Whirlpool WSFO 3T223 P Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide
NL
1
SNELLE REFERENTIEGIDS
HANDLEIDING
APPARAAT
PRODUCTBESCHRIJVING
Voordat u het apparaat gebruikt leest u de Veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door.
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN
WHIRLPOOL PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op:
www.whirlpool.eu/register
U kunt de Veiligheidsaanwijzingen en de Gebruiker-
shandleiding, downloaden van onze website
docs.whirlpool.eu, volg de Aanwijzingen achteraan
deze handleiding.
1. Bovenste rek
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
4. Bovenste sproeierarm
5. Onderste rek
6. Power Clean® ondersteuning
7. Bestekkorf
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets met controlelampje
3. Multizone toets met controlelampje
4. Toets “Desinfecterend spoelen met controlelampje / Toet-
senvergrendeling
5. Controlelampje Eco-programma
6. Controlelampje toetsenvergrendeling
7. Display
8. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
9. Controlelampje tablet (tab)
10. Controlelampje gesloten waterkraan
11. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
12. Controlelampje zout bijvullen
13. Toets Power Clean® met controlelampje
14. Tablet (tab) toets met controlelampje
15. Uitsteltoets met controlelampje
16. Start/Pauze-toets met controlelampje / Waterafvoer
BEDIENINGSPANEEL
6
1
2
3
4
5
7
8
10
9
1112
13
0000 000 00000
Service:
1112
4
1
3
2
619
14
15
65 7 8 11 12 1310
2
EERSTE GEBRUIK
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische
borgelementen uit het bovenste rek.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
MHet gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG
op het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
Het is noodzakelijk dat HET ZOUTRESERVOIR NOOIT LEEG IS.
Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de afwasmachi-
ne (zie PRODUCTBESCHRIJVING) en moet worden gevuld wanneer het
controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het bedieningspaneel brandt.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop
van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het
zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het
zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg);
het is niet ongebruikelijk dat er een beetje
water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten
weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid-
del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan
de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure
helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten om corrosie
te voorkomen.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat
de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke wa-
terhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleveran-
cier worden opgevraagd.
De fabriek stelt de defaultwaarde voor de waterhardheid in.
Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
De toets START/PAUZE 5 seconden ingedrukt houden totdat u een
piep hoort.
Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje van het
zout knipperen allebei.
De toets P indrukken om het gewenste hardheidsniveau te selecte-
ren (zie TABEL WATERHARDHEID).
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Instellen is voltooid!
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT
BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterverzachter
en het verwarmingselement beschadigd raken als gevolg van de ac-
cumulatie van ketelsteen.
Het gebruik van zout wordt aanbevolen met elk type vaatwasmiddel.
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
°Clark
Engelse graden
1 Zacht 0 - 6 0 - 10 0 - 7
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20 8 - 14
3 Gemiddeld 12 - 16 21 - 29 15 - 20
4 Hard 17 - 34 30 - 60 21 - 42
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90 43 - 62
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker.
Het glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het
controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display
brandt.
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en omhoog
te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum
(110 ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer
dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een
droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt
u de gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
De afwasmachine inschakelen met de toets AAN/UIT.
Uitschakelen met de toets AAN/UIT.
Driemaal op de toets START/PAUZE drukken - er klinkt een pieptoon.
Inschakelen met de toets AAN/UIT.
Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje
van het glansspoelmiddel knipperen.
De toets P indrukken om het niveau van het te leveren
glansspoelmiddel te selecteren.
Uitschakelen met de toets AAN/UIT
Instellen is voltooid!
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1 (ECO), zal
geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG
GLANSSPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk
van het model afwasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het
model. Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook
voor uw machine geldt.
Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (2-3).
Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een
hoog getal in (4-5).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik de opening apparaat C om het vaatwasmiddeldoseerbakje
te openen. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje D invoeren.
Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het
vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelheid
toe te voegen. In het doseerbakje
D vindt u de aanwijzingen voor het
doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel
van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel
van het vaatwasmiddeldoseerbakje
door het omhoog te trekken tot het
sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste moment,
volgens het programma. Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen
is het raadzaam om de toets TABLET te gebruiken, omdat het programma
dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten
worden bereikt.
Het gebruik van vaatwasmiddelen die niet bedoeld zijn voor
vaatwasmachines kan de slechte werking van het apparaat
veroorzaken of het beschadigen.
D
C
A
B
NL
3
PROGRAMMATABEL
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 60436:2020.
Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met:
dw_test_support@whirlpool.com
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) Waarden aangegeven voor andere programma’s dan het Eco-programma zijn slechts indicatief. De werkelijke tijd is afhankelijk van vele factoren, zoals
de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid en soort lading, evenwicht van de lad-
ing, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma met max. 20 min. verlengen.
Programma
Drogen fase
Beschikbare
functies
*)
Duur van
wasprogramma
(h:min)
*)
Waterverbruik
(liter/ cyclus)
Energieverbruik
(kWh/ cyclus)
1. Eco 50°
4:00 9.0 0.76
2. 6
th
Sense®
50-
60°
1:20 - 3:00 7.0 - 14.0 0.70 - 1.10
3. Intensief 65°
2:40 17.0 1.30
4. Glaswerk
45°
1:40 12.0 1.00
5. Snel 30’
45°
-
0:30 9.0 0.50
6. Voorspoelen
- -
0:10 4.5 0.01
7. Zelfreinigend 65°
-
0:50 9.5 0.70
BESCHRIJVING PROGRAMMAS
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
1 ECO
Het Eco-programma is geschikt voor het reinigen van normaal vervuild
vaatwerk, dat voor dit gebruik het meest eciënte programma
is wat betreft de combinatie van energie- en waterverbruik
en in overeenstemming is met de Europese Ecodesign-wetgeving.
2 6
th
SENSE®
Voor normaal vervuilde vaat met opgedroogde etensresten. Meet
de mate van vervuiling van het serviesgoed af en past het programma
dienovereenkomstig aan. Wanneer de sensor de mate van vervuiling
meet, verschijnt er een animatie in de display en wordt de cyclusduur
aangepast.
3 INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name
geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden
voor kwetsbare stukken).
4 GLASWERK
Programma voor kwetsbare stukken die gevoeliger zijn voor hoge
temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
5 SNEL 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor een halve lading licht vervuilde
vaat zonder opgedroogde etensresten. Heeft geen droogfase.
6 VOORSPOELEN
Gebruikt om servies vochtig te houden dat later gewassen moet
worden. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
7 ZELFREINIGEND
Programma te gebruiken voor het onderhoud van de afwasmachine,
wordt enkel uitgevoerd wanneer de afwasmachine LEEG is met gebruik
van specieke reinigingsmiddelen die speciaal ontworpen zijn voor het
onderhoud van de afwasmachine
Opmerkingen:
Gelieve er rekening mee te houden dat de cyclus Snel 30’ bedoeld is voor
licht vervuilde vaat..
4
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL)gaat de bijbehorende LED 3
keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld.
UITSTEL
De start van het programma kan worden uitgesteld voor een
periode tussen 0:30 en 24 uur.
1. Selecteer het programma en eventuele gewenste opties.
Druk (meerdere keren) op de UITSTEL-toets om de start
van het programma uit te stellen. Instelbaar van 0:30 tot
24 uur. Bij elke druk op de toets wordt de uitgestelde start
vooruitgezet met: 0:30 indien de selectie korter is dan
4 uur, 1:00 indien de selectie korter is dan 12 uur, 4 uur
als de selectie langer is dan 12 uur. Als 24 uur bereikt
is en de toets wordt ingedrukt, wordt de uitgestelde start
uitgeschakeld.
2. Druk op de toets START/PAUZE;: de timer begint met aftellen;
3. Wanneer deze tijd verstreken is wordt het controlelampje
uitgeschakeld en begint het programma automatisch.
Als op het moment van het aftellen de START/PAUZE-toets
opnieuw wordt ingedrukt wordt de UITSTEL-optie gewist
en wordt het geselecteerde programma automatisch gestart.
Zodra er een programma is gestart kan de UITSTEL-functie
niet worden ingesteld.
WATERKRAAN DICHT - Alarm
Knippert wanneer er geen watertoevoer is of als de waterkraan
gesloten is.
WATERAFVOER
Voor het stoppen en wissen van de actieve cyclus kan
de Waterafvoer-functie worden gebruikt.
Met een lange druk op de START/PAUZE-toets wordt
de WATERAFVOER-functie ingeschakeld. Het actieve programma
wordt stopgezet en het water in de afwasmachine wordt afgetapt.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma «halve lading»
worden gebruikt, om water, elektriciteit en vaatwasmiddel
te besparen.
Selecteer het programma en druk daarna op de MULTIZONE-
toets: het controlelampje boven de toets brandt. Standaard
wast het apparaat vaatwerk in alle rekken.
Druk herhaaldelijk op deze toets om alleen in een bepaald rek
af te wassen:
verschijnt op het display (alleen onderste rek)
verschijnt op het display (alleen bovenste rek)
verschijnt op het display (optie is uitgeschakeld en het apparaat
wast het vaatwerk in alle rekken).
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste rek
te laden en de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig
te verlagen.
Als het bovenste rek is verwijderd, breng dan het vaat-
wasmiddel rechtstreeks in de kuip aan in plaats van in het
vaatwasmiddelreservoir.
TABLET (Tab)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma
geoptimaliseerd worden, aan de hand van het afwasmiddel
dat gebruikt wordt.
Druk de TABLET toets (het controlelampje gaat branden, het
bijbehorende symbool gaat branden) als u gecombineerde
vaatwasmiddelen in tabletvorm gebruikt (glansspoelmiddel,
zout en wasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze
optie worden uitgeschakeld.
TOETSVERGRENDELING
Door een lange druk (3 seconden) op de DESINFECTEREND
SPOELEN toets wordt de TOETSVERGRENDELING-functie
ingeschakeld. Met de TOETSVERGRENDELING-functie wordt
het bedieningspaneel geblokkeerd, behalve de AAN/UIT-toets.
Opnieuw lang indrukken, om de TOETSVERGRENDELING uit
te schakelen.
POWER CLEAN®
Dankzij de extra krachtige stralen biedt deze functie een
intensievere en krachtigere afwasprogramma op de betreende
plek in het onderste rek. Deze functie wordt aanbevolen voor
het afwassen van pannen en ovenschalen. Druk op deze toets
om POWER CLEAN te activeren (het controlelampje gaat
branden).
DESINFECTEREND SPOELEN
Deze optie wordt gebruikt om de gewassen borden
te ontsmetten.
Het verhoogt de temperatuur van de laatste spoeling en voegt
antibacterieel wassen toe aan het geselecteerde programma.
Selecteer het wasprogramma en druk op de toets
DESINFECTEREND SPOELEN; het controlelampje gaat branden.
Druk dezelfde toets opnieuw in om de optie uit te schakelen.
Ideaal voor het reinigen van serviesgoed en zuigessen. De deur
van de afwasmachine moet gedurende de hele duur van het
programma gesloten blijven, om de antibacteriële werking
te garanderen. Als u de deur opent gaat het lampje knipperen.
WAARSCHUWING: het serviesgoed en de platen kunnen
aan het einde van de cyclus extreem heet zijn.
NL
5
REKKEN VULLEN
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekom-
men, bestek enz. Grote platen en deksels
moeten idealiter aan de zijkanten worden
geplaatst, om aanraking met de sproeierar-
men te voorkomen.
Het onderste rek heeft opklapbare steunen
die in een verticale positie kunnen wor-
den gebruikt bij het schikken van platen
of in een horizontale positie (lager) om pan-
nen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
BESTEKKORF
Het is uitgerust met rasters aan de bovenkant, om het bestek beter
te kunnen rangschikken. Het mag alleen aan de voorkant van het
onderste rek worden geplaatst.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen moeten
in de bestekmand worden gezet met de punten naar beneden gericht
of horizontaal geplaatst in de opklapbare compartimenten op het bo-
venste rek.
POWER CLEAN IN ONDERSTE REK
Power Clean® maakt gebruik van speciale
waterstralen aan de achterzijde van de ruim-
te voor een intensievere reiniging van zeer
vuile items. Het onderste rek heeft een
lege ruimte, een speciale uittrekbare steun
aan de achterzijde van het rek, die kan
worden gebruikt ter ondersteuning van ko-
ekenpannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze minder ruimte
in beslag nemen.
Activeer POWER CLEAN op het paneel tijdens het plaatsen van de pannen/
ovenschalen tegenover het Power Clean® component.
Power Clean® gebruiken:
1. Pas het Power Clean gebied (G)
aan door de achterste borden-
houders omlaag te klappen
om potten en pannen te laden.
2. Laad potten, pannen en schalen
verticaal gekanteld in het Power
Clean gebied. Potten en pannen
moeten naar de krachtige water-
stralen toe gekanteld worden.
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk:
glazen, kopjes, schoteltjes, lage
saladekommen.
Het bovenste rek heeft opklapbare
steunen die in een verticale positie kunnen
worden gebruikt bij het schikken van thee/
dessertschoteltjes of in een lagere positie
om kommen en schalen te laden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden
afgesteld: hoge stand voor groot serviesgoed
in de onderste mand en lage stand om optimaal
gebruik te maken van de opklapbare steunen,
door het creëren van meer ruimte naar boven
en botsen met de items die in het onderste rek
zijn geladen te voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een
hoogteversteller bovenste rek (zie afbeelding)
, zonder op de hefbomen te hoeven drukken,
opheen door gewoon de zijkanten van het rek
vast te houden, zodra het rek stabiel in de bovenste positie staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen A
aan de zijkanten van het rek drukken en de mand naar beneden
verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanneer
het is geladen.
NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen
aan de zijkant kunnen worden opgevouwen
of opengevouwen voor een optimale
rangschikking van het serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare
kleppen worden geplaatst door de steel van elk
glas in de overeenkomstige sleuven in te voeren.
Afhankelijk van het model:
om de kleppen open te vouwen moet
u ze omhoog schuiven en roteren
of ze losmaken van de klemmen en omlaag
trekken.
om de kleppen op te vouwen moet u ze roteren en omlaag schuiven
of ze omhoog trekken en aan de klemmen vastmaken.
6
DAGELIJKS GEBRUIK
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding
en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming
met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie BES-
CHRIJVING PROGRAMMA) door de P-toets in te drukken.
Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het wasprogramma door de START/PAUZE-toets .
Wanneer het programma start is er een pieptoon te horen.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van het wasprogramma wordt aangegeven door piepto-
nen en op End. De deur openen en het apparaat uitschakelen door
op de toets AAN/UIT te drukken.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt ver-
wijderd - om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen,
te beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inac-
tiviteit
automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik
te minimaliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als
het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water
is afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereen-
komstig worden verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden
gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: houd de AAN/UIT
toets ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het
nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het
wasprogramma door en de START/PAUZE-toets in te drukken.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Zonder de machine uit te schakelen de deur openen (kijk uit voor
HETE stoom!) en het serviesgoed in de afwasmachine plaatsen. Doe
de deur dicht en druk op de START/PAUZE-toets, het programma
begint vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een
stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Zodra de deur
is gesloten of de stroomvoorziening is hersteld de START/PAUZE-
toets indrukken, om het wasprogramma opnieuw te starten op het
punt waar het werd onderbroken.
Om de DEMO MODUS uit te schakelen moeten de volgende hande-
lingen in deze volgorde uitgevoerd worden, zonder onderbrekingen.
Schakel het apparaat IN en weer UIT. Druk op de UITSTEL-toets tot
u de zoemer hoort. Schakel het apparaat terug in. De indicator dOF
knippert en gaat vervolgens UIT.
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgo-
ed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stro-
mend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet
omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht
en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk
oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen
de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden gepla-
atst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere waspre-
staties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kun-
nen draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
Houten servies en bestek.
Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek
serviesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge tem-
peraturen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzi-
gen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kristallen
voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed.
Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogramma
afgelopen is.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Wanneer de huishoudelijke vaatwasmachine gebruikt wordt
volgens de aanwijzingen van de fabrikant, verbruikt het wassen
van vaatwerk in een vaatwasmachine gewoonlijk MINDER EN-
ERGIE en water dan met de hand afwassen.
Om de eciëntie van de vaatwasmachine te maximaliseren wordt
aanbevolen om de wascyclus eerst te starten wanneer de vaatwas-
machine helemaal gevuld is. De huishoudelijke vaatwasmachine
vullen tot de hoeveelheid aangegeven door de fabrikant draagt bij tot
het besparen van energie en water. Informatie over het correct laden
van vaatwerk vindt u in het hoofdstuk DE REKKEN VULLEN.
Als de machine gedeeltelijk is gevuld, wordt aanbevolen om de speciaal
daarvoor bedoelde wasopties, indien voorzien, te gebruiken (Halve
lading/ Zone Wash/ Multizone) en enkel geselecteerde rekken te vullen.
De vaatwasmachine onjuist of overmatig vullen kan het gebruik
van de hulpbronnen verhogen (zoals water, energie en tijd, en ook het
geluidsniveau) en de reinigings- en droogprestaties verlagen.
Vaatwerk vooraf met de hand spoelen verhoogt het water- en ener-
gieverbruik en wordt niet aanbevolen.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasmachine
moet u ten minste één per maand een programma met hoge temperatuur
laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat
zonder lading draaien.
NL
7
REINIGING EN ONDERHOUD
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
einig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen
en het afvalwater correct weg stroomt.
Het gebruik van vaatwasmachines met verstopte lters of vreemde vo-
orwerpen in het ltersysteem of de sproeiarmen kan de slechte wer-
king ervan en bijgevolg lagere prestaties, lawaai of een hoger verbruik
van hulpbronnen veroorzaken.
Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten cir-
culeren.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als
het lter is losgeraakt.
Controleer tenminste eens per maand of na elke 30 cyclussen het l-
tersysteem en reinig het eventueel grondig onder stromend water, met
een niet-metalen borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3).
4. Als u vreemde voorwerpen vindt (gebroken glas, porselein, beende-
ren, zaden van vruchten, enz.), verwijdert u ze zorgvuldig.
5. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten. VERWIJDER
NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart detail)
(Afb. 4).
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaat-
sen en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud
van de eciënte werking van de afwasmachine.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn gebruikt
laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitgevoerd, het
water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzuiverhe-
den. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan de waterin-
laat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine beschadigd raken.
1 2
3 4
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en wor-
den de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is daarom
raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met een
kleine niet-metalen borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof bor-
gring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden vervan-
gen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar boven is ge-
richt.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog
te trekken.
WATERVERZACHTEND SYSTEEM
Waterverzachters reduceren automatisch de waterhardheid
en voorkomen bijgevolg ketelsteenvorming op de verwarmer en dra-
gen bij tot een eciëntere reiniging.
Dit systeem wordt automatisch met zout geregenereerd, u dient
dus het zoutreservoir te vullen wanneer het leeg is.
De frequentie van de regeneratie hangt af van de instelling van het
waterhardheidniveau - de regeneratie wordt uitgevoerd om de 6
Eco-cyclussen met het waterhardheidniveau ingesteld op 3.
Het regeneratieproces start tijdens de laatste spoeling en eindigt
tijdens de droogfase, voordat de cyclus beëindigt.
Eén enkele regeneratie verbruikt: ~3,5 liter water;
Doet de cyclus 5 minuten langer duren;
Verbruikt minder dan 0,005 kWh energie.
A
A
B
C
8
PROBLEMEN OPLOSSEN
Als uw vaatwasmachine niet goed werkt, doorloopt u de onderstaande lijst om te controleren u of u het probleem kunt verhelpen. Voor andere
fouten of problemen neemt u contact op met de bevoegde Consumentenservice, de contactgegevens ervan vindt u in de garantieboekje.
De fabrikant verzekert dat de reserveonderdelen tenminste 10 jaren na de datum van productie van dit apparaat te verkrijgen zullen zijn.
PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Zoutindicator
brandt
Zoutreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan het
controlelampje van het zoutniveau blijven bran-
den gedurende een aantal afwascycli).
Vul reservoir bij met zout (voor meer informatie - raadpleeg pagina 2).
Pas de waterhardheid aan - zie tabel, pagina 2.
Glansspoelmid
delindicator
brandt
Glansspoelmiddelreservoir is leeg. (Na het bijvullen
kan het controlelampje van het glansspoelmiddel
blijven branden gedurende een aantal afwascycli).
Vul reservoir bij met glansspoelmiddel (voor meer informatie - raadpleeg pagina 2).
De afwasmachine
start niet of reageert
niet op opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval.
Om veiligheidsredenen wordt de vaatwasmachine niet automatisch opnieuw gestart
wanneer er opnieuw stroom is. Druk op de START/Pauze-toets om de cyclus te hernemen.
De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten.
De deur krachtig aanduwen totdat u de „klik hoort.
De cyclus wordt onderbroken als de deur > 4
seconden wordt geopend.
Doe de deur dicht en druk op de
START/Pauze
-toets.
Het reageert niet op opdrachten.
Weergave op het display: F9 of F12 en beide
AAN/UIT- en START/Pauze-leds knipperen snel.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer een minuut
weer inschakelen en het programma opnieuw starten. Als het probleem aanblijft, trekt
u de stekker van het apparaat 1 minuut lang uit, breng dan de stekker terug in..
De afwasmachine
pompt niet af. Weer-
gave
op het display:
F3 en beide AAN/
UIT- en START/Pauze-
-leds knipperen snel.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang. Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIEGIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik
in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN). De afwasmachine resetten door op de toets
WATERAFVOER te drukken (zie OPTIES EN FUNCTIES) en een nieuw programma zonder
vaatwasmiddel laten lopen.
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze wor-
den door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwa-
smachines.
De dop op het glansspoelmiddelcompartiment
is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
De afwasmachine
vult zich niet met wa-
ter. Weergave op het
display: en F6
en beide AAN/UIT-
en START/Pauze-leds
knipperen snel.
Geen water in de watertoevoer of de kraan
is gesloten.
Zorg ervoor dat er water in de watertoevoer komt of dat de kraan loopt.
Er zit een knik in de toevoerslang.
Controleer of er geen knik in de toevoerslang zit (zie INSTALLATIE), de afwasmachine
herprogrammeren en rebooten.
De zeef in de watertoevoerslang is verstopt; het
moet gereinigd worden.
Na het controleren en reinigen, de afwasmachine uitschakelen en inschakelen en een
nieuw programma starten.
De vaatwasma-
chine beëindigt
de cyclus voortijdig.
Weergave op het
display: en
F15
en beide AAN/UIT-
en START/Pauze
-leds
knipperen snel.
De afvoerslang bevindt zich te laag of heveling
in het huishoudelijke afvalwatersysteem.
Controleer of het uiteinde van de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt (zie IN-
STALLATIE).Controleer de heveling in het huishoudelijke afvalwatersysteem, installeer
zo nodig een luchttoevoerklep.
Lucht in watertoevoer. Controleer de watertoevoer op lekken of andere problemen die lucht inlaten.
De gedragslijn, standaarddocumentatie en aanvullende productinformatie kunt u vinden:
Op onze website docs .whirlpool. eu
Gebruik makend van de QR-code
Anders, contacteer onze Klantenservice (Het telefoonnummer staat in het garantieboekje).
Wanneer u contact neemt met de Klantenservice, gelieve de codes te vermelden die op het
identicatieplaatje van het apparaat staan.
De modelinformatie kan gevonden worden aan de hand van de QR-code die op het energielabel
aangegeven is. Het label bevat ook de model-ID die kan worden gebruikt om het portaal van het
register te raadplegen op https://eprel.ec.europa.eu
(alleen bij bepaalde modellen).
IEC 436
:
400011505905B
03/2021 jk - Xerox Fabriano
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Whirlpool WSFO 3T223 P Daily Reference Guide

Type
Daily Reference Guide