuild is met
as, kaarsvet, smeerolie of verf
mag niet in de afwasautomaat
worden afgewassen.
Schade aan glas en
serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas;
chemische samenstelling van het
afwasmiddel;
temperatuur van het water en
programmaduur van de
afwasautomaat.
Advies:
gebruik glas en porcelein dat door de
fabricant aangeduid wordt als geschikt
voor afwasautomaten.
Gebruik afwasmiddel dat het
serviesgoed ontziet. U kunt dit
informeren bij de fabricant van het
afwasmiddel.
Kies een programma met een zo laag
mogelijke temperatuur en een korte
programmaduur.
Om beschadigingen te voorkomen glas
en bestek na afloop van het programma
zo snel mogelijk uit de afwasautomaat
halen.
Mono-afwassysteem (alleen de
bovenste servieskorf)
* niet bij alle modellen
Bij een kleine afwas vult u alleen de
bovenste servieskorf en schakelt u het
mono-afwassysteem in. Hiermee bespaart
u op stroom en water. Bij het mono-
afwassysteem moet de onderste servies-
korf leeg zijn. Om af te wassen iets minder
afwasmiddel gebruiken dan wordt aange-
raden bij een volle belading van de afwas-
automaat.
nl
82
Serviesgoed sorteren
Serviesgoed inruimen
Grove etensresten verwijderen.
Voorspoelen onder stromend water is niet
nodig.
Het serviesgoed als volgt inruimen:
alle soorten vaatwerk zoals kopjes,
glazen, pannen etc. met de opening
naar beneden zetten.
Serviesgoed met een ronding of een
holte schuin in de servieskorf zetten
zodat het water er vanaf kan lopen.
Het serviesgoed moet stevig staan en
mag niet wankelen.
De twee sproeiarmen moeten
ongehinderd kunnen ronddraaien.
Heel kleine stukken kunnen niet in de
machine gewassen worden omdat ze
makkelijk uit de manden kunnen vallen.
Vaatwerk uit de machine halen
Om te vermijden dat waterdruppels van de
bovenste mand op het vaatwerk in de
onderste mand vallen, is het aan te raden
om eerst de onderste en dan de bovenste
mand te legen.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 20
* niet bij alle modellen
Pannen
Onderste servieskorf 27
Bestek
Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak
naar boven inruimen (wees voorzichtig
met messenlemmets). Op deze manier
kan de sproeistraal elk stuk bestek beter
bereiken.
Om verwondingen te voorkomen: lange en
puntige voorwerpen en messen op de
etagère (bij sommige modellen) of op de
messen-etagère (tegen meerprijs) leggen.
Omklapbare bordensteunen *
* niet bij alle modellen
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen en schalen practischer
kunnen worden ingeruimd.
nl
83
Bakplaat-sproeikop *
* niet bij alle modellen
Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag.
Grote bakplaten of roosters kunt u met
behulp van de bakplaatĆsproeikop
reinigen: bovenste servieskorf eruit halen
en de sproeikop erin zetten zoals
afgebeeld. De bakplaten volgens de
afbeelding inruimen, zodat de sproeistraal
alle delen kan bereiken (maximaal 4
bakplaten en 2 roosters).
Messen-etagère *
* niet bij alle modellen
De etagère *
* niet bij alle modellen
Hoge glazen en glazen op een hoge voet
niet tegen het servies maar tegen de rand
van de etagère laten leunen.
Lange voorwerpen, voorsnij- en
slacouverts, pollepels of messen op de
etagère leggen zodat de sproeiarmen
ongehinderd kunnen ronddraaien. U kunt
de etagère naar wens in- en uitklappen.
Verstellen van de korfhoogte *
* niet bij alle modellen
86cm
81cm
Ø max.
30/*25cm
Ø max.
20/*25cm
Ø max.
34/*29cm
Ø max.
20/*25cm
De bovenste servieskorf kan – indien
gewenst – in de hoogte versteld worden
om in de bovenste of in de onderste
servieskorf meer ruimte te maken voor
hoger serviesgoed.
Afhankelijk van de uitvoering van de
bovenste servieskorf in uw model
afwasautomaat kunt u kiezen uit een van
de volgende manieren om te werk te
gaan:
nl
84
bovenste servieskorf met boven
en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf uittrekken.
De bovenste servieskorf eruit halen en
op de bovenste resp. onderste rollen
weer inhangen.
Bovenste servieskorf met
hendels aan de zijkant
(Rackmatic)
De bovenste servieskorf uittrekken.
Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan de
buitenkant van de korf één voor één
naar binnen drukken. Hierbij altijd de
korf aan de zijkant met één hand aan
de bovenste rand vasthouden. Hiermee
voorkomt u dat de korf plotseling naar
beneden valt (waardoor het
serviesgoed beschadigd kan worden).
Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand
vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat
u hem weer in het apparaat schuift –
aan beide zijden op dezelfde hoogte
staat. Anders kan de deur van het
apparaat niet dicht en heeft de
bovenste sproeiarm geen verbinding
met het aansluitpunt van de
watertoevoer.
nl
85
Afwasmiddelen
Attentie
U kunt in uw afwasautomaat de in de
handel verkrijgbare vloeibare of
poedervormige afwasmiddelen, resp.
tabletten gebruiken (geen hand-
afwasmiddel!).
Er zijn momenteel drie soorten
afwasmiddel verkrijgbaar:
1. met fosfaat en chloor
2. met fosfaat en zonder chloor
3. zonder fosfaat en zonder chloor
Bij gebruik van afwasmiddel zonder
fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder
witte aanslag op het serviesgoed en de
wanden van de spoelruimte ontstaan. U
kunt dit vermijden door een grotere hoe-
veelheid afwasmiddel te doseren.
Afwasmiddel zonder chloor heeft een
geringere bleekwerking. Dit kan leiden tot
een versterkte aanslag van thee of tot
verkleuringen op kunststof onderdelen.
De oplossing in dit geval:
– het gebruik van een sterker
afwasprogramma of
– het doseren van een grotere
hoeveelheid afwasmiddel of
– het gebruik van een afwasmiddel met
chloor.
Of een afwasmiddel geschikt is voor
zilveren voorwerpen vindt u op de
verpakking van het afwasmiddel.
Heeft u nog andere vragen, dan raden wij
u aan contact op te nemen met de
fabrikant van het afwasmiddel.
Afwasmiddelbakje met
doseerhulp
De indeling in het afwasmiddelbakje biedt
hulp bij de juiste dosering van het
afwasmiddel.
Het afwasmiddelbakje bevat bij de
onderste lijn 15 ml afwasmiddel en bij de
middelste lijn 20 ml. Een vol afwasmiddel-
bakje bevat 40 ml afwasmiddel.
40 ml
25 ml
15 ml
Attentie!
Als het afwasmiddelbakje nog
dicht is: vergrendeling opzij
drukken om het te openen.
Vullen met afwasmiddel
Het afwasmiddelbakje 30 met
afwasmiddel vullen.
Neem voor een juiste dosering de
gegevens van de fabrikant op de
verpakking van het afwasmiddel in
acht.
Doordat de reinigingstabletten
van verschillend fabrikaat op een
verschillende manier oplossen, is het
mogelijk dat bij korte programma’s niet
de volle reinigingskracht wordt bereikt.
Voor deze programma’s is een
reinigingsmiddel in poedervorm beter
geschikt.
Bij het programma „Intensief”
ca. 10–15 ml afwasmiddel extra op de
deur van het apparaat strooien.
nl
86
Besparingstip
Bij het mono-afwassysteem
resp. als het serviesgoed niet
erg vuil is, kunt u normalerwijze
volstaan met minder afwas-
middel dan is aangegeven.
Deksel van het afwasmiddelbakje
sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot
slot (2) licht erop drukken zodat de
sluiting hoorbaar vastklikt.
Bij gebruik van tabletten vindt u op de
verpakking waar u de tabletten moet
gebruiken (bijv. in de bestekkorf, het
afwasmiddelbakje etc.).
Let erop dat ook bij gebruik van
tabletten het deksel van het
afwasmiddelbakje gesloten is.
ATTENTIE !
BELANGRIJKE
AANWIJZINGEN
BIJ HET GEBRUIK VAN
GECOMBINEERDE
REINIGINGSPRODUCTEN
Neem bij het gebruik van zogenaamde
gecombineerde reinigingsproducten die
het gebruik van bijv. glansspoelmiddel of
zout overbodig moeten maken, de
volgende belangrijke aanwijzingen in acht:
Sommige producten met geïntegreerd
glansspoelmiddel werken alleen in
bepaalde programma’s optimaal.
Bij apparaten met automatische
programma’s hebben dergelijke
producten meestal niet het gewenste
effect.
Producten die het gebruik van
regenereerzout overbodig maken,
kunnen alleen binnen een bepaald
waterhardheidsbereik gebruikt worden.
Als u deze gecombineerde producten
wilt gebruiken, lees dan de
gebruiksaanwijzing van deze producten
of eventuele aanwijzingen op de
verpakking nauwkeurig door!
Neem in geval van twijfel contact op met
de fabrikant van het reinigingsmiddel,
vooral als:
het serviesgoed na afloop van het
programma erg nat is.
er kalkaanslag ontstaat.
Bij klachten die direct verband houden met
het gebruik van deze producten, kunnen
wij niet aansprakelijk gesteld worden!
nl
87
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat
behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Soort serviesgoed
bijv. porcelein,
pannen,
bestek,
glazen,
etc.
Soort
etensresten
bijv. van
Hoeveelheid
etensresten
Toestand van
de etensresten
Afwas-
programma’s
Programma-
verloop
Onge-
voelig
Soep, soufflé, saus,
aardappelen,
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
Soep, aardappelen
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
veel heel weinig
erg aangekoekt
Normaal
65°
Intensief
70°
Eco
50°
Snel
35°
Voor-
spoelen
Drogen
Naspoelen
70°
Tussen-
spoelen
Naspoelen
55°
Reinigen
35°
Afspoelen
als het
serviesgoed
enkele
dagen tot
de afwas in
het
apparaat
bewaard
wordt.
Voorspoelen
Gemengd Gevoelig Gemengd
Glas
40°
Voorspoelen
Reinigen
40°
Tussen-
spoelen
Naspoelen
55°
Drogen
Koffie, gebak,
melk, worst,
koude dranken,
salade
weinig
weinig aangekoekt
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Reinigen
65°
Voorspoelen
Naspoelen
70°
Drogen
Tussen-
spoelen
Voorspoelen
50°
Reinigen
70°
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Drogen
Tussen-
spoelen
Naspoelen
65°
Reinigen
50°
Voorspoelen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de
hoeveelheid serviesgoed, resp. van de
etensresten kunt u in het programma-
overzicht het juiste door u in te stellen
programma vinden.
De bijbehorende programmagegevens
vindt u in de korte handleiding.
nl
88
Afwassen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de
hoeveelheid serviesgoed, resp. van de
etensresten kunt u in het programma-
overzicht het juiste door u in te stellen
programma vinden.
In het onderste gedeelte van het
programma-overzicht vindt u tevens het
programmaverloop en de program-
magegevens.
Een voorbeeld:
Bij gemengd serviesgoed met veel maar
weinig vastgekoekte etensresten moet u
het programma „Auto”
gebruiken.
Besparingstip
Bij een niet vol beladen
machine kunt u meestal
gebruik maken van een minder
sterk programma.
Programmagegevens
De programmagegevens hebben
betrekking op normale omstandigheden.
Door:
verschillen in de hoeveelheid
serviesgoed
de temperatuur van het toegevoerde
water
de druk in de waterleiding
de omgevingstemperatuur
toleranties in de netspanning
en de onvermijdelijke toleranties in het
apparaat (bijv. temperatuur,
hoeveelheid water, ...)
kunnen grotere afwijkingen optreden.
Bij het mono-afwassysteem (alleen de
bovenste servieskorf) kunnen het energie-
en waterverbruik tot ca. 1/4 verminderd
worden.
De waarden van het waterverbruik hebben
betrekking op instelwaarde 4 van de
waterhardheid.
Aqua-Sensor *
* niet bij alle modellen
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem waarmee de vertroebeling
van het afwaswater wordt gemeten. Met
infrarood licht kan de vervuiling van het
water door losgeweekte etensresten,
zoals ei, vet en havermout, herkend
worden.
De Aqua-Sensor werkt in alle
programma’s met voorspoelen. Als na
afloop van het voorspoelen het
afwaswater nog „schoon” is, dan wordt het
water verder gebruikt voor de aansluitende
reinigingsfase. Is het water te vuil, dan
wordt het afgepompt en door vers water
vervangen. Op deze manier wordt het
waterverbruik bij „geringe” vervuiling van
het serviesgoed met ca. 5 liter water
verminderd.
nl
89
Inschakelen van het apparaat
Kraan opendraaien.
Hoofdschakelaar 1 inschakelen.
De indicaties van het laatst gekozen
programma branden.
Dit programma begint als u geen
andere programmatoets
6
hebt ingedrukt.
Bij apparaten met mono-afwassysteem:
als u alleen de bovenste servieskorf
hebt ingeruimd, dan drukt u de toets
mono-afwassysteem
5 in.
Op de cijferindicatie 3 verschijnt de
vermoedelijke programmaduur.
Het programmaverloop start
automatisch.
Einde van het programma
Het programma is afgelopen als er op de
cijferindicatie
3 een verschijnt.
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het
programma:
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen.
Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing bij apparaten met
Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Onderbreking van het
programma
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen.
De lichtindicatie gaat uit. Het
programma blijft opgeslagen in het
geheugen.
Bij aansluiting op warm water of als de
machine al is opgewarmd en de deur
van het apparaat geopend werd, de
deur eerst een paar minuten op een
kier laten staan en daarna dichtdoen.
Anders kan door expansie de deur van
het apparaat openspringen.
Om het programma door te laten gaan:
hoofdschakelaar weer inschakelen.
Starttijd kiezen
U kunt het programma tot 19 uur later
(in stappen van een uur) laten starten.
Apparaat inschakelen.
Toets starttijd kiezen 4 net zolang
indrukken tot de cijferindicatie
3
op springt.
Toets starttijd kiezen net zo vaak
indrukken tot de aangegeven tijd aan
uw wens voldoet.
Om de gekozen starttijd te wissen:
toets starttijd kiezen net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie
verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
nl
90
Resttijdindicatie
Na het starten verschijnt op het display
de vermoedelijke duur van het
programma. De programmaduur wordt
beïnvloed door de temperatuur van het
water, de hoeveelheid serviesgoed en de
graad van vervuiling.
Door wijzigingen in deze gegevens kan
de looptijd (afhankelijk van het gekozen
programma) sterk variëren. Doordat de
beïnvloeding van de programmaduur pas
tijdens het programmaverloop wordt
herkend, kunnen grotere tijdsprongen
optreden.
Programma afbreken (Reset)
Alleen als de hoofdschakelaar is
ingeschakeld:
Programmatoetsen
A en C
gedurende ca. 3 sec. tegelijkertijd
indrukken.
De cijfer-indicatie geeft
aan.
Deur sluiten.
Het programma is binnen ca. 1 minuut
afgelopen.
Hoofdschakelaar 1 na afloop van het
programma uitschakelen.
Afwasmiddelbakje 30 sluiten.
Om een nieuw programma te starten de
hoofdschakelaar
1 weer inschakelen
en het gewenste programma kiezen.
Wijzigen van het programma
Nadat u het apparaat hebt ingeschakeld,
kunt u binnen 2 min. een ander
programma instellen.
Als het programma hierna gewijzigd moet
worden, dan worden eerst de al gestarte
programma-onderdelen (bijv. reinigen)
afgewerkt.
De nieuw aangegeven resttijd bestaat uit
de resttijd van het vorige
programma-onderdeel en de resttijd van
het nieuw gekozen programma.
Intensief drogen
Door de functie „Intensief drogen”
te activeren wordt in alle programma’s
tijdens het glansspoelen een hogere
temperatuur bereikt en daardoor een beter
droogresultaat. (Wees voorzichtig met
gevoelig serviesgoed bij een hogere
temperatuur.)
Programmatoets A ingedrukt
houden en de hoofdschakelaar 1
inschakelen.
Beide toetsen loslaten.
De cijferindicatie
3 knippert (aan)
of
(uit).
Om de instelling te wijzigen
programmatoets
A indrukken.
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen;
de instelling blijft opgeslagen.
nl
91
Schoonmaken
en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Daarom moet u af en toe de
afwasautomaat goed controleren.
Algemene toestand van de
machine
Spoelruimte controleren op aanslag van
vet en kalk.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met de
hoogste afwastemperatuur starten.
Deurafdichting schoonmaken:
de deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen om resten vuil
te verwijderen.
Speciaal zout
Controleer de indicatie zout bijvullen 7 .
Indien nodig zout bijvullen.
Glansspoelmiddel
Controleer de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen op het bedieningspaneel 8
resp. de indicatie in het voorraadreservoir
29 . Indien nodig glansspoelmiddel
bijvullen.
Zeven
De zeven 25 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een
zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en –
afhankelijk van het type apparaat –
tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder
kunt u het zeefsysteem eruit halen.
Etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.
Bij de montage:
het zevensysteem erin zetten en met
de zeefcylinder vastschroeven.
nl
92
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het spoelwater
kunnen de sproei-openingen en de lagers
van de sproeiarmen 22 en 23
blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping door etensresten con-
troleren.
Eventueel de onderste sproeiarm 23
naar boven eraf trekken.
Bovenste sproeiarm 22 eraf
schroeven.
Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
0
1
2
3
Sproeiarmen
Afvoerpomp
Grove etensresten in het spoelwater die
niet door de zeven worden tegengehouden,
kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het
spoelwater wordt dan niet afgepompt en
blijft boven de zeef staan.
In dit geval:
eventueel water eruit scheppen.
Zeven 25 eruit halen.
Schroef uit de afdekking schroeven
(torx T 20) en de afdekking eraf halen.
Binnenruimte controleren op vreemde
voorwerpen en deze – indien nodig –
verwijderen.
Afdekking weer aanbrengen en
vastschroeven.
Zeven er weer in zetten en
vastschroeven.
Torx T20
2
1
nl
93
Opsporing van storingen
Kleine storingen zelf verhelpen
De meest voorkomende storingen in het
dagelijks gebruik van het apparaat kunt u
zelf verhelpen zonder de hulp van de
Servicedienst in te roepen. Hiermee
bespaart u kosten en bent u ervan zeker
dat u het apparaat weer snel kunt
gebruiken. Het volgende overzicht kan u
erbij helpen de oorzaken van de ontstane
storingen vinden.
Storingen
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
De zekering van de huisinstallatie
is niet in orde.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
De kraan is niet open.
De zeef aan de watertoevoerslang
is verstopt.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef
schoonmaken die zich aan de
aansluiting van de toevoerslang
bevindt. Tenslotte het apparaat
weer op het elektriciteitsnet
aansluiten, kraan opendraaien en
het apparaat inschakelen.
Attentie!
Denk eraan:
reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur
worden uitgevoerd.
Ondeskundige reparaties
kunnen aanzienlijke schade
en gevaar voor de gebruiker
opleveren.
... aan het apparaat
de onderste sproeiarm draait
moeilijk
Sproeiarm door kleine deeltjes of
etensresten geblokkeerd.
Deksel van het afwasmiddelbakje
kan niet gesloten worden
Doseerreservoir te vol.
Mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Controlelampjes gaan na de afwas
niet uit
Hoofdschakelaar nog
ingeschakeld.
Er kleven na de afwas resten
afwasmiddel in het reservoir
Reservoir was bij het vullen
vochtig, alleen een droog reservoir
met afwasmiddel vullen.
Na afloop van het programma blijft
er water in het apparaat staan
De afvoerslang is verstopt of
geknikt.
De afvoerpomp is geblokkeerd.
De zeven zijn verstopt.
Het programma is nog niet
afgelopen. Wacht op het einde van
het programma (de cijferindicatie
geeft 0 aan).
Functie ”Reset” uitvoeren.
nl
94
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Gemorst spoelmiddel kan bij de
volgende spoelbeurt tot
overmatige schuimvorming leiden,
daarom moet u het gemorste
spoelmiddel met een doek
verwijderen.
Het programma stopt tijdens de
afwas
Stroomtoevoer onderbroken.
Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden tijdens de
afwas
Sproeiarm slaat tegen
serviesgoed.
Kletterende geluiden tijdens de
afwas
Serviesgoed niet goed ingeruimd.
Klappende geluiden van de
vul-ventielen
Wordt veroorzaakt door de ligging
van de waterleiding en heeft geen
invloed op het functioneren van de
machine. Deze geluiden kunnen
niet verholpen worden.
... aan het serviesgoed
Er blijven gedeeltelijk etensresten
aan het serviesgoed plakken
Het serviesgoed was niet goed
ingeruimd, de waterstralen konden
het oppervlak niet bereiken.
De servieskorf was te vol.
Het serviesgoed ligt tegen elkaar
aan.
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Een te zwak programma gekozen.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien doordat
een stuk serviesgoed in de weg
stond.
Sproeiers van de sproeiarmen zijn
door etensresten verstopt.
De zeven zijn verstopt.
Zeven verkeerd ingezet.
Afvoerpomp geblokkeerd.
Er ontstaan verkleuringen op
kunststof onderdelen
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Er blijven gedeeltelijk witte vlekken
op het serviesgoed achter, de
glazen blijven melkkleurig
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Ondanks een hoge
hardheidsgraad van het
leidingwater geen zout
toegevoegd.
Onthardingsinstallatie te laag
ingesteld.
Het deksel van het zoutreservoir is
niet goed vastgedraaid.
Als u afwasmiddel zonder fosfaat
hebt gebruikt, probeer dan eens
afwasmiddel met fosfaat ter
vergelijking.
nl
95
Het serviesgoed wordt niet droog
Programma zonder drogen
gekozen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Serviesgoed te snel uit het
apparaat gehaald.
De glazen zien er dof uit
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Resten thee of lippenstift zijn
achtergebleven
Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking.
Een te lage afwastemperatuur
gekozen.
Roestsporen op het bestek
Het bestek is niet voldoende
roestbestendig.
Het zoutgehalte in het afwaswater
is te hoog.
Deksel van het zoutreservoir
niet goed vastgedraaid.
Tijdens het navullen te veel
zout toegevoegd.
De glazen worden dof en
verkleuren, de aanslag kan niet
worden afgewreven
Een ongeschikt afwasmiddel
gebruikt.
De glazen zijn niet geschikt voor
een afwasautomaat.
Op glazen en bestek blijven strepen
achter, de glazen zien er
metaalachtig uit.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
hoog ingesteld.
Inschakelen van de
Servicedienst
Als het u niet lukt de fout te verhelpen,
schakel dan de Servicedienst in. Het
dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst
vindt u in het telefoonboek of in de
meegeleverde brochure met
service-adressen. Geef aan de
Servicedienst het typenummer (1) en het
FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens
op het typeplaatje op de deur van het
apparaat.
FD
2
1
Opgelet
We willen er u op wijzen dat
een bezoek van een technicus
van onze klantendienst naar
aanleiding van een de
beschreven storingen ook
tijdens de garantieperiode niet
kostenloos is.
nl
96
Aanwijzingen
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Een oud apparaat is geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen na
bewerking opnieuw gebruikt worden.
Bij afgedankte apparaten de stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitkabel
doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
Deurslot en kinderbeveiliging (indien
aanwezig) onklaar maken. Hiermee
voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens
het spelen in het apparaat opsluiten en
in levensgevaar geraken.
Uw nieuwe apparaat werd tijdens het
transport naar u door de verpakking
beschermd. Voor de verpakking wordt
gebruik gemaakt van materialen die het
milieu kan verdragen en die geschikt zijn
voor hergebruik. Help daarom mee en
zorg ervoor dat de verpakking
milieuvriendelijk wordt afgevoerd. Alle
kunststofdelen van het apparaat zijn
gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor kunnen de kunststof afvaldelen
bij de verwerking van het apparaat voor
een milieubewuste recycling gescheiden
worden.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren.
Laat kinderen niet met de verpakking
en de onderdelen daarvan spelen. Kans
op stikken door vouwdozen en folie.
Aanwijzingen voor
vergelijkende tests
De voorwaarden voor de vergelijkende
tests vindt u op het extra blad
“Aanwijzingen voor vergelijkende tests”.
De verbruikswaarden voor de betreffende
programma’s vindt u in de korte
handleiding.
Algemeen
Geïntegreerde en onderbouwapparaten
die achteraf als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de muur of door
inbouw onder een doorlopend werkblad
dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
nl
97
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van de
watertoevoer en -afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste
criteria overeenkomen zoals deze in de
volgende alinea’s resp. in het
montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de
handelingen aanhouden:
– bij aflevering controleren
– plaatsen
– aansluiten op de waterafvoer
– aansluiten op de watertoevoer
– elektrische aansluiting
Aflevering
Uw afwasautomaat werd in de fabriek
zorgvuldig getest op functioneren
waardoor kleine watervlekken zijn
achtergebleven. Deze verdwijnen na de
eerste afwas.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat met
behulp van de verstelbare voetjes
waterpas zetten. Let erop dat het apparaat
stevig staat.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in
het montagevoorschrift. Eventueel een
sifon met aansluitnippel monteren.
Afvoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de
aansluitnippel van de sifon aansluiten.
Let erop dat de afvoerslang niet geknikt,
platgedrukt of ineengestrengeld is. (Let er
ook op dat de stop niet in de wasbak zit
zodat het water ongehinderd kan
weglopen!)
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift.
Toevoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de kraan
aansluiten.
Let erop dat de watertoevoerslang niet
geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld
is. Bij vervanging van het apparaat moet
ook de watertoevoerslang voor de
aansluiting op de kraan vervangen
worden. De oude toevoerslang mag niet
meer gebruikt worden.
Let erop dat de watertoevoerslang niet
geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld
is.
Waterdruk:
minimaal 0,5 bar, maximaal 10 bar.
Bij hogere druk een reduceerventiel
aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. Warm water mag
maximaal een temperatuur van 60 °C
hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 230 volt wisselstroom
aansluiten. Zie het typeplaatje
31 voor
de vereiste zekering. Het stopcontact moet
zich in de buurt van de afwasautomaat
bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken
worden geïnstalleerd. Alleen deze
aardlekschakelaar voldoet aan de nu
geldende voorschriften.
nl
98
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook
hier belangrijk:
allereerst het apparaat loskoppelen van
het lichtnet.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Watertoevoer afsluiten.
Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer
loskoppelen.
Bevestigingsschroeven onder het
werkblad losdraaien.
Indien aanwezig de plint verwijderen.
Het apparaat eruit halen en de slang
voorzichtig naar voren trekken.
Transport
De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse
onderdelen vastzetten. Het apparaat
alleen rechtop vervoeren
Als het apparaat niet rechtop wordt
vervoerd, dan kan er resterend water in
het besturingsmechanisme
terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd
programmaverloop leiden.
Het apparaat laten leeglopen op de
volgende wijze:
Kraan opendraaien.
Deur sluiten.
Hoofdschakelaar inschakelen.
Programma B kiezen. Op de
cijferindicatie verschijnt de
programmaduur in minuten.
Ca. 4 minuten wachten.
Programma beëindigen door de
toetsen
A en C tegelijkertijd
in te drukken.
De tijdindicatie springt weer op .
Na één minuut het apparaat
uitschakelen.
Kraan dichtdraaien.
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat niet in een vorstvrije
ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje),
dan moet u het apparaat helemaal laten
leeglopen (zie transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
fr
Garantie AQUA-STOP.
(ne s’applique pas aux appareils non munis du système Aqua-Stop)
En complément à la garantie légale assurée par le vendeur au titre du contrat de vente et
en complément à la garantie que nous offrons sur l’appareil
, nous dédommageons
l’utilisateur dans les conditions suivantes :
1. Si, par un défaut de fabrication, notre système Aqua-Stop cause des dégâts des eaux,
nous dédommageons le consommateur privé.
2. Cette garantie s’applique pendant la durée de vie de l’appareil.
3. Pour pouvoir bénéficier de la garantie, l’appareil avec son système Aqua-Stop doit
avoir été implanté et raccordé dans les règles de l’art conformément à notre notice.
«Cette condition s’applique aussi à la rallonge (accessoire d’origine) d’Aqua-Stop
posée dans les règles de l’art.» Notre garantie ne couvre pas les conduites
d’alimentation ou robinetteries défectueuses arrivant jusqu’à la prise de l’Aqua-Stop.
4. Lorsqu’un appareil muni d’une vanne Aqua-Stop est en marche, il est en principe
inutile de le surveiller et/ou de fermer le robinet d’eau. Fermez ce dernier uniquement
si vous vous absentez de votre domicile pendant une longue période, par exemple si
vous partez en vacances pendant plusieurs semaines.
nl
AQUA-STOP-garantie.
(vervalt bij apparaten zonder Aqua-Stop)
Als aanvulling op de garantie-aanspraken tegenover de verkoper in de
koopovereenkomst en als aanvulling op onze garantie op het apparaat wordt
u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt
vergoeden wij de schade aan particuliere gebruikers.
2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig
en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe
behoort ook de vakkundig gemonteerde verlenging van de Aqua-Stop (origineel
toebehoren). Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of
armaturen tot aan de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van een apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in principe niet bij te
blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij
langere afwezigheid, bijv. als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan
worden dichtgedraaid.

Documenttranscriptie

de Inhaltsverzeichnis Sicherheitshinweise . . . . . . . . Gerät kennen lernen . . . . . . . Enthärtungsanlage . . . . . . . . Spezialsalz einfüllen . . . . . . . Klarspüler einfüllen . . . . . . . . Nicht geeignetes Geschirr . . Geschirr einordnen . . . . . . . . Reiniger . . . . . . . . . . . . . . . . . . en 15 16 19 21 23 24 25 27 29 30 31 32 33 Detergents . . . . . . . . . . . . . . . Programme overview . . . . . . Washing dishes . . . . . . . . . . . Maintenance and care . . . . . . Fault finding . . . . . . . . . . . . . . Customer Service . . . . . . . . . Information . . . . . . . . . . . . . . . Installation . . . . . . . . . . . . . . . . 37 39 40 43 45 47 48 49 51 53 54 55 56 57 58 62 Tableau des programmes . . . Laver la vaisselle . . . . . . . . . . Entretien et maintenance . . . Détection des pannes . . . . . . Appeler le service après-vente Remarques . . . . . . . . . . . . . . . Installation . . . . . . . . . . . . . . . . 64 65 68 70 72 73 74 76 77 78 79 80 81 82 85 Programma-overzicht . . . . . . Afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . Schoonmaken en onderhoud Opsporing van storingen . . . . Inschakelen van de Servicedienst Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 88 91 93 95 96 97 34 Sommaire Consignes de sécurité . . . . . . Présentation de l’appareil . . . Installation d’adoucissage . . Remplissage du sel spécial . Remplissage du liquide de rinçage Vaisselle non-adaptée . . . . . . Classement de la vaisselle . . Détergent . . . . . . . . . . . . . . . . nl Programmübersicht . . . . . . . . Geschirrspülen . . . . . . . . . . . . Wartung und Pflege . . . . . . . . Fehlersuche . . . . . . . . . . . . . . Kundendienst rufen . . . . . . . . Hinweise . . . . . . . . . . . . . . . . . Installation . . . . . . . . . . . . . . . . Index Safety instructions . . . . . . . . . Getting to know your dishwasher Water softener . . . . . . . . . . . . Filling the special salt container Filling the rinse-aid container Unsuitable dishes . . . . . . . . . Arranging crockery, glasses, etc. in the dishwasher . . . . . . fr 3 5 6 7 8 9 10 13 Inhoud Veiligheidsvoorschriften . . . . Kennismaking met het apparaat Wateronthardingsinstallatie . Zout bijvullen . . . . . . . . . . . . . Vullen met glansspoelmiddel Ongeschikt servies . . . . . . . . Serviesgoed sorteren . . . . . . Afwasmiddelen . . . . . . . . . . . . nl Veiligheidsvoorschriften Bij aflevering Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier. Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren. Het karton bestaat voornamelijk uit oudpapier. Het opvulmateriaal is van CFK-vrij geschuimd styropor. Het foliemateriaal van polyetheen (PE) bestaat voor een deel uit secundaire grondstoffen. Het hout (indien aanwezig) is van afvalhout en onbehandeld. De banden (indien aanwezig) zijn van polypropeen (PP). Bij de installatie Het apparaat volgens het installatieen montagevoorschrift plaatsen en aansluiten. Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Overtuig u ervan dat het aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de geldende elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd. De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de afwasautomaat. Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd. 76 Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn. Niet bij alle modellen: Het kunststof huis aan de wateraansluiting bevat een elektrisch ventiel. In de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden en het kunststof huis niet in water onderdompelen. Waarschuwing Als het toestel niet in een nis staat en daardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar voor verwondingen). De afdekkingen krijgt u als extra toebehoren bij de klantendienst of uw dealer. Dagelijks gebruik De afwasautomaat alleen in het huishouden en voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed, gebruiken. Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen. Het water in de spoelruimte is geen drinkwater. Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie! Tijdens het programmaverloop de deur alleen voorzichtig openen. Er bestaat gevaar dat er water uit het apparaat spuit. Bij kinderen in het huishouden Kleine kinderen mogen niet met de afwasautomaat spelen of deze bedienen. Kleine kinderen uit de buurt van afwasmiddelen en glansspoelmiddelen houden. Kleine kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven. nl Kinderbeveiliging * * niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag. 40 Kinderbeveiliging inschakelen 41 Deur met ingeschakelde kinderbeveiliging openen 42 Kinderbeveiliging uitschakelen Bij schade Reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Bij reparaties mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. Alleen aan de stekker trekken, niet aan de aansluitkabel. Kraan dichtdraaien. Bij het afvoeren van het apparaat Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar maken waardoor ongevallen worden voorkomen. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en de deursluiting onklaar maken. Het apparaat volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren. Waarschuwing Kennismaking met het apparaat De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenkant van het apparaat zijn op de laatste uitklapbare bladzijde van deze brochure afgedrukt. A.u.b. vóór het lezen deze bladzijde openklappen. Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 Inkopen voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: – zout – afwasmiddel – glansspoelmiddel Gebruik enkel producten die geschikt zijn voor de vaatwasmachine. Toets mono-afwassysteem * (alleen bovenste servieskorf) Programmatoetsen Indicatie zout bijvullen Indicatie glansspoelmiddel bijvullen Binnenkant van het apparaat 20 21 22 23 24 25 Kinderen kunnen in het toestel ingesloten raken (verstikkingsgevaar) of in andere situaties terechtkomen. Daarom: Stekker uittrekken, netkabel afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig kapot maken dat de deur niet meer sluit. Hoofdschakelaar Handgreep om de deur te openen Cijferindicatie Toets starttijd kiezen 26 27 28 29 30 31 Bovenste servieskorf met etagère Extra bestekkorf voor de bovenste servieskorf * Bovenste sproeiarm Onderste sproeiarm Zoutreservoir met bijvul-indicatie * Zeven Bestekkorf Onderste servieskorf Vergrendeling Reservoir voor glansspoelmiddel met bijvulindicatie Afwasmiddelbakje Typeplaatje * niet bij alle modellen 77 nl Wateronthardingsinstallatie Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat. De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater. Instellen van de wateronthardingsinstallatie Vraag de hardheidsgraad van het water bij het waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op. De juiste instelling vindt u in de tabel voor de waterhardheid. Tabel voor de waterhardheid 78 Programmatoets B ingedrukt houden en de hoofd- schakelaar 1 inschakelen. Daarna de toetsen loslaten. De indicatie van de toets B en de door de fabriek ingestelde op de cijfer- indicatie waarde knipperen. Om de instelling te veranderen: programmatoets B indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelling steeds met één cijfer verhoogd. Als u het cijfer hebt bereikt, dan springt de indicatie weer op . Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De ingestelde waarde is in het geheugen van het apparaat opgeslagen. Om de onthardingsinstallatie te regeneren is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per afwasprogramma – afhankelijk van de instelling voor de waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd. nl Zout bijvullen Werking van het zout Tijdens het afwassen wordt het zout automatisch uit het zoutreservoir in de wateronthardingsinstallatie gespoeld waar de kalk wordt opgelost. De kalkhoudende oplossing wordt uit de afwasautomaat gepompt. Daarna functioneert het onthardingssysteem weer. Het regenereren functioneert alleen als het zout in het water is opgelost. De schroefdop van het voorraadreservoir 24 openen. Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: ca. 1 l water in het zoutreservoir gieten. Gebruik hiervoor de meegeleverde doseerhulp. Het zoutreservoir hierna met zoveel zout (geen tafelzout) vullen tot het vol is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult, wordt het water verdrongen en loopt het weg. Daarom moet dit altijd onmiddellijk vóór het inschakelen van de afwasautomaat gebeuren. (Om corrosie te voorkomen.) Hiermee bereikt u dat de overlopende zoutoplossing direct wordt verdund en weggespoeld. Verwijder vervolgens de zoutresten rond de vulopening en schroef het reservoir dicht. De schroefdop niet schuin erop draaien. De indicatie zout bijvullen 7 op het bedieningspaneel brandt eerst en gaat na enige tijd uit als zich een voldoende zoutconcentratie heeft gevormd. Attentie mag u Bij het instellen op geen regenereerzout gebruiken omdat er tijdens het afwassen geen zout verbruikt wordt. De indicatie voor zout is uitgeschakeld. Bij het instellen op tot moet het zoutreservoir met zout worden gevuld. Attentie! Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot. Indicatie zout bijvullen Zodra in het bedieningspaneel de indicatie zout bijvullen 7 brandt, moet u onmiddellijk vóór de volgende afwasbeurt zout bijvullen. 79 nl Vullen met glansspoelmiddel Glansspoelmiddel wordt gebruikt om de glazen helder en het serviesgoed zonder strepen te laten opdrogen. Deksel van het voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 29 openklappen. Druk hiertoe op de markering op het deksel en open tegelijkertijd het deksel met het bedieningslipje . Instellen van de juiste dosering van glansspoelmiddel De dosering van de hoeveelheid glansspoelmiddel kan traploos worden ingesteld. De instelknop is door de fabriek op 4 ingesteld. Verander de instelling van de instelknop voor glansspoelmiddel als er strepen (draaien in richting –) of watervlekken (draaien in richting +) op het serviesgoed achterblijven. 29 Glansspoelmiddel in de vulopening gieten tot de indicatie donker wordt. Deksel sluiten tot u een klik hoort. Instelknop voor glansspoelmiddel Indicatie glansspoelmiddel bijvullen Zolang de indicatie glansspoelmiddel bijvullen op het bedieningspaneel 8 (niet bij alle modellen) of bij de doseerinrichting 29 donker is, is er genoeg glansspoelmiddel aanwezig. Attentie! Gebruik alleen glansspoelmiddel dat geschikt is voor huishoudelijke afwasautomaten. Gemorst glansspoelmiddel kan bij de volgende afwasbeurt tot overmatige schuimvorming leiden. Het ernaast gegoten glansspoelmiddel daarom met een doekje verwijderen. 80 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen nl Ongeschikt servies In uw afwasautomaat mag u het volgende niet afwassen: Bestek en servies met houten onderdelen. Ze logen uit en worden lelijk; ook de gebruikte lijm is niet bestand tegen de optredende temperaturen. Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen, speciaal antiek of niet meer te vervangen serviesgoed. De decoraties waren nog niet bestand tegen het afwassen in een afwasautomaat. Niet geschikt zijn bovendien kunststof voorwerpen die gevoelig zijn voor heet water, koperen en tinnen serviesgoed. Geglazuurd serviesgoed met decoraties en voorwerpen van zilver en aluminium kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen. Verder hoort materiaal dat water absorbeert, zoals sponzen en doeken, niet in de afwasautomaat thuis. Tip: Koop voortaan alleen nog serviesgoed waarbij staat aangegeven dat het geschikt is voor de afwasautomaat. Attentie! Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet, smeerolie of verf mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen. Schade aan glas en serviesgoed Oorzaken: glassoort en fabricagewijze van het glas; chemische samenstelling van het afwasmiddel; temperatuur van het water en programmaduur van de afwasautomaat. Advies: gebruik glas en porcelein dat door de fabricant aangeduid wordt als geschikt voor afwasautomaten. Gebruik afwasmiddel dat het serviesgoed ontziet. U kunt dit informeren bij de fabricant van het afwasmiddel. Kies een programma met een zo laag mogelijke temperatuur en een korte programmaduur. Om beschadigingen te voorkomen glas en bestek na afloop van het programma zo snel mogelijk uit de afwasautomaat halen. Mono-afwassysteem (alleen de bovenste servieskorf) * niet bij alle modellen Bij een kleine afwas vult u alleen de bovenste servieskorf en schakelt u het mono-afwassysteem in. Hiermee bespaart u op stroom en water. Bij het monoafwassysteem moet de onderste servieskorf leeg zijn. Om af te wassen iets minder afwasmiddel gebruiken dan wordt aangeraden bij een volle belading van de afwasautomaat. 81 nl Serviesgoed sorteren Serviesgoed inruimen Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig. Het serviesgoed als volgt inruimen: alle soorten vaatwerk zoals kopjes, glazen, pannen etc. met de opening naar beneden zetten. Serviesgoed met een ronding of een holte schuin in de servieskorf zetten zodat het water er vanaf kan lopen. Het serviesgoed moet stevig staan en mag niet wankelen. De twee sproeiarmen moeten ongehinderd kunnen ronddraaien. Heel kleine stukken kunnen niet in de machine gewassen worden omdat ze makkelijk uit de manden kunnen vallen. Vaatwerk uit de machine halen Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste mand op het vaatwerk in de onderste mand vallen, is het aan te raden om eerst de onderste en dan de bovenste mand te legen. Kopjes en glazen Bovenste servieskorf 20 Pannen Onderste servieskorf 27 Bestek Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak naar boven inruimen (wees voorzichtig met messenlemmets). Op deze manier kan de sproeistraal elk stuk bestek beter bereiken. Om verwondingen te voorkomen: lange en puntige voorwerpen en messen op de etagère (bij sommige modellen) of op de messen-etagère (tegen meerprijs) leggen. Omklapbare bordensteunen * * niet bij alle modellen De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen en schalen practischer kunnen worden ingeruimd. * niet bij alle modellen 82 nl Bakplaat-sproeikop * De etagère * * niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag. Grote bakplaten of roosters kunt u met behulp van de bakplaatĆsproeikop reinigen: bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop erin zetten zoals afgebeeld. De bakplaten volgens de afbeelding inruimen, zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 4 bakplaten en 2 roosters). * niet bij alle modellen Hoge glazen en glazen op een hoge voet niet tegen het servies maar tegen de rand van de etagère laten leunen. Messen-etagère * * niet bij alle modellen Lange voorwerpen, voorsnij- en slacouverts, pollepels of messen op de etagère leggen zodat de sproeiarmen ongehinderd kunnen ronddraaien. U kunt de etagère naar wens in- en uitklappen. Verstellen van de korfhoogte * * niet bij alle modellen Ø max. 20/*25cm 86cm 81cm Ø max. 20/*25cm Ø max. 30/*25cm Ø max. 34/*29cm De bovenste servieskorf kan – indien gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed. Afhankelijk van de uitvoering van de bovenste servieskorf in uw model afwasautomaat kunt u kiezen uit een van de volgende manieren om te werk te gaan: 83 nl bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen De bovenste servieskorf uittrekken. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste resp. onderste rollen weer inhangen. Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant (Rackmatic) De bovenste servieskorf uittrekken. 84 Om de korf te laten zakken: de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf één voor één naar binnen drukken. Hierbij altijd de korf aan de zijkant met één hand aan de bovenste rand vasthouden. Hiermee voorkomt u dat de korf plotseling naar beneden valt (waardoor het serviesgoed beschadigd kan worden). Om de korf op te tillen: de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vastpakken en naar boven trekken. Overtuig u ervan dat de korf – voordat u hem weer in het apparaat schuift – aan beide zijden op dezelfde hoogte staat. Anders kan de deur van het apparaat niet dicht en heeft de bovenste sproeiarm geen verbinding met het aansluitpunt van de watertoevoer. nl Afwasmiddelen Attentie U kunt in uw afwasautomaat de in de handel verkrijgbare vloeibare of poedervormige afwasmiddelen, resp. tabletten gebruiken (geen handafwasmiddel!). Afwasmiddelbakje met doseerhulp De indeling in het afwasmiddelbakje biedt hulp bij de juiste dosering van het afwasmiddel. Het afwasmiddelbakje bevat bij de onderste lijn 15 ml afwasmiddel en bij de middelste lijn 20 ml. Een vol afwasmiddelbakje bevat 40 ml afwasmiddel. Er zijn momenteel drie soorten afwasmiddel verkrijgbaar: 1. met fosfaat en chloor 2. met fosfaat en zonder chloor 3. zonder fosfaat en zonder chloor 40 ml 25 ml 15 ml Bij gebruik van afwasmiddel zonder fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de wanden van de spoelruimte ontstaan. U kunt dit vermijden door een grotere hoeveelheid afwasmiddel te doseren. Afwasmiddel zonder chloor heeft een geringere bleekwerking. Dit kan leiden tot een versterkte aanslag van thee of tot verkleuringen op kunststof onderdelen. De oplossing in dit geval: – het gebruik van een sterker afwasprogramma of – het doseren van een grotere hoeveelheid afwasmiddel of – het gebruik van een afwasmiddel met chloor. Of een afwasmiddel geschikt is voor zilveren voorwerpen vindt u op de verpakking van het afwasmiddel. Heeft u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel. Attentie! Als het afwasmiddelbakje nog dicht is: vergrendeling opzij drukken om het te openen. Vullen met afwasmiddel Het afwasmiddelbakje 30 met afwasmiddel vullen. Neem voor een juiste dosering de gegevens van de fabrikant op de verpakking van het afwasmiddel in acht. Doordat de reinigingstabletten van verschillend fabrikaat op een verschillende manier oplossen, is het mogelijk dat bij korte programma’s niet de volle reinigingskracht wordt bereikt. Voor deze programma’s is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt. Bij het programma „Intensief” ca. 10–15 ml afwasmiddel extra op de deur van het apparaat strooien. 85 nl Besparingstip Bij het mono-afwassysteem resp. als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven. Deksel van het afwasmiddelbakje sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot slot (2) licht erop drukken zodat de sluiting hoorbaar vastklikt. ATTENTIE ! BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN GECOMBINEERDE REINIGINGSPRODUCTEN Neem bij het gebruik van zogenaamde gecombineerde reinigingsproducten die het gebruik van bijv. glansspoelmiddel of zout overbodig moeten maken, de volgende belangrijke aanwijzingen in acht: Sommige producten met geïntegreerd glansspoelmiddel werken alleen in bepaalde programma’s optimaal. Bij gebruik van tabletten vindt u op de verpakking waar u de tabletten moet gebruiken (bijv. in de bestekkorf, het afwasmiddelbakje etc.). Let erop dat ook bij gebruik van tabletten het deksel van het afwasmiddelbakje gesloten is. Bij apparaten met automatische programma’s hebben dergelijke producten meestal niet het gewenste effect. Producten die het gebruik van regenereerzout overbodig maken, kunnen alleen binnen een bepaald waterhardheidsbereik gebruikt worden. Als u deze gecombineerde producten wilt gebruiken, lees dan de gebruiksaanwijzing van deze producten of eventuele aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig door! Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van het reinigingsmiddel, vooral als: het serviesgoed na afloop van het programma erg nat is. er kalkaanslag ontstaat. Bij klachten die direct verband houden met het gebruik van deze producten, kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden! 86 nl Programma-overzicht In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorendeprogramma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen. Soort serviesgoed bijv. porcelein, pannen, bestek, glazen, etc. Soort etensresten bijv. van Ongevoelig Gevoelig Soep, soufflé, saus, Soep, aardappelen aardappelen, deegwaren, rijst, deegwaren, rijst, eieren, gebraden eieren, gebraden gerechten gerechten Hoeveelheid etensresten Toestand van de etensresten Gemengd Gemengd Afspoelen als het serviesgoed enkele dagen tot de afwas in het weinig heel weinig apparaat bewaard weinig aangekoekt wordt. veel erg aangekoekt Koffie, gebak, melk, worst, koude dranken, salade Afwasprogramma’s Intensief 70° Normaal 65° Eco 50° Glas 40° Programmaverloop Voorspoelen 50° Voorspoelen Voorspoelen Voorspoelen Reinigen 70° Reinigen 65° Reinigen 50° Reinigen 35° Tussenspoelen Tussenspoelen Tussenspoelen Reinigen 40° Tussenspoelen Tussenspoelen Tussenspoelen Naspoelen 65° Naspoelen 55° Naspoelen 55° Tussenspoelen Naspoelen 70° Drogen Drogen Naspoelen 70° Drogen Snel 35° Voorspoelen Voorspoelen Tussenspoelen Drogen Programmakeuze Aan de hand van het soort en de hoeveelheid serviesgoed, resp. van de etensresten kunt u in het programmaoverzicht het juiste door u in te stellen programma vinden. De bijbehorende programmagegevens vindt u in de korte handleiding. 87 nl Afwassen Programmakeuze Aan de hand van het soort en de hoeveelheid serviesgoed, resp. van de etensresten kunt u in het programmaoverzicht het juiste door u in te stellen programma vinden. In het onderste gedeelte van het programma-overzicht vindt u tevens het programmaverloop en de programmagegevens. Een voorbeeld: Bij gemengd serviesgoed met veel maar weinig vastgekoekte etensresten moet u gebruiken. het programma „Auto” Besparingstip Bij een niet vol beladen machine kunt u meestal gebruik maken van een minder sterk programma. Programmagegevens De programmagegevens hebben betrekking op normale omstandigheden. Door: verschillen in de hoeveelheid serviesgoed de temperatuur van het toegevoerde water de druk in de waterleiding de omgevingstemperatuur toleranties in de netspanning en de onvermijdelijke toleranties in het apparaat (bijv. temperatuur, hoeveelheid water, ...) kunnen grotere afwijkingen optreden. Bij het mono-afwassysteem (alleen de bovenste servieskorf) kunnen het energieen waterverbruik tot ca. 1/4 verminderd worden. De waarden van het waterverbruik hebben betrekking op instelwaarde 4 van de waterhardheid. 88 Aqua-Sensor * * niet bij alle modellen De Aqua-Sensor is een optisch meetsysteem waarmee de vertroebeling van het afwaswater wordt gemeten. Met infrarood licht kan de vervuiling van het water door losgeweekte etensresten, zoals ei, vet en havermout, herkend worden. De Aqua-Sensor werkt in alle programma’s met voorspoelen. Als na afloop van het voorspoelen het afwaswater nog „schoon” is, dan wordt het water verder gebruikt voor de aansluitende reinigingsfase. Is het water te vuil, dan wordt het afgepompt en door vers water vervangen. Op deze manier wordt het waterverbruik bij „geringe” vervuiling van het serviesgoed met ca. 5 liter water verminderd. nl Inschakelen van het apparaat Kraan opendraaien. Hoofdschakelaar 1 inschakelen. De indicaties van het laatst gekozen programma branden. Dit programma begint als u geen andere programmatoets 6 hebt ingedrukt. Bij apparaten met mono-afwassysteem: als u alleen de bovenste servieskorf hebt ingeruimd, dan drukt u de toets mono-afwassysteem 5 in. Op de cijferindicatie 3 verschijnt de vermoedelijke programmaduur. Het programmaverloop start automatisch. Einde van het programma Het programma is afgelopen als er op de cijferindicatie 3 een verschijnt. Uitschakelen van het apparaat Enkele minuten na afloop van het programma: Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. Kraan dichtdraaien (niet van toepassing bij apparaten met Aqua-Stop). Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat halen. Onderbreking van het programma Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De lichtindicatie gaat uit. Het programma blijft opgeslagen in het geheugen. Bij aansluiting op warm water of als de machine al is opgewarmd en de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en daarna dichtdoen. Anders kan door expansie de deur van het apparaat openspringen. Om het programma door te laten gaan: hoofdschakelaar weer inschakelen. Starttijd kiezen U kunt het programma tot 19 uur later (in stappen van een uur) laten starten. Apparaat inschakelen. Toets starttijd kiezen 4 net zolang indrukken tot de cijferindicatie 3 op springt. Toets starttijd kiezen net zo vaak indrukken tot de aangegeven tijd aan uw wens voldoet. Om de gekozen starttijd te wissen: toets starttijd kiezen net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie verschijnt. Tot de starttijd kunt u het programma willekeurig wijzigen. 89 nl Resttijdindicatie Intensief drogen Na het starten verschijnt op het display de vermoedelijke duur van het programma. De programmaduur wordt beïnvloed door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de graad van vervuiling. Door wijzigingen in deze gegevens kan de looptijd (afhankelijk van het gekozen programma) sterk variëren. Doordat de beïnvloeding van de programmaduur pas tijdens het programmaverloop wordt herkend, kunnen grotere tijdsprongen optreden. Door de functie „Intensief drogen” te activeren wordt in alle programma’s tijdens het glansspoelen een hogere temperatuur bereikt en daardoor een beter droogresultaat. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed bij een hogere temperatuur.) Programmatoets A ingedrukt houden en de hoofdschakelaar 1 inschakelen. Beide toetsen loslaten. De cijferindicatie 3 knippert (aan) of (uit). Programma afbreken (Reset) Alleen als de hoofdschakelaar is ingeschakeld: Programmatoetsen A en C gedurende ca. 3 sec. tegelijkertijd indrukken. De cijfer-indicatie geeft aan. Deur sluiten. Het programma is binnen ca. 1 minuut afgelopen. Hoofdschakelaar 1 na afloop van het programma uitschakelen. Afwasmiddelbakje 30 sluiten. Om een nieuw programma te starten de hoofdschakelaar 1 weer inschakelen en het gewenste programma kiezen. Wijzigen van het programma Nadat u het apparaat hebt ingeschakeld, kunt u binnen 2 min. een ander programma instellen. Als het programma hierna gewijzigd moet worden, dan worden eerst de al gestarte programma-onderdelen (bijv. reinigen) afgewerkt. De nieuw aangegeven resttijd bestaat uit de resttijd van het vorige programma-onderdeel en de resttijd van het nieuw gekozen programma. 90 Om de instelling te wijzigen programmatoets A indrukken. Hoofdschakelaar 1 uitschakelen; de instelling blijft opgeslagen. nl Schoonmaken en onderhoud Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis. Daarom moet u af en toe de afwasautomaat goed controleren. Algemene toestand van de machine Spoelruimte controleren op aanslag van vet en kalk. Als u zulke aanslag aantreft: afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten. Deurafdichting schoonmaken: de deurafdichting regelmatig met een vochtig doekje afnemen om resten vuil te verwijderen. Speciaal zout Controleer de indicatie zout bijvullen Indien nodig zout bijvullen. 7 . Bij de montage: het zevensysteem erin zetten en met de zeefcylinder vastschroeven. Glansspoelmiddel Controleer de indicatie glansspoelmiddel bijvullen op het bedieningspaneel 8 resp. de indicatie in het voorraadreservoir 29 . Indien nodig glansspoelmiddel bijvullen. Zeven De zeven 25 zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken. Het zeefsysteem bestaat uit een zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en – afhankelijk van het type apparaat – tevens uit een microzeef (*). Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren. Na het losdraaien van de zeefcylinder kunt u het zeefsysteem eruit halen. Etensresten verwijderen en de zeven onder stromend water schoonmaken. 91 nl Sproeiarmen Afvoerpomp Kalk en etensresten in het spoelwater kunnen de sproei-openingen en de lagers van de sproeiarmen 22 en 23 blokkeren. Grove etensresten in het spoelwater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval: eventueel water eruit scheppen. Zeven 25 eruit halen. Schroef uit de afdekking schroeven (torx T 20) en de afdekking eraf halen. Binnenruimte controleren op vreemde voorwerpen en deze – indien nodig – verwijderen. Afdekking weer aanbrengen en vastschroeven. Zeven er weer in zetten en vastschroeven. Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping door etensresten controleren. Eventueel de onderste sproeiarm 23 naar boven eraf trekken. Bovenste sproeiarm 22 eraf schroeven. Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken. Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven. Torx T20 2 1 3 2 1 0 Sproeiarmen 92 nl Opsporing van storingen Kleine storingen zelf verhelpen De meest voorkomende storingen in het dagelijks gebruik van het apparaat kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van de Servicedienst in te roepen. Hiermee bespaart u kosten en bent u ervan zeker dat u het apparaat weer snel kunt gebruiken. Het volgende overzicht kan u erbij helpen de oorzaken van de ontstane storingen vinden. Storingen ... bij het inschakelen Het apparaat start niet. De zekering van de huisinstallatie is niet in orde. De stekker zit niet in het stopcontact. De deur van het apparaat is niet goed dicht. De kraan is niet open. De zeef aan de watertoevoerslang is verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef schoonmaken die zich aan de aansluiting van de toevoerslang bevindt. Tenslotte het apparaat weer op het elektriciteitsnet aansluiten, kraan opendraaien en het apparaat inschakelen. Attentie! Denk eraan: reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren. ... aan het apparaat de onderste sproeiarm draait moeilijk Sproeiarm door kleine deeltjes of etensresten geblokkeerd. Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden Doseerreservoir te vol. Mechanisme door vastgeplakte afwasmiddelresten geblokkeerd. Controlelampjes gaan na de afwas niet uit Hoofdschakelaar nog ingeschakeld. Er kleven na de afwas resten afwasmiddel in het reservoir Reservoir was bij het vullen vochtig, alleen een droog reservoir met afwasmiddel vullen. Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan De afvoerslang is verstopt of geknikt. De afvoerpomp is geblokkeerd. De zeven zijn verstopt. Het programma is nog niet afgelopen. Wacht op het einde van het programma (de cijferindicatie geeft 0 aan). Functie ”Reset” uitvoeren. 93 nl ... bij de afwas Abnormale schuimvorming Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel. Gemorst spoelmiddel kan bij de volgende spoelbeurt tot overmatige schuimvorming leiden, daarom moet u het gemorste spoelmiddel met een doek verwijderen. Het programma stopt tijdens de afwas Stroomtoevoer onderbroken. Watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden tijdens de afwas Sproeiarm slaat tegen serviesgoed. Kletterende geluiden tijdens de afwas Serviesgoed niet goed ingeruimd. Klappende geluiden van de vul-ventielen Wordt veroorzaakt door de ligging van de waterleiding en heeft geen invloed op het functioneren van de machine. Deze geluiden kunnen niet verholpen worden. 94 ... aan het serviesgoed Er blijven gedeeltelijk etensresten aan het serviesgoed plakken Het serviesgoed was niet goed ingeruimd, de waterstralen konden het oppervlak niet bereiken. De servieskorf was te vol. Het serviesgoed ligt tegen elkaar aan. Te weinig afwasmiddel gebruikt. Een te zwak programma gekozen. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien doordat een stuk serviesgoed in de weg stond. Sproeiers van de sproeiarmen zijn door etensresten verstopt. De zeven zijn verstopt. Zeven verkeerd ingezet. Afvoerpomp geblokkeerd. Er ontstaan verkleuringen op kunststof onderdelen Te weinig afwasmiddel gebruikt. Er blijven gedeeltelijk witte vlekken op het serviesgoed achter, de glazen blijven melkkleurig Te weinig afwasmiddel gebruikt. Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Ondanks een hoge hardheidsgraad van het leidingwater geen zout toegevoegd. Onthardingsinstallatie te laag ingesteld. Het deksel van het zoutreservoir is niet goed vastgedraaid. Als u afwasmiddel zonder fosfaat hebt gebruikt, probeer dan eens afwasmiddel met fosfaat ter vergelijking. nl Het serviesgoed wordt niet droog Programma zonder drogen gekozen. Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Serviesgoed te snel uit het apparaat gehaald. De glazen zien er dof uit Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Resten thee of lippenstift zijn achtergebleven Het afwasmiddel heeft te weinig bleekwerking. Een te lage afwastemperatuur gekozen. Roestsporen op het bestek Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Het zoutgehalte in het afwaswater is te hoog. Deksel van het zoutreservoir niet goed vastgedraaid. Tijdens het navullen te veel zout toegevoegd. De glazen worden dof en verkleuren, de aanslag kan niet worden afgewreven Een ongeschikt afwasmiddel gebruikt. De glazen zijn niet geschikt voor een afwasautomaat. Op glazen en bestek blijven strepen achter, de glazen zien er metaalachtig uit. Hoeveelheid glansspoelmiddel te hoog ingesteld. Inschakelen van de Servicedienst Als het u niet lukt de fout te verhelpen, schakel dan de Servicedienst in. Het dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst vindt u in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef aan de Servicedienst het typenummer (1) en het FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje op de deur van het apparaat. 1 FD 2 Opgelet We willen er u op wijzen dat een bezoek van een technicus van onze klantendienst naar aanleiding van een de beschreven storingen ook tijdens de garantieperiode niet kostenloos is. 95 nl Aanwijzingen Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat Een oud apparaat is geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen na bewerking opnieuw gebruikt worden. Bij afgedankte apparaten de stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. Deurslot en kinderbeveiliging (indien aanwezig) onklaar maken. Hiermee voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten en in levensgevaar geraken. Uw nieuwe apparaat werd tijdens het transport naar u door de verpakking beschermd. Voor de verpakking wordt gebruik gemaakt van materialen die het milieu kan verdragen en die geschikt zijn voor hergebruik. Help daarom mee en zorg ervoor dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. Alle kunststofdelen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor kunnen de kunststof afvaldelen bij de verwerking van het apparaat voor een milieubewuste recycling gescheiden worden. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren. Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie. 96 Aanwijzingen voor vergelijkende tests De voorwaarden voor de vergelijkende tests vindt u op het extra blad “Aanwijzingen voor vergelijkende tests”. De verbruikswaarden voor de betreffende programma’s vindt u in de korte handleiding. Algemeen Geïntegreerde en onderbouwapparaten die achteraf als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door vastschroeven aan de muur of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd. nl Installatie Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van de watertoevoer en -afvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven. Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden: – bij aflevering controleren – plaatsen – aansluiten op de waterafvoer – aansluiten op de watertoevoer – elektrische aansluiting Aflevering Uw afwasautomaat werd in de fabriek zorgvuldig getest op functioneren waardoor kleine watervlekken zijn achtergebleven. Deze verdwijnen na de eerste afwas. Plaatsing De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat. Aansluiten op de waterafvoer De noodzakelijke handelingen vindt u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren. Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. Let erop dat de afvoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. (Let er ook op dat de stop niet in de wasbak zit zodat het water ongehinderd kan weglopen!) Aansluiten op de watertoevoer Aansluiting volgens montagevoorschrift. Toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten. Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. Bij vervanging van het apparaat moet ook de watertoevoerslang voor de aansluiting op de kraan vervangen worden. De oude toevoerslang mag niet meer gebruikt worden. Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. Waterdruk: minimaal 0,5 bar, maximaal 10 bar. Bij hogere druk een reduceerventiel aanbrengen. Hoeveelheid binnenstromend water: minimaal 10 liter per minuut. Temperatuur van het water: bij voorkeur koud water. Warm water mag maximaal een temperatuur van 60 °C hebben. Elektrische aansluiting Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 230 volt wisselstroom aansluiten. Zie het typeplaatje 31 voor de vereiste zekering. Het stopcontact moet zich in de buurt van de afwasautomaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn. Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken worden geïnstalleerd. Alleen deze aardlekschakelaar voldoet aan de nu geldende voorschriften. 97 nl Demontage Bescherming tegen vorst De volgorde van de handelingen is ook hier belangrijk: allereerst het apparaat loskoppelen van het lichtnet. Stekker uit het stopcontact trekken. Watertoevoer afsluiten. Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer loskoppelen. Bevestigingsschroeven onder het werkblad losdraaien. Indien aanwezig de plint verwijderen. Het apparaat eruit halen en de slang voorzichtig naar voren trekken. Als het apparaat niet in een vorstvrije ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal laten leeglopen (zie transport). Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten leeglopen. Transport De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse onderdelen vastzetten. Het apparaat alleen rechtop vervoeren Als het apparaat niet rechtop wordt vervoerd, dan kan er resterend water in het besturingsmechanisme terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd programmaverloop leiden. Het apparaat laten leeglopen op de volgende wijze: Kraan opendraaien. Deur sluiten. Hoofdschakelaar inschakelen. Programma B kiezen. Op de cijferindicatie verschijnt de programmaduur in minuten. Ca. 4 minuten wachten. Programma beëindigen door de toetsen A en C tegelijkertijd in te drukken. De tijdindicatie springt weer op . Na één minuut het apparaat uitschakelen. Kraan dichtdraaien. 98 fr Garantie AQUA-STOP. (ne s’applique pas aux appareils non munis du système Aqua-Stop) En complément à la garantie légale assurée par le vendeur au titre du contrat de vente et en complément à la garantie que nous offrons sur l’appareil, nous dédommageons l’utilisateur dans les conditions suivantes : 1. Si, par un défaut de fabrication, notre système Aqua-Stop cause des dégâts des eaux, nous dédommageons le consommateur privé. 2. Cette garantie s’applique pendant la durée de vie de l’appareil. 3. Pour pouvoir bénéficier de la garantie, l’appareil avec son système Aqua-Stop doit avoir été implanté et raccordé dans les règles de l’art conformément à notre notice. «Cette condition s’applique aussi à la rallonge (accessoire d’origine) d’Aqua-Stop posée dans les règles de l’art.» Notre garantie ne couvre pas les conduites d’alimentation ou robinetteries défectueuses arrivant jusqu’à la prise de l’Aqua-Stop. 4. Lorsqu’un appareil muni d’une vanne Aqua-Stop est en marche, il est en principe inutile de le surveiller et/ou de fermer le robinet d’eau. Fermez ce dernier uniquement si vous vous absentez de votre domicile pendant une longue période, par exemple si vous partez en vacances pendant plusieurs semaines. nl AQUA-STOP-garantie. (vervalt bij apparaten zonder Aqua-Stop) Als aanvulling op de garantie-aanspraken tegenover de verkoper in de koopovereenkomst en als aanvulling op onze garantie op het apparaat wordt u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt vergoeden wij de schade aan particuliere gebruikers. 2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat. 3. Voorwaarde voor aanspraak op garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe behoort ook de vakkundig gemonteerde verlenging van de Aqua-Stop (origineel toebehoren). Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of armaturen tot aan de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan. 4. Tijdens het gebruik van een apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in principe niet bij te blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij langere afwezigheid, bijv. als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan worden dichtgedraaid.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102

Bosch SGI56A12/38 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding