Makita HP330D Handleiding

Categorie
Accu-combi-boormachines
Type
Handleiding
GB Cordless Hammer Driver Drill Instruction manual
F
Perceuse Percussion-Visseuse
Manuel dinstructions
sans Fil
DAkku-Schlagbohrschrauber Betriebsanleitung
ITrapano avvitatore a batterie Istruzioni per luso
con percussione
NL
Accuschroef-boorhamermachine
Gebruiksaanwijzing
ERotomartillo Atornillador Manual de instrucciones
Inalámbrico
PFuradeira de Impacto/ Manual de instruções
Parafusadeira a Bateria
DK Ledningsfri slagboremaskine Brugsanvisning
GR    

TR Akülü Darbeli Matkap Tornavida Kullanım kılavuzu
HP330D
012913
26
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van het onderdelenoverzicht
TECHNISCHE GEGEVENS
•Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
•Specificaties en accus kunnen van land tot land verschillen.
•Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Gebruiksdoeleinden
ENE079-1
Het gereedschap is bedoeld voor slagboren en boren in
baksteen, beton en steen. Het is ook geschikt voor
schroeven draaien en boren zonder slagwerking in hout,
metaal, keramisch materiaal en kunststof.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
GEA010-1
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
SPECIFIEK VOOR EEN
ACCUSCHROEF-
BOORHAMERMACHINE
GEB056-5
1. Draag gehoorbescherming tijdens het slagboren.
Blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot
gehoorbeschadiging.
2. Gebruik de hulphandgrepen, als deze bij het
gereedschap werden geleverd. Als u de controle
over het gereedschap verliest, kan dit leiden tot
persoonlijk letsel.
3. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het
geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
booraccessoire met verborgen bedrading in
aanraking kan komen. Wanneer het accessoire in
aanraking komen met onder spanning staande
draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van
het gereedschap onder spanning komen te staan
zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
4. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het
geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
bevestigingsmateriaal met verborgen bedrading in
aanraking kan komen. Wanneer
bevestigingsmaterialen in aanraking komen met onder
spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde
metalen delen van het gereedschap onder spanning
komen te staan zodat de gebruiker een elektrische
schok kan krijgen.
5. Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Zorg ervoor dat er niemand zich onder u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gebruikt.
6. Houd het gereedschap stevig vast.
7. Houd uw handen uit de buurt van draaiende delen.
1. Accu
2. Knop
3. Aan/uit-schakelaar
4. Lampje
5. Omkeerschakelaar
6. Snelheidsinstelknop
7. Werkingsfunctie-keuzering
8. Pijlpunt
9. Instelring
10. Schaalverdeling
11. Mof
12. Blaasbalgje
13. Holsterhouder
14. Broekriem
Model HP330D
Vermogen
Beton 8 mm
Staal 10 mm
Hout 21 mm
Houtschroef 5,1 mm x 63 mm
Machineschroef M6
Nullasttoerental (min
-1
)
Hoog (2) 0 - 1.500
Laag (1) 0 - 400
Aantal slagen (min
-1
)
Hoog (2) 0 - 22.500
Laag (1) 0 - 6.000
Totale lengte 201 mm
Nettogewicht 1,1 kg
Nominale spanning 10,8 V gelijkstroom
27
8. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
9. Raak de boor/het bit en het werkstuk niet
onmiddellijk na gebruik aan. Zij kunnen bijzonder
heet zijn en brandwonden op uw huid
veroorzaken.
10. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem
voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van
stof en contact met de huid. Volg de
veiligheidsinstructies van de leverancier van het
materiaal op.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ENC009-1
VOOR ACCU’S
1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u
eerst alle instructies en
waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2)
de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt
aangebracht.
2. Haal de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden,
stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan
dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een explosie.
4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit
met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk
een arts. Dit kan leiden tot verlies van
gezichtsvermogen.
5. Sluit de accu niet kort:
(1) Raak de accupolen niet aan met enig geleidend
materiaal.
(2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze in
aanraking kan komen met andere metalen
voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge
stroomsterkte, oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een defect.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50 °C of hoger.
7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze
al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De
accu kan in een vuur exploderen.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of
ergens tegenaan stoot.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Tips voor een lange levensduur van de
accu
1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
•Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
LET OP:
•Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen, drukt u de knoppen aan beide
zijkanten van de accu in en trekt u tegelijkertijd de accu
van het gereedschap af.
Om de accu aan te brengen, houdt u de accu zodanig
vast dat de vorm aan de voorkant van de accu past in de
accuplaatsingsopening, en schuift u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort.
LET OP:
•Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap
totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Als u dit
niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap
vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden.
•Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet
gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze
niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is uitgerust met een
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar de motor uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
28
•Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
•Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Als u de aan/
uit-schakelaar inknijpt, zal de motor weer gaan
draaien, maar spoedig stoppen. Verwijder in die
situatie de accu en laad hem op.
Aan/uit-schakelaars (zie afb. 2)
LET OP:
•Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van het
gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent
op de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los
om het gereedschap te stoppen.
De lamp op de voorkant inschakelen (zie
afb. 3)
LET OP:
Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de
lamp.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om de lamp op de voorkant
in te schakelen. De lamp blijft branden zolang u de aan/
uit-schakelaar ingeknepen houdt. De lamp gaat vlak
nadat u de aan/uit-schakelaar hebt losgelaten uit.
OPMERKING:
•Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te
bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
Werking van de omkeerschakelaar (zie
afb. 4)
Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar
waarmee u de draairichting kunt omkeren. Druk op de
omkeerschakelaar vanaf kant A voor de draairichting
rechtsom, of vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de middenstand staat,
kunt u de aan/uit-schakelaar niet inknijpen.
LET OP:
•Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
•Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de
draairichting verandert voordat het gereedschap
volledig stilstaat, kan het gereedschap worden
beschadigd.
•Als u het gereedschap niet gebruikt, zet u de
omkeerschakelaar altijd in de middenstand.
De snelheid veranderen (zie afb. 5)
Om de draaisnelheid van het gereedschap te veranderen,
schakelt u eerst het gereedschap uit en verschuift u
daarna de snelheidsinstelknop naar stand “2” voor een
hoge draaisnelheid, of naar stand “1” voor een lage
draaisnelheid. Zorg ervoor dat de snelheidsinstelknop in
de juiste stand staat alvorens het gereedschap te
bedienen. Gebruik de juiste draaisnelheid voor uw klus.
LET OP:
•Zet de snelheidsinstelknop altijd volledig in de
gewenste stand. Als u het gereedschap bedient terwijl
de snelheidsinstelknop halverwege de standen “1” en
“2” staat, kan het gereedschap worden beschadigd.
•Bedien de snelheidsinstelknop niet terwijl het
gereedschap draait. Het gereedschap kan hierdoor
worden beschadigd.
De werkingsfunctie kiezen (zie afb. 6)
Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctie-
keuzering. Kies met deze keuzering uit de drie
beschikbare werkingsfuncties degene die het meest
geschikt is voor uw klus.
Voor alleen ronddraaien, draait u de keuzering zodat de
pijlpunt op het gereedschap naar het symbool op de
ring wijst.
Voor ronddraaien met slagwerking, draait u de keuzering
zodat de pijlpunt op het gereedschap naar het symbool
op de ring wijst.
Voor ronddraaien met slipkoppeling, draait u de keuzering
zodat de pijlpunt op het gereedschap naar het symbool
op de ring wijst.
LET OP:
•Wanneer u de stand verandert van naar een
andere functie, kan het een enigszins moeilijk zijn de
werkingsfunctie-keuzering te verschuiven. Als dat het
geval is, verschuift u de werkingsfunctie-instelknop
naar de stand “ ” en schakelt u het gereedschap
eventjes in. Schakel vervolgens het gereedschap uit en
verschuif de werkingsfunctie-instelknop naar de
gewenste stand.
•Stel de keuzering altijd in op het symbool van de juiste
stand voor uw klus. Als u het gereedschap bedient met
de keuzering ingesteld tussen twee symbolen in, kan
het gereedschap worden beschadigd.
Het draaikoppel instellen (zie afb. 7)
Het draaikoppel kan in 18 stappen worden ingesteld door
de instelring te draaien zodat de gewenste stand op de
schaalverdeling is uitgelijnd met de pijlpunt op de
behuizing van het gereedschap. Het draaikoppel is
minimaal wanneer stand 1 is uitgelijnd met de pijlpunt, en
maximaal wanneer stand 18 is uitgelijnd met de pijlpunt.
Bepaal het juiste draaikoppelniveau door bij wijze van
proef een schroef in het materiaal of een stuk
gelijkwaardig materiaal te draaien, alvorens het
gereedschap voor de daadwerkelijke klus te gebruiken.
OPMERKING:
•Het draaikoppel kan alleen worden ingesteld wanneer
de pijlpunt naar het symbool op de ring wijst.
29
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
•Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten.
Het schroefbit of boorbit aanbrengen en
verwijderen (zie afb. 8)
Draai de mof linksom om de klauwen in de spankop te
openen. Steek de boor/het bit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de mof rechtsom om de spankop te
sluiten.
Om de boor/het bit te verwijderen, draait u de mof
linksom.
BEDIENING (zie afb. 9)
LET OP:
•Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap
totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Anders kan
de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of
anderen in uw omgeving verwonden.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan de
handgreep en de andere aan de onderkant van de accu
om de draaiende beweging op te vangen.
LET OP:
•Bedek de ventilatieopeningen niet omdat anders het
gereedschap oververhit en beschadigd kan raken.
Gebruik als boorhamer
LET OP:
•Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het
boorgat verstopt raakt met schilfertjes of
metaaldeeltjes, of de boorhamer de bewapening in het
beton raakt, wordt een plotselinge en enorme
torsiekracht uitgeoefend op het gereedschap/de boor.
Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt
op de behuizing van het gereedschap naar het symbool
wijst. De instelring kan bij deze werkingsfunctie worden
ingesteld op ieder draaikoppelniveau.
Zorg ervoor dat u een boor met een hardmetalen punt
gebruikt.
Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar
het boorgat moet komen en knijp vervolgens de aan/uit-
schakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte
druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap
stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat verstopt
raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n geval
het gereedschap langzaam lopen en verwijder de boor
gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschillende
keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon worden en
kunt u normaal verder boren.
Blaasbalgje (los verkrijgbaar) (zie afb. 10)
Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het
boorgat te blazen.
Gebruik als boormachine
Draai eerst de instelring zodat de pijl naar het symbool
wijst. Ga daarna als volgt te werk.
LET OP:
•Het boren zal niet sneller verlopen als u hard op het
gereedschap drukt. In feite zal dergelijk hard drukken
alleen maar leiden tot beschadiging van de boor,
verlaging van de prestaties van het gereedschap, en
verkorting van de levensduur van het gereedschap.
•Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een
enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap/de
boor. Houd het gereedschap stevig vast en let goed op
wanneer de boor door het werkstuk breekt.
•Een vastgelopen boor kan eenvoudigweg worden
verwijderd door de omkeerschakelaar in de stand voor
achteruitdraaien te zetten en de boor achteruit uit het
gat te laten draaien. Het gereedschap kan echter
plotseling achteruit komen als u het niet stevig
vasthoudt.
•Zet kleine werkstukken altijd vast in een bankschroef of
klem ze in een soortgelijk bevestigingsmiddel.
•Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de
accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende
15 minuten liggen alvorens verder te werken met een
volle accu.
•Knijp de aan/uit-schakelaar niet herhaaldelijk in
wanneer de motor vergrendeld is. Hierdoor kan het
gereedschap worden beschadigd.
Boren in hout
Bij het boren in hout krijgt u de beste resultaten met een
houtboor die voorzien is van een geleideschroef. De
geleideschroef zorgt ervoor dat het boren gemakkelijker
verloopt doordat deze de boor in het werkstuk trekt.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat bij het beginnen van het boren de
boor wegglijdt, maakt u een putje met een centerpons en
hamer op het punt waar u wilt boren. Plaats de punt van
de boor in het putje en begin te boren.
Gebruik bij het boren in metaal een snijolie als
smeermiddel. De uitzonderingen hierop zijn ijzer en
messing, die droog moeten worden geboord.
Gebruik als schroevendraaier
Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt
op de behuizing van het gereedschap naar het symbool
wijst. Stel de instelring in op het juiste draaikoppelniveau
voor uw klus. Ga daarna als volgt te werk.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop en
oefen druk uit op het gereedschap. Start het gereedschap
op lage snelheid en voer vervolgens de snelheid
geleidelijk op. Laat de aan/uit-schakelaar los zodra de
koppeling begint te slippen.
LET OP:
•Zorg ervoor dat het schroefbit recht op de schroefkop
staat omdat anders de schroef en/of het bit kunnen
worden beschadigd.
OPMERKING:
•Bij het indraaien van houtschroeven, boort u eerst een
gat voor met een diameter van tweederde van de
schroefdikte. Hierdoor wordt het schroeven
30
gemakkelijker en wordt voorkomen dat het werkstuk
splijt.
Het gereedschap gebruiken als een
handschroevendraaier (zie afb. 11)
Schakel het gereedschap uit.
Duw de omkeerschakelaar naar middenstand.
Schakel het gereedschap in.
OPMERKING:
•Deze gebruiksmethode is handig voor het controleren
van het aandraaien van de schroeven.
•Gebruik het gereedschap niet voor werkzaamheden
die buitengewoon veel kracht vereisen, zoals het
aandraaien van een bout of het losdraaien van
vastgeroeste schroeven.
De holster gebruiken (los verkrijgbaar)
LET OP:
•Gebruik de holster niet voor gereedschappen, zoals
een (schroef-)boormachine waarin een bit of boor is
aangebracht.
•Voordat u het gereedschap in de holster steekt,
schakelt u het gereedschap uit en wacht u tot het
volledig tot stilstand is gekomen.
Zorg ervoor dat u hierna de holster goed sluit zodat het
gereedschap stevig vastgehouden wordt (zie afb. 12).
Rijg uw broekriem of iets dergelijks door de holsterhouder
(zie afb. 13).
Steek het gereedschap in de holster en sluit deze met de
holstersluiting (zie afb. 14).
U kunt twee bits opbergen op de voorkant van de holster.
ONDERHOUD
LET OP:
•Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of
onderhoud uitvoert.
•Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
•Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
•Boorbits
•Boorhamerbit met hardmetalen punt
Schroefbits
•Dopbits
•Originele Makita-accu en -lader
•Blaasbalgje
•Veiligheidsbril
Holster
•Kunststoffen draagdoos
OPMERKING:
•Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Geluid
ENG905-1
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 82 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 93 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming
Trillingen
ENG900-1
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745:
Gebruikstoepassing: slagboren in beton
Trillingsemissie (a
h,ID
): 9,5 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h,D
): 2,5 m/s
2
of minder
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
•De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
•De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
•De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
•Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Alleen voor Europese landen
ENH101-15
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine:
Accuschroef-boorhamermachine
Modelnr./Type: HP330D
in serie is geproduceerd en
Voldoet aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En is gefabriceerd in overeenstemming met de volgende
normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
31
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
13. 10. 2011
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN

Documenttranscriptie

GB Cordless Hammer Driver Drill Instruction manual F Perceuse Percussion-Visseuse sans Fil Manuel d’instructions D Akku-Schlagbohrschrauber Betriebsanleitung I Trapano avvitatore a batterie con percussione Istruzioni per l’uso NL Accuschroef-boorhamermachine Gebruiksaanwijzing E Rotomartillo Atornillador Inalámbrico Manual de instrucciones P Furadeira de Impacto/ Parafusadeira a Bateria Manual de instruções Ledningsfri slagboremaskine Brugsanvisning Akülü Darbeli Matkap Tornavida Kullanım kılavuzu DK GR TR HP330D 012913 NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van het onderdelenoverzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Accu Knop Aan/uit-schakelaar Lampje Omkeerschakelaar Snelheidsinstelknop Werkingsfunctie-keuzering Pijlpunt Instelring Schaalverdeling 11. 12. 13. 14. Mof Blaasbalgje Holsterhouder Broekriem TECHNISCHE GEGEVENS Model Vermogen Nullasttoerental (min-1) -1 Aantal slagen (min ) Totale lengte HP330D Beton 8 mm Staal 10 mm Hout 21 mm Houtschroef 5,1 mm x 63 mm Machineschroef M6 Hoog (2) 0 - 1.500 Laag (1) 0 - 400 Hoog (2) 0 - 22.500 Laag (1) 0 - 6.000 201 mm Nettogewicht 1,1 kg Nominale spanning 10,8 V gelijkstroom • Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving. • Specificaties en accu’s kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003 Gebruiksdoeleinden ENE079-1 Het gereedschap is bedoeld voor slagboren en boren in baksteen, beton en steen. Het is ook geschikt voor schroeven draaien en boren zonder slagwerking in hout, metaal, keramisch materiaal en kunststof. Algemene veiligheidswaarschuwingen voor GEA010-1 elektrisch gereedschap WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK VOOR EEN ACCUSCHROEFGEB056-5 BOORHAMERMACHINE 1. Draag gehoorbescherming tijdens het slagboren. Blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot gehoorbeschadiging. 26 2. Gebruik de hulphandgrepen, als deze bij het gereedschap werden geleverd. Als u de controle over het gereedschap verliest, kan dit leiden tot persoonlijk letsel. 3. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het booraccessoire met verborgen bedrading in aanraking kan komen. Wanneer het accessoire in aanraking komen met onder spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. 4. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het bevestigingsmateriaal met verborgen bedrading in aanraking kan komen. Wanneer bevestigingsmaterialen in aanraking komen met onder spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. 5. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. Zorg ervoor dat er niemand zich onder u bevindt wanneer u het gereedschap op een hoge plaats gebruikt. 6. Houd het gereedschap stevig vast. 7. Houd uw handen uit de buurt van draaiende delen. 8. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen. Bedien het gereedschap alleen wanneer u het vasthoudt. 9. Raak de boor/het bit en het werkstuk niet onmiddellijk na gebruik aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn en brandwonden op uw huid veroorzaken. 10. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van stof en contact met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de leverancier van het materiaal op. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende product altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet volgen van de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ENC009-1 VOOR ACCU’S 1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u eerst alle instructies en waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2) de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt aangebracht. 2. Haal de accu niet uit elkaar. 3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden, stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een explosie. 4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk een arts. Dit kan leiden tot verlies van gezichtsvermogen. 5. Sluit de accu niet kort: (1) Raak de accupolen niet aan met enig geleidend materiaal. (2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze in aanraking kan komen met andere metalen voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge stroomsterkte, oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een defect. 6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50 °C of hoger. 7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De accu kan in een vuur exploderen. 8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of ergens tegenaan stoot. 9. Gebruik nooit een beschadigde accu. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Tips voor een lange levensduur van de accu 1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is. Wanneer u merkt dat het gereedschap minder vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en laadt u eerst de accu op. 2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op. Te lang opladen verkort de levensduur van de accu. 3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst afkoelen voordat u deze oplaadt. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES LET OP: • Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het gereedschap aanpast of controleert. De accu aanbrengen en verwijderen (zie afb. 1) LET OP: • Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. • Houd het gereedschap en de accu stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden veroorzaakt. Om de accu te verwijderen, drukt u de knoppen aan beide zijkanten van de accu in en trekt u tegelijkertijd de accu van het gereedschap af. Om de accu aan te brengen, houdt u de accu zodanig vast dat de vorm aan de voorkant van de accu past in de accuplaatsingsopening, en schuift u de accu op zijn plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een klikgeluid hoort. LET OP: • Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden. • Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze niet goed aangebracht. Accubeveiligingssysteem Het gereedschap is uitgerust met een accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de voeding naar de motor uit om de levensduur van de accu te verlengen. Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van de volgende omstandigheden bevinden: 27 • Overbelasting: Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit de accu wordt getrokken. Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het gereedschap weer in te schakelen. • Lage accuspanning: De resterende acculading is te laag en het gereedschap wordt niet ingeschakeld. Als u de aan/ uit-schakelaar inknijpt, zal de motor weer gaan draaien, maar spoedig stoppen. Verwijder in die situatie de accu en laad hem op. Aan/uit-schakelaars (zie afb. 2) LET OP: • Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten. Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de aan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van het gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen. De lamp op de voorkant inschakelen (zie afb. 3) LET OP: • Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de lamp. Knijp de aan/uit-schakelaar in om de lamp op de voorkant in te schakelen. De lamp blijft branden zolang u de aan/ uit-schakelaar ingeknepen houdt. De lamp gaat vlak nadat u de aan/uit-schakelaar hebt losgelaten uit. OPMERKING: • Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen. Werking van de omkeerschakelaar (zie afb. 4) Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar waarmee u de draairichting kunt omkeren. Druk op de omkeerschakelaar vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of vanaf kant B voor de draairichting linksom. Wanneer de omkeerschakelaar in de middenstand staat, kunt u de aan/uit-schakelaar niet inknijpen. LET OP: • Controleer altijd de draairichting alvorens het gereedschap te gebruiken. • Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting verandert voordat het gereedschap volledig stilstaat, kan het gereedschap worden beschadigd. • Als u het gereedschap niet gebruikt, zet u de omkeerschakelaar altijd in de middenstand. 28 De snelheid veranderen (zie afb. 5) Om de draaisnelheid van het gereedschap te veranderen, schakelt u eerst het gereedschap uit en verschuift u daarna de snelheidsinstelknop naar stand “2” voor een hoge draaisnelheid, of naar stand “1” voor een lage draaisnelheid. Zorg ervoor dat de snelheidsinstelknop in de juiste stand staat alvorens het gereedschap te bedienen. Gebruik de juiste draaisnelheid voor uw klus. LET OP: • Zet de snelheidsinstelknop altijd volledig in de gewenste stand. Als u het gereedschap bedient terwijl de snelheidsinstelknop halverwege de standen “1” en “2” staat, kan het gereedschap worden beschadigd. • Bedien de snelheidsinstelknop niet terwijl het gereedschap draait. Het gereedschap kan hierdoor worden beschadigd. De werkingsfunctie kiezen (zie afb. 6) Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctiekeuzering. Kies met deze keuzering uit de drie beschikbare werkingsfuncties degene die het meest geschikt is voor uw klus. Voor alleen ronddraaien, draait u de keuzering zodat de pijlpunt op het gereedschap naar het symbool op de ring wijst. Voor ronddraaien met slagwerking, draait u de keuzering zodat de pijlpunt op het gereedschap naar het symbool op de ring wijst. Voor ronddraaien met slipkoppeling, draait u de keuzering zodat de pijlpunt op het gereedschap naar het symbool op de ring wijst. LET OP: • Wanneer u de stand verandert van “ ” naar een andere functie, kan het een enigszins moeilijk zijn de werkingsfunctie-keuzering te verschuiven. Als dat het geval is, verschuift u de werkingsfunctie-instelknop naar de stand “ ” en schakelt u het gereedschap eventjes in. Schakel vervolgens het gereedschap uit en verschuif de werkingsfunctie-instelknop naar de gewenste stand. • Stel de keuzering altijd in op het symbool van de juiste stand voor uw klus. Als u het gereedschap bedient met de keuzering ingesteld tussen twee symbolen in, kan het gereedschap worden beschadigd. Het draaikoppel instellen (zie afb. 7) Het draaikoppel kan in 18 stappen worden ingesteld door de instelring te draaien zodat de gewenste stand op de schaalverdeling is uitgelijnd met de pijlpunt op de behuizing van het gereedschap. Het draaikoppel is minimaal wanneer stand 1 is uitgelijnd met de pijlpunt, en maximaal wanneer stand 18 is uitgelijnd met de pijlpunt. Bepaal het juiste draaikoppelniveau door bij wijze van proef een schroef in het materiaal of een stuk gelijkwaardig materiaal te draaien, alvorens het gereedschap voor de daadwerkelijke klus te gebruiken. OPMERKING: • Het draaikoppel kan alleen worden ingesteld wanneer de pijlpunt naar het symbool op de ring wijst. ONDERDELEN AANBRENGEN/ VERWIJDEREN LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens enige werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten. Het schroefbit of boorbit aanbrengen en verwijderen (zie afb. 8) Draai de mof linksom om de klauwen in de spankop te openen. Steek de boor/het bit zo ver mogelijk in de spankop. Draai de mof rechtsom om de spankop te sluiten. Om de boor/het bit te verwijderen, draait u de mof linksom. BEDIENING (zie afb. 9) LET OP: • Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Anders kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden. Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan de handgreep en de andere aan de onderkant van de accu om de draaiende beweging op te vangen. LET OP: • Bedek de ventilatieopeningen niet omdat anders het gereedschap oververhit en beschadigd kan raken. Gebruik als boorhamer LET OP: • Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het boorgat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes, of de boorhamer de bewapening in het beton raakt, wordt een plotselinge en enorme torsiekracht uitgeoefend op het gereedschap/de boor. Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt op de behuizing van het gereedschap naar het symbool wijst. De instelring kan bij deze werkingsfunctie worden ingesteld op ieder draaikoppelniveau. Zorg ervoor dat u een boor met een hardmetalen punt gebruikt. Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar het boorgat moet komen en knijp vervolgens de aan/uitschakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt. Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n geval het gereedschap langzaam lopen en verwijder de boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschillende keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon worden en kunt u normaal verder boren. Blaasbalgje (los verkrijgbaar) (zie afb. 10) Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het boorgat te blazen. Gebruik als boormachine Draai eerst de instelring zodat de pijl naar het symbool wijst. Ga daarna als volgt te werk. LET OP: • Het boren zal niet sneller verlopen als u hard op het gereedschap drukt. In feite zal dergelijk hard drukken alleen maar leiden tot beschadiging van de boor, verlaging van de prestaties van het gereedschap, en verkorting van de levensduur van het gereedschap. • Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap/de boor. Houd het gereedschap stevig vast en let goed op wanneer de boor door het werkstuk breekt. • Een vastgelopen boor kan eenvoudigweg worden verwijderd door de omkeerschakelaar in de stand voor achteruitdraaien te zetten en de boor achteruit uit het gat te laten draaien. Het gereedschap kan echter plotseling achteruit komen als u het niet stevig vasthoudt. • Zet kleine werkstukken altijd vast in een bankschroef of klem ze in een soortgelijk bevestigingsmiddel. • Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende 15 minuten liggen alvorens verder te werken met een volle accu. • Knijp de aan/uit-schakelaar niet herhaaldelijk in wanneer de motor vergrendeld is. Hierdoor kan het gereedschap worden beschadigd. Boren in hout Bij het boren in hout krijgt u de beste resultaten met een houtboor die voorzien is van een geleideschroef. De geleideschroef zorgt ervoor dat het boren gemakkelijker verloopt doordat deze de boor in het werkstuk trekt. Boren in metaal Om te voorkomen dat bij het beginnen van het boren de boor wegglijdt, maakt u een putje met een centerpons en hamer op het punt waar u wilt boren. Plaats de punt van de boor in het putje en begin te boren. Gebruik bij het boren in metaal een snijolie als smeermiddel. De uitzonderingen hierop zijn ijzer en messing, die droog moeten worden geboord. Gebruik als schroevendraaier Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt op de behuizing van het gereedschap naar het symbool wijst. Stel de instelring in op het juiste draaikoppelniveau voor uw klus. Ga daarna als volgt te werk. Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop en oefen druk uit op het gereedschap. Start het gereedschap op lage snelheid en voer vervolgens de snelheid geleidelijk op. Laat de aan/uit-schakelaar los zodra de koppeling begint te slippen. LET OP: • Zorg ervoor dat het schroefbit recht op de schroefkop staat omdat anders de schroef en/of het bit kunnen worden beschadigd. OPMERKING: • Bij het indraaien van houtschroeven, boort u eerst een gat voor met een diameter van tweederde van de schroefdikte. Hierdoor wordt het schroeven 29 gemakkelijker en wordt voorkomen dat het werkstuk splijt. Het gereedschap gebruiken als een handschroevendraaier (zie afb. 11) Schakel het gereedschap uit. Duw de omkeerschakelaar naar middenstand. Schakel het gereedschap in. OPMERKING: • Deze gebruiksmethode is handig voor het controleren van het aandraaien van de schroeven. • Gebruik het gereedschap niet voor werkzaamheden die buitengewoon veel kracht vereisen, zoals het aandraaien van een bout of het losdraaien van vastgeroeste schroeven. De holster gebruiken (los verkrijgbaar) LET OP: • Gebruik de holster niet voor gereedschappen, zoals een (schroef-)boormachine waarin een bit of boor is aangebracht. • Voordat u het gereedschap in de holster steekt, schakelt u het gereedschap uit en wacht u tot het volledig tot stilstand is gekomen. Zorg ervoor dat u hierna de holster goed sluit zodat het gereedschap stevig vastgehouden wordt (zie afb. 12). Rijg uw broekriem of iets dergelijks door de holsterhouder (zie afb. 13). Steek het gereedschap in de holster en sluit deze met de holstersluiting (zie afb. 14). U kunt twee bits opbergen op de voorkant van de holster. ONDERHOUD LET OP: • Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of onderhoud uitvoert. • Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makitavervangingsonderdelen. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiksdoeleinden. Mocht u meer informatie willen hebben over deze accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Makita-servicecentrum. • Boorbits • Boorhamerbit met hardmetalen punt 30 • • • • • • • Schroefbits Dopbits Originele Makita-accu en -lader Blaasbalgje Veiligheidsbril Holster Kunststoffen draagdoos OPMERKING: • Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als standaard toebehoren. Zij kunnen van land tot land verschillen. Geluid ENG905-1 De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten volgens EN60745: Geluidsdrukniveau (LpA): 82 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 93 dB (A) Onzekerheid (K): 3 dB (A) Draag gehoorbescherming Trillingen ENG900-1 De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals vastgesteld volgens EN60745: Gebruikstoepassing: slagboren in beton Trillingsemissie (ah,ID): 9,5 m/s2 Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah,D): 2,5 m/s2 of minder Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). Alleen voor Europese landen ENH101-15 EU-verklaring van conformiteit Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makitamachine(s): Aanduiding van de machine: Accuschroef-boorhamermachine Modelnr./Type: HP330D in serie is geproduceerd en Voldoet aan de volgende Europese richtlijnen: 2006/42/EC En is gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd. Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland 13. 10. 2011 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN 31
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Makita HP330D Handleiding

Categorie
Accu-combi-boormachines
Type
Handleiding