Indesit DI 623 A, DI 623 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit DI 623 A de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
AFWASAUTOMAAT
Inhoud
Installatie, 46-47
Plaatsing en nivellering
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Technische gegevens
Beschrijving van het apparaat, 48
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 49
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Starten en gebruik, 50
Het starten van de afwasautomaat
Het afwasmiddel toevoegen
Afwasopties
Programmas, 51
Tabel van de programmas
Glansmiddel en zout, 52
Het glansmiddel toevoegen
Het zout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 53
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 54
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Storingen en oplossingen, 55
Nederland, 45
NL
Gebruiksaanwijzing
DI 623
DI 623 A
46
NL
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
toekomstige raadpleging. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit
boekje bij het apparaat te bewaren.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal
houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren
kantelen.
Plaatsing en nivellering
1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat
het geen schade heeft geleden tijdens het transport.
Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet
aansluiten maar de dealer inschakelen.
2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de
achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de wand
worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het
aanrecht worden ingebouwd (zie Installatieblad
* ).
3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige
vloer. Compenseer eventuele onregelmatigheden door
de pootjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat (het mag niet meer dan 2 graden
hellen). Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen.
4. Het regelen van de hoogte van de achterste
stelvoetjes, vanaf de voorzijde*: schroef met een
schroevendraaier de schroeven die zich in het onderste
gedeelte van de afwasautomaat bevinden vast of los.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het
elektrische en hydraulische systeem mag alleen door
erkende technici worden uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of
de elektrische voedingskabel worden geplaatst.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op de
waterleiding met nieuwe buizen.
Gebruik geen oude buizen.
De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van het
water, en de elektrische voedingskabel kunnen voor een
betere installatie zowel naar rechts of naar links worden
gericht (zie afbeelding).
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de
toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van 3/4
gas; voordat u hem vastschroeft moet u het water
laten lopen totdat het compleet helder is. Zo
voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het
apparaat doen verstoppen.
Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een
centrale verwarming is met radiatoren kan de
afwasautomaat worden voorzien met warm water
mits dit water niet warmer is dan 60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor
de koudwateraansluiting.
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is,
dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een
erkende monteur (zie Service).
De waterdruk moet zich bevinden tussen de
waarden die staan vermeld in de tabel met Technische
gegevens (zie onder).
Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of
samengedrukt.
Lekkagebeveiliging
Om te garanderen dat er geen lekkages worden
veroorzaakt is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer
onderbreekt in geval van storingen of lekkages van
binnenuit.
- voorzien van het veiligheidssysteem Water Stop
*;
oftewel hij is voorzien van een watertoevoerbuis
bestaande uit een externe transparante buis en een
interne rode buis: beide buizen kunnen een erg hoge
druk verdragen. In het geval de binnenste buis
kapotgaat, zal de buitenste hardrood worden en zal het
water hierdoor vloeien, zodat lekkages worden
vermeden.
Het is heel belangrijk om geregeld de externe buis
te controleren: als u ziet dat hij hardrood is geworden,
moet hij zo spoedig mogelijk worden vervangen door de
erkende Technische Dienst (zie Service).
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden
doorgesneden: hij bevat onderdelen die onder spanning
staan.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Installatie
47
NL
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Verbindt de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een
afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4cm. U
kunt hem ook op de rand van een wasbak of een
badkuip hangen; het vrije uiteinde van de afvoerbuis
mag niet onder water liggen.
De speciale plastic
elleboogpijp
* zorgt
ervoor dat u hem goed
vast kunt zetten: bevestig
de elleboogpijp goed
aan de muur om te
voorkomen dat de
afvoerbuis beweegt en
het water lekt.
Het deel van de buis dat
is aangegeven met de
letter A moet zich op een hoogte van tussen de 40 en de
100 cm van de grond bevinden (zie afbeelding).
Er wordt afgeraden verlengbuizen te gebruiken.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u
zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen. Dit vermogen wordt
aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur (zie Beschrijving van de
afwasautomaat);
de spanningswaarden zich bevinden tussen de
waarden die staan aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te
laten vervangen (zie Service); gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk
te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
De kabel moet geregeld worden gecontroleerd en
mag alleen door bevoegde monteurs worden vervangen
(zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Anticondensstrip*
Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u
de deur en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het
houten werkvlak, zodat u het beschermt tegen
eventuele condens.
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de
eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met
water vullen en ongeveer 2 kg zout toevoegen (zie
Glansmiddel en zout): het is normaal dat er tijdens deze
handeling water overloopt. Het is ook normaal dat
ondanks het toevoegen van het zout, het controlelampje
ZOUT TOEVOEGEN* voor enkele afwasbeurten zal
blijven knipperen.
Als u geen onthardingszout toevoegt kan de
waterontharder en het verwarmingselement worden
beschadigd.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit
12 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
4,3 psi – 145 psi
Netspanning
Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermogen
Zie typeplaatje
Zekering
Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat
voldoet aan de volgende
EU richtlijnen:
- 73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen
- 97/17/EG (Etikettering)
- 2002/96/EC
A
48
NL
Algemeen aanzicht
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelen hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Bestekkorf
8. Filter
9. Zoutreservoir
10. Bakje voor afwasmiddel en
glansmiddelreservoir
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
***
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
Controlelampje
ON-OFF
Toets ON-OFF
Controlelampje
PROGRAMMA
Toets
SELECTEREN
PROGRAMMA
*** Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
49
NL
Als het rek voorzien is van click
clack handvaten
* (zie afbeelding),
moet u ze naar beneden of naar
boven trekken om de hoogte te
regelen.
Voorbeelden van het inladen van het bovenrek
Voorbeelden van het inladen van het onderrek
Opklaprekjes Just you
**
Deze speciale opklaprekjes dienen
voor het plaatsen van mokken en
kopjes. Lepels, vorken en messen
kunnen in de speciale gleuven
worden geplaatst. Wijnglazen
kunnen met de steel in de gleuven
aan de opklaprekjes worden opgehangen.
Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat
Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn
of met delen die vastgelijmd zijn.
Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin.
Niet hittebestendige plastic voorwerpen.
Antiek of handbeschilderd porselein.
Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een
fijn programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het
niet in contact komt met andere metalen.
Als u vaatwerk of bestek koopt raden wij u aan te
controleren of het geschikt is voor de afwasautomaat.
Het reinigen van de handvaten *
Om de handvaten van het boven- en onderrek te reinigen:
verwijder de twee bevestigingsdoppen, verwijder de
handvaten, was ze onder het stromend water en bevestig
ze weer op het rek met de dopjes.
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen, aangekoekte pannen laten inweken en glazen en
bekers legen. Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren
of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Onderrek
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen, volgens de Inlaadvoorbeelden.
Grote deksels en borden kunnen het beste aan de zijkanten
van het rek worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze het draaien
van de bovenste sproeiarm niet verhinderen.
Enkele modellen afwasautomaat beschikken over uitklapbare
delen
*. Deze kunnen in verticale stand worden gebruikt voor
het laden van borden, of in horizontale stand voor het laden
van pannen en slakommen.
Bestekkorf
De bestekkorf verschilt aan de hand van het model
afwasautomaat.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe
punten dienen met de punten naar beneden in de bestekkorf
of in horizontale positie in de opklaprekjes van de het
bovenrek geplaatst te worden.
Om het middenstuk in tweeën te delen
* moet u het handvat
loshalen. De twee zijelementen* kunnen worden losgemaakt en
aan het boven- of onderrek worden vastgehaakt.
De twee roosters* kunnen op de korf worden bevestigd om
het bestek gescheiden te houden: voeg het bestek in de
openingen met de handvaten naar beneden gericht.
Bovenrek
Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes,
mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage, niet
zo vuile pannen, zoals beschreven in de Inlaadvoorbeelden.
Lichte vaat: plaats deze voorwerpen zodanig dat ze niet
verplaatst worden door de waterstralen.
Mokken en kopjes: plaats deze op de opklaprekjes
**.
Lange en scherpe messen, opschepbestek: op de
opklaprekjes
**.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek
hoger of lager zetten:
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als
het REK LEEG IS.
Til of laat het rek nooit aan een enkele kant neer.
Open de grendeltjes van de rails aan
de rechter- en aan de linkerkant en
haal het rek naar buiten; plaats het
boven of onder en schuif het over de
rails totdat ook de voorste wieltjes
erin zitten; sluit vervolgens de
grendeltjes (zie afbeelding).
Het laden van de rekken
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
** Variabele aantallen en standen.
50
NL
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Open de deur en druk op de ON-OFF toets: het
controlelampje gaat aan.
3. Doseer het wasmiddel (zie onder).
4. Laadt de rekken (zie Het laden van de rekken).
5. Selecteer het programma door op de toets
SELECTEREN PROGRAMMA te drukken. Het betreffende
controlelampje gaat aan.
6. Selecteer de wasopties (zie onder).
7. Terwijl u de deur sluit start het programma: u hoort een
geluidssignaal ter bevestiging.
8. Aan het einde van de cyclus hoort u twee korte
geluidssignalen en het controlelampje PROGRAMMA gaat
knipperen. Open de deur, schakel het apparaat uit met de
ON-OFF toets, doe de waterkraan dicht en haal de
stekker uit het stopcontact.
9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om
te voorkomen dat u zich verbrandt. Laadt de vaat uit door
te beginnen bij het onderrek.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u
dit wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en let
op dat u zich niet verbrandt bij het vrijkomen van de hete
stoom. Houdt de toets SELECTEREN PROGRAMMA 4
seconden lang ingedrukt. Na één lange en drie korte
pieptonen gaat het controlelampje PROGRAMMA uit:
selecteer een nieuw programma en start door de deur
dicht te doen.
Het toevoegen van overige vaat
Open de deur, pas op de vrijkomende hete stoom, en doe
de vaat in de afwasautomaat. Sluit de deur: de wascyclus
wordt hervat.
Accidentele onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het
werd onderbroken als de deur weer wordt dichtgedaan of
wanneer de stroom terugkeert.
Het afwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte
dosering van het vaatwasmiddel. Teveel wasmiddel
betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging.
Bovendien is dit niet goed voor het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de hand
wassen.
Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan
schuimresiduen overlaten aan het einde van de
wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij
uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN
bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u met het
gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm, een
vloeibaar glansspoelmiddel en onthardingszout.
bakje A: Vaatwasmiddel hoofdwas
bakje B: Vaatwasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door te
drukken op de knop D.
2. Doseer het vaatwasmiddel met
behulp van de Programmatabel:
 vaatwasmiddel in poeder: bakjes A
en B.
 tabletten: wanneer het programma
1 tablet vereist doet u hem in het
bakje A en sluit u het deksel. Wanneer het programma 2
tabletten vereist, doet u de tweede op de bodem van de
afwasautomaat.
3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand
van het bakje en sluit het deksel met een klik.
Afwasopties
Uitgestelde start*
Het is mogelijk het starten van een programma 2, 4 of 6
uur uit te stellen.
1. Druk op de toets UITGESTELDE START: elke keer dat u
op de toets drukt hoort u een geluidssignaal en zal het
controlelampje van de gekozen start oplichten;
2. Selecteer het programma en sluit de deur: na de
pieptoon begint het terugtellen;
3. Als de tijd verstreken is gaat het controlelampje uit en
wordt het programma gestart.
Om de uitgestelde start te wijzigen en een korter uitstel te
selecteren moet u op de toets UITGESTELDE START
drukken. Om dit te annuleren drukt u enkele keren op de
toets totdat het controlelampje van de uitgestelde start
uitgaat. Het programma wordt gestart op het moment dat
de deur dichtgaat.
Halve lading op het boven- of onderrek*
Als u weinig vaat heeft kunt u een halve lading wassen en
zo water, energie en afwasmiddel sparen. Voordat u het
programma selecteert moet u enkele keren op de toets
HALVE LADING drukken: het controlelampje gaat aan en
het wassen wordt alleen in het boven- of onderrek
uitgevoerd.
Laadt de vaat alleen in het boven- of onderrek en doe
slechts de helft van de hoeveelheid wasmiddel in het
bakje.
We raden u aan afwasmiddel in poeder te gebruiken.
Extra drogen*
Om een perfect droge vaat te verkrijgen drukt u op de
toets EXTRA DROOG voor u het programma selecteert.
Een lang geluidssignaal geeft de activering van deze
optie weer, een kort geluidssignaal geeft aan dat deze is
uitgeschakeld.
Met extra drogen duren de programma's iets langer.
Starten en gebruik
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
51
NL
Tabel van de programmas
De INDESIT afwasautomaten zijn voorzien van een automatisch filterreinigingssysteem dat ervoor
zorgt dat voedselresten het filter niet kunnen verstoppen. Deze handeling kan de duur van de
programma's verlengen. Als de filters erg vuil zijn raakt de afwasautomaat geblokkeerd (Zie storingen en
oplossingen - alarm filters verstopt).
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te
beperken.
Programmas
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Afwasmiddel
(A) = bakje A
(B) = bakje B
Aanwijzingen voor
de
programmakeuze
Programma
Poeder Vloeibaar Tabletten
Drogen
Duur van het
programma
(tolerantie
±10%)
Hrs. Min.
Zeer vuile vaat en
pannen (niet voor
breekbare vaat) 1) Intensief
30 gr (A)
5 gr (B)
30 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
1 (bodem
afwas
automaat)
Ja
2:00
Normaal vuile vaat en
pannen. Dagelijks
standaard
programma.
2) Normaal
30 gr (A)
30 ml (A)
1 (A)
Ja
1:40
Voorwas in
afwachting van de
lading van de
volgende maaltijd.
3) Inweken
Nee
Nee
Nee
Nee
0:12'
Ecologisch
wasprogramma met
laag energieverbruik,
geschikt voor normaal
vuile vaat en pannen.
4) Eco
*
25 gr (A)
5 gr (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
Ja
2:25
* Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programmas. Dit
programma heeft echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN
vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: ASSISTENZA_EN_LVS@indesitcompany.com
Om de dosering van het wasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat:
1 eetlepel = 15 gr. poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa - 1 theelepel = 5 gr. poeder = 5 ml vloeibaar
wasmiddel circa
N.B.:
52
NL
Gebruik uitsluitend producten die speciaal
voor afwasautomaten zijn bestemd.
Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en
ook geen wasmiddelen voor handwas.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctie product gebruikt is het niet nodig
een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel aan
onthardingszout toe te voegen als het water hard of zeer
hard is. Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het
normaal dat de controlelampjes ZOUT
TOEVOEGEN
* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN*
blijven aan staan.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het
water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier
voorkomt u strepen en vlekken.
Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
als u door het controlelampje ziet dat het leeg is (H).
Controlelampje licht: glansmiddel toevoegen;
controlelampje donker: voldoende glansmiddel;
als op het paneel het controlelampje GLANSMIDDEL
TOEVOEGEN
* knippert;
1. Open het reservoir door de
dop (G) tegen de klok in te
draaien.
2. Giet het glansmiddel in het
reservoir zonder te morsen. Als
u wel morst, moet u het product
gelijk met een sponsje
verwijderen.
3. Draai de dop er weer op.
Giet het glansmiddel NOOIT
direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over de was- of droogresultaten, kunt u
de dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een
schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen tussen 6
verschillende standen (de fabrieksinstelling is op stand 4):
als u op de vaat witte strepen aantreft moet u een lagere
stand instellen (1-3).
als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een
hogere stand instellen (4-6).
Als u multifunctie tabletten gebruikt en u wilt dat de vaat
droger wordt, kunt u het reservoir in elk geval vullen en instellen
op stand 2.
Het zout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd controleren
of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het zout verwijdert
het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag
op de vaat achterblijft. Het zoutreservoir bevindt zich aan de
onderzijde van de afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet
worden gevuld:
als de groene drijver* niet zichtbaar is wanneer u de dop
van het zoutreservoir bekijkt;
als op het paneel het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN*
knippert;
als er geen controlelampje of groene drijver is:
ongeveer na iedere 30 wasbeurten;
1. Haal het onderrek naar voren en
draai de dop van het zoutreservoir
tegen de klok in.
2. Alleen voor de eerste afwasbeurt:
vul het reservoir tot aan de rand met
water.
3. Plaats bijgeleverde trechter op de
opening (zie afbeelding) en vul het
reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer 2 kg); het is
normaal dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter, haal de zoutresten uit de groeven en
schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen
geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de ontkalker zou
onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct
daarna een wascyclus starten zodat de overgelopen
zoutoplossing direct wordt verwijderd.
Het regelen van de dosis zout*
Het is mogelijk het zoutverbruik te regelen op basis van de
waterhardheid van uw leefgebied. Dit gegeven is verkrijgbaar
bij uw Gemeentelijke Waterbedrijf.
1. Schroef het deksel van het reservoir
los.
2. Draai de pijl op de rand (zie afbeelding)
richting de + o de - en baseer u op de
volgende tabel:
(°dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid
in Franse graden - mmol/l = millimol/liter)
De ontkalker is in de fabriek ingesteld op +.
Als u multifunctie tabletten gebruikt kunt u toch het
zoutreservoir vullen en het op - afstellen; als de waterhardheid
hoger is dan 60°fH, dient u het op + te zetten.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Glansmiddel en zout
G
H
F
Hardheid van het water
°dH °fH °mmol/l
Stand pijl
Zoutverbruik
(gram/cyclus)
Autonomie
(cycli/2kg)
0 - 10 0 - 17 0 - 1,7 / 0 /
10 25 18 44 1,8 4,4 - 20 60
25 50 45 89 4,5 8,9 MED 40 40
> 50 > 89 > 8,9 + 60 25
53
NL
Water en elektrische stroom afsluiten
Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om
lekkage te voorkomen.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens
reiniging en onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen
worden gereinigd met een natte, niet schurende
doek. Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen.
De vlekken aan de binnenkant van de
afwasautomaat kunnen worden verwijderd met
een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
Laat de deur altijd op een kier om het ophopen
van damp te voorkomen.
Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur
en de wasmiddelbakjes met een vochtige spons.
Zo vermijdt u het ophopen van etensresten die
de hoofdoorzaak zijn van vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er
etensresten aan de
sproeiarmen blijven kleven
en de gaatjes waar water
uit komt verstoppen: u
doet er goed aan ze
regelmatig te controleren
en te reinigen met een
niet-metalen borsteltje.
Reinigen van de filters
De filters reinigen het waswater van etensresten en
zorgen dat het weer in het watercircuit komt: voor
een beter resultaat moeten de filters regelmatig
worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
Controleer na het reinigen dat het filter goed op
zijn plaats zit.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met
een los filter worden gebruikt.
1. Verwijder de filters door het handvat naar boven
te trekken.
2. Reinigen van de filters:
reinig na elke
wasbeurt het
halfronde bord A en
de koker B (u
verwijdert ze door aan
het handvat te
trekken). Verwijder de
grootste etensresten
door ze onder het
stromende water af te spoelen.
de filtergroep moet
eens per maand
grondig worden
schoongemaakt:
halfrond bord A,
koker B en cilindrisch
filter C (wordt
verwijderd door het
tegen de klok in te
draaien). Gebruik voor
het reinigen een niet-metalen borsteltje.
3. Zet de filtergroep weer op zijn plaats totdat u klik
hoort volgens de handelingen 1 en 2, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Als u langere tijd geen gebruik maakt
van de afwasautomaat
Start een wascyclus zonder vaat.
Schakel de elektrische en hydraulische
verbindingen uit.
Laat de deur op een kier staan.
Onderhoud en
verzorging
54
NL
Het apparaat is ontworpen en gebouwd
overeenkomstig de internationale
veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
geschreven om veiligheidsredenen en moeten
zorgvuldig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-
professioneel gebruik binnenshuis.
Dit apparaat moet worden gebruikt voor het
wassen van huishoudelijke vaat en alleen door
volwassenen volgens de aanwijzingen die terug
zijn te vinden in dit boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het
is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen
en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door
eraan te trekken, maar door hem beet te pakken.
Voordat u de afwasautomaat reinigt of
onderhoud uitvoert moet u de waterkraan
afsluiten en de stekker uit het stopcontact halen.
In het geval van een storing mag u in geen enkel
geval aan de interne mechanismen sleutelen om
een reparatie trachten uit te voeren.
Raak nooit de weerstand aan.
Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat
zou om kunnen vallen.
De deur dient niet in openstaande stand gelaten
te worden omdat men erover zou kunnen
struikelen.
Houdt was- en glansmiddelen buiten het bereik
van kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Vernietiging van oude electrische
apparaten
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische
apparaten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de
gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool
op het product van de "afvalcontainer met een kruis
erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet
worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en respect voor het
milieu
Water en energie besparen
Start de afwasautomaat alleen als hij volledig
volgeladen is. Als u moet wachten totdat de
afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende
luchtjes vermijden door het programma Inweken
te gebruiken (zie Programmas).
Selecteer een programma wat geschikt is voor
het type vaat en het soort vuil door de Tabel van
de programmas te raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het
programma Eco, dat een laag energie- en
waterverbruik garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de optie
Halve lading
* (zie Starten en gebruik).
Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of
dagen goedkopere tarieven heeft, dient u de
afwasautomaat te gebruiken op deze tijden. De
optie Uitgestelde start
* (zie Starten en gebruik)
kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te
organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor
en met enzymen.
We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder
fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze
geschikter zijn voor het behoud van het milieu.
Enzymen zorgen voor een effectieve werking op
temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kan u
met afwasmiddelen met enzymen op lage
temperaturen resultaten bereiken die u anders
pas op 65°C zou hebben.
Doseer het afwasmiddel goed op basis van de
aanwijzingen van de fabrikant, van de
waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de
hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te
voorkomen. Ook al zijn ze biologisch
afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen
die het evenwicht van de natuur verstoren.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Voorzorgsmaatregelen en advies
55
NL
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich
tot de Service Dienst wendt.
Storingen en oplossingen
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De afwasautomaat start niet.
De stekker zit niet goed in het stopcontact of het hele huis zit
zonder stroom.
De deur van de afwasautomaat is niet goed dicht.
U heeft een Uitgestelde start ingesteld (zie Starten en gebruik).
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
Het programma is nog niet beëindigd.
De waterafvoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afvoer van de wasbak is verstopt.
Het filter is verstopt met etensresten (zie onderhoud en
verzorging)
De afwasautomaat maakt
lawaai.
De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte
aanslag achter.
Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir of zijn
afregeling is niet toereikend voor de waterhardheid (zie
Glansmiddel en onthardingszout).
De dop van het zoutreservoir is niet goed dicht.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen
achter.
Er wordt teveel glansmiddel gebruikt (zie Glansmiddel en
onthardingszout).
De vaat is niet droog
genoeg.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie
Glansmiddel en onthardingszout).
De regeling van het glansmiddel is niet correct.
U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
De vaat is niet schoon.
De rekken zijn te vol geladen (zie Het laden van de rekken).
De vaat is niet goed verdeeld.
De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
Het wasprogramma is niet energiek genoeg (zie Programma’s).
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is
niet geschikt voor de afwasautomaat (zie Starten en gebruik).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Het filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir (zie
Glansmiddel en onthardingszout).
De afwasautomaat vult zich
niet met water/Alarm kraan
dicht.
(u hoort enkele korte pieptonen)*
Alleen aanwezig op bepaalde
modellen.
(de PROGRAMMA controlelampjes
knipperen. 3° Inweken 2°
Normaal).
Er zit geen water in de centrale waterleiding.
De watertoevoerbuis is gebogen (zie Installatie).
Open de kraan en de machine start na enkele minuten vanzelf.
Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na
de pieptonen*. Schakel de machine uit met de ON/OFF toets,
open de kraan en schakel hem na 20 seconden opnieuw in door
middel van dezelfde toets. Herprogrammeer het apparaat en
start het opnieuw.
Alarm Schuim/ filters
verstopt
(de PROGRAMMA controlelampjes
knipperen. 3° Inweken 1°
Intensief).
Schakel het apparaat uit door op de ON/OFF toets te drukken.
Overtollig schuim aanwezig in het apparaat.
U heeft een afwasmiddel gebruikt dat niet geschikt is voor de
afwasautomaat;
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Reinig het filter van de eventuele etensresten (zie Onderhoud
en verzorging). Doe de filtergroep weer op zijn plaats en
schakel het apparaat in door op de ON/OFF toets te drukken.
Herprogrammeer het apparaat en start het opnieuw.
Alarm storing aan de
elektromagnetische klep van
de watertoevoer
(het PROGRAMMA controlelampje
knippert. 2° Normaal).
Schakel het apparaat uit door te drukken op de toets ON/OFF
en schakel het na een minuut weer in. Als het alarm blijft gaan
moet u de waterkraan dichtdraaien om lekkages te vermijden,
vervolgens de stekker uit het stopcontact halen en de
Servicedienst inschakelen.
1/80