Bauknecht TGV 6160/IN Program Chart

Type
Program Chart
TGV 6160 PRODUCTBLAD
NL
5019 400 00231
Om uw kookplaat naar volle tevredenheid te kunnen gebruiken, wordt u verzocht deze instructies zorgvuldig door te lezen en te bewaren voor
raadpleging in de toekomst.
NL
DE BRANDERS AANSTEKEN
Om één van de branders aan te steken draait u de betreffende knop tegen de klok in op de stand van de grootste vlam .
Druk de knop tegen het bedieningspaneel om de brander aan te steken.
Nadat de brander aangestoken is, moet u de knop nog ongeveer 5 seconden ingedrukt houden om het thermokoppel
warm te laten worden.
De beveiliging sluit het gas af als de brander per ongeluk uitgaat (door tocht, tijdelijk onderbeken van de gastoevoer,
overgekookte vloeistoffen etc.).
De knop mag niet langer dan 15 sec. ingedrukt worden gehouden. Als de brander na deze tijd niet blijft branden, wacht
dan minstens een minuut voordat u hem opnieuw probeert aan te steken.
- De brander zou uit kunnen gaan wanneer de knop losgelaten wordt. Dit wil zeggen dat het thermokoppel nog niet
warm genoeg is.
In dat geval moeten de bovenstaande handelingen worden herhaald.
PRAKTISCHE WENKEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE BRANDERS
Voor een beter rendement van de branders is het raadzaam
de volgende regels in acht te nemen:
- Gebruik pannen die bij de branders passen
(zie de tabel rechts).
- Gebruik alleen pannen met een platte bodem.
- Gebruik de juiste hoeveelheid water voor het koken van
voedsel, en houd het deksel op de pan.
1
2
3
1. Verwijderbare pannenrooster(s)
2. 4-rings brander
3. Bedieningsknop voor de 4-rings brander
SYMBOLEN
Gaskraan gesloten
Grootste vlam
Kleinste vlam
Brander Pan Ø
4-rings brander van 24 tot 26 cm
MATEN EN AFSTANDEN DIE IN ACHT MOETEN WORDEN GENOMEN (mm)
OPMERKING: Als er een wasemkap boven de kookplaat wordt geïnstalleerd, zie dan de bij de wasemkap geleverde
instructies voor de juiste afstand.
SPROEIERTABEL CATEGORIE II2L3B/P
ELEKTRISCHE VOEDING: 230 V ~ 50 Hz
Gebruikt type gas Type
brander
Ty p e
sproeier
Nominale verwar-
mingscapaciteit
kW
Nominaal
verbruik
Verminderde verwar-
mingscapaciteit
kW
Gasdruk (mbar)
min. nom. max.
AARDGAS
(Methaan) G25
4-rings 142 3,50 389 l/h 1,70 20 25 30
VLOEIBAAR GAS
(Butaan) G30
(Propaan) G31
4-rings 90 3,20 233 g/h 1,55 25 30 35
Gebruikt type gas Modelconfiguratie
1 brander
Nominale
verwarmingscapaciteit
kW
Totaal nominaal
verbruik
Lucht die nodig is (m
3
) voor
verbranding van 1 m
3
gas
G25 25 mbar 4-rings 3,50 389 l/h 8,187
G30/G31 30 mbar 4-rings 3,20 233 g/h 30,94
VOORZORGSMAATREGELEN EN ALGEMENE AANBEVELINGEN
Om uw kookplaat naar volle tevredenheid te kunnen gebruiken, wordt u verzocht deze instructies zorgvuldig door te lezen
en te bewaren voor raadpleging in de toekomst
Deze instructies zijn alleen geldig voor de landen van bestemming waarvan de afkortingen worden vermeld op het
productinformatieblad en op de kookplaat zelf.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyreen, enz.) buiten het bereik van kinderen, want het vormt een
mogelijke bron van gevaar.
Controleer of de kookplaat beschadigd is tijdens het transport, en verwijder de beschermfolie die eventueel op de
onderdelen van het apparaat zit.
Deze kookplaat (klasse 3) is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik, voor het bereiden van voedsel. Elk ander
gebruik (zoals kamerverwarming) dient beschouwd te worden als oneigenlijk en dus gevaarlijk gebruik.
Zorg ervoor dat de installatie, de gasaansluiting en de elektrische aansluiting uitgevoerd worden door een
gekwalificeerde monteur, in overeenstemming met de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd en gebruikt in vertrekken met een goede ventilatie, in
overeenstemming met de geldende voorschriften. Lees de aanwijzingen zorgvuldig door voordat u dit apparaat
installeert en gebruikt.
De gasafstelling en toevoerdruk worden vermeld op het typeplaatje dat onder de kookplaat zit. Als er een ander type
gas gebruikt moet worden, raadpleeg dan de paragraaf “Aanpassing aan verschillende gassoorten”.
REFERENTIES LOKALE VOORSCHRIFTEN
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de norm NBN D 51-003.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is volledig recyclebaar, en draagt het recyclingsymbool , waardoor het geïdentificeerd wordt
als materiaal dat naar afvalverwerkingscentra moet worden gezonden.
2. Product
Dit apparaat is gemerkt volgens de Europese richtlijn 2002/96/EEG met betrekking tot Afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product correct wordt afgedankt, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu
en de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de begeleidende documentatie bij het product geeft aan dat dit apparaat niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden. Het moet daarentegen ingeleverd worden bij een verzamelpunt voor de
recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
Afdanken moet plaatsvinden in overeenstemming met de plaatselijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
Voor meer informatie over behandeling, terugwinning en recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke instantie, het afvalverzamelpunt of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
NL
Conformiteitsverklaring
Deze kookplaat is ontworpen, gebouwd en verhandeld in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de “Gasrichtlijn” 90/396/EEG;
- veiligheidsvoorschriften van de “Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
- de beschermingsvoorschriften van de “EMC”-richtlijn 89/336/EEG;
- de vereisten van de richtlijn 93/68/EEG.
Deze kookplaat is geschikt voor contact met etenswaren, en voldoet aan de EEG (CE)-norm 1935/2004.
Opmerkingen:
Verkeerd gebruik van de pannenroosters kan krassen op de kookplaat veroorzaken. Plaats de pannenroosters niet
ondersteboven en schuif de roosters niet over de kookplaat.
Als de kookplaat een glaskeramisch oppervlak heeft, is het volgende niet toegestaan:
- het gebruik van potten en pannen van gietijzer en aardewerk
- het gebruik van hitteverdelers (b.v. metaalgaas)
- het gebruik van twee kookzones voor dezelfde pan
Bij langdurig gebruik kan extra ventilatie nodig zijn (het openzetten van een raam of verhoging van de afzuigkracht van
de wasemkap).
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht hebben gestaan of
instructies met betrekking tot het gebruik van het apparaat hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
Houd kinderen uit de buurt van de kookplaat wanneer deze in gebruik is, en laat ze niet spelen met de knoppen of
andere onderdelen van het apparaat.
Waarschuwing: de rubberen beschermstukken van de roosters kunnen gevaar opleveren voor jonge kinderen, omdat ze
erin kunnen stikken. Controleer nadat de roosters verwijderd zijn of alle rubberstukken weer correct zijn aangebracht.
Let op: het glazen deksel (indien meegeleverd) kan verbrijzelen als het oververhit raakt. Controleer of alle branders uit
zijn, voordat u het dicht doet.
Controleer na het gebruik of de knoppen in de stand OFF staan, en sluit de hoofdkraan van de gastoevoer of de kraan van de
gasfles af
INSTALLATIE
TECHNISCHE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
Deze kookplaat kan in een werkblad met een dikte van 20 tot 40 mm worden geplaatst.
Indien er zich geen oven onder de kookplaat bevindt, moet er een scheidingspaneel worden aangebracht met een
oppervlak dat even groot is als de opening in het werkblad. Dit paneel moet op maximaal 150 mm afstand onder de
bovenkant van het werkvlak worden geplaatst, maar nooit minder dan 20 mm onder de onderkant van de kookplaat.
Als er een oven onder de kookplaat moet worden geïnstalleerd, controleer dan of deze is gefabriceerd door Whirlpool
en voorzien is van een koelsysteem.
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af als er een oven van een ander merk onder de kookplaat wordt geïnstalleerd.
Controleer voor de installatie of:
- de plaatselijke gastoevoervoorzieningen (gassoort en -druk) compatibel zijn met de instellingen van de kookplaat (zie
het typeplaatje en de sproeiertabel).
- de buitenkant van meubels of apparaten die aan de kookplaat grenzen hittebestendig zijn volgens de plaatselijke
voorschriften.
- verbrandingsproducten in de open lucht worden afgevoerd via specifieke wasemkappen of elektrische ventilators, die in
de muur en/of ramen zijn gemonteerd.
- er een natuurlijke luchtcirculatie verzekerd is, door een vrije opening in de muur van minstens 100 cm
2
. Deze opening in
de muur moet:
a) permanent zijn, en in een buitenmuur zitten van het vertrek dat geventileerd moet worden;
b) zo gemaakt zijn dat hij noch aan de binnen- noch aan de buitenkant kan worden afgedekt (ook niet onopzettelijk);
c) beschermd worden door plastic roosters, metaalgaas, enz., die het bovengenoemde gebied niet verkleinen;
d) dichtbij de vloer zitten, en zo geplaatst zijn dat hij niet van invloed is op de werking van het luchtafzuigsysteem.
INSTALLATIE
GASAANSLUITING
Het gastoevoersysteem moet voldoen aan de plaatselijke voorschriften.
U kunt de specifieke plaatselijke voorschriften voor bepaalde landen terugvinden in de paragraaf “Verwijzing naar
plaatselijke voorschriften”. Als er geen informatie over uw land wordt gegeven, doe dan navraag bij de installateur.
De aansluiting van de kookplaat op de gasleiding of de gasfles moet uitgevoerd worden met behulp van een stijve
koperen of stalen leiding met fittingen die voldoen aan de plaatselijke voorschriften, of door middel van een roestvrij
stalen slang met glad oppervlak, die aan de plaatselijke voorschriften voldoet. De lengte van de slang is maximaal
2 strekkende meter.
Voordat de buis wordt aangesloten op de elleboogfitting (A) moet
de meegeleverde ring (B) worden aangebracht, zoals wordt
voorschreven door EN 549.
Let op: als er een slang van roestvrij staal wordt gebruikt, moet deze zo worden geplaatst dat hij geen bewegende delen van
de meubels kan raken. Hij moet door een gebied lopen waar er geen obstakels aanwezig zijn en waar hij over zijn hele lengte
kan worden geïnspecteerd.
Na aansluiting op de gastoevoer, dient met zeepsop te worden gecontroleerd op lekkages.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluiting dient te worden gerealiseerd volgens de plaatselijke voorschriften.
De gegevens over de spanning en de stroomopname staan op de typeplaat vermeld.
Aarding van dit apparaat is volgens de wet verplicht.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsel aan
mensen of dieren, of voor materiële schade die ontstaat doordat niet
aan deze eisen is voldaan.
Wanneer de kookplaat geïnstalleerd is, dient een eenpolige contactschakelaar te worden aangebracht met een opening
tussen de contacten van minstens 3 mm
Indien vervanging van het netsnoer noodzakelijk is, mag deze uitsluitend worden vervangen door een netsnoer dat
dezelfde eigenschappen heeft als degene die door de fabrikant is geleverd (type H05V2V2-F T90°C of H05RR-F).
Deze ingreep moet worden uitgevoerd oor een gekwalificeerd technicus.
Aarde
(geel/groen)
L
N
2
3
1
AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASSOORTEN
Als het apparaat bedoeld is om te werken met ander gas dan de soort die op de typeplaat en de oranje sticker bovenop de
kookplaat wordt vermeld, dan moeten de sproeiers worden vervangen.
Verwijder de oranje sticker en bewaar deze bij het instructieboekje.
Gebruik drukregelaars die geschikt zijn voor de gasdruk die op het Productinformatieblad wordt vermeld.
De sproeiers moeten worden vervangen door de Klantenservice of door een gekwalificeerd monteur.
Sproeiers die niet bij het apparaat geleverd zijn, moeten worden besteld bij de Klantenservice.
Stel de laagste stand van de kranen bij.
Opmerking
: als er vloeibaar gas (G30/G31) wordt gebruikt, moet de schroef voor de laagste stand zo ver mogelijk worden
aangehaald.
Als de branderknoppen moeilijk draaien, neem dan contact op met de Klantenservice voor vervanging van de branderkraan,
als blijkt dat deze defect is.
VERVANGEN VAN DE SPROEIERS (zie de tabel in het Productinformatieblad)
Verwijder de roosters (A)
Haal de branders weg (B)
Schroef de sproeier (C) los met een dopsleutel van de juiste maat
Vervang hem door een sproeier die geschikt is voor het nieuwe type gas.
Denk er voor de installatie van de kookplaat aan dat de sticker waarop de
gasafstelling vermeld staat, en die bij de sproeiers geleverd wordt, zodanig
moet worden aangebracht dat hij de bestaande informatie omtrent de
gasafstelling bedekt.
INSTELLING VAN DE LAAGSTE STAND VAN DE
KRANEN
Om er zeker van te zijn dat de laagste stand goed is afgesteld,
moet de knop worden verwijderd, waarna u als volgt te werk
gaat:
draai de schroef vaster om de vlamhoogte te verkleinen (-)
draai de schroef losser om de vlamhoogte te vergroten (+)
De afstelling moet worden verricht terwijl de kraan in de laagste
stand staat (kleine vlam) .
De primaire lucht van de branders hoeft niet te worden
bijgesteld.
Op dit punt kunt u de branders aansteken en de knoppen
van de hoogste stand in de laagste stand draaien,
om de stabiliteit van de vlam na te gaan.
Na de instelling moet worden afgedicht met afdichtingswas of
soortgelijk materiaal.
REINIGING EN ONDERHOUD
Om uw kookplaat in perfecte conditie te houden moet hij na elk gebruik worden schoongemaakt, en moet eventueel
gemorst voedsel worden verwijderd.
Alvorens reinigingswerkzaamheden te beginnen, moet de kookplaat worden afgekoppeld van de netvoeding en moet u
wachten tot hij is afgekoeld.
REINIGING VAN HET OPPERVLAK VAN DE KOOKPLAAT
Reinig met warm water en/of een neutraal reinigingsmiddel. Spoel het oppervlak van de kookplaat voorzichtig af en
droog dit met een zachte doek of zeem.
Er kunnen vlekken of corrosie op het roestvrijstalen oppervlak komen bij langdurige blootstelling aan schuursponsjes,
reinigingsmiddelen met chloor (of betanddelen hiervan), ammoniak of zeer zure stoffen. Raadpleeg voorafgaand aan het
eerste gebruik het label van het reinigingsproduct om de geschiktheid te bepalen.
Vermijd langdurig contact met zure en alkalische stoffen, zoals azijn, mosterd, zout, suiker of citroensap.
Gemorst voedsel (water, sauzen, koffie, enz.) moet direct weggeveegd worden voordat het kan opdrogen.
Gebruik geen schuurmiddelen of schuursponsjes.
Gebruik geen stoomreiniger.
Gebruik geen brandbare producten.
De geëmailleerde en glazen onderdelen moeten worden gereinigd met warm water en/of een neutraal reinigingsmiddel.
REINIGING VAN DE ONDERDELEN VAN DE KOOKPLAAT
Roosters, branderdeksels en branders kunnen worden verwijderd om hen schoon te maken.
Was hen met de hand af in warm water met een niet-schurend reinigingsmiddel. Verwijder eventuele voedselresten
zorgvuldig, en controleer of er geen branderopeningen verstopt zitten.
Afspoelen en goed afdrogen.
Plaats de branders en de branderdeksels weer goed terug in de daarvoor bestemde openingen.
Controleer bij het terugplaatsen van de roosters of het gebied om de pannen neer te zetten in lijn is met de brander, en
dat de branderpootjes in de daarvoor bestemde openingen in de kookplaat zitten. In het geval van afzonderlijke
roosters moet worden gecontroleerd of ze op het uitsteeksel van de branderdeksel passen.
Bij modellen met elektrische ontstekingsbougies en thermokoppels moet het uiteinde van de bougie goed
schoongemaakt worden, om ervoor te zorgen dat de kookplaat correct kan functioneren. Controleer deze onderdelen
regelmatig, en maak hen indien nodig schoon met een vochtige doek. Als er aangekoekt voedsel op zit, moet dit worden
verwijderd met een tandenstoker of een naald.
Opmerking: teneinde schade aan het elektrische ontstekingsmechanisme te vermijden mag dit niet worden gebruikt
wanneer de branders niet in hun behuizing zitten.
OPSPOREN VAN STORINGEN
De kookplaat zou niet of niet goed kunnen werken. Lees de aanwijzingen voor het opsporen van storingen door, voordat u
de Klantenservice belt.
1. De brander ontsteekt niet, of de vlam is niet gelijkmatig
Controleer of:
Het gas of de elektrische voeding niet uitgeschakeld zijn, en vooral of de gaskraan open staat.
De gasfles (vloeibaar gas) niet leeg is.
De openingen van de brander niet verstopt zitten.
Het uiteinde van de bougie niet vuil is.
Alle onderdelen van de brander goed geplaatst zijn.
Er geen tocht is in de buurt van de kookplaat.
2. De brander gaat uit
Controleer of:
De knop bij het aansteken van de brander lang genoeg ingedrukt is om de beveiliging te activeren.
De openingen van de brander niet verstopt zitten in de buurt van het thermokoppel.
Het uiteinde van het thermokoppel niet vuil is.
De instelling van de laagste stand correct is (zie de desbetreffende paragraaf).
3. De pannen staan niet stabiel
Controleer of:
de bodem van de pan perfect vlak is
De pan midden op de brander staat.
De roosters niet verwisseld of niet goed geplaatst zijn.
Als dit niet helpt, kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde klantenservice.
KLANTENSERVICE
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u de klantenservice belt:
- type storing of probleem;
- exacte model (te vinden op het Productinformatieblad en de Garantie);
- het servicenummer; dit is het nummer dat u aantreft na het woord SERVICE op de typeplaat onder de kookplaat, en op
de Garantie;
- uw volledige adres en telefoonnummer.
Wanneer er reparatie(s) nodig zijn, neem dan contact op met een officieel klantenservicepunt, zoals aangegeven staat in de
garantie.
Opmerking: Het niet naleven van deze instructies kan de veiligheid en de kwaliteit van het product in gevaar brengen.
Fabrikant:
Whirlpool Europe S.r.l.
Viale G. Borghi, 27
21025 Comerio (VA)
ITALIË
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Bauknecht TGV 6160/IN Program Chart

Type
Program Chart