Indesit IDL500, IDL 500 EU.2, IDL 500 S, IDL 500 S EU.2 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit IDL500 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
AFWASAUTOMAAT
IDL 500
Inhoud
Installatie, 46-47
Plaatsing en nivellering
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Technische gegevens
Beschrijving van het apparaat, 48
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 49
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Starten en gebruik, 50
Het starten van de afwasautomaat
Het afwasmiddel toevoegen
Afwasopties
Programmas, 51
Tabel van de programmas
Glansmiddel en zout, 52
Het glansmiddel toevoegen
Het zout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 53
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 54
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Storingen en oplossingen, 55
Nederland, 45
NL
Gebruiksaanwijzing
46
NL
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
toekomstige raadpleging. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit
boekje bij het apparaat te bewaren.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal
houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren
kantelen.
Plaatsing en nivellering
1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat
het geen schade heeft geleden tijdens het transport.
Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet
aansluiten maar de dealer inschakelen.
2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de
achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de wand
worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het
aanrecht worden ingebouwd (zie Installatieblad
*).
3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige
vloer. Compenseer eventuele onregelmatigheden door
de pootjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat (het mag niet meer dan 2 graden
hellen). Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het
elektrische en hydraulische systeem mag alleen door
erkende technici worden uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of
de elektrische voedingskabel worden geplaatst.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding
met nieuwe buizen.
Gebruik geen oude buizen.
De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van het
water, en de elektrische voedingskabel kunnen voor een
betere installatie zowel naar rechts of naar links worden
gericht (zie afbeelding).
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de
toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van 3/4
gas; voordat u hem vastschroeft moet u het water
laten lopen totdat het compleet helder is. Zo
voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het
apparaat doen verstoppen.
Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een
centrale verwarming is met radiatoren kan de
afwasautomaat worden voorzien met warm water
mits dit water niet warmer is dan 60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor
de koudwateraansluiting.
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is,
dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een
erkende monteur (zie Service).
De waterdruk moet zich bevinden tussen de
waarden die staan vermeld in de tabel met Technische
gegevens (zie onder).
Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of
samengedrukt.
Lekkagebeveiliging
Om te garanderen dat er geen lekkages worden
veroorzaakt is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer
onderbreekt in geval van storingen of lekkages van
binnenuit.
- voorzien van het veiligheidssysteem Water Stop
*;
oftewel hij is voorzien van een watertoevoerbuis
bestaande uit een externe transparante buis en een
interne rode buis: beide buizen kunnen een erg hoge
druk verdragen. In het geval de binnenste buis
kapotgaat, zal de buitenste hardrood worden en zal het
water hierdoor vloeien, zodat lekkages worden
vermeden.
Het is heel belangrijk om geregeld de externe buis
te controleren: als u ziet dat hij hardrood is geworden,
moet hij zo spoedig mogelijk worden vervangen door de
erkende Technische Dienst (zie Service).
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden
doorgesneden: hij bevat onderdelen die onder spanning
staan.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Installatie
47
NL
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Verbindt de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een
afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4cm. U
kunt hem ook op de rand van een wasbak of een
badkuip hangen; het vrije uiteinde van de afvoerbuis
mag niet onder water liggen.
De speciale plastic
elleboogpijp
* zorgt ervoor
dat u hem goed vast kunt
zetten: bevestig de
elleboogpijp goed aan de
muur om te voorkomen dat
de afvoerbuis beweegt en
het water lekt.
Het deel van de buis dat is
aangegeven met de letter
A moet zich op een hoogte van tussen de 40 en de 100
cm van de grond bevinden (zie afbeelding).
Er wordt afgeraden verlengbuizen te gebruiken.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u
zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen. Dit vermogen wordt
aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur (zie Beschrijving van de
afwasautomaat);
de spanningswaarden zich bevinden tussen de
waarden die staan aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te
laten vervangen (zie Service); gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk
te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
De kabel moet geregeld worden gecontroleerd en
mag alleen door bevoegde monteurs worden vervangen
(zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de
eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met
water vullen en ongeveer 2 kg zout toevoegen (zie
Glansmiddel en zout): het is normaal dat er tijdens deze
handeling water overloopt. Het is ook normaal dat
ondanks het toevoegen van het zout, het controlelampje
ZOUT TOEVOEGEN
* voor enkele afwasbeurten zal
blijven knipperen.
Als u geen onthardingszout toevoegt kan de
waterontharder en het verwarmingselement worden
beschadigd.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 60
hoogte cm 85
diepte cm 60
Capaciteit
12 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
4,3 psi – 145 psi
Netspanning
Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermogen
Zie typeplaatje
Zekering
Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat
voldoet aan de volgende EU
richtlijnen:
- 73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen
- 97/17/EG (Etikettering)
- 2002/96/EG
A
48
NL
Algemeen aanzicht
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelen hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Bestekkorf
8. Filter
9. Zoutreservoir
10. Bakje voor afwasmiddel en
glansmiddelreservoir
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
***
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
Knop
Selecteren
Programma
Controlelampje
ON/OFF
Toets ON/OFF
Hoofdwas
Drogen
Spoelen
Voorwas
Controlelampjes
Verloop Wascycle
Toets
Start/Reset
*** Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
49
NL
Open de grendeltjes van de rails
aan de rechter- en aan de
linkerkant en haal het rek naar
buiten; plaats het boven of onder
en schuif het over de rails totdat
ook de voorste wieltjes erin zitten;
sluit vervolgens de grendeltjes (zie
afbeelding).
Als het rek voorzien is van click
clack handvaten* (zie afbeelding),
moet u ze naar beneden of naar
boven trekken om de hoogte te
regelen.
Voorbeelden van het inladen van het bovenrek
Voorbeelden van het inladen van het onderrek
Opklaprekjes Just you
*
Deze speciale opklaprekjes dienen
voor het plaatsen van mokken en
kopjes. Lepels, vorken en messen
kunnen in de speciale gleuven
worden geplaatst. Wijnglazen
kunnen met de steel in de gleuven
aan de opklaprekjes worden opgehangen.
Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat
Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn of
met delen die vastgelijmd zijn.
Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin.
Niet hittebestendige plastic voorwerpen.
Antiek of handbeschilderd porselein.
Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een fijn
programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het niet in
contact komt met andere metalen.
Als u vaatwerk of bestek koopt raden wij u aan te
controleren of het geschikt is voor de afwasautomaat.
Het reinigen van de handvaten*
Om de handvaten van het boven- en onderrek te reinigen:
verwijder de twee bevestigingsdoppen, verwijder de
handvaten, was ze onder het stromend water en bevestig ze
weer op het rek met de dopjes.
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Onderrek
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen, volgens de Inlaadvoorbeelden.
Grote deksels en borden kunnen het beste aan de zijkanten
van het rek worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze het draaien
van de bovenste sproeiarm niet verhinderen.
Enkele modellen afwasautomaat beschikken over uitklapbare
delen
*. Deze kunnen in verticale stand worden gebruikt voor
het laden van borden, of in horizontale stand voor het laden
van pannen en slakommen.
Bestekkorf
De bestekkorf verschilt aan de hand van het model
afwasautomaat.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe
punten dienen met de punten naar beneden in de bestekkorf
of in horizontale positie in de opklaprekjes van de het
bovenrek geplaatst te worden.
Om het middenstuk in tweeën te delen
* moet u het handvat
loshalen. De twee zijelementen
* kunnen worden losgemaakt
en aan het boven- of onderrek worden vastgehaakt.
De twee roosters* kunnen op de korf worden bevestigd om
het bestek gescheiden te houden: voeg het bestek in de
openingen met de handvaten naar beneden gericht.
Bovenrek
Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes,
mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage, niet
zo vuile pannen, zoals beschreven in de Inlaadvoorbeelden.
Lichte vaat: plaats deze voorwerpen zodanig dat ze niet
verplaatst worden door de waterstralen.
Mokken en kopjes: plaats deze op de opklaprekjes
**.
Lange en scherpe messen, opschepbestek: op de
opklaprekjes
**.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek
hoger of lager zetten:
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als
het REK LEEG IS.
Til of laat het rek nooit aan een enkele kant neer.
Het laden van de rekken
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
** Variabele aantallen en standen.
50
NL
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Druk op de ON-OFF knop: het controlelampje gaat
aan.
3. Open de deur en doseer het afwasmiddel (zie onder).
4. Laad de rekken in (zie Het laden van de rekken) en
sluit de deur.
5. Kies het gewenste afwasprogramma naar gelang het
soort vaatwerk en hoe vuil het is (zie de tabel) door
met de klok mee aan de knop PROGRAMMAKEUZE
te draaien.
6. Start het programma door op de START/RESET knop
te drukken: de controlelampjes VOORTGANG CYCLE
geven het verloop van het programma aan:
Voorwas, Hoofdwas, Spoelen, Drogen.
7. Aan het einde van de afwas gaat het controlelampje
van het Spoelen knipperen.
8. Schakel de machine uit door te drukken op de knop
ON-OFF. Doe de waterkraan dicht en haal de stekker
uit het stopcontact.
9. Open de deur en wacht enkele minuten voordat u de
vaat eruit haalt om te voorkomen dat u zich brandt.
Laad de vaat uit beginnend bij het onderrek.
Het veranderen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft gekozen kunt u dit
binnen een minuut van de start veranderen: houd de
START/RESET knop 4 seconden ingedrukt en het
controlelampje VERLOOP CYCLE gaat uit. Kies het
nieuwe programma en start dit door op de START/RESET
knop te drukken.
De knop moet met de klok mee worden gedraaid
van programma 1 tot aan programma 5, tegen de klok in
van programma 5 tot aan programma 1.
Het toevoegen van overige vaat
Druk op de toets ON-OFF, open de deur, pas op de
vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de
afwasautomaat. Druk opnieuw op de ON-OFF toets: de
wascyclus wordt hervat.
Accidentele onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar
het werd onderbroken als de deur weer wordt
dichtgedaan of wanneer de stroom terugkeert.
Het afwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een
correcte dosering van het vaatwasmiddel. Teveel
wasmiddel betekent niet automatisch een
efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed
voor het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met
de hand wassen.
Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan
schuimresiduen overlaten aan het einde van de
wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken
bij uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE
TABLETTEN bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u
met het gebruik van een vaatwasmiddel in
poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en
onthardingszout.
bakje A: Vaatwasmiddel hoofdwas
bakje B: Vaatwasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door te
drukken op de knop D.
2. Doseer het vaatwasmiddel met
behulp van de Programmatabel:
 vaatwasmiddel in poeder: bakjes
A en B.
tabletten: wanneer het
programma 1 tablet vereist doet u
hem in het bakje A en sluit u het
deksel. Wanneer het programma 2 tabletten vereist, doet
u de tweede op de bodem van de afwasautomaat.
3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand
van het bakje en sluit het deksel met een klik.
A
B
D
C
Starten en gebruik
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
51
NL
Tabel van de programmas
De INDESIT afwasautomaten zijn voorzien van een automatisch filterreinigingssysteem dat ervoor zorgt
dat voedselresten het filter niet kunnen verstoppen. Deze handeling kan de duur van de programma's
verlengen. Als de filters erg vuil zijn raakt de afwasautomaat geblokkeerd (Zie storingen en oplossingen -
alarm filters verstopt).
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te
beperken.
Programmas
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Afwasmiddel
(A) = bakje A
(B) = bakje B
Aanwijzingen voor de
programmakeuze
Programma
Poeder Vloeibaar Tabletten
Drogen
Duur van het
programma
(tolerantie
±10%)
Hrs. Min.
Zeer vuile vaat en
pannen (niet voor
breekbare vaat)
1) Intensief
30 gr (A)
5 gr (B)
30 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
1 (bodem
afwasautomaat)
Ja
2:00
Normaal vuile vaat en
pannen. Dagelijks
standaard programma.
2) Normaal
30 gr (A)
30 ml (A)
1 (A)
Ja
1:12
Ecologisch
wasprogramma met
laag energieverbruik,
geschikt voor normaal
vuile vaat en pannen.
3) Eco
*
25 gr (A)
5 gr (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
Ja
2:10
Zuinige snelle cyclus
voor niet zo vuile vaat,
direct na gebruik.
4) Snel
25 gr (A)
25 ml (A)
Nee
Nee
0:25
Voorwas in afwachting
van de lading van de
volgende maaltijd.
5) Inweken
Nee
Nee
Nee
Nee
0:12'
N.B.:
* Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programmas.
Dit programma heeft echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN
vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: ASSISTENZA_EN_LVS@indesitcompany.com
Om de dosering van het wasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat:
1 eetlepel = 15 gr. poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa - 1 theelepel = 5 gr. poeder = 5 ml vloeibaar
wasmiddel circa
52
NL
Gebruik uitsluitend producten die speciaal
voor afwasautomaten zijn bestemd.
Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en
ook geen wasmiddelen voor handwas.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctie product gebruikt is het niet
nodig een glansmiddel toe te voegen. We raden u
echter wel aan onthardingszout toe te voegen als het
water hard of zeer hard is. Volg de aanwijzingen op de
verpakking.
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het
normaal dat de controlelampjes ZOUT
TOEVOEGEN
* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN*
blijven aan staan.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door
het water van het oppervlak te laten glijden. Op deze
manier voorkomt u strepen en vlekken.
Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
als u door het controlelampje ziet dat het leeg is (H).
Controlelampje licht: glansmiddel toevoegen;
controlelampje donker: voldoende glansmiddel;
als op het paneel het controlelampje GLANSMIDDEL
TOEVOEGEN
* knippert;
1. Open het reservoir door
de dop (G) tegen de klok in
te draaien.
2. Giet het glansmiddel in
het reservoir zonder te
morsen. Als u wel morst,
moet u het product gelijk
met een sponsje
verwijderen.
3. Draai de dop er weer op.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over de was- of droogresultaten,
kunt u de dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een
schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen
tussen 6 verschillende standen (de fabrieksinstelling is op
stand 4):
als u op de vaat witte strepen aantreft moet u een
lagere stand instellen (1-3).
als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u
een hogere stand instellen (4-6).
Als u multifunctie tabletten gebruikt en u wilt dat de
vaat droger wordt, kunt u het reservoir in elk geval vullen
en instellen op stand 2.
Het zout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd
controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het
zout verwijdert het kalk uit het water en zorgt ervoor dat
er geen kalkaanslag op de vaat achterblijft. Het
zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet worden
gevuld:
als de groene drijver
* niet zichtbaar is wanneer u de
dop van het zoutreservoir bekijkt;
als op het paneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN
* knippert;
als er geen controlelampje of groene drijver is:
ongeveer na iedere 30 wasbeurten;
1. Haal het onderrek naar voren
en draai de dop van het
zoutreservoir tegen de klok in.
2. Alleen voor de eerste
afwasbeurt: vul het reservoir tot
aan de rand met water.
3. Plaats bijgeleverde trechter
*
op de opening (zie afbeelding) en
vul het reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer 2
kg); het is normaal dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter, haal de zoutresten uit de
groeven en schroef de dop weer op zijn plaats, zodat
tijdens het wassen geen wasmiddel in het reservoir kan
komen (de ontkalker zou onherstelbaar kunnen worden
beschadigd).
Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct
daarna een wascyclus starten zodat de overgelopen
zoutoplossing direct wordt verwijderd.
Het regelen van de dosis zout*
Het is mogelijk het zoutverbruik te regelen op basis van
de waterhardheid van uw leefgebied. Dit gegeven is
verkrijgbaar bij uw Gemeentelijke Waterbedrijf.
1.Schroef het deksel van het reservoir
los.
2.Draai de pijl op de rand (zie
afbeelding) richting de + o de - en
baseer u op de volgende tabel:
(°dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH =
waterhardheid in Franse graden - mmol/l = millimol/liter)
De ontkalker is in de fabriek ingesteld op +.
Als u multifunctie tabletten gebruikt kunt u toch het
zoutreservoir vullen en het op - afstellen; als de
waterhardheid hoger is dan 60°fH, dient u het op + te
zetten.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Glansmiddel en zout
G
H
F
Hardheid van het water
°dH °fH °mmol/l
Stand pijl
Zoutverbruik
(gram/cyclus)
Autonomie
(cycli/2kg)
0 - 10 0 - 17 0 - 1,7 / 0 /
10 25 18 44 1,8 4,4 - 20 60
25 50 45 89 4,5 8,9 MED 40 40
> 50 > 89 > 8,9 + 60 25
53
NL
Water en elektrische stroom afsluiten
Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om
lekkage te voorkomen.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens
reiniging en onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen
worden gereinigd met een natte doek en wat
zeepsop. Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen.
De vlekken aan de binnenkant van de
afwasautomaat kunnen worden verwijderd met
een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
Laat de deur altijd op een kier om het ophopen
van damp te voorkomen.
Reinig geregeld de afdichtingen rondom de
deur en de wasmiddelbakjes met een vochtige
spons. Zo vermijdt u het ophopen van
etensresten die de hoofdoorzaak zijn van
vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er
etensresten aan de
sproeiarmen blijven
kleven en de gaatjes
waar water uit komt
verstoppen: u doet er
goed aan ze regelmatig
te controleren en te
reinigen met een niet-
metalen borsteltje.
Reinigen van de filters
De filters reinigen het waswater van etensresten
en zorgen dat het weer in het watercircuit komt:
voor een beter resultaat moeten de filters
regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
Controleer na het reinigen dat het filter goed
op zijn plaats zit.
De afwasautomaat mag niet zonder filters
worden gebruikt.
1. Verwijder de filters door het handvat naar boven
te trekken.
2. Reinigen van de filters:
reinig na elke
wasbeurt het
halfronde bord A en
de koker B (u
verwijdert ze door
aan het handvat te
trekken). Verwijder
de grootste
etensresten door ze
onder het stromende water af te spoelen.
de filtergroep
moet eens per
maand grondig
worden
schoongemaakt:
halfrond bord A,
koker B en
cilindrisch filter C
(wordt verwijderd
door het tegen de klok in te draaien). Gebruik voor
het reinigen een niet-metalen borsteltje.
3. Zet de filtergroep weer op zijn plaats totdat u
klik hoort volgens de handelingen 1 en 2, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Als u langere tijd geen gebruik maakt
van de afwasautomaat
Start een wascyclus zonder vaat.
Schakel de elektrische en hydraulische
verbindingen uit.
Laat de deur op een kier staan.
Onderhoud en
verzorging
54
NL
Het apparaat is ontworpen en gebouwd
overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen.
Deze aanwijzingen zijn geschreven om
veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig worden
doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Dit apparaat moet worden gebruikt voor het
wassen van huishoudelijke vaat en alleen door
volwassenen volgens de aanwijzingen die terug
zijn te vinden in dit boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het
is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen
en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door
eraan te trekken, maar door hem beet te pakken.
Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud
uitvoert moet u de waterkraan afsluiten en de
stekker uit het stopcontact halen.
In het geval van een storing mag u in geen enkel
geval aan de interne mechanismen sleutelen om
een reparatie trachten uit te voeren.
Raak nooit de weerstand aan.
Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat
zou om kunnen vallen.
De deur dient niet in openstaande stand gelaten
te worden omdat men erover zou kunnen
struikelen.
Houd was- en glansmiddelen buiten het bereik
van kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Vernietiging van oude electrische
apparaten
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische
apparaten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten
apart worden ingezameld om zo het hergebruik van
de gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de
"afvalcontainer met een kruis erdoor" herinnert u aan
uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze
van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en respect voor het
milieu
Water en energie besparen
Start de afwasautomaat alleen als hij volledig
volgeladen is. Als u moet wachten totdat de
afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende
luchtjes vermijden door het programma Inweken
te gebruiken (zie Programmas).
Selecteer een programma wat geschikt is voor
het type vaat en het soort vuil door de Tabel van
de programmas te raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het
programma Eco, dat een laag energie- en
waterverbruik garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de optie
Halve lading (zie Starten en gebruik).
Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of
dagen goedkopere tarieven heeft, dient u de
afwasautomaat te gebruiken op deze tijden. De
optie Uitgestelde start* (zie Starten en gebruik)
kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te
organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor
en met enzymen.
We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder
fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze
geschikter zijn voor het behoud van het milieu.
Enzymen zorgen voor een effectieve werking op
temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kan u
met afwasmiddelen met enzymen op lage
temperaturen resultaten bereiken die u anders
pas op 65°C zou hebben.
Doseer het afwasmiddel goed op basis van de
aanwijzingen van de fabrikant, van de
waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de
hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te
voorkomen. Ook al zijn ze biologisch
afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen
die het evenwicht van de natuur verstoren.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Voorzorgsmaatregelen en advies
55
NL
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Service Dienst
wendt.
Storingen en oplossingen
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De afwasautomaat start niet.
De stekker zit niet goed in het stopcontact of het hele huis zit
zonder stroom.
De deur van de afwasautomaat is niet goed dicht.
U heeft een Uitgestelde start ingesteld (zie Starten en gebruik).
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
Het programma is nog niet beë indigd.
De waterafvoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afvoer van de wasbak is verstopt.
Het filter is verstopt met etensresten (zie onderhoud en
verzorging)
De afwasautomaat maakt lawaai.
De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is
niet geschikt voor de afwasautomaat (zie Starten en gebruik).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte
aanslag achter.
Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir of zijn
afregeling is niet toereikend voor de waterhardheid (zie
Glansmiddel en onthardingszout).
De dop van het zoutreservoir is niet goed dicht.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen achter.
Er wordt teveel glansmiddel gebruikt (zie Glansmiddel en
onthardingszout).
De vaat is niet droog genoeg.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie
Glansmiddel en onthardingszout).
De regeling van het glansmiddel is niet correct.
U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
De vaat is niet schoon.
De rekken zijn te vol geladen (zie Het laden van de rekken).
De vaat is niet goed verdeeld.
De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
Het wasprogramma is niet energiek genoeg (zie Programmas).
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is
niet geschikt voor de afwasautomaat (zie Starten en gebruik).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Het filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir (zie
Glansmiddel en onthardingszout).
De afwasautomaat vult zich niet
met water/Alarm kraan dicht.
(u hoort enkele korte pieptonen)
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
(de Hoofdwas en Spoelen VERLOOP
WASCYCLE controlelampjes knipperen).
Er zit geen water in de centrale waterleiding.
De watertoevoerbuis is gebogen (zie Installatie).
Open de kraan en de machine start na enkele minuten vanzelf.
Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na
de pieptonen
*. Schakel de machine uit met de ON/OFF toets,
open de kraan en schakel hem na 20 seconden opnieuw in door
middel van dezelfde toets. Herprogrammeer het apparaat en
start het opnieuw.
Alarm Schuim/ filters verstopt
(de Voorwas en Spoelen VERLOOP
WASCYCLE controlelampjes knipperen).
Schakel het apparaat uit door op de ON/OFF toets te drukken.
Overtollig schuim aanwezig in het apparaat.
U heeft een afwasmiddel gebruikt dat niet geschikt is voor de
afwasautomaat;
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Reinig het filter van de eventuele etensresten (zie Onderhoud
en verzorging). Doe de filtergroep weer op zijn plaats en
schakel het apparaat in door op de ON/OFF toets te drukken.
Herprogrammeer het apparaat en start het opnieuw.
Alarm storing aan de
elektromagnetische klep van de
watertoevoer
(het Hoofdwas VERLOOP WASCYCLE
controlelampje knippert).
Schakel het apparaat uit door te drukken op de toets ON/OFF
en schakel het na een minuut weer in. Als het alarm blijft gaan
moet u de waterkraan dichtdraaien om lekkages te vermijden,
vervolgens de stekker uit het stopcontact halen en de
Servicedienst inschakelen.
1/80