15. Til het moederbord uit de computer en draai het om.
16. Verwijder de voedingskaart (zie De voedingskaart verwijderen).
17. Verwijder de processorventilator (zie De processorventilator verwijderen).
18. Verwijder de thermische koeleenheid (zie De thermische koeleenheid verwijderen).
Het moederbord terugplaatsen
1. Volg de instructies in Voordat u begint.
2. Plaats de thermische koeleenheid terug (zie De thermische koeleenheid terugplaatsen).
3. Plaats de processorventilator terug (zie De processorventilator terugplaatsen).
4. Plaats de voedingskaart terug (zie De voedingskaart terugplaatsen).
5. Draai het moederbord om.
6. Breng de I/O-connectoren in lijn met de sleuven op de computerbasis. Zet het moederbord dan met behulp van de uitlijningspunten op de computer op
zijn plaats. Controleer of de beeldschermkabel boven het moederbord ligt, en dat de kabel van de knoopcelbatterij eronder loopt.
7. Sluit de beeldschermkabel aan op het moederbord.
8. Sluit de kabel van de knoopcelbatterij aan op het moederbord.
9. Duw de knoopcelbatterij met de kleefband naar beneden op zijn plaats in de computer.
10. Plaats de twee schroeven terug waarmee het moederbord aan de computerbasis wordt bevestigd.
11. Plaats de USB-/geluidskaart terug (zie De USB-/geluidskaart terugplaatsen).
12. Plaats de vaste schijf terug (zie De vaste schijf vervangen).
13. Plaats de Bluetooth-kaart terug (zie De Bluetooth-kaart terugplaatsen).
14. Plaats de polssteun terug (zie De polssteun opnieuw installeren).
15. Plaats het toetsenbord terug (zie Het toetsenbord opnieuw installeren).
16. Plaats de minikaarten terug (zie Minikaart(en) terugplaatsen).
17. Plaats de geheugenmodule terug (zie De geheugenmodules terugplaatsen).
18. Plaats het optische station terug (zie Het optische station terugplaatsen).
19. Plaats de batterij terug (zie De batterij vervangen).
20. Zet de computer aan.
21. Voer het serviceplaatje in (zie Het serviceplaatje invoeren in het BIOS).