6
Wat te doen als… Mogelijke oorzaken Oplossingen
Voordat u contact opneemt met de klantenservice eerst proberen het probleem zelf op te lossen aan de hand
van de volgende suggesties.
Het apparaat maakt
lawaai:
Sommige geluiden die het apparaat maakt
zijn normaal (omdat het apparaat voorzien
is van een compressor en ventilatoren die
automatisch in- en uitgeschakeld worden),
bijvoorbeeld:
• gesis bij het inschakelen van het
apparaat, de eerste keer of na een lange
periode.
• een geborrel als de koelvloeistof naar de
leidingen gaat.
• een gezoem als de waterklep of de
ventilator in werking treden.
• een geknetter als de compressor wordt
gestart of als het ijs in de bak druppelt.
• een plotselinge klik als de compressor
wordt in- en uitgeschakeld.
Sommige geluiden kunnen worden
beperkt:
• door het apparaat waterpas te zetten op
een vlakke ondergrond,
• door het apparaat niet tegen het
meubilair te zetten en onderling contact
te voorkomen,
• door te controleren of de interne
onderdelen correct zijn geplaatst,
• door te controleren of de flessen en
andere houders elkaar niet raken.
Het
bedieningspaneel is
uit en/of
het apparaat werkt
niet
Misschien is er een probleem met de
elektriciteitsvoorziening van het apparaat
Controleer of:
• de stroom niet is uitgevallen.
• de stekker goed in het stopcontact zit,
en of de eventuele tweepolige
netschakelaar in de juiste stand staat (dat
wil zeggen dat het apparaat gevoed kan
worden).
• de beveiligingen van de elektrische
installatie in uw woning goed werken.
• de voedingskabel niet beschadigd is.
• of de spanning correct is.
Misschien is de functie "Stand-by"
(afhankelijk van het model) of "Eco mode"
ingeschakeld.
• Schakel de functie uit (zie Beknopte
Handleiding).
Als de motor te
lang in werking blijft
Op warme dagen, of als het warm is in het
vertrek, zal de motor natuurlijk langer
draaien. Bovendien, als de deur lang open
heeft gestaan, of indien er grote
hoeveelheden levensmiddelen in het
apparaat zijn geplaatst, blijft de motor
langer werken om de binnenkant van het
apparaat goed te koelen.
Zet het apparaat niet op een plaats waar
het blootgesteld wordt aan direct zonlicht
of naast een warmtebron.
Misschien ligt er stof of pluis in de
condensor.
Verwijder de voorste plint (zie
Installatieboekje) en maak de condensor
schoon met een stofzuiger.
De deuren zijn misschien niet goed
gesloten of de deurafdichtingen sluiten niet
goed af.
Controleer of de deur goed gesloten zijn
en dat er geen lucht ontsnapt via de
deurafdichtingen.
Er is een te hoge
luchtvochtigheid in
de vakken.
Als het apparaat in een erg vochtig vertrek
is geïnstalleerd, is het normaal dat er zich
vocht ophoopt in het apparaat.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte.
De openingen voor luchtcirculatie zijn
misschien geblokkeerd.
Controleer of de openingen voor
luchtcirculatie in de vakken niet geblokkeerd
zijn waardoor de correcte luchtcirculatie
belemmerd wordt.