Siemens KA92NLB35/09 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
nl
82
nl Inhoud
nlMontage- en gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften ................................... 83
Aanwijzingen over de afvoer ........................... 84
Omvang van de levering .................................. 85
Opstellen van het apparaat ............................. 85
Opstellingsafmetingen ...................................... 86
Openingshoek deur .......................................... 87
Apparaat horizontaal zetten ............................ 88
Apparaat aansluiten .......................................... 88
Apparaatdeuren demonteren .......................... 88
Kennismaking met het apparaat .................... 89
Apparaat inschakelen ....................................... 91
Instellen van de temperatuur .......................... 91
Alarm function .................................................... 92
Speciale functies ............................................... 93
Netto-inhoud ....................................................... 93
De diepvriesruimte ............................................ 93
Maximale invriescapaciteit ............................... 94
Verse levensmiddelen invriezen ..................... 94
Supervriezen ....................................................... 94
Ontdooien van diepvrieswaren ....................... 95
De koelruimte ..................................................... 95
Superkoelen ....................................................... 96
Uitvoering van de diepvriesruimte ................. 96
Variabele indeling van de binnenruimte ....... 97
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen ................................................... 98
Ontdooien ........................................................... 98
Schoonmaken van het apparaat .................... 98
Verlichting (LED) ................................................ 99
Energie besparen ............................................ 100
Bedrijfsgeluiden ............................................... 100
Kleine storingen zelf verhelpen .................... 101
Servicedienst .................................................... 102
nl
83
m Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat voldoet aan de geldende
veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparatuur en het is radio-ontstoord.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Over deze gebruiksaanwijzing
Lees de gebruiksaanwijzing en de
montagehandleiding en neem deze in
acht. U vindt daarin belangrijke informatie
over plaatsing, gebruik en onderhoud van
het apparaat.
De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer
u de aanwijzingen en waarschuwingen in
de gebruiksaanwijzing en de
montagehandleiding negeert.
Bewaar alle documenten voor later
gebruik en voor eventuele volgende
eigenaars.
Explosiegevaar
Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken
(bijv. verwarmingsapparaten of
elektrische ijsbereiders).
Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed afgesloten
en staand bewaren.
Afgezien van de aanbevelingen van de
fabrikant geen aanvullende maatregelen
nemen om het ontdooien te versnellen.
Gevaar voor elektrische schokken
Onvakkundige installatie en reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker van het apparaat.
Bij het opstellen van het apparaat erop
letten dat het aansluitsnoer niet wordt
afgeklemd of beschadigd.
Bij een beschadigd aansluitsnoer: maak
het apparaat direct los van het stroomnet.
Gebruik geen meervoudige
stopcontacten, verlengsnoeren of
adapters.
Het apparaat uitsluitend laten repareren
door de fabrikant, de servicedienst of een
andere gekwalificeerde persoon.
Gebruik alleen originele onderdelen van
de fabrikant.
De fabrikant garandeert dat deze
onderdelen voldoen aan de
veiligheidseisen.
Verbrandingsgevaar door kou
Diepvrieswaren nadat u ze uit het vriesvak
hebt gehaald, nooit onmiddellijk in de
mond nemen.
Voorkom dat de huid langdurig in contact
komt met diepvrieswaren, ijs en de buizen
in het vriesvak.
Risico op letsel
Flessen of blikjes met koolzuurhoudende
drank kunnen barsten.
Geen flessen of blikjes met
koolzuurhoudende drank in het vriesvak
bewaren.
Brandgevaar/gevaren door of van
het koelmiddel
Door de leidingen van het koelcircuit
stroomt een kleine hoeveelheid
milieuvriendelijk, maar brandbaar
koelmiddel (R600a). Dit is niet schadelijk
voor de ozonlaag en verhoogt het
broeikaseffect niet. Vrijkomend koelmiddel
kan echter oogletsel veroorzaken of vlam
vatten.
Leidingen niet beschadigen.
Bij beschadiging van de leidingen:
Vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt
van het apparaat houden.
De ruimte ventileren.
Het apparaat uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken.
Neem contact op met de servicedienst.
Brandgevaar
Draagbare meervoudige
stopcontacten of draagbare
netvoedingen kunnen oververhit raken en
tot brand leiden.
Plaats geen draagbare meervoudige
stopcontacten of draagbare netvoedingen
achter het apparaat.
nl
84
Vermijden van risico's voor kinderen en
kwetsbare personen
Er bestaat gevaar voor:
kinderen;
personen met lichamelijke, geestelijke of
zintuiglijke beperkingen;
personen die onvoldoende kennis
hebben over de veilige bediening van het
apparaat.
Maatregelen:
Zorg dat kinderen en kwetsbare personen
begrijpen wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid verantwoordelijke
persoon moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare personen bij het
apparaat of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat
laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud toezicht
houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
Kans op stikken
Bij een apparaat met deurslot: Sleutel
buiten bereik van kinderen opbergen.
Verpakkingsmateriaal en onderdelen van
het apparaat zijn geen speelgoed voor
kinderen.
Materiële schade
Om materiële schade te voorkomen:
Niet op de sokkel, uitschuifdelen of
deuren staan of leunen.
Kunststof onderdelen en deurafdichtingen
olie- en vetvrij houden.
Aan de stekker trekken – niet aan de
aansluitkabel.
Gewicht
Het apparaat is erg zwaar. Installatie en
transport van het apparaat altijd met ten
minste 2 personen uitvoeren.
Aanwijzingen over de afvoer
* Afvoeren van de verpakking van
uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. De gebruikte materialen zijn
onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw
worden gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat
kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke
verwerking.
* Afvoeren van uw oude apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door
een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen
om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie
gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het
oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment
van transport niet beschadigd worden.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming
met de Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
nl
85
Omvang van de levering
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
eventuele transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Zakje met montagemateriaal
Uitrusting (modelafhankelijk)
Gebruiksaanwijzing
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en geluiden
Opstellen van het apparaat
Transport
Het toestel is zwaar. Bij het transport en bij de montage
beveiligen!
Op grond van het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade aan het
apparaat te minimaliseren, zijn ten minste twee
personen nodig voor de veilige opstelling van het
apparaat.
De juiste plaats
Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare
vertrekken. Het apparaat liefst niet in de zon of naast
een fornuis, verwarmingsradiator of een andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een
warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van
een isolerende plaat of neem de volgende
minimumafstanden in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen: 3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
Bij plaatsing naast een ander koel- of vriesapparaat
moet aan de zijkant ten minste 25 mm ruimte worden
opengelaten om het ontstaan van condenswater te
vermijden.
Wanneer er boven het apparaat een plank of een kast
wordt gemonteerd, dient men een opening van 30 mm
aan te houden, zodat het apparaat desgewenst uit de
nis kan worden getrokken.
De verwarmde lucht aan de achterkant van
het apparaat moet ongehinderd afgevoerd kunnen
worden.
nl
86
Ondergrond
m Attentie
Het apparaat is zwaar.
Uitvoering: 128 kg
De vloer op de plaats van opstelling mag niet
meegeven, vloer eventueel verstevigen.
Bij het plaatsen in een hoek of nis
de minimumafstanden aan de zijkanten in acht nemen
(zie Afmetingen van het apparaat) zodat de deuren tot
de aanslag geopend kunnen worden (zie het hoofdstuk
„Opstellingsafmetingen”).
Als de keukenmeubelen ernaast dieper zijn dan 60 cm,
dan moeten aan de zijkant minimumafstanden in acht
worden genomen om de openingshoek van de deur
ten volle te benutten (zie hoofdstuk „Openingshoek
deur”).
Let op de omgevingstemperatuur en de
beluchting
Omgevingstemperatuur
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.Deze geeft
aan binnen welke omgevingstemperaturen het
apparaat gebruikt kan worden. Het typeplaatje bevindt
zich rechts in de koelruimte.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel binnen
de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven
klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur,
kunnen beschadigingen aan het apparaat worden
uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C.
Beluchting
De beluchtings- en ontluchtingsopeningen in de
achterzijde van het apparaat in geen geval afdekken.
De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer
presteren. Waardoor het energieverbruik toeneemt.
Steek de afstandshouder op de daartoe bestemde
houder op de achterzijde van het apparaat. Hierdoor
wordt de minimumafstand tot de wand in acht
genomen.
Opstellingsafmetingen
Klimaatklasse Toegestane
omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
PLQ
PD[







nl
88
Apparaat horizontaal zetten
Om het apparaat perfect te laten functioneren moet
het waterpas staan.
Als het apparaat scheef staat, dan kan dit ertoe leiden
dat het water uit de ijsbereider loopt, dat er ongelijke
ijsblokjes geproduceerd worden of dat de deuren niet
goed sluiten.
Apparaat aansluiten
Het apparaat door een vakman volgens bijgesloten
montagehandleiding laten plaatsen en aansluiten.
De transportbeveiligingen van de legplateaus en
de voorraadvakken pas na plaatsing van het apparaat
verwijderen.
Het apparaat eerst op de waterleiding aansluiten,
daarna pas op het elektriciteitsnet.
Naast de wettelijk voorgeschreven nationale
voorschriften moeten ook de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke elektriciteits- en waterleidingbedrijf
in acht worden genomen.
Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1
uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van
de compressor in het koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van
het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk
„Schoonmaken van het apparaat”).
Elektrische aansluiting
m Waarschuwing
Gevaar voor een elektrische schok!
Gebruik, indien het aansluitsnoer niet lang genoeg is, in
geen geval meervoudige stopcontacten of
verlengsnoeren. Neem in plaats daarvan contact op
met de klantenservice voor alternatieve oplossingen.
Voor de aansluiting van dit apparaat is een vast
geïnstalleerd stopcontact nodig.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en ook na het opstellen van het apparaat
goed bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Sluit het
apparaat aan op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet met een zekering van 10 A tot 16 A
of meer zijn beveiligd.
Controleer bij apparaten die in niet Europese landen
worden gebruikt of de aansluitspanning en de
stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw
elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt zich rechts
onderaan in het apparaat. Een eventueel noodzakelijke
vervanging van het netsnoer mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een vakman.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten
op elektronische energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en
sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op
schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse
aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben,
moet een sinusinverter worden gebruikt.
Apparaatdeuren demonteren
Als het apparaat niet door de deur past, kunnen de
deuren van het apparaat worden afgeschroefd.
m Attentie
Het afschroeven van de deuren mag uitsluitend worden
uitgevoerd door de klantenservice.
nl
89
Kennismaking met het apparaat
Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk.
* Niet bij alle modellen.
A Diepvriesruimte
B Koelruimte
1 Bedieningspaneel en display
2 Lichtschakelaars koel- en diepvriesruimte
3 Verlichting diepvriesruimte
4 IJsbereider
5 Luchtopening
6 Voorraadvak in de deur
7 Glasplateau in de diepvriesruimte
8 Diepvrieskalender
9 Deurvak (2-sterenvak) voor kortstondig bewaren
van levensmiddelen en consumptie-ijs.
10 Verlichting koelruimte
11 Boter en kaasvak
12 Luchtopening
13 Flessenrek *
14 Verstelbaar glasplateau
15 Glasplateau in de koelruimte
16 Verskoellade
17 Voorraadvak in de deur
18 Groentelade met vochtigheidsregelaar
19 Schroefvoetjes
nl
90
Bedieningspaneel en display
Het bedieningspaneel en display op de deur bestaat uit een aanrakingspaneel.
Door een toetsenveld aan te raken wordt de betreffende functie ingeschakeld.
A Display diepvriesruimte
B Display koelruimte
1 Keuzetoets Diepvriesruimte
Maakt de temperatuurinstelling voor de
diepvriesruimte mogelijk.
2 Temperatuurindicatie Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met de ingestelde
temperaturen in de diepvriesruimte in °C.
3 Indicatie „super” (diepvriesruimte)
Brandt alleen als het supervriessysteem
is ingeschakeld.
4 Insteltoetsen +/-
De toetsen dienen voor het instellen van de
temperaturen in de koel- en diepvriesruimte.
5 Toets „fresh”
Dient voor het in- en uitschakelen van de fresh-
modus.
6 Toets „eco”
Dient voor het in- en uitschakelen van de eco-
modus.
7 Keuzetoets Koelruimte
Maakt de instelling van de temperatuur
in de koelruimte mogelijk.
nl
91
Apparaat inschakelen
Na aansluiting is het apparaat ingeschakeld. Het
alarmsignaal is te horen.
Druk de toets „alarm off” in. Het alarmsignaal gaat uit.
De vooraf ingestelde temperaturen worden na enkele
uren bereikt. Vóór die tijd geen levensmiddelen
in het apparaat leggen.
De fabriek adviseert de volgende temperaturen:
Diepvriesruimte: -18 °C
Koelruimte: +4 °C
Instellen van de temperatuur
Diepvriesruimte
De temperatuur is instelbaar van -16 °C tot -24 °C.
1. Met de vriesruimte-keuzetoets 1 de vriesruimte
kiezen.
2. Met de insteltoets voor de temperatuur 4
de gewenste vriesruimtetemperatuur instellen.
De laatst ingestelde waarde wordt in het geheugen
opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt op
indicatie 2 aangegeven.
Wij raden een instelling van -18 °C aan.
8 Temperatuurindicatie koelruimte
De cijfers komen overeen met de ingestelde
temperaturen in de koelruimte in °C.
9 Indicatie „super” (koelruimte)
Brandt alleen als het superkoelsysteem
is ingeschakeld.
10 Toets „alarm off”
De toets dient voor het uitschakelen van het
alarmsignaal (zie het hoofdstuk Alarmfunctie).
11 Toets Vacation
Dient voor het in- en uitschakelen van
de Vakantie-modus, zie het hoofdstuk „Speciale
functies”, „Vakantie-modus”.
12 Functie toetsenblokkering „lock”
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
is instellen met de bedieningselementen niet
mogelijk.
nl
92
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar van 2 °C tot 8 °C.
1. Met de koelruimte-keuzetoets 7 de koelruimte
kiezen.
2. Met de insteltoets voor de temperatuur 4
de gewenste koelruimtetemperatuur instellen.
De laatst ingestelde waarde wordt in het geheugen
opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt
aangegeven op de temperatuurindicatie 8.
Wij raden een instelling van +4 °C aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 °C
bewaren.
Alarm function
Deuralarm
Wanneer het apparaat langer dan een minuut
openstaat, wordt het deuralarm (rode
deurgreepverlichting) ingeschakeld. Door de deur te
sluiten of op de toets "alarm off" 10 te drukken, wordt
het deuralarm weer uitgeschakeld.
Aanwijzing
Het alarm kan ook met een willekeurige andere toets
worden uitgeschakeld. Hierbij wordt tevens de
desbetreffende toetsfunctie uitgevoerd.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt ingeschakeld als het te
warm is in de diepvriesruimte en de levensmiddelen
gevaar lopen.
Door het indrukken van de "alarm off"-toets wordt het
alarmsignaal uitgeschakeld.
Aanwijzing
Het alarm kan ook met een willekeurige andere toets
worden uitgeschakeld. Hierbij wordt tevens de
desbetreffende toetsfunctie uitgevoerd.
Zonder gevaar voor de koelwaren kan het akoestische
en optische signaal worden weergegeven bij:
Het in gebruik nemen van het apparaat.
Het inladen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Op de display knippert de ingestelde temperatuur van
de diepvriesruimte. “alarm off” wordt weergegeven en
de rode deurgreepverlichting wordt ingeschakeld.
Het temperatuuralarm wordt uitgeschakeld wanneer de
ingestelde temperatuur weer is bereikt.
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas nadat het is verwerkt tot een panklaar
gerecht (gekookt of gebraden), kan het opnieuw
worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten volle benutten.
nl
93
Speciale functies
[fresh]
Met de vers-modus [fresh] blijven levensmiddelen nog
langer houdbaar.
Het apparaat stelt automatisch de volgende
temperaturen in:
Koelruimte: +2 °C
Diepvriesruimte: blijft ongewijzigd
[fresh] inschakelen
Toets [fresh] ingedrukt houden tot de toets is
gemarkeerd.
[fresh] uitschakelen
Toets [fresh] ingedrukt houden tot de toets niet meer is
gemarkeerd.
[eco]
Met deze functie schakelt u het apparaat op
energiebesparend gebruik.
Het apparaat stelt automatisch de volgende
temperaturen in:
Diepvriesruimte: -16 °C
Koelruimte: +6 °C
[eco] inschakelen
Toets [eco] ingedrukt houden tot de toets is
gemarkeerd.
[eco] uitschakelen
Toets [eco] ingedrukt houden tot de toets niet meer is
gemarkeerd.
[vacation]
Bij lange afwezigheid kunt u het apparaat op de
energiebesparende vakantiemodus zetten.
De temperatuur in de koelruimte wordt automatisch op
+14 °C omgeschakeld.
m Attentie
Gedurende deze tijd geen levensmiddelen
in de koelruimte opslaan!
Het diepvriescompartiment handhaaft de ingestelde
temperaturen.
[vacation] inschakelen
Toets [vacation] ingedrukt houden tot de toets is
gemarkeerd.
[vacation] uitschakelen
Toets [vacation] ingedrukt houden tot de toets niet
meer is gemarkeerd.
[lock]
Met de functie „lock” kunt u het apparaat tegen
onbedoelde bediening beveiligen.
[lock] inschakelen
Toets [lock] ingedrukt houden tot de toets is
gemarkeerd.
[lock] uitschakelen
Toets [lock] ingedrukt houden tot de toets niet meer is
gemarkeerd.
Deurgreepverlichting
De deurgreep van de diepvriesruimte is voorzien van
LED-verlichting, die als volgt wordt geactiveerd:
wit licht bij een geopende deur en bij toetsbediening
rood licht bij alarm (zie ook het hoofdstuk
Alarmfunctie)
Deurgreepverlichting in-/uitschakelen
Toets + vijf seconden ingedrukt houden.
Netto-inhoud
De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het hoofdstuk
„Servicedienst”).
Vriesvermogen volledig benutten
Om de maximale hoeveelheid diepvrieswaren aan te
brengen, kan de bovenste diepvrieslade uit het
apparaat worden genomen. De levensmiddelen kunnen
dan rechtstreeks op de legplateaus en in de onderste
diepvrieslade worden gestapeld.
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
voor het opslaan van diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
om levensmiddelen in te vriezen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is! Bij een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte vormt zich veel
ijs. Bovendien: energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
Na het sluiten van de deur van de diepvriesruimte
ontstaat onderdruk waardoor een zuigend geluid
te horen is. Twee tot drie minuten wachten tot
de onderdruk is opgeheven.
Wij adviseren de ijsblokjesreservoir in het apparaat te
laten. Dit waarborgt een optimale temperatuurverdeling
in de vriesruimte.
Inkopen van diepvriesproducten
De verpakking mag niet beschadigd zijn.
Neem de houdbaarheidsdatum in acht.
De temperatuur in de verkoop-koelkist moet -18 °C
of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een koeltas
transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen.
nl
94
Maximale invriescapaciteit
Gegevens over de maximale invriescapaciteit binnen
24 uur vindt u op het typeplaatje (zie de afb. in het
hoofdstuk „Servicedienst”).
Verse levensmiddelen invriezen
Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en de kleur zo
goed mogelijk te behouden, dient groente
geblancheerd te worden voordat het wordt ingevroren.
Bij aubergines, paprika’s, courgettes en asperges is
blancheren niet noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren vindt u in de
boekhandel.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog
in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen.
Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groente, fruit, kruiden, gepelde eieren,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare vis,
aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw worden gegeten,
zoals kropsla en radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en perziken,
hardgekookte eieren, yoghurt, dikke zure melk, zure
room, crème fraîche en mayonaise.
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet
uitdrogen of hun smaak verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen- en aluminiumfolie,
diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
Inpakpapier, perkamentpapier, cellofaan, afvalzakken
en gebruikte boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en wrapfolie van polyethyleen (PE) kunt u
sealen met een folie-sealer.
Houdbaarheid van de diepvrieswaren
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en
banket:
tot 6 maanden.
Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
Groente, fruit:
tot 12 maanden.
Supervriezen
De levensmidelen zo snel mogelijk door en door
invriezen zodat vitamine, voedingswaarden, uiterlijk en
smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voordat u de verse
levensmiddelen inlaadt het supervriezen in, om
ongewenste temperatuurstijging te voorkomen.
Doorgaans is 4–6 uur van tevoren voldoende.
Na het inschakelen werkt het apparaat permanent, in
de diepvriesruimte wordt een zeer lage temperatuur
bereikt.
Als u het max. vriesvermogen wilt gebruiken, dient u
24 uur vóór het inladen van de verse waar het
supervriezen in te schakelen.
Kleinere hoeveelheden levensmiddelen (max. 2 kg)
kunnen zonder gebruik van het supervriessysteem
worden ingevroren.
Aanwijzing
Als het supervriessysteem is ingeschakeld kunnen
de bedrijfsgeluiden toenemen.
In- en uitschakelen
1. Met de keuzetoets 1 de zone Diepvriesruimte kiezen.
2. De temperatuurinsteltoets 4 meermaals indrukken,
tot de indicatie super 3 brandt.
Het supervriessysteem wordt na 2½ dagen
automatisch uitgeschakeld.
nl
95
Ontdooien van diepvrieswaren
Afhankelijk van soort en bereidingswijze van
de levensmiddelen kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
bij omgevingstemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron
m Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-en-
klaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort.
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats voor het bewaren
van vlees, worst, vis, melkproducten, eieren, toebereide
etenswaren en brood/banket.
In acht nemen bij het bewaren
Bewaar verse, onbeschadigde levensmiddelen. Zo
blijft de kwaliteit en de versheid langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en afgevulde producten
de door de fabrikant vermelde houdbaarheids- of
gebruiksdatum in acht nemen.
De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt
inruimen, om aroma, kleur en versheid te bewaren.
Dit voorkomt geuroverdracht en verkleuring van de
kunststof onderdelen in de koelruimte.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en pas daarna in het apparaat zetten.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen de achterwand raken.
Anders wordt de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan
de achterwand vastvriezen.
Let op de koudezones in de koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte verschillen
de koudezones:
De koudste zone is tussen de groentelade en het
glazen legplateau daarboven.
Aanwijzing
Bewaar in de koudste zone boven de groentelade
gevoelige levensmiddelen (bijv. vis, worst, vlees).
De warmste zone bevindt zich helemaal bovenaan
in de deur.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv. harde kaas en
boter. Kaas kan zo zijn aroma verder ontwikkelen en
de boter blijft goed smeerbaar.
Verskoellade
Geschikt om vers te koelen:
In principe alle levensmiddelen die vers zijn en nog
langer vers moeten blijven, bijv. vis, zeevruchten, vlees,
worstwaren, melkproducten en kant-en-klaargerechten.
Niet geschikt voor „verskoelen”:
Koudegevoelige fruit en groente (bijv. zuidvruchten
zoals ananas, bananen, papaja’s, citrusvruchten en
meloenen, evenals tomaten, aubergines, courgettes,
paprika’s, komkommers, aardappels).
De ideale plaats voor het bewaren van deze
levensmiddelen is de koelruimte.
nl
96
Groentelade met vochtigheidsregelaar
Om optimale omstandigheden te scheppen voor het
bewaren van groente en fruit, kan de luchtvochtigheid
in de groentelade worden aangepast aan
de hoeveelheid levensmiddelen:
kleine hoeveelheid fruit en groente – hoge
luchtvochtigheid
grote hoeveelheid fruit en groente – lage
luchtvochtigheid
Aanwijzingen
Koudegevoelig fruit (bijv. ananas, bananen, papaja
en citrusvruchten) en groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika, tomaten en
aardappels) dienen voor een optimaal behoud van
kwaliteit en aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa +8 °C
tot +12 °C.
Afhankelijk van de soort levensmiddelen en de
hoeveelheid kan zich condenswater vormen in de
groentelade. Condenswater verwijderen met een
droge doek en de luchtvochtigheid in de groentelade
aanpassen met behulp van de vochtigheidsregelaar.
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 6 uur
zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het superkoelen
ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote hoeveelheden
levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
In- en uitschakelen
1. Met de keuzetoets 7 de zone Koelruimte kiezen.
2. De temperatuurinsteltoets 4 meermaals indrukken,
tot de indicatie super 9 brandt.
Uitvoering van
de diepvriesruimte
(niet bij alle modellen)
nl
97
IJsbereider
1. Het ijsbakje verwijderen, voor ¾ vullen met
drinkwater en weer aanbrengen.
2. Als de ijsblokjes bevroren zijn de draaigrepen van
de ijsbakjes een aantal keren naar rechts draaien en
loslaten. De ijsblokjes laten los en vallen
in het voorraadbakje.
3. IJsblokjes uit het voorraadbakje halen.
Variabele indeling van
de binnenruimte
U kunt de legplateaus en de deurvakken naar wens
verplaatsen.
Legplateau naar voren trekken, iets laten zakken en
aan de zijkant uitzwenken.
Vakken in de deur iets optillen en eruit halen.
nl
98
Speciale uitvoering
(niet bij alle modellen)
Verstelbaar glasplateau „easy Lift”
Het legplateau kan in de hoogte versteld worden
zonder dat het eruit gehaald hoeft te worden.
Levensmiddelen eerst van het legplateau af halen.
Maximale belading van het legplateau: 3 kg
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen
Uitschakelen van het apparaat
Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
Koelmachine wordt uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen.
2. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen.
3. Binnenkant van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
4. De deuren van het apparaat open laten om
geurvorming te voorkomen.
Ontdooien
Diepvriesruimte
Door het volledig automatische NoFrost-systeem blijft
de vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Koelruimte
Het apparaat wordt automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het afvoergaatje naar een
verdampingsschaal aan de achterkant van
het apparaat.
Schoonmaken van het apparaat
m Waarschuwing
Het apparaat nooit met een stoomreiniger reinigen!
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand,
chloride of zuren bevatten.
m Attentie
Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen
oppervlakken kan corrosie ontstaan.
m Attentie
De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in
de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen
vervormen!
nl
99
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen.
2. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen.
3. Diepvrieswaren verwijderen en bewaren op een
koele plaats. Koude-accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en
lauw water met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in de
verlichting terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon water
schoonmaken en grondig droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en
inschakelen.
8. Diepvrieswaren opnieuw in het diepvriesvak leggen.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele delen van het
apparaat worden verwijderd (zie hoofdstuk Variabele
indeling van de binnenruimte)
Aanwijzing
Open de deuren volledig (90°) om de lades te
verwijderen en te reinigen.
Lade verwijderen
De lade geheel uittrekken, door optillen losmaken van
de houder en verwijderen.
Bij het aanbrengen de lade op de rails plaatsen en naar
binnen schuiven. De lade klikt vast door hem omlaag te
drukken.
Groentelade met vochtigheidsregelaar verwijderen
1. Groentelade uittrekken.
2. Glazen legplateau verwijderen.
3. Vochtafdekking verwijderen.
Groentelade met vochtigheidsregelaar aanbrengen
1. Eerst vochtafdekking aanbrengen.
2. Glazen legplateau aanbrengen.
3. Groentelade eronder plaatsen.
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED
verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door de
Servicedienst of een erkend vakman worden
uitgevoerd.
nl
100
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte
plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen zoals een
verwarmingsradiator of een fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen,
daarna in het apparaat plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te
ontdooien en de kou van de diepvrieswaren
gebruiken om andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen.
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om de geplande
energieopname van het apparaat te bereiken (zie
„Opstellen van het apparaat”, „Beluchting”). Een
kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige
invloed op de werking van het apparaat.
Het energieverbruik kan dan iets hoger worden.
De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen
invloed op de energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/
uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas stellen.
Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander meubel of
apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast
wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden
en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.
nl
101
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Voer een zelftest van het apparaat uit (zie hoofdstuk „Zelftest apparaat”).
U moet de kosten voor advies van de monteur van de Servicedienst zelf betalen ook in de garantietijd!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af van
de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat
gedurende 5 minuten uit te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of
de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende dag
de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld;
de stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
De temperatuurindicatie van de
diepvriesruimte knippert, een
alarmsignaal is te horen en de toets
„alarm off” brandt.
In de diepvriesruimte is het te
warm!
Gevaar voor de diepvrieswaren!
Om het alarmsignaal uit te schakelen de „alarm off”-toets
indrukken.
De deur is geopend. Deur sluiten.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekking verwijderen.
Er zijn teveel levensmiddelen tegelijk in het
diepvriesvak gelegd.
Max. invriescapaciteit niet overschrijden.
Als de storing is verholpen gaat het alarmindicatie na een tijdje
uit.
De verlichting functioneert niet. De lichtschakelaar klemt. Controleer of er beweging in de lichtschakelaar zit.
De verlichting is defect. (Zie hoofdstuk „Verlichting”.)
Het apparaat koelt niet.
De verlichting functioneert niet.
De indicatie brandt niet
Stroomuitval. Controleren of er stroom is.
De zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren.
De stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
De koelmachine wordt steeds vaker
en langer ingeschakeld.
De deur van het apparaat werd te vaak
geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen.
Invriezen van grotere hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
nl
102
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw
omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met service-adressen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.)
en het FD-nummer (FD-Nr.) van het apparaat op.
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Door vermelding van het fabrikaat- en productnummer
kunt u onnodige voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart
u zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies bij
storingen
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
NL 088 424 4020
B 070 222 142

Documenttranscriptie

nl nl Inhoud nlMontage- en gebruiksa nwijzng Veiligheidsvoorschriften ................................... 83 Aanwijzingen over de afvoer ........................... 84 Omvang van de levering .................................. 85 Opstellen van het apparaat ............................. 85 Opstellingsafmetingen ...................................... 86 Openingshoek deur .......................................... 87 Apparaat horizontaal zetten ............................ 88 Apparaat aansluiten .......................................... 88 Apparaatdeuren demonteren .......................... 88 Kennismaking met het apparaat .................... 89 Apparaat inschakelen ....................................... 91 Instellen van de temperatuur .......................... 91 Alarm function .................................................... 92 Speciale functies ............................................... 93 Netto-inhoud ....................................................... 93 De diepvriesruimte ............................................ 93 Maximale invriescapaciteit ............................... 94 Verse levensmiddelen invriezen ..................... 94 Supervriezen ....................................................... 94 Ontdooien van diepvrieswaren ....................... 95 De koelruimte ..................................................... 95 Superkoelen ....................................................... 96 Uitvoering van de diepvriesruimte ................. 96 Variabele indeling van de binnenruimte ....... 97 Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen ................................................... 98 Ontdooien ........................................................... 98 Schoonmaken van het apparaat .................... 98 Verlichting (LED) ................................................ 99 Energie besparen ............................................ 100 Bedrijfsgeluiden ............................................... 100 Kleine storingen zelf verhelpen .................... 101 Servicedienst .................................................... 102 82 nl m Veiligheidsvoorschriften ■ Veilgheidsvo rschriften Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen voor elektrische apparatuur en het is radio-ontstoord. Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd. Verbrandingsgevaar door kou ■ Over deze gebruiksaanwijzing ■ ■ ■ Lees de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding en neem deze in acht. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer u de aanwijzingen en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding negeert. Bewaar alle documenten voor later gebruik en voor eventuele volgende eigenaars. Explosiegevaar ■ ■ ■ ■ Nooit elektrische apparaten in het apparaat gebruiken (bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbereiders). Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen explosieve stoffen in het apparaat opslaan. Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd goed afgesloten en staand bewaren. Afgezien van de aanbevelingen van de fabrikant geen aanvullende maatregelen nemen om het ontdooien te versnellen. Gevaar voor elektrische schokken Onvakkundige installatie en reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de gebruiker van het apparaat. ■ Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het aansluitsnoer niet wordt afgeklemd of beschadigd. ■ Bij een beschadigd aansluitsnoer: maak het apparaat direct los van het stroomnet. ■ Gebruik geen meervoudige stopcontacten, verlengsnoeren of adapters. ■ Het apparaat uitsluitend laten repareren door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon. Gebruik alleen originele onderdelen van de fabrikant. De fabrikant garandeert dat deze onderdelen voldoen aan de veiligheidseisen. ■ Diepvrieswaren nadat u ze uit het vriesvak hebt gehaald, nooit onmiddellijk in de mond nemen. Voorkom dat de huid langdurig in contact komt met diepvrieswaren, ijs en de buizen in het vriesvak. Risico op letsel Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen barsten. Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in het vriesvak bewaren. Brandgevaar/gevaren door of van het koelmiddel Door de leidingen van het koelcircuit stroomt een kleine hoeveelheid milieuvriendelijk, maar brandbaar koelmiddel (R600a). Dit is niet schadelijk voor de ozonlaag en verhoogt het broeikaseffect niet. Vrijkomend koelmiddel kan echter oogletsel veroorzaken of vlam vatten. ■ Leidingen niet beschadigen. Bij beschadiging van de leidingen: ■ Vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het apparaat houden. ■ De ruimte ventileren. ■ Het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. ■ Neem contact op met de servicedienst. Brandgevaar Draagbare meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden. Plaats geen draagbare meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen achter het apparaat. 83 nl Vermijden van risico's voor kinderen en kwetsbare personen Er bestaat gevaar voor: ■ kinderen; ■ personen met lichamelijke, geestelijke of zintuiglijke beperkingen; ■ personen die onvoldoende kennis hebben over de veilige bediening van het apparaat. Maatregelen: ■ Zorg dat kinderen en kwetsbare personen begrijpen wat de gevaren zijn. ■ Een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon moet toezicht houden op kinderen en kwetsbare personen bij het apparaat of hen instrueren. ■ Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat laten gebruiken. ■ Bij reiniging en onderhoud toezicht houden op kinderen. ■ Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. Kans op stikken ■ ■ Bij een apparaat met deurslot: Sleutel buiten bereik van kinderen opbergen. Verpakkingsmateriaal en onderdelen van het apparaat zijn geen speelgoed voor kinderen. Materiële schade Om materiële schade te voorkomen: ■ Niet op de sokkel, uitschuifdelen of deuren staan of leunen. ■ Kunststof onderdelen en deurafdichtingen olie- en vetvrij houden. ■ Aan de stekker trekken – niet aan de aansluitkabel. Gewicht Het apparaat is erg zwaar. Installatie en transport van het apparaat altijd met ten minste 2 personen uitvoeren. 84 Aanwijzingen over de afvoer * Afvoeren van de verpakking van uw nieuwe apparaat De verpakking beschermt uw apparaat tegen transportschade. De gebruikte materialen zijn onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw worden gebruikt. Help daarom mee en zorg dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke verwerking. * Afvoeren van uw oude apparaat Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. m Waarschuwing Bij afgedankte apparaten 1. Stekker uit het stopcontact trekken. 2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. 3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen! 4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat spelen. Verstikkingsgevaar! Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment van transport niet beschadigd worden. nl Omvang van de levering Controleer na het uitpakken alle onderdelen op eventuele transportschade. Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice. De levering bestaat uit de volgende onderdelen: ■ Vrijstaand apparaat ■ Zakje met montagemateriaal ■ Uitrusting (modelafhankelijk) ■ Gebruiksaanwijzing ■ Klantenserviceboekje ■ Garantiebijlage ■ Informatie over energieverbruik en geluiden Opstellen van het apparaat Transport Het toestel is zwaar. Bij het transport en bij de montage beveiligen! Op grond van het gewicht en de afmetingen van het apparaat en om het risico van letsel of schade aan het apparaat te minimaliseren, zijn ten minste twee personen nodig voor de veilige opstelling van het apparaat. De juiste plaats Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare vertrekken. Het apparaat liefst niet in de zon of naast een fornuis, verwarmingsradiator of een andere warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van een isolerende plaat of neem de volgende minimumafstanden in acht: Naast elektrische- of gasfornuizen: 3 cm. ■ Naast een CV-installatie 30 cm. Bij plaatsing naast een ander koel- of vriesapparaat moet aan de zijkant ten minste 25 mm ruimte worden opengelaten om het ontstaan van condenswater te vermijden. Wanneer er boven het apparaat een plank of een kast wordt gemonteerd, dient men een opening van 30 mm aan te houden, zodat het apparaat desgewenst uit de nis kan worden getrokken. De verwarmde lucht aan de achterkant van het apparaat moet ongehinderd afgevoerd kunnen worden. ■ 85 nl Ondergrond m Attentie Het apparaat is zwaar. Uitvoering: 128 kg De vloer op de plaats van opstelling mag niet meegeven, vloer eventueel verstevigen. Bij het plaatsen in een hoek of nis de minimumafstanden aan de zijkanten in acht nemen (zie Afmetingen van het apparaat) zodat de deuren tot de aanslag geopend kunnen worden (zie het hoofdstuk „Opstellingsafmetingen”). Als de keukenmeubelen ernaast dieper zijn dan 60 cm, dan moeten aan de zijkant minimumafstanden in acht worden genomen om de openingshoek van de deur ten volle te benutten (zie hoofdstuk „Openingshoek deur”). Beluchting De beluchtings- en ontluchtingsopeningen in de achterzijde van het apparaat in geen geval afdekken. De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer presteren. Waardoor het energieverbruik toeneemt. Steek de afstandshouder op de daartoe bestemde houder op de achterzijde van het apparaat. Hierdoor wordt de minimumafstand tot de wand in acht genomen. Let op de omgevingstemperatuur en de beluchting Omgevingstemperatuur De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.Deze geeft aan binnen welke omgevingstemperaturen het apparaat gebruikt kan worden. Het typeplaatje bevindt zich rechts in de koelruimte. Klimaatklasse SN N ST T Toegestane omgevingstemperatuur +10 °C tot 32 °C +16 °C tot 32 °C +16 °C tot 38 °C +16 °C tot 43 °C Aanwijzing Het apparaat is volledig functioneel binnen de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur, kunnen beschadigingen aan het apparaat worden uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C. Opstellingsafmetingen       86    PLQ PD[ nl Apparaat horizontaal zetten Om het apparaat perfect te laten functioneren moet het waterpas staan. Als het apparaat scheef staat, dan kan dit ertoe leiden dat het water uit de ijsbereider loopt, dat er ongelijke ijsblokjes geproduceerd worden of dat de deuren niet goed sluiten. Elektrische aansluiting m Waarschuwing Gevaar voor een elektrische schok! Gebruik, indien het aansluitsnoer niet lang genoeg is, in geen geval meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren. Neem in plaats daarvan contact op met de klantenservice voor alternatieve oplossingen. Voor de aansluiting van dit apparaat is een vast geïnstalleerd stopcontact nodig. Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het opstellen van het apparaat goed bereikbaar zijn. Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Sluit het apparaat aan op een volgens de voorschriften geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het stopcontact moet met een zekering van 10 A tot 16 A of meer zijn beveiligd. Controleer bij apparaten die in niet Europese landen worden gebruikt of de aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt zich rechts onderaan in het apparaat. Een eventueel noodzakelijke vervanging van het netsnoer mag uitsluitend worden uitgevoerd door een vakman. m Waarschuwing Apparaat aansluiten Het apparaat door een vakman volgens bijgesloten montagehandleiding laten plaatsen en aansluiten. De transportbeveiligingen van de legplateaus en de voorraadvakken pas na plaatsing van het apparaat verwijderen. Het apparaat eerst op de waterleiding aansluiten, daarna pas op het elektriciteitsnet. Naast de wettelijk voorgeschreven nationale voorschriften moeten ook de aansluitvoorwaarden van het plaatselijke elektriciteits- en waterleidingbedrijf in acht worden genomen. Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1 uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van de compressor in het koelsysteem terecht komt. Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”). 88 Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten op elektronische energiebesparingsstekkers. Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben, moet een sinusinverter worden gebruikt. Apparaatdeuren demonteren Als het apparaat niet door de deur past, kunnen de deuren van het apparaat worden afgeschroefd. m Attentie Het afschroeven van de deuren mag uitsluitend worden uitgevoerd door de klantenservice. nl Kennismaking met het apparaat Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk. * Niet bij alle modellen. A B 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Diepvriesruimte Koelruimte Bedieningspaneel en display Lichtschakelaars koel- en diepvriesruimte Verlichting diepvriesruimte IJsbereider Luchtopening Voorraadvak in de deur Glasplateau in de diepvriesruimte Diepvrieskalender Deurvak (2-sterenvak) voor kortstondig bewaren van levensmiddelen en consumptie-ijs. 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Verlichting koelruimte Boter en kaasvak Luchtopening Flessenrek * Verstelbaar glasplateau Glasplateau in de koelruimte Verskoellade Voorraadvak in de deur Groentelade met vochtigheidsregelaar Schroefvoetjes 89 nl Bedieningspaneel en display Het bedieningspaneel en display op de deur bestaat uit een aanrakingspaneel. Door een toetsenveld aan te raken wordt de betreffende functie ingeschakeld. A B 1 2 3 90 Display diepvriesruimte Display koelruimte Keuzetoets Diepvriesruimte Maakt de temperatuurinstelling voor de diepvriesruimte mogelijk. Temperatuurindicatie Diepvriesruimte De cijfers komen overeen met de ingestelde temperaturen in de diepvriesruimte in °C. Indicatie „super” (diepvriesruimte) Brandt alleen als het supervriessysteem is ingeschakeld. 4 5 6 7 Insteltoetsen +/De toetsen dienen voor het instellen van de temperaturen in de koel- en diepvriesruimte. Toets „fresh” Dient voor het in- en uitschakelen van de freshmodus. Toets „eco” Dient voor het in- en uitschakelen van de ecomodus. Keuzetoets Koelruimte Maakt de instelling van de temperatuur in de koelruimte mogelijk. nl 8 9 10 11 12 Temperatuurindicatie koelruimte De cijfers komen overeen met de ingestelde temperaturen in de koelruimte in °C. Indicatie „super” (koelruimte) Brandt alleen als het superkoelsysteem is ingeschakeld. Toets „alarm off” De toets dient voor het uitschakelen van het alarmsignaal (zie het hoofdstuk Alarmfunctie). Toets Vacation Dient voor het in- en uitschakelen van de Vakantie-modus, zie het hoofdstuk „Speciale functies”, „Vakantie-modus”. Functie toetsenblokkering „lock” Wanneer deze functie is ingeschakeld, is instellen met de bedieningselementen niet mogelijk. Instellen van de temperatuur Diepvriesruimte De temperatuur is instelbaar van -16 °C tot -24 °C. 1. Met de vriesruimte-keuzetoets 1 de vriesruimte kiezen. 2. Met de insteltoets voor de temperatuur 4 de gewenste vriesruimtetemperatuur instellen. De laatst ingestelde waarde wordt in het geheugen opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt op indicatie 2 aangegeven. Wij raden een instelling van -18 °C aan. Apparaat inschakelen Na aansluiting is het apparaat ingeschakeld. Het alarmsignaal is te horen. Druk de toets „alarm off” in. Het alarmsignaal gaat uit. De vooraf ingestelde temperaturen worden na enkele uren bereikt. Vóór die tijd geen levensmiddelen in het apparaat leggen. De fabriek adviseert de volgende temperaturen: ■ ■ Diepvriesruimte: -18 °C Koelruimte: +4 °C 91 nl Koelruimte Temperatuuralarm De temperatuur is instelbaar van 2 °C tot 8 °C. Het temperatuuralarm wordt ingeschakeld als het te warm is in de diepvriesruimte en de levensmiddelen gevaar lopen. Door het indrukken van de "alarm off"-toets wordt het alarmsignaal uitgeschakeld. 1. Met de koelruimte-keuzetoets 7 de koelruimte kiezen. 2. Met de insteltoets voor de temperatuur 4 de gewenste koelruimtetemperatuur instellen. De laatst ingestelde waarde wordt in het geheugen opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt aangegeven op de temperatuurindicatie 8. Wij raden een instelling van +4 °C aan. Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 °C bewaren. Alarm function Deuralarm Wanneer het apparaat langer dan een minuut openstaat, wordt het deuralarm (rode deurgreepverlichting) ingeschakeld. Door de deur te sluiten of op de toets "alarm off" 10 te drukken, wordt het deuralarm weer uitgeschakeld. Aanwijzing Het alarm kan ook met een willekeurige andere toets worden uitgeschakeld. Hierbij wordt tevens de desbetreffende toetsfunctie uitgevoerd. 92 Aanwijzing Het alarm kan ook met een willekeurige andere toets worden uitgeschakeld. Hierbij wordt tevens de desbetreffende toetsfunctie uitgevoerd. Zonder gevaar voor de koelwaren kan het akoestische en optische signaal worden weergegeven bij: ■ Het in gebruik nemen van het apparaat. ■ Het inladen van grote hoeveelheden verse levensmiddelen. Op de display knippert de ingestelde temperatuur van de diepvriesruimte. “alarm off” wordt weergegeven en de rode deurgreepverlichting wordt ingeschakeld. Het temperatuuralarm wordt uitgeschakeld wanneer de ingestelde temperatuur weer is bereikt. Aanwijzing Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw invriezen. Pas nadat het is verwerkt tot een panklaar gerecht (gekookt of gebraden), kan het opnieuw worden ingevroren. De maximale bewaartijd niet meer ten volle benutten. nl Speciale functies [fresh] Met de vers-modus [fresh] blijven levensmiddelen nog langer houdbaar. Het apparaat stelt automatisch de volgende temperaturen in: ■ Koelruimte: +2 °C ■ Diepvriesruimte: blijft ongewijzigd [fresh] inschakelen Toets [fresh] ingedrukt houden tot de toets is gemarkeerd. [fresh] uitschakelen Toets [fresh] ingedrukt houden tot de toets niet meer is gemarkeerd. [lock] uitschakelen Toets [lock] ingedrukt houden tot de toets niet meer is gemarkeerd. Deurgreepverlichting De deurgreep van de diepvriesruimte is voorzien van LED-verlichting, die als volgt wordt geactiveerd: ■ wit licht bij een geopende deur en bij toetsbediening ■ rood licht bij alarm (zie ook het hoofdstuk Alarmfunctie) Deurgreepverlichting in-/uitschakelen Toets + vijf seconden ingedrukt houden. Netto-inhoud [eco] De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het hoofdstuk „Servicedienst”). Met deze functie schakelt u het apparaat op energiebesparend gebruik. Vriesvermogen volledig benutten Het apparaat stelt automatisch de volgende temperaturen in: ■ Diepvriesruimte: -16 °C ■ Koelruimte: +6 °C Om de maximale hoeveelheid diepvrieswaren aan te brengen, kan de bovenste diepvrieslade uit het apparaat worden genomen. De levensmiddelen kunnen dan rechtstreeks op de legplateaus en in de onderste diepvrieslade worden gestapeld. [eco] inschakelen Toets [eco] ingedrukt houden tot de toets is gemarkeerd. De diepvriesruimte [eco] uitschakelen Toets [eco] ingedrukt houden tot de toets niet meer is gemarkeerd. [vacation] Bij lange afwezigheid kunt u het apparaat op de energiebesparende vakantiemodus zetten. De temperatuur in de koelruimte wordt automatisch op +14 °C omgeschakeld. m Attentie Gedurende deze tijd geen levensmiddelen in de koelruimte opslaan! Het diepvriescompartiment handhaaft de ingestelde temperaturen. [vacation] inschakelen Toets [vacation] ingedrukt houden tot de toets is gemarkeerd. [vacation] uitschakelen Toets [vacation] ingedrukt houden tot de toets niet meer is gemarkeerd. [lock] Met de functie „lock” kunt u het apparaat tegen onbedoelde bediening beveiligen. [lock] inschakelen Toets [lock] ingedrukt houden tot de toets is gemarkeerd. De diepvriesruimte gebruiken ■ ■ ■ voor het opslaan van diepvriesproducten, om ijsblokjes te maken, om levensmiddelen in te vriezen. Aanwijzing Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed gesloten is! Bij een open deur ontdooien de diepvrieswaren. In de diepvriesruimte vormt zich veel ijs. Bovendien: energieverspilling door te hoog stroomverbruik! Na het sluiten van de deur van de diepvriesruimte ontstaat onderdruk waardoor een zuigend geluid te horen is. Twee tot drie minuten wachten tot de onderdruk is opgeheven. Wij adviseren de ijsblokjesreservoir in het apparaat te laten. Dit waarborgt een optimale temperatuurverdeling in de vriesruimte. Inkopen van diepvriesproducten ■ ■ ■ ■ De verpakking mag niet beschadigd zijn. Neem de houdbaarheidsdatum in acht. De temperatuur in de verkoop-koelkist moet -18 °C of kouder zijn. De diepvriesproducten liefst in een koeltas transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen. 93 nl Maximale invriescapaciteit Gegevens over de maximale invriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje (zie de afb. in het hoofdstuk „Servicedienst”). ■ ■ ■ Verse levensmiddelen invriezen Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen. Om de voedingswaarde, het aroma en de kleur zo goed mogelijk te behouden, dient groente geblancheerd te worden voordat het wordt ingevroren. Bij aubergines, paprika’s, courgettes en asperges is blancheren niet noodzakelijk. Literatuur over invriezen en blancheren vindt u in de boekhandel. Aanwijzing Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen. ■ ■ Geschikt om in te vriezen: Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte, groente, fruit, kruiden, gepelde eieren, melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide gerechten en kliekjes zoals soep, eenpansgerechten, gaar vlees en gare vis, aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes. Niet geschikt om in te vriezen: Groentesoorten die meestal rauw worden gegeten, zoals kropsla en radijsjes, ongepelde eieren, wijndruiven, hele appels, peren en perziken, hardgekookte eieren, yoghurt, dikke zure melk, zure room, crème fraîche en mayonaise. Diepvrieswaren verpakken De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet uitdrogen of hun smaak verliezen. 1. Levensmiddelen in de verpakking leggen. 2. Lucht eruit drukken. 3. Het geheel van een goede sluiting voorzien. 4. Vermeld op de pakjes inhoud en invriesdatum. Voor verpakking geschikt: Kunststof-, polyetheen- en aluminiumfolie, diepvriesdozen. Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar. Niet geschikt voor verpakking: Inpakpapier, perkamentpapier, cellofaan, afvalzakken en gebruikte boodschappentasjes. Als sluiting geschikt: elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes, koudebestendig plakband e.d. Zakjes en wrapfolie van polyethyleen (PE) kunt u sealen met een folie-sealer. Houdbaarheid van de diepvrieswaren De houdbaarheid is afhankelijk van het soort levensmiddelen. Op een temperatuur van -18 °C: 94 Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en banket: tot 6 maanden. Kaas, gevogelte, vlees: tot 8 maanden. Groente, fruit: tot 12 maanden. Supervriezen De levensmidelen zo snel mogelijk door en door invriezen zodat vitamine, voedingswaarden, uiterlijk en smaak behouden blijven. Schakel enkele uren voordat u de verse levensmiddelen inlaadt het supervriezen in, om ongewenste temperatuurstijging te voorkomen. Doorgaans is 4–6 uur van tevoren voldoende. Na het inschakelen werkt het apparaat permanent, in de diepvriesruimte wordt een zeer lage temperatuur bereikt. Als u het max. vriesvermogen wilt gebruiken, dient u 24 uur vóór het inladen van de verse waar het supervriezen in te schakelen. Kleinere hoeveelheden levensmiddelen (max. 2 kg) kunnen zonder gebruik van het supervriessysteem worden ingevroren. Aanwijzing Als het supervriessysteem is ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen. In- en uitschakelen 1. Met de keuzetoets 1 de zone Diepvriesruimte kiezen. 2. De temperatuurinsteltoets 4 meermaals indrukken, tot de indicatie super 3 brandt. Het supervriessysteem wordt na 2½ dagen automatisch uitgeschakeld. nl Ontdooien van diepvrieswaren Afhankelijk van soort en bereidingswijze van de levensmiddelen kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: ■ ■ ■ ■ bij omgevingstemperatuur in de koelkast in de elektrische oven, met/zonder heteluchtventilator in de magnetron m Attentie Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-enklaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren. De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort. Let op de koudezones in de koelruimte Door de luchtcirculatie in de koelruimte verschillen de koudezones: ■ ■ De koudste zone is tussen de groentelade en het glazen legplateau daarboven. Aanwijzing Bewaar in de koudste zone boven de groentelade gevoelige levensmiddelen (bijv. vis, worst, vlees). De warmste zone bevindt zich helemaal bovenaan in de deur. Aanwijzing Bewaar in de warmste zone bijv. harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn aroma verder ontwikkelen en de boter blijft goed smeerbaar. Verskoellade De koelruimte De koelruimte is een ideale plaats voor het bewaren van vlees, worst, vis, melkproducten, eieren, toebereide etenswaren en brood/banket. In acht nemen bij het bewaren ■ ■ ■ ■ Bewaar verse, onbeschadigde levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit en de versheid langer bewaard. Bij kant-en-klaarproducten en afgevulde producten de door de fabrikant vermelde houdbaarheids- of gebruiksdatum in acht nemen. De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt inruimen, om aroma, kleur en versheid te bewaren. Dit voorkomt geuroverdracht en verkleuring van de kunststof onderdelen in de koelruimte. Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen en pas daarna in het apparaat zetten. Aanwijzing Voorkom dat de levensmiddelen de achterwand raken. Anders wordt de luchtcirculatie verminderd. Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de achterwand vastvriezen. Geschikt om vers te koelen: In principe alle levensmiddelen die vers zijn en nog langer vers moeten blijven, bijv. vis, zeevruchten, vlees, worstwaren, melkproducten en kant-en-klaargerechten. Niet geschikt voor „verskoelen”: Koudegevoelige fruit en groente (bijv. zuidvruchten zoals ananas, bananen, papaja’s, citrusvruchten en meloenen, evenals tomaten, aubergines, courgettes, paprika’s, komkommers, aardappels). De ideale plaats voor het bewaren van deze levensmiddelen is de koelruimte. 95 nl Groentelade met vochtigheidsregelaar Om optimale omstandigheden te scheppen voor het bewaren van groente en fruit, kan de luchtvochtigheid in de groentelade worden aangepast aan de hoeveelheid levensmiddelen: ■ ■ kleine hoeveelheid fruit en groente – hoge luchtvochtigheid grote hoeveelheid fruit en groente – lage luchtvochtigheid Superkoelen Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 6 uur zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch omgeschakeld naar de vóór het superkoelen ingestelde temperatuur. Het superkoelsysteem inschakelen bijv. ■ ■ vóór het inladen van grote hoeveelheden levensmiddelen. om dranken snel te koelen. Aanwijzing Als het superkoelsysteem is ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen. In- en uitschakelen 1. Met de keuzetoets 7 de zone Koelruimte kiezen. 2. De temperatuurinsteltoets 4 meermaals indrukken, tot de indicatie super 9 brandt. Aanwijzingen ■ Koudegevoelig fruit (bijv. ananas, bananen, papaja en citrusvruchten) en groente (bijv. aubergines, komkommers, courgettes, paprika, tomaten en aardappels) dienen voor een optimaal behoud van kwaliteit en aroma buiten de koelkast bewaard te worden op een temperatuur van circa +8 °C tot +12 °C. ■ Afhankelijk van de soort levensmiddelen en de hoeveelheid kan zich condenswater vormen in de groentelade. Condenswater verwijderen met een droge doek en de luchtvochtigheid in de groentelade aanpassen met behulp van de vochtigheidsregelaar. Uitvoering van de diepvriesruimte (niet bij alle modellen) 96 nl IJsbereider Variabele indeling van de binnenruimte U kunt de legplateaus en de deurvakken naar wens verplaatsen. 1. Het ijsbakje verwijderen, voor ¾ vullen met drinkwater en weer aanbrengen. 2. Als de ijsblokjes bevroren zijn de draaigrepen van de ijsbakjes een aantal keren naar rechts draaien en loslaten. De ijsblokjes laten los en vallen in het voorraadbakje. 3. IJsblokjes uit het voorraadbakje halen. ■ Legplateau naar voren trekken, iets laten zakken en aan de zijkant uitzwenken. ■ Vakken in de deur iets optillen en eruit halen. 97 nl Speciale uitvoering (niet bij alle modellen) Verstelbaar glasplateau „easy Lift” Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Uitschakelen van het apparaat Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Koelmachine wordt uitgeschakeld. Buiten werking stellen van het apparaat Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt: 1. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen. 2. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. 3. Binnenkant van het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”). 4. De deuren van het apparaat open laten om geurvorming te voorkomen. Het legplateau kan in de hoogte versteld worden zonder dat het eruit gehaald hoeft te worden. Levensmiddelen eerst van het legplateau af halen. Maximale belading van het legplateau: 3 kg Ontdooien Diepvriesruimte Door het volledig automatische NoFrost-systeem blijft de vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is overbodig. Koelruimte Het apparaat wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het afvoergaatje naar een verdampingsschaal aan de achterkant van het apparaat. Schoonmaken van het apparaat m Waarschuwing Het apparaat nooit met een stoomreiniger reinigen! m Attentie Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand, chloride of zuren bevatten. m Attentie Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan. m Attentie De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen vervormen! 98 nl Ga als volgt te werk: Groentelade met vochtigheidsregelaar verwijderen 1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen. 2. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen. 3. Diepvrieswaren verwijderen en bewaren op een koele plaats. Koude-accu (indien aanwezig) op de levensmiddelen leggen. 4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid. 5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en lauw water met een scheutje pH neutraal schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in de verlichting terechtkomen. 6. Deurafdichting alleen met schoon water schoonmaken en grondig droogwrijven. 7. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en inschakelen. 8. Diepvrieswaren opnieuw in het diepvriesvak leggen. 1. Groentelade uittrekken. 2. Glazen legplateau verwijderen. 3. Vochtafdekking verwijderen. Uitvoering Voor het reinigen kunnen alle variabele delen van het apparaat worden verwijderd (zie hoofdstuk Variabele indeling van de binnenruimte) Aanwijzing Open de deuren volledig (90°) om de lades te verwijderen en te reinigen. Lade verwijderen De lade geheel uittrekken, door optillen losmaken van de houder en verwijderen. Groentelade met vochtigheidsregelaar aanbrengen 1. Eerst vochtafdekking aanbrengen. 2. Glazen legplateau aanbrengen. 3. Groentelade eronder plaatsen. Bij het aanbrengen de lade op de rails plaatsen en naar binnen schuiven. De lade klikt vast door hem omlaag te drukken. Verlichting (LED) Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED verlichting. Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door de Servicedienst of een erkend vakman worden uitgevoerd. 99 nl Energie besparen ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron plaatsen zoals een verwarmingsradiator of een fornuis. Gebruik eventueel een isolatieplaat. De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat nooit afdekken. Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen. Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te ontdooien en de kou van de diepvrieswaren gebruiken om andere levensmiddelen te koelen. Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen. Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed gesloten is. Indien aanwezig: Wandafstandhouder monteren om de geplande energieopname van het apparaat te bereiken (zie „Opstellen van het apparaat”, „Beluchting”). Een kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige invloed op de werking van het apparaat. Het energieverbruik kan dan iets hoger worden. De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen invloed op de energieopname van het apparaat. Bedrijfsgeluiden Heel normale geluiden Brommen De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator). Borrelen, zoemen of gorgelen Koelmiddel stroomt door de buizen. Klikgeluiden Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/ uit. Voorkomen van geluiden Het apparaat staat niet waterpas Het apparaat met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder het apparaat. Het apparaat staat tegen een ander meubel of apparaat Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast wegschuiven. Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten. 100 nl Kleine storingen zelf verhelpen Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept: Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen. Voer een zelftest van het apparaat uit (zie hoofdstuk „Zelftest apparaat”). U moet de kosten voor advies van de monteur van de Servicedienst zelf betalen – ook in de garantietijd! Storing Eventuele oorzaak De temperatuur wijkt erg af van de instelling. Geen enkele indicatie brandt. De temperatuurindicatie van de diepvriesruimte knippert, een alarmsignaal is te horen en de toets „alarm off” brandt. In de diepvriesruimte is het te warm! Gevaar voor de diepvrieswaren! Oplossing In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat gedurende 5 minuten uit te schakelen. Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is. Als de temperatuur te koud is: de volgende dag de temperatuur nogmaals controleren. Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld; de stekker zit niet goed in het stopcontact. Stekker in het stopcontact steken. Controleer of er stroom is. Controleer de zekeringen. Om het alarmsignaal uit te schakelen de „alarm off”-toets indrukken. De deur is geopend. Deur sluiten. De be- en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekking verwijderen. Er zijn teveel levensmiddelen tegelijk in het diepvriesvak gelegd. Max. invriescapaciteit niet overschrijden. Als de storing is verholpen gaat het alarmindicatie na een tijdje uit. De verlichting functioneert niet. Het apparaat koelt niet. De verlichting functioneert niet. De indicatie brandt niet De lichtschakelaar klemt. Controleer of er beweging in de lichtschakelaar zit. De verlichting is defect. (Zie hoofdstuk „Verlichting”.) Stroomuitval. Controleren of er stroom is. De zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. De koelmachine wordt steeds vaker De deur van het apparaat werd te vaak en langer ingeschakeld. geopend. Deur van het apparaat niet onnodig openen. De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen. Invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen. Max. invriescapacitiet niet overschrijden. 101 nl Servicedienst Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.) en het FD-nummer (FD-Nr.) van het apparaat op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Door vermelding van het fabrikaat- en productnummer kunt u onnodige voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u zich de daarmee verbonden meerkosten. Verzoek om reparatie en advies bij storingen De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. NL B 102 088 424 4020 070 222 142
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103

Siemens KA92NLB35/09 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding